Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 594.
nooit het gevoel van zich, dat zijn verblijf daar
onder' zijn eigen dak een inconsequentie is, een
«ompromis tusschen zijn beginselen en zijn om
standigheden. Alleen liet bewustzijn, dat de gravin,
met de wet in de hand, hem zou kunnen beletten
het eigendom waarvan de familie leeft, weg te doen,
heeft hem verhinderd, dit buitengoed weg te schen
ken, zooals iiij een ander, mee' oostelijk gelegen,
gedaan heeft. Ook had hij eerst geen honorarium
willen aannemen van zijn uitgevers.
Zoolang ik op Josnaia Poliana was, een week
lang, zag ik den graaf geen handenarbeid verrich
ten. Hij had in den laatsten tijd geen schoenen
meer gemaakt, en ofschoon hij liet veld wilde gaan
beploegen voor eene vrouw wier man wegens diefstal
in de gevangenis was, kwam hij daar niet toe. Het
kwam mij voor, dat zijn krachten ook geen dag
hard werken zouden hebben toegelaten. Hij was
lijdend en verheugde zich, naar hij zeide, in het
bewustzijn, dat iedere dag hem een stap nader bij
den dood bracht. Het vorig jaar had hij het wiel
van een kar over den voet gekregen, en had er
maanden aan ziek gelegen. Ook dit jaar was hij
v«rre van gezond, maar weigerde een dokter te
raadplegen. Medicijnen en chirurgie veracht hij
diep, en het was de poging om hem te doen on
derzoeken door den kuapsten dokter te Moskou,
die ziju verhuizen uit Moskou in het voor
jaar verhaastte. Hij is vcgetariaan, eii dat doet
zijn gestel veel kwaad. Hij heeft dan ook
eigaretten, evenals wijn en vlcescii afgeschaft, en
wordt geheel een asceet. Zijn zoon rookt wel, ook
ipmt er tweemaal da,igs vleesch op tafel, maar
hij zelf eet gestremde melk, spinazie en andere groen
ten. Zijn eeuige weelde, en nog onder protest, is
zijn thee. Graaf olstoïis evenals generaal Booth,
nog niet ,,van de thee gered." Maar ook deze zal
weldra, met de overige overtolligheden des levens,
afgeschaft worden.
Het leven op Josnaia Poliana is ongeveer op
deze wijze ingericht, 's Morgens, voordat er iemand
in het huis op is, komen er vrouwen in den tuin
werken. Het was dau allerliefst stil, terwijl ik vóór
het ontbijt zat te schrijven iu mijn kleine
bibliotheeklogeerkamcr, tusscheu de boeken van dei) graaf op
hun houten, oiigcvcrfde planken. Om negen uur
kwam de Engeïsche gouvernante met de kleine
Sasha bij den grooten saraowar (theeketel) zitten
en begon te ontbijten. Dit ochtendmaal werd niet
gezamenlijk gebruikt. De kleine jongens kwamen
hun glas thee halen en gingen terstond buiten spelen.
De Zwitsersche gouverneur kwam even binnen, en
kort daarna de graaf. Om tien uur of half elf ver
schenen de jonge dames, en dan werd alles opge
ruimd voor het werkelijk déjeuuer, dat om half
een op tafel kwam. Hierna verspreidde men zich,
men ging lezen, wandelen, werken. Om vijf uur was het
middagmaal, en tusschcu dit en het souper ging de
graaf met gasten en dochters wandelen, naar bet station
om brieven te halen, naar een naburig dorp of door
het bosch. Men keerde tegen zonsondergang terug
om den gezcliigen samowar weer op tafel te vinden
tot tien uur; daarna nog wat gepraat en lectuur,
en men ging naar bed. Een rustig en eenvoudig
leven, tusschen bloemen en vruchten en bijen en
vogels, met vrouw en kinderen, en voortdurend
toch het bewustzijn, dat de man, die da-vrtusschcn
woonde, do grootste vragen der mcnsehhcid trachtte
op^te lossen cu in zijn eenvoud voor zijn volk
onuitsprekelijk veel goeds gedaan heeft.
V A R I A.
PLASTISCHE KUNST.
Op den 4den dezer werd op de Place d'Anvors
te Parijs, tusschen de gcdenkteekenen van Diderot
en Scdaine, een monument onthuld, dat waar
schijnlijk pp den aardbol zijn gelijken niet hooft.
Alleen de denFranschen eigen monumentomanie kon
op bet denkbeeld komen een toestand, dio als een
nachtmerrie op geheel Europa drukt, tot het onder
werp eener plastische personificatie te maken. Het
onthulde monument toch stelt den Gewapenden
Vrede" voor. Frankrijk's gevleugelde Genius, met
de phrygiseue muts op het hoofd, stomit op hot
blanke zwaard; aan zijn voeten ligt een hoorn,
als symbool van rijkdom en overvloed. Om waar
te zijn, had echter do kunstenaar, de heer Coutan,
die met dit beeld in het jaar 1872 den eersten
prijs verwierf, dien hoorn des overvloeds door den
Gewapende Vrede" met voeten moeten laten tre
den. Want inderdaad bestaat er voor do welvaart
der natiën geen grooter vijand dan hij.
Dat nu dit denkbeeld der 19e eeuw, dat in
Frankrijk, meer nog dan in andere landen wordt
verafschuwd en gehaat door een metalen monu
ment wordt verheerlijkt in de straten van Parijs,
Iaat zich zelfs niet verontschuldigen hierdoor, dat
standbeeld een geschenk is. De heer Sédille is
de gever van dit zonderling cadeau.
TOONEEL EN MUZIEK.
Daudet's nieuwe drama, dat hij aan de directie
van hot Gymnase heeft voorgelezen, is niet, zoo
als Les rois en exil, Niima Bonmestan en ande
ren, geheel op een zijner romans gebouwd. Toch
«luit het zich aan zijn laatsten roman L'lmmortel
aan. liet middelpunt tier handeling vormt het
huwelijk van den architect Paul Astier mot de
hertogin Padovani, dat reeds in den roman het
uitzicht op eenc treurige toekomst opent.
De beroemde zangeres Trebelli, nog altoos een
der schoonste contralto's der wereld, is naar de
Mondo Artistico van Milaan meldt, door eene
verlamming getroffen en op dit oogenblik ernstig
ziek. Trebelli is van Fransche geboorte en heeft
zeer handig, toen de Italiaansche zangeressen in
de mode waren, haren naam, Gillebert. met om
zetting, en weglating van de eerste letter, in Tre
belli veranderd. Zij beeft een Italiaan, den tenor
Bettini, gehuwd, en hunne dochter heeft reeds
met succes op het Italiaansch tooneel gedebuteerd.
Het tegenwoordige kerkhof te Budapest was,
eenige dagen geleden, het tooneel van een gedenk
waardige gebeurtenis. Het Magnaten-Casino had
den Zigeuner-vioolspeler Berkes een grafmonument
gewijd, met het opschrift: Das Magnaten-Casino
seinem Lieblingsprimas". Vele honderden Zigeu
ners waren met hun instrumenten bij de plech
tigheid tegenwoordig. Het eerst hield een oude
tooneelspeler een treffende rede. toen zong het
koor van het Volkstheater, en ten slotte grepen
alle aanwezige Zigeuners, die tot de meest
uiteenloopende stammen behoorden.gezamenlijk de instru
menten en speelden Berke's geliefkoosd lied,
waarbij allen weenden. Daarna begaven zij zich
naar het in de nabijheid gelegen graf van Racz
Pali, dien zij ook zijn lievelingslied op roerende
wijze toespeelden. Het samenspel dier talrijke
houderden muzikanten maakte, ofschoon zij in
in 't donker speelden en geheel onvoorbereid waren,
een verheven indruk.
In de Dramit. BI. doet Sacher Masoch aardige
modedeelingen aangaande het Klein-Russisch Too
neel in Galicië.
Het theater welks typische" eigenaardigheden
do dichter heeft afgeluisterd, stond onder het toe
zicht van een grieksch-katliolick geestelijke. Ik
had zoo vertelt Sacher Masoch met zijn ge
zin vriendschapsbetrekkingen aangeknoopt, vooral
met zijn oudste dochter, Fedora, een Russin van
het echte ras Schoon en intelligent, was dat kloek
gebouwde meisje, met haar heerlijke vormen, haar
rond frisch gezicht, haar groote blauwe oogcn en
roodblond haar, het beeld van die dochter eens
Galicischen priesters, die zich wist op te hetfen
tot den rang van gemalin van Soliman den Groote.
Zij speelde da hoofdrol in de
Dilettanten-Vereeniging, dio deels uit de zoons en dochters van eenige
priestcrfamiliën, deels uit dorpelingen bestond. Ik
zag een bijhclsch stuk: Jozef en zijne broeders"
opvoeren en een Klein-Russische klucht: Iwanok
als geneesheer". Iwanok is de Russische uilen
spiegel, behahe dat hij, evenals de Russische volks
held Jeja Murometz een boer is, en een vrouwelijke
Uilenspiegel, zijn mooie en geslopen vrouw Kasja aan
zijn zijde heeft. Do czar wordt gepijnigd door een
hardnekkig rhenmatisme waartegen de kunst zijner
artsen niets vermag en laat bekend maken, dat hij, die
hem gezond maakt, rijk zal worden beloond.
Kasja heeft echter mot haar mau getwist on klap
pen van hem gekregen. Om zich nu te wreken en
tegelijkertijd bij den czar in de gunst to komen,
ijlt zij naar dezen toe, en deelt hem mode, dat
Iwanok een onfeilbaar middel tegen podagra be
zit, maar dat liij dit voor iedereen geheim houdt.
De czar laat Iwanok roepen, die verzekert, tot
zijn leedwezen, dergelijk middel niet to bezitten.
Laat hem klappen geven", raadt Kasja; ik zweer
u dat hij de ecnigo is, die n kan redden". Iwanok
krijgt daarop vijftig stokslagen en belooft den
czar te zullen genezon. Reeds is hij de vertwij
feling nabij, toen Kasja hem redt. want zij is het
die de kruiden kent, waaruit het heilzaam bad
moet worden bereid. Iwanok speelt nu met schit
terend gevolg den dokter, redt don c/ar on wordt
rijk beloond, hetgeen er hem toe brengt do straf,
die zijn aardig vrouwtje hem heeft laten onder
gaan, kalmpjcs op te nemen.
Het merkwaardigste in dat boeron-thealer was
het gedrag van het publiek.
Die eerlijke, naïeve menschen werden zoo sterk
door de vertooning aangegrepen, dat ze ton laatste
geheel vergaten, dat het maar een komedie was.
Zij maakten hun opmerkingen hardop, lachten,
weenden, ja zij omarmden en kusten elkaar zelfs
bij die tooneelen. die hen in verrukking brachten
of roerden. Het straffen van den booswicht ge
schiedde telkens onder luide bijvalsbetujguigou.
Altijd vond men iemand, die don edelen vervolgde
in oogenblikken van gevaar waarschuwde of luide
zijn onschuld bevestigde, wanneer hij onrechtvaardig
zou worden gestraft. De deugd zag zich zelfs
eens met een jenevcrfie.sch beloond, die rncn haar
op het tooneel uit du omzittenden toereikte. Ook
moet het eens gebeurd zijn, dat een tot tranen
geroerde slager een tooneelspeler toeriep: .Ie
speelt zoo goed, dat ik je de rest schenk van het
geld. dat je me nog voor mijn vleesch betalen
moet!"
LETTEREN EX WETENSCHAP.
Bij den uitgever M. M Olivler is afzonderlijk
verschenen een herdruk van eenige artikelen uit
de Portefeuille, letterkundige s-chetsen van
Busken Huet en prof. van Hamel. Busken Huet be
sprak daarin Tolstoï, het was het laatste complete
geschrift, dat uit zijn pon vlooide; prof. van Hamel
vertelt op den aangenaamsten toon ziju bezoeken
bij vier meesters", Victor Hugo, Daudet, Sarccy
en Hnet.
Te Leiden, bij A. W. Sijthoff, verscheen, in do
50 cents-editio, ten Kate's Stichtelijk Huixbod;
vierde druk, 254 dicht maar duidelijk gedrukte
bladzijden, en Bonnink Janssonius' -Juichtirerken,
derde druk. In ieder dezer bundels is de inhoud
van oen aantal vroeger afzonderlijk verschenen
werken der beide dichters samengevat.
Bij J. H. van Raven is een boekje over Davos
en het leven aldaar uitgekomen, van den heer
W. F. Andriessen, die er een winter doorbracht
en van de kuur aldaar de beste resultaten voor
zijn longen ondervond. Het boekje zal voor dege
nen die over Davos denken, zeer nuttig ziju en
is in allen gevalle een aangename lectuur.
Van de Geschiedenis der Snelsclirvjflmmst, door
C. A. Steger, directeur van do stenographische
inrichting der Staten-Generaal, zag bij J. en W.
van Nooten, te Schoonhoven, eeu tweede vermeer
derde druk het licht. Wanneer men het boekje
leest, verwondert men zich, dat van eene kunst,
wier waarde zoo erkend wordt en voor welke zoo
veel belangstelling heorscht, betrekkelijk zoo wei
nig nog althans in Amsterdam wordt ge
bruik gemaakt.
Bij P. N. van Kampen te Amsterdam is Mevrouw
Marianne, roman uit het Zweedsch van Ernsl
Ahlgren, door Una vertaald, uitgekomen. De
beroemde schrijfster, die onder den naam var
Ahlgren schreef, is onlangs overleden ; Mevrouw
Marianne werd, evenals Oeld, tot hare meester
werken gerekend. De vertaling door Una onder
scheidt zich door levendigen natuurlijken stijl
zij kan niet anders dan goed zijn.
Een der jongensboeken, die met St. Nicolaas
gekozen zullen worden, is Drie maanden aan d<
Slavenkust, een boek van den gepensioneerden
ice-admiraal Reinhold Werner, uitmuntend
veraald door F, Z. Mehler. Het werkje is bij het
Juitsche publiek reeds terstond in den smaak
?evallen; er is ook reeds eene vrij slechte
Franche vertaling van verschenen, met prachtige
naten van Fransche artisten, mooi maar duur.
)e Hollandsche uitgever, W E. J. Tjeenk Willink
e Zwolle, zond het werkje met vier platen en
en fraai prachtbandje in het licht; het zal zeker
a,an de Hollandsche knapen aangenaam zijn.
De Bijzondere Handelsschool van den heer J.
A. Dirks, Prinsengracht 1025, wier oprichting wij
on vorig jaar met ingenomenheid vermeldden,
lijkt aan eene werkelijk bestaande behoefte te
Beantwoorden. Naar wij vernemen, zijn dit jaar
eeds parallelcursussen noodig om aan de aanvra
gen te voldoen.
.Bij de avondcursussen voor
handelscorresponlentio in de drie moderne talen en
handelswcenschappen, worden ook weder tegen 15
Novemjcr nieuwe deelnemers, kooplieden en
kantoorjedienden toegelaten Voor de voorwaarden ver
wij/en wij naar do advertentie in dit blad.
JJe firma ran Halen <t Co. Roman in l deel,
door W. Otto, uitgave van S. & W. N. v. Nooten,
e Schiedam, is een in aangcnamen, gekuischtcn
itijl, geschreven boek, dat belangwekkend genoeg
s om te worden gelezen Spannende toestanden.
ngewikkelde intriges komen er niet in voor
maar toch is de geschiedenis van het huis van
3alen & Co., interessant voor hen die de
koopmanswcreld slechts van verre kennen. De ver
schillende hoofdfiguren zijn gewone menschen, die
jeen onnatuurlijke dingen doen en die zich in
ogisch verband tot de omstandigheden bewegen,
.11 den kring waarin de schrijver hen pi atste.
bijzonder belangwekkende karakters komen niet
n het bock voor, maar behoudens enkele roman- j
tische conseqiieiitiën zijn de karakters, die er in j
worden ontwikkeld, voor 't meercndeel goed vol- i
'ohouden en sympathiek. j
De plaatsbeschrijvingen enz., enz., zijn bijzonder |
oed, mot distinctie en onderhoudend, geschreven j
en tusschen de regels van hot geheoJo boek, zal i
menig lozer een nuttigen wenk, een goede los kun- j
icn vinden. !
Aangenaam van vorm en inhoud en in oen net
leed gestoken zal de firma van Halen et ('o. ;
vaarschijiilijk voor auteur en uitgever geen slechte
,aken doen. ]
Lnrs Dilliiifj. Schetsen. Uit het \
Xoorsch door UXA. Tweede ]
bundel. Leiden. A. II. Adriani, j
1888. ' j
Weer hebben wij met veel genoegen kennis ge- !
nomen van ecu nieuwen bundel schotsen van Lars i
Dilling. Indien Una zoo voortgaat, za! deze
Noorsche novellist spoedig in ons land tot de meest
geliefde en gelezen schrijvers behoorc-n Door hun
eigenaardige eenvoudigheid, hun teekening vol i
gevoel en gloed, hun lossen en dnidolijkcn trant,
boeien ons de drie kleine schetsen het meest, die j
wij ware meesterstukjes durven noemen, l u een j
paar grootere vernieuwden wij met warmte de
kennismaking met de families Rasmussen en 'i
Samuelsen; hun oudere, in den eersten bundel |
reeds ton toonecle gevoerde leden, boezemden |
ons, evenals hun jonger geslacht, door hun thans l
verhaalde lotgevallen, ware belangstelliing in. j
Het lioekske. schoon van inhoud en fraai van j
vorm. zij iedereen met warmte aanbevolen.
E JÜXCKEU, Werner 'Hlt~e. Roman uit '.
het Hoogduitse!) door nvvromv lirngsma j
Haencnberger, Snoek bij J. F. van Druten. ]
"ll'cn'cr l'Atie is geen gewone roman, maar de
ernstige, degelijke arbeid van een diepzinnig den- ;
kor. Hoewel het fragmentarische ons nu cu dan
belet de gcestcsontwikkoling der hoofdpersonen
nauwkeurig te volgen, en de te vvijdioopige filoso
fische ralonecriiigen afbreuk doen aan de losheid
van den dialoog, kan Werner Kltze'1 met recht
een boeiende roman genoemd worden,
De idealist-dichter, do realistische schrijver, de
cynicus, de philosoof, de dikwerf maar al te
bevooroordeclde journalist-criticus, allen vinden wij
met groote nauwkeurige juistheid afgebeeld, ja
ontleed.
De coijiiotte Einmy. zoowel als do edele Grethe
zijn goed geslaagde figuren, doch de hooghartige
gade van den hoofdpersoon schijnt ons geen wezen
van vleesch en bloed toe, waar zij al to rus
tig de intieme verhouding tusschen cchtvriend
en vriendin gadeslaat.
De adultère, dat trootelkindje der Franscho
romanciers, waar vaak zoo onverstandig mede ge
sold wordt, is ook het hoofdonderwerp van dezen
schrijver, echter niet verlokkend schoon voorgesteld
Do verboden vrucht smaakt eindelijk wrang; overal
volgt op de zonde de tragedie.
Afgezien van kleine vlokjes, die liet bevat, is
dit werk waard vele lezers te vinden.
Do vertaling is niet vrij van germanismen.
Waarom toch telkens het woord wondervol" ge
bruikt, terwijl onze taal rijk genoeg is aan pas
sende uitdrukkingen.
MKXA.
Militaire Zaken.
3 f i'fin e oi Knloaii/li; Aniii/nlecit'iJu-ili'n,
door Jhr. I. H. P. v ON ScmiiDT ALT
ALTESSTADT, gepensioneerd Kapitein ter
zee. 's Gravcnhage W. Cremer ISSS.
In bovenstaand werkje worden met zaakkennis
cu op eene van veel vaderlandsliefde getuigende
wijze hoofdzakelijk de volgende zaken besproken :
Ie. J.'ilbreiifing c/er Indische, militaire Marine
(waarbij het zoogenaamd auxiliair cskader komt
te vervallen), ten doel hebbende de verdediging
van Java en Sumatra tegen een buitenlandschcn
vijand, of krachtige handhaving der neutraliteit in
de territoriale wateren dier eilanden.
Hiervoor acht S. noodig 7 pantscrschepcn van
groot charter, 9 torpedoschepeu, 15
torpedovaartuigen of booten en 2 gepantserde ramschepen van
klein charter. De 2 ramtorensehepen van het
auxiliair eskader kunnen in mindering komen van
de 7 pantserschepen. D« aanschaffing van het ont
brekend materieel wordt door S. begroot op ruim
2G millioen guldens.
De noodzakelijke vermeerdering van personeel
anu bovengenoemde uitbreiding verbonden en nog
andere aangelegenheden stelt 8. zich voor in oen
volgend geschrift te bespreken.
Het trok onze aandacht dat elk der 5 nog te
bouwen pautscrschepeu op de niet geringe som van
3i/4 millioen guldens wordt geraamd.
De zeewaardighcid vau zwaar gepantserde vaar
tuigen is vooral ouder ongunstige omstandig
heden natuurlijk minder dan die vau schepen
welke eene betrekkelijk lichte pantsering bezitten ;
terwijl rle vraag rijst of het niet betwijfeld mag
worden, dat ecu buitenlandsche vijand met zwaar
gepantserde, schepen onzen Archipel zal komen be
zoeken. U ij opperen daarom het denkbeeld of het
niet doelmatig zou zijn aan bedoelde 5 groote
pautserscbcpcn de volgende eischen te stellen, als:
goede zcewaanligheid, groote snelheid, gewensehtc
nianocuvreswaardighcid, uitmuntende inrichting en
werking der waterdichte schotten, eene bewapening
niet minstens 2 zeer krachtige vuurmonden van
groot kaliber, bijv. Krupp-kauonnen van 21- cM.
Moet om aan al die eischcn te kunnen voldoen
de paiitseriug lichter worden dan wellicht in de
hedoclin<r vau . Jigt, wij zouden deuken dat die
voordeden aan bovengenoemde eigenschappen ver
bonden bij een werkelijkeii oorlog onze Marine
ten goede zullen komen.
De mindere kosten voor de pantser.schepeu
vereincht -- en nog meergeld zou dan besleed kun
nen worden aan het bouwen van eenige kustl'orten
of batterijen, die ook door S. noodig worden
geoordeeld
Of de kosten eeuige millioenen guldens meer
of minder bedragen wij /cggeij liet S. gaarne
uu dit komt er minder op aan en staat niet iu
verhouding tot de groote waarde der bezittingen
die er door beschermd worden.
2e. Ojiliefjinfl van 's Rijks Mufinewsrf te
Amxtenldm of' oci'.rbrenyiiiy run <i<';e inrifhtinf/ iiuar
elders acht S. niet wcnschelijk en hij geeft hier
voor do redenen op.
3e. l f d Xed.-finl. l';/<'>?, dat mi uit ruim 15000
europeaneu en 101)00 iulandcrs bestaat, icu
X.-icilleu. lii-i',iyi'H oji 21000 Eui-HjiMnt-ii <-n KiUOO iiil,i>;t/ei:t.
/ekcr eene gewensehtc doch minimum noodige
uitbreiding, vooral met het oog op verschillende
bestaande toestanden.
?J-e. Hef. opriij!ili-:n run eene Ittflixche lirujtide
r n >i (iiiislrci'kn 500!.) MIIII iu Xri/crltni'/, waaruit de
siipi>letietroopen voor Jndie genomen wonlen, cu
die steeds t,of, eene bepaalde sterkte wordt aange
vuld, wordt door S. .-iiiubcvoleii. Eene proef iu die
richting is zeker noodig.
Dooi- de beperkte ruimte moeten wij bij de
bcsproking kort ziin.
\\~ij wenschcn het werkje i u veler luuuk'ii en
vleien ons. dat vooral bij regeering en volks
vertegenwoordiging de inhoud een punt van
ernstige overweging zal uitmaken.
EEN EUFEN1SJE.
De Taaie was dood, dit feit stond vast, maar
wat er eigenlijk verder gebeurd was bleef in den
beginne iu nevelen gehuld, dewijl elk een zijn
eigen lezing had, afkomstig van degenen die er
bij waren geweest en reden hadden de waarheid
meer of min aan te kleeden, ook waren er die de
toedracht haarlijn beschreven hoewel zij er niet
bet minst van wisten.
Dat hij vermoord was bleek weldra een infame
lengen te zijn. Maar hoe kwam hij dan zoo plot
seling dood 'i men sterft maar niet zoo zonder eenige
reden.
Was het niet een schande dat de politie (altijd
de eenige veldwachter Brands, de burgemeester
medegerekciid) er niets aan deed? Zoo kon ieder
een wel dood gaan.
De veldwachter bleef vijf dagen onzichtbaar.
Wat kon hij er doen, zoo dacht hij; dat de vent
zich dood dronk moest hij weten, daartegen ver
mocht de poülie toch waarlijk niets, 't Was dan
maar verstandig het alles regcerende publiek een
tijd uit den weg te gaan.
Gedurende clic dagen vau vrijwillige ballingschap
des dorpsdienders, smolt uit verschillende lezingen
een verhaal samen dat ten naasten bij op liet
volgende neer kwam: de. Taaie en ziju tweeling
broer Piet Baaikens, waren op dien Zondag aan
den sukkel, zooals hun eens a tweemaal 's jaars
gebeurde en zoodra Mie Mathijsou on Ilanne Verlaat
dat gewaar werden, lagen ze op den loer om hot
grootste gedeelte machtig te worden der rijksdaal
ders welke bij die gelegenheden uit der broe
deren zakken rolden, maar de vrouw van Jan
Kuuskcs was baar de baas, want in dier .... boe
moet men die gelegenheid noemen dewijl genoemde
Jan noch bierhuis, noch herberg had. iu dier woning
zullen wc dan maar zeggen, bleef het grootste
gedeelte, dewijl daar jenever ais water werd ge
schonken onaangczien wat er aan de bezoekers
ontstolen was, want ook hierin hadden de eerst
genoemde vrouwen niet achter gestaan. De Taaie
lag op de tafel cu toen men hem wilde wekken
was hij dood.
Het was reeds laat, elf uur 's avonds, dus vol
komen donker zoodat een kruiwagen als voertuig
kon dienen om den overledene naar het hokje te
brengen waar hij met zijn broer Piet sliep en zijn
roggebrood in de sehatturen kwam opeten, want
koken deden de broers alleen 's Zondags, en het
was er dan ook koken naar.
Le mort saisit Ie vif. In stede van te gaan slapen
viel hij op een der twee matten stoelen en stelde
zich aan of hij erg dronken was. hetgeen de me
delijdende zielen welke bij het overvoeren de be
hulpzame hand geboden hadden, deed besluiten
zich zoo spoedig mogelijk te verwijderen, Jan
Ivuuskes zoowel als Janes Dankers.
De overgebleven broeder kende zijn volkje te
goed om terstond gehoor te geven aan zijn bran
dende begeerte om een onderzoek in te stellen
waar de overledene den aap" geborgen had, en
hoe groot die aap wel mocht zijn.
Hij liet zich van zijn stool op den grond glijde»