De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 11 november pagina 6

11 november 1888 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.094 N* . r den dood ligt te worstelen. En dan zou ik het zelre nog niet doen kunnen Dit zelf doen" schijnt heden ten dage de toetssteen der ware dieren liefde te wezen. Ziet ge wel. ik ben dus buiten ?awdeU Ik- las het artikel van begin tol einde met de grootste belangstelling en ik maak den schrijver of de schryfster mijn compliment over het ge trouwe beeld ons hier geschetst. Vooral de direc trice is sprekend gelijkend; zoo ik na mijn bezoek «Of twyfelde of ik Mevrouw Ziegler wel gesproken had, sedert gisteren is alle twijfel verdwenen. Maar .iedere medaille heeft een keerzyde; de schryver bekeek door een gekleurden bril het l -borstbeeld en ik met mijne beide gezonde en - ongewapende oogen de achterzijde alweer buiten model, want wie draagt er heden ten dage geen bril? Met die twee kijkers van moeder-Natuur sag ik in de hondenhokken, behalve de plank een tienen mand zonder stroo of kleedje. Op mijn .-vraag, waarom dat oude hondje geen kleedje had, luidde het antwoord: Dit beestje riekt". Maar die jonge tijgerhond *) dauV" vroeg ik. .Toen- waren alle kleedjes eensklaps in de wasch! ! Nu ik die honden, al lezende, weer zie defileoren behalve den grooten, fraaien hond (faarfichjjnlijk een kostganger) al te maal oude ? beltenden denk ik onwillekeurig aan do geschiedenis der jas, veel te lang om u te vertellen, maar die hierop nederkomt. Iemand ziet in een kleedermagaziju een puike overjas tegen uiterst matigen pry's, die moet hij hebben! Maar hij had buiten den winkelier gerekend; deze wist er wel een mouw aan te passen, dat onze liefhebber die »f6t kreeg. De puik-puike jas was voorde uitstal ling net als de groote peren uit het manrljo, dat ?de fruitkoopman naar binnen stuurt, die prijken ook niet op uw tafel. Een honden-asyl zonder honden is wat al te dffaas, vooral wanneer er sedert de oprichting ,500 zyn gebracht maar liefst zoo weinig mogelijk en 'dezelfde, dan vergist men z'ch niet met de geschie denis. Voor al de anderen, die geen kostgangers en geene reclame-honden zijn, is er een asyl onder den grond, want ook de van der Wiegelstraat heeft zijn catacomben. Overigens werd de comedie onveranderd opge voerd: Ie bedrijf. Bezichtiging van den stal der 'honden en de verblijven der katten op de villa; 2e bedrijf. De voeding der laatste in de keukeu; 8e bedrijf. Het vcrtoonen van het stuk vleesch op de trap". Dit heeft de secretares der Sophiayèreeniging gezien, ik zag het en den schrijver "werd het getoond. Maar niemand onzer heeft het .in de magen der honden zien verdwijnen. Tijdens mijn bezoek was er eene kleine afwijIcing in de voorstelling: de honden jankten wel, niet om liefkoozingen, maar om er uit te komen" en toen dit een enkele gelukte, toonde h\j zich al bijzonder onverschillig voor zijne be schermster, maar zeer geïnteresseerd in de deur aan de tegenovergestelde zijde. A tout prix ^vrenschte hij blijkbaar het Asyl te verlaten. Och, ondankbaren zijn er altoos in de wereld. De directrice deed mij eene gulle bekentenis. Z\j wilde, dat op n dag 1000 dieren stier ven; en haar vrienden verzekerde later ten .mjjne huize, dat zij, bij haar eventueel vertrek naar het buitenland, haar lief en mooi hazenwindhondje en twee poesen zou laten dooden; dan eerst vertrok zij met een gerust hart En dan het Asyl ?" vraag ik en ieder verstandig mensch, het asyl, wulks directrice uwe vriendin is?" Beide verzekeringen behoeven geen commentair. Gelijk ik reeds in mijn artikel in het Augustus nummer van Androcles gezegd heb: de katten ebben het er goed; de honden, die er zijn, zelfs de kostgangers, wat ligging betreft, slecht. Het Asyl is ontaard! Van Dalen omschrijft een asyl als: toevluchtsoord, wijkplaats, verplegingsgpsticht. Dit was ook het denkbeeld der opricht sters En wat is het geworden;1 Een kosthuis voor betalende honden, een slachthuis voor gezonden honden, waarvan de eigenaar geen kostgeld kan betalen, of voor gezonden honden, die weggcloo: pen of verdwaald zijn en daardoor zwerven. Onf.' gevraagd en ongezocht komen mij bijna dagelijks klachten ter oore van menschen, die meenen een schuilplaats voor hun diertje te vinden en het een graf delven, nadat zij voor de opname nog een gulden van hun armoedje hebben opgeofferd. Mijn grief is de leugen en het aantasten van eens anders eigendomsrecht. Betrof het hier plan ten, dan zou ik zeggen: breng er eens een plant heen, gij, die mij niet gelooft en zie wat er van wordt. Nu wil het mij niet uit de pen: Breng er eens een gezonden, jongen hond heen", want ik zou daarmede zijn doodvonnis teekenen. Ik heb de directrice slechts eens gezien en ik hoop haar niet weder te zien, maar instinctmatig voelde ik, dat zij mij zat voor te liegen. Klaagt zij over laster, laat zy dan openlijk zeggen, waar de 500 honden zijn gebleven. Ik, vaa mijn kant ben bereid aan alle belangstellenden de gevallen mede te deelen, die tegen haar ge tuigen; ik bescherm het dier, niet alleen tegen zg'ne vy'anden,^ maar nog veel meer tegen zijne zoogenaamde" vrienden, want die zijn de ergste. En wil men, als dierenvriend, legaatjes maken aan het Asyl, pardon! ik bedoel kerkhof", dau zeg ik op grond van bovenstaande, verdeel het legaat in 3 deelen: 1/3 aan het Asyl en '^ aan het politiefonds, want ook de politie zorgt dat de zwervende honden eene schuilplaats krij gen; maar zij zegt openlijk en naar waarheid: pas op je hondje, want by ons wacht hem de doodt" De directrice zegt: Breng mij maar je hond, och I hij heeft het zoo goed!'' (maar vergeet den gulden niet) en bij haar wacht hem de dood. 6 November 1888. A. J. J. EBELINO. Lid der Sophia-Vereeniging. *) Apropos van dat aandoenlijk verhaal van de Dertiende" (ditmaal een hond), daarvan heb ik nooit iets vernomen, ofschoon ik den hond en ay'n eigenaar ken. De eigenaar heeft mij mede gedeeld in het bijzijn van anderen, dat de huisgenooten geen slag hadden met een jongen hond om te gaan en hem zindelijk te maken. Daarom aqu de hond tijdelijk in het Asyl worden besteed. De leeftijd is bepaald eene vergissing, hij moet nog beneden het jaar zijn. VOOR DAMES. De lialf-scason en de soirees. De Brttidskorf. Trouivkussens.?Hoeden Jane Hading's gasellenoogen. Vruch ten beivaren. Kamerschutten. Costumes. Het Londensche half season, van November tot Paschen, is weer begonnen; het is niet zoo druk en opzichtig als het officiëele saizoen, van Mei tot Juli, maar ook gezelliger, aangenamer en degelijker. Er worden ook diners, soirees, enz. gegeven; de menschen kennen er elkaar beter, en achten het meer de moeite waard, zich met elkaar bezig te houden. Het is tegenwoordig geen goeden toon meer, de partijen al te laat te laten duren; ook copieuse soupers zijn afgeschaft, en het is ook geen ton, do vertrekken voor zulk een enkele gelegenheid overdreven te laten dccoreeren. Daarentegen is er een ander kostbaar genoegen bijgekomen. In vroeger tijd spoelden do dochters des huizes en haar vriendinnen wat op de piano, men zong wat, en iemand, die goed reciteerde, werd met genoegen aangehoord. Tegen woordig kan eene gastvrouw niet volstaan zonder een opera-zanger, een acteur van professie, een dichter die zijn eigen verzen reciteert, of een vreemd musicus. Een bezwaar daarbij is het, dat men het over de belooning dezer kunstenaars niet gemakkelijk eens is. Sommigen zouden zich beleedigd achten, indien men hun honorarium aan bood, anderen verwonderen zich. wanneer dit verzuimd wordt. Gastvrouwen, en ondor deze de alleraanzienlijkste, meenen hoe goedkooper, hoe beter." Omtrent de tooneelen hieruit voortspruitend, gaan allerlei verhalen rond. Van eenigo groote zangeressen, Patti, Nilsson, enz., is het bekend, dat den volgenden dag de nota van eenige tientallen ponden voor elk lied komt, wanneer niet de gast heer een voldoenden bracelet, broche of iets der gelijks heeft gegeven ; maar niet iedereen kan zoo doen, eu een aantal kunstenaars vinden het moeiplijk zich aan het gratis verleenen van hun talenten te onttrekken. Do zanger Grossmith ontving een bezoek van een heer, om hem tot een diner bij oen zeer groote dame uit te noodigen, en vernam toen, dat j men van hem een lied verwachtte. De arii.st \ noemde toen zijn honorarium. O, Lady Dash meende, dat als u te dineeren kwaamt, u geen honorarium zoudt vragen". Ik geloof niet", ant- } woordde Grossmith, dat ik voor meer dan een | halven guinje zou kunnen opeten en drinken, en | mijn honorarium is veel moor; maar als Lady Dash wil, kan zij er de kosten voor het eteu aftrekken". Een groot Dnitsch musicus werd den vorigen winter, na het diner, door do gastvrouw vriende lijk, maar vastberaden, naar den pianotabouret verwezen, met de woorden: Nu is uwe plaats daar .'" De bcleedigde Germaan haalde terstond een sovereign uit zijn zak, en zeitle : !k wil mijn diner betalen." Do dame weigerde natuurlijk het j muntstuk aan te nemen, on de maestro verliet de i kamer, nam beneden zijn jas en hoed en duwde den lakei, die hem uitliet, hot goudstuk in de hand. Een der meest geliefde zangeressen doet haar uiterst zachtmoedig'gemaal als cerberus en draak verschijnen. Als de gastvrouw haar eea ! aria vraagt, is het: o, waarde mevrouw, ik zou het zoo gaarne doen, ik zing gaarne in een salon ; maar mijn man zou het mij zoo kwalijk nemen ; hij wil volstrekt niet dat ik op mijn vrije avon den zing." i * ' * * j De bruidskorf, de corbeiUe, die een Fransch i bruidegom zijne bruid aanbiedt, wordt ook over de Fransche grenzen hier en daar nagevolgd: het is dus de moeite waard, te zien wat zij als strikt noodig" moet bevatten Dit strikt noodig" geldt natuurlijk toch alleen voor degenen, aan wie het strikt noodige" nooit zorgen baart. De corbeille bevat dan vierderlei zaken: bont, kanton, juweelen en stoffen. Voor hout wordt als onont beerlijk op dit oogenblik beschouwd een jaquette van ottervel of een ander kostbaar bont voor overdag, en een groote mantel van pluche, met petit (/ris oïcluvre du Thibet gevoerd, voor 's avonds. De kanten worden, als er mogelijkheid op is, niet nieuw gekocht, maar van grootmoeders en tantes cadeau gekregen, denlelles de familie; de jonge man die ze koopen moet, betaalt de deilles malines, point d'Alencon enz. verschrikkelijk duur en heeft er nog zooveel pleizier niet van. De juweelen zijn vooreerst de huwelijksring, vroeger gewoonlijk niet een geklóurden steen of parel met diamantjes omringd, tegenwoordig liever versierd met een paar steenen in verschil lende nuance zonder zichtbaar montuur. Het strikt noodige" in verdere juweelen is geheel een quaestie van fortuin; do corbeille kan dus voor eenige honderdon francs of voor een millioen bevatton. De moeder van den bruigom, al zijn vrou welijke bloedverwanten dragen er toe bij; het is niet verboden er geheele rivieren, tallen van armbanden, broches, pendelo<[><es, kapspelden dia demen, al wat men maar wil, in te leggen Toch laat men allicht voor de jonge vrouw de kost baarheden nieuw monteeren. Van grootmoedcr's rivière wordt iedere diamant afzonderlijk genomen eu als een kapspeld opgemaakt, zoodat de bruid er haar gansche kapsel als met dauwdruppels mee bezaaien kan; van de roset vau een armband maakt men een broche, van grootvaders schoen gespen weereen armband,enz Ook een kapspiegeltje liefst met Saksisch porselein, met tiligrane of met gekleurde steenen omgeven, behoort in de corbeille. Eindelijk de stoften. Men neemt er niet meer zooveel als vroeger in den bruidskorf, omdat de kleuren zoo wisselen; toch behooren er minstens de stoffen voor vier kostbare japonnen in, fluweel, satijn, pluche ; tegenwoordig ook allicht een afge paste japon van kostbare stof met borduursel, passementerie of kralen overdekt. In vroeger tijd behoorde ook de bekende cachemire erin ; verstandige jonge bruidjes hebben hare bruidegoms dat afgeraden, en nu worden ze er niet meer bij genomen. Een paar parasols, een sortie en dergelijke bijkomende artikelen zijn naar verkiezing; vaak ook heeft de bruidegom sinds lang een verlanglijst" opgezamelj, die hem het kiezen gemakkelijk maakt. favoritcs eene buitengewone bekoorlijkheid Een nieuwe eisch bij het huwelijk zijn buiten gewoon mooie kussens voor het jonge paar, om in de kerk op te knielen. Men maakt ze te Parijs voor de bruid van wit satijn, met in zilver geborduurd wapen of monogram, en echte dentelte duchesse. Voor den bruidegom is het ook wit satijn, maar a jour gewerkt, zoodat de voering, blauw voor een blouden bruidegom, goudlaken of vieil or voor een donkeren, te zien komt; met zilveren of gouden franje. * * De dameshosden, die in de mode gebracht worden, zijn al lager en lagor van bol; sommige zijn zoo laag, dat do draagsters er haar kapsel voor ver anderen. Zij zijn heel broed van rand. nogal achter op het hoofd gezet, in het anr ulemodel van bet laatste voorjaar, en van binnon met fluweel of zelfs een rand van struisvedercn gevoerd. Bovenop draagt men de vogels, in Frank rijk bij hot half dozijn en te Londen bij het dozijn. * * Hoe komt Jane ll-uling, die zeshonderd maal Claire in Ohnet's Muitre de Fort/ex heeft gespeeld, aan hare beroemde mooie oogen 'i Een New-Yorksch blad beweert het to weten. Die oogen zijn niet enkel van het helderste on zuiverste bruin, als van do bedding van een bergstroom, zij zijn niet enkel omzoomd met 0011 dikke franje van zwarte zijden wimpers, maar zij zijn ook ongewoon, on natuurlijk brood geopend, gazellenoogcn. Dit is het opmerkelijkste in haar gelaat on ais zij op iemand het oog richt, denkt hij terstond aan al j wat hij ooit gelezon hooit van odaliskcn-oogen. van de amandelvormige oogen dersclioone Circassischen en al wat de Oostcrsche poëten verder van oogen vertellen. Het New-Yorksche blad beweert, dat de sehoone en talentvolle Jane deze oogen verschuldigd is aan een kleine kunstbewerking, door haar vader in hare jeugd or op toegepast. Onder de Turken is liet een zeer verspreide gewoonte, do oogen dor meisjes dio voor den harem worden opgevoed, aan de hoeken door eouo insnijding een weinig te verlengen. Men doet dit al zeer vroeg, op hot tweede of dorde jaar, mot een lancet. Ter wijl do wond geneest, trekt men do oogleden icderen dag een weinig naar buiten, en zoli's wanneer zij genezen is, houdt men dat uitrekken dor oogleden nog wat vol, zoodat liet oog, als het goed gelukt, ideaal lang en smal wordt, on aan d verleent Laura Schirmer, die onlangs in het palcis van den sultan vergiftigd word. trok ook door haar lange mooie oogen zijne aandacht. Madame Ilading's vader nu woonde lang in Turkije, loerde er de operatie en paste baar indertijd op zijn driejarig dochtcrlje toe, dat heldere brnino oogon on ecu blonden krullobol had. Hetzij hot verhaal waar is of niet. :n ding is zeker, dat Jane llading's oogon buitengewoon mooi zijn. Op een bal te Londen beeft een heiliirschcnneiui" baltoilot yrooto verontwaardiging opgewekt en niet ten onrechte. Op een bal in de handelswereld verscheen do vrouw van den kleermaker Koon met een kleed dat bijna uitsluitend uit schuierende gouden trossen bestond. Kcnige des kundigen onder de genoodigden, verklaarden, dat al bot goud echt was, en Mrs. Koon wel voor 3000 pond goud aan het lijf moest hebben. Ieder een sprak over dio pracht, on men kwam te we ten, dat do kleermaker Hoon uit de synagoge in Boralightstreet, van do daar bewaarde bidmantels de rijke gouden zoomen on tressen bad losgemaakt on ei' liet dauscostuuui zijnet1 pracht- ', Hovende vrouw modo had versierd. De woede ! der mannen, die hun bidgowaden aldus ontheiligd zagen, was grenzeloos; zij schenen don kleermaker to willen lynchen en de politie had de grootste moeite om hem ongedeerd voor de rechtbank te brengen. * * Een middel om vruchten lang versch te houden is het volgende: Helder wit zand wordt zoolang gewassdien, tot water, dat men er bovenop giet, geheel helder blijft, dan giet men het water er af, droogt het zand in do zou on giet er cognac of Franschen brandewijn op. Men kiest dan do vruchten, niet, al to rijp, maar toch voldoende. droogt ze goed af, en pakt zo in liet zand^ zoo dat ze elkander niet raken. Men kan zo in hou ten of andere vaten bewaren, do eerste moeten niet te warm, de tweede niet to vochtig staan. De iirma Wijnman on Pohl, Warmoesstraat 15,'j heeft, gebruik makende van de becrsclicnde mode om gezellige hoekjes te vormen, een nieuw soort kamerschutten en tochtschermen in den handel gebracht, die even doelmatig als sierlijk zijn. Deze schermen zijn geheel vau hout vervaardigd; zij zijn ' bijna onvcrslijtbaar on nemen, daar zo niet ge vouwen, maar opgerold worden, zeer weinig- plaats in wanneer men ze niet gebruikt. Ook voor tuin, balkon, veranda, enz. kunnen deze schermen van voel nut zijn om winti en zon to weren; zij zijn zeer plooibaar naar binnen en naar buiten en kur.nen dus in alle mogelijke standen worden geplaatst. -?» ' * In do omslag van dit blad zal mon eeno annonce vinden van den heer Jacques Lovy, Kalverstraat 44-?Ki. In hot bekende magazijn, dat het voor recht beeft van steeds de belangstollende blikken van allo wandolaarsters to trokken, zal voortaan alleen, de branche levering naar maat van costumes on mantels" worden voortgezet en hieraan eeno groote uitbreiding gegeven worden. Mot hot oog hierop wordt do geheele voorraad confections, al do j gemaakte damesartikelen, uitverkocht. De klanten, j die gewoon waren hier eene elegante keus te vin- j den, zullen het magazijn, dat zijn knipsters en werksters behoudt, getrouw blijven; intusschen zal ? ook dezo uitverkoop van deugdelijke en sierlijke confections wol druk worden bezocht. In La Vie Parisieniie wordt bet volgende onder scheid gemaakt tusschen de wandelaarsters op de boulevards: Do vreemde dames blij ven kijken voor de winkels der juweliers; die uit do provincie voor do inodemagazijnen; de Parisienne, van de soort die bij de premières in een avant-scène zitten voor de winkels van linnengoed en borduursel-, de femme du monde voor do uitstallingen der bloemisten en voor de galanteriewinkels. E-e. Allerlei. Een tragi-comedte zou de lïoraeinsche Kotzebue bet stuk moeten noemen dat hij zou willen be stemmen om de jongste gebeurtenis in hot Q.uirinaal ten tooneele te brengen. Kort na midder nacht ontdekten voorbijgangers, dat uit de onderste verdieping vau een der zijvleugels, uitkomende in do Via venti Settembre, juist onder de vertrekken van keizer Wilhelm, rooiïwolkcn opstegen Snel werd hei' slot gealarmeerd en men beproefde het vuur meester te worden, dat in een ruim maga zijn, gelijkvloers, dicht naast de kanier waarin het goud en zilverwcrk geborgen wordt, was uit gebroken. Maar nu bleek bet heiaas dat de vor deringen der Eeuwige Stad op het gebied van de brandweer in weerwil van het MénéTékel bij don brand van het Palazzo Odescalclii! nog zeer twijfelachtig waren. Men riep om de brandweer van het paleis .... maar de gereed schappen bevonden zich juist in de brandende ruimte. Men telefoneerde om de stedelijke brandweer. .. maar do teleplionen werkten niet. Men U'aalitte de kranen der waterleiding te openen . . . maai de sleutels bad men niet bij de hand, en men moest de,kranen vernielen. Ten slofte wierp men de bekende brandblusehgninaten in de vlammen ... maar dczo lekten begeeiïger omhoog dan ooit. Eindelijk kwamon ,?ó minuten mul at men den brand had bemerkt, de beroemde met vier handspuiten gewapende pompieri aandraven, die nog altijd geen gelegenheid hebben gevonden om te tooncn dut zij op gelijke lijn staan met hun collega's te Milaan en te Turin. Daarbij ontstond zooals de rtomeische pers eenstemmig verklaart ecu grenzeloozo verwarring, die het blussclien in alle opzichten onmogelijk maakte. Eerst na ,'! uur in den morgen was men den brand meester en wa ren daarmede de binnen den kring van den brand gelegen Salla degli Svizzori" on de Cappella Clementlna'' met hun kunstschatten gered, Met recht vraagt de pers der Eeuwige Stad zich heden af, hoe hut wel bij brand met den eigen dom en het leven der gewone burgers gesteld moet zijn, wanneer in liet koninklijk paleis dingen kunnen gebeuren, zouals wij ze pas heb ben geschilderd. Dezer dagen werd te Ziïrich een dichter-moor denaar gearresteerd. Gcorg Adam eisz uit Buchhaus (Ueneden-Frankcnland) een om zijn ruwe lichaamskracht en karakter gevreesde per soonlijkheid, had. nadat zijn industrie, een steen groeve, hom had geruïneerd, den 'J l en Sopt. te kircho'.ilamitz (Opper- l'rankeuland) beproeft], maar te vergcoi's. van iemand geld te verkrijgen tot dekking cener vervallen schuld. Op don terugweg ontmoette hij den slachter Frank uit l!u"hhaus, een bemiddeld man, dien hij mot C'-n tninsiaak n;>ei>l<ieg en van zijn ge',d berooft'ü. liet lijk wierp hij daarna in een naastbijzijmk' beek. De verden king van den moord viel spocuig op den inmiddels verdwenen Seisz liet gerucht van de misdaad drong ook door tot in Zwitserland. Bij een beeld houwer te Ziïrich werkt ook een jonge man uit de omstreken van Buchhaus. Eenige dagen gele den meldde zich bij zijn patroon een nieuwo arbeider aan en de jonge man die van bot in zijn geboorteplaats geploegde misdrijf had gehoord, herkende hem als den voortvluchtige!! Sci^z Hij deeide een landsman zijn ontdekking- mede, die met Seisx bij do chnvaiix-iogers bad gediend en hem eveneens zeer goed herkende. Nu werd de politie van 't geval in kennis ge steld on do arrestatie volgde. Soi.sz ontkende alles, wilde Mekel boeten en den vroegeren krijgsmakker niet meer kennen. Hij wist niet dat er intusschen reeds van wege de politie een onder zoek op zijn kamer bad plaats gehad En wat was het resultaat van dat onderzoek geweest Op een stukje papier stond mot potlood in kreupelrijmcu liet geheele verhaal van don moord beschreven. Ssisz had zelf een dichterlijke be kentenis opgesteld. Toen men hem het papieitoonde, zakte hij in elkaar en bekende. Wie kent niet den Toren van Chillon", de vreugde van sentimenteelo Engelsclie dames, dieeen toertje maken op het meer van Genève, terwijl zij praten over don ongelukkigen Bonnivard en de gedichten van lord Byron ! Do Toren van Cliillon" is de staatsgevangenis van hot kanton Yaud gebleven ; slechts sluit men er, om do Engelsclien genoegen te doen. sedert 1818 niemand meer in op. Toch hoeft bot bestuur van het kanton Vaud er weer oen gevangene hoen gezonden, zekere M.ss Sterling, aanvoerster van het logor dos Heils, die daar gelegenheid zal hebben gedurende 10(1 dagen na te donken over don ongelukkigen Bonnivard ! Geen onpractische lui, die Zwitsers ! Volgens berichten, door de Fran'kjnrtcr Zlg. uit Krakavt ontvangen, heeft er op de spoorlijn KomolGalahy een diefstal plaats geluid in een trein, die uit ;üwaggons bestond en do bagage van den ('zar bevatte. Deze trein is met slechts 20 wagens te Komol aangekomen. De twaalf ontbrekende waggons zijn met don volgenden trein te Ivomel gearriveerd. Alle kost baarheden, die zij bevatten, zijn verdwenen, even als de conducteur, dien men voor den diefstal verantwoordelijk acht. Niet alle muzikale genieën toonden, zooals Mozart en Mendelssohn, reeds in de vroegste jeugd hun voortreffelijkheid. Do zoon van Karl Maria von Weber vertelt, hoe de jeugd zijns vaders allesbehalve een muzikaal paradijs goweest is. Karl Maria kroeg onderricht van zijn vader eu van zijn broeder Fridolin, die beiden maar een zeer zwakke gedachte van Kaïi's talent had den. Eens zelfs, wierp Fridolin den strijkstok waarmede hij Karl herhaaldelijk op de vingers getikt had, weg, en zeide: Kareltje, je kunt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl