De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 18 november pagina 5

18 november 1888 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 595 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. kenmerkt zich door het alleen huldigen van wat men gezond-verstand noemde. Dit zoo-genaamd e gezond-verstand was een verstand van een vette boersche gezondheid. De kunst hoefde niet meer hoog, fijn, grootsch, teeder en woest te zijn; zij moest verstandig, aangenaam, bevallig aardig, lief en fraai wezen Zij moest begrijpelijk zijn, in ?dien zin, dat de gedichten, de romans, de no vellen, de satiren, enz. dadelijk door eiken snui ter, die zijn hoogste hoogere-burgerschool-klas achter den rug had, begrepen moesten kunnen worden. Verder waren de meeningen zóó: de metafyzika, de grieksche en latynsche talen, alles wat niet leidde tot dadelijk gezellig nut of vrien delijke avond-passeering, dat waren allemaal tierlantijntjes en wissewasjes, die maar naar de maan moesten geholpen worden. Het was de zui vere uiting van het intens-burgerlijke, het opper?ylakkig-voldane. in de literatuur. Nie's is inge wikkeld, zegt Multatuli, Rembrandt en Rafaël zijn a» prullen, goede fin slechte verzen is het zelfde. En, zijn kunst-ideën in praktijk brengend, schreef hij zelf den Max Havelaar", een sentimenteele ?en filanthropische redevoering, zich kenmerkend door een zelfde soort welsprekcndheids-talent, als men kan waarnemen in de speechen van bankiers, die als eere-voorzitters vergaderingen van liefdadigheidsgenootschappen openen; schreef hij zelf Woutertje" een gering-artistieke en in haar «auserie-vorm typiesch burgerlijke satire. III. Ik zou niet graag doorgaan voor een verwaand iemant, die brutaal tegen Multatuli durft zijn. Ik vind bepaald dat Multatuli veel meer beteokent dan Van Lennep, Schaepman, Beets en Ten Kate samen in n vigelant, ik heb trouwens al gezegd meer van heiligen dan van makelaars te houden, maar het meest houd ik van poëten en prozaïsten. Nu is dit het aardige, dat in do Multatuliwaardeeringen der heeren Swart en v. d. Goes de uitersten elkaar raken. Zóó komt het, dat de rezultaten van beider beschouwing de zelfde zijn. De-waardeering van den heer Swart kan Multatuli niet begrijpen, de waardeering van den hoer v. d. Goes grijpt hooger nog dan Multatuli. Do heer Swart heeft een soort van grove intuïtie, die hem heeft doen inzien, dat er aan die persoonlijkheid van Multatuli iets haperde, dat M'.iltatuli in alle geval niet is een normaal groot schrijver; de heer v. d. Goes hoeft de zelfde overtuiging omtrent Multatuli, maar bij hem is die overtuiging uit een beredeneerd begrip van Miiltatulies abnormaliteit geboren. De waardeeringen der heeren Swart en v. d. Goes staan tot Multatuli, als de mceningen van een boer en van een heer tot een boerezoon, die kellner is geworden. Heere-me-tijd! Gerrit!" zegt de boer, wat hri-jij daar voor malle sptille an je lijf, je ziet er waarentig uit as 'n heele meheer, . ..- hoe is het nou mit je? scheelt 'et je in je bovenste verdieping!" En de heer zegt: ja, die man heeft wel stijf linnen en een zwarten rok aan, maar 't is toch geen heer, 't is een kellcer". De heer Swart vertegenwoordigt de hollandscha literaire meening van 1840, die nog niet tot het admitteercn van talenten als Multatuli toe was, de heer v. d. Goes die van 1888, dia daar al lang overheen is. De heer v. d. Goes verzet zich niet tegen details in de verhandeling van den heer Swart, want hij vindt dat de heer Swart in al zijn mcdedeelingen en beweringen en detail gelijk heeft De heer v. d. G. vindt alleen, dat de heer Swart on gros" ongelijk heeft. Van zijn stand punt'' heeft de heer Swart gelijk, maar dat stand punt is een verkeerd standpunt. Kn nu zou het den litteratuurkriliek nog maar matig belangrijk voorkomen, welk standpunt de medische weten schap tegenover Multatuli wenseht in te nemen, ware het niet, dat haar vertegenwoordiger dr. Swart .zijn standpunt aan de ncderlandsche lezers als ook voor hen het ware aanwijst, en daartegen komt de heer v. d. Goes op. Het is als stond daar een mooi meisje. Hoor nu den heer Swart: Ik zeg en ik houd vol, dus spreekt hij, dat dat niets anders is dan op een zekere manier samcngczette beenderen, vel, zenuwen, bloed, tanden, haar, enz. en ik raad ieder, die verstandig wil wezen, aan, daar net 700 over te donken als ik. En ik zeg en houd vol, andwoordt de heer v. d, Goes, dat het wél iets anders is, namelijk: een mooi meisje, en ik raad ieder, die verstandig wil wezen, aan. daar net zoo over te denken als ik, want het verstandigst voor iedereen is zich zoo gelukkig mogelijk te maken. Het geluk nu bestaat in het ondervinden van aangename aandoeningen. Daar staat nu dat mooye meisje. Denk ik nu: dat is niets dan been deren, enz., dan krijg ik geen aangename aan doening, maar denk ik: wat is dat oen mooi meisje, dan stel ik mij ontvankelijk voor een on eindig aantal aangename aandoeningen. En nu vind ik toch ook dat in hoogste ressort de heer v. d. Goes alleen gelijk heeft. Dr. Swart heeft gelijk in alles wat hij beweert, behalve hierin, dat het goed zou zijn, die dingen te be weren. Wij hebben hier niet te doen met een waarheid en een illuzie, maar met twee waar heden. Het is waar, dat het mooye meisje een samenstel is van beenderen enz., maar het is ook waar, dat het mooye meisje is: een mooi meisje. En nu is de laatste waarheid belangrijker voor het algemeen menschengeluk dan de eerste. Om gelukkig te leven, heeft men duizendmaal meer noodig waarheden van de laatste, dan van de eerste katogorie Indien de menschen zich tegenover hun medemenschen en tegenover het leven op het standpunt gingen plaatsen dat de heer Swart hun als het vcrkieslijkste aanwijst, .zou het laatste gevolg do totale absentie van eigenlijk léven zijn. Want niet alleen als men een gedicht zou lezen, zou men moeten denken: nu ja, dat is een produkt van oen vreemd, onge wone gegroeide hersenmassa, maar ook als uw vrouw u een zoen geeft, zoudt gij u haar gevild moeten voorstellen met de mekaniek van het de zoen-bewcging makende vleesch. Alle genot, dat gij van het gedicht en den zoen kunt hebben, ver beurt ge op die manier. Gij léft dus minder, want die het leven zoo veel mogelijk geniet, die leeft het meest. Een pasteitje is iets meer dan de manier, waarop het wordt klaar gemaakt, het leven is iets meer dan de geschiedenis van zijn wording. Laten wij het pleizierig vinden, dat de jnenschen vellen en fyzionomiën hebben, en ons niet liever verbeelden, dat zij zonder vel rondloopen. Laten wij het leven niet villen, maar het liever erg bekijken. Oct. '88. L. VAN DBYSSEL. 1) In den N. Gids van Aug. '88. De heer Swart heeft in de voorreden der afzonderlijke uitgave van zijn geschrift, aan de oppozitie in den N. Gids, waarvan de mijne een onderdeel was, geandwöord, dat hij de taal, het eigenaar dige hollandsch van den N. Gids niet verstond. Dat iemant, die literair zoo buitengemeen onont wikkeld is als de heer Swart, van de gedichten, novellen, enz., die in den N. -Gids verschenen zijn, zoo iets zegt, is zeer verklaarbaar. Maar mijn stukje, over zijn Multatuli-artikel, was heelen-al als een gewoon praatje geschreven, zoo dat ieder-een, hoe zeer ook verstoken van alle lite raire notie, dat dadelijk begrijpen kon. Ik ver moed daarom, dat de heer Swart de oppozitie beanclwoord heeft, zonder van haar argumenten kennis te hebben genomen. 2) Namelijk dat het werk van Multatuli niet goed is, abnormaal is. 3') De Gids van Juli, blz 75. Blond en Blauw. Novellen, door Fiore della Neve. Amsterdam. Tj. van Holkcma. Sint-Nikolaas is in aantocht. De uitgever van het Weekblad, die reeds zoo menig papieren kindje in de wereld heeft geholpen, weet, dat, men tegen dien tijd van onze pers goede gaven verwacht, gaven, die het schenken waard zijn en die op eene dankbare ontvangst kunnen rekenen; gaven, die liet boudoir dadelijk kunnen versiereu, maar daar niet te pronk blijven liggen om nooit met liet vouw been kennis te maken; gaven die beseheiden genoeg zijn om van de beurs geen al te zware offers te vragen, en genoeg beteekenis hebben, om niet spoedig te worden vergeten. Dus eticas Kiitniyes", sierlijk van vorm en aantrekkelijk vau inhoud. Dit overlegd hebbende, heeft de heer Vaullolkema zich gewend tot Fiore dclla Neve, hetgeen bewijst, dat, hij in onze letterkundige wereld goed tehuis is en ook zijn publiek kout. De dichter heeft/.ijnc portefeuille nagozicu en oud en nieuw bijeen ver gaard, eu de uitgever heeft hem voor de goede keuze beloond, door voor een keurigcu en sin/iigf-n omslag te zorgen. Daar zien wij de Jlori r/ellti r/ene, de sneeuwklokjes gn/aiithus nicalis zeggen de geleerden ??die de dichter in zijn wapen voert, sedert hij op een Sint Nieolaas-avond zijne lauclgenooten met, zijn Liefde in het Zuiden verraste. Drie sneeuwklokjes in natura, en drie gestyliseord, en dat alles beschenen door ecu blauw zonnetje, klaarblijkelijk de zon uit, de blauwe landen dor fantasie, waarvan de dichter zingt inderdaad, uitgever en schrijver hebben hier iu zeldzame har monie gewerkt. Fiore della Neve heeft niet, ten onrechte zijn pseudoniem aan een zuidelijke taal ontleend. Er is ook in dezo novellen een exotisch tintje te be speuren, dat zich ni,;t slechts openbaart in een duidelijke voorliefde voor uitlieeiusclie omgeving en in eene zekere elegantie, die niet op X'ederlaiKÏsehen bodem schijnt, iu zijn pek»eekt, iiianr vooral iu eene bewuste of onbewuste reactie tegen het streven van onze dagen om de schilderijtjes met de pon te maken tot beredeneerde photograp'iicën en de grijze en grauwe tinten der werke lijkheid te verkiezen boven den kleurengloed der romantiek. Spccifiek-ilollandsche novellen zijn iu den bundel niet te vinden, al is hij iu goed verzorgd Nederlaudsch geschreven. Pcrtiu's te/i:e, zoo heet de novelle die het, meest aanspraak kan maken op de naam vau eeue psychologische studie. had evengoed in elk ander beschaafd land dan i Holland kunnen geschieden, al heet de heldin ook j Areutinc van Oud-Leuveuum en de held dokter j Termonde. Iu Je ? geeft, de gratie de ll'tai de l lokale kleur. Iu liet ruikertje riolen gant het be paald Spaansch toe: wij profiteercn hier zeker van de voorstudiëu, bij het schrijven van 's dichters eerste werk gemaakt. Do historie van den Helm van J'ons de liliyny wordt, in Rome en tusseheu Eiigelschen afgespeeld, en een gemaskerd bal doet, ons kennis maken met Viviane en Laneelot, met echt, goudbrokaat en fijne glanzige stollen mot /.ilvcrachtigeu en regcnboogklcurigeu weerschijn. Do ticcessoirex. wa.armcde Fiore della Neve zijn figuren omringt, zijn meestal even gcsoigncerd als gedistingeerd; de lezer /.al ons deze ouliollandsche aanduidingen ten goede houden, als wij bekennen, dat, ons telkens weer de lust bekroop om de novellen van Bo,i// en Jllnn'r iu het, Fransch te vertalen, of liever nog, ze door ! ccne bekwame eu bevoegde hand in die taal over. gebracht te zien. Iu 'De lïoxico i'fii Axtnr-Onr/ifie is een fait ciicers, dat de Amerikiiansche wereld lang heeft beziggehouden, op keurige wijze met, l eene zeer Ainorikaansclic, in dit geval meer of i min onwaarschijnlijke liefdesgeschiedenis tot een boeiend verhaal samengcweven. De nog niet ge noemde stukjes De inile C/imclia'" en /i'oc^/vo/;", maken eer aanspraak op clen naam van sprookjes dan o;> dion van novelle. Fiore della. Neve's eigenaardig genre heeft zijn eigenaardige aantrekkelijkheden. ]lij is een goed en onderhoudend verteller, weet, den knoop handig te leggen cu hem handig weder te ontwarren. Hij is altijd beschaafd en dikwijls smaakvol. 11 ij pakt en schokt niet, maar heeft, eer iets vrouwelijks in zijne wijze vau uitdrukking, een afkeer van alles waaraan men de handen zou kunnen vuilmaken of den voet zou kunnen stooteu. Men begaat gecnerlei onvoorzichtigheid, maar bewijst menigeen een dienst, wanneer men zijn bundel wenscht in de handen van velen. p dien grond mogen wij voorspellen, dat, bij hen, die Fiore dclla Neve's talent weten te waardeercn, de verschijning van Blond en Ma-uw den band zal versterken, die hen met hun dichter verbindt. VARIA. PLASTISCHE KUXST. De AJ/erdeen Art Gallery heeft van den heer J. F. White ten geschenke ontvangen een schil derij, getiteld: de Nénuphars, door den nestor onzer landschapschilders en voorlooper van de gevoelsrichting in het Hollandsche landschap, den heer W. Roelofs, die na langen tijd te Brussel gevestigd te zijn geweest, zich voor kort metter woon in den Haag heeft neergezet. Een groep Rotterdamsche schilders want er schijnen in Rotterdam schilders te zijn, en die bij gebrek aan een betere wyze van zich te uiten, het passend vinden op deze manier hun collectief kunstgevoel lucht te geven hebben naar aan leiding van de tentoonstelling in de Rotterdamsche kunstclub, waarover men ons eenige weken geleden een min gunstig oordeel schreef, aan den heer Theodule Ribot te Parijs een schrijven gericht van den volgenden inhoud: De ondergeteekenden, Rotterdamsche kuns tenaars, die de negen en veertig schilderijen van der. heer Theodule Ribot, op dit oogenblik in de kunstclub te Rotterdam tentoongesteld, hebben gezien en bewonoerd, betuigen hem hun oprechten dank voor het wel aan hun landgenooten hebben willen toonen van zulk een fraaie verzameling zijner schilderijen, en bieden dezen meester hun hulde en hun groote bewondering voor zijn werk, waarin zij met vreugde zulk een innige verwant schap met de groote meesters der zeventiende eeuw hebben ontdekt." Van den grand old man" bestaan af heel wat geschilderde portretten. Voor Leubach, Whistler en Frank Holl poseerde Gladstone evenals voor de meeste hedendaagsche Engelsche portretschilders van naam. Het laatste afbeeldsel van hem werd geschilderd door den jongen portrettist Thaddeus en dit is nu door Frank Stemberg in mezzotintmanier gereproduceerd. Van het smakelijke nieuwe Fransche maand schrift de Revue Universelle illustrée" is nu reeds de vijfde aflevering verschenen. Het schijnt met lust geredigeerd te worden en is bepaald aanbevelenswaard voor leesgezelschappen die een goedkoop artistiek geïllustreerd Fransch tijdschrift willen hebben. In Grosvenor Gallery te Londen is op 't oogen blik de eerste Eugelsehe tentoonstelling van pasteltcekeuing te zien. Er zijn verscheiden Franschen geïiiviteerd, zoodat bet beste werk er van vreemdelingen is. Ook ging mede van een vreemde ling do beweging uit voor pastei in Engeland, en wel van den heer llubert Vos, van wien ook op deze tentoonstelling verschillende teekeningou aanwezig zijn. De Engelscbe aquafortist Macbeth is in het Musco del Prado te Madrid bezig twee schilde rijen van Titiaan, en drie van Yelasquez te etsen. In het laatste Zondagsblad van het Katholieke Dagblad het Centrum vindt men een kunsteloos geschreven beschouwing over de Arti-tcntoonstelling waarin meer liberale gezindheid is dan in de uitvoerige besprekingen door de geroutineerde en meer gezaghebbende critici onzer groote liberale couranten. De schrijver die uitgaat van het juiste begrip dat kunst is een belichaamd zicle'evcn" eindigt zijn incomplete maar interessante kritiek alüus: ..'t V, as voor alles mijn doel om door de Kenmerken der aangeduide schilderijen het publiek een wat ruimer denkbeeld van kunst te geven; 't is hard voor een kunstenaar de inspanning van zijn hoogste, 'zijn heiligste krachten zoo dikwijls slechts beloond te zien door een oppcrvlakkigen en vluchtigen oogopslag; zoovelen to:h beschouwen het vervaardigen van schilderijen (ik spreek hier alleen van ware kunst) als eene curieuze, belang wekkende fabricatie en bezichtigen do mooiste schilderijen, zooals zij 't een of ander kunstmatig mozaïckwerk zonden bekijken. En schilderijen moet men Z'Cii mei ooije», ja, muur f/cnieten met het h«rt"\ In het DuijUad roor Nederland wordt de Artitentoonstelling op uitnemende wijze besproken door den beer O X. T. Stemming. Voor den bouw van een toren op den gothicschcn j Dom te ijchwerin heeft de graat'Berustoril-Wcdcnj dorf, de grootste grondbezitter ia Meekleiiburg :-!l;">.000 Mark geschonken. In Lübeck overleed op l X'ov. Hans Spechter, schilder en tcekenaar. Te Parijs stierf den 2dcn November do beeldhouwer Ciwries Dogcorge. Do | Italiannschc schilder (iiorgio Toncllo is te Borgo [ San Dalmazzo overleden. En te Caen stierf 73 j jaar oud de beeldhouwer Auguste Lcchesne. De beer J. Jessnrun de Mesqnita, 23 Bnrman| si raat, Amsterdam, geeft een werk uit in vier doelen, bevattende elk twintig fotografiën in groot formaat, ' en getiteld: Les Monumen'.s et I5as-lïelicfs Egyptiens du Musée d'Antiquités des Pays-Bas a Leide.'' De prijs van het gchccle werk is / 200. j De jaarlijksche tentoonstelling van het Instituut i van Olievei'fschilders te Londen is geopend. De i schilderijen zijn geplaatst naar een nieuw systeem, i zoodat nu elk werk goed gezien kan worden, en j er zijn een homieruvijftig schilderijen minder dan anders aangenomen. Op de etreplaats hangt een j schilderij van Alma Tadema Study" genoemd, en j dat gezegd wordt meer frischheid en spontaneiteit te bezitten, dan men gewoon is te vinden in het werk van dezen Anglo-Fries. Verder vindt men i er ook twee portretten van onzen vroegeren land genoot llubert Vos. i Tn de Artistcs célèbres'', de serie geïllustreerde kunstenaars-biografieën, die tegen zoo billijken prijs door de librairie de l'Art'1 te Parijs wordt uitgegeven, is thans verschenen: Paul Veronèse door Charles Yriarte. Zangen der Zee' door Louise van Xagel, met illustraties van Heemskerck van Beest is een waar schijnlijk voor Sint-Xikolaas-cadeau bestemd boekje, dat, van een Hollandsch uitgeversstandpunt gezien, royaal is geëquipeerd. Maar men mag het jammer noemen dat zulke onbeteckenende pren tjes als deze zeegezichten van den gewezen zee officier met zulk een zorg op zulk mooi papier gedrukt worden. Een prachtwerk is verschenen: Les Chiens et les Chats" d'Eugène Lambert, met tekst van G. de Cherville en een voorrede van Alexander Dumas. Bij vijf exemplaren van deze uitgaaf krygt men op den titel een aquarel van Lambert zelf. De prijs van zulk een exemplaar is duizend francs. Te Liverjjool zal binnenkort worden gehouden een Kunstcongres onder presidium van sir Fredqrich Leighton, den voorzitter der Engelsche Koninklijke Academie. Het is nog niet bekend of tegelijk ook een tentoonstelling zal worden ge houden. De Haagsche artiesten Jozef Israëls en II. W. Mesdag en de te Brussel wonende Hollandsche schilder J. H. L. de Haas, die de Hollandsche kunstafdeeling van de Milnchener tentoonstelling inrichtte, zijn benoemd tot eereleden der Konink lijke Academie van Schoonc Kunsten teMünchen. TOONEEL EX MUZIEK. De Opéra Comique te Parijs, wier omheinde bouwvallen nog op bedeu den eleganten Boule vard des Italiens ontsieren, zal nu toch op de oude plaats weder worden opgebouwd. De in deze betrokken bouw-commissie heeft zich een stemmig daarvoor verklaard, maar onder voor waarde, dat het front gekeerd zou zijn naar den Boulevard, hetgeen bij het afgebrande gebouw niet het geval was. De gezamenlijke kosten wor den op Q]4 millioen geraamd, een kleinigheid in vergelijking met de ongehoorde sommen die het prachtig gebouw der Grooto Opera heeft verslon den. Of er een prijsvraag voor het beste bouw plan zal worden uitgeschreven is nog niet beslist, aangezien de Minister van schoone kunsten, Ed. Lockroy, zicb heeft verklaard tegen een daartoe strekkend verzoek van den afgevaardigde Steenacker. Voor de uit te schrijven prijsvraag had de commissie 30.000 Fr. verlangd. Te Berlijn speelt men in het Wilhelm-Stadtisches Theater op nieuw Kakadu de Diütsche bewer king van ffenbach's }rcrt-vert, ook in het theater Frascati van de HI1. Pro t en Zn. dezer dagen als Kcdrtioc opgevoerd en dit geeft een der bladen aanleiding om in herinnering te brengen, dat Offenbacb' operette-teksten vaak door de meest geëerde modellen geïnspireerd zijn. Niemand minder dan Disraeli gaf aan Crémieux der Orphée aux knfers aan de band; Lu belle Helene dateert van Homerus, L:i julie i>arftnneuse eigenlijk van Cervantcs. Wat Aakatoe (Vert-Vert) betreft, het stuk is ontleent aan een satiriek epos uit de acht tiende eeuw, van Gresset. Deze vertelt hoe een papegaai, in een nonnenklooster opgevoed en door de zusters en de kostmeisjes bedorven, ontvluchtte, en op een schip, onder matrozen en reizigers van allerlei slag, alle sporen van zijn goede opvoeding verloor. ifenbach laat den pape gaai in het eerste bedrijf begraven; de kostmeisjes op het tooneel is het klooster een kostschool geworden moeten toch iemand om te bederven hebben, en kiezen daarom een argcloozen knaap, Valcntin. Ook deze ontvlucht, en als hij terug komt, beeft bij voldoende avonturen gehad, ea kennis van de wereld opgedaan, om de geheele kostschool te revolutionneeren. Een operette lm Namen des Gesetzes van Siegfricd Ochs, te Berlijn, heeft veel succes gehad. Siegf'ried Ochs maakte reeds als student te Heidelberg naam door een aardige muzikale scherts; hij gaf de volkswijs 's Kornuit ein Vogel getlogon," pp de wijze van twintig beroemde componisten uit gewerkt, in het licht; deze verzameling van pasticJtcs bezorgde hem grooten naam in de muzikale wereld, thans hoopt de kritiek in hem een nieuwen Lortzing te begroeten Hij maakte zelf ook den tekst van zijn operette. Edwin Booth, de beroemde Amerikaansche trcurspclspcler, keert het volgend jaar, tot het geven cener serie gastvoorstollingen, weder naar Duitschland terug. Hem vergezelt ditmaal een tweede Amerikaansche tooneeispeler, Mr. Barrett. De dichter W. S, Gilbort, die den aardigen tekst voor de opcrettcn van Sullivan heeft ge schreven, heeft een blijspel voltooid, getiteld Ijrantingham Hall'', dat binnenkort op hot St. James Theater zal worden vertoond. LETTEREN EX WETENSCHAP. Van de band van den beer Jacob de Haas Jz. verscheen bij de uitgevers Joh. Knschedéen Zoon, te Haarlem, eene lide'uliutj tol de wijxbcfjeerte. Deze inleiding" is op zich zelf een veelomvattend werk, verdoold in vijf hoofdstukken: Begrip der wetenschap cu der wijsbegeerte; de wijsbegeerte in het stelsel der wetenschappen; de betrekking van afhankelijkheid en de methode der uiteen zetting; doel van wetenschap en wijsbegeerte; en karakteristiek der wijsbegeerte. Een bcoordeelende studie van het werk door bevoegde hand zien wij tegemoet. Hetgeen echter ook den niet wijsgeerig ontwikkelden lezer belang kan inboe zemen, is de Voorrede. De schrijver zet voor eerst daarin uiteen, wat zijn Inleiding wil zijn: ..niet eene propaedeusis voor de beoefening der wijsbegeerte, nog veel minder een voor eerstboginuendcn bestemd compendium der Philosophie, ook niet eene leer der methode, zij wil den lozer in staat stellen, om in zijne gedachten bet stelsel van wijsbegeerte, dat de schrijver hoopt te ont vouwen, in de brecde lijst der algemccne weten schap te zetten", ,,'^ij staat derhalve", vervolgt de heer de Haas, in het nauwste verband tot don grooten wetenschappelijke!! arbeid, welks volvoe ring ik voor mijn levenstaak houd." Maar vervolgens deelt de schrijver in de Voor rede mede, boe zich bij hem de overtuiging van die levenstaak gevestigd beeft. Hij beschrijft do omkeering, die In zijn gemoed plaats greep, en die hem deed besluiten, zijne voorheen aangeboden idealen vaarwel te zeggen, en inet opoffering van voor (zijne) studiën gunstige vooruitzichten een eng en hobbelig pad te kiezen om door het leven te gaan. Eene ernstige overtuiging en een onbegrensde eer bied voor de waarheid moesten (hein) bezielen, om.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl