Historisch Archief 1877-1940
No. 595
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
kenmerkt zich door het alleen huldigen van wat
men gezond-verstand noemde. Dit zoo-genaamd e
gezond-verstand was een verstand van een vette
boersche gezondheid. De kunst hoefde niet meer
hoog, fijn, grootsch, teeder en woest te zijn; zij
moest verstandig, aangenaam, bevallig aardig, lief
en fraai wezen Zij moest begrijpelijk zijn, in
?dien zin, dat de gedichten, de romans, de no
vellen, de satiren, enz. dadelijk door eiken snui
ter, die zijn hoogste hoogere-burgerschool-klas
achter den rug had, begrepen moesten kunnen
worden. Verder waren de meeningen zóó: de
metafyzika, de grieksche en latynsche talen, alles
wat niet leidde tot dadelijk gezellig nut of vrien
delijke avond-passeering, dat waren allemaal
tierlantijntjes en wissewasjes, die maar naar de
maan moesten geholpen worden. Het was de zui
vere uiting van het intens-burgerlijke, het
opper?ylakkig-voldane. in de literatuur. Nie's is inge
wikkeld, zegt Multatuli, Rembrandt en Rafaël zijn
a» prullen, goede fin slechte verzen is het zelfde. En,
zijn kunst-ideën in praktijk brengend, schreef hij
zelf den Max Havelaar", een sentimenteele
?en filanthropische redevoering, zich kenmerkend
door een zelfde soort welsprekcndheids-talent, als
men kan waarnemen in de speechen van bankiers,
die als eere-voorzitters vergaderingen van
liefdadigheidsgenootschappen openen; schreef hij zelf
Woutertje" een gering-artistieke en in haar
«auserie-vorm typiesch burgerlijke satire.
III.
Ik zou niet graag doorgaan voor een verwaand
iemant, die brutaal tegen Multatuli durft zijn. Ik
vind bepaald dat Multatuli veel meer beteokent
dan Van Lennep, Schaepman, Beets en Ten Kate
samen in n vigelant, ik heb trouwens al gezegd
meer van heiligen dan van makelaars te houden,
maar het meest houd ik van poëten en prozaïsten.
Nu is dit het aardige, dat in do
Multatuliwaardeeringen der heeren Swart en v. d. Goes
de uitersten elkaar raken. Zóó komt het, dat de
rezultaten van beider beschouwing de zelfde zijn.
De-waardeering van den heer Swart kan Multatuli
niet begrijpen, de waardeering van den hoer v. d.
Goes grijpt hooger nog dan Multatuli. Do heer
Swart heeft een soort van grove intuïtie, die hem
heeft doen inzien, dat er aan die persoonlijkheid
van Multatuli iets haperde, dat M'.iltatuli in alle
geval niet is een normaal groot schrijver; de heer
v. d. Goes hoeft de zelfde overtuiging omtrent
Multatuli, maar bij hem is die overtuiging uit een
beredeneerd begrip van Miiltatulies abnormaliteit
geboren. De waardeeringen der heeren Swart en
v. d. Goes staan tot Multatuli, als de mceningen
van een boer en van een heer tot een boerezoon,
die kellner is geworden. Heere-me-tijd! Gerrit!"
zegt de boer, wat hri-jij daar voor malle sptille
an je lijf, je ziet er waarentig uit as 'n heele
meheer, . ..- hoe is het nou mit je? scheelt 'et
je in je bovenste verdieping!" En de heer zegt:
ja, die man heeft wel stijf linnen en een zwarten
rok aan, maar 't is toch geen heer, 't is een
kellcer". De heer Swart vertegenwoordigt de
hollandscha literaire meening van 1840, die nog niet tot
het admitteercn van talenten als Multatuli toe
was, de heer v. d. Goes die van 1888, dia daar
al lang overheen is.
De heer v. d. Goes verzet zich niet tegen
details in de verhandeling van den heer Swart,
want hij vindt dat de heer Swart in al zijn
mcdedeelingen en beweringen en detail gelijk heeft
De heer v. d. G. vindt alleen, dat de heer
Swart on gros" ongelijk heeft. Van zijn stand
punt'' heeft de heer Swart gelijk, maar dat stand
punt is een verkeerd standpunt. Kn nu zou het
den litteratuurkriliek nog maar matig belangrijk
voorkomen, welk standpunt de medische weten
schap tegenover Multatuli wenseht in te nemen,
ware het niet, dat haar vertegenwoordiger dr. Swart
.zijn standpunt aan de ncderlandsche lezers als
ook voor hen het ware aanwijst, en daartegen
komt de heer v. d. Goes op. Het is als stond daar
een mooi meisje. Hoor nu den heer Swart: Ik zeg
en ik houd vol, dus spreekt hij, dat dat niets
anders is dan op een zekere manier samcngczette
beenderen, vel, zenuwen, bloed, tanden, haar, enz.
en ik raad ieder, die verstandig wil wezen, aan,
daar net 700 over te donken als ik. En ik zeg en
houd vol, andwoordt de heer v. d, Goes, dat het
wél iets anders is, namelijk: een mooi meisje, en
ik raad ieder, die verstandig wil wezen, aan. daar net
zoo over te denken als ik, want het verstandigst
voor iedereen is zich zoo gelukkig mogelijk te
maken. Het geluk nu bestaat in het ondervinden
van aangename aandoeningen. Daar staat nu dat
mooye meisje. Denk ik nu: dat is niets dan been
deren, enz., dan krijg ik geen aangename aan
doening, maar denk ik: wat is dat oen mooi
meisje, dan stel ik mij ontvankelijk voor een on
eindig aantal aangename aandoeningen.
En nu vind ik toch ook dat in hoogste ressort
de heer v. d. Goes alleen gelijk heeft. Dr. Swart
heeft gelijk in alles wat hij beweert, behalve
hierin, dat het goed zou zijn, die dingen te be
weren. Wij hebben hier niet te doen met een
waarheid en een illuzie, maar met twee waar
heden. Het is waar, dat het mooye meisje een
samenstel is van beenderen enz., maar het is ook
waar, dat het mooye meisje is: een mooi meisje.
En nu is de laatste waarheid belangrijker voor
het algemeen menschengeluk dan de eerste. Om
gelukkig te leven, heeft men duizendmaal meer
noodig waarheden van de laatste, dan van de
eerste katogorie Indien de menschen zich
tegenover hun medemenschen en tegenover het
leven op het standpunt gingen plaatsen dat de
heer Swart hun als het vcrkieslijkste aanwijst,
.zou het laatste gevolg do totale absentie van
eigenlijk léven zijn. Want niet alleen als men
een gedicht zou lezen, zou men moeten denken:
nu ja, dat is een produkt van oen vreemd, onge
wone gegroeide hersenmassa, maar ook als uw
vrouw u een zoen geeft, zoudt gij u haar gevild
moeten voorstellen met de mekaniek van het de
zoen-bewcging makende vleesch. Alle genot, dat
gij van het gedicht en den zoen kunt hebben, ver
beurt ge op die manier. Gij léft dus minder, want
die het leven zoo veel mogelijk geniet, die leeft
het meest. Een pasteitje is iets meer dan de
manier, waarop het wordt klaar gemaakt, het
leven is iets meer dan de geschiedenis van zijn
wording. Laten wij het pleizierig vinden, dat de
jnenschen vellen en fyzionomiën hebben, en ons
niet liever verbeelden, dat zij zonder vel
rondloopen. Laten wij het leven niet villen, maar het
liever erg bekijken.
Oct. '88. L. VAN DBYSSEL.
1) In den N. Gids van Aug. '88. De heer
Swart heeft in de voorreden der afzonderlijke
uitgave van zijn geschrift, aan de oppozitie in
den N. Gids, waarvan de mijne een onderdeel
was, geandwöord, dat hij de taal, het eigenaar
dige hollandsch van den N. Gids niet verstond.
Dat iemant, die literair zoo buitengemeen onont
wikkeld is als de heer Swart, van de gedichten,
novellen, enz., die in den N. -Gids verschenen
zijn, zoo iets zegt, is zeer verklaarbaar. Maar
mijn stukje, over zijn Multatuli-artikel, was
heelen-al als een gewoon praatje geschreven, zoo dat
ieder-een, hoe zeer ook verstoken van alle lite
raire notie, dat dadelijk begrijpen kon. Ik ver
moed daarom, dat de heer Swart de oppozitie
beanclwoord heeft, zonder van haar argumenten
kennis te hebben genomen.
2) Namelijk dat het werk van Multatuli niet
goed is, abnormaal is.
3') De Gids van Juli, blz 75.
Blond en Blauw. Novellen, door Fiore
della Neve. Amsterdam. Tj. van
Holkcma.
Sint-Nikolaas is in aantocht. De uitgever van
het Weekblad, die reeds zoo menig papieren kindje
in de wereld heeft geholpen, weet, dat, men tegen
dien tijd van onze pers goede gaven verwacht,
gaven, die het schenken waard zijn en die op eene
dankbare ontvangst kunnen rekenen; gaven, die
liet boudoir dadelijk kunnen versiereu, maar daar
niet te pronk blijven liggen om nooit met liet
vouw been kennis te maken; gaven die beseheiden
genoeg zijn om van de beurs geen al te zware
offers te vragen, en genoeg beteekenis hebben, om
niet spoedig te worden vergeten. Dus eticas
Kiitniyes", sierlijk van vorm en aantrekkelijk vau inhoud.
Dit overlegd hebbende, heeft de heer Vaullolkema
zich gewend tot Fiore dclla Neve, hetgeen bewijst,
dat, hij in onze letterkundige wereld goed tehuis
is en ook zijn publiek kout. De dichter heeft/.ijnc
portefeuille nagozicu en oud en nieuw bijeen ver
gaard, eu de uitgever heeft hem voor de goede
keuze beloond, door voor een keurigcu en sin/iigf-n
omslag te zorgen. Daar zien wij de Jlori r/ellti
r/ene, de sneeuwklokjes gn/aiithus nicalis zeggen
de geleerden ??die de dichter in zijn wapen voert,
sedert hij op een Sint Nieolaas-avond zijne
lauclgenooten met, zijn Liefde in het Zuiden verraste.
Drie sneeuwklokjes in natura, en drie gestyliseord,
en dat alles beschenen door ecu blauw zonnetje,
klaarblijkelijk de zon uit, de blauwe landen dor
fantasie, waarvan de dichter zingt inderdaad,
uitgever en schrijver hebben hier iu zeldzame har
monie gewerkt.
Fiore della Neve heeft niet, ten onrechte zijn
pseudoniem aan een zuidelijke taal ontleend. Er
is ook in dezo novellen een exotisch tintje te be
speuren, dat zich ni,;t slechts openbaart in een
duidelijke voorliefde voor uitlieeiusclie omgeving
en in eene zekere elegantie, die niet op
X'ederlaiKÏsehen bodem schijnt, iu zijn pek»eekt, iiianr
vooral iu eene bewuste of onbewuste reactie tegen
het streven van onze dagen om de schilderijtjes
met de pon te maken tot beredeneerde
photograp'iicën en de grijze en grauwe tinten der werke
lijkheid te verkiezen boven den kleurengloed der
romantiek. Spccifiek-ilollandsche novellen zijn
iu den bundel niet te vinden, al is hij iu goed
verzorgd Nederlaudsch geschreven. Pcrtiu's te/i:e,
zoo heet de novelle die het, meest aanspraak kan
maken op de naam vau eeue psychologische studie.
had evengoed in elk ander beschaafd land dan
i Holland kunnen geschieden, al heet de heldin ook
j Areutinc van Oud-Leuveuum en de held dokter
j Termonde. Iu Je ? geeft, de gratie de ll'tai de
l lokale kleur. Iu liet ruikertje riolen gant het be
paald Spaansch toe: wij profiteercn hier zeker
van de voorstudiëu, bij het schrijven van
's dichters eerste werk gemaakt. Do historie
van den Helm van J'ons de liliyny wordt,
in Rome en tusseheu Eiigelschen afgespeeld,
en een gemaskerd bal doet, ons kennis maken met
Viviane en Laneelot, met echt, goudbrokaat en
fijne glanzige stollen mot /.ilvcrachtigeu en
regcnboogklcurigeu weerschijn. Do ticcessoirex. wa.armcde
Fiore della Neve zijn figuren omringt, zijn meestal
even gcsoigncerd als gedistingeerd; de lezer /.al
ons deze ouliollandsche aanduidingen ten goede
houden, als wij bekennen, dat, ons telkens weer de
lust bekroop om de novellen van Bo,i// en Jllnn'r
iu het, Fransch te vertalen, of liever nog, ze door
! ccne bekwame eu bevoegde hand in die taal over.
gebracht te zien. Iu 'De lïoxico i'fii Axtnr-Onr/ifie
is een fait ciicers, dat de Amerikiiansche wereld
lang heeft beziggehouden, op keurige wijze met,
l eene zeer Ainorikaansclic, in dit geval meer of
i min onwaarschijnlijke liefdesgeschiedenis tot een
boeiend verhaal samengcweven. De nog niet ge
noemde stukjes De inile C/imclia'" en /i'oc^/vo/;",
maken eer aanspraak op clen naam van sprookjes
dan o;> dion van novelle.
Fiore della. Neve's eigenaardig genre heeft zijn
eigenaardige aantrekkelijkheden. ]lij is een goed
en onderhoudend verteller, weet, den knoop handig
te leggen cu hem handig weder te ontwarren. Hij
is altijd beschaafd en dikwijls smaakvol. 11 ij pakt
en schokt niet, maar heeft, eer iets vrouwelijks in
zijne wijze vau uitdrukking, een afkeer van alles
waaraan men de handen zou kunnen vuilmaken of
den voet zou kunnen stooteu. Men begaat
gecnerlei onvoorzichtigheid, maar bewijst menigeen
een dienst, wanneer men zijn bundel wenscht in
de handen van velen. p dien grond mogen wij
voorspellen, dat, bij hen, die Fiore dclla Neve's
talent weten te waardeercn, de verschijning van
Blond en Ma-uw den band zal versterken, die hen
met hun dichter verbindt.
VARIA.
PLASTISCHE KUXST.
De AJ/erdeen Art Gallery heeft van den heer
J. F. White ten geschenke ontvangen een schil
derij, getiteld: de Nénuphars, door den nestor
onzer landschapschilders en voorlooper van de
gevoelsrichting in het Hollandsche landschap, den
heer W. Roelofs, die na langen tijd te Brussel
gevestigd te zijn geweest, zich voor kort metter
woon in den Haag heeft neergezet.
Een groep Rotterdamsche schilders want er
schijnen in Rotterdam schilders te zijn, en die
bij gebrek aan een betere wyze van zich te uiten,
het passend vinden op deze manier hun collectief
kunstgevoel lucht te geven hebben naar aan
leiding van de tentoonstelling in de Rotterdamsche
kunstclub, waarover men ons eenige weken geleden
een min gunstig oordeel schreef, aan den heer
Theodule Ribot te Parijs een schrijven gericht van
den volgenden inhoud:
De ondergeteekenden, Rotterdamsche kuns
tenaars, die de negen en veertig schilderijen van
der. heer Theodule Ribot, op dit oogenblik in de
kunstclub te Rotterdam tentoongesteld, hebben
gezien en bewonoerd, betuigen hem hun oprechten
dank voor het wel aan hun landgenooten hebben
willen toonen van zulk een fraaie verzameling
zijner schilderijen, en bieden dezen meester hun
hulde en hun groote bewondering voor zijn werk,
waarin zij met vreugde zulk een innige verwant
schap met de groote meesters der zeventiende
eeuw hebben ontdekt."
Van den grand old man" bestaan af heel wat
geschilderde portretten. Voor Leubach, Whistler
en Frank Holl poseerde Gladstone evenals voor
de meeste hedendaagsche Engelsche portretschilders
van naam. Het laatste afbeeldsel van hem werd
geschilderd door den jongen portrettist Thaddeus
en dit is nu door Frank Stemberg in
mezzotintmanier gereproduceerd.
Van het smakelijke nieuwe Fransche maand
schrift de Revue Universelle illustrée" is nu reeds
de vijfde aflevering verschenen. Het schijnt met
lust geredigeerd te worden en is bepaald
aanbevelenswaard voor leesgezelschappen die een
goedkoop artistiek geïllustreerd Fransch tijdschrift
willen hebben.
In Grosvenor Gallery te Londen is op 't oogen
blik de eerste Eugelsehe tentoonstelling van
pasteltcekeuing te zien. Er zijn verscheiden
Franschen geïiiviteerd, zoodat bet beste werk er van
vreemdelingen is. Ook ging mede van een vreemde
ling do beweging uit voor pastei in Engeland, en
wel van den heer llubert Vos, van wien ook op
deze tentoonstelling verschillende teekeningou
aanwezig zijn.
De Engelscbe aquafortist Macbeth is in het
Musco del Prado te Madrid bezig twee schilde
rijen van Titiaan, en drie van Yelasquez te etsen.
In het laatste Zondagsblad van het Katholieke
Dagblad het Centrum vindt men een kunsteloos
geschreven beschouwing over de
Arti-tcntoonstelling waarin meer liberale gezindheid is dan in
de uitvoerige besprekingen door de geroutineerde
en meer gezaghebbende critici onzer groote liberale
couranten. De schrijver die uitgaat van het juiste
begrip dat kunst is een belichaamd zicle'evcn"
eindigt zijn incomplete maar interessante kritiek
alüus: ..'t V, as voor alles mijn doel om door de
Kenmerken der aangeduide schilderijen het publiek
een wat ruimer denkbeeld van kunst te geven;
't is hard voor een kunstenaar de inspanning van
zijn hoogste, 'zijn heiligste krachten zoo dikwijls
slechts beloond te zien door een oppcrvlakkigen
en vluchtigen oogopslag; zoovelen to:h beschouwen
het vervaardigen van schilderijen (ik spreek hier
alleen van ware kunst) als eene curieuze, belang
wekkende fabricatie en bezichtigen do mooiste
schilderijen, zooals zij 't een of ander kunstmatig
mozaïckwerk zonden bekijken. En schilderijen
moet men Z'Cii mei ooije», ja, muur f/cnieten met
het h«rt"\
In het DuijUad roor Nederland wordt de
Artitentoonstelling op uitnemende wijze besproken
door den beer O X. T. Stemming.
Voor den bouw van een toren op den gothicschcn
j Dom te ijchwerin heeft de
graat'Berustoril-Wcdcnj dorf, de grootste grondbezitter ia Meekleiiburg
:-!l;">.000 Mark geschonken.
In Lübeck overleed op l X'ov. Hans Spechter,
schilder en tcekenaar. Te Parijs stierf den 2dcn
November do beeldhouwer Ciwries Dogcorge. Do |
Italiannschc schilder (iiorgio Toncllo is te Borgo [
San Dalmazzo overleden. En te Caen stierf 73 j
jaar oud de beeldhouwer Auguste Lcchesne.
De beer J. Jessnrun de Mesqnita, 23
Bnrman| si raat, Amsterdam, geeft een werk uit in vier doelen,
bevattende elk twintig fotografiën in groot formaat, '
en getiteld: Les Monumen'.s et I5as-lïelicfs
Egyptiens du Musée d'Antiquités des Pays-Bas a Leide.''
De prijs van het gchccle werk is / 200. j
De jaarlijksche tentoonstelling van het Instituut i
van Olievei'fschilders te Londen is geopend. De i
schilderijen zijn geplaatst naar een nieuw systeem, i
zoodat nu elk werk goed gezien kan worden, en j
er zijn een homieruvijftig schilderijen minder dan
anders aangenomen. Op de etreplaats hangt een j
schilderij van Alma Tadema Study" genoemd, en j
dat gezegd wordt meer frischheid en spontaneiteit
te bezitten, dan men gewoon is te vinden in het
werk van dezen Anglo-Fries. Verder vindt men
i er ook twee portretten van onzen vroegeren land
genoot llubert Vos.
i Tn de Artistcs célèbres'', de serie geïllustreerde
kunstenaars-biografieën, die tegen zoo billijken
prijs door de librairie de l'Art'1 te Parijs wordt
uitgegeven, is thans verschenen: Paul Veronèse
door Charles Yriarte.
Zangen der Zee' door Louise van Xagel, met
illustraties van Heemskerck van Beest is een waar
schijnlijk voor Sint-Xikolaas-cadeau bestemd
boekje, dat, van een Hollandsch uitgeversstandpunt
gezien, royaal is geëquipeerd. Maar men mag het
jammer noemen dat zulke onbeteckenende pren
tjes als deze zeegezichten van den gewezen zee
officier met zulk een zorg op zulk mooi papier
gedrukt worden.
Een prachtwerk is verschenen: Les Chiens et
les Chats" d'Eugène Lambert, met tekst van G.
de Cherville en een voorrede van Alexander Dumas.
Bij vijf exemplaren van deze uitgaaf krygt men
op den titel een aquarel van Lambert zelf. De
prijs van zulk een exemplaar is duizend francs.
Te Liverjjool zal binnenkort worden gehouden
een Kunstcongres onder presidium van sir
Fredqrich Leighton, den voorzitter der Engelsche
Koninklijke Academie. Het is nog niet bekend
of tegelijk ook een tentoonstelling zal worden ge
houden.
De Haagsche artiesten Jozef Israëls en II. W.
Mesdag en de te Brussel wonende Hollandsche
schilder J. H. L. de Haas, die de Hollandsche
kunstafdeeling van de Milnchener tentoonstelling
inrichtte, zijn benoemd tot eereleden der Konink
lijke Academie van Schoonc Kunsten teMünchen.
TOONEEL EX MUZIEK.
De Opéra Comique te Parijs, wier omheinde
bouwvallen nog op bedeu den eleganten Boule
vard des Italiens ontsieren, zal nu toch op de
oude plaats weder worden opgebouwd. De in
deze betrokken bouw-commissie heeft zich een
stemmig daarvoor verklaard, maar onder voor
waarde, dat het front gekeerd zou zijn naar den
Boulevard, hetgeen bij het afgebrande gebouw
niet het geval was. De gezamenlijke kosten wor
den op Q]4 millioen geraamd, een kleinigheid in
vergelijking met de ongehoorde sommen die het
prachtig gebouw der Grooto Opera heeft verslon
den. Of er een prijsvraag voor het beste bouw
plan zal worden uitgeschreven is nog niet beslist,
aangezien de Minister van schoone kunsten, Ed.
Lockroy, zicb heeft verklaard tegen een daartoe
strekkend verzoek van den afgevaardigde
Steenacker. Voor de uit te schrijven prijsvraag had
de commissie 30.000 Fr. verlangd.
Te Berlijn speelt men in het Wilhelm-Stadtisches
Theater op nieuw Kakadu de Diütsche bewer
king van ffenbach's }rcrt-vert, ook in het theater
Frascati van de HI1. Pro t en Zn. dezer dagen als
Kcdrtioc opgevoerd en dit geeft een der bladen
aanleiding om in herinnering te brengen, dat
Offenbacb' operette-teksten vaak door de meest
geëerde modellen geïnspireerd zijn. Niemand
minder dan Disraeli gaf aan Crémieux der Orphée
aux knfers aan de band; Lu belle Helene dateert
van Homerus, L:i julie i>arftnneuse eigenlijk van
Cervantcs.
Wat Aakatoe (Vert-Vert) betreft, het stuk is
ontleent aan een satiriek epos uit de acht
tiende eeuw, van Gresset. Deze vertelt hoe
een papegaai, in een nonnenklooster opgevoed
en door de zusters en de kostmeisjes bedorven,
ontvluchtte, en op een schip, onder matrozen en
reizigers van allerlei slag, alle sporen van zijn
goede opvoeding verloor. ifenbach laat den pape
gaai in het eerste bedrijf begraven; de kostmeisjes
op het tooneel is het klooster een kostschool
geworden moeten toch iemand om te bederven
hebben, en kiezen daarom een argcloozen knaap,
Valcntin. Ook deze ontvlucht, en als hij terug
komt, beeft bij voldoende avonturen gehad, ea
kennis van de wereld opgedaan, om de geheele
kostschool te revolutionneeren.
Een operette lm Namen des Gesetzes van
Siegfricd Ochs, te Berlijn, heeft veel succes gehad.
Siegf'ried Ochs maakte reeds als student te
Heidelberg naam door een aardige muzikale scherts; hij
gaf de volkswijs 's Kornuit ein Vogel getlogon," pp
de wijze van twintig beroemde componisten uit
gewerkt, in het licht; deze verzameling van
pasticJtcs bezorgde hem grooten naam in de muzikale
wereld, thans hoopt de kritiek in hem een nieuwen
Lortzing te begroeten Hij maakte zelf ook den
tekst van zijn operette.
Edwin Booth, de beroemde Amerikaansche
trcurspclspcler, keert het volgend jaar, tot het geven
cener serie gastvoorstollingen, weder naar
Duitschland terug. Hem vergezelt ditmaal een tweede
Amerikaansche tooneeispeler, Mr. Barrett.
De dichter W. S, Gilbort, die den aardigen
tekst voor de opcrettcn van Sullivan heeft ge
schreven, heeft een blijspel voltooid, getiteld
Ijrantingham Hall'', dat binnenkort op hot St.
James Theater zal worden vertoond.
LETTEREN EX WETENSCHAP.
Van de band van den beer Jacob de Haas Jz.
verscheen bij de uitgevers Joh. Knschedéen Zoon,
te Haarlem, eene lide'uliutj tol de wijxbcfjeerte.
Deze inleiding" is op zich zelf een veelomvattend
werk, verdoold in vijf hoofdstukken: Begrip der
wetenschap cu der wijsbegeerte; de wijsbegeerte
in het stelsel der wetenschappen; de betrekking
van afhankelijkheid en de methode der uiteen
zetting; doel van wetenschap en wijsbegeerte; en
karakteristiek der wijsbegeerte. Een
bcoordeelende studie van het werk door bevoegde hand
zien wij tegemoet. Hetgeen echter ook den niet
wijsgeerig ontwikkelden lezer belang kan inboe
zemen, is de Voorrede. De schrijver zet voor
eerst daarin uiteen, wat zijn Inleiding wil zijn:
..niet eene propaedeusis voor de beoefening der
wijsbegeerte, nog veel minder een voor
eerstboginuendcn bestemd compendium der Philosophie,
ook niet eene leer der methode, zij wil den lozer
in staat stellen, om in zijne gedachten bet stelsel
van wijsbegeerte, dat de schrijver hoopt te ont
vouwen, in de brecde lijst der algemccne weten
schap te zetten", ,,'^ij staat derhalve", vervolgt
de heer de Haas, in het nauwste verband tot don
grooten wetenschappelijke!! arbeid, welks volvoe
ring ik voor mijn levenstaak houd."
Maar vervolgens deelt de schrijver in de Voor
rede mede, boe zich bij hem de overtuiging van
die levenstaak gevestigd beeft. Hij beschrijft do
omkeering, die In zijn gemoed plaats greep, en
die hem deed besluiten, zijne voorheen aangeboden
idealen vaarwel te zeggen, en inet opoffering van
voor (zijne) studiën gunstige vooruitzichten een eng
en hobbelig pad te kiezen om door het leven te gaan.
Eene ernstige overtuiging en een onbegrensde eer
bied voor de waarheid moesten (hein) bezielen, om.