De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 27 januari pagina 3

27 januari 1889 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. i i had iets onoprechts als hy' voor den onbeminlijken bdhepen Lamers moest spelen. Mej. Christina Poolman speelde met groot gemak de tooneeltjens met Kasper en voor de rechtbank. Ook AnneMarie, de oude dienstmeid, was n en al natuur <Mev. Stoetz). De Heer van Schoonhoven bleef (als 'Kasper) even min beneden zijn reputatie. Van de omloopende personen, onderscheidden »ch de Heer van Dommelen, als oud- Burgemees ter, Wensma als Peter, de meesterknecht, Ising, als Pastoor, en Meynadier,als Voorzitter der rechtbank. Het stuk is uitmuntend gemonteerd: de regis seur en dekorateur hebben eer van de mise en scène ; het samenspel was goed verzorgd; van de kostumen had men zich rekenschap gegeven en de dekoraties hadden een oorspronkelijk en natuurIjjk charakter. Grand Théatre : Mevrouw Richon, Oorspron kelijk Tooneelspél in 4 bedrijven, door M. Horn. Mevrouw Richon" is een goed tooneelspel. Het doet even veel eer aan het talent als aan het charakter van den Auteur, 't Is verdeeld in vier bedrijven, en ieder bedrijf eindigt met een coup de fouet, in den besten zin des woords; in elk bedrijf heeft een hoofdhandeling plaats. Daar is balans in het optreden der personen. Dr. van der Grinten levert in 't Ie Bedrijf, als ware 't, het prseludium; in het 4e ofschoon hij anders j in de aktie niet betrokken is patroneert hij de ontknoping. Deskundigen, die Schiller gelezen hebben en een oog in Burgersdijk hebben gesla gen, meesmuilen tegenwoordig, als gij over de drie eenheden spreekt. Toch durf ik het voor het zeer rationeele der eenheden van daad, tijd en plaats opnemen zonder te beweeren, dat de verwaarlozing, de onmogelijkheid der vermeestetering, gestraft behoort te worden met de veroordeeliug der kompozitie. 't Is, in mijn oog, een verdienste in dit stuk, dat, met zeer geringe, doch onmisbare, afwijking, de eenheden hier voor banden zijn. Men zou aan de knappe samenstel ling van dit stuk niet zeggen, dat het een eerste ling is. Ziehier eenige aanmerkingen : er wordt in het stuk nog al gebruik gemaakt van zijvertrekken, vaar belanghebbenden in wachten, ja, luisteren moeten. Onlangs maakte ik de opmerking, dat de klassieken zoo min als de naturalisten tegen alleenspraken opzien, en dat dit niet te veroordeelen is. By een modern tooneelspel" moet van het verlof toch een zeer bescheiden gebruik wor den gemaakt. Mij dunkt de personaadje en scène mag niet veel verder gaan dan hardop denken. Hierdoor is het doen van mededeelingen aan het publiek wel uitgesloten. Er komt in het stuk eene hooghartige oude Baronnes voor, wier handhaving van het verschil der standen heel ver gaat. Zij bekeert zich, tusschen het derde en vierde bedrijf, en leent zich, zelfs, tot een travestissement, toegevende om door te gaan voor de moeder van den dokter van Baarn, die niet (als de Hilversumsche Baron Sloet) van adel is. Dat is kras, en min of meer naïef, als outknopingsmiddel. Een feit had dezen elektrieken schok behooren te-weeg brengen ; althauds had de overgang wel wat meer voorbereid mogen wezen. Mij dunkt, dat de Heer Horn heel wel heeft gedaan de huwlijksverbintenis van den Kolonel met Mevr. Richon niet ten tooneele te brengen. De stijl van het stuk is beschaafd, en niet on natuurlijk. In een ernstige passaadje wisselt gij het gebruikelijk jij of u. (Ie nv.) af. Ik kan dit niet veroordeelen. Ongebruikelijke woorden als echter en slechts zijn, dunkt mij, te vermijden. Ook was de vervoeging met het voornaamw. in den 2n persoon niet overal konsequent. De uitvoering van het stuk moet den auteur voldaan hebben. De Heer Andréheeft zich op nieuw een hoogst bekwaam akteur betoond. Het kontrast van den fieren en braven Kolonel, in zijn houding tegenover de onvoorzichtig babbelende jonge-lui (Ie bedr.), met den vernederden zwakkeling tegenover Mevr. Richon (2e bedr ) was tref fend. Met kracht en waardigheid heeft Mevr. Ellenberger de titelrol vervuld. Het jonge Mevrouwtjen Elise Poons-van Biene heeft de rol van Anna met aandoenlijke natuurlijkheid en veel eenvoudige gratie gespeeld. Ik kan niet genoeg prijzen, dat ook haar stille spel, zonder overdrij ving, bewees, hoe zij geen oogenblik buiten het drama was. De Heer Malherbe vervulde de jonge mannenrol. Dit is niet de belangrijkste uit het stuk. Zij is wat passief, 't Ware goed geweest, dat de liefde van Anna voor dezen jeugdigen O. I. ambtenaar nog d oor iets hoogers gemotiveerd ware dan door zijn knap uiterlijk en het breken met de vooroordeelen van den adel. Het spel van den Heer M. droeg de sporen der onvoldrageuheid van het charakter. Op de voorstelling van Dr. van der Grinten door den Heer Hesselink is geen aanmerking te maken. ' Met bizondere zorg was de mise en scène be hartigd. Het eerste bedrijf, met den tuin, het logement, de geïllumineerde warande, de zachte dansmuziek achter de schermen, was nieuw en mooi. Ook do nieuwe salons verdienen lof. Wi zijn den Heeren van Lier dank schuldig, dat zi. daarvoor de HH. Stevens en van der Hilst en Ch. Roskam aan het werk hebben gezet. Ook de Heer Saalborn heeft eer van zijn Regie Ik wensch ten slotte, den Heer Horn geluk, me zyn welverdienden lauwerkrans, 't Was volstrek niet zeker, dat de strenge Kmst-chroniqueur een zoo goed tooneelschrijver zou zijn. 22 Jan. '89. A. TH. LA REINE FIAMMETTA. Een zonderling en merkwaardig stuk, vol van allerlei buitengewone eigenschappen, en dat doo velen met eene bewondering, gemengd met erger nis wordt beoordeeld, is deze week in het Théatre Libre te Parijs opgevoerd. La Reine Fiammetta i een drama in zes bedrijven, in verzen, van Catulli Mendès, van wien juist drie weken geleden d< dichterlijke féerie Isoline in het Théatre de L Renaissance werd opgevoerd. La Reine Fiammetti wordt door den correspondent van het Joitrna de Bruoselles, die zich overigens zeer erger over de rol welke Mendès er een monnik laa spelen, een groote opera zonder muziek" genoemd, waarbij de verzen, betooverend schoon, trouwens reeds muziek genoog zijn. Alvorens een overzicht van het drama te geven, is het belangrijk aan te halen wat Jules Lemaitre in de Débats over den dichter schrijft: Catulle Mendès", zegt hij, doet al wat hij wil. De lenigheid van een slangenmensch, die Venus van het lichaam haror priesters eischte, heeft hij in den geest. Zoo heelt hij een prachtig roman tisch drama gemaakt, dat wel omstreeks 1835 door Victor Hugo kon geschreven en nu in diens nagelaten papieren gevonden zijn (eigenlijk kon het niet, want Catulle Mendès begaat een parnassiaansche nieuwigheid, het niet accentueeren van de zesde syllabe in eenige verzen, die Victor Hugo niet kende). Maar gij hebt het zeker reeds opge merkt? Catulle Mendès' merkwaardige gave van navolging gaat zoover, dat zij oorspronkelijkheid wordt; die gave van de meesters zoo lief te heb ben, dat men ze volkomen weerspiegelt (als het gelaat van een minnaar in het oog zijner geliefde) of beter nog, die innige, hermetische en toch streelende aansluiting van zijn buigzamen geest aan dien der uitgekozen meesters, dit alles teekent een genie van vrouwelijke weelderig heid. Lees zijn gedichten na: ge zult zien, at hij, Hugo navolgend, of Leconte de Lisle of leine, dit eenigszins doet als Amaryllis, die zich oegt naar Tityrus, of Lycoris naar Varius. Deze nnige vrouwelijkheid is Mendès' kenmerk. Zij verdaart tegelijk zijn wonderbaarlijke, liefhebbende tunstvaardiglieid als nabootser, en de persoonlijke aantrekkingskracht, de geheimzinnige en verderende bekoring, die hij onder de nagebootste vor men behoudt, en waardoor hij, ik weet niet hoe, leze vormen tot zijn eigendom maakt.... Indien lij zich op een model toelegt, is het als de win gerd zich hecht aan den olm, als de wingerd lien de Latijnsche dichters lasciva" noemen. En zoo ligt de oorspronkelijkheid van Mendès juist n die overmaat van buigzaamheid, in hetgeen zij omslingerends heeft, in de innige, diepe zin nelijkheid, die zij bij den dichter onderstelt. La Reine Fiammetta is dus een echt drama uit de romantiek; maar het is ook de ontzenuwende, droefgeestige en zonderlinge droom van den dich:er bij uitnemendheid der physieke liefde. De 'orm doet denken aan die van Victor Hugo, de meeste personen behooren aan wie ge wilt, maar ?iarametta behoort aan den heer Catulle Mendès en aan hem alleen." Fiammetta is een alleraanbiddelijkst persoontje, grillig, onbezonnen, zinnelijk, volkomen ontoerecenbaar, een vlaminetje", fiammctta; een soort jurtisane, onschuldig en gedistingeerd. Haar ware naam is Orlanda, en zij is koningin van Bologna. Zij houdt van kunst, poëzie on muziek. Zij houdt ook van knappe mannen. Men verveelt ich niet in haar paleis: er is altoos feest Evenals de koningen narren hebben, houdt de koningin er drio narrinncn" op ria, hare vrien dinnen Viola, Violina en Violetta. Men verdenkt haar, ofschoon zij om theologie in 't geheel niet geeft, een beetje van lutheranisme; er is niets van aan. Alleen bevalt Luther haar nogal, omdat hij een man" is, maar overigens behoort zij tot degenen welke, als men hun vroeg -, galool't go aan God ?" zoude antwoorden : zooals ge wilt," en welke dientengevolge aan eenige wisselingen in hun geloof zijn blootgesteld. Kortom, zij is eene heidin, daar zij echt en enkol vrouw is ; zij ziet er in 't geheel niet naar uit alsof zij gedoopt was." Fiammetta heeft een man, Georgio d'Ast, een avonturier, dien zij eens ontmoet heeft en getrouwd, omdat zij hem naar haar zin vond, en die nu aan haar hof blijft leven, zonder dat zij eigenlijk er aan denkt, dat hij er nog is. Deze kerel neemt zijn positie als honorair koning slecht op; hij zou wel wezenlijk koning willen zijn. Hot wezen van liefde en vreugde nu, het dolle fantastische vogeltje, wordt, zonder het te vermoeden, beloerd door wreede gieren; zeer positieve en boosaardige roofvogels. Haar koningschapje a la Decameronc zit den Paus in den weg; daarom hoeft de kar dinaal-neef, Cesare Sforza, een samenzwering gesmeed niet eenige hoeren van het Bologneesche hof, om koningin Fiammetta te doen vermoorden. De heerschappij zal dan in handen komen van Giorgio, die belooft een gehoorzaam werktuig in handen van het Pausdom te zullen blijven. Sforza heelt een moordenaar bij de hand, een zekeren Danielo, een Franciskaner dweeper, die sinds lang voor dit vrome werk is opgevoed en gekweekt. Hij geeft hem bevel, de koningin te dooden. Danielo komt met afschuw daar tegen op. Eene vrouw dooclen, dat nooit!" Hij zal vermoor den wie men wil, ter grooter eore Gods, maar geen vrouw. Waarom'? uit natuurlijk meegevoel, of herinnering aan zijno moeder? Gij raadt het niet. De jonge monnik weigert, de koningin te dooden, omdat hij verliefd is. Hij heeft eens, aan het venster van een klooster, eene vrouw gezien; zij geeft hem, in eer en deugd, des nachts geheime samenkomsten. Ik moet bekennen, dat deze psychologie raij nogal verdacht voorkomt. tegelijk dweeper te zijn tot moordens toe, en razend'verliefd, ik vraag of dit niet te veel is voor n mensch, en zelfs of tlezen twee hartstochten, beide tot zulk een graad van hevigheid gedreven, niet onvereenigbaar zijn." Maar er komt nog iets verwonderlijkere. Daniels heeft oen broertje gehad, dat eenige jaron ge leden verdwenen is. Sforza maakt hem wijs, dat dit broertje door de koningin geschaakt is, en den volgenden morgen, volgens de gewoonte van Marguérite de Bourgogne, aan moor denaars is overgeleverd. Danielo gelooft den goeden kardinaal op diens woord, zonder eenig bewijs te vragen, en aarzelt nu niet meer. Hij zal de ko ningin doorpriemen, binnen acht dagen. Dat nu een ellendige dweeper zoo lichtgeloovig is, het is mogelijk en ik wil het wel tocge ven. Maar dan is het ook nog maar een arme idioot, voor wien ik moeielijk eenige belangstel ling kan gevoelen, en hetgeen de zaak nog inge wikkelder maakt, is, dat dio jonge Ravaillac zoo verliefd is, en dus, behalve idioot, ook onbegrijpe lijk. Men laat hem dan ook onverklaard, en ik kan maar niot gelooven dat hij leeft. Het heele stuk door zal ik niets voor hem gevoelen dan verbazing. Gelukkig is Fiammetta er nog. Zij alleen, maar dat is voldoende; wat is zij heerlijk en uitbundig vrouwelijk l Wat houdt men van haar! Zij vult het drama met een opwindenden geur. Zij is de bekoorlijkheid, de verleiding en de dwaasheid der vrouw in vleesch en been. Kleine beentjes en lelieblank vleesch, eene volmaakte vrouw, waarin een vlammetje brandt: Fiametta". Wij zien haar eerst in een Clarissenklooster; zij is zich daar voor aardigheid wat komen afzon deren. De Clarissen zijn allerliefste nonnetjes, van Boccaccio of Lafontaine, zij hebben zich gewijd aan de liefde Gods en hebben den leeftijd van de wereldsche liefde; de koningin, in een grooten fauteuil gezonken, in het sneeuwwit gehuld, leest haar een sonnet van Petrarca voor. een vurig en vernuftig liefdessonnet, en de non nen voelen haar werkeloos hart kloppen onder haar grof keursje. Zij vinden dat heel wat inte ressanter dan David's woeste psalmen. De koningin gaat verder, en stelt voor, haar eene dansles te geven. Dat gebeurt, in de kloosterzaal met don ker hout beschoten en rondom het standbeeld van de strenge stichtster der orde. Dan verdwijnt de kudde lammeren en Fiam metta ontvangt haren minnaar. Het is Danielo, die haar voor een aanzienlijke dame, Helena ge naamd, aanziet. Onze Havaillac houdt haar voor een engel van reinheid, en aanbidt haar geknield, en Fiammetta vindt dat heel aardig, vuor afwis seling. Daarenboven is die kuische minnaar een zonderling man; soms heeft hij geheimzinnige vrecselijke woorden, laat duistere, tragische gezeg den ontglippen. Hij is somber, melancholiek; zij vindt het heerlijk . .. Zoodat ten slotte Fiam metta het niet meer kan uithouden, op hem aan vliegt, de armen om zijn hals slaat, haar frissche lippen op zijn somberen mond drukt, en Danielo laat haar begaan. In het derde bedrijf zijn zij in Fiammetta's kamer. Er is nu geen quaestie meer van plato nische liefde. Fiammetta is losgebroken en toont heel veel temperament", het vlamraetje" is een flinke brand geworden. Dauielo slaapt eindelijk iu. Op dit oogenblik komt eene Bologneesche, de ge liefde van een der samenzweerders, aan de konin gin vertellen, dat den volgenden dag een jonge man haar in haar paleis zal komen vermoorden. Zij kent zijn naam niet, maar heeft hem gezien en zou hom herkennen. Is het deze? vraagt Fiam metta en schuift het gordijn opzijdo. Deze is het. Verontwaardigd over zulk een laaghoid grijpt de koningin, die vlug van besluiten is, een dolk, en zal Danielo treffen... Helena, lieve Helena!" mompelt Danielo iu zijn slaap. Fiammetta begrijpt nu dat hij niot weet, dat zij de koningin is. Zij laat don dolk vallen en wekt haren minnaar met hare kussen. Zij laat hem gaan, want de dag van morgen is voor don moord bepaald, en deelt haar dames mede, dat zij morgen naar haar paleis te Bologna vertrekt. Waarom? vragen deze. Om vermoord te worden! antwoordt Fiammetta schaterlachend. Hat volgende bedrijf is van werkelijk oorspron kelijke schoonheid, gliinlachend-tragisch. Verbeeld u de moest parisienne, do wuftste onzer Froufrou's en Paulette's in het Italiëvan de vergiften, van de politieke moorden, van de inquisitie, en clan toch ovenzeer Froufrou en Paulottc blijvend. Har gratie en wuftheid worden dan, zonder het te weten, heldenmoed. Zij laat de zameuzweerders te midden van een feest door hare drie narrinnen" voor den gek houden, en brengt hen voor de recht bank van deze drie wijzen met zotskappen en schelletjes. De drie narrinnen" veroorduelcu do samenzweerders om hen te trouwen, en dit ge schiedt. Fiammetta intusschen wacht in hare tuinen, te midden van muziek en dans, de komst van Danielo. Zij ziet hem aankomen, verwilderd, met het hoofd vooruit, den dolk in de hand, en glimlacht. Want zij weet wel dat. als hij haar herkend heeft, hij haar niet dooden kan, daarvan is zij zeker. Zij glimlacht allerliefst, guitig, kalm, in du vreugde en zekerheid van bemind to worden. Dat is werkelijk schoon. Fiammetta's glimlach. als zij met zalige, trotsche ironie den dolksteek afwacht, deed mij denken aan Alexander den Groote, die den beker uit de hand van zijn ge neesheer aanneemt, waarin men licm gezegd heeft, dat vergif is ... Danielo is nabij, hij heft den arm op. Fiammetta ziet hem aan, eu de dolk valt. En Fiammetta werpt haar geliefde kushanden toe, schalksch lachend om de aardige poets die zij hem gespeeld heeft, waut koningin Frou-frou vindt niet dat zij iets heldhaftigs gedaan heeft ; zij was niets dan een verliefd vrouwtje, dat pret maakte. Zoo is deze scène tegelijk prachtig en allerliefst, Au suulime pouilre-dwizê. Dit alles zonder woorden; de gordijn valt na die kushanden. Nu komt het treurig einde. Kardinaal Sforza heeft Danielo doen gevangen nemen en vertelt nu aan de koningin, dat het eenige middel om haren minnaar te redden, is afstand van den troon te doen. Zij weigert eerst, omdat de kroon haar zoo goed staat, maar stemt dan toe, en deelt, in een allerliefste scène, de juweelen van haar kroon aan de Zigeunerzangers uit, die op het plein voor het paleis een aalmoes vragen. De abdicatie is echter een valstrik geweest, men kan haar, nu zij geen koningin meer is, aan de inquisitie overleveren; zij wordt gevangen genomen en in een klooster gevoerd. Zij wordt er veroordeeld, als kettersch. Men zendt haar een priester om hare biecht te hooren; het is Danielo. Fiammetta biecht al hare zonden, maar Danielo wacht, dat zij den moord, op zijn broeder geploegd, zal biechten. Eene verklaring volgt; zij valt in Daniëlo's armen; Sforza komt binnen en veroordeelt ook Danielo ter dood, beiden zullen samen sterven. Lemaitre is over het drama verrukt; hij noemt het plus que distingtié. Sarcey denkt er anders over ; hij vindt alles ongemotiveerd, onwaarschijn lijk, onpsychologisch. Zoo dikwijls er in een drama dingen zijn, die ik niet begrijp, en daarom niet mooi vindt, die mij onharmonisch, ongoëvenredigd, barok schijnen, zegt men dat dit Shakespeariaansch is." Van Catulle Mendès' poëzie heeft hij het fraaie niet genoten, omdat de verzen zoo slecht uitgesproken werden. Danielo werd gespeeld door den ouden zanger Capoul, die enkel de overdre ven gebaren en conventioneelen dialoog der op racomique kon ten beste geven; daarmede strookte het platte naturalisme van Antoine, die Giorgio speelde, in 't geheel niet; de Fiammetta, Mlle Defresnes, was niet zoo vroolijk en lichtzinnig als noodig was, maar toch de beste van allen. Het Journal de Bruxelles keurt natuurlek zeer de wyze af, waarop hier monniken, nonnen, kar dinalen en inquisitie ten tooneele worden ge bracht, maar roemt de keurig geciseleerde verzen van Catulle Mendès. Het werk is op het Theatre-Libre zeer een voudig gemonteerd; Antoine, de directeur, heeft dat voor eens en voor altijd aangekondigd; alle voorstellingen zyn dan ook premières, elk stuk wordt er slechts ns gegeven. La Reine Fiam mctta was vroeger aau verschillende directeuren aangeboden; aan Sarah Bernhardt voor de PorteSaint-Martin, aan Porel voor het Odéon en aan Perrin voor de Comédie-Francjaise; maar allen hadden de kosten, om hot behoorlijk te monteeren, afgeschrikt. In welke verhoudingen deze kosten voor de groote theaters toenemen, blijkt uit het geen een der acteurs, die nu in Henri III van Dumas, in de Co;nédie-Franc,aise optreden, zeide: Toen de vorige maal Henri III gemonteerd werd, kostte het gelieelo stuk 12,000 francs, en dat vond het comitévreeselijk. Nu wordt dit voor mijn costuum alleen betaald." MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. In mijn vorige kroniek beloofde ik nog eens op Lc Hoi d'ïs" terug te komen, belofte, waarvan ik me dau nu terstond ga kwijten, uit vrees, dat ze anders opnieuw iu de pen mocht blijven. Een tweede auditie van deze opera heeft mijne meening omtrent dit werk niet noemenswaard ver anderd. En zoo blijf ik er bij, dat dit wsrk wel eenige en groote schoonheden bevat, maar toch van geenszins blijvende betcckeuis zal blijken te zijn. Met name is de muziek iu de slotscène vol strekt niet op de hoogte vau den toestand, 'doch ook in de andere bedrijven neemt zij zelden de vlucht, die zij nemen moest eu kon. Lengte is wel is waar maar een betrekkelijke verdienste, doch bier mist meu haar toch; uien zou wel eeus een thema breeder uitgesponnen wilieu zieii, den com ponist wel eeus een stoutcrcn climax hooren maken, dau hij ergens iu dit werk doet. Er is niet veel ziel in deze compositie. De beste momenten zijn voor mij u gevoel die, waar de componist óf bevallig kon zijn zooals in de eerste feestkoren óf waar hij, met behulp van eene unlieiuiliche" scèiieric schrikkelijk kan. zijn zooals iu de nachtelijke scène tussuhen Kariiac en Margurcd. Ofschoon ik beken, dat ik, eenmaal op dat satanisch blauw licht voorbereid zijnde bij de 2b opvoering lang niet dien griezeliegeu indruk ont ving, dien dit gedeelte bij de Ie opvoering op mij maakte. Behoudens hetgeen ik omtrent de rnise-en-scène vau dit werk al zeide, moet ik hier de regie nog waarschuwen, dat, de geest van dcu H. Coreutijn dcii Iaën Januari reeds ontijdig vroeg waarneem baar en ergens mee bezig was vermoedelijk aan zij u toilet; verder dat bij liet onweer aau liet slot vau het werk de bliksem vergeten is; dat de pila-tr in de 2e acte wel wat veel vau een duitsclien kachel (?Ofen") heeft; eu eindelijk, dat het beeld van deu II. Corcntijn, het,welk\de tooverlautaarn, op de woikeu werpt, misschien beter deed met wegblijven. Niet geheel ouvermakelijk werkt ook die schrik kelijk woeste zee aan bet slot, en deden de heeren, die de golven maken, beter met minder uitbundig te keer te gaan. Nu ik toch aan het aanmerkingen maken ben, kim ik tevens op de groote onwaarschijnlijkheid wijzen, dat Roxciiu bij de aankomst van haar ge liefde (dien zij reeds dood waande en wiens nadering haar dus dubbel moest verrassen !) dezen doodkalm twee coupletten achter zich hoort zingen, zonder de moeite te nemen vau zich om te koeren of op eenige andere wijze gevoel aan den dag te leggen. Laat ze zich dan tenminste verschrikt, ontzet, toonen! Maar die impassibiliteit is ergerlijk! Heel deze scène trouwens (het wederzien der go)ieven)is van eene zoetbappighcid, wat compositie, zoowel als opvatting door deze artisten betreft, die alle perken te buiten gaat. Over andere punten, waarin de muziek een uiterst oppervlakkige rol speelt, zal ik.?uit vrees van te lang te worden niet vorder uitweiden, mi'.ar liever nog de opmerking maken, dat de com ponist m. i. zichzelf al te dikwijls herhaalt. Hoe vaak het 2de (,.seiten"-) thema uit het Allegro vau de Ouverture, de violoucel-solo daaruit, en eindelijk ook liet slot van de Ouverture (trompetten hoog a) gebezigd worden, is niet te zeggen, ^/ooals Lalo deze fragmenten aanwendt, bewijst hij mij daarmede armoede vau gedachten. Over verdere tekortkomingen in mijn oog, als de vorm, die niet oud eu ook niet nieuw is, remenisceuseu aan Meijerbeer enz., zal ik ditmaal het stilzwijgen be waren, en liever ten slotte wijzeu op liet goede, dat iu de opera voorkomt, en dat m. i. bestaat in de reeds vermelde eerste fecstkoren, in eeuige ge deelten van de partij van Ilozeun (4de scène, 2de acte o. a.), desgelijks vau de partij van Karnac (zijn eerste optreden, 2de scène van de 2de acte, enz.), iu de hoogere vlucht, die de 3de scène vau de 2Je acte neemt, en in een interessante kleur, die hier en daar op het geheel is uitgespreid. Alles, hetgeen niet wegneemt, dat ik de opera als geheel zwak moet noemen, en zoo ook de repro ductie, die er hier aau ten deel valt. Met een enkel woord stip ik vau verder plaats gehad hebbende uitvoeringen aan: die van Die Meistersinger v on Nürnberg", van de 4e Soiree voor Kamermuziek eu die in het Concertgebouw van 17 Januari. Die Meistersinger" kan niet tot de schitterende opvoeringen gerekend worden. Zij was integendeel hoogst slordig en onverschillig, voornamelijk wat orkest eu koor betreft. Van zangers en zangeressen maakten Frau Gross (Eva) een tamelijk goed en de heer von Bongardt (Hans Sachs) een zeer goed figuur, terwijl de heer Walther (Walther v. Stolzing) slechts onder voor behoud te loven is, daar rijn fraai geluid door onzuivere intonatie eenigszius ontsierd wordt en ook zijn spel maar matig gloedrijk is. De 4e Kamermuzieksoirée bracht behalve het F-mol Quartet op. 25 van Beethoven, het melodieuse Bes-dur Sextet op. 18 van Brahms, dat tot eerst genoemd sextet staat als een roodwangige, stevige, knappe boereudeern tot een fijne ea teerc freule. De noviteit, liet Quintet op. 81

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl