De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1888 16 december pagina 4

16 december 1888 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 599 van genoemd Conservatoire welwillend afgestaan) ?was zeer interessant; men genoot by het hooren Tin de Viole 'd'amoiir, de Viole de Gambe en de FlAte traversière a une seule clef', en verwon derde -zich dat die instrumenten niet meer ge. bruikt worden; men wenschte zich geluk dat de Clavecin en het Orgue de regale'' niet meer van onzen tyd zyn, en waardeerde door luide toejuiehingen het artistieke spel der heeren E Agniez, A de Greef, J. Dumon en El Jacobs. In Mej. Warnots leerde men eene zangeres van groote begaafdheid kennen, die de antieke aria's en lie deren deels met wijding, deels uiterst pikant voordroeg. Het talrijke publiek heeft zich dezen uitgang niet te beklagen gehad. De Hollandsche Opera gaf hier Otello voor de eerste maal; of het ligt aan den ophef, die sedert het verschijnen van Verdi's jongste werk ervan gemaakt is, of aan het ontbreken van de oor spronkelijke instrumentatie ik weet het niet, maar ik kan slechts constateeren, dat het my is tegengevallen. Daar het overigens in dit blad bij gelegenheid der opvoeringen te Amsterdam bereids uitvoerig besproken is, kan ik volstaan met de verklaring dat de partijen van Otello, Jago en Cassio door de heeren Pauwels. Orelio en v. d. Kerckhoven en van Desdemona door mej. den Besten elk op zich zelf hoogst verdienstelijk wer den vertolkt, dat echter de ensembles zér veel te wenschen overlieten en bet orkest, trots de goede leiding van den heer van der Linden, niet tegen zijne taak opgewassen bleek. De vertaling w niet alleen slecht, maar wekt den lachlust op; kon dit niet vermeden zyn? V. Oude Kunst in Nederland. Etsen van "Wilm. Steelink, naar schilderijen uit Particuliere Kabinetten. Tekst van J. F. van Someren. Amsterdam, Tj. van Holkema. Naast de Msecenaten, of kunstbeschermers, die schilderijen of teekeningen koopen en deelnemen in uitgaven, die bij afleveringen verschijnen, heeft de kunst verplichting, en groote\erplicbting aan de moedige uitgevers, die, vaak in spijt van onder vonden te-leur-stellingen, hun tijd, hun kracht en hun kapitaal wagen te steken in kostbare ondernemingen. Het is geen kleinigheid, met een weinig enthou siaste publiek tegenover zich, telkens en telkens weer op nieuwe prikkels bedacht te zijn, om den sluimerendcn kunstzin te doen ontwaken en de martyrs de la pensee, de kunstenaars met pen, penceel of etsnaald, aan den arbeid te houden, do samenleving niet te doen wechkwijnen in materialiteit en de gloriezon van het land niet voor goed te doen schuilgaan. Onder die wakkere mannen, die mannen deels van geoefende smaak, deels begaafd met het reukorgaan van het succes, neemt de Heer Tj. van olkema eene eerste ^plaats in. Zou het de herinnering zijn van den kunstroem der Gebroeders a Bolswert en van de school door den West-Vries Cornelis Gort gesticht, die hun gewestgenoot, den Heer van Holkoma, tot een der ondernemendste Patronen onzer jongere kunstenaars gemaakt heeft? Mijne psychologie waagt zich aan geen andwoord; maar ik verheug my van harte in het feit zijner verdienstelijke ondernemingen. Na dat hij de Moderne Kunst in Nederland" (Etsen van Arendzen) en het Etswerk De Distel" op touw heeft gezet, na do uitgave zijner Hedcndaagsche Letterkundigen" door Prof. ten Brink, verheugt hij ons met bet boven aangeduide plaat werk. Hij-zelf heeft de zedigheid in zijn Prospektus te zeggen, dat de algemeener ontwaakte belang stelling onzer landgenooten op het gebied der schoone kunsten" er hem als het ware van zelf toe gebracht heeft om, naast de reprodukties der voornaamste schilderwerken uit onze openbare muzeüms, hier en elders ondernomen, nu ook bedacht te zijn op de uitgave der vele kostbare stukken in particuliere kabinetten voorkomende". Het eerst liggen aan de beurt schilderijen uit de verzamelingen Brodius, Enschedé, Six, Steengracht, De Stuors eu Des Tombe. Alle eer gevend aan het werk van Prof. Kaiser, die, reeds jaren geleden, onderscheidene schilderijen uit het kabi net van de Heeren Six in gravure bracht, merkt de Uitgever op, dat tegenwoordig bijzonder de etskunst" wordt te hulp geroepen bij bet illustreeren van voorname letterkundige uitgaven of l»ij het reproduceeren van gepenseelde kunst." Inderdaad zal ieder-een toegeven, dat het etsen zeer bizondor geroepen schijnt, waar het als reproduktiemiddel optreedt, onze llollandschc koloristen te verveelvoudigen. De Heer Holkema heeft, voor zijne uitgave, beslag kunnen leggen op hot talent van den Hoer Wilm. Steelink, en dit is geen gering voorrecht. De schaduwzij zou wezen, dat de Heer Steelink. een onzer zeldzame historieschilders, zijn tijd en krachten voortaan geheel aan de reproduktie van anderer werk wijden zou. Aanvaarden wij inmiddels dankbaar wat ons gegeven is. Vier afleveringen zien het licht en ontvouwen ons hun groot-folio-bladz. van Gl bij 43 cm. Zij bevatten : uit het KabL'.et Six, De straat in Delft, van Johanues Vermeer (of van der Moer), Het Maasyesicht bij Dordrecht, door Aclbert Cuyp, Het Winterlandschap ('t Huis Rosh-erloren aan den Amstel), van Jacob van lluisdael, en uit het Kabinet Steengracht, De Toelaclc-drinckers, van Adriaen Brauwer. Bij elk der platen zijn 5 a 6 bladzijden text. De vervaardiging van dezen kon aan geen meer bevoegde Landen zijn toevertrouwd dan aan die des schrij vers van 't Essai d'une Bibliographie de l'histoire spéciale de la peinture et de la gravure en Hollande et en Belgique" (1882), den lieer J. F. van Someren. Deze schrijver, die ook den tcxt levert tot de Moderne Kunst", bezit niet alloen de naauwheid van geweten, den navorschersijver en do naauwkeurigheid, die meer dan ooit een vereischte zijn voor den schrijver over Nederlandsche schilder kunst, maar ook de ondervinding, opgedaan bij het zien en bestudeeren van schilderijen en de warmte van toets in de voorstelling, die aller minst, waar men over onze schildersgloriën der XVIIe Eeuw het woord voert, mogen ontbreken. 't Is onnoodig te zeggen, dat de Heer van Some ren de laatste uitspraken der kritische historie, zoo hier als in het buitenland, gehoor geeft en dat zijn werk niet bloot de salontafel van menschen van smaak stoffeeren kan, maar voortaan een groot gewicht zal leggen in de schaal der nog niet op alle punten even klare eu volledige ge schiedenis onzer Vaderlandsche kunst. Wij hopen hartelijk, dat het goed vertrouwen van den Heer uitgever Holkema niet zal beschaamd worden en de geheele beschaafde waereld het bewy's zal leveren, dat men niet ten onrechte op hare meewerking tot verspreiding gerekend heeft. In 30 afleveringen, die geregeld maandelijks zullen verschijnen, zal dit werk kompleet zijn. 20 Nov. '88. ALB. TH. EEN VOORBEDE VAN ERNEST RENAX. Woensdag is bij den uitgever Calmarm Lévy te Parijs liet tweede deel verschenen van Kenan's Histoire d'Israël. In afwachting van eene bespre king van bevoegde zijde, laten wij hier de voor rede van dit werk volgen. Dit boekdeel bevat hetgeen ik beschouw als het belangrijkste gedeelte in de geschiedenis van het judaïsme. Jahve, de nationale god, onder gaat er eene volledige vervorming. Van oen lokaal en provinciaal god wordt hy, door een soort van terugkeer tot het oude nationale elohisme, de algemeene God, die de hemelen en de aarde ge maakt heeft. Hij wordt vooral een rechtvaardig God, hetgeen de nationale goden, die noodzakelijk vol partijdigheid zijn voor hunne clientèle, nooit zijn. Het doordringen dor moraal in den gods dienst is een voldongen feit: Amos, Hosea, Micha, Jesaja hebben die, op het tijdstip waarmede dit deel eindigt, verheerlijkt in tirades welker schoon heid nooit is overtroffen. Bij den eersten oogopslag schijnt het judaïsme een godsdienst, die met de wereld geboren is, of, beter gezegd, die geen begin heeft gehad. Dit is eeno zeer onjuiste opvatting. Het judaïsme heeft, even als alle godsdiensten, een begin gehad on ongeveer vierhonderd jaren noodig gehad om zich te vormen. Ongeveer 1000 jaren voor Jezus Chris tus bestond de godsdienst, dien men later het judaïsme heeft genoemd, nog niet. De godsdienst van David en van Salomo verschilde niet merk baar van die der naburige volken van Palestina. Zeker, een schrander oog had toen reeds de kie men kunnen opmerken, die zich later zouden ont wikkelen. Maar als men zoo redeneert, heeft niets een begin of oen einde. Do trekken der voorbestemming voor eene godsdienstige roeping, die men in Israël reeds flauw kan bespeuren sedert het meest verwijderde tijdperk, worden eerst scherp en vast na de negende eeuw voor Jezus Christus, De profeten worden dan scheppers in den meest cminenten zin van het woord Elias en Eliza zijn de legendaire vertegenwoordigers dezer omwente ling. Daarna zet zich de beweging voort door mannen, die wij als het ware kunnen aanraken en wier geschriften wij bezitten. Inderdaad is bij de troonsbestijging van Hizkia, ongeveer 725 jaren voor Jezus Christus, het Judaïsme volkomen gevormd. Hetgeen het tijdperk van Josias, de restauratie uit den tijd van Zerubbabel, de her vorming van Ezra daaraan zullen toevoegen is oene sectarische organisatie van verwonderlijke vastheid. Ik zal in het volgende deel trachten aan te tooncn, hoe dezo organiseercnde arbeid, die om streeks het jaar 450 voor Jezus Christus voltooid werd, is tot stand gekomen. Van dien tijd af is het judaïsme de samenvatting van den gausclien religieusen arbeid der menschheid. omdat bet christendom on het islamismo slechts zijne zijtak ken zijn. Het werk van den Israëlitischen geest eerst werkelijk 'aangetast in de achttiende eeuw na Christus, toen ht voor de een weinig ontwik kelde geesten zeer twijfelachtig is geworden, of de zaken dezer wereld door een rechtvaardig God worden bestierd. Het overdreven denkbeeld eener bijzondere Voorzienigheid, dat de grondslag is van het judaïsme en van het islamisme, en dat het christendom slechts heeft verbeterd door dien ondergrond van liberalisme, die onzon rassen eigen is, is voorgoed overwonnen door do moderne wijs begeerte, de vrucht, niet van afgetrokken bespie gelingen, maar van eene standvastige ervaring. Inderdaad, men heeft nooit waargenomen, dat een hooger wezen zich, met een zedelijk of onzedelijk doel, met de zaken der natuur of' der menschen bezig houdt. Eene sterke verschuiving moet van dit oogenblik tot stand worden gebracht in al do godsdienstige denkbeelden, die het verleden ons heeft vermaakt; men kan niet zeggen, dat de formule, die aan alien voldoet, tot nu toe is ge vonden. Ik ben eene opheldering schuldig over de loopende data, die ik, voor het gemak van den lozer, boven aan de bladzijde heb geplaatst. Die data moeten, met uitzondering van die der inne ming van Samaria, nooit anders worden beschouwd dan als benaderingen. Maar de geheele chrono logie der gebeurtenissen van den tijd van David tot aan de vernietiging van het rijk van Israël, lijdt aan ernstige moeiclijkheden, welke bijna allo voortspruiten uit fouten door verkorters, compila toren en afschrijvers in de Hebreouwsche teksten gebracht. Hot is genoeg, te doen opmerken, dat de duur der verschillende rcgeeringcn der konin gen van Juda en van Israël, van do scheiding der beide rijken tot aan het einde, afzonderlijk opge teld, niet dezelfde sim opleveren. Voor do tijden van David en van Salomo rekent men, dat de dwaling zich wel tot vijftig jaren kan uitstrekken. Wij gelooven, dat met het stelsel der gemiddel den, dat wij hebben aangenomen, de mogelijke fout dor aan het hoofd ouzer bladzijden geplaatste cijfers niet meer dan een twintigtal jaren be draagt. Voor de laatste in dit boek vernielde gebeurtenissen is de fout veel geringer. Zooals zij daar staan, geven deze chronologische aanwijzin gen vastheid aan do denkbeelden en kunnen zij der verbeelding te hulp komen om bij de opeen volging der feiten den behoorlijken afstand te bewaren." CHARLES BELTJENS. Reeds meermalen hadden wij de gelegenheid, op de uitmuntende Fransche verzen van een onzer landgenooten, Charles Beltjens, van Sittard, te wij zen. Het is het voorrecht eener wereldtaal, hare beoefenaars ook ver buiten de grenzen van het moederland te tellen ; Lodewijk XIV had do ge ? woonte, aan al die Franschen door sympathie pensioenen of eereteekenen te zenden: hij zou er er thans aan een aantal Canadeezen, aan eenige Spanjaarden, Italianen en Belgen, aan eenige Amerikanen uit Illinois, Ohio en Louisiana, uit te reiken hebben, en zeker den heer Charles Beltjens niet vergeten. Onze landgenoot is te Nico, te Toulouse, op de jeux florau.c en bij ver schillende andere gelegenheden bekroond; thans bevat de Revue Beige (redacteur Charles Tiliuan te Leuven) een zevental sonnetten van zijn hand, waarvan het eerste het groote eerediploma heeft verworven bij een specialen wedstrijd onder de leden der Académie Lamartine, waarvan de ro manschrijver Villiers do l'Isle-Adam president is. Het bekroonde sonnet is het volgende : Et Mammon se fraie sa route Ik oüun chérubiii désespère. Lord Byron(Childe-Harold). Béni cent fois Ie jour oüIe sol de Ia France, Aux premiers branlemcnts de ton sacréberceau, Frémit comme uu captif que reveille en sursaut, Dans sa prison lugubre, un cri de délivrance, L'Ange do la patrie, affolédo souffrance, Voyait alors Ie saug rougir chaquo ruisseau, Les cadavres francais s'entasser par monceau. Et pres des noirs charniors sangloter l'Espérance. Sur ta couche d'enfant cpanchant ses douleurs, Soudain il reconnut, en ossnyant ses pleurs, Un de ceux que Ie ciel aux grandours prédestine; Et, te baisant au front, il murmura: grandis! Tu seras lo vengeur des chafauds maudits, Le justicier futur ; tu seras Lamartine. In een der vroegere jaargangen van dit week blad haalden wij de vertaling vau een van Hcine's gedichten in hot Fransen door Charles Ijeltjens aan. Thans is in de BMiothïqne populaire des [ Littérat'iires ctrangères (Editie 20 centimes der ! Librairic Universelle, Rue de laSeine41 te Parijs) ! eene Fransche vertaling van Hcine's Intermezzo ' van zijn hand verschenen. Als er iets moeielijk i mag heeten, is het het overbrengen in een vreemde i taal, van al die geliefde liederen, die. zelf muziek, ons door de musici nog dierbaarder en gemeen zamer gemaakt zijn. In het Intermezzo toch ko men voor : Ich will meine Seclo tauchen, In den Kelch der Lilje hinein, .... en Ich grolle nicht, . . . Eiri Fichtenbaum steht einsam, ,. . Vergiftet sind niein Liedur, ... Am Kreu.zweg wird begraben. , . . O schwöre nicht umi kusse niir. . . . en zoovele anderen, even boeiend. Beltjens beeft de moesten uiterst gelukkig vertaald; als voor beeld dicne deze bewerking van A nf Fliii/cin des Gesanges: Sur mes chants ailés, ma cliêrie, Vieiis-nous-cn, je 't emporterai ; La-bas, vers la torre tluuric, Du Gange, du ileuve sacró ! Un jardin est la. magniiique, Uu Ie lotus, en sa douceur, Au clair de Innc pacitique, T'isttend pour te dire : ma socur. Les viol-ittes frakhe-éclosos Y font aux astres los doux yeux; En récits embaumós les roses Content dos f ai t s mystérioux Les gazelles, sous la rainure, L'ooil cnrieux. Ie pas craintif, Ecoutcnt Ie lointain marmnro Du saint fleuvc. largo et plaintif. Thans het laatste couplet: Dort wollen wir uicdcrsinken Unter dcm l'almenbaum, Umi Lieb' umi Ruhc trinken, Und trimmen seligcn Traum. aldus overgezet: C'ost la. qu'ótendns sous les palmes, Ivres d'amour siloncioux, Nous nagerons, heurcux et calmes, Dans un rêve délicieux! Men zal toegeven, dat dezen vertaling uitmun tend geslaagd is, zoowel wat volkomen teruggeven van den zin betreft, als het behouden van kleur en rythmus. ONZE NERVEUSE EEUW. Paul Ma-ntcufizza, hoogleeraar fe I'avia, Onze ncrveuse eeuw. Bewerkt door Dr N. H. DoNKEua.ooT, 's Gravcnhage, W. l', van Stockum &? Zoon. De Italiaansche pbysioloog en anthropoloog Mantegazza is ook buiten den kring zijner vakgcnootcn geen onbekende Nu, in zijn 55stc jaar, beeft hij na zijn eerste boek La siologia del piacere'' reeds vrij wat geschreven, niet alleen werken op medisch gebied, doch ook reisimlrukken en een paar romans: Un giorno a Madeira" eu 11 dio iguoto". Toch zijn het de medische werken, en j in het bijzonder de populair-mcdischc werken, die hem de meeste bekendheid schonken, o. a. zijne boe ken: Fisiologia dcll' aniore", Igienc del!' amore", i (Ui amori degli uomini". In bet Fransch, inliet Duitsch en andere talen zijn reeds vele dier wer- j kon vertaald. indien wij ons niet vergissen is het hierboven aangekondigde boekje het eerste, dat in bet Hollandsen werd bewerkt. liet onderwerp de ncrveusheid onzer eeuw" is den laatsten tijd aai; de orde van den dag en de ncrvcushcid van Douwes Dekker heeft onlangs heel wat menschen naar de pen doen grijpen en heel wat landgeuooten nerveus gemaakt. lu het kalme, mijns inziens beste stuk, dat over de goheele Multatuli-kwestie geschreven is, n.l. het stuk van den heer Van der Kulk in de(ri) Tijdspiegel vin den we ook melding gemaakt van de verschillende werken en brochures, die onmisbaar zijn voor hen, die deze kwaal onzer dagen wil bestudeeren. Hij zal kennis moeten nemen van het beroemde werk van George M. Beard: American nervousness, its causes and consequonces" en in het bijzonder van zijn: On neurasthenia (nervous cxhaustion)". Vervolgens zijn ook belangrijk: Dr. R. von Kraft Ehing, Ueber gesunde und kranke Nerven", Lester T. \Vard, Moral and material progress contrasted" e. a. Hierbij kan men voegen het boekje van Montegazza. Dr. Donkorsloot, in deze een man van gezag, heeft een voorwoord (waarom altijd zoo'n vooricoord en geene roorrede of voorbericht 'i) bij dat boekje geschreven, waarin hij uiteenzet, waarom juist dit gedeelte van Manle.gazza's arbeid hem heelt aangetrokken. Later zal de hoogleeraarde ziekte onzer eeuw ook op zedelijk en politiek ge bied beschrijven, in dit eerste gedeelte beschreef hij de ziekte op geestelijk gebied. Mij dunkt, dat elke verstandige poging, om de nerveusheid onzer eeuw te doen verminderen, waardeering en dankbaarheid verdient, on der halve ook het werk, dat Dr. llonkersloot verrichtte. De eenige aanmerking, die ik op het keurig net uitgevoerde boekje zou willen maken, is, dat de bewerker, evenals velen onzer doctoren (men zie maar eens opstellen in liet geneeskundig tijdschrift en vele medische dissertaties in), wel eens wat al to veel onder den invloed komt der Duitsche taal en dan woorden neerschrijft, die meer Duitsch dan Hollandsen klinken. Doch dit is een vlekje, dat tot de eigenlijke waarde vau het bock weinig afdoet. In vier hoofdstukken behandelt Mantegazza de nerveusitcit en hare gevolgen: verslapping der eigene zelfstandigheid, pessimisme, hypochondrie, ondeugd en misdaad. Doch hij laat het niet bij het wijzen op de kwaal, hij geeft de vingerwijzin gen, hoe de kwaal te genezen. Wij hopen vau harte, dat dit belangwekkende, populaire boekje in veler handen kome. Het populariseereu der wetenschap, vooral der medische, is een moeielijk en gevaarlijk werk; wanneer het geschiedt door mannen als Mantegazza on Regnard 1) is het een werk dat verdienstelijk en nuttig is. J. VAX MEIÏWEST FIJN. 1) Men zie o. a. diens boek Sorcellerie, mag netisme, inorphinisme, délire des grandours", dat in het vorige jaar verscheen. EEXE NIEUWE ALGEMEKXE GESCHIEDENIS DER LE 1TEUKUNDE (ïcr-chtchte der WeliJiteralur in i'iltcri-ichlliulicr DarstcJhtnr/. von dr. Adolf Stern. Stuttgart. Riegcr'sche Vcrlagsbuchhandluiig 1888. De geschiedenis der letterkunde door dr. Doorenbos is in veler handen en zij verdient dit ook ten volle. Ieder, die het boek gebruikt, zal al spoedig de uitnemende eigenschappen ervan weten te waardeeren. ll«t werk heeft, dunkt mij. slechts n gobrek. nl. dit, dat het slechts loopt tot het eind der vorige eeuw (behalve wat de Xcderlaudsclie letterkunde betreft). Deze Jacune is in hot bovengenoemde, keurig uitgevoerde werk van Jozef Stern aangevuld. Een groot gedeelte van het 4de boek (pag. f>8(j-<S.~>7) is gewijd aan do letterkunde dezer couw eu de litteratuur van geen enkel land is buiten rekening gelaten. Het realisme eu het naturalisme van den laatsten tijd blijft niet on vermeld (ongaarne mis ik in de Noorsche letter kunde echter Garliorg) en van den Sturm und Drang" in do Duitsche letterkunde der laatste jaren geeft Stern een zeer goed overzicht. Dat Stern zijne taak nauwgezet opvat, blijkt o. a. hieruit, dat bij niet alleen goed op de hoogte is van on.:e letterkunde, doch ook de Hollandsche namen doorgaans goed schrijft, wat gewoonlijk een groot struikelblok is voor buitenlanders. Deze encyclopedie, die, trots de opsomming van namen en data, volstrekt niet droog is geschreven. (het Duitsch. dat Stern schrijft, is steeds goed verzorgd), bevelen wij zeer aan. VAX MlïiaVEPTKYX. V A R I A. PLASTISCHE KUNST. Men schrijft ons a propos van ons berichtje van verleden week over den gestolen Rafaël: Er is te Perugia wél een werk van Rafaël, een verheerlijking van Christus, in de kerk San Scvero. Maar het is ecu fresco, en dus niet ge makkelijk te stelen." In hot kunstcongres te Livcrpool hield Alma Tadema als voorzitter van de schildcrkunst-afdeeling ecu rede over liet karakter der moderne schilderkunst, ook in verhouding tot dat der beeld houwkunst. Ons wordt geschreven door een belangstellenden leek in kunst en kritiek : In de Gidii van December staat een stuk van Berckenhoff over de gebroeders Maris. Voor Iceken is het een lezenswaardig artikel, want, evenals bij zijn kritieken (in de N. Hot t. Crt.) de inleiding altijd het beste is, omdat hij daarin bij de theore tische bespiegelingen blijft, zoo kan hij zich hier ook bij algemeene beschouwingen houden. Daarin staat hij ver boven het gewone publiek en valt er wel van hem te loeren. Zeer aardig verklaart hij de opvatting, als zouden de moderne schilders niet kunnen teekenen. Ik denk dat hij voel met schilders heeft gepraat en van allerlei heeft opge vangen, maar dat hij liet niet behoorlijk' heeft verwerkt en daardoor in de var raakt, als hij zelf schilderijen moet beoordeclon." Bij Lüwy te \Vecnen is de eerste serie ver schenen van fotografieën naar schilderijen van oude meesters uit de Belvédère-Galerie en het kunsthistoriesch museum te Wcencn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl