De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 9 december pagina 5

9 december 1888 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 598 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Zondag 9 December om 4 uur sluit de schildeiTJjen-tentoonstelling Arti". De Belgische schrijver Camille Lemonnier zal 4n de jaren 1889 en 1890 in den Paryschen Cru Bias de kritieken over den salon leveren. Dit veelbegeerde recht hangt samen met een contract dat de onvermoeide schryver dezer dagen met het litteraire dagblad aanging, en dat een eigen aardige victorie voor hem is, juist nu hij door een Parysche rechtbank om zyn boek l'Enfaut ?du Crapaud'' veroordeeld werd. In d-3 Haiover Gallery te Londen is een tentoon?stelling van bijeengebrachte schilderijen waaronder behalve een Mollet (Les dénicheurs), een Corot -en een Stevens ook een schilderij is van B. J ?Blommers: Neem mjn hand." TOONEEL EN MUZIEK. U. Dinsdag had te Hannover in het tegenwoor dige Residenz-Theater de eerste opvoering plaats van Schlosz Kronberg," drama in n bedrgf van Koning Oscar II van Zweden en Noorwegen, voor 'iet Duitsch tooneel bewerkt door Emil Jonas. Het stuk word reeds vervaardigd in het jaar 1857 en reeds vóór 7 jaren in het Duitsch over..gebracht, zonder tot heden te zijn opgevoerd. Voor zoover wij weten is het 't eerste drama van den dichterlijken koning der Zweden, dat op het Duitsch tooneel verschenen is. Het stuk, dac ?eene episode uit den Zweedsch Poolschen kryg, den slag in de Sont op 29 October 1658 schildert, mist een vast middelpunt. De voor Koning Karel X ongelukkig uitgevallen slag wordt opgevroolijkt door een minnehandel, zonder dat de belangstel ling sterk geprikkeld wordt. Deze amourette dient aan het stak slechts als een omlijsting, die eene eeks voortreffelijke tooneelen moet samenvatten, zonder dat op een ervan het hoofdliclit valt. DJ slag, die een belangrijk gedeelte van het stuk inneemt, wordt afgespeeld achter het tooneel. Het verloop ervan vernemen wij uit een gesprek Tan den koning met zijn begeleiders, die don slag van uit een der vensters van hot slot Kronberg .gadeslaan. Zoodoende is hst stuk maer episch dan dramatisch. Nochthans werd het, ouder de leiding van den vertaler en den bewerker ingestudeerd, terwijl de hoofdrol werd opgedragen aan don heer ?Carl Soutag, door hot publiek gunstig ontvangen, zooals de edele taal en zuivere karakteristiek het ?dan ook verdienen. In elk geval is dit stuk een heel fraaie, historische schildering in dramatischen vorm. Judith Gauticr, de schrijfster van La Marchande ?de Sjurires, het Japansche drama, dat in het Odéon te Parijs werd opgevoerd, heeft een opera-tekst onderhanden, waarvoor haar man, de heer Bencdietus, den tekst zal schrijven. Do hoofd persoon in de opera is Beethoven, het hoofdmotief der handeling hot ontstaan der Mondschein-sonate. LETTEREN EN WETENSCHAP. De . firma Noordhoff en Smit (thans P. Noordlaoff) te Groningen, is zeer gelukkig met hare Bchoolnitgaven. Van de vermaarde Valkhoff's Leercuraus der Fransdie taal ziet men van het eene deeltje den achtsten, van het andere den tienden of twaalfden druk verschijnen, altoos her zien en vermeerderd"; de Inleiding voor het Duitsch van 11. C Sprmjt is ook al aan den tien den ; de Nederlandsche Spraakkunst van Do Groot, de Eerste '2'aulineextcr van Bruins.aaüden negenden. Voltooid is thans de serie Teekencahurts van Deelstra; No. 5 en G bevatten aardig gekozen modellen en sluiten zich geleidelijk bij het eerste viertal aan. Nieuw zijn een boekjevol JBnecen voor de jeugd. Praktische stcloefeiüngen voor do lagere school door N. Veenstra Bzn., hoofd der school te Wesepo, waarvan ongeveer een vierdepart ons nut tig voorkom1:. Het boekje bevat vooreerst deftige, onmogelijk wijze brieven, dan lijstjes van syno niemen, on eindelijk bij eenige het practische: beantwoord dezen brief', ruit inachtneming van die en die bijzonderheden. Dit laatste kan zeker nuttig zijn. Eene aardige muzikale bijdrage is: In den zomer uit, Kindercantate van Ant. L. de R»p, woorden van Richard Hol. Zij is door don heer J L. van der Have volgens do methode Paris-Gah'n-Chevé'' becijferd In een twaalftal nummers heeft de heer do Rop don componist de gelegenheid gegeven allerlei stemmingen aan te stippen; er is Aunlireken can den dag, Marschlierfje. In het Bosch, Aan zee, Gebed, enz. tot den Terugtocht. Richard Hol maakte er een frisch muziekwerkje van. Even als eenigen tijd geleden Alexander Dumas in een van hem gevraagde voorrede zijn meeningen aangaande Sport uiteenzette, evenzoo heeft Eriule Zola dezer dagen op hot verzoek van do secre tarissen der voornaamste Parijscho bladen bij do door dezen elk jaar uitgegeven verzameling novel len en mémoires een voorrede geschreven, die weliswaar met het daarin behandelde in goen direct verband staat, maar waarin toch een thema wordt behandeld dat den samenstellers van het boekje des te nader aan het hart ligt en tot welks ontwikkeling Zola misschien meer dan iemand anders geroepen is, namelijk de moderne Journa listiek. Do dichter, die, zooals bekend is, in dienst van de dagbladpers zijn loopbaan begon, laat zich daarover als volgt uit: Och die pers! hoeveel kwaad wordt er toch niet van haar gesproken! Zeker is het dat zij in de laatste dertig jaren buitengewoon snel is opgegroeid. Om de veelomvattende en kolossale veranderin gen die met haar plaats hadden, te begrijpen, behoeft man slechts de uit de dagen van het Tweede Keizerryk dagteekenende bladen, die, met de muilkorf om den mond. betrekkelijk gering in aantal, en in hun houding gedwee waren, te ver gelijken met de tegenwoordige couranten, die met de onbeperktste vrijheid de ontklnisterde golf van 't nieuwsbericht tot op de uiterste grens voort stuwen De formule der hedendaagsche journalistiek is: nieuwtjes, reportage. Deze heeft, allengs aan groeiend, de journalistiek vervormd, de groote discuteereude artikelen verdrongen en do letterkun dige critiek verdrukt, terwijl zij dagelijks meer ruimte eischt voor telegrammen, groote eu kleine nieuwstijdingen, verslagen van reporters en inter viewers. Het komt er slechts op aan om terstond ingelicht te zijn. Heeft nu de courant die wassende nieuwsgierigheid by het publiek gewekt of eischt het publiek van de courant die altijd snellere, indiskreete berichtgeverij ? In waarheid drijven zij elkander wederkeerig; de dorst van de een wast in dezelfde mate, als de andere zich in haar eigen belang inspant om dien te bevredigen. Men kan zich nu afvragen of die overspanning nuttig of schadelijk werkt op het openbare leven Daar zijn er velen die zich er over verontrusten. Alle menschen, die naar de vijftig loopen, betreuren de oude, zooveel maathoudender en gemakkelijker pers en verwenschen de hedendaagsche. Mij inte resseert de quaestie slechts van haar litteraire zijde. Een veel verspreide meening beschuldigt de pers dat zij alle jonge krachten absorbeert, het tooneel en den roman ontvolkt en diegenen on geschikt maakt tot letterkundigen arbeid, die ge dwongen zijn van haar te loven. Men heeft mij somtijds gevraagd, hoe ik over die meening dacht, en mijn antwoord luidt: ik ben voor en met de Pers. Telkenmale wanneer een jonge man uit de provincie mij oin raad vraagt, dring ik er op aan dat hij zich werpe in het midden van den strijd, in de journalistiek. Hij is twintig jaar oud, kent noch het leven in het alge meen noch Parijs in het bijzonder wat moet hij doen ? Zich opsluiten in zijn kamer, verzen smeden, die hij een meester ontsteelt, droomen weven ? Na vijf of zes jaar zal hij het leven in treden, even onbekend met dat leven als vroeger, en met een door werkeloosheid benadeelden geest. Hoeveel meer geef ik er de voorkeur aan zich te storten te midden van den strijd van den dag. die alleen menschenkennis en levenservaring ver mag te schenken. Men zegt dat de pers velen dier jonge lieden verteert. Dat is waar, maar alleen dezulken die niets hebben in hun binnenste in andere beroepen zou het hun eveneens zijn vergaan. Hier komt het slechts aan op sterke natu ren, begaafde schrijvers, die zich geroepen gevoelen. Voor dezen is do journalistiek een versterkend bad, eon uitmuntende oefening ten strijde, waarirt zij terugkeereii, gehard en gerijpt, met Parijs in de hand. Ik ga zells zoo ver te beweren, dat de stijl door den dagelijkschon. snellen en gedwongen arbeid aan een courant er bij wint; ik spreek hier slechts van den begaafden schrijver, die zijn stijl medebrengt, want stijl laat zich niet aanleeron, men wordt ermede geboren, blond of bruin. Die dag in dag uit op do punt van een tafel geschre ven artikelen zouden zegt men den stijl bederven. Ik meeu integendeel dat hij door niets beter geoefend kan worden: hij wordt smijdig, leert niet bang te zijn voor woorden, wordt meesteresse van do taal, want dat is het ideaal: de taal moet gehoorzamen evenals een slavin. Het eonige wat mij in de hedendaagsche journa listiek verontrust, is de toestand van zenuwachtige overprikkeling, waarin zij de natie brengt. En hier verlaat ik voor een oogenblik het gebied der letterkunde; het geldt hier oen sociaal feit. Men stelle zich eens voor welk een overmatig gewicht heden ton dage aan elke zaak, ook de allerminste, wordt bijgezet. Honderden couranten brengen ze gelijktijdig te berde, verklaren ze, spinnen ze uit, ten slotte is er van niets anders meer sprake. En wanneer do ceno zaak afgehandeld is, dan komt de andere aan de beurt. De toestand van onop houdelijke opwinding schijnt mij verderfelijk toe. Hot volk verliest daarbij zijn rust, het wordt gelijk aan die nerveuse vrouwen, die voor een geruchfje sidderen en leven in angstige afwachting van heillooze gebeurtenissen." Hetgeen Zola hier zegt van de Fransche pers, laat zich met geringe wijzigingen ook zeggen van die iu andere Europcesche landen. Militaire Zaken. I)ii Vy'allen van N'iurden, door F. A. Buis (A N. J. Fabins), met 4 pla ten,waaronder eon fae simileder kaart van Jacob van Deventer (+ 15<JO) in kleuren. Breda. Broese en Corap. Onder bovenstaanden titel wordt aan den lezer eeu nauwkeurig verhaal gegeven van de geschie denis van Naarden, voornamelijk met het oog op de verschillende vormen on toestanden van ver sterking dier plaats. Het werkje vangt aan met den bouw van ("het nieuwe) Naarden in 1350. nadat in den nacht van den 15den Mai van dat jaar oud Naarden door de Iloekschen was overvallen, <jeplmi<ierii en verbrand, en eindigt mot do nieuwste inrich ting der vesting, zooals zich nu aan don bezoeker vertoont Duidelijk wordt in het licht gesteld, dat de plannen van herbouw dor vesting, nu ruim twee eeuwen geleden, niet moetor, toegeschreven wor den aau Meuno Baron van Coahoorn, vooals velen meenden, maar hoofdzakelijk ontworpen zfjn door de ingenieurs Genesis Paen, Adriaau Dortsrnau en Ivoy; terwijl het voornamelijk op aandrin gen van Prins Willcm III was, dat de herbouw werd doorg-ezet. In 1075) werd door hem bij cnn bezoek aan Naardou het plan vastgesteld en met zijne handteckPiHiig ((r. l'i'ince d'Grunge) bekrachtigd. Deze herbouw was in 1(50.") in hoofdzaak voltooid l)e vier verschillende platen achter hot werk stellen voor Naarden in het midden der !<>e, 17e en 18e eeuw, in 1673, bovengenoemd plan van 1079, het ontwerp van 1681 en de vesting in 1G90. In eene korte voorrede drukte S. den wensch uit, dat velen hunne krachten mochten beproeven om eene geschiedenis te schrijven van de vestin gen in Nederland. Voorzeker zou zulk een werk veel bijdragon om de ontwikkeling van den vestingbouw in ons vaderland natogaan. Toch mogen we de opmer king niet weerhouden, dat waarschijnlijk meer malen hetzelfde beeld zou verkregen worden; terwijl gewoonly'c in de memorieën van ver dediging der vestingen reeds eene zij het dan ook beknopte geschiedenis van haar ontstaan en van hare ontwikkeling gegeven wordt. Daar die stukken evenwel en terecht tot het geheime archief behooren, zal dit waarschijn lijk ook een der redenen zijn, dat het verlangen van S. wel niet zoo spoedig zal worden verwe zenlijkt. Omtrent den inhoud een enkele opmerking. Het komt ons voor dat verschillende lezers denken kunnen, dat in 1350 Naarden herbouwd is op 4ezelfde plaats waar de oude stad verwoest werd. Daarom zouden wij omtrent owd-Naarden nog gaarne het een en ander vernomen hebben. Bijv. dat het volgens de overlevering door Keizer Otto I (tusschen de jaren 936 en 973) gesticht werd en gelegen was aan de Zuiderzee tusschen de tegen woordige stad Naarden en het dorp Huizen, op eene plaats die nu slechts bij buitengewoon laag water droog komt, enz. Uit de wijze hoe het onderwerp behandeld is en uit de bronnon die vermeld worden, kan men de zorg en nauwgezetheid afleiden, waarmede S. alles heeft bijeenverzameld, met elkander in ver band gebracht en vooral hoe hij er naar gestreefd heeft om het ware uit te vorschen eu mee te deolen. Dat de door hem verrichtte arbeid om vangrijk en tijdroovend is geweest en meermalen moeielijkheden moet hebben opgeleverd, zal bij de lezing van het werk aan een ieder duidelijk worden. Ten slotte daarom een woord van lof aan den schrijver voor zijne doorwerkte en merkwaar dige bijdrage tot de geschiedenis der vestingen en van den ves'ingbomv in ons vaderland. DE ITALIAANSCHE VLOOT. Na de droevige ervaring van 18G6, toen een in getalsterkte zwakker Oostenryksch eskader aan de Italiaanscbe vloot eene nederlaag toebracht, werd gedurende geruinien tijd aan de Italiaansche Marino weinig zorg besteed. Eerst omstreeks bat jaar 1875 begon men het aantal pantserschepon en het personeel te ver meerderen. De reorganisatie werd zelfs zoo krach tig doorgezet, dat de Italiaansche Marine tegen woordig den derden rang inneemt en wat uit rusting en bewapening der pantscrschepen betreft zelfs eene eerste plaats bekleedt. De oorlogsvloot van Italiëtolt nu 18 pantserschepen eerste klasse; daarvan zijn 8 van oudere constructie, wier pantsoring van 11 tot 15 cM. dik is en die eene snelheid van 12 tot lij knoopen bezitten. Zij zijn bewapend met geschut, waarvan het grootste kaliber '28 cM. bedraagt. Bij de 10 overigo schepen van nieuwere con structie is do pantsering zeer zwaar, ook het dek is gepantserd zij voeren geschut van 45 cM., dus van een kaliber grooter dan bij eenige andere marine, hebben eeu deplacement van 11,000 tot 14.000 tonnen en buitengewoon krachtige ma chines. Om zich een denkbeeld te kunnen maken van het kolossale dier vaartuigen, zij medegedeeld, dat het zwaarste schip der Duitsche vloot, Honig Wilhelm, een deplacement van 1J700 tonnen heeft, terwijl het grootste kaliber van geschut op dien bodem '27 cM. bedraagt. Van deze 10 pantserschcpen zijn da beide oud sten van draaitorcns voorzien; de 8 overige daar entegen belibun hun zwaar geschut in een barbet (ovcrbank) stelling. waardoor een veel uitge breider schootsvcï'l dan door gewone schietgaten verkregen wordt, Vijf van deze (.'i daarvan zijn nog in aanbouw) hebben ecu deplacement van 14,000 tonnen, die drie overige, welke iets smaller en korter zijn. een van 11,000 tonnen. Tot de oorlogsschepen van de tweede klasse behooren 18 gepantserde schepen: namelijk, 2 tamelijk verouderde pantscrbatturijon en l pantserkaiionneerboot, 8 (waaronder l nog in aanbouw) geheel moderne zoogenaamde pantserdekkruiscrs, die ook als torpcdosch'jpan to gebruiken zijn. Zij zijn van staal, hebben ccn ram en onder water cone pantsoring. zijn met geschut van 25 cM bewapend en loopen met de zeer groote snelheid van 20 a '21 knoopen. Verder 7 kor vetten, waaronder 4 van nieuwe constructie, die cone snelheid van 15 knoopen bezitten. Tot do oorlogsschepen van de derde klasse behooren 25 schepen, als 8 torpedo kruisers (waarvan "> nog in aa-ibouw). I) aviso's (l mat schroef eu 2 met raderen) en 8 Kchroefkanonneorbooten. Do ge'neele Italiaanscho oorlogsvloot bestaat of zal binnen kort aïzoo bestaan uit 61 schepen. Bovendien hoeft men de lorpedo-vloot, die zeer aanzienlijk is en samengesteld uit: l Torpedo jagers. 47 Zee torpedohooten. i!8 Kust torpodobooten. Ie klasse. 21 id. id. ' 2e id. en 2 Torpedo barkassen. JACK, THE RIPPER", door JACK T. GKEIX. Ik heb do (dubieuze) eer niet, mijn intoressanten vooriiaamgunoot te kennen, ofschoon ik weet hoe hij heet, en ook hoe hij er uitziet, want snug ger als onze politie is. heelt ze hem in e/ligie reeds lang achter slot en door allertreurigste houtsneêplaatjes zijn beeldtenis over de vier wind streken verspreid. Ziehier zijn portret en signalement: (rcxtaltu : middelmatig. JjKiii/te : 5 voet, 6 duim (Eng.). (jreztcltt: rond. (.hi/cn: grijs-bi'uin. JVi-M.f: klein, maar eenigszins gebogen. Mond : gewoon. 'l'midcn : gezond. Haard: Groote zwarte knevel, met gekrulde punten. Huur: zwart. Ik moet zeggen, dat ik na kennisneming van dit document, oen mauvais qu irt-d'heure" heb doorgemaakt, en het me volstrekt niet verwonde ren zou, als op een mooie dag een dienaar van vrouwe Justitia eens op me toetrad met de woor den ,,In naam der Koningin", en me, tot na vaststelling van het alibi", wat alleen voor den magistraat deu volgenden dag gebeuren kan, op kosten van het rijk een gemeubileerde kamer en een rijks-diner verstrekte (welk eeu goddelijke reclame zou dit wezen: vier en twintig uur on schuldig veroordeeld in het publiek ont?ripperd'! 's avonds iluks een novelle geschreven 's nachts gedrukt, bij 't granwen van den uitgegeven in twee uur tijds 50000 exempl. verkocht bergen van goud roem een leven van weelde tot in de laatste ure stand beeld op Trafalgar Square, Amen!) Maar zonder gekheid, ik ben niet de eenige op, wien het signalement slaat, en nog verleden week werd een jong journalist, die bij de begrafenis van Kelly, het zesde slachtoffer, tegenwoordig was, gearresteerd en 24 uur vastgehouden, omdat het volk en een allerijverigste agent in hem den beruchten Jack meende te erkennen. De bladen beweren dan ook terecht, dat de moorden een dubbele paniek in het leven geroe pen hebben, de eene betreft de feiten, de andere de gevolgen, want de politie, in haar streven om de uitgeloofde pd. st. 1200 en de daarmee verbonden lauweren te oogsten, arresteert maar, zonder aanzien des persoons, en zonder te overleggen of er wel gegronde motieven bestaan om het slacht offer te verdenken. Trouwens van begin af aan heeft de overheid, de Minister van Binnenlandsche Zaken boven aan, baar best gedaan, om Jack ongestoord te laten voortmoorden en zijn ontdekking onmogelijk te maken. Toen, terstond na den eersten moord, er op werd aangedrongen, dat eeu belooning op het hoofd van. den schuldige zou worden gezet, verklaarde de minister dat er geen termen gevonden kon worden om hiertoe over te gaan; het geld kwam echter toch bijeen, en wel uit de beurs der rijken en uit de penninkskens der armen in het Oost einde van Londen. Maar zelfs het goud. dat anders poorten ontsluit en vestingen doet slechten, bleek machteloos. Moord op moord volgde, de tweede, de derde, de vierde, allen door dezelfde hand, op dezelfde afgrijselijke wijze bedreven; in Whitechapel rees de ontzetting ten top, amateurdetectives doorkruisten de straten, men hield ver gaderingen, er werden veiligheids-commissie's be noemd, mannen boden zich aan om als dames verkleed het monster aan te lokken, de arme arbeidsvrouwen, die 's nachts of in den vroegen morgen naar haar werkplaatsen behoorden te gaan, waagden zich niet dan ouder escorte op straat; het gistte in Whitechapel, en allén de overtuiging, dat in vijandige demonstraties tegen de overheid, de moordenaar nog meer kansen zou vinden om onont dekt te blijven, hield de bevreesde gemoederen in toom. En terwijl het ellendige, arme volk in een poel van angst en vrees, van opwinding en verslagenheid om een reddendon stroohaim kermde, die het van het moordende monster kon verlossen, terwijl allerwege requesteu aan de regeering gingen met verzoek, het oude systeem te doen her leven, volgens hetwelk do koningin een full pardon" belooft aan den verklikker, die niet zelf di rect medeplichtig was zat de minister met de handen in den schoot en liet de requestranten door zijn secretaris met bespottelijke kluitjes in bet riet sturen, die allen daarop neer kwamen: dat het systeem; den verklikker van staf* te vrijwaren, gebleken was onhoudbaar te zijn en men daarom besloten had het niet weder iu wer king te brengen. Maar Charles Matthews, de minister, zou weldra zijn eigen ruiten ingooien. De Mitre Square eu Bernerstroet-moorden go ten opnieuw ziedende olie in de laaiende vlam en nog waren de bladen, de gesprekken, de parIcracntsdebatten vervuld van de details dier wan daden, toen do slachting van Mapy Jane Kelly, die op klaarlichteu dag niet op straat maar m baar eigen kamer op de ijselijkste wijze werd ver minkt en afgemaakt, zelfs den koppigeu minister in weeke was veranderde. Een etmaal na den moord was het verguisde systeem in eer hersteld en vervaarlijke plakkaten met de grijnzende woorden Murder Free pardon bedekten de muren in alle staddeelen. Aan den wensch van het volk was dus voldaan het scheen ten mir.ste zoo, want feitelijk was de regeeringsilaad balt' werk, doordat hei pardon" alleen betrekking bad op den zesden - tot DUSVER laatstcn, moord, terwijl indirecte medeplichtige verklikkers aan do vijf overige gruwelen, met daarin begrepen waren. Is 't wonder, dat Jack (the Ripper, bedoel ik) na dit decreet, in zijn vuistje lacht, de vrijheid in volle teugen geniet en aau het practiseereu is hoe hij tegen tien December met een nieuw werk" de attentie van het pubiiok op zich kan vestigen? Jack is bovenal eeu practisch mcnsch hij speelt niet met zijn systemen als de minister zijn leuze is Je Maiiitiendrai" ik houd vol! in volgorde, in manier, in tijd en in plaats. De eerste moord was op G Augustus, de tweede op 7 September, de derde op 8 October, daarna intermezzo's tegen het einde van October, de zcsda op i» November op Lordmayorsdag de zevende, de hemel beware ons voor don zevenden, maar Caveant Consnles !" 10 December staat voor de deur. Ik vroeg laatst een doctor van naam, die de verminkte lichamen gezien had, wat hij van Ripper's kunde als operateur dacht, en hij antwoordde me: Hij is bijzonder handig, want waar wij inde snijkamer ,-ïminuten noodig hebben, met behulp van alle gemakken, de voortreffelijkste instrumen ten en terwijl het ontzielde lichaam, geheel ontkleed, de operatie in de hand werkt, gebruikt de moor denaar slechts tien minuten eu dat onder omstan digheden, van den allerongunstigste!! aard: onvol komen instrumenten eeu gekleed, hailievend lichaam de straat de haast de angst ontdekt te worden. Zou u dan Doctor, ging ik voort, de operatie van the Ripper" (oor uw rekening durven ne men, d. w. z. zou do sectie door u verricht dezelfde methode verraden V Dat nu juist niet; eon behendig operateur snijdt, m-iar kerft niet zooals the Ripper; de sneden van, den moordenaar zijn niet competent, of' als gij dat beter vat, niet keurig''genoeg voltrokken alhoewel ze bewijzen, dat ze door iemand ge.laaa zijn die met de anatomie van het menscheiijk lichaam bij uitstek bekend moet zijn eu die het mes verstaat te hanteeren. Ergo, een student b. v. of een veearts? bracht ik iu bet midden. Het eerste is mogelijk, zelfs waarschijnlijk, maar weetje wat vriend: al wat wij vermoeden leidt tot niets, zoolang de moordenaar uiet ge

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl