Historisch Archief 1877-1940
LfiT.fr'
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 596.
aardig arbeidsveld. Daar toch zal hij het
interes. santé, het dramatische", vinden. Ieder bizonder
geval beschreven is weer een bijdrage tot het
eindelijk te bereiken volledige geheel der
menschenfyziologie.
Zoo heeft de heer Emants zijn taak begrepen.
En- als zoodanig, namelijk wat zijn trouw gevolgde,
nergens aan sentimentaliteit of liefheid" opgeof
ferde intentie aangaat, is Juffrouw Lina de type
vftn een naturalistisch geschrift. Maar nu komen
de bezwaren. Want. een geheel van fysiologische
verschijnsel-mededeelingen is nog geen kunstwerk.
Indien daar niets bijkwam, zou het hoogstens een
s'tnk natuurgescliiedenis zijn. Wat daar nu bij
moet komen, dat is, om 't met, een algemeen woord
uit te drukken: de stijl. De stijl moet den lezer
doen merken, dat 't geen geneesheer b.v., maar
een kunstenaar is, die tot hem spreekt. De uit
werking van kunst kan nooit enkel een vermeer
dering van de feitenkennis des lezers zijn; een
geschrift dat slechts die uitwerking had zou geen
kunst wezen. De kunst richt zich niet tot het
kennis-, tot het \veet-vermogen van den lezer,
maar tot. zijn verbeelding en gevoel.
De fysiologische wetenschap van den schrijver
moet alleen de grondstof zijn, waaruit hij
zijn kunstwerk bouwt, zoo als eteenen en kalk
voor den architekt, en dan moet hij er, door den
Stijl, een kunstwerk van maken. Hij moet het
leven, het stuk mcnschenleven, dat hij behandelt,
en. ook de natuur van lagere orde, die hij er om
heen beschrijft, zoo geven, zóó aanschouwelijk en
voelbaar, dat de lezer in zijn verbeelding zoo innig
mogelijk dat leven zich ziet voltrekken en hij er
door ^aangedaan", geëmotionneerd, wordt. Dat nu
doet de heer Emants in Juffrouw Lina maar zelden.
Hij is der-mate overmeesterd door dat, ten tijde
zijner debuten als schrijver nieuwe, idee van dat
de romancier of de novellist den mensch alleen als
organisme moet bestudeeren en weergeven, dat hij
verzuimt de alleen technische waarde van dat voor
schrift te bedenken. Hij vergeet, dat iemand die,
zoo als Juffrouw Lina, een ziek zenuwgestel heeft,
die daarbij de vreeselijke levensgevallen beleeft,
welke Juffrmiw Lina treffen, dat zoo iemand's
zenuwgestel hoe langer hoe zieker wordt, ja, en
eindigen zal met waanzin, wanhoop en zelfmoord
maar dat zoo iemand, tusschen den aanvang harer
ziekte en het einde, allerlei sublieme, dat, is hevig
ontroerende, dingen zegt en doet en ondervindt,
en dat vooral deze dingen er voor haar levensbe
schrijver op aan komen.
Daarom is deze novelle van den heer Emants
eonsciëntiëns maar koud werk, eerlijk maar arm,
van vreemde, anti-artistieke, smetten vrij, maar een
beetje mager en bleek.
A. J.
P.S. De kroniekschrijver van den (oudtin)
Gids heeft mij de eer gedaan, in zijn
Octoberkroniek, ecnige volzinnen van mij uit een verleden
zomer in dit weekblad opgenomen artikeltje te
citeeren, maar de eer om voor den heer Arnold
Ising aangezien te worden, zoo als de kroniek
schrijver doet, moet ik echter afwijzen, daar die
mij in elk geval volstrekt niet toekomt. Een druk
fout, een I voor 3, zal de oorzaak zijn.
1) Juffrouw Lina. Een po>-t>et door Warctllus
Eman s. 's-Gravenhage. W. Oremer. 1888.
2) Zola, Thérèse Baquin, Voorreden.
V A E I A.
PLASTISCHE KUNST,
Gustave Doréverzekerde eens dat hij tusschen
de jaren 1850 en 1870 niet minder dan zes
millioen francs met zijn potlood had verdiend! Een
goed deel van dit fabelachtige bedrag kwam uit
Engeland, waar Dorébuitengemeen populair is.
Een ieder gaat zelfs in Londen evenals de
wassenbeelden-galerij van Madame Tussaud, de galerij
groote schilderyen van Dorézien, die droeve
bewjjzen van gebrek aan zelfkennis bij een bewon
derenswaardig illustratenr. Maar ook zijn prenten
zjjn er zeer verspreid. Ja, men brengt er zijn
kunst zoozeer onder de massa, dat thans bij mcssrs
Cassel en Co. te Londen, een nieuwe uitgaaf zal
verschijnen van den bijbel van Doréin wekeïijksche
halve stuivers-afleveringen.
Een Russisch artiest van reputatie in zijn land,
aiin of meer spektakelschilder in den trant van
Vereschagin, schijnt te Parijs iets als de bekend
heid van zijn onclernemenden landgenoot te zoeken.
In de galerij van Durand-Ruel zijn tot 2,'i November
veertien schilderijen van Constantin Makovski
tento jngesteld.
De vóór eenigen tijd overleden jonge
archaeoloog Olivier Rayet, liet het handschrift na van
een onvoltooid boek over de Histoire de la C
ramique Grecque", dat door Maxime Collignon
thans voltooid is uitgekomen bij Georges Decaux
te Parijs. Het werk, dat een vierhonderd blad
zijden druks beslaat, is geïllustreerd met honderd
vijttig teekeningen van Laurent en zestien chromo's
naar Houssalin.
Sir John Savile, vroeger Engelsch ambassadeur
te Rome, heeft aan de National Gallery geschonken
een serie copieën naar Velasquez, een schets van
Murillo en drie merkwaardige stillevens: een snee
brood, een wijnflesch en een glas, door den steeds
meer gewaardeerden Chard (die in de Gallery nog
niet vertegenwoordigd was) in zijn vroegen tijd op
een klein doek geschilderd; een schilderijtje waarop
een groen glas, een paar oesterschelpen en ge
schilde oranjeappelen, en dat de naamteekening
draagt van Jan van de Velde, gedateerd 1650;
*en een studie van H. Steenwijck, van wien niet
veel werk bekend is, waarop een schedel, een
lamp, een zwaard en nog eenige voorwerpen.
Op de eerlang te openen tentoonstelling van
werken van oude meesters in Burlington House
te houden, is men van plan zooveel mogelijk alle
portretten bijeen te brengen die geschilderd wer
den door den eerst onlangs overleden Frank Holl.
William Michaël Rossetti begint in het Maga
zine of Art van deze maand een merkwaardige en
uitvoerige studie over de verschillende afbeeldsels
die bestaan van zijn overleden broeder, den
grooten dichter-schilder Dante Gabriël. Behalve dat
JRossetti verschillende malen geportretteerd werd,
heeft hij. zoo blijkt uit dit artikel, dikwijls gepo
seerd voor schilderijen van zijn vrienden. Zoo
komt ook zijn kop, van ter zijde gezien, drin
kende, voor cp het beroemd geworden schilderij
Lorenzo en Isabella" door J. E..Millais gemaakt
in zijn prerafaelitiesche periode, toen deze nog
geen twintig jaar oud was. Ook voor den Rienzi"
van Holman Hunt poseerde Rossetti, en op de
Lear en Cordelia" van Ford Madox Brown komt
Rossetti voor als de nar van King Lear. Ook
schilderde Madox Brown Rossetti nog als Chaucer
op het groote schilderij Chaucer, de legende van
Custance lezend aan het hof van Eduard 111".
Bepaalde portretten van Rosetti bestaan o. a. van
Holman Hunt, John Hancock, Watts en hemzelf.
Tot zoover de mededeelingen van dit eerste
artikel.
Den Russischen bolschilder Zichy is door den
Czaar de gewichtige opdracht gedaan, van het
spoorwegongeluk te Borki, waarvan de schilder
een gelukkige ooggetuige was, een groot schilderij
te vervaardigen. Waarlijk een hoogst artistieke
commando; dat kan een fraai werk worden! Kn
als dat dan af is, moet de czaar daar iemand mee
de wereld laten doorreizen en het dan tentoon
stellen, dan kan een elk net eens zien hoe alles
zich bij dat vreeselijke ongeluk heef t toegedragen.
Vereschagin zal er nog niets bij zijn.
In den bekenden Brusselsche schilderskring de
Association des XX" heeft een verkiezing plaats
gehad ter aanvulling van de vijf vacante plaatsen,
waarvoor zich twaalf candidaten hadden aange
meld. Slechts drie van hen zijn door de
veeleischende Vingtisten tot broeders gekozen. Het zijn
de groote Parijsche beeldhouwer Rodin, de Brus
selsche schilder Georges Lemmen en de jonge
Antwerpsche schilder Henry van de Velde, die
bier te lande geen onbekende behoeide te zijn,
maar van wien op de laatste stedelijke tentoon
stelling in de Haag twee zeer juist geobserveerde
zoulichtstudies zoo allerongunstigst door de com
missie werden geplaatst.
Bij de opgravingen die men te Eleusis in Grie
kenland heeft gedaan, zijn muurschilderingen uit
het Romeinsche tijdperk ontdekt. Ongelukkig heb
hen zij veel geleden.
Aan Rudolf Siemcring is opgedragen het bronzen
standbeeld te vervaardigen van Keizer Wilhem I,
dat nog ontbreekt in de Herrscherhalle van het
Berliner Zeughaus.
Het groote altaarstuk van Andrea del Sarto, in
1538 geschilderd, voorstellende Maria met het.
kind door acht heiligen omringd, en dat sinds
1836 in het museum te Berlijn is, was in 1867
gerestaureerd op eene wijze die ecu storm van
verontwaardiging gaande maakte en met vernieling
van hot kunstwerk gelijk gesteld werd. Door den
restaurateur llauser junior is nu ontdekt, dat het
stuk wel op onverstandige wijze was ovcrgcschilderd
en vernist, maar dat van het oorspronkelijke
schilderwerk niets direkt bedorven was. De latere
verf en vernis zijn nu voorzichtig verwijderd en
het kunstwerk mag weder tot do sisraden der
verzameling gerekend worden.
De firma Buffa & Zonen te Amsterdam expo
seert voor haar venster een merkwaardige aquarel
van W. Roelofs, koeien in een weide met regen.
Tot de ephemere vermakelijkheden die de kleine
winkelruimten van Nieuwendijk of Kalverstraat
nu en clan vullen na het failliet van den vroogeren
bewoner, behoort nu ook de vertooning der sen
satie-schilderijen Félicie en Levensmoede, 't Is
ougeveer op dezelfde hoogte waar onlangs het
kleinste mcnschenpaar vertoond werd, in de Kal
verstraat. De fotografieën van de voornaamste
sujetten der vertooning hangen voor de ramen,
zooals dat gewoonte is. De twee hoeren
sensatieschilders en het model, de concertzangeros
zooeii-zoo. Het feit dat men deze zelfde weldoor
voede deerne daarbinnen zonder japon kan zien
afgebeeld, zal niet weinigen bewegen tot het oft'eren
van de 49 centen.
Karl Worner. dien de Duitschers een aquarel
list, doch dien wij naar den aard zijner producten
eer een chromolitografieën-teekenaar zonden noe
men, vierde dezer dagen te Leipzig zijn
tachtigsten verjaardag. "Wcrner heeft in zijn leven
heel wat gezien. Hij werkte in Egypte. Syrië,
Palestina, Spanje, Griekenland, Zweden en Noor
wegen.
Met het standbeeld dat men te Parijs wil op
richten voor de Balzac gaat het grappig toe. Het
comitévan de Sociétédes geus de lettres dat,
ofschoon tot hiertoe voor dat standbeeld nog maar
ongeveer achttien duizend francs verzameld heb
bende, nu reeds don beeldhouwer aanwijzen zou
die het monument zou uitvoeren, schijnt met die
opdracht ccnigszins verlegen te zijn geweest.
Men dacht over den beeldhouwer Chapu en
Marquet do Vasselot. Nu meende Marquet de
Vasselot, nadat hij van de gedelegeerden der
Sociétéeen bezoek had ontvangen, dat hij daar
mee officieus was aangewezen. Hoerende dat
dezelfde hoeren ook Chapu hadden bezocht,
schroef hij aan zijn mededinger een langen brief
om hem te bewegen zich terug te trekken. In
dat schrijven, dat door een Fransen journalist is |
gepubliceerd, vraagt hij don heer Chapu den
huisvader niet te berooven", niet van het geld
dat dit standbeeld hem zou verschaften, .?dat
zal het, helaas! uiet veel, maar van don roem"
die het hem zal aanbrengen. Marquet de Vasselot
is de maker van een niet zeer geacht standbeeld
van Lamartine. Chapu heeft aan de smeekingen
van zijn confrater geen gehoor verleend, evenmin
als bet comitézich heeft laten verteederen en
Chapu is thans met de opdracht belast van het
monument voor Hónoréde Balzac.
Bij Seeley en Co., do uitgevers van het etsers
tijdschrift de Portfolio te Londen, ziet het licht
een biografie van Paul Rayon door F. G. Stephens;
aan het boekje zijn twaalf etsen van den be
kenden etser toegevoegd.
TOONEEL EN MUZIEK.
De bekende Fransche muziekhistoricus Adolphe
Jullien. wiens monumentale" levensbeschrijving
van Richard Wagner, zooals een Duitscb blad
haar noemt, in Duitschland bijna nog meer opzien
heeft gebaard dan in Frankrijk, beeft thans een
pendant voor dien Wagner geleverd in een even
monumentale", even prachtig geïllustreerde on
rijk uitgegeven biographie van Hector Berlioz.
Twaalf, grootendeels tot heden Hog onbekende
portretten van den componist, eene menigte
tooneelen uit opera's, karikaturen en andere
illustratiën versieren het bock. De grootste kunst
waarde wordt eraan gegeven door veertien
groote, zeer artistiek gedachte originecle
lithographieën van Fantin-Latour.
Het boek wordt in de Fransche on Duitschc
pers met de grootste ingenomenheid besproken.
Albert Srhaefer hoeft een eigenaardige
bibliographie doen verschijnen, ccn historisch en syste
matisch overzicht" van alle compositiön, waartoe
de drama's van Schiller. G u'the, Shakcspcarc, Kleist
en Körnor hebben aanleiding gegeven. De namen
der musici ztjn opgegeven, do datums dur eerste
opvoeringen, en allerlei bijzonderheden. Schiller's
Juni;f'rau von Orleans leverdu don tekst tot dertig
opera's en groote muzikale compositiën, onder
welke die van Max Bruch en Gounod; er is ook
eene sonate voor concert op gecomponeerd, door
den Engelschman Sterndalc Bennctt. Om billijk
te zijn, merkt de bibliograaf er bij aan, dat niet
al do opgegeven opera's juist aan Scbiller's tekst
te danken zijn, daar Shakospeare's Hendrik de Zesde
in Engeland, en tal van gedichten in Frankrijk
do aandacht op de maagd-van Orleans als drama
tische stof gevestigd hebben.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Een der medewerkers wier hoofdartikelen in
de Figaro steeds de aandacht trokken, niet zoo
zeer om het gezond verstand, als om den
krachtigcn, schilderachtigen stijl, vol tragisch pathos
en naieveteit, lynutus, is dezer dagen overleden
Het was eon Bretonsch edelman, baron Félix
Platel, in het dagelijksch leven een zonderling,
om niet to zeegen een half waanzinnige. Het
artikel, door Saint-Genest, wiens stijl ecnigzins
den zijnen imiteert, aan hom gewijd, stelt hem
als weinig minder, dan volslagen gek voor. Of
Ic/noliis talent had, weet ik niet'', zegt
SaintGenest, maar genie wel". Hij vergelijkt hem
met Victor Hugo. Ignotus was evenals deze, vaak
uiterst naïef, maar in geldzaken zeor practisch.
Maar Ignotus loog ot fantazeerde, ook in de ge
ringste zaken Saint-Genest vertelt:
Eens op een morgen vond ik hom nog slapend,
te bed, en ik bracht don geheelen voormiddag
met hem door. Bij het déjeuner zcidc bij: Och
mijn waarde, wat eon loven ! den geheelen dag een
processie van bezoeken; en dezen morgen reeds ccn
vijfentwintig senatoren, journalisten, afgevaardig
den, ... Maar, boste Platel, go droomt; ik heb u
gewekt, en go hebt behalve mij. geen mensch
ontvangen. ... Ge bobt gelijk, ik zal een vi
sioen gehad hebben. Hoc zonderling!"
Als Ignotus niet geheel krankzinnig was, had
hij wellicht eon anderen lijkrodcnaar dan
SaintGoncst gewenscht.
Voor schoolgebruik en voor cadeau bestemd, al
naar hot bandjo, is Tlie Ruiiibow van don hoor
A. S. Kok. loeraar aan de Mil Academie t
Breda en autoriteit op hot gebied van Kngelsche
litteratuur, liet is eene bloemlezing van
Kngelsche poëzie, zeer goed gekozen, ook uit de
nieuwste litteratuur. Een aanmerldng -/.on zijn,
dat mon niet hooft weggelaten wat in alle andere
bloemlezingen voorkomt, lïnoch Arden on The
rilt/ige Hlucksmith, en Casubianca on 'l/te Inchcape
Hoek. met nog oen dozijn andere Tennyson's on
Longfellow's on Humansen en Burnsen, die al zoo
overbekend zijn, had men allicht willen missen
voor oven zooveel van het allernieuwste, dat de
beer Kok toch ook wel moet apprecieeren. Van Ro
setti en Aliingham geeft hij eon paar nummers, van
Emerson iets moor, van Swinburnc, Lang, Gosse,
'Shaughnessy, Marston on de Amerikanen zoo
good als niets : van Browning en Elisabeth Brow
ning niet genoeg in vergelijking tot hunne
beteekenis, en tot het weinige dat in bloemlezingen
reeds van hen opgenomen was.
Maar men zou het, van oen anderen kant ook
onbillijk kunnen noemen dat een bloemlezer ver
weten wordt, to voel erkend moois te geven;
waarschijnlijk zullen de koopcrs er evenzoo over
donken en liever T/te May y«ee>i en Home Swcet
Itome in hun blsomlezing bobben, waarvan zij
zeker zijn dat hot bevalt, dan The Wessed
Damozd of' Walt Whitmaifs gedichten, die nog een
ijuaestio van smaak zijn.
Reeds mocht Gustav Froytag van velo zijden
waardocring ondervinden, maar hot is misschien
nieuw, dat hij in de uitspraak van een Duitschc
rechtbank op juridisch gebied als autoriteit werd
geciteerd. Wat was het geval? In een klein stadje
in Hannovcr haddon de hazen, die het jachtgebied
van don rentenier X. bevolkten, de op dat gebied
gelogen boomkweekerij van den hoor IJ. leelijk
afgevroten. De eigenaar der boomkweekerij stelde
bij het landgerceht tegen den rentenier een actie
tot schadevergoeding in, wegens het door diens
hazen" benadeclen van zijn booraen. De door de
hazen uitverkoren boomkweekerij is aan don oenen
kant afgezet door bewoonde buizen en hierin vond
het landsgerecht aanleiding om do klacht te ver
worpen, omdat de aangeklaagde overeenkomstig
de plaatselijke politieverordeningen in de onmid
dellijke nabijheid van bewoonde eigendommen niet
mocht schieten, dus ook niet het wild mocht vellen
en bijgevolg ook niet voor de door de bazen aan
gerichte schade verantwoordelijk behoorde te wor
den gesoeld. De klager teekent appèl aan bij
den Hoogen Raad. Hier krijgt hij gelijk. De
zinsnede waarin Gustav Freytag wordt geciteerd
luidt woordelijk als volgt: Aangenomen dat het
geheelo terrein uit boomon bestond en dat de
nabijheid van bewoonde buizen het den beklaagde
moeilijk, ja onmogelijk maakte het wild met
sehietgeweer te vellen wat belet hom dan zijn toe
vlucht tot andere werktuigen, b.v. vallen en strik
ken te nemen ? Of wel te doen, gelijk onze
middeleeuwsche voorvaderen deden, die herten, reeën
en wilde zwijnen met speer en handboog achter
volgden en de hazen vingen met honden of in
strikken (Zie Freytag's: Kulturbilder des
Mittelalters, 3e deel). Op die wijze zou beklaagde
nooit in botsing kunnen komen met de strenge
voorschriften der politie. Misschien strookt deze
wijze van jagen niet bijzonder met de opvattingen
van h.h. jagers, maar voor ben, die bij bet ver
krijgen van het jachtrecht minder het vermaak
dan wel het materieele voordeel beoogen, zou een
dergelijke wijze van doen zeker loonend zijn".
De Groenland-Expeditie van dr. Nansen is ge
lukkig aan de westkust van Groenland aangekomen.
Do koene reiziger verliet dezen zomer in Mei met
zijn kleine expeditie, die grootendcels door de
vrijgevigheid van den groothandelaar Gamela was
tot stand gekomen, Kopenhagen, ten einde Groen
land van de oost- naar de westkust te doorkruisen.
In Groenland aangekomen, liet dr. Nansen zich op
het ijs. dat de kusten belegerde, aan land zetten,
waarop het schip, hetwelk hem aldaar had gebracht,
wegzeilde, hern en zijne metgezellen aan bun lot
overlatend.
Men geloofde destijds algemeen, dat de
dolflrieste onderneming slechts den ondergang der
deelnemers tengevolge kon hebben, en aangezien
men sedert 17 Juli geenerlei bericht aangaande
de expeditie had verkregen, scheen het dat die
ongunstige voorspellingen zouden worden
bewaarbeid. Volgens afspraak met Dr Nansen zouden
van 22 Juli tot 16 September eenmaal 's weeks
Kajaks worden afgezonden naar die plaatsen
aan de westkust, tot waar hij voornemens was
door te dringen, en overeenkomstig hiermede zou
de zeilbrik Peru tot 16 September bij
Egedesminde blijven liggen. Hot schip moest echter
ecnige dagen later van do genoemde kolonie
wegzcilen, zonder tijding omtrent de expeditie mede
te brengen. Thans beeft het stoomschip Fox'1
van Farsund in Noorwegen het bericht
orergeseind, dat de expeditie over het ijs van bet bin
nenland op -i Octobor gelukkig te Godthaah, eene
kolonie aan de westkust, is aangeland. De vijf
deelnemers zyn allen wel. De expeditie is uus
volkomen geslaagd en do naam van dr. Nansen,
den eersten Europeaan, dte een tocht over de
ijsveldcn van Groenland heeft gemaakt, zal spoe
dig een Europeesche vermaardhcid hebben ge
kregen. De expeditie zal nu wegens bet gevor
derde jaargetijde genoodzaakt zijn in Groenland
te overwinteren en hier eerst in het voorjaar ver
wacht kunnen worden.
In den nacht van 18 November overleed aan
een beroerte prof. dr. Nikolaus Dclitis, den 19
September 1813 to Brcmen geboren. Gedurende
de jaren 1833?38 gevormd aan de Universiteit
te Berlijn en te Bonn, werd hij in 1816 privaat
docent, in 1852 buiten jrcwoon- en in 1866 gewoon
hoogleeraar aan do Universiteit te Bonn, waar
aan hij dus langer dan 55 jaar was verbonden.
Terwijl hij in den aanvang zijner wetenschappe
lijke loopbaan zich geheel had gewijd aan de des
tijds vooral te Bonn in hooge eere zijnde studie
van het Sanskriet, wijdde bij zich later aan de
wetenschappelijke beoefening der Germaansche en
Romaansche talen en hare letterkunde. Vooral op
het gebied der Shakspeare-stndie, beeft hij zoowel
door zijn critiek als door zijne verklaring van de
werken des dichters, deze studie niet alleen een
belangrijke schrede verder gebracht, maar ook op
geheel nieuwe wegen geleid. De resultaten van dit
onderzoek legde hij neder in de bekende Ausgabe
der Werke Shakespeares" (in 1854 te Elberfeld
verschenen; 5e druk in 1882 met een uitvoerige
critisc.be voorrede) Voorafgegaan was reeds in 1840
een uitgave van Mae.beth en andere werken op
bet gebied der critiek, zooals: der Mytbus von
Williarn Shakspeare" (1851) on Colliers alte
haridschriftliche Kuiendationen zum Shakspeare
gewürdigt" (1853), waarin voor het eerst Je talrijke
vervalschingen in en over Shakspeare werden aan
het licht gebracht; voorts ttber das cnglische
Thcaterwesen zu Sbakspearcs Zcit" (1853).
Shakspeare-Lexicon" (1852) e. a. Een belangrijk aan
deel heeft hij gehad in den arbeid der sedert 1864
bestaande Shakspeare-Verecniging; zijno in haar
jaarboek gepubliceerde studiën zijn gezamenlijk
uitgegeven in de Abhandlungen zu Shakspeare
(Eiberleld 1878)". Ook voor de kennis dur
Romaansclie taal en letterkunde der middeleeuwen heeft
Delius belangrijke bijdragen geleverd door de uit
gave van Wace's oud-Fransch gedicht St. Nicolas"
(1850) en der Provenzalischen Lieder" (1853);
en eindelijk door een Verhandeling over bet
Sardinisch dialect der 13e eeuw (18(58).
Wegens zijn verzwakte gezondheid had de over
ledene den ien April 1879 zijn professoraat
nedergelegd, trad echter spoedig daarop weder aks
honorar-professor" met de Universiteit in verbin
ding en is als zoodanig tot het einde toe aan haar
werkzaam geweest. Van oen welgestelde familie,
heeft bij, eenvoudig on onbaatzuchtig, zijn gebeole
leven aan de wetenschap gewijd. Vooral door zijn
Shakspeare-studiën is zijn naam ook in ruimer
kring bekend geworden, zooals talrijke onderschei
dingen van geleerde genootschappen en
vercenigingen in binnen- en buitenland bewijzen. Nog
voor weinige weken mocht do philosophischo fa
culteit te Bonn bij gelegenheid van zijn 50-jarig
jubileum als doctor hom, den uitnemcnden onder
zoeker op liet gebied der Engelschc literatuur, die
zich eveneens op bet gebied der l
omaansdiephilologie veelzijdige en wezenlijke verdiensten beeft
verworven, die gedurende een tijdsruimte van meer
dan drie decenniën talrijke jongelieden lust en
ijver voor die vruchtbare studiën wist in te boeze
men, die in den kring zijner collega's aan onze
Iloogeschool door de eenvoudige beminnelijkheid
van zijn persoon allen liet' en dierbaar is gewor
den", baar gelnkwcnschen aanbieden.
Verrassend snel heeft do dood een eïndo ge
maakt aan het leven van een man, wiens aanden
ken bij vrienden en leerlingen onvergetelijk zal
blijven.
HERDENKEN OOK GEDENKEN,
(Verenig).
Holland, uit zijn stof verrezen,
Zal op nieuw ons Holland wezen ;
bad Bilderdijk voorspeld, doch 't duurde lang,