Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEEDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.ó95
(hem) die eens y*n yver gloeide in het vooruit
zicht van op rjjperen leeftijd de verhevene leer
*a» Christendoms te zuilen verkondigen als een
boodschap des heils, te doen besluiten, uit zuivere
fcege«rte om met (zyn) geweten in vrede te
kunMB leven, er niet toe over te gaan om belijdenis
af te leggen in de kerk, die (hem) waarachtig
erbMtr -WK, en daarmee tevens de beste
vooruitBcfcten prijs te geven."
i Het is altoos "belangrijk, wanneer degenen wier
?tttdie ia bet analyseeren van begrippen ligt, hun
eicea ontwikkelingsgang tot het voorwerp van
zulk eene analyse maken en dien openhartig
mededeelen; menigeen die in den strijd tusschen
fcerkelijken ijver en vrije gedachte niet, evenals
4o heer de Haas, tot het praktisch beoefenen der
?wijsbegeerte is gekomen, zal met sympathie of
?et nieuwsgierigheid de mededeelingen omtrent
zyne verdere «chreden en bevindingen op dat pad
fiagaan.
Lord Tennyson, de dichter, is weer erg lijdende
aan z^jn oude kwaal, rheumatische jicht. Er zijn
aanvallen van koorts bij gekomen, die reden geven
tot eenige bezorgdheid.
Licht en Schaduw, Indrukken van het Gods
dienstig Leven in Amerika, is de titel van een
werkje waarin de heer P. H. Hugenholtz Jr. een
verslag geeft van de reis die hij in de lente van
dit jaar in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
heeft gemaakt. Dit verklaart waarom de inhoud
van dit boekje niet geheel aan den titel beant
woordt, in zoover de schrijver niet alleen het
zedelyk leven bijna even breedvoerig als het ge
loofsleven behandelt (het een hangt ten nauw
ste met het andere samen, ja het standpunt
"van den heer H. brengt mede, het laatste
in het eerste bijna geheel te doen opgaan), maar
dat een niet onbelangrijk gedeelte ervan aan
onderwijs, litteratuur en journalistiek, benevens
aan de kunst is gewijd. Trouwens dit laatste ge
deelte is niet het minst onderhoudend, en do»t
het geheel veel van de eentonigheid verliezen,
die het aanhoudend verblijf in godsdienstoefenin
gen en bijeenkomsten van moderne unitariërs,
vr\j-religieusen en ethischen voor menigeen allicht
.zou hebben. Het geheel is thans eene genoegzaam
gekleurde, in vele opzichten lezenswaardige
karakterteekemng van Amerikaansche zeden.
Portretten en Herinneringen door Willem
Otto. Uitgave van S. & W. N. van
Nooten te Schoonhoven.
Een net boekje inhoudende een keurige ver
zameling kleine stukjes, waaronder enkele zijn die
met volle gerustheid juweeltjes mogen genoemd
worden. De heer Otto is zeer gelukkig geweest
in het vinden van gevoelige onderwerpen, zoowel
als in het kiezen van komische stof voor zijn
kleine vertellingen en schetsen. Onder vijf-en-dertig"
geen enkel vervelend, maar veel vermakelijke,"
nog meer aandoenlijke" en bovenal ware"' aan
te treffen, mag voor het talent van den auteur
pleiten.
De heer Otto wiens vruchtbare pen eerst onlangs
een Roman voortbracht, toont zich hier in Por
tretten en schetsen" in zijn volle kracht, hij is
ontegenzeggelijk beter novellist dan romanschrijver
en in zijn kleine stukjes legt hij in enkele
bladzyden vol humor en ernst, proeven af van een
v talent dat menigeen hem zal benijden. Voor velen
tzal dit kleine boekje zeker een welkom St.
Nicolaasgeschenk zijn.
HERDENKEN, OOK GEDENKEN.
O, Holland l dierbre naam ! der volkenrol onttogen!
Ach, uwer helden graf versiert uw puiuen niet!
Het noodlot van uw kroost ataat bloedig voor mijn oogen;
De wanhoop smoort mijn lied!
Zoo klonk de weemoedskreet van den dichter
van Hall. Holland door den wereld-veroveraar
uit de rij der volkeren geschrapt, had voor goed
zijn toekomst verloren zien gaan, en wie dorst er
noe aan herstel te denken.
Wie dorst ? Ja zeker, er hoorde moed toe,
om na het noodlottig besluit van den Franschen
keizer, in Juli 1810 den bewoners van de voor
malige Republiek der vereenigde Nederlanden maar
al te duidelijk ter kennisse gebracht, nog aan
Holland's glorie te denken. En waar de gedachten
nog tolvrij konden heeten, de spionnen van Napo
leon waakten er wel voor, dat geen onvoorzichtig
woord uiting zou geven aan denkbeelden, niet juist
passende bij de officieele inzichten.
Holland, een aanslibsel van het Fransche rijk",
moest gedenationaliseerd worden, en mocht de
moedersprake niet met een decreet zijn uit te
roeien, de tierceering der schuld, liet continentale
stelsel en de conscriptie herinnerden schier elk
uur onze vaderen er aan, dat het met de vrijheid
en de gelijkheid en de broederschap voor goed was
gedaan. Met gejuich waren de Fransche broederen
nog geen twintig jaar te voren als redders en ver
lossers binnengehaald, doch wat de wijzen ook van
de toekomst hadden voorspeld, niet een tirannie
zoo drukkend, zoo wreed, zoo vernederend.
Maar wie dacht er in die dagen nog aan de
revolutie van '95? Sinds de vlucht van Willem V
was er zooveel gebeurd, was het wereldtooneel zoo
vaak en zoo snel van aanzien veranderd, dat de
jaren eeuwen schenen ; de dag van gisteren had zoo
veel ellende gebaard, dat die van eergisteren reeds
geheel was vergeten ; en waar men zich in de ge
schiedenis verdiepte, daar was het alleen om stil
te staan bij de glorievolle dagen der Republiek,
toen een Willem de derde te land de Franschcn
versloeg, een Tromp en de Ruijter ter zee het
stoere Albion deden sidderen.
Nu zuchtte het uakroost der Bataven" onder
het juk van den dwingeland; het goede dat liij
schonk nauwelijks tellende, werd slechts de ellende
opgesomd over het vaderland uitgestort. Yeel
jammer was reeds den trouwen onderdanen van
den lammen koning" ten deel gevallen, maar wat
zij nu ondervonden, scheen niet te dragen; de
handel verwoest; de koloniën prijsgegeven
ofwegfekaapt; de bronnen van welvaart verstopt;
bukende onder een schuldenlast van meer dan veer
tig millioen gulden, de schatkist uitgeput; alle
ambten en bedieningen van eenige beteekenis in
handen van vreemdelingen; en dan ten slotte, de
zonen des lands weggevoerd naar den vreemde om
als vee ter slachthank te worden geleid; alle
rechten en vrijheden met voeten vertreden; het
vrije woord, de vrije gedachte aaii banden gelegd
of gesmoord.
Kon het erger?
Gebogen onder het wicht van wee, schreden zij
voort, juist zooals de overweldiger het had
gewenscht, en weldra zouden zij voor goed geknakt
zijn en vernietigd!
Herdenken willen wij nu de dagen van Novem
ber 1813. toen de dageraad der vrijheid weer begon
te gloren; herdenken zullen wij de geboorte van
ons koninkrijk, doch laat ons ook de feiten ge
denken; niet zelf bewierookend, niet prat op onver
diende lauweren, maar lessen puttende uit het
verledene, ons opmakende voor de toekomst.
En de omwenteling van 1813 in hare oorzaken
en gevolgen bevat voor ons menige les.
Door eigen schuld waren wij vernederd gewor
den; inwendig verdeeld, door bittere partij woede
verlamd,waren wij uit de rij der volken geschrapt ;eu
begon onder den druk van den geweldenaar hier en
daar het bloed te gisten,dreven de schrammen en won
den van het schrijnende juk een enkel maal tot verzet,
voor een groot deel hebben wij onze hernieuwde
onafhankelijkheid te danken aau vreemde hulp, is
het Koninkrijk der Nederlanden eeue schepping
der diplomatie.
Heeft Gijsbert Karel van Hogendorp, later bij
gestaan door een Van der Duyn van Maasdam,.
een Limburg Stirum, een De Jonge, een Kempcr
en nog enkele mannen, te weinig gekend, te weinig
herdacht, de revolutie voorbereid; hebbeu zij den
dreigenden springvloed der wilde, woeste harts
tochten van het onzinnige grauw weten te breidelen,
en de volksbeweging hier bezwerende, ginds op
wekkende, weten te leiden, de omwenteling van
1813 is niet geweest een volksopstand, niet de
strijd van den gekluisterden, naar vrijheid
sinaehtenden leeuw, niet het tot daden overslaand ver
zet van een getergd, vertrapt, maar toch zelfbewust
volk, o neen, de goeden niet te na gesproken,
hebben de Nederlanders slechts de vruchten ge
plukt van de omstandigheden, hebben zij even kalm
de zoo vriendelijk aangeboden vrijheid aangeno
men, als zij te voren, moede en mat, het vreemde
juk zich op de schouders hadden laten leggen.
Onder de Fransche dwingelandij mocht men stil
weenen en klagen, op sommige plaatsen een opstootje
organiseerea, Jaeob Rek, die te Zaandam aau het
hoofd had gestaan van een cenigszins georganiseer
den opstand, zag men heel kalm ter dood brengen,
en de onlusten, welke de Frausche ambtenaren aan
hun keizer hadden te rapporteeren, konden met
evenveel recht de laatste stuiptrekking vaii den
stervende, als de eerste teekeuen van ecu nieuw
leven heeten.
Neen, wij mogen hier geen lauweren om de
slapen leggen, waar geen strijd is gestreden, waar
geen overwinning is behaald.
Eerst toen de Frausche ambtenaren opge
schrikt door de maren over de vernietiging van
het reuzenheer in Rusland, en allerlei onheilen
duchtende na de nederlagen van. Napoleon iu
Duitsehland ??eerst teen de Fransche ambtena
ren zich tot een vlucht gereed maakten, brak bin
nen Amsterdam een oproer uit, hetwelk eerder tot
plundering en brandstichting scheen t-c leiden, dan
tot een strijd voor de onafhankelijkheid. De smalle
gemeente was aan het muiten geslagen, doch tot
schrik van de overgroote meerderheid der bevol
king, die wel den generaal Molitor met zijne
strafdivisie (een C a 7 honderd man sterk) naar Utrecht
had zien aftrekkeu,doch die daarbij wist hoe dicht de
hoofdstad van het Sticht bij Amsterdam ligt. De
wijze voorzienigheid van enkele notabelen heeft toen
de volksluimen weten te beteugelen en ecu
voorloopig bestuur ingesteld, doch men ging zoo voor
zichtig te werk, bleef zoo verstandig bevelen vragen
en ontvangen van den Frauscheu generaal, dat
men later de vreemde bewindvoerders met een
tamelijk gerust geweten onder de oogen had
kunkomen.
Pleit nu de vlucht der Fransche ambtenaren, die
dan toch de kaart van het land keuden voor den
vrijheidsgecst onzer vadereu, die ambtenaren wisten
maar al te goed hoe gering de militaire macht
was, waarover zij te beschikken hadden; ook kan
hunne lafheid den roem der tegenstanders niet
verhoogen.
Minder luidruchtig dan te Amsterdam ging het
te 's Graveuhage toe ; Gijsbert Karcl had den moed
gehad er voor het eerst met de Oranjckleuren voor
den dag te komen (17 Nov.). en dat, waagstuk was het
sein voor een algemeene manifestatie togen het Fran
sche bestuur geweest. Hier koumen spreken van een
volksbeweging, die de natie tot cere strekt, doch
hoe groot de onversaagdheid van Hogendorp ook
zij geweest, het verzet te 's llage was zoo aarzelend,
in den beginne zoo weinig beteekeiieud, dat een
stout generaal al spoedig aau alle betooghigeu een
einde zou hebben gemaakt.
Hogendorp?eender weinigen die de toekomst had
voorzien niet alleen, maar deze ook had voorbereid,
die zich rekenschap had gegeven van het heden en
die voor daden niet zou terugdeinzen, Hogendorp
was de eerste, die een Provisioneel Bewind opriep.
Een vergccilijke dwaling deed in de eerste dagen
de daartoe genomen maatregelen schipbreuk lijden,
doch deed ook zien, hoc weinig onze vaderen had
den geleerd, hoe weinig zij hacldeu vergeten. De
oude partijschappen werden opgerakeld en liet vuur
der geestdrift wilde niet ontvlammen ; de mannen,
die in het voorloopig bestuur zitting hadden ge
nomen, vroegen het eerst naar de hulp, welke vau
buiten kon worden venvacht, en zij voelden den moed
iu de schoenen zinken, toen geen Russisch leger
op de grenzen, geen Engelschc vloot op de kusten
werd gemeld. Zij verdaagden hunne vergaderingen,
eu de velen, die daar buiten stonden, krakeelden,
omdat naar hun beweren, de patriotten van '95
smadelijk waren buitengesloten.
Men vergaderde, praatte veel en voerde niets
uit. Dagen verliepen er ongebruikt, eu het
Provisineel Bestuur het harde woord moet er uit
was te laf, te bang, te vreesachtig om zich te
verklaren.
Wat zou er van ons vaderland gewordeu zijn,
hadden toen niet enkele mannen de handen ineen
geslagen en de, moed hunner overtuiging in een
daad belichaamd. Die daad was de afkondiging
van eene proclamatie, die hier in haar geheel volgt,
omdat zij maar al te zeer bevestigt, wat wij hier
boven beweerden.
Alzoo de regeringloosheid veel is voorge
komen, in de meeste steden, door wijze
voorzieningen van de notabelste ingeze
tenen, waar het Algemeen Bestuur geheel
verwaarloosd en in niemands handen is;
terwijl het geroep van alle zijden om
zulk een Bestuur, tot redding van het
Vaderland, onze harten diep getroffen
heeft; zoo is het, dat wij besloten heb
ben hetzelve op te vatten tot de komst
van Zijne Hoogheid toe; Bezwerende
al de brave Nederlanders, om zich te
vereenigen tot ondersteuning van dit ons
cordaat besluit. God helpt diegenen, die
zich zelve helpen.
'sHaffe, den 20en November 1813.
F. V AS DEK DüN VAN MAASDAM.
G. K. VAN HOGEKDOKP.
Terecht mochten die mannen gewagen van een
cordaat besluit, eu bij het wanke! moedige van
zoovelen, bij de lauwheid en onverschilligheid van
duizenden is die 20c November een gkut-punt in
de geschiedenis, voor hedeu en de toekomst een
wijze les.
N. F. A. B.
(Wordt vervolgd).
Schaakspel.
PROBLEEM.
No. 2 van J. P. Az.
S WART
de 18e zet op d5
19e
20e
21e
22e
23e
24o
25o
26e
27e
28e
29e
80e
31e
32
w;
a8
c7
e8
dG
c8
a7
b5
d4
f3
cl
"2
&
h4
f5
50e zet
51e
52e
53e
54e
55e
56e
57e
58e
59e
60e
61e
62e
63e
c2
a3
bl
d2
c4
a5
b7
d8
c
e5
d7
b8
a6
c5
64e terug op ai
2c Manier.
Plet paard op 18 aannemende dan is:
abcdefgh
WIT
Wit begint en geeft in 3 zetten mat.
E1NDSTELLING.
No. 4.
ZWART
a b c d e f g h
WIT
Dit eindspel moet in do minst mogelijke zetten
gewonnen worden door wit die don voorzet heeft.
CORRESPONDENTIE.
De heer H. A. L. te Nieuwediep. De bedoelde
paardsprong is als volgt: Aannemende dat het
paard staat op a4 dan is voor de:
Ie Manier.
de Ie zet
2e
3e
4e
5e
6e
7e
8e
9o
10e
lle
12e
13e
14e
15e
l Go
17e
18e
10c
20e
21e
22e
23e
'24e
2.ïo
26c
27e
28o
29e
30e
31e
32e
op h7
.. S5
h3
. gl
e2
I cl
a2
b4
aG
b8
cG
c5
f3
cl
o-'>
» h^
h4
g6
h8
f7
d8
b7
a5
1)3
al
c2
<14
1)5
a7
c8
e7
8«
hG
33e zet g4
34e
35e
36e
37e
38e
39e
40e
41e
42e
43e
44e
45e
46e
47o
48e
49e
50e
51e
52e
53o
54e
55e
56e
57e
58o
59e
GOe
Glo
62e
G3c
b.2
fl
d2
bl
a3
c4
dG
15
c3
do
fG
e4
c3
a4
dl
f2
hl
h.5
e8
c7
a
bG
d7
c5
d3
14
cG
G4o terug op f8
de Ie zet op b2
2e l
c3
e4
3e
4e
5e
6e
7e
8e
9e
10e
lle
12e
13e
14c
15e
IGo
17e
h7
f6
h5
g?
eG
f8
gG
b8
f7
hG
e7
33e zet e3
34e 11
35e b2
36c
37e
38e
32e
40e
41e
42e
43e
44e
45e
4Go
47e
48e
49e
12
hl
g»
c2
gl
h3
14
d3
b4
a2
cl
b3
al
De heer C. F. van II. te Gorredijk. Zeer onaan
genaam was het ons te vernemen dat gij niet
meer in de hoofdstad waart; waarlijk zulke krachten
als de uwe hebben wij bij de reeds hier bestaande
wel noodig. Mogen wij u wel uwe medewerking
verzoeken in het leveren van schoongespceldo
partijen en eindstellingen.
Oplossing van Eindspel
No. 1.
1ste zet 06 c4 b4 X a3
2de cl böonverschillig
3de b3 geeft mat
No. 2
Isto zet a2 c4f c3 d2
2de c4 elf d2 X cl
3de c5 b3 mat
Goede oplossingen ontvingen wij van de hoeren
W. v. H. te Delft. Er is geen fout in probleem
no. 159, dus beproef nogmaals uwc krachten. Mei,
M. en B. alhier.
VOOR DAMES.
De robe priitcessé. Waaiers en Jura
git. Sarah llernhardt te Weenen.
\Dameslie1eediijers ie Berlijn. Vruchten
o;> Glycerine. I'ctertclictumen.
Opmerkelijk is, bij het vele prachtige, dat de
modcinagazijnen opleveren, de geaftecteerde een
voud die sommige vrouwen van de allerhoogste
kringen betraehten, en waarmede légance toch
niet onverecnigbaar blijkt te zijn. Gelukkig zoekt
men dien eenvoud niet meer in het amazonc-acbtige,
dat eenigen tijd geleden alles scheen te zullen i
boheerschen; de reilingote, het genre tailleur, dat l
men in Duitsehland nog het meest ziet, heeft te J
Parijs en te Londen voor iets moor vrouwelijks
plaats gemaakt. Men heeft ook bedacht, dat niet
alle vrouwen de sylphidcn en wespentaille hebben,
die bij deze nauwsluitende costuums behoort. Naast
de Empire en Directoire-modes komt, voor do
dames d'un ccrtain embonpoint, weer in volle
glorie do vroegere robe princesse opdagen, alsof
die niet een tiental jaren geleden haar rijk pas
genoten hu d. De groote faiseitscs raden zo aan
en leveren ze in de modekleuren, chaudron, tnisque
en allerlei groen, Suez, serpent, platane, meraude.
Hoe lichter groen hoe moderner, men dempt het
dan met groote randen van zwart passamentwerk.
Met de robe princesse komt, nog altoos voor het
dagelijksch loven zeer bescheiden, do sleep zich
weer aanmelden Een prachtig wintorkostmvm,
dezer dagen to Parijs geleverd, was bet volgende:
robe princesse van groen fluweel, vcrt d'aiitowne,
kleine sloop, tablier van zware ««Mc-kleurige zijde,
en daaromheen een rand van struisveeron sit
declair. Boven dien broeden rand komt de
bonlnurselrand van den tablier in bonte zijde, groen, blauw,
rose en maïsgecl, geheel in harmonie met hot
groen fluweel, liet corsage is geheel glad, maar
hoeft van de taille tot den hals een smalle
gedofte streep, niet afzonderlijk ingezet, als een
plastron, maar door do kunst der knipster er
schijnbaar natuurlijk ingebracht. In don hals een
struisvccren rand sucde-clair, die verder als een
boa langs het corsat/e tot aan do linkerzijde van
den tablier loopt. Do mouwen zijn boog godoft,
van fluweel, in twee plooien, en loopen tot dicht
bij den pols, om den benedenarm nauw sluitend.
Het fluweel is weer bezig bet pluche te verdrin
gen, omdat het bont en de veercnranden er zoo
goed bij staan.
De boa wordt zoo treurig in allerlei goedkoope
stoffen en weefsels nagemaakt, dat zijn rijk wel
licht niet lang zal duren. Men kan hem dan als
rand om mantel, japon of hoed gebruiken; alles
wordt nu met bont en veeren omzet. Een der