Historisch Archief 1877-1940
No. 598
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Zondag 9 December om 4 uur sluit de
schildeiTJjen-tentoonstelling Arti".
De Belgische schrijver Camille Lemonnier zal
4n de jaren 1889 en 1890 in den Paryschen Cru
Bias de kritieken over den salon leveren. Dit
veelbegeerde recht hangt samen met een contract
dat de onvermoeide schryver dezer dagen met
het litteraire dagblad aanging, en dat een eigen
aardige victorie voor hem is, juist nu hij door
een Parysche rechtbank om zyn boek l'Enfaut
?du Crapaud'' veroordeeld werd.
In d-3 Haiover Gallery te Londen is een
tentoon?stelling van bijeengebrachte schilderijen waaronder
behalve een Mollet (Les dénicheurs), een Corot
-en een Stevens ook een schilderij is van B. J
?Blommers: Neem mjn hand."
TOONEEL EN MUZIEK.
U. Dinsdag had te Hannover in het tegenwoor
dige Residenz-Theater de eerste opvoering plaats
van Schlosz Kronberg," drama in n bedrgf van
Koning Oscar II van Zweden en Noorwegen, voor
'iet Duitsch tooneel bewerkt door Emil Jonas.
Het stuk word reeds vervaardigd in het jaar
1857 en reeds vóór 7 jaren in het Duitsch
over..gebracht, zonder tot heden te zijn opgevoerd.
Voor zoover wij weten is het 't eerste drama van
den dichterlijken koning der Zweden, dat op het
Duitsch tooneel verschenen is. Het stuk, dac
?eene episode uit den Zweedsch Poolschen kryg,
den slag in de Sont op 29 October 1658 schildert,
mist een vast middelpunt. De voor Koning Karel
X ongelukkig uitgevallen slag wordt opgevroolijkt
door een minnehandel, zonder dat de belangstel
ling sterk geprikkeld wordt. Deze amourette dient
aan het stak slechts als een omlijsting, die eene
eeks voortreffelijke tooneelen moet samenvatten,
zonder dat op een ervan het hoofdliclit valt.
DJ slag, die een belangrijk gedeelte van het
stuk inneemt, wordt afgespeeld achter het tooneel.
Het verloop ervan vernemen wij uit een gesprek
Tan den koning met zijn begeleiders, die don slag
van uit een der vensters van hot slot Kronberg
.gadeslaan. Zoodoende is hst stuk maer episch dan
dramatisch. Nochthans werd het, ouder de leiding
van den vertaler en den bewerker ingestudeerd,
terwijl de hoofdrol werd opgedragen aan don heer
?Carl Soutag, door hot publiek gunstig ontvangen,
zooals de edele taal en zuivere karakteristiek het
?dan ook verdienen. In elk geval is dit stuk een
heel fraaie, historische schildering in
dramatischen vorm.
Judith Gauticr, de schrijfster van La Marchande
?de Sjurires, het Japansche drama, dat in het
Odéon te Parijs werd opgevoerd, heeft een
opera-tekst onderhanden, waarvoor haar man, de
heer Bencdietus, den tekst zal schrijven. Do hoofd
persoon in de opera is Beethoven, het hoofdmotief
der handeling hot ontstaan der Mondschein-sonate.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
De . firma Noordhoff en Smit (thans P.
Noordlaoff) te Groningen, is zeer gelukkig met hare
Bchoolnitgaven. Van de vermaarde Valkhoff's
Leercuraus der Fransdie taal ziet men van
het eene deeltje den achtsten, van het andere den
tienden of twaalfden druk verschijnen, altoos her
zien en vermeerderd"; de Inleiding voor het
Duitsch van 11. C Sprmjt is ook al aan den tien
den ; de Nederlandsche Spraakkunst van Do Groot,
de Eerste '2'aulineextcr van Bruins.aaüden negenden.
Voltooid is thans de serie Teekencahurts van
Deelstra; No. 5 en G bevatten aardig gekozen
modellen en sluiten zich geleidelijk bij het eerste
viertal aan.
Nieuw zijn een boekjevol JBnecen voor de
jeugd. Praktische stcloefeiüngen voor do lagere
school door N. Veenstra Bzn., hoofd der school te
Wesepo, waarvan ongeveer een vierdepart ons nut
tig voorkom1:. Het boekje bevat vooreerst deftige,
onmogelijk wijze brieven, dan lijstjes van syno
niemen, on eindelijk bij eenige het practische:
beantwoord dezen brief', ruit inachtneming van
die en die bijzonderheden. Dit laatste kan zeker
nuttig zijn.
Eene aardige muzikale bijdrage is: In den zomer
uit, Kindercantate van Ant. L. de R»p, woorden
van Richard Hol. Zij is door don heer J L. van
der Have volgens do methode Paris-Gah'n-Chevé''
becijferd In een twaalftal nummers heeft de heer
do Rop don componist de gelegenheid gegeven
allerlei stemmingen aan te stippen; er is
Aunlireken can den dag, Marschlierfje. In het Bosch,
Aan zee, Gebed, enz. tot den Terugtocht. Richard
Hol maakte er een frisch muziekwerkje van.
Even als eenigen tijd geleden Alexander Dumas
in een van hem gevraagde voorrede zijn meeningen
aangaande Sport uiteenzette, evenzoo heeft Eriule
Zola dezer dagen op hot verzoek van do secre
tarissen der voornaamste Parijscho bladen bij do
door dezen elk jaar uitgegeven verzameling novel
len en mémoires een voorrede geschreven, die
weliswaar met het daarin behandelde in goen
direct verband staat, maar waarin toch een thema
wordt behandeld dat den samenstellers van het
boekje des te nader aan het hart ligt en tot welks
ontwikkeling Zola misschien meer dan iemand
anders geroepen is, namelijk de moderne Journa
listiek. Do dichter, die, zooals bekend is, in dienst
van de dagbladpers zijn loopbaan begon, laat zich
daarover als volgt uit:
Och die pers! hoeveel kwaad wordt er toch niet
van haar gesproken! Zeker is het dat zij in de
laatste dertig jaren buitengewoon snel is opgegroeid.
Om de veelomvattende en kolossale veranderin
gen die met haar plaats hadden, te begrijpen,
behoeft man slechts de uit de dagen van het
Tweede Keizerryk dagteekenende bladen, die, met
de muilkorf om den mond. betrekkelijk gering in
aantal, en in hun houding gedwee waren, te ver
gelijken met de tegenwoordige couranten, die met
de onbeperktste vrijheid de ontklnisterde golf van
't nieuwsbericht tot op de uiterste grens voort
stuwen
De formule der hedendaagsche journalistiek is:
nieuwtjes, reportage. Deze heeft, allengs aan
groeiend, de journalistiek vervormd, de groote
discuteereude artikelen verdrongen en do letterkun
dige critiek verdrukt, terwijl zij dagelijks meer
ruimte eischt voor telegrammen, groote eu kleine
nieuwstijdingen, verslagen van reporters en inter
viewers. Het komt er slechts op aan om terstond
ingelicht te zijn. Heeft nu de courant die wassende
nieuwsgierigheid by het publiek gewekt of eischt
het publiek van de courant die altijd snellere,
indiskreete berichtgeverij ? In waarheid drijven zij
elkander wederkeerig; de dorst van de een wast
in dezelfde mate, als de andere zich in haar eigen
belang inspant om dien te bevredigen. Men kan
zich nu afvragen of die overspanning nuttig of
schadelijk werkt op het openbare leven Daar zijn
er velen die zich er over verontrusten. Alle
menschen, die naar de vijftig loopen, betreuren de
oude, zooveel maathoudender en gemakkelijker
pers en verwenschen de hedendaagsche. Mij inte
resseert de quaestie slechts van haar litteraire
zijde. Een veel verspreide meening beschuldigt de
pers dat zij alle jonge krachten absorbeert, het
tooneel en den roman ontvolkt en diegenen on
geschikt maakt tot letterkundigen arbeid, die ge
dwongen zijn van haar te loven.
Men heeft mij somtijds gevraagd, hoe ik over
die meening dacht, en mijn antwoord luidt: ik
ben voor en met de Pers. Telkenmale wanneer
een jonge man uit de provincie mij oin raad vraagt,
dring ik er op aan dat hij zich werpe in het
midden van den strijd, in de journalistiek. Hij is
twintig jaar oud, kent noch het leven in het alge
meen noch Parijs in het bijzonder wat moet
hij doen ? Zich opsluiten in zijn kamer, verzen
smeden, die hij een meester ontsteelt, droomen
weven ? Na vijf of zes jaar zal hij het leven in
treden, even onbekend met dat leven als vroeger,
en met een door werkeloosheid benadeelden geest.
Hoeveel meer geef ik er de voorkeur aan zich te
storten te midden van den strijd van den dag.
die alleen menschenkennis en levenservaring ver
mag te schenken. Men zegt dat de pers velen
dier jonge lieden verteert. Dat is waar, maar
alleen dezulken die niets hebben in hun binnenste
in andere beroepen zou het hun eveneens zijn
vergaan. Hier komt het slechts aan op sterke natu
ren, begaafde schrijvers, die zich geroepen gevoelen.
Voor dezen is do journalistiek een versterkend
bad, eon uitmuntende oefening ten strijde, waarirt
zij terugkeereii, gehard en gerijpt, met Parijs in
de hand. Ik ga zells zoo ver te beweren, dat de
stijl door den dagelijkschon. snellen en gedwongen
arbeid aan een courant er bij wint; ik spreek
hier slechts van den begaafden schrijver, die zijn
stijl medebrengt, want stijl laat zich niet aanleeron,
men wordt ermede geboren, blond of bruin. Die
dag in dag uit op do punt van een tafel geschre
ven artikelen zouden zegt men den stijl
bederven. Ik meeu integendeel dat hij door niets
beter geoefend kan worden: hij wordt smijdig,
leert niet bang te zijn voor woorden, wordt
meesteresse van do taal, want dat is het ideaal:
de taal moet gehoorzamen evenals een slavin.
Het eonige wat mij in de hedendaagsche journa
listiek verontrust, is de toestand van zenuwachtige
overprikkeling, waarin zij de natie brengt. En
hier verlaat ik voor een oogenblik het gebied der
letterkunde; het geldt hier oen sociaal feit. Men
stelle zich eens voor welk een overmatig gewicht
heden ton dage aan elke zaak, ook de allerminste,
wordt bijgezet. Honderden couranten brengen ze
gelijktijdig te berde, verklaren ze, spinnen ze uit,
ten slotte is er van niets anders meer sprake. En
wanneer do ceno zaak afgehandeld is, dan komt
de andere aan de beurt. De toestand van onop
houdelijke opwinding schijnt mij verderfelijk toe.
Hot volk verliest daarbij zijn rust, het wordt gelijk
aan die nerveuse vrouwen, die voor een geruchfje
sidderen en leven in angstige afwachting van
heillooze gebeurtenissen."
Hetgeen Zola hier zegt van de Fransche pers,
laat zich met geringe wijzigingen ook zeggen van
die iu andere Europcesche landen.
Militaire Zaken.
I)ii Vy'allen van N'iurden, door F. A.
Buis (A N. J. Fabins), met 4 pla
ten,waaronder eon fae simileder kaart
van Jacob van Deventer (+ 15<JO)
in kleuren. Breda. Broese en Corap.
Onder bovenstaanden titel wordt aan den lezer
eeu nauwkeurig verhaal gegeven van de geschie
denis van Naarden, voornamelijk met het oog op
de verschillende vormen on toestanden van ver
sterking dier plaats.
Het werkje vangt aan met den bouw van ("het
nieuwe) Naarden in 1350. nadat in den nacht
van den 15den Mai van dat jaar oud Naarden
door de Iloekschen was overvallen, <jeplmi<ierii en
verbrand, en eindigt mot do nieuwste inrich
ting der vesting, zooals zich nu aan don bezoeker
vertoont
Duidelijk wordt in het licht gesteld, dat de
plannen van herbouw dor vesting, nu ruim twee
eeuwen geleden, niet moetor, toegeschreven wor
den aau Meuno Baron van Coahoorn, vooals velen
meenden, maar hoofdzakelijk ontworpen zfjn door
de ingenieurs Genesis Paen, Adriaau Dortsrnau
en Ivoy; terwijl het voornamelijk op aandrin
gen van Prins Willcm III was, dat de herbouw
werd doorg-ezet.
In 1075) werd door hem bij cnn bezoek aan
Naardou het plan vastgesteld en met zijne
handteckPiHiig ((r. l'i'ince d'Grunge) bekrachtigd.
Deze herbouw was in 1(50.") in hoofdzaak voltooid
l)e vier verschillende platen achter hot werk
stellen voor Naarden in het midden der !<>e,
17e en 18e eeuw, in 1673, bovengenoemd plan
van 1079, het ontwerp van 1681 en de vesting
in 1G90.
In eene korte voorrede drukte S. den wensch
uit, dat velen hunne krachten mochten beproeven
om eene geschiedenis te schrijven van de vestin
gen in Nederland.
Voorzeker zou zulk een werk veel bijdragon
om de ontwikkeling van den vestingbouw in ons
vaderland natogaan. Toch mogen we de opmer
king niet weerhouden, dat waarschijnlijk meer
malen hetzelfde beeld zou verkregen worden;
terwijl gewoonly'c in de memorieën van ver
dediging der vestingen reeds eene zij het
dan ook beknopte geschiedenis van haar
ontstaan en van hare ontwikkeling gegeven wordt.
Daar die stukken evenwel en terecht tot
het geheime archief behooren, zal dit waarschijn
lijk ook een der redenen zijn, dat het verlangen
van S. wel niet zoo spoedig zal worden verwe
zenlijkt.
Omtrent den inhoud een enkele opmerking. Het
komt ons voor dat verschillende lezers denken
kunnen, dat in 1350 Naarden herbouwd is op
4ezelfde plaats waar de oude stad verwoest werd.
Daarom zouden wij omtrent owd-Naarden nog
gaarne het een en ander vernomen hebben. Bijv.
dat het volgens de overlevering door Keizer Otto I
(tusschen de jaren 936 en 973) gesticht werd en
gelegen was aan de Zuiderzee tusschen de tegen
woordige stad Naarden en het dorp Huizen, op
eene plaats die nu slechts bij buitengewoon laag
water droog komt, enz.
Uit de wijze hoe het onderwerp behandeld is
en uit de bronnon die vermeld worden, kan men
de zorg en nauwgezetheid afleiden, waarmede S.
alles heeft bijeenverzameld, met elkander in ver
band gebracht en vooral hoe hij er naar gestreefd
heeft om het ware uit te vorschen eu mee te
deolen. Dat de door hem verrichtte arbeid om
vangrijk en tijdroovend is geweest en meermalen
moeielijkheden moet hebben opgeleverd, zal bij
de lezing van het werk aan een ieder duidelijk
worden. Ten slotte daarom een woord van lof aan
den schrijver voor zijne doorwerkte en merkwaar
dige bijdrage tot de geschiedenis der vestingen
en van den ves'ingbomv in ons vaderland.
DE ITALIAANSCHE VLOOT.
Na de droevige ervaring van 18G6, toen een
in getalsterkte zwakker Oostenryksch eskader aan
de Italiaanscbe vloot eene nederlaag toebracht,
werd gedurende geruinien tijd aan de Italiaansche
Marino weinig zorg besteed.
Eerst omstreeks bat jaar 1875 begon men het
aantal pantserschepon en het personeel te ver
meerderen. De reorganisatie werd zelfs zoo krach
tig doorgezet, dat de Italiaansche Marine tegen
woordig den derden rang inneemt en wat uit
rusting en bewapening der pantscrschepen betreft
zelfs eene eerste plaats bekleedt.
De oorlogsvloot van Italiëtolt nu 18
pantserschepen eerste klasse;
daarvan zijn 8 van oudere constructie, wier
pantsoring van 11 tot 15 cM. dik is en die eene
snelheid van 12 tot lij knoopen bezitten. Zij zijn
bewapend met geschut, waarvan het grootste
kaliber '28 cM. bedraagt.
Bij de 10 overigo schepen van nieuwere con
structie is do pantsering zeer zwaar, ook
het dek is gepantserd zij voeren geschut van
45 cM., dus van een kaliber grooter dan bij eenige
andere marine, hebben eeu deplacement van 11,000
tot 14.000 tonnen en buitengewoon krachtige ma
chines. Om zich een denkbeeld te kunnen maken
van het kolossale dier vaartuigen, zij medegedeeld,
dat het zwaarste schip der Duitsche vloot, Honig
Wilhelm, een deplacement van 1J700 tonnen heeft,
terwijl het grootste kaliber van geschut op dien
bodem '27 cM. bedraagt.
Van deze 10 pantserschcpen zijn da beide oud
sten van draaitorcns voorzien; de 8 overige daar
entegen belibun hun zwaar geschut in een barbet
(ovcrbank) stelling. waardoor een veel uitge
breider schootsvcï'l dan door gewone schietgaten
verkregen wordt, Vijf van deze (.'i daarvan zijn nog
in aanbouw) hebben ecu deplacement van 14,000
tonnen, die drie overige, welke iets smaller en
korter zijn. een van 11,000 tonnen.
Tot de oorlogsschepen van de tweede klasse
behooren 18 gepantserde schepen: namelijk, 2
tamelijk verouderde pantscrbatturijon en l
pantserkaiionneerboot, 8 (waaronder l nog in aanbouw)
geheel moderne zoogenaamde pantserdekkruiscrs,
die ook als torpcdosch'jpan to gebruiken zijn.
Zij zijn van staal, hebben ccn ram en onder
water cone pantsoring. zijn met geschut van
25 cM bewapend en loopen met de zeer groote
snelheid van 20 a '21 knoopen. Verder 7 kor
vetten, waaronder 4 van nieuwe constructie, die
cone snelheid van 15 knoopen bezitten.
Tot do oorlogsschepen van de derde klasse
behooren 25 schepen, als 8 torpedo kruisers
(waarvan "> nog in aa-ibouw).
I) aviso's (l mat schroef eu 2 met raderen) en
8 Kchroefkanonneorbooten.
Do ge'neele Italiaanscho oorlogsvloot bestaat of
zal binnen kort aïzoo bestaan uit 61 schepen.
Bovendien hoeft men de lorpedo-vloot, die zeer
aanzienlijk is en samengesteld uit:
l Torpedo jagers.
47 Zee torpedohooten.
i!8 Kust torpodobooten. Ie klasse.
21 id. id. ' 2e id.
en 2 Torpedo barkassen.
JACK, THE RIPPER",
door
JACK T. GKEIX.
Ik heb do (dubieuze) eer niet, mijn
intoressanten vooriiaamgunoot te kennen, ofschoon ik weet
hoe hij heet, en ook hoe hij er uitziet, want snug
ger als onze politie is. heelt ze hem in e/ligie
reeds lang achter slot en door allertreurigste
houtsneêplaatjes zijn beeldtenis over de vier wind
streken verspreid.
Ziehier zijn portret en signalement:
(rcxtaltu : middelmatig.
JjKiii/te : 5 voet, 6 duim (Eng.).
(jreztcltt: rond.
(.hi/cn: grijs-bi'uin.
JVi-M.f: klein, maar eenigszins gebogen.
Mond : gewoon.
'l'midcn : gezond.
Haard: Groote zwarte knevel, met gekrulde
punten.
Huur: zwart.
Ik moet zeggen, dat ik na kennisneming van
dit document, oen mauvais qu irt-d'heure" heb
doorgemaakt, en het me volstrekt niet verwonde
ren zou, als op een mooie dag een dienaar van
vrouwe Justitia eens op me toetrad met de woor
den ,,In naam der Koningin", en me, tot na
vaststelling van het alibi", wat alleen voor den
magistraat deu volgenden dag gebeuren kan, op
kosten van het rijk een gemeubileerde kamer en
een rijks-diner verstrekte (welk eeu goddelijke
reclame zou dit wezen: vier en twintig uur on
schuldig veroordeeld in het publiek ont?ripperd'!
's avonds iluks een novelle geschreven
's nachts gedrukt, bij 't granwen van den
uitgegeven in twee uur tijds 50000 exempl.
verkocht bergen van goud roem een
leven van weelde tot in de laatste ure stand
beeld op Trafalgar Square, Amen!)
Maar zonder gekheid, ik ben niet de eenige op,
wien het signalement slaat, en nog verleden week
werd een jong journalist, die bij de begrafenis van
Kelly, het zesde slachtoffer, tegenwoordig was,
gearresteerd en 24 uur vastgehouden, omdat het
volk en een allerijverigste agent in hem den
beruchten Jack meende te erkennen.
De bladen beweren dan ook terecht, dat de
moorden een dubbele paniek in het leven geroe
pen hebben, de eene betreft de feiten, de andere
de gevolgen, want de politie, in haar streven om de
uitgeloofde pd. st. 1200 en de daarmee verbonden
lauweren te oogsten, arresteert maar, zonder
aanzien des persoons, en zonder te overleggen of
er wel gegronde motieven bestaan om het slacht
offer te verdenken.
Trouwens van begin af aan heeft de overheid,
de Minister van Binnenlandsche Zaken boven aan,
baar best gedaan, om Jack ongestoord te laten
voortmoorden en zijn ontdekking onmogelijk te maken.
Toen, terstond na den eersten moord, er op werd
aangedrongen, dat eeu belooning op het hoofd van.
den schuldige zou worden gezet, verklaarde de
minister dat er geen termen gevonden kon worden
om hiertoe over te gaan; het geld kwam echter
toch bijeen, en wel uit de beurs der rijken
en uit de penninkskens der armen in het Oost
einde van Londen. Maar zelfs het goud. dat
anders poorten ontsluit en vestingen doet slechten,
bleek machteloos. Moord op moord volgde, de
tweede, de derde, de vierde, allen door dezelfde
hand, op dezelfde afgrijselijke wijze bedreven; in
Whitechapel rees de ontzetting ten top,
amateurdetectives doorkruisten de straten, men hield ver
gaderingen, er werden veiligheids-commissie's be
noemd, mannen boden zich aan om als dames
verkleed het monster aan te lokken, de arme
arbeidsvrouwen, die 's nachts of in den vroegen
morgen naar haar werkplaatsen behoorden te gaan,
waagden zich niet dan ouder escorte op straat;
het gistte in Whitechapel, en allén de overtuiging,
dat in vijandige demonstraties tegen de overheid,
de moordenaar nog meer kansen zou vinden om onont
dekt te blijven, hield de bevreesde gemoederen
in toom. En terwijl het ellendige, arme volk in
een poel van angst en vrees, van opwinding en
verslagenheid om een reddendon stroohaim kermde,
die het van het moordende monster kon verlossen,
terwijl allerwege requesteu aan de regeering
gingen met verzoek, het oude systeem te doen her
leven, volgens hetwelk do koningin een full pardon"
belooft aan den verklikker, die niet zelf di
rect medeplichtig was zat de minister met
de handen in den schoot en liet de
requestranten door zijn secretaris met bespottelijke
kluitjes in bet riet sturen, die allen daarop neer
kwamen: dat het systeem; den verklikker van staf*
te vrijwaren, gebleken was onhoudbaar te zijn en
men daarom besloten had het niet weder iu wer
king te brengen.
Maar Charles Matthews, de minister, zou weldra
zijn eigen ruiten ingooien.
De Mitre Square eu Bernerstroet-moorden go
ten opnieuw ziedende olie in de laaiende vlam
en nog waren de bladen, de gesprekken, de
parIcracntsdebatten vervuld van de details dier wan
daden, toen do slachting van Mapy Jane Kelly,
die op klaarlichteu dag niet op straat maar m
baar eigen kamer op de ijselijkste wijze werd ver
minkt en afgemaakt, zelfs den koppigeu minister
in weeke was veranderde.
Een etmaal na den moord was het verguisde
systeem in eer hersteld en vervaarlijke plakkaten
met de grijnzende woorden
Murder Free pardon
bedekten de muren in alle staddeelen.
Aan den wensch van het volk was dus voldaan
het scheen ten mir.ste zoo, want feitelijk was de
regeeringsilaad balt' werk, doordat hei pardon"
alleen betrekking bad op den zesden - tot DUSVER
laatstcn, moord, terwijl indirecte medeplichtige
verklikkers aan do vijf overige gruwelen, met
daarin begrepen waren.
Is 't wonder, dat Jack (the Ripper, bedoel ik)
na dit decreet, in zijn vuistje lacht, de vrijheid
in volle teugen geniet en aau het practiseereu is
hoe hij tegen tien December met een nieuw werk"
de attentie van het pubiiok op zich kan vestigen?
Jack is bovenal eeu practisch mcnsch hij
speelt niet met zijn systemen als de minister
zijn leuze is Je Maiiitiendrai" ik houd vol!
in volgorde, in manier, in tijd en in plaats.
De eerste moord was op G Augustus, de tweede
op 7 September, de derde op 8 October, daarna
intermezzo's tegen het einde van October, de zcsda
op i» November op Lordmayorsdag de zevende,
de hemel beware ons voor don zevenden, maar
Caveant Consnles !" 10 December staat voor de
deur.
Ik vroeg laatst een doctor van naam, die de
verminkte lichamen gezien had, wat hij van
Ripper's kunde als operateur dacht, en hij antwoordde
me: Hij is bijzonder handig, want waar wij inde
snijkamer ,-ïminuten noodig hebben, met behulp
van alle gemakken, de voortreffelijkste instrumen
ten en terwijl het ontzielde lichaam, geheel ontkleed,
de operatie in de hand werkt, gebruikt de moor
denaar slechts tien minuten eu dat onder omstan
digheden, van den allerongunstigste!! aard: onvol
komen instrumenten eeu gekleed, hailievend
lichaam de straat de haast de angst
ontdekt te worden.
Zou u dan Doctor, ging ik voort, de operatie
van the Ripper" (oor uw rekening durven ne
men, d. w. z. zou do sectie door u verricht dezelfde
methode verraden V
Dat nu juist niet; eon behendig operateur snijdt,
m-iar kerft niet zooals the Ripper; de sneden van,
den moordenaar zijn niet competent, of' als gij
dat beter vat, niet keurig''genoeg voltrokken
alhoewel ze bewijzen, dat ze door iemand ge.laaa
zijn die met de anatomie van het menscheiijk
lichaam bij uitstek bekend moet zijn eu die het
mes verstaat te hanteeren.
Ergo, een student b. v. of een veearts? bracht
ik iu bet midden.
Het eerste is mogelijk, zelfs waarschijnlijk,
maar weetje wat vriend: al wat wij vermoeden
leidt tot niets, zoolang de moordenaar uiet
ge