De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 11 november pagina 4

11 november 1888 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 594. nooit het gevoel van zich, dat zijn verblijf daar onder' zijn eigen dak een inconsequentie is, een «ompromis tusschen zijn beginselen en zijn om standigheden. Alleen liet bewustzijn, dat de gravin, met de wet in de hand, hem zou kunnen beletten het eigendom waarvan de familie leeft, weg te doen, heeft hem verhinderd, dit buitengoed weg te schen ken, zooals iiij een ander, mee' oostelijk gelegen, gedaan heeft. Ook had hij eerst geen honorarium willen aannemen van zijn uitgevers. Zoolang ik op Josnaia Poliana was, een week lang, zag ik den graaf geen handenarbeid verrich ten. Hij had in den laatsten tijd geen schoenen meer gemaakt, en ofschoon hij liet veld wilde gaan beploegen voor eene vrouw wier man wegens diefstal in de gevangenis was, kwam hij daar niet toe. Het kwam mij voor, dat zijn krachten ook geen dag hard werken zouden hebben toegelaten. Hij was lijdend en verheugde zich, naar hij zeide, in het bewustzijn, dat iedere dag hem een stap nader bij den dood bracht. Het vorig jaar had hij het wiel van een kar over den voet gekregen, en had er maanden aan ziek gelegen. Ook dit jaar was hij v«rre van gezond, maar weigerde een dokter te raadplegen. Medicijnen en chirurgie veracht hij diep, en het was de poging om hem te doen on derzoeken door den kuapsten dokter te Moskou, die ziju verhuizen uit Moskou in het voor jaar verhaastte. Hij is vcgetariaan, eii dat doet zijn gestel veel kwaad. Hij heeft dan ook eigaretten, evenals wijn en vlcescii afgeschaft, en wordt geheel een asceet. Zijn zoon rookt wel, ook ipmt er tweemaal da,igs vleesch op tafel, maar hij zelf eet gestremde melk, spinazie en andere groen ten. Zijn eeuige weelde, en nog onder protest, is zijn thee. Graaf olstoïis evenals generaal Booth, nog niet ,,van de thee gered." Maar ook deze zal weldra, met de overige overtolligheden des levens, afgeschaft worden. Het leven op Josnaia Poliana is ongeveer op deze wijze ingericht, 's Morgens, voordat er iemand in het huis op is, komen er vrouwen in den tuin werken. Het was dau allerliefst stil, terwijl ik vóór het ontbijt zat te schrijven iu mijn kleine bibliotheeklogeerkamcr, tusscheu de boeken van dei) graaf op hun houten, oiigcvcrfde planken. Om negen uur kwam de Engeïsche gouvernante met de kleine Sasha bij den grooten saraowar (theeketel) zitten en begon te ontbijten. Dit ochtendmaal werd niet gezamenlijk gebruikt. De kleine jongens kwamen hun glas thee halen en gingen terstond buiten spelen. De Zwitsersche gouverneur kwam even binnen, en kort daarna de graaf. Om tien uur of half elf ver schenen de jonge dames, en dan werd alles opge ruimd voor het werkelijk déjeuuer, dat om half een op tafel kwam. Hierna verspreidde men zich, men ging lezen, wandelen, werken. Om vijf uur was het middagmaal, en tusschcu dit en het souper ging de graaf met gasten en dochters wandelen, naar bet station om brieven te halen, naar een naburig dorp of door het bosch. Men keerde tegen zonsondergang terug om den gezcliigen samowar weer op tafel te vinden tot tien uur; daarna nog wat gepraat en lectuur, en men ging naar bed. Een rustig en eenvoudig leven, tusschen bloemen en vruchten en bijen en vogels, met vrouw en kinderen, en voortdurend toch het bewustzijn, dat de man, die da-vrtusschcn woonde, do grootste vragen der mcnsehhcid trachtte op^te lossen cu in zijn eenvoud voor zijn volk onuitsprekelijk veel goeds gedaan heeft. V A R I A. PLASTISCHE KUNST. Op den 4den dezer werd op de Place d'Anvors te Parijs, tusschen de gcdenkteekenen van Diderot en Scdaine, een monument onthuld, dat waar schijnlijk pp den aardbol zijn gelijken niet hooft. Alleen de denFranschen eigen monumentomanie kon op bet denkbeeld komen een toestand, dio als een nachtmerrie op geheel Europa drukt, tot het onder werp eener plastische personificatie te maken. Het onthulde monument toch stelt den Gewapenden Vrede" voor. Frankrijk's gevleugelde Genius, met de phrygiseue muts op het hoofd, stomit op hot blanke zwaard; aan zijn voeten ligt een hoorn, als symbool van rijkdom en overvloed. Om waar te zijn, had echter do kunstenaar, de heer Coutan, die met dit beeld in het jaar 1872 den eersten prijs verwierf, dien hoorn des overvloeds door den Gewapende Vrede" met voeten moeten laten tre den. Want inderdaad bestaat er voor do welvaart der natiën geen grooter vijand dan hij. Dat nu dit denkbeeld der 19e eeuw, dat in Frankrijk, meer nog dan in andere landen wordt verafschuwd en gehaat door een metalen monu ment wordt verheerlijkt in de straten van Parijs, Iaat zich zelfs niet verontschuldigen hierdoor, dat standbeeld een geschenk is. De heer Sédille is de gever van dit zonderling cadeau. TOONEEL EN MUZIEK. Daudet's nieuwe drama, dat hij aan de directie van hot Gymnase heeft voorgelezen, is niet, zoo als Les rois en exil, Niima Bonmestan en ande ren, geheel op een zijner romans gebouwd. Toch «luit het zich aan zijn laatsten roman L'lmmortel aan. liet middelpunt tier handeling vormt het huwelijk van den architect Paul Astier mot de hertogin Padovani, dat reeds in den roman het uitzicht op eenc treurige toekomst opent. De beroemde zangeres Trebelli, nog altoos een der schoonste contralto's der wereld, is naar de Mondo Artistico van Milaan meldt, door eene verlamming getroffen en op dit oogenblik ernstig ziek. Trebelli is van Fransche geboorte en heeft zeer handig, toen de Italiaansche zangeressen in de mode waren, haren naam, Gillebert. met om zetting, en weglating van de eerste letter, in Tre belli veranderd. Zij beeft een Italiaan, den tenor Bettini, gehuwd, en hunne dochter heeft reeds met succes op het Italiaansch tooneel gedebuteerd. Het tegenwoordige kerkhof te Budapest was, eenige dagen geleden, het tooneel van een gedenk waardige gebeurtenis. Het Magnaten-Casino had den Zigeuner-vioolspeler Berkes een grafmonument gewijd, met het opschrift: Das Magnaten-Casino seinem Lieblingsprimas". Vele honderden Zigeu ners waren met hun instrumenten bij de plech tigheid tegenwoordig. Het eerst hield een oude tooneelspeler een treffende rede. toen zong het koor van het Volkstheater, en ten slotte grepen alle aanwezige Zigeuners, die tot de meest uiteenloopende stammen behoorden.gezamenlijk de instru menten en speelden Berke's geliefkoosd lied, waarbij allen weenden. Daarna begaven zij zich naar het in de nabijheid gelegen graf van Racz Pali, dien zij ook zijn lievelingslied op roerende wijze toespeelden. Het samenspel dier talrijke houderden muzikanten maakte, ofschoon zij in in 't donker speelden en geheel onvoorbereid waren, een verheven indruk. In de Dramit. BI. doet Sacher Masoch aardige modedeelingen aangaande het Klein-Russisch Too neel in Galicië. Het theater welks typische" eigenaardigheden do dichter heeft afgeluisterd, stond onder het toe zicht van een grieksch-katliolick geestelijke. Ik had zoo vertelt Sacher Masoch met zijn ge zin vriendschapsbetrekkingen aangeknoopt, vooral met zijn oudste dochter, Fedora, een Russin van het echte ras Schoon en intelligent, was dat kloek gebouwde meisje, met haar heerlijke vormen, haar rond frisch gezicht, haar groote blauwe oogcn en roodblond haar, het beeld van die dochter eens Galicischen priesters, die zich wist op te hetfen tot den rang van gemalin van Soliman den Groote. Zij speelde da hoofdrol in de Dilettanten-Vereeniging, dio deels uit de zoons en dochters van eenige priestcrfamiliën, deels uit dorpelingen bestond. Ik zag een bijhclsch stuk: Jozef en zijne broeders" opvoeren en een Klein-Russische klucht: Iwanok als geneesheer". Iwanok is de Russische uilen spiegel, behahe dat hij, evenals de Russische volks held Jeja Murometz een boer is, en een vrouwelijke Uilenspiegel, zijn mooie en geslopen vrouw Kasja aan zijn zijde heeft. Do czar wordt gepijnigd door een hardnekkig rhenmatisme waartegen de kunst zijner artsen niets vermag en laat bekend maken, dat hij, die hem gezond maakt, rijk zal worden beloond. Kasja heeft echter mot haar mau getwist on klap pen van hem gekregen. Om zich nu te wreken en tegelijkertijd bij den czar in de gunst to komen, ijlt zij naar dezen toe, en deelt hem mode, dat Iwanok een onfeilbaar middel tegen podagra be zit, maar dat liij dit voor iedereen geheim houdt. De czar laat Iwanok roepen, die verzekert, tot zijn leedwezen, dergelijk middel niet to bezitten. Laat hem klappen geven", raadt Kasja; ik zweer u dat hij de ecnigo is, die n kan redden". Iwanok krijgt daarop vijftig stokslagen en belooft den czar te zullen genezon. Reeds is hij de vertwij feling nabij, toen Kasja hem redt. want zij is het die de kruiden kent, waaruit het heilzaam bad moet worden bereid. Iwanok speelt nu met schit terend gevolg den dokter, redt don c/ar on wordt rijk beloond, hetgeen er hem toe brengt do straf, die zijn aardig vrouwtje hem heeft laten onder gaan, kalmpjcs op te nemen. Het merkwaardigste in dat boeron-thealer was het gedrag van het publiek. Die eerlijke, naïeve menschen werden zoo sterk door de vertooning aangegrepen, dat ze ton laatste geheel vergaten, dat het maar een komedie was. Zij maakten hun opmerkingen hardop, lachten, weenden, ja zij omarmden en kusten elkaar zelfs bij die tooneelen. die hen in verrukking brachten of roerden. Het straffen van den booswicht ge schiedde telkens onder luide bijvalsbetujguigou. Altijd vond men iemand, die don edelen vervolgde in oogenblikken van gevaar waarschuwde of luide zijn onschuld bevestigde, wanneer hij onrechtvaardig zou worden gestraft. De deugd zag zich zelfs eens met een jenevcrfie.sch beloond, die rncn haar op het tooneel uit du omzittenden toereikte. Ook moet het eens gebeurd zijn, dat een tot tranen geroerde slager een tooneelspeler toeriep: .Ie speelt zoo goed, dat ik je de rest schenk van het geld. dat je me nog voor mijn vleesch betalen moet!" LETTEREN EX WETENSCHAP. Bij den uitgever M. M Olivler is afzonderlijk verschenen een herdruk van eenige artikelen uit de Portefeuille, letterkundige s-chetsen van Busken Huet en prof. van Hamel. Busken Huet be sprak daarin Tolstoï, het was het laatste complete geschrift, dat uit zijn pon vlooide; prof. van Hamel vertelt op den aangenaamsten toon ziju bezoeken bij vier meesters", Victor Hugo, Daudet, Sarccy en Hnet. Te Leiden, bij A. W. Sijthoff, verscheen, in do 50 cents-editio, ten Kate's Stichtelijk Huixbod; vierde druk, 254 dicht maar duidelijk gedrukte bladzijden, en Bonnink Janssonius' -Juichtirerken, derde druk. In ieder dezer bundels is de inhoud van oen aantal vroeger afzonderlijk verschenen werken der beide dichters samengevat. Bij J. H. van Raven is een boekje over Davos en het leven aldaar uitgekomen, van den heer W. F. Andriessen, die er een winter doorbracht en van de kuur aldaar de beste resultaten voor zijn longen ondervond. Het boekje zal voor dege nen die over Davos denken, zeer nuttig ziju en is in allen gevalle een aangename lectuur. Van de Geschiedenis der Snelsclirvjflmmst, door C. A. Steger, directeur van do stenographische inrichting der Staten-Generaal, zag bij J. en W. van Nooten, te Schoonhoven, eeu tweede vermeer derde druk het licht. Wanneer men het boekje leest, verwondert men zich, dat van eene kunst, wier waarde zoo erkend wordt en voor welke zoo veel belangstelling heorscht, betrekkelijk zoo wei nig nog althans in Amsterdam wordt ge bruik gemaakt. Bij P. N. van Kampen te Amsterdam is Mevrouw Marianne, roman uit het Zweedsch van Ernsl Ahlgren, door Una vertaald, uitgekomen. De beroemde schrijfster, die onder den naam var Ahlgren schreef, is onlangs overleden ; Mevrouw Marianne werd, evenals Oeld, tot hare meester werken gerekend. De vertaling door Una onder scheidt zich door levendigen natuurlijken stijl zij kan niet anders dan goed zijn. Een der jongensboeken, die met St. Nicolaas gekozen zullen worden, is Drie maanden aan d< Slavenkust, een boek van den gepensioneerden ice-admiraal Reinhold Werner, uitmuntend veraald door F, Z. Mehler. Het werkje is bij het Juitsche publiek reeds terstond in den smaak ?evallen; er is ook reeds eene vrij slechte Franche vertaling van verschenen, met prachtige naten van Fransche artisten, mooi maar duur. )e Hollandsche uitgever, W E. J. Tjeenk Willink e Zwolle, zond het werkje met vier platen en en fraai prachtbandje in het licht; het zal zeker a,an de Hollandsche knapen aangenaam zijn. De Bijzondere Handelsschool van den heer J. A. Dirks, Prinsengracht 1025, wier oprichting wij on vorig jaar met ingenomenheid vermeldden, lijkt aan eene werkelijk bestaande behoefte te Beantwoorden. Naar wij vernemen, zijn dit jaar eeds parallelcursussen noodig om aan de aanvra gen te voldoen. .Bij de avondcursussen voor handelscorresponlentio in de drie moderne talen en handelswcenschappen, worden ook weder tegen 15 Novemjcr nieuwe deelnemers, kooplieden en kantoorjedienden toegelaten Voor de voorwaarden ver wij/en wij naar do advertentie in dit blad. JJe firma ran Halen <t Co. Roman in l deel, door W. Otto, uitgave van S. & W. N. v. Nooten, e Schiedam, is een in aangcnamen, gekuischtcn itijl, geschreven boek, dat belangwekkend genoeg s om te worden gelezen Spannende toestanden. ngewikkelde intriges komen er niet in voor maar toch is de geschiedenis van het huis van 3alen & Co., interessant voor hen die de koopmanswcreld slechts van verre kennen. De ver schillende hoofdfiguren zijn gewone menschen, die jeen onnatuurlijke dingen doen en die zich in ogisch verband tot de omstandigheden bewegen, .11 den kring waarin de schrijver hen pi atste. bijzonder belangwekkende karakters komen niet n het bock voor, maar behoudens enkele roman- j tische conseqiieiitiën zijn de karakters, die er in j worden ontwikkeld, voor 't meercndeel goed vol- i 'ohouden en sympathiek. j De plaatsbeschrijvingen enz., enz., zijn bijzonder | oed, mot distinctie en onderhoudend, geschreven j en tusschen de regels van hot geheoJo boek, zal i menig lozer een nuttigen wenk, een goede los kun- j icn vinden. ! Aangenaam van vorm en inhoud en in oen net leed gestoken zal de firma van Halen et ('o. ; vaarschijiilijk voor auteur en uitgever geen slechte ,aken doen. ] Lnrs Dilliiifj. Schetsen. Uit het \ Xoorsch door UXA. Tweede ] bundel. Leiden. A. II. Adriani, j 1888. ' j Weer hebben wij met veel genoegen kennis ge- ! nomen van ecu nieuwen bundel schotsen van Lars i Dilling. Indien Una zoo voortgaat, za! deze Noorsche novellist spoedig in ons land tot de meest geliefde en gelezen schrijvers behoorc-n Door hun eigenaardige eenvoudigheid, hun teekening vol i gevoel en gloed, hun lossen en dnidolijkcn trant, boeien ons de drie kleine schetsen het meest, die j wij ware meesterstukjes durven noemen, l u een j paar grootere vernieuwden wij met warmte de kennismaking met de families Rasmussen en 'i Samuelsen; hun oudere, in den eersten bundel | reeds ton toonecle gevoerde leden, boezemden | ons, evenals hun jonger geslacht, door hun thans l verhaalde lotgevallen, ware belangstelliing in. j Het lioekske. schoon van inhoud en fraai van j vorm. zij iedereen met warmte aanbevolen. E JÜXCKEU, Werner 'Hlt~e. Roman uit '. het Hoogduitse!) door nvvromv lirngsma j Haencnberger, Snoek bij J. F. van Druten. ] "ll'cn'cr l'Atie is geen gewone roman, maar de ernstige, degelijke arbeid van een diepzinnig den- ; kor. Hoewel het fragmentarische ons nu cu dan belet de gcestcsontwikkoling der hoofdpersonen nauwkeurig te volgen, en de te vvijdioopige filoso fische ralonecriiigen afbreuk doen aan de losheid van den dialoog, kan Werner Kltze'1 met recht een boeiende roman genoemd worden, De idealist-dichter, do realistische schrijver, de cynicus, de philosoof, de dikwerf maar al te bevooroordeclde journalist-criticus, allen vinden wij met groote nauwkeurige juistheid afgebeeld, ja ontleed. De coijiiotte Einmy. zoowel als do edele Grethe zijn goed geslaagde figuren, doch de hooghartige gade van den hoofdpersoon schijnt ons geen wezen van vleesch en bloed toe, waar zij al to rus tig de intieme verhouding tusschen cchtvriend en vriendin gadeslaat. De adultère, dat trootelkindje der Franscho romanciers, waar vaak zoo onverstandig mede ge sold wordt, is ook het hoofdonderwerp van dezen schrijver, echter niet verlokkend schoon voorgesteld Do verboden vrucht smaakt eindelijk wrang; overal volgt op de zonde de tragedie. Afgezien van kleine vlokjes, die liet bevat, is dit werk waard vele lezers te vinden. Do vertaling is niet vrij van germanismen. Waarom toch telkens het woord wondervol" ge bruikt, terwijl onze taal rijk genoeg is aan pas sende uitdrukkingen. MKXA. Militaire Zaken. 3 f i'fin e oi Knloaii/li; Aniii/nlecit'iJu-ili'n, door Jhr. I. H. P. v ON ScmiiDT ALT ALTESSTADT, gepensioneerd Kapitein ter zee. 's Gravcnhage W. Cremer ISSS. In bovenstaand werkje worden met zaakkennis cu op eene van veel vaderlandsliefde getuigende wijze hoofdzakelijk de volgende zaken besproken : Ie. J.'ilbreiifing c/er Indische, militaire Marine (waarbij het zoogenaamd auxiliair cskader komt te vervallen), ten doel hebbende de verdediging van Java en Sumatra tegen een buitenlandschcn vijand, of krachtige handhaving der neutraliteit in de territoriale wateren dier eilanden. Hiervoor acht S. noodig 7 pantscrschepcn van groot charter, 9 torpedoschepeu, 15 torpedovaartuigen of booten en 2 gepantserde ramschepen van klein charter. De 2 ramtorensehepen van het auxiliair eskader kunnen in mindering komen van de 7 pantserschepen. D« aanschaffing van het ont brekend materieel wordt door S. begroot op ruim 2G millioen guldens. De noodzakelijke vermeerdering van personeel anu bovengenoemde uitbreiding verbonden en nog andere aangelegenheden stelt 8. zich voor in oen volgend geschrift te bespreken. Het trok onze aandacht dat elk der 5 nog te bouwen pautscrschepeu op de niet geringe som van 3i/4 millioen guldens wordt geraamd. De zeewaardighcid vau zwaar gepantserde vaar tuigen is vooral ouder ongunstige omstandig heden natuurlijk minder dan die vau schepen welke eene betrekkelijk lichte pantsering bezitten ; terwijl rle vraag rijst of het niet betwijfeld mag worden, dat ecu buitenlandsche vijand met zwaar gepantserde, schepen onzen Archipel zal komen be zoeken. U ij opperen daarom het denkbeeld of het niet doelmatig zou zijn aan bedoelde 5 groote pautserscbcpcn de volgende eischen te stellen, als: goede zcewaanligheid, groote snelheid, gewensehtc nianocuvreswaardighcid, uitmuntende inrichting en werking der waterdichte schotten, eene bewapening niet minstens 2 zeer krachtige vuurmonden van groot kaliber, bijv. Krupp-kauonnen van 21- cM. Moet om aan al die eischcn te kunnen voldoen de paiitseriug lichter worden dan wellicht in de hedoclin<r vau . Jigt, wij zouden deuken dat die voordeden aan bovengenoemde eigenschappen ver bonden bij een werkelijkeii oorlog onze Marine ten goede zullen komen. De mindere kosten voor de pantser.schepeu vereincht -- en nog meergeld zou dan besleed kun nen worden aan het bouwen van eenige kustl'orten of batterijen, die ook door S. noodig worden geoordeeld Of de kosten eeuige millioenen guldens meer of minder bedragen wij /cggeij liet S. gaarne uu dit komt er minder op aan en staat niet iu verhouding tot de groote waarde der bezittingen die er door beschermd worden. 2e. Ojiliefjinfl van 's Rijks Mufinewsrf te Amxtenldm of' oci'.rbrenyiiiy run <i<';e inrifhtinf/ iiuar elders acht S. niet wcnschelijk en hij geeft hier voor do redenen op. 3e. l f d Xed.-finl. l';/<'>?, dat mi uit ruim 15000 europeaneu en 101)00 iulandcrs bestaat, icu X.-icilleu. lii-i',iyi'H oji 21000 Eui-HjiMnt-ii <-n KiUOO iiil,i>;t/ei:t. /ekcr eene gewensehtc doch minimum noodige uitbreiding, vooral met het oog op verschillende bestaande toestanden. ?J-e. Hef. opriij!ili-:n run eene Ittflixche lirujtide r n >i (iiiislrci'kn 500!.) MIIII iu Xri/crltni'/, waaruit de siipi>letietroopen voor Jndie genomen wonlen, cu die steeds t,of, eene bepaalde sterkte wordt aange vuld, wordt door S. .-iiiubcvoleii. Eene proef iu die richting is zeker noodig. Dooi- de beperkte ruimte moeten wij bij de bcsproking kort ziin. \\~ij wenschcn het werkje i u veler luuuk'ii en vleien ons. dat vooral bij regeering en volks vertegenwoordiging de inhoud een punt van ernstige overweging zal uitmaken. EEN EUFEN1SJE. De Taaie was dood, dit feit stond vast, maar wat er eigenlijk verder gebeurd was bleef in den beginne iu nevelen gehuld, dewijl elk een zijn eigen lezing had, afkomstig van degenen die er bij waren geweest en reden hadden de waarheid meer of min aan te kleeden, ook waren er die de toedracht haarlijn beschreven hoewel zij er niet bet minst van wisten. Dat hij vermoord was bleek weldra een infame lengen te zijn. Maar hoe kwam hij dan zoo plot seling dood 'i men sterft maar niet zoo zonder eenige reden. Was het niet een schande dat de politie (altijd de eenige veldwachter Brands, de burgemeester medegerekciid) er niets aan deed? Zoo kon ieder een wel dood gaan. De veldwachter bleef vijf dagen onzichtbaar. Wat kon hij er doen, zoo dacht hij; dat de vent zich dood dronk moest hij weten, daartegen ver mocht de poülie toch waarlijk niets, 't Was dan maar verstandig het alles regcerende publiek een tijd uit den weg te gaan. Gedurende clic dagen vau vrijwillige ballingschap des dorpsdienders, smolt uit verschillende lezingen een verhaal samen dat ten naasten bij op liet volgende neer kwam: de. Taaie en ziju tweeling broer Piet Baaikens, waren op dien Zondag aan den sukkel, zooals hun eens a tweemaal 's jaars gebeurde en zoodra Mie Mathijsou on Ilanne Verlaat dat gewaar werden, lagen ze op den loer om hot grootste gedeelte machtig te worden der rijksdaal ders welke bij die gelegenheden uit der broe deren zakken rolden, maar de vrouw van Jan Kuuskcs was baar de baas, want in dier .... boe moet men die gelegenheid noemen dewijl genoemde Jan noch bierhuis, noch herberg had. iu dier woning zullen wc dan maar zeggen, bleef het grootste gedeelte, dewijl daar jenever ais water werd ge schonken onaangczien wat er aan de bezoekers ontstolen was, want ook hierin hadden de eerst genoemde vrouwen niet achter gestaan. De Taaie lag op de tafel cu toen men hem wilde wekken was hij dood. Het was reeds laat, elf uur 's avonds, dus vol komen donker zoodat een kruiwagen als voertuig kon dienen om den overledene naar het hokje te brengen waar hij met zijn broer Piet sliep en zijn roggebrood in de sehatturen kwam opeten, want koken deden de broers alleen 's Zondags, en het was er dan ook koken naar. Le mort saisit Ie vif. In stede van te gaan slapen viel hij op een der twee matten stoelen en stelde zich aan of hij erg dronken was. hetgeen de me delijdende zielen welke bij het overvoeren de be hulpzame hand geboden hadden, deed besluiten zich zoo spoedig mogelijk te verwijderen, Jan Ivuuskes zoowel als Janes Dankers. De overgebleven broeder kende zijn volkje te goed om terstond gehoor te geven aan zijn bran dende begeerte om een onderzoek in te stellen waar de overledene den aap" geborgen had, en hoe groot die aap wel mocht zijn. Hij liet zich van zijn stool op den grond glijde»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl