De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 25 november pagina 4

25 november 1888 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

LfiT.fr' DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No. 596. aardig arbeidsveld. Daar toch zal hij het interes. santé, het dramatische", vinden. Ieder bizonder geval beschreven is weer een bijdrage tot het eindelijk te bereiken volledige geheel der menschenfyziologie. Zoo heeft de heer Emants zijn taak begrepen. En- als zoodanig, namelijk wat zijn trouw gevolgde, nergens aan sentimentaliteit of liefheid" opgeof ferde intentie aangaat, is Juffrouw Lina de type vftn een naturalistisch geschrift. Maar nu komen de bezwaren. Want. een geheel van fysiologische verschijnsel-mededeelingen is nog geen kunstwerk. Indien daar niets bijkwam, zou het hoogstens een s'tnk natuurgescliiedenis zijn. Wat daar nu bij moet komen, dat is, om 't met, een algemeen woord uit te drukken: de stijl. De stijl moet den lezer doen merken, dat 't geen geneesheer b.v., maar een kunstenaar is, die tot hem spreekt. De uit werking van kunst kan nooit enkel een vermeer dering van de feitenkennis des lezers zijn; een geschrift dat slechts die uitwerking had zou geen kunst wezen. De kunst richt zich niet tot het kennis-, tot het \veet-vermogen van den lezer, maar tot. zijn verbeelding en gevoel. De fysiologische wetenschap van den schrijver moet alleen de grondstof zijn, waaruit hij zijn kunstwerk bouwt, zoo als eteenen en kalk voor den architekt, en dan moet hij er, door den Stijl, een kunstwerk van maken. Hij moet het leven, het stuk mcnschenleven, dat hij behandelt, en. ook de natuur van lagere orde, die hij er om heen beschrijft, zoo geven, zóó aanschouwelijk en voelbaar, dat de lezer in zijn verbeelding zoo innig mogelijk dat leven zich ziet voltrekken en hij er door ^aangedaan", geëmotionneerd, wordt. Dat nu doet de heer Emants in Juffrouw Lina maar zelden. Hij is der-mate overmeesterd door dat, ten tijde zijner debuten als schrijver nieuwe, idee van dat de romancier of de novellist den mensch alleen als organisme moet bestudeeren en weergeven, dat hij verzuimt de alleen technische waarde van dat voor schrift te bedenken. Hij vergeet, dat iemand die, zoo als Juffrouw Lina, een ziek zenuwgestel heeft, die daarbij de vreeselijke levensgevallen beleeft, welke Juffrmiw Lina treffen, dat zoo iemand's zenuwgestel hoe langer hoe zieker wordt, ja, en eindigen zal met waanzin, wanhoop en zelfmoord maar dat zoo iemand, tusschen den aanvang harer ziekte en het einde, allerlei sublieme, dat, is hevig ontroerende, dingen zegt en doet en ondervindt, en dat vooral deze dingen er voor haar levensbe schrijver op aan komen. Daarom is deze novelle van den heer Emants eonsciëntiëns maar koud werk, eerlijk maar arm, van vreemde, anti-artistieke, smetten vrij, maar een beetje mager en bleek. A. J. P.S. De kroniekschrijver van den (oudtin) Gids heeft mij de eer gedaan, in zijn Octoberkroniek, ecnige volzinnen van mij uit een verleden zomer in dit weekblad opgenomen artikeltje te citeeren, maar de eer om voor den heer Arnold Ising aangezien te worden, zoo als de kroniek schrijver doet, moet ik echter afwijzen, daar die mij in elk geval volstrekt niet toekomt. Een druk fout, een I voor 3, zal de oorzaak zijn. 1) Juffrouw Lina. Een po>-t>et door Warctllus Eman s. 's-Gravenhage. W. Oremer. 1888. 2) Zola, Thérèse Baquin, Voorreden. V A E I A. PLASTISCHE KUNST, Gustave Doréverzekerde eens dat hij tusschen de jaren 1850 en 1870 niet minder dan zes millioen francs met zijn potlood had verdiend! Een goed deel van dit fabelachtige bedrag kwam uit Engeland, waar Dorébuitengemeen populair is. Een ieder gaat zelfs in Londen evenals de wassenbeelden-galerij van Madame Tussaud, de galerij groote schilderyen van Dorézien, die droeve bewjjzen van gebrek aan zelfkennis bij een bewon derenswaardig illustratenr. Maar ook zijn prenten zjjn er zeer verspreid. Ja, men brengt er zijn kunst zoozeer onder de massa, dat thans bij mcssrs Cassel en Co. te Londen, een nieuwe uitgaaf zal verschijnen van den bijbel van Doréin wekeïijksche halve stuivers-afleveringen. Een Russisch artiest van reputatie in zijn land, aiin of meer spektakelschilder in den trant van Vereschagin, schijnt te Parijs iets als de bekend heid van zijn onclernemenden landgenoot te zoeken. In de galerij van Durand-Ruel zijn tot 2,'i November veertien schilderijen van Constantin Makovski tento jngesteld. De vóór eenigen tijd overleden jonge archaeoloog Olivier Rayet, liet het handschrift na van een onvoltooid boek over de Histoire de la C ramique Grecque", dat door Maxime Collignon thans voltooid is uitgekomen bij Georges Decaux te Parijs. Het werk, dat een vierhonderd blad zijden druks beslaat, is geïllustreerd met honderd vijttig teekeningen van Laurent en zestien chromo's naar Houssalin. Sir John Savile, vroeger Engelsch ambassadeur te Rome, heeft aan de National Gallery geschonken een serie copieën naar Velasquez, een schets van Murillo en drie merkwaardige stillevens: een snee brood, een wijnflesch en een glas, door den steeds meer gewaardeerden Chard (die in de Gallery nog niet vertegenwoordigd was) in zijn vroegen tijd op een klein doek geschilderd; een schilderijtje waarop een groen glas, een paar oesterschelpen en ge schilde oranjeappelen, en dat de naamteekening draagt van Jan van de Velde, gedateerd 1650; *en een studie van H. Steenwijck, van wien niet veel werk bekend is, waarop een schedel, een lamp, een zwaard en nog eenige voorwerpen. Op de eerlang te openen tentoonstelling van werken van oude meesters in Burlington House te houden, is men van plan zooveel mogelijk alle portretten bijeen te brengen die geschilderd wer den door den eerst onlangs overleden Frank Holl. William Michaël Rossetti begint in het Maga zine of Art van deze maand een merkwaardige en uitvoerige studie over de verschillende afbeeldsels die bestaan van zijn overleden broeder, den grooten dichter-schilder Dante Gabriël. Behalve dat JRossetti verschillende malen geportretteerd werd, heeft hij. zoo blijkt uit dit artikel, dikwijls gepo seerd voor schilderijen van zijn vrienden. Zoo komt ook zijn kop, van ter zijde gezien, drin kende, voor cp het beroemd geworden schilderij Lorenzo en Isabella" door J. E..Millais gemaakt in zijn prerafaelitiesche periode, toen deze nog geen twintig jaar oud was. Ook voor den Rienzi" van Holman Hunt poseerde Rossetti, en op de Lear en Cordelia" van Ford Madox Brown komt Rossetti voor als de nar van King Lear. Ook schilderde Madox Brown Rossetti nog als Chaucer op het groote schilderij Chaucer, de legende van Custance lezend aan het hof van Eduard 111". Bepaalde portretten van Rosetti bestaan o. a. van Holman Hunt, John Hancock, Watts en hemzelf. Tot zoover de mededeelingen van dit eerste artikel. Den Russischen bolschilder Zichy is door den Czaar de gewichtige opdracht gedaan, van het spoorwegongeluk te Borki, waarvan de schilder een gelukkige ooggetuige was, een groot schilderij te vervaardigen. Waarlijk een hoogst artistieke commando; dat kan een fraai werk worden! Kn als dat dan af is, moet de czaar daar iemand mee de wereld laten doorreizen en het dan tentoon stellen, dan kan een elk net eens zien hoe alles zich bij dat vreeselijke ongeluk heef t toegedragen. Vereschagin zal er nog niets bij zijn. In den bekenden Brusselsche schilderskring de Association des XX" heeft een verkiezing plaats gehad ter aanvulling van de vijf vacante plaatsen, waarvoor zich twaalf candidaten hadden aange meld. Slechts drie van hen zijn door de veeleischende Vingtisten tot broeders gekozen. Het zijn de groote Parijsche beeldhouwer Rodin, de Brus selsche schilder Georges Lemmen en de jonge Antwerpsche schilder Henry van de Velde, die bier te lande geen onbekende behoeide te zijn, maar van wien op de laatste stedelijke tentoon stelling in de Haag twee zeer juist geobserveerde zoulichtstudies zoo allerongunstigst door de com missie werden geplaatst. Bij de opgravingen die men te Eleusis in Grie kenland heeft gedaan, zijn muurschilderingen uit het Romeinsche tijdperk ontdekt. Ongelukkig heb hen zij veel geleden. Aan Rudolf Siemcring is opgedragen het bronzen standbeeld te vervaardigen van Keizer Wilhem I, dat nog ontbreekt in de Herrscherhalle van het Berliner Zeughaus. Het groote altaarstuk van Andrea del Sarto, in 1538 geschilderd, voorstellende Maria met het. kind door acht heiligen omringd, en dat sinds 1836 in het museum te Berlijn is, was in 1867 gerestaureerd op eene wijze die ecu storm van verontwaardiging gaande maakte en met vernieling van hot kunstwerk gelijk gesteld werd. Door den restaurateur llauser junior is nu ontdekt, dat het stuk wel op onverstandige wijze was ovcrgcschilderd en vernist, maar dat van het oorspronkelijke schilderwerk niets direkt bedorven was. De latere verf en vernis zijn nu voorzichtig verwijderd en het kunstwerk mag weder tot do sisraden der verzameling gerekend worden. De firma Buffa & Zonen te Amsterdam expo seert voor haar venster een merkwaardige aquarel van W. Roelofs, koeien in een weide met regen. Tot de ephemere vermakelijkheden die de kleine winkelruimten van Nieuwendijk of Kalverstraat nu en clan vullen na het failliet van den vroogeren bewoner, behoort nu ook de vertooning der sen satie-schilderijen Félicie en Levensmoede, 't Is ougeveer op dezelfde hoogte waar onlangs het kleinste mcnschenpaar vertoond werd, in de Kal verstraat. De fotografieën van de voornaamste sujetten der vertooning hangen voor de ramen, zooals dat gewoonte is. De twee hoeren sensatieschilders en het model, de concertzangeros zooeii-zoo. Het feit dat men deze zelfde weldoor voede deerne daarbinnen zonder japon kan zien afgebeeld, zal niet weinigen bewegen tot het oft'eren van de 49 centen. Karl Worner. dien de Duitschers een aquarel list, doch dien wij naar den aard zijner producten eer een chromolitografieën-teekenaar zonden noe men, vierde dezer dagen te Leipzig zijn tachtigsten verjaardag. "Wcrner heeft in zijn leven heel wat gezien. Hij werkte in Egypte. Syrië, Palestina, Spanje, Griekenland, Zweden en Noor wegen. Met het standbeeld dat men te Parijs wil op richten voor de Balzac gaat het grappig toe. Het comitévan de Sociétédes geus de lettres dat, ofschoon tot hiertoe voor dat standbeeld nog maar ongeveer achttien duizend francs verzameld heb bende, nu reeds don beeldhouwer aanwijzen zou die het monument zou uitvoeren, schijnt met die opdracht ccnigszins verlegen te zijn geweest. Men dacht over den beeldhouwer Chapu en Marquet do Vasselot. Nu meende Marquet de Vasselot, nadat hij van de gedelegeerden der Sociétéeen bezoek had ontvangen, dat hij daar mee officieus was aangewezen. Hoerende dat dezelfde hoeren ook Chapu hadden bezocht, schroef hij aan zijn mededinger een langen brief om hem te bewegen zich terug te trekken. In dat schrijven, dat door een Fransen journalist is | gepubliceerd, vraagt hij don heer Chapu den huisvader niet te berooven", niet van het geld dat dit standbeeld hem zou verschaften, .?dat zal het, helaas! uiet veel, maar van don roem" die het hem zal aanbrengen. Marquet de Vasselot is de maker van een niet zeer geacht standbeeld van Lamartine. Chapu heeft aan de smeekingen van zijn confrater geen gehoor verleend, evenmin als bet comitézich heeft laten verteederen en Chapu is thans met de opdracht belast van het monument voor Hónoréde Balzac. Bij Seeley en Co., do uitgevers van het etsers tijdschrift de Portfolio te Londen, ziet het licht een biografie van Paul Rayon door F. G. Stephens; aan het boekje zijn twaalf etsen van den be kenden etser toegevoegd. TOONEEL EN MUZIEK. De bekende Fransche muziekhistoricus Adolphe Jullien. wiens monumentale" levensbeschrijving van Richard Wagner, zooals een Duitscb blad haar noemt, in Duitschland bijna nog meer opzien heeft gebaard dan in Frankrijk, beeft thans een pendant voor dien Wagner geleverd in een even monumentale", even prachtig geïllustreerde on rijk uitgegeven biographie van Hector Berlioz. Twaalf, grootendeels tot heden Hog onbekende portretten van den componist, eene menigte tooneelen uit opera's, karikaturen en andere illustratiën versieren het bock. De grootste kunst waarde wordt eraan gegeven door veertien groote, zeer artistiek gedachte originecle lithographieën van Fantin-Latour. Het boek wordt in de Fransche on Duitschc pers met de grootste ingenomenheid besproken. Albert Srhaefer hoeft een eigenaardige bibliographie doen verschijnen, ccn historisch en syste matisch overzicht" van alle compositiön, waartoe de drama's van Schiller. G u'the, Shakcspcarc, Kleist en Körnor hebben aanleiding gegeven. De namen der musici ztjn opgegeven, do datums dur eerste opvoeringen, en allerlei bijzonderheden. Schiller's Juni;f'rau von Orleans leverdu don tekst tot dertig opera's en groote muzikale compositiën, onder welke die van Max Bruch en Gounod; er is ook eene sonate voor concert op gecomponeerd, door den Engelschman Sterndalc Bennctt. Om billijk te zijn, merkt de bibliograaf er bij aan, dat niet al do opgegeven opera's juist aan Scbiller's tekst te danken zijn, daar Shakospeare's Hendrik de Zesde in Engeland, en tal van gedichten in Frankrijk do aandacht op de maagd-van Orleans als drama tische stof gevestigd hebben. LETTEREN EN WETENSCHAP. Een der medewerkers wier hoofdartikelen in de Figaro steeds de aandacht trokken, niet zoo zeer om het gezond verstand, als om den krachtigcn, schilderachtigen stijl, vol tragisch pathos en naieveteit, lynutus, is dezer dagen overleden Het was eon Bretonsch edelman, baron Félix Platel, in het dagelijksch leven een zonderling, om niet to zeegen een half waanzinnige. Het artikel, door Saint-Genest, wiens stijl ecnigzins den zijnen imiteert, aan hom gewijd, stelt hem als weinig minder, dan volslagen gek voor. Of Ic/noliis talent had, weet ik niet'', zegt SaintGenest, maar genie wel". Hij vergelijkt hem met Victor Hugo. Ignotus was evenals deze, vaak uiterst naïef, maar in geldzaken zeor practisch. Maar Ignotus loog ot fantazeerde, ook in de ge ringste zaken Saint-Genest vertelt: Eens op een morgen vond ik hom nog slapend, te bed, en ik bracht don geheelen voormiddag met hem door. Bij het déjeuner zcidc bij: Och mijn waarde, wat eon loven ! den geheelen dag een processie van bezoeken; en dezen morgen reeds ccn vijfentwintig senatoren, journalisten, afgevaardig den, ... Maar, boste Platel, go droomt; ik heb u gewekt, en go hebt behalve mij. geen mensch ontvangen. ... Ge bobt gelijk, ik zal een vi sioen gehad hebben. Hoc zonderling!" Als Ignotus niet geheel krankzinnig was, had hij wellicht eon anderen lijkrodcnaar dan SaintGoncst gewenscht. Voor schoolgebruik en voor cadeau bestemd, al naar hot bandjo, is Tlie Ruiiibow van don hoor A. S. Kok. loeraar aan de Mil Academie t Breda en autoriteit op hot gebied van Kngelsche litteratuur, liet is eene bloemlezing van Kngelsche poëzie, zeer goed gekozen, ook uit de nieuwste litteratuur. Een aanmerldng -/.on zijn, dat mon niet hooft weggelaten wat in alle andere bloemlezingen voorkomt, lïnoch Arden on The rilt/ige Hlucksmith, en Casubianca on 'l/te Inchcape Hoek. met nog oen dozijn andere Tennyson's on Longfellow's on Humansen en Burnsen, die al zoo overbekend zijn, had men allicht willen missen voor oven zooveel van het allernieuwste, dat de beer Kok toch ook wel moet apprecieeren. Van Ro setti en Aliingham geeft hij eon paar nummers, van Emerson iets moor, van Swinburnc, Lang, Gosse, 'Shaughnessy, Marston on de Amerikanen zoo good als niets : van Browning en Elisabeth Brow ning niet genoeg in vergelijking tot hunne beteekenis, en tot het weinige dat in bloemlezingen reeds van hen opgenomen was. Maar men zou het, van oen anderen kant ook onbillijk kunnen noemen dat een bloemlezer ver weten wordt, to voel erkend moois te geven; waarschijnlijk zullen de koopcrs er evenzoo over donken en liever T/te May y«ee>i en Home Swcet Itome in hun blsomlezing bobben, waarvan zij zeker zijn dat hot bevalt, dan The Wessed Damozd of' Walt Whitmaifs gedichten, die nog een ijuaestio van smaak zijn. Reeds mocht Gustav Froytag van velo zijden waardocring ondervinden, maar hot is misschien nieuw, dat hij in de uitspraak van een Duitschc rechtbank op juridisch gebied als autoriteit werd geciteerd. Wat was het geval? In een klein stadje in Hannovcr haddon de hazen, die het jachtgebied van don rentenier X. bevolkten, de op dat gebied gelogen boomkweekerij van den hoor IJ. leelijk afgevroten. De eigenaar der boomkweekerij stelde bij het landgerceht tegen den rentenier een actie tot schadevergoeding in, wegens het door diens hazen" benadeclen van zijn booraen. De door de hazen uitverkoren boomkweekerij is aan don oenen kant afgezet door bewoonde buizen en hierin vond het landsgerecht aanleiding om do klacht te ver worpen, omdat de aangeklaagde overeenkomstig de plaatselijke politieverordeningen in de onmid dellijke nabijheid van bewoonde eigendommen niet mocht schieten, dus ook niet het wild mocht vellen en bijgevolg ook niet voor de door de bazen aan gerichte schade verantwoordelijk behoorde te wor den gesoeld. De klager teekent appèl aan bij den Hoogen Raad. Hier krijgt hij gelijk. De zinsnede waarin Gustav Freytag wordt geciteerd luidt woordelijk als volgt: Aangenomen dat het geheelo terrein uit boomon bestond en dat de nabijheid van bewoonde buizen het den beklaagde moeilijk, ja onmogelijk maakte het wild met sehietgeweer te vellen wat belet hom dan zijn toe vlucht tot andere werktuigen, b.v. vallen en strik ken te nemen ? Of wel te doen, gelijk onze middeleeuwsche voorvaderen deden, die herten, reeën en wilde zwijnen met speer en handboog achter volgden en de hazen vingen met honden of in strikken (Zie Freytag's: Kulturbilder des Mittelalters, 3e deel). Op die wijze zou beklaagde nooit in botsing kunnen komen met de strenge voorschriften der politie. Misschien strookt deze wijze van jagen niet bijzonder met de opvattingen van h.h. jagers, maar voor ben, die bij bet ver krijgen van het jachtrecht minder het vermaak dan wel het materieele voordeel beoogen, zou een dergelijke wijze van doen zeker loonend zijn". De Groenland-Expeditie van dr. Nansen is ge lukkig aan de westkust van Groenland aangekomen. Do koene reiziger verliet dezen zomer in Mei met zijn kleine expeditie, die grootendcels door de vrijgevigheid van den groothandelaar Gamela was tot stand gekomen, Kopenhagen, ten einde Groen land van de oost- naar de westkust te doorkruisen. In Groenland aangekomen, liet dr. Nansen zich op het ijs. dat de kusten belegerde, aan land zetten, waarop het schip, hetwelk hem aldaar had gebracht, wegzeilde, hern en zijne metgezellen aan bun lot overlatend. Men geloofde destijds algemeen, dat de dolflrieste onderneming slechts den ondergang der deelnemers tengevolge kon hebben, en aangezien men sedert 17 Juli geenerlei bericht aangaande de expeditie had verkregen, scheen het dat die ongunstige voorspellingen zouden worden bewaarbeid. Volgens afspraak met Dr Nansen zouden van 22 Juli tot 16 September eenmaal 's weeks Kajaks worden afgezonden naar die plaatsen aan de westkust, tot waar hij voornemens was door te dringen, en overeenkomstig hiermede zou de zeilbrik Peru tot 16 September bij Egedesminde blijven liggen. Hot schip moest echter ecnige dagen later van do genoemde kolonie wegzcilen, zonder tijding omtrent de expeditie mede te brengen. Thans beeft het stoomschip Fox'1 van Farsund in Noorwegen het bericht orergeseind, dat de expeditie over het ijs van bet bin nenland op -i Octobor gelukkig te Godthaah, eene kolonie aan de westkust, is aangeland. De vijf deelnemers zyn allen wel. De expeditie is uus volkomen geslaagd en do naam van dr. Nansen, den eersten Europeaan, dte een tocht over de ijsveldcn van Groenland heeft gemaakt, zal spoe dig een Europeesche vermaardhcid hebben ge kregen. De expeditie zal nu wegens bet gevor derde jaargetijde genoodzaakt zijn in Groenland te overwinteren en hier eerst in het voorjaar ver wacht kunnen worden. In den nacht van 18 November overleed aan een beroerte prof. dr. Nikolaus Dclitis, den 19 September 1813 to Brcmen geboren. Gedurende de jaren 1833?38 gevormd aan de Universiteit te Berlijn en te Bonn, werd hij in 1816 privaat docent, in 1852 buiten jrcwoon- en in 1866 gewoon hoogleeraar aan do Universiteit te Bonn, waar aan hij dus langer dan 55 jaar was verbonden. Terwijl hij in den aanvang zijner wetenschappe lijke loopbaan zich geheel had gewijd aan de des tijds vooral te Bonn in hooge eere zijnde studie van het Sanskriet, wijdde bij zich later aan de wetenschappelijke beoefening der Germaansche en Romaansche talen en hare letterkunde. Vooral op het gebied der Shakspeare-stndie, beeft hij zoowel door zijn critiek als door zijne verklaring van de werken des dichters, deze studie niet alleen een belangrijke schrede verder gebracht, maar ook op geheel nieuwe wegen geleid. De resultaten van dit onderzoek legde hij neder in de bekende Ausgabe der Werke Shakespeares" (in 1854 te Elberfeld verschenen; 5e druk in 1882 met een uitvoerige critisc.be voorrede) Voorafgegaan was reeds in 1840 een uitgave van Mae.beth en andere werken op bet gebied der critiek, zooals: der Mytbus von Williarn Shakspeare" (1851) on Colliers alte haridschriftliche Kuiendationen zum Shakspeare gewürdigt" (1853), waarin voor het eerst Je talrijke vervalschingen in en over Shakspeare werden aan het licht gebracht; voorts ttber das cnglische Thcaterwesen zu Sbakspearcs Zcit" (1853). Shakspeare-Lexicon" (1852) e. a. Een belangrijk aan deel heeft hij gehad in den arbeid der sedert 1864 bestaande Shakspeare-Verecniging; zijno in haar jaarboek gepubliceerde studiën zijn gezamenlijk uitgegeven in de Abhandlungen zu Shakspeare (Eiberleld 1878)". Ook voor de kennis dur Romaansclie taal en letterkunde der middeleeuwen heeft Delius belangrijke bijdragen geleverd door de uit gave van Wace's oud-Fransch gedicht St. Nicolas" (1850) en der Provenzalischen Lieder" (1853); en eindelijk door een Verhandeling over bet Sardinisch dialect der 13e eeuw (18(58). Wegens zijn verzwakte gezondheid had de over ledene den ien April 1879 zijn professoraat nedergelegd, trad echter spoedig daarop weder aks honorar-professor" met de Universiteit in verbin ding en is als zoodanig tot het einde toe aan haar werkzaam geweest. Van oen welgestelde familie, heeft bij, eenvoudig on onbaatzuchtig, zijn gebeole leven aan de wetenschap gewijd. Vooral door zijn Shakspeare-studiën is zijn naam ook in ruimer kring bekend geworden, zooals talrijke onderschei dingen van geleerde genootschappen en vercenigingen in binnen- en buitenland bewijzen. Nog voor weinige weken mocht do philosophischo fa culteit te Bonn bij gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum als doctor hom, den uitnemcnden onder zoeker op liet gebied der Engelschc literatuur, die zich eveneens op bet gebied der l omaansdiephilologie veelzijdige en wezenlijke verdiensten beeft verworven, die gedurende een tijdsruimte van meer dan drie decenniën talrijke jongelieden lust en ijver voor die vruchtbare studiën wist in te boeze men, die in den kring zijner collega's aan onze Iloogeschool door de eenvoudige beminnelijkheid van zijn persoon allen liet' en dierbaar is gewor den", baar gelnkwcnschen aanbieden. Verrassend snel heeft do dood een eïndo ge maakt aan het leven van een man, wiens aanden ken bij vrienden en leerlingen onvergetelijk zal blijven. HERDENKEN OOK GEDENKEN, (Verenig). Holland, uit zijn stof verrezen, Zal op nieuw ons Holland wezen ; bad Bilderdijk voorspeld, doch 't duurde lang,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl