Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.594
er een aantal weekbladen, die gewoonlijk eerst
Zondagochtend de plaats hunner bestemming be
reiken. Ze verschijnen op Zaterdag, omdat velen
slechts op Zondag tijd en lust hebben ze te lezen.
Niet^ bezorging daarvan zou aan velen op dien
dag een aangename uitspanning en een nuttige
liezigheid ontnemen. Het bezwaar schijnt echter
grojjter dan het is, omdat die bladen bijna overal
des morgens besteld kunnen worden cu liet behoud
van die eerste bestelling ook om andere redenen
wenschelijk, en misschien noodzakelijk bleek.
Alles bij elkaar genomen komt het mij daarom
niet gewaagd voor aan te nemen, dat men
door de invoering van Zondagszegel het aantal te
bestellen pakketten kan beperken tot een vijfde van
dat op de overige dagen. Verreweg liet grootste
getal daarvan komt op de eerste bestelling, waar
voor geen Zondagszcgols noodig zijn. Beperkt men
nu het aantal bestellingen tot de helft vau die der
werige dagen en geeft men vooral ruim den tijd
voor de eerste morgeiibestelling, dan kan liet noodige
werk gedaan worden door n vierde deel vau het
gewone personeel, ledere be;telling, toch is gemid
deld nog niet half zoo groot als op de overige
dagen der week en het dubbele vau den gewonen
tijd is voor haar beschikbaar. De eerste bestelling
alleen is slechts weinig kleiner dan anders, maar
de afwezigheid van haast op Zondag maakt het tot
een gering .bezwaar den daarvoor bcscliikbarcu tijd
merkelijk te verlengen.
Hoe krijgt men un het personeel voor den Zon
dagsdienst? Mij dunkt uit het gewone personeel en
men neemt daarvoor zoo' mogelijk hen, die jjjch
Vrijwillig aanbieden Uit het gewone personeel,
om>dat het huren van buitengewoon personeel twee
groote bezwaren heeft. Ten eersste toch is dit niet
bekend met den dienst en ten tweede ontneemt men
daaraan de Zondagsrust, die men aan liet vaste
personeel wil bezorgen.
Zoo'mogelijk uit hen, die zich vrijwillig aanbie
den om tot een regeling te komen overeenstem
mende met de overtuigingen met de wenschen van
allen. Over die mogelijkheid een enkel woord.
Het geheele personeel bestaat voor een deel
uit personen, die in beginsel bewaar hebben tegen
Zoudagsarbeid. Stel deze geheel vrij. Laten wij
hun aantal ruim nemen en onderstellen, dat het
n vierde van het geheel is. Er blijven dan
drie vierde doelen over, waarvan velen liever
op Zondag zullen rusten dan op een anderen dag.
Anderen evenwel is dit onverschillig, anderen ein
delijk geven de voorkeur aan eeu anderen rustdag.
Bedraagt het getal der tot de beide laatste cate
gorieën behoorende personen nog geen vierde vau
hst geheele dienstpersoneel, dan kan men trachten
hun aantal grooter te maken door kleine voordcelen
aan den Zoudagsdimst te verbinden, bestaande,
hetzij in minder werk, hetzij in een kleine extia
toelage. Het komt mij onwaarschijnlijk voor, dat
men op die wijze niet een voldoend getal op
Zondag dienstdoende beambten zon kunnen krijgen.
In ieder geval schijnt het mij wcnschelijk, de proef
met een zoodanig stelsel te nemen en moet men
mijns inziens slechts in het uiterste je val overgaan
tot een verdceling van den Zondagsdieust onder
hen, die daartegen geen gemoedsbezwarcn hebbeu.
liet ligt, voor de hand dat men aan liet op
Zondag dienstdoende vierde deel der beambten een
anderen rustdag moet geven. Welken ieder van
..hen daarvoor krijgt, is dunkt mij onverschillig en
er bestaat dus geen bezwaar tegen een regeling.
waarbij op elk der zes overige dagen aan n zesde
deel van hen d. i. aan n vier en twintigste van
het geheele personeel een vrije dag wordt gegeven.
In de veronderstelling, dat dit tegenwoordig niet
gebeurt, zouden daardoor de uitgaven voor het
personeel met ruim -t pCt stijgen. Dit bedrag kan
tegen een zoodanige regeling geen bezwaar zijn,
als men in aanmerking neemt, dat de winsten door
den staat op den postdienst gemaakt, niet onaan
zienlijk zijn.
Tegen deze regeling is, voorzoover ik kan nagaan,
slechts n beu waar. Zij kan slechts in toepassing
gebracht worden in steden met een vrij groot
aantal postbeambten. Is het getal daarvan minder
groot,dau wordt de extra-uitgave voor den staat groo
ter, en wordt hun getal zeer klein, dau is het geheel
onmogelijk op de voorgestelde wijze te handelen. Di
recte beperking van den postdienst tot n bestelling
des morgens en n verzending is het eeiiige middel,
dat men op kleine plaatsen kan aanwenden tot be
waarde bewust. Op luiden toon riep hij om
hofmeester en dokter, terwijl hij bij afwisse
ling zijn ongenoegen te kennen gaf. Zijne
vrouw, die er stil en stemmig uitzag, poogde
de arme moeder van het stervende kind te
troosten, en zeide haar dat ze maar bidden
moest, dat zou hare smart verlichten. Maar
het aandoenlijkste was eene lersche vrouw
die de handen wrong, tranen in de oogen
had en allerlei teekens gaf aan de vreemde
vrouw, wier taal zij niet verstond en die haar
met woorden niet feon begrijpen, maar die zij
toch medegevoel wilde betuigen. In die stomme
uitingen was zij welsprekend, want de aan
drift kwam blijkbaar uit het gemoed. De
vader van het kind stond wezenloos te kijken;
't scheen of hij alle besef had verloren.
Onderwijl kregen op, een paar passen ter
zijde twee Ieren ruzie. Eén minuut van scheld
woorden, n minuut van vuistslagen en toen
flikkerde er een mes in de hand des eenen.
Maar nu schqten eenige personen toe, en een
Ctige Duitseher met grooten baard, die alles
gezien maar geen Engelsch verstond,
greep de beide kampioenen met zijn gespierde
vuisten in de borst, hield ze met gestrekte
armen van elkaar, schudde de lertjes heen
«n weef'fc en' zeide, te*rwijl hij hen beurtelings
aankeek: »vecht en-moordt in je groene eiland,
smeerpoetsen " To'eh kregen ze nog een ruk
en werden met een forschen duw in tegen
overgestelde richting weggekeukeld, zoodat
de een op den vloer tuimelde en de ander
met een zwaai tegen een beschot terecht kwam.
De beide kamplustigen verstonden natuurlijk
niets van 't geen de1 Duitseher zeide, maar
voor zijne krachtsuiting hadden zo als alle
Ieren opmerkelijke achting. De een ging
naar het dek en de ander naar het
ondervoorruim, waar de meeste Ieren hunne kooi
hadden en dag en nacht ruzie weerklonk.
vordering van de Zondagsrust der postambtenaren.
jrouwens, dit is op kleine plaatsen altijd het eenige
middel, op welke wijze ook men de zaak elders
tracht te rea-elen.
Het is mijn voornemen niet, uitvoerig na te
gaan in welke gevallen de boven beschreven regeling
wél, in welke zij niet toegepast kan worden, liet
is mij voldoende, gewezen te hebben op een be
ginsel, toepasselijk in vele gevallen, eu een voor
beeld te hebben gegeven van de wijze, waarop het,
naar mijne meening, in u bepaald geval kau
worden toegepast.
Ten slotte een enkel woord over ecu geval,
waarin het niet, en ecu geval, waarin het slechts
gedeeltelijk vau toepassing is.
Niet toegepast kan het worden op allen arbeid
op plaatsen van uit-panuing en vermaak. Daaraan
bestaat des Zondags, juist omdat velen rusten en
zich ontspannen, grooter behoefte rlau op andere
dagen. Beperking van dien arbeid zou dus zijn
tegen het belang der groote rustende menigte,
evenzeer als liet beperken van den Zoiidaïsarbeid
van predikanten, pastoors, kosters en kerkedienaren
zou zijn tegen het belang dei1 talrijke geloovendc
menigte. Daarom moet aan hen, die op deze
plaatsen werken, een andere dag der week tot
rustdag worden gegeven.
Gedeeltelijk slechts kan het boven verdedigde
beginsel worden toegepast op de spoorwegen. Deze
toch behoeven des Zondags niet te zorgen voor
het vervoer van goederen, maar wel voor het per
sonenverkeer. Daaraan bestaat op dien dag even
groote behoefte, niet voor mannen van zaken, maar
voor mensclien, die zich willen ontspannen. .Be
perking vau de gelegenheid daartoe is hoogst af
keurenswaardig, omdat zij behalve tot een vermin
dering van genot, vooral zoo de Zondagsrust meer
algemeen werd, zou leiden tot ledigheid en ver
veling en allo kwade gcvolgoii daarvan.
Daarom kan vau het personeel der spoorwegen
slechts dat gedeelte een vasten rustdag op Zondag
krijgen, dat, uitsluitend dient voor het
goedereuvervoer; voor hen, die werkzaam zijn of werkzaam
kunnen zijn voor goederen- cu personenvervoer
beide, is misschien een dergelijke mvelhia' mogelijk,
als voor den postdienst; terwijl eindelijk zij, die
uitsluitend met het personenverkeer te doen
hebbeu, zich met een anderen date der week als rust
dag tevreden /uilen moeten stellen. Ti-n/.ij het
aantal personentreinen op Zondag aanzienlijk beperkt
kan worden zonder schade voor h' t rustende publiek,
d. i in dit geval zonder financieel nadeel voor de
spoorwegmaatschappijen. Het mislukken der onder
handelingen door i.le recccriug met deze, lichamen
aangeknoopt schijnt te bewijzen, dat dit niet mo
gelijk is. Laten wij hopen, dat men ze nooit weer
zal opvatten met liet doel aan enkelen Zondagsrust
te verschaffen ten koste vau het groote getal van
hen, die zich op Zondag en .slechts op Zonday
kunoutspauiieu en dat de regccnng liever van haar
macht tegenover de spoorwegmaatschappijen gebruik
zal maken om deze, hetzij vrijwillig, hetzij lam;s
wetteüjken weg te brengen tot het geven van u
rustdag per week aan haai' grheele \>ersoncel, oen
rustdag zoo mogelijk op Zondagen, indien dit on
mogelijk is zonder aan velen de gelegenheid tot.
ontspanning te ontnemen, op ecu anderen dag der
week.
Een zoodanige handelwijze zou zeker verdraag
zamer eu billijker, zeker ook meer in het belang
zijn der maatschappij, vooral van dat deel de"
maatschappij, ik bedoel de arbeiders, voor wie rust
en ontspanning op Zondag of op eeu anderen dag',
zoo dringend noodig zijn.
CAKDIDUS.
UIT DE RESIDENTIE.
D ETS HAAG, 9 Nov. 'SS.
Behalve de watcrvcrvcrschings- of rioolquaestie
hebbeu we hier nog twee quaesties van algemeen
belang of die daarvoor althans moeten gelden. Eeu
haven te Sehevcuiugeu eu vaartverbeteriiig in en
om de stad eu inzonderheid naar de Maas. Over
beide zaken is al sedert jaren geschreven eu ge
wreven. Voor het haveuplan heeft indertijd ons
gemeenteraadslid de ingenieur jhr. Hora Siecama
zich nog al heel veel moeite gegeven. Zijn plan
werd verleden jaar door eene Koninklijke commissie
behoorlijk of misschien zou het juister zijn te
Dat vooronder noemden de andere landver
huizers : de lersche hel.
Nu verscheen een jonge dokter, die blijk
baar uit zijn slaap was gewekt. Hij bukte
bij het stervende kind, betastte een handje
en rees op, blijkbaar omziende naar den hof
meester van de voorkajuit, of een zijner
hulpmannen. Er was echter niemand van hen,
maar de Hollandsche Jood trad nader om de
boodschap op zich te nemen. Wat de dokter
zeide, verstond ik niet, want op eenigen afstand
waren juist twee kerels bezig elkaar heftig
te hevloeken en uit te schelden.
Nauwelijks was de dokter verdwenen, of
onze voormalige landgenoot begon met een
stentor-stem te schreeuwen: ^hofmeester, hof
meester, het bevel van den dokter!" De ge
roepene verscheen eindelijk, hoorde de op
hoogen toon en met bevelend handgebaar
gegeven boodschap van den arts, keerde zich
om en ging terwijl hij een verwcnsching
uitte de trap weer op. Maar de ander riep
hem nog eens met stemverheffing na: »Atul
tittel is the order of tlic doctor!"
Het was tusschen half' acht en acht uren
in den ochtend, en nu verscheen boven aan
de trap een man, die, naar zijn vuil voor
schoot en opgestroopte mouwen to oordeelen,
tot het kombuis-personeel behoorde. Hij had
een- koperen bel in de hand, waarmee hij wel
een halve minuut vervaarlijk luidde. Dat
was het ontbijtklokjc voor de landverhuizers.
Weldra daalden dan ook twee kerels, die mot
het ochtendmaal waren beladen, de trap af.
Zij droegen elk een grooten linnen zak, die
met een zeel om hun nek hing, voor zich
uit. Daarin /-aten kleine broodcn, die ecu
half uur geleden, uit den oven waren geko
men. Do beide broodmannon deelden dan
ook uit, ieder een zijde van de kajuit gaande.
Maar daar slechts weinige personen op een der
zeggen onbehoorlijk onderzocht, en vooral met
het oog op de groote kosten, die het in staat vau
weerbaarheid brengen der nieuwe haven zou vor
deren, vrijwel voor onmogelijk verklaard. Aan stille
tegenwerking ontbrak het niet en van de
Scbeveuiugschc visschers en andere belanghebbenden werd
verteld, dat zij althans geen haven begeeren. Een
haven zou concurrentie brengen en de vischprijzen
doen dalen, juist zooals te Ostende het geval was.
De logge 'icheveningselie pinken zouden door
suelvareudcr vaartuigen vau een nieuwer type dienen
te worden vervangen, indien de visschersvloot aan
den te verwachten bniteiilandschcn aanvoer het
hoofd zou kunnen bieden. En dat zou natuurlijk
niet zoo gemakkelijk gaan, cu daarom zijn het niet
de visschers die een haven verlangen.
De havenzaak werd dus op de lange baan ge
schoven, en iu overeenstem iniug daarmede, kondigde de
burgemeester kortelings aan d.'it du Vfiartverbeteriug,
of zooals het nu heet: ,hct nieuwe kanaal om de
stad" het, eerst aan de orde zou worden gesteld.
Sedert jaren had de seliipperij geklaagd over de
slechte lig- eu losplaatsen in de gemeente eu de
onvoldoende waterwegen in het zuid-oosten van de
stad. Daaruit is langzamerhand het plan gegroeid
om ecu kanaal te graven, dat, in eu om de stad
aan de behoefte der schipperij zou voldoen, cu
waarvan de kosten op 13 ton gouds worden ge
raamd. Maar nu komcu onze bekende handelaren
cu nijveren, of laat, ik juister zeggen do lieden vau
Handel en Nijverheid", die zicii verleden jair bij
de gemeenteraadsverkiezingen zoo dapper hebbeu
geweerd, en zich toon hebbeu leereu gevoelen, bij
een cu zeggen: wat hebben we aan die vaartver
beteriiig? Dat nieuwe kanaal om de stad is van
geen beteekcnis eu wordt door ons dat is door
den handel ? volstrekt niet begeerd. Neen, eerst
eeu haven te Scheveningen en dan als eeugovolg daar
van een nieuwe waterwegregelrechtnaarduMaas,na
tuurlijk met de noodde vaartverbctcriutc eu schip
perij gelegenheid in eu om Den TTaag. \Viuit, wordt,
er cei\-t 13 ton uitgegeven voor dat nieuwe kanaal,
waar burgemeester en wethouders ons nu mee
willen afschepen, dan is de haven weer uitgesteld
lid culini'/iis Groecus, cu komt er niets van ous
schoone plan om Den Haag tot, eenc handelsstad (!)
te maken. En de wakkere voorzitter der Kamer
vau Koophandel riep ijlings eene buitengewone
vergadering bijeen (O Nov.) opdat de, Kamer zou
prolcsteei'on tegen den verkeerden weg. dien het,
dajreliikseh bestuur blijkbaar wil opgaan. Er is
niemand die op 't l/aakkanaal wacht," zeide hij:
.,iiiaai' ifi!>:/'ii.r!i';i unch/i'n op de zeehaven, cu
Schevevingen, loopt, gevaar, wanneer de haven niet spoe
dig kruit, te gronde te gnau!!!" En verder: de
oeheveniuU'Sche hun'lrl ca,i iniUlvn''», (zou) tot
weinig of niets worden gereduceerd''.
Na de itiiinhafte eu profetische rede vau deu
voorzitter, gat' de secretaris jhr. mr. Gevers
Deynoot eeu uitvoerig betoog ten beste, om aan te
tooueu, dat, onze Kamer van Koophandel in deze
zooals in alle quaesties gelijk heeft. Dat wil zeggen:
de meerderheid der leden van de Kamer, wantten
slotte werd met ("> tegen 'i stemmen het, voorstel
van den voorzitter aangenomen om den gemeente
raad te verzoeken eene voorloopige concessie voor
het maken van eene zeehaven te verieenen en eerst
daarna aan een kanaal te denken. Ter kenschetsing
van het standpunt waarop in deze zaak onze Kamer
zich plaatst, laat ik nog volgen wat, de secretaris
daaromtrent zeide: 's (Jraveuhage heet'l, dringend
behoefte aan het verruimen van zijn bronnen van
bost-'.nu ! De dagen toen deze gemeente de voor
deden mocht genieten vau eeue residentie-stad, zijn
voorbij. De voortdurende uitbreiding der bevolking
maakt het, versterken der middelen van bestaan tot
een onafwijsbarcn eifch van het oogcnblik'1. Naar het
mij voorkomt, heb ik deze woorden reeds vroeger
zonder noemenswaardig verschil in een dagblad ge
lezen. Ten slotte geef ik als mijne mccuiug te
kennen dat het dwaas zon zijn ecu kanaal vau 13
ton. dat volgens anderen wel ~2 milliocn zou kunnen
kosten, te ondernemen, wanneer de meest belang
hebbenden er volstrekt, niet van gediend zijn, eu
verklaren dat ze er in den tcgciiwoordigeu staat
van zaken best buiten kunnen.
Maar ten andereu moet ik verklaren, dat het
ideaal van onze, handelaren en uijvcren om Den
Haag tot eene handelsstad te verhelfeu, ook met
de schoonste zeehaven te Schcveningeu en alle
andere pogingen cu uitgaven vau geld, nooit meer
twee banken zaten, die ter weerszijden van de
lange en onoogelijk uitziende tafel waren aan
gebracht, keken de beide mannen ook in elke
slaapsteêdie zij voorbijkwamen. Die slaap
steden waren lage, vierkante hokken, met een
smalle opening die in de emigranten-kajuit
uitkwam, en door eene schuifdeur kon wor
den afgesloten. In het midden van elk hok
was een gangetje, dat aan weerszijden de in
gangen van tien kooien bevatte, vijf boven
elkaar. De ondersten waren nauwelijks een
halven meter van de bovensten, en deze weer
met gelijke breedte van het dek gescheiden.
Op mij maakten deze kooien echter den in
druk van ruwe lijkkisten, van welke men de
bovenste zijplanken tor weerszijden had weg
genomen, zoodat men door vijf die naast
elkaar stonden, tegelijk kou zien, en van
welke ook het hoofdeinde tusschen twee ijze
ren stangen nog was opengelaten. Door dat
eene geheel open vakje van de doodkist, moest
de landverhuizer naar binnen kruipen, als hij
zich ter ruste begaf. Dat was voor de moesten
een zwaarwichtig werk. vooral voor hen, die
een der bovenkooien tot slaapplaats haddent
verkregen, en niet van beroep acrobaten of
voor hot minst zeer geoefende gynmasten
waren. In de volgende dagen vernam ik, dat
dat er groot verschil van meening onder de
landverhuizers heerschte, toen ik een onder
zoek instelde naar aanleiding der vraag, wat
gemakkelijker was, om de doodkist in te krui
pen, of die uit te kruipen. Maar uilen waren
hot hierover een;-, dat het, inkruipen en het
daarbij of daarna wenden van het lichaam,
om met het hoofd naar de opening te liggen
een meer benauwd werk en het uitklimmen
eene meer halsbrekende bezigheid was.
De twee mannen met brood keken, zooals
ik zeide, in elk slaapvertrek dat zij voorbij
kwamen. Waar zij iemand in zijn kooi zagen
zal blijken te zijn dan eene illusie. Handelsplaatsen
kan men niet scheppen, al maakt men ook de
prachtigste haven. Adres aan Vlissingen, dat zoo
oneindig gunstiger gelegen is voor den handel dan
onze stad En dat men in eeue gemeente middelen
van bestaan moet scheppen, omdat de bevolking
zoo schrikbarend toeneemt, is in strijd met alle
begrippen van gezonde staathuishoudkunde. De
bevolking moet toenemen, omdat de middelen van
bestaan zich uitbreiden, cu niet omgekeerd. Anders
roept, men kunstmatige toestanden te voorschijn,
waarin geen levenskracht wortelt. De
Sche>/eningsche haven met ecu stoomvaartliju op Engeland,
zou zeker wensclielijk zijn voor Deii Haag, maar
onze gezamenlijke nijveren eu handelaren zouden
niet, gaarne liet jaarlijkschc verlies betalen dat die.
stoomvaartliju zou opleveren. En dat een vermeer
derde vischaaiivoer te Scheveiiingen, de rente der
uitgave voor eeu haven met bijkomend kanaal, ooit
zou kunnen opbrengen, zal alles in aanmerking
genomen wel niemand geloovcn. En voor iets
anders dan visch, is tusscheu Amsterdam c<i Rot
terdam aan de Noordzee geen haven vau aanvoer
mogelijk.
Pulchri Studio, ons Schilderkundig Genootschap",
dat, kortelings naar een eigen gebouw op de Prinsen
gracht, schuins tegenover de Brouwcrsgracht, ver
huisde, had corgisteravond, bij wijze vau proefneming,
zijne tentoonstellingszaal verlicht en voor kunst
liefhebbers opengesteld. De felle koude was zeker
oorzaak, dat zoo weinigen vau de, gelegenheid
gebruik maakten. De lange zaal leverde een
vroolijkcn aanblik op, al kwamen de schilderijen,
schetsen eu studies bij de vlammen der
gaskronen in 't geheel niet, tot hun recht. Bij het
aanbrengen der verlichting, had men ook aan geen.
avond-tentoonstelling gedacht. Maar daarin is vol
doende verbetering te brengen, uu het denkbeeld
zelve ieders bijval vond. En inmiddels is het de
moeite waard over dag eens een kijkje te gaan
nemen, naar 't, geen de leden van Pulchri iStudio
ditmaal bijeenbrachten. Maar voor heden niet meer,
\VTTEXIIAGE.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL, TE AMSTERDAM.
Daar was een tijd, dat men in de metropool
der dramatische kunst I'arija do rechten
en bevoegdheden der schouwburg-besturen naauw
omschreef'. In hot ThéiUre Francais werd door
gaan ds niet gezongen; ernstig gemeende eomtdics,
maar die het niet lot voor duriimi>f van het Huis
vau Molière" hadden kunnon bronnen, werden in
bescherming genomen o a. door het Tbéatre du
Vaudevillc; maar mochten daar niet worden vertoond
dan vcrcierd (of ontcicrd) met ecnigo koeplettcn.
Tegenwoordig is uit den Franscliun
Yaudevillescliouwburg bet orcbcst zelfs verdwenen on onbe
lemmerd zwaait vrije konkurentic den scepter.
Dit laatste is ook ten onzent het geval, maar
toch volgt uit don aard der omstandigheden, dat
zekere r/f.nres meer bepaald aau z;;kerc schouw
burgen verbonden blijven, lu don
Fraiische-LaanBchouwburg geeft men bij voorkeur stukken uit
het romantische tijdperk en vau romantische stof',
weinig zinrijk en onverdiend met don naam van
draken aangeduid. Zoogenaamde salonstukkeu
blijven voor bet (J-rand Thétttre bestemd. Do
kleine schouwburgen in Amstelstraat en Xes
(fi/ilon eu Tiroli) spelen wat zij meeiicn het best
te bevallen aan het publiek, dat mot hun lage
entree-prijzen geriefd wordt. Toch wagen de
Direktiën liet somtijds wat hooger te stijgen, eu
den Heer de la Mar komt de eer toe het fijne
drama van Sardon Danié'l lochat" op de planken
van deu Siilon der Amstelstraat gebracht to heb
ben, toen de Koninklijke Vcreeniging" zich nog
bleef ontzien bet stuk te spelen.
Dezer dagen zagen wij, van de nieuwe troop
des Hoeren do la Mar, La voleuse d'enjants"
van Baste dit Grangéen Lambert Thiboust,
dat, ondanks zijn 2,'i-jarigen ouderdom, zich nog
met genoegen en zelfs met aandoening laat
bijwoncu. 't Is een onverklaarbaar vooroordeel, dat,
in onze dagen, nu de lithogratie van het tijdperk
der Romantiek, tot overdrevenheid toe weer ge
waardeerd wordt, nu de dood van Yictor Hugo
liggen, wierpen zij dezen oen broodje toe, en
zooals ik later vernam, had een zelfs eene
bijzondere handigheid om door de ijzeren stan
gen en tusschen de lage plankenruimte door,
den slapenden landverhuizers hun
morgenvoedsel op den neus te wippen
Terwijl de brooduitdeeling plaats had, kwam
do hofmeester de trap afzetten met een
^vierkanten, houten bak, dien hij voor zijn middel
droeg met behulp van een halskoord. In zijn
rechterhand hield hij een lange, houten spaan,
die aan het eene einde eenigszins den vorm
van een schupje vertoonde. Op den_bak was
een hooggele vetklomp, die er niet frisch
uitzag.
»Boter, boter, wie verlangt boter?" klonk
het in 't Engelsch van 's mans lippen.
Een Ier in armoedige plunje kwam
aanloopen on hield zijn broodje op. Do hofmeester
stak de spaan in den vetklomp, woelde met
duim en voorvingcrs van de linkerhand in
het gele goedje dat, als boter was aangekon
digd", duwde er wat van op liet schupje, hief
toen met zijn rechterhand de spaan op en
liet deze omkeerend, met een zwaai het uit
einde op het broodje dalen. «Pats" klonk het
dof'; de spaan werd af gestreken, _ en de land
verhuizer was van boter voorzien. Hoe hij
het bij zijn brood wou gebruiken was zijne
zaak;'messen, vorken en lepels, en zelfs bord
of blikken bakje voor middageten werden in
de landverhuiz'ersklasse niet _ verschaft; wie
de/e onmisbare voorwerpen niet met zich aan
boord had gebracht, moest zich zonder deze
weelde kunnen behelpen. Do meeste emigran
ten bleken echter niet van boter gediend to
zijn!