Historisch Archief 1877-1940
No. 599
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Bij de uitgevers G. Routledge and Sons is dezer
-dagen (het titelblad draagt al 't jaartal 1889) in
.groot formaat een nieuw album alleraardigste
teekeningen van Kandolph Caldecott verschenen.
Het is weder een bundel Gleanings from the
?Graphic", oude bekenden dus voor hen die van
'76 tot '86 de Christmas- of Summer-numbers van
de Graphic zagen, maar bekenden dan toch die
men gaarne nog eens samen weerziet Als
frontispice is aan dezen bundel een niet te beet
portret van den in Februari '86 overleden artiest
toegevoegd. ""
Engelands meest artistieke beeldhouwer, Alfred
<jilbert, wiens statue voor Winchester van Koningiii
Victoria, op de laatste tentoonstelling der Royal
Academy zooveel opgang maakte, is bezig aan
een gedenkteeken voor Randolph Caldecott.
Den 6don December is de speciale tcekenaar
van de Graphic te Soeakim, Wake genaamd, door
een uit de loopgraven der opstandelingen afge
schoten kogel doodelijk getroffen.
De Engelsche schilder-etser Mortimer Mempes,
de leerling van Whistler, die een kunstreis naar
Japan maakte, is nu bezig aan een groote
drogenaald-ets naar de Officiers van do
Sint-AndriesSchutters te Haarlem op het Stadhuis. Reeds is
«en deel der plaat gereed. De ets van den heer
C. L. Dake naar de Anatomische les van
Rembrandt, die eerstdaags verschynt, is veel consciën
tieuzer dan wat wij tot heden van dezen zoo vaak
profaneerenden veel-maker zagen.
Binnenkort zal in de Kalverstraat te Amster
dam een winkel worden geopend van alleen
Hollandsch houtsnijwerk, producten van onschoolsche
huisvlijt. Een zeer belangstellende Amsterdamsche
dame en een voortvarend bevorderaar van natio
nale kunstindustrie hebben voorloopig do leiding
van deze zaak in handen. De meerendeels op
afgelegen plaitsen vervaardigde voorwerpen van
hedendaagsch Hollandsch snijwerk die we kennen
zyn vér superieur aan het van elders bij ons in
gevoerde houtsnijwerk. We hopen dat deze nu
nog zuivere, zeer kurieuze volkskunst, in contact
komende met de eisenen van een algemeen debiet,
voor te spoedig bederf gevrijwaard moge zijn.
Te Hindeloopen is door de familie Rinia van
Kauta een gewoon klein burgerhuis tot een soort
van Hindeloopensch museum ingericht en voor
het publiek toegankelijk gesteld.
Een groep vrienden en vereerders van wijlen
den vroogeren directeur van Schoone Kunsten in
Frankrijk, Castagnary, die zich een dertig jaar
geleden onderscheidde als zeer verlicht kritikus
der voorhoede, zullen ter zijner nagedachtenis
op het Montmartre-kerkhof te Parijs eeu monu
ment oprichten dat esn architektoniesch karakter
.zal hebben, maar dat versierd wordt met een
buste van Castagnary door den grooten beeld
houwer Auguste Rodin.
De Fransche etser Gustave Groux heeft zich
.gewaagd aan een arbeid, door Matthijs Maris vóór
hem zoo onovertrefbaar volbracht: een ets te
maken naar den Zaaier van Millet. Wie het werk
van Greux kent, zal dezen moed overmoed vinden.
Te Berlijn is op 't oogenblik nog al wat te zien.
Ten eerste een tentoonstelling van werken van
den in Januari op twee-en-viji'tig-jarigen leeftijd
gestorven schilder Adalbert Begas, en van den in
October een-en-zcstig jaar oud overleden M
nchener Alpenschilder Wilhelm Riefstabl. Dan is er
een Kerst-tentoonstelling van denVercin der
Kflnstlerinnen en Kunstfreundinnen, voornamelijk van
kunstnijverheid; En de kunstkooper Gurlitt ex
poseert een nieuw schilderij van den forschen(
individueelen, romantischen, Zwitscrschen
vizionair, den in ruimen kring bewonderden Arnold
Böcklin : een Venus Anadyomene". Het portret
van den jeugdigen koning Alfonsus van Spanje,
geschilderd door Koppey. is er tentoongesteld in
den kunstsalon van Ed. Schulte.
Over de benoeming van Gustave Moreau tot lid
van het Instituut verklaart de Art Moderne zicli
in een welsprekend hoofdartikel teleurgesteld.
Het blad schrijft o.a.:
Hij geleek ons zoozeer boven de penseelvoerders
verheven, zoo afgezonderd in dat Parijs waar alleen
nog maar de kunstmatige eenzaamheid mogelijk
is, zoo buiten alle dagelijkschheid en toevalligheid,
dat wij er behagen in vonden, hem reeds te be
schouwen als een genie dat door don dood afge
leverd werd. Nooit hadden wij een onderzoek in
gesteld naar zijn woning, zijn wijze van werken,
of zijn leven. Hij bestond ergens, wellicht te
Montmartre, misschien te Clicliy, of wie weet!
aan het einde dor wereld. Alleen zijn werken
gingen ons aan, en zoozeer openbaarden zij zich
buiten alles om, dat zij voor ons als mysteriën
nederdaalden uit een groot paradijs van wonderen.
Het Instituut verwoest, door den meester tot zich
te roepen, dit geloof; hot wijst hem een plaats
aan in de menigte; het schrijft hem in op den
catalogus van zijn leden, banalizeert hem; het
maakt hem een Monsieur."
De schoone Bcrtha Rother, wier familie aan
den schilder Graf het beruchte schaudaalproces
aandeed, en die ook als model voor de Pécic
diende, heeft van de reclame, haar door het proces
.verschaft, de vruchten geplukt. Een schatrijk jong
edelman, te Weenen, wilde haar trouwen, werd
door zijne familie onder curatecle gesteld, maar
wist haar toch een riddergood in Schwerin cadeau
te doen, waar Bertha nu als Gutsherrin von
Flessenow" woont.
Als zoodanig heeft zij ook den groothertog don
eed van trouw moeten afleggen, en zich
Serenissimo trcu, hold en gewiirtig'' verklaren; de hertog
sprak haar toen volgens het formulier toe, als
Ehrsame, Liebe, Keusche!"
TOONEEL EN MUZIEK.
Het nieuwe Théatre Lyrique" te Parijs, heeft
het succes van Godard's Jocelyn willen afwisselen
met eene nouveauté, die niet zoo goed ontvangen
is. De directie heeft een kunstgenre, dat tot
heden bijna altoos ongelukkig geweest is, op de
planken gebracht. De nouveauté, Sire Olaf, is
noch opera, noch drama, maar een dramatisch
gedicht met muzikaal accompagnement, eenigzins
in het genre van Schumann's bewerking van den
Manfred van Byron. Er komt bij, dat de musicus
zich geen Schumann betoond heeft.
Het gedicht bestaat uit drie deelen. In het
eerste verlaat Olaf, door de stemmen van het
woud verlokt, zijne bruid. In het tweede wordt
h\j, in het woud, door de nixen omringd; hij
weigert haar te volgen, en wordt door eene ge
heime smart overvallen. In het derde sterft hij,
op het slot teruggekeerd, in de armen zijner
moeder; zijne gelietde komt er hij en vergiltigt
zich bij zijn lijk. De fabel is eenvoudig en toch
niet duidelijk. Men vraagt, waarom Olaf sterft,
terwijl wij toch gezien hebben, dat hij zich van
de nixen heeft losgerukt, zonder haar zelfs een
kus gegeven te hebben.
De vier personen in het drama, Olaf, zijne
moeder, zijne geliefde en de koningin der Nixon,
reciteeren alleen; achter het tooneel worden
twee sopraan solo's en verscheidene koren ge
zongen. Daarbij komen eene ouverture, twee
entr'actes en verschillende melodramatische ge
deelten, waarbij de componist aan het woord is.
De tekstdichter. AndréAlexaudre, heeft mooie
verzen geleverd, maar vooral welluidende lyriek,
geen drama. De componist Lucien Lambcrt, wiens
werk door een «eer slecht koor en slordig orkest nog
mishandeld werd, heeft traditioneele elienmuziek
gemaakt van goeden klank en goeden smaak, maar
is ook niet dramatisch of aangrijpend ot impo
neerend geweest. Het meeste eft'ect had de dans
der Nixen, een tooverballet met gracieuse danse
ressen. Het publiek was ontevreden ; het wist niet
wat van deze nevelachtige Noordsche legende te
maken. Voor een concert, als Symphonie met
verbindend declamatorium, zou Sire Oiaf wellicht
succes hebben ; voor de opera was het een mis
lukte proeve.
De directie had tegelijk een oude opéra-comique
van Isouard, Joconde, op nieuw gemonteerd,
die altoos weer in don smaak valt. Een goed
baryton, Badiali, vervulde de dankbare hoofdrol
en zong met veel succes de aria's, Courtisons la
brune et la blonde, en. Cur on reeieni toujours,
a scs premiers amowrs, zoodat de indruk toch niet
geheel ongunstig was.
Bij Colonne is de ouverture van eene nieuwe
opera van Godard, Les Guclfes, gegeven. Het
nummer is in groot schen stijl aangelegd en deed
veel goeds verwachten. Godard's Jocelyn is ter
stond door het Théatre Lyrique .weer op de
affiche gezet, en Capoul is weer voor eene maand
geëngageerd. Op de concerten van Colonne zong
de tenor Verguet het lentelied uit Wagner's
W alk-ure, en een solo uit Berlioz, L'Enfanee du
Christ, beide met veel succes; het Jaatsto stuk
werd gebisseerd.
Patti geelt behalve de aangekondigde vier avon
den als Juliette in de Groote Opera, er nog zes.
Het subsidie voor de Groote Opera, door de
Kamer verminderd, zal door den Senaat wel her
steld worden.
Een leerrijke bijdrage tot het hoofdstuk kunste
naars-ellende", vindt men in het Wiener
Fremdenblatt. Ecnige jaren geleden, vertelt een der
berichtgevers, schitterde aan het
operettcu-uitspansel te Praag, als ster der eerste grootte, de naam
Schenk-üllmeyer. Men huldigde de flinke, altoos
vroolijke diva, die in de heerlijkste toiletten
prijkte, die het repertoire op het Prager tooucel
beheerschte en in haar woning op vorstelijken voet
leefde. Mevr. Minna Schenk?llracyer was een
Weener meisje van geboorte, had iukinderrollen
op het Burgtheater reeds succes gehad, toen
als souhrette bij Fürst, later te Graz triomfen
gevierd, en was toon bezig te Praag de hoofdrol
in alle nieuwe operetten te creëeren. Zij ging
ook, van daar uit, als gast naar allerlei Duitsclie
tooneelen van den eersten rang. eu werd onder
de begaafdste actrices in haar genre gerekend.
Na tien jaren de Heveling van het publiek ge
weest te zijn, moest zij een deel van hare rollen
opgeven; spoedig leden haar humeur, haar orgaan
en hare gezondheid. Zij moest rust nemen, zag
geen gelegenheid om haar contract to vernieuwen
en ging te AVeenen wonen. Kolossale verhuiswa
gens zetten daar haar prachtige meubels neder;
maar steeds sneller en sneller verdwenen die
schatten; steeds gebrekkiger werd de elegantie
der dalende grootheid, tot een beroep op de lief
dadigheid harer talrijke vrienden en vereerders
uit beter dagen de gewezen prima-donna weder
in herinnering bracht
Thans heeft het Prager Landes-theatcr haar een
pensioen verleend. Minna Schenk-Ullmeier woont
nu in een kamertje in de nieuwe wijken; daar
heerscht thans weer de grootste ellende en nog
maals wordt er een lijst aangeboden ten behoeve
der vroeg vergrijsde kunstenares, die voor vijf
jaar nog do ster was van een der grootste theaters.
LETTEREN EX WETENSCHAP.
De gouverneur van Chios, Kemal-bey, is ovcrle
den. llij was een der voornaamste medewerkers
van Midhat-pacha; zijne benoeming als gouverneur
van het eiland stond gelijk niet eene verbanning.
In hem verliest het T urksdic volk een zijner meest
begaafde dichters en schrijvers.
Wie raadt, wat op dit oogenblik Gladstone's
amusement in zijne vrije uren uitmaakt ? Hij schrijft
over varkens, en bestudeert daarvoor de dieren
zelf en de litteratuur. Aan een der groote tijd
schriften beeft hij een artikel over liet zwijn bij
Homcros" beloofd. Een bezoek, onlangs te Oxford
getracht, diende om al de Homerische wijsheid,
daar ter markt, vanjirofessor Sayce en do overigen.
over het onderwerp samen te lozen; Homerus zegt,
eenigzins inconsequent, eerst wat kwaad en dan
wat goeds van het dier liet bezoek te Napels zal
ook tot voltooiing van hot opstel bijdragen.
Militaire Zaken.
HET GEWEERV1UAGSTUK.
Kortcnjt'jd geleden verkondigden de dagbladen
dat het repeteerstelscl Vitali (zijnde de naam
van den uitvinder, een Italiaansch officier), na
een warmen strijd met het stelsel Mannlicher,
voor eene transformatie van ons tegenwoordig ge
weer klein kaliber was aangenomen en dat de
wijziging op 50000 wapenen zou worden toegepast.
Het zal daarom aan onze lezers, naar wy ons
vleien, niet onwelkom zijn, het een en ander om
trent dit belangrijke militaire vraagstuk te ver
nemen.
Door een repeteergeweer (of karabijn) wordt
verstaan een schietwapen, waarmede verscheide
ne schoten (van 4 tot 11) achter elkander kun
nen gedaan worden zonder dat met de hand eene
nieuwe patroon behoeft ingebracht te worden.
Van deze wapenen bestaan twee hoofdsoorten
en wel:
a. die waarbij de patronen (6 a 11) van te vo
ren in oen met het wapen n geheel uitmakend
(vast) magazijn worden gebracht, en
b. die, waarbij een daartoe ingericht ijzeren
pakje (patroonhouder), dat gewoonlijk 4 a 5 pa
tronen bevat, aan het geweer bevestigd wordt. In
beide gevallen wordt door het sluiten van het
wapen eene patroon van zelve d. i. mechanisch
in i! en loop gebracht en door het openen daar
van na het schot de ledige huls eveneens mecha
nisch uitgeworpen.
Bij de stelsels a kan het magazijn meestal wor
den afgesloten en het geweer op de gewone wijze
telkens met een patroon uit de tasch en met de
hand geladen worden, zoo dat het gevulde ma
gazijn dan tot een hachelijk oogenblik, waarin
eene groote vuursnelheid wenschelijk is, bewaard
kan blijven.
Bij de stelsels b geschiedt het laden steeds
mechanisch van uit den aan het wapen bevestig
den patroonhouder. Is deze ledig geschoten, dan
wordt hij snel verwijderd en een nieuwe geplaatst.
Het stelsel Mannlicher (genaamd naar den uit
vinder, oen Oostenrijksch ingenieur) met 5 pa
tronen in een pakje, in 1886 in Oostenrijk en dat
van Vitali, met 4 patronen in een pakje, in 1887
in Italiëaangenomen, behooren tot de soort van
repeteergeweren stelsel b.
Door snellader verstaat men een los of vast
magazijn met een zeker aantal patronen ge
woonlijk hoogstens 10 dat aan het wapen be
vestigd wordt of verbonden is, waaruit in een
i hachelijk oogenblik met de hand en uit don aard
der zaak gewoonlijk sneller dan uit do
patroontasch geladen wordt.
Bij de stelsels a is do snelheid van vuren ge
durende het leogschioten van het magazijn ruim.
dubbel zoo groot als die wanneer het wapen
op de gewone wijze geladen als enkel-lader
gebezigd wordt.
Bij de stelsels b kan de vuursnelheid op don
duur ongeveer tweemaal zoo groot zijn als die bij
een enkellader.
Reeds jaren geleden was men er op uit om de
snelheid van schieten met het geweer dor infan
terie of met de karabijn der cavalerie te
vergrooteu. Zoo bostonden ondej anderen bijv. in
Amerika reeds moer dan twintig jaren geleden
de repeteer-karabijnen llonry-Winchester met 11
l on Spencer mot 7 patronen in liet magazijn, en
j had in 18Gi) en 1871 Zwitserland de
repeteerj geweren en karabijnen, stelsel Vettorli rosp. mot
10 en 5 patronen in het magazijn, aangenomen.
Vorengenoemde wapenen behooren allen tot het
stelsel a.
I u Europa was laatstgenoemd rijk evenwel hot
cenige. dat zelfs tot in 1871) repeteer geweren of
repeteer-karabijnen bezat.
| Wel was do Franseh-Dnitsche oorlog oorzaak
geweest, dat bij do meeste Suropcsche mogend
heden con geweer van eenvoudige
zamenstclj en met een klein kaliber (middellijn van den loop)
van omstreeks 11 mM. en eene metalen
cenheidspatroou werd aangenomen, maar van
repeteergeweren wilde uien en niet zonder goede
j redenen toen nog niets weten, Eesst na den
l Russisch-Turkschen krijg daagden overal uitvinders
| van repeteergeweren op. on zoo werd in 187!) de
, Fransche Marine met liet geweer Gras-Kropatscheek,
l tot het stelsel u behoorende bewapend.
j In Nederland werden enkele jaren later proeven
! genomen met verschillende stelsels van
repcteerj geweren, maar de uitkomsten waren niet voldoende
oin de aanneming daarvan aan to bevelen.
Intej gendeel bot Nederlamlsche geweer klein kaliber,
: dat door eenvoudigheid van samenstelling uitmunt,
l on waarmede door een geoefend schutter 10 all
] gerichte schoten in de minuut kunnen gedaan
| worden, was verre te verkiezen boven de
rcpetcerj geweren, die eene zeer samengestelde constructie
hadden en waaraan spoediger en moer gebreken
ontstonden of konden ontstaan, die oponthoud bij
hot vuren veroorzaakten of zouden veroorzaken
! en niet zoo dadelijk te herstellen zijn.
) Terecht dorst do Rogeering in 1882 dan ook
i niet over te gaan tot een repeteergeweer
waari van het twijfelachtig zou zijn of do
vuuruitwei: king. op den duur. die van bot bestaande geweer
! zou overtreffen. En zoo gevestigd was dit gevoelen
) van het Legerbcstuur, dat nog in het najaar van
i 1885 kort vóór dat Duitsc.hland het
repeteeri geweer stelsel Mauser had aangenomen, zelfs do
! beproeving van dit stelsel door den tocnmaligen
Minister van Oorlog eenvoudig niet wenschelijk
j werd geacht.
j Intusschen werd men door allerlei uitvindingen
op dat gebied overstelpt en een grondig onder
zoek naar een doelmatig repeteergeweer nog
bcmoeiclijkt en samcngestelder door het Kaliber
vraagstuk
Zoo als reeds gezegd is, had bij de meeste
bestaande geweren de loop eon kaliber van om
streeks 11 mM. on nu verkreeg men met de
kalibers van en 8 mM. eene meer bestreken
baan en biermede eene grootere trefkans.
Toch spreekt het van zelf dat do meest bestre
ken baan (bij het kaliber van 8 mM.) en do
! grootste vunrsnelheid (op don duur die van de
< geweren stelsel b) niet als eonige maatstaf
kuni non gelde-n van hot boste kaliber of van hot meest
! doelmatige repeteerstelsel voor een soldatengeweer,
i indien groote nadeelen van anderen aard daar
l tegenover staan.
j N;i de invoering evenwel van hot repeteergeweer
i stelsel Maufser kaliber 11 mM. in Duitschlaud in
1885, kwam or bij het Nedcrlandsclie legerbcstuur
eensklaps eone gcheele verandering in denkwijze,
zoodat in het begin van 1886 een grondig onder
zoek zoo wel van het kaliber- als van het repe~
teervraagstuk werd bevolen.
Nadat evenwel in het laatst van 1886 in Oosten
rijk het repeteerstelsel Mannlicher met
bijbehouding van het kaliber van 11 mM. was aangenomen
en in Frankrijk en andere landen die zelfde vraag
stukken een punt van ernstig onderzoek uitmaakten,
werd in het begin van 1887 ons oorlogsbestutur
min of meer ongeduldig.
Aan en omtrent de werkplaatsen voor draagbare
wapenen werden bevelen gegeven, mededeelingen
en vragen gedaan, die voor hen, welke met bet
doel dier inrichting, met hare omvangrijke en
belangrijke taak en met den gang van zaken goed
bekend zijn even onbegrijpelijk als ondoelmatig
moesten toeschijnen.
De oplossing van het geweervraagstuk, dat door
hot oorlogsbestuur eerst in 1886 aan de orde was
gesteld, vorderde door de uitgebreidheid en het
samengestelde daarvan veel tijd, en nu moest op
eens haast, zelfs groote haast worden gemaakt,
waardoor in den regel de vaardigheid eener goede
uitvoering niet bevorderd wordt. De kaliberquaestie,
wellicht even gewichtig als het repeteervraagstuk,
werd voorloopig althans over boord gewor
pen en door deskundigen werd van te voren uit
gemaakt dat men moest hebben eene wijziging
van ons klein kaliber geweer tot een repeteer
stelsel b.
Reeds vóór dat bruikbare transformatiën vol
doende waren beproefd, werden door den Minister
van Oorlog 350,000 gulden voor de wijziging van
35,000 geweren volgens een der twee
repeteerstelsels Vitali cf Mannlicher waar tusschen
eene keu ie eerst later zou kunnen geschieden
aangevraagd en door de Staten-Generaal toegestaan.
Dat nog omstreeks een jaar moest verloopen
alvorens die bepaalde keuze kon gedaan worden,
bewijst dat de oplossing van zulk een vraagstuk
(waarbij de kaliberquaestie spoedshalve bovendien
op zijde was gezet), door hot legerbestuur dat
minder met het moeielijk en tijdroovende daarvan
bekend scheen, te eenvoudig, te gemakkelijk was
geacht.
De repeteergeweren toch hebben groote
voordeelen, maar ontegenzeggelijk ook vele nadeelen,
Zoo mogelijk moet men aan elk dier vóór en
nadeelen eene zekere waarde toekennen, ze
daarna tegen elkander wegen en dan tot het
besluit trachten te komen wat het doelmatigste
moet geacht worden,
Kan bijv. bij een repoteergeweer de vuursnel
heid gedurende eene zekere tijdruimte dubbel zoo
groot worden als bij een gewoon
achterlaadgewcer (enkellader), [en daardoor in sommige ge
vallen _aan een klein getal troepen worden te
gemoet gekomen, hetgeen in ons vaderland van
overwegend, belang kan zijn] het is do vraag of
het aantal treffers in dezelfde verhouding toe
neemt? Proeven in andere landen genomen, heb
bon doen zien dat dit niet altijd het geval is,
zoodat in eene zelfde tijdruimte wel het aantal
schoten met oen repetecrgowecr grooter was dan
mot oen gewoon achterlaadgewoer maar tevens
dat het aantal treffers geringer werd. De vraag
is maar, wat hooft in den oorlog meer waarde,
de moreele kracht van den soldaat, dat hij zich
bewust is een wapen te bezitten waarmede even
snel of sneller kan gevuurd worden dan met dat
van den vijand, of de vuuruitwerking?
Naar onze meening heeft de moreele kracht in
bot begin van don oorlog eene zekere waarde,
die zelfs groot kan zijn; maar uit zij zich op den
duur alleen maar door meer geknetter en meer
rook on niet door eene grootere vuuruitworking,
dan gaat zij spoedig verloren. Verder is het de
vraag of de moreele kracht van een wapen vol
gens het stelsel a (zooals do Duitscher in het
Mauser geweer van 11 mM. en de Franschen in
het Lebelgewcer van 8 mM) bezitten) niet groo
ter is dan die van een repeteergeweer stelsel b?
Bij het stelsel a weet de soldaat altijd, dat hij
in een moeielijk of beslissend oogenblik een ge
vuld magazijn van 8 a 10 patronen met ruim het
dubbele vau de gewone vuursnelheid kan ver
schieten.
Bij bet stelsel b on dus ook bij het stelsel Vitali
zullen er in eon kritiek oogenblik hoogstens 4 en
gemiddeld slechts 2 patronen in don
patroonhouder aanwezig zijn; om daarna opnieuw te laden
moet liet ledige pakje verwijderd en een volle
patroonhouder geplaatst worden, hetgeen altijd
een klein oponthoud veroorzaakt.
Eon repeteergeweer, waarbij sommige bewegin
gen, die bij een gawoon geweer mot de band ge
schieden, werktuigelijk plaats hebbon, moet on
vermijdelijk samangestolder worden. Hierdoor
kunnen ook weder gebreken ontstaan, die het
wapen tijdelijk buiten gevecht stellen.
Juist door de groote vuursnelheid van de
repeteorgowcren kunnen zeer spoedig een ontzaggelijk
aantal patronen verschoten worden. Zal dit niet
zonder bepaalde noodzakelijkheid plaats vinden,
dan worden aan de vunrdiscipline zeer hooge en
soms wellicht zelfs onbereikbare eisehcn gesteld.
Er moot bovendien op een veel grooter verbruik
van patronen on op oen veel ruiinore aanvulling
dan vroeger, ook gedurende het gevecht, gerekend
worden. In bovengenoemde opzichten achten wij
oen repeteergeweer volgens bet stelsel b in het
nadeel tegenover het stelsel u.
Onze patronen met uitwendige vetting eigenden
zich door hare kleverigheid al zeer weinig voor
een repeteerstelsel. Gelukkig evenwel is dit be
zwaar opgeheven doordien onlangs weder eene
patroon met inwendige vetting even als vóór
J 87!) is ingevoerd.
Hot spreekt van zelf, dat wij nog verder en met
grond zouden kunnen uitwijden over do vóór- en
nadcolen van de verschillende repetoerstelsels on
derling on tegenoverdc cnkclladers, maar wij mo^en
niet te lang zijn. noch to veel van bet geduld onzer
belangstollende lezers vergen.
Wij eindigen daarom mot den wensch te uiten,
dat met hot repeteerstelsel Vitali voor het
Nederlandsche leger eene goode kenze is gedaan, al
hadden de proeven niet op zulk eene uitgebreide
schaal plaats als wellicht wenschelijk ware geweest,
en al zal wellicht bovendien spoedig tot een kleiner
kaliber van geweer mot weder eene andere patroon
en wellicht weder een ander repetoerstolsel worden
overgegaan.
De vraagstukken, verkleining van het kaliber
van den loop; constructie van den geweerkogel