De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 27 januari pagina 6

27 januari 1889 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.?05 v ?f v mishandeling door den sterkeren mensch il leker even nuttig als schoon, maar Klar und stetig die Gedanken Die Gefühle stark und warm, Zwischen beiden feste Schranken, Sonst bist krank du oder arm! Woorden, geschreven voor allen, maar in het ttözonder gericht aan 't adres van de leden van dj&enbesctierming-vereenigingen, bij wie hoofd en laat meer in de gelegenheid zijn met elkaar slaags te'ïaken. Hun gevoel moet flink onder de tucht d« rede worden gehouden, wil het niet ziekelijk ontaarden in overgevoeligheid. Du subHme au rüKcwfc n'y a qu'un pas, en hoe verheven een pèeonde toepassing van 't gezonde beginsel is: du zaak wordt eenvoudig belachelijk, zoodra de oterdrjjving begint mee te spreken. De dierenvrfeiul hoede zich op zijn pad voor de voetangels en klemmen: overdrijving en inconsequentie; hij nadert anders den Fakir, die een bezem voor zich nit schuift onder het loopen, uit vrees anders de kleine insecten op den grond te vertrappen. "Wat te zeggen van hen. die 't iemand niet kwalijk zullen nemen, dat hij niet van kinderen, wel dat hij niet van honden houdt; die de arme paarden beklagen, welke voor een volgeladen schuit hun krachten overspannen, maar geen woord over hebben voor de arme vrouwen en kinderen, die hetzelfde werk verrichten. Wat te sepgen van hen, die hun hondjes des winters in wellen jasjes kleeden, maar geen kwartje besteden TOOT Meeding of spysuitdeeling onder de menschen. Wat te zeggen van mannen, die met smaak een ,>ijurrng of een rollmops verorberen of zich aan een fcpeeften- of garnalensalade te goed doen, niette genstaande het koken voor millioenen haringen jaarlijks een pijnlijke operatie is en 't kookproces d* levende garnaal evenmin bevalt. Wat wövrouwen, die een zijden japon aantrekken en 'a avonds een beschuitje met patéde foie gras smullen, niettegenstaande het winnen der zijde wSUioenen wormen een stnartelijken dood bezorgt, «B de ganzenlever alleen zoo uitzet, door den dieren cte oogen uit te steken, de ooren dicht te stoppen, QB de pooten op een plank te spijkeren. Wat te zeggen van allen, die toch tegelijkertijd tegen «te vivisectie protesteeren! Wat anders, dan dat onkunde en vooroordeel ben doen spreken tegen een e methode, die rationeel 't leven op 't levende lichaam zelf doet faestudeeren. en dan ook de hypotheken van vroeger heeft doen plaats maken voor vaststaande bewijzen. Stelden de anti-vivisectiemannen tegen over de feiten der wetenschap andere feiten en niet slechts holle frasen, die ingevingen van een goed hart in den vorm als bewijzen willen doen gelden, ze zouden meer de aandacht trekken. "Zij beweren, dat de vivisectors zedelijk ver stompte en verharde, gevoellooze menschen worden. lt de vele namen slechts die te noemen van een Claude Bernard, een von Halier, een Virchow of oen Donders, is voldoende om deze even brutale «Is onzinnige dwaasheid te ontzenuwen. Het is waar, Harting kon 't nooit over zich verkrijgen een vivisectie op een warmbloedig dier te ver richten, maar hij heeft zelf in 't Album der Natuur, dit een zwakheid van hem genoemd. De beschuldigers hebben .geen enkel bewijs en denken maar, dat 't wel zoo zal wezen. Op gezag van allerlei onbekende grootheden wordt gedecreteerd, dat de vivisectie telkens tot tegenstrijdige uitkomsten heeft gevoerd. De waar heid wordt slechts door strijd veroverd, en nu van de physiologie te verlangen, dat deze langs den kortsten weg tot haar doel komen en anders haar Streven opgeven moet, dat gaat wat ver. Rückert heeft hen, die moedig voortgaan, al struikelden z§soms, reeds getroost: Das sind die Weisen Die durch Irrthum zur Wahrheit reisen; < Die beim Irrthum verharren, Das sind die Narren. Voorts zou er is climax de vivisectie der ?wetenschap hoegenaamd geen nut hebben bewezen. <3>at hier de onkunde aan 't woord is, begrijpt Aeder, die weet, hoe Harvey's beroemde ontdekking van den bloedsomloop langs den experimenteelen ; weg van dieren-onderzoek tot stand kwam. De -^Itrtb 'jiJhocft slechts te denken aan nier-extirpaties, maagfistels, been-resecties, suikerziekten, strottenhootd-operaties, ingewands-wormen, enz., om even . zoovele vruchtdragende uitkomsten van dat onder zoek aan te kunnen wijzen. Om nog meer indruk te maken, worden de cijfers voor den dag gehaald. En om der tegen partij nu maar in eens te overbluffen, weet men te vertellen, dat aan de Weener hoogeschool van 1850?'52 56000 dieren voor vivisectie zijn ge bruikt. Maar de tegenpartij heeft de cijfers ge controleerd en toen bevonden, dat er in dat tijds verloop in Weenen 50 honden, 100 konijntjes, 6 katten en een aantal kikvorschen zijn gebezigd. Dat is alles. ' Veel succes heeft dan ook de beweging tegen de physiologen nog niet gehad. De agitatie begon in Florence, en waaide in 1870 over naar Engeland, v?in6uds een kweekplaats vanvooroordeelen. Enkele tientallen jaren geleden toch opende de Kerk daar nog een veldtocht tegen de tuinlieden, die door kunstmatige bevruchting van bloemen willekeurig in de schepping ingrepen! Ook de agitators tegen 't onderzoek op levende dieren, wisten hunne meeningen ingang te doen vinden: na lange be raadslaging werd in 1876 de Crueïty to Animals Act door 't Parlement aangenomen, waarbij 't onderzoek zeer is beperkt en benadeeld. Niet zonder belang is het hier, 't oordeel aan te halen van Darwin, die in zijn geschriften als een ijverig advokaat voor een menschelijke behandeling jegens de dieren is opgetreden: Ik weet" schrijft hij in bedoelde verklaring, die in haar geheel in De Natuur van 1881 is opgenomen, dat de phy siologie onmogelijk vorderingen kan maken zonder proefnemingen op levende dieren, en ik heb de diepste overtuiging, dat hij, die de vorderingen der physiologie belemmert, een misdaad tegen de menschheid begaat." De beweging sloeg spoedig over naar Duitschland. Tegenover sensatieboekjes als het ook in 't Hollandsch vertaalde die Folterkammer der Wissenschaft van den Afrikareiziger Ernst von Weber, die de beroemdste physiologen als rucïtlose Verbrecher aan de kaak stelde, lichtten de prof. Hermann, Ludwig en Heidenhain de leekenwereld in van een ander standpunt en traden de medischp faculteiten van Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland eendrachtig met de verklaring voor den dag, dat de vivisecties een onontbeerlijk middel voor physiologisch en pathologisch onder zoek zyn en er gcen d66' der heelkunde is, dat daarvan niet reeds nut getrokken en nog nut te verwachten heeft." (Slot volgt.) VOOR DAMES. In kleeding verwarmend? Flanel of zvjde. Menu van Lodewijk X VI. Dames-gidsen. Dames-raadsleden. Is kleeding verwarmend? De vraag schijnt in scherts gedaan. Kleeding is natuurlijk verwarmend. Toch schijnt het axioma minder vast te staan, wanneer men er uit afleidt: dus hoe meer kleeding, hoe meer warmte ; want ieder weet dat dit niet waar is. De Chineezen, die de temperatuur afme ten naar het aantal rokken, dat zij aantrekken, van l tot 23, zouden een geheel verkeer den maatstaf volgen, als zij niet de qualiteit der stof in aanmerking namen, en vooral, den aard van het weefsel. De stof, waaruit het weefsel vervaardigd is, geldt, volgens een oud vooroordeel, nog steeds als hooidfactor bij de verwarming. Draag flanel, kleed u in Jager wol. De raad is niet op zichzelf slecht, maar zij verwaarloost het voornaamste Het is enkel de wijze van weven, die de waarde der stof als verwarmingsmiddel bepaalt. Een dikke, zware stof zal minder verwarmen dan een dicht kleedingstuk, wijd van mazen. Men vergelijke het dikste laken met een los gcbreiden wollen doek. Het is omdat het eenige verwarmende kleedingstuk, dat wij noodig hebben, is: eene laag lucht, die niet weg kan. De losgebreide wol, de licht uitgeplukte watten, het langharige bont houden de lucht gevangen; zij blijven het lichaam, dat een echte warrntehaard is, een calorifère, met die laag lucht, die steeds warmer wordt, omgeven; zij geven het een kleed van lucht. De onderzoekingen van Péchet, Schuster, Goulier, Geigel en anderen hebben zeer zeker bewe zen, dat het verschil in stoffen een groot verschil in warmteverlies veroorzaakt. Door nieuw linnen van een centimeter dikte heen, verliest een lichaam per minuut op een centimeter oppervlakte 0,0075 van zijn warmte; door oud linnen 0.0071, door katoen 0.0066, door flanel 0,0010, door zijde 0,0015. De bedoelde zijde is ecru-zijde, voor geapprêteerde zijde geldt dit verwarmend vermogen in 't geheel niet meer. En nu de lucht? Vol gens Stefan doet een luchtlaag van een centi meter slechts per minuut 0,000056 verliezen, dus slechts een honderdste van de wollen weefsels. De eenvoudigste proeven trouwens bewijzen het; wie watten samendrukt vermindert hun verwarmend vermogen, wie ze uitplukt, vermeerdert dat. Een eerste gevolg hiervan is, dat de buitenste kleedingstukken betrekkelijk zeer weinig tot ver warming toe- of afdoen. De pluche mantel van uw dochtertje komt er niet op aan; haar -woHcii borstrok wel, zoolang de wol maar flink los en dik blijft. Het onderste kleedingstuk moet dus, ten einde een voldoende laag- lucht gevangen te houden, noch te ruim zijn, noch gespannen ; het moet iets meer dan passen. En de temperatuur, hierdoor verkregen, zal te beter behouden blijven, naar mate men meer met lucht doortrokken Idee ? dingstukken over het eerste heendraagt. Drie flanellen over elkaar remplaceeren met voordeel een wintermantel; eenige jaren geleden, toen men in costuum" ging met een wollen vest of een flanellen voering, heeft men het kunnen waarnemen; alleen was het bezwaar toen, dat men het bovenkleed te sluitend nam, zoodat de wollen stoffen niet behoorlijk met lucht gevuld bleven. # * * Is het dus noodig, flanel te drags;;'? Men kent het groote bezwaar :..v;ie Lot eenmaal draagt, moet het blijven dragen. Evenals de personen die geWOOP zijn in een bepaalde gelijkmatig verwarmde temperatuur te leven, koude vatten, zoodra zij er uit komen, wordt het lichaam, gewend aan zijn gelijkmatig verwarmde luchtlaag, uiterst gevoelig. Een tweede bezwaar is, dat de lucht, het lichaam omgevend, door de ademhaling der huid binnen eenigen tijd min ot' meer onzuiver wordt en dan noode alle verversching mist. Maar dit eenmaal aangenomen, is het dan beter flanel of cre-zyde te dragen? Beide hebben verschillende eigen schappen. Het flanel heeft als zeer kostbare eigen schap, dat het, van vocht doortrokken, slechts uiterst langzaam verdampt, terwijl zijde spoedig nat wordt en dan, in plaats van zeer verwarmend, sterk atkoelend werkt. Maar de zijde neemt meer vocht op 50 pCt. van haar gewicht, flanel slechts 44 pCt. en irriteert de huid niet, en vormt zich beter voor het lichaam. Uit deze eigenschap pen volgt van zelf een drieledige raad. Wie gcen Eindspel tusschen de heeren Rosenthal wit en L. Paulsen zwart. ZWART abcdefgh WIT Wit begint en wint. VOOR MINDER GEOEFENDEN. Het tweepaardspel in do nahand, heeft Bilguer de afwijking van Guioco Piano genoemd, waarbij zwart niet ^als 3e zet 18 c5 maar gS buitengewone verwarming noodig heeft, verwenne zich niet, en drage gewone kleeding. Wie Biet spoedig transpireert, wie eene gevoelige huid heeft en zijne warmte behouden wil, neme een zijden ondervest. Wie zich veel moet bewegen, en spoe dig en jus is, of het raadzaam acht, de werking der huid te bevorderen, kleede zich in flanel. Bij grooto koude is een flanellen ondervest, en daar over een zijden, het meest afdoende; maar voor zichtigheid is steeds aan te raden. * Ter vergelijking met de korte en weinig substantieele menu's, die steeds meer mode worden, diene, hetgeen men honderd jaar geleden opdischte. Aan de tafel van Lodewijk XVI word het volgende voorgediend. De tijd was 's middags om n uur ; daar het menu uit het huishoudboek van den in tendant afkomstig is, staan de prijzen er bij. Livres. Grande entree: Kalfschijf in jus; 50 pond. . . 30 Soepen: Rijstesoep; 25 pond soepvleesch. ... 14 Spaansche tünsoep ; 2 kippen 3 Hors d1 oeuvre: Pains gras; 6 gauzenlevers . . 9 Pasteitjes; 2 poulardes 6 Schapeucóteletten; 12 pond 7 KonijnenfiIets; 4 konijnen 8 f/ntrées: Poulardnnvleugels; 3 poulardes ... 9 Salmis van patrijzen; 3 patrijzen 9 Kip a l'Allemande; 3 kippen 9 Geglaceerde kalfsbout; 12 pond vleesch. . 7 Witte vogelragoüt, getruffeerd ; 3 poulardes 9 Duiven a la d'Huxelles; 8 duiven 8 Moyennes entrees: Ham met spinazie; 15 p. hain 18 Kalkoen a la Périgueux; l kalkoen. ... 12 Rots: Vette kippen; 3 kippen 9 Mauviettes de Chartres; 18 leeuwerikken. 9 Caneton t'e Rouen; l jonge eend 8 Kwartels; 6 kwartels 7 Poule de Caux; l kip 8 Snippen; 3 snippen 9 Het totaal is 208 francs; in onzen tij J zou het zeker duizend francs kosten, maar men zou hier wat meer afwisseling geven. Daarentegen is de wijn uiterst eenvoudig; de koning dronk drie glazen witte wijn en dat was alles; tegenwoordig zouden bij zulk een diner allicht vijf o zes wijnen elkander opvolgen. De Lady Gwide Association, de Londcnsche vereeniging om aan dames werk te bezorgen als gidsen voor vreemdelingen, heeft den steuu ont vangen v<m een aantal aanzienlijke personen. Er is een vergadering gehouden om haar geld te bezorgen, onder voorzitterschap van Lord Hay of Kinfauns. De vergadering bestond vooral uit dames, onder welke ook Lady Colin Campbell, die nog steeds, ondanks haar sensatieproces, door schoon heid, coquotterio en toiletten, een der sieraden van de Londensche groote wereld is. De voorzitter gaf oen overzicht van het plan, zooals het door Miss Edith S. Davis is opgemaakt, en besprak eenige der bezwaren en aanmerkingen, door de pers geopperd. Men had gevraagd, of er behoefte was aan gidsen, of men het honorarium niot te boog zou vinden, on of de vereeniging financieel iets zou opleveren. Wat het eerste bctveft waven er reeds terstond, toon hot voorstel bekend \vas, van alle kanten aanvragen gekomen; bet honorarium was niet te hoog want bet ver lies aan tijd en geld, door het gebruik van verkeerde treinen im omnibussen, het niet kennen der prijzen en fooien of lift verschil tusschon het koopen in Bondstreet of in de City, word er ruim schoots door goedgemaakt; en wat hot laatste betrof, als do vereeuiging maar hare oprichtings- j kosten kon krijgen, zou zij spoudig zich zelf on derhouden en woldra rendecren. liet beste was, er eene naamlooze vennootschap van te maken, tenzij een paar kapitalisten hut kapitaal wilden voorschieten. l)o heer Ernst stelde een resolutie in dien zin zin voor. Dr. Kate Mitchell (eon doct.;rc:) rekende wel op 5 percent dividend, maar meende dat men de examens niet te zwaar moest maken. Do resolutie werd daarop aangenomen, maar Dr. Walter achtte bet nog noodig, uit naam van Miss Davis aan Dr. Mieholl te antwoorden, dat de associatie niet enkel verplichtingen had jegens hare protcgées. maar ook jegens haro klanten, en dat het examen dus moest aantoonen dat do dames in alle opzichten goed beslagen ten ijs kwamen. Met een votum van dank aan Lord Hay werd de vergadering gesloten. * * * De groote hervorming, die in de organisatie van bet gemeentebestuur van Londen beeft plaats gehad, met l April zal de stad niet meer een samenvoeging van onderling geheel ongelijke dis tricten, maar een graafschap als een ander zijn, is ook voor de vrouwen van belang geweest. Er moest een graafschapsraad van 119 leden benoemd worden; het kiesrecht kwam daarbij ook aan een aantal vrouwen toe, en het resultaat van de ver kiezingen is geweest, dat ook twee dames gekozen zijn, Lady Sandhurst, wier man ook candidaat was, maar niet werd gekozen, en Miss Cobden,. de dochter van den bekenden econoom. Er zou, om hen te doen zitting nemen, eene wijziging in verschillende' wetten noodzakelijk zijn, en de ver kiezing zal dus vooreerst wel ongeldig verklaard worden, zonder meer, maar uu de eerste stap gedaan is, kan het niet anders of de beweging zal zich uitbreiden, en de vrouw zich steeds meer aan hare wettelijke onmondigheid ontworstelen^ Men weet dat Lady Randolph Churchill en andere aanzienlijke dames reeds sinds lang met succes voor bare mannen of broeders in kiesvergaderingen optreden; zij kunnen het dan voor zich zelf doen. E-e. Allerlei. Uit Parijs meldt men het overlijden van een honderdjarigen grijsaard, Pèrc Noë'l, een van de vaste verschijningen der groote boulevards en ge storven in bet hospitaal Be'aujon. Hij was bizonder bedreven in het temmen en africhten van ratten en verdiende daarmede inenigen sou. Sinds eenige jaren placht hij den heer Chevreul op diens ge boortedag te bezoeken en meu vertelt, dat bij in Augustus 1.1. tot genoemden geleerde zei; Mijn waarde vriend, gij zijt meer dan honderd jaar oud en hebt nooit anders dan water gedron ken ; ik evenwel ben bij voortdurend gebruik van wijn even oud geworden." De wijn schijnt Père Noël dan ook den dood berokkend te hebben. Eeuige dagen geleden kwam hij tehuis met een gat in het hoofd, dat hij zei verkregen te hebben, door eene neervallende dakpan: de waarheid was, dat hij eens weer te diep in het glaasje gekeken had. De rattenvarter was tot zijn einde een bewon deraar van het schoone geslacht. Hij leefde met eene zestig-jarige vriendin en booze tongen be weren, dat hij deze nog kort voor zijnen dood geducht afgeranseld heeft. Wanneer deze hartsvriendin evenwel hoopte daarvoor door eene goede erfenis schadeloos gesteld te worden, is zij bitter teleurgesteld; want geheel anders dan de meeste bedelaars van professie van de boulevards heeft Pcre Nocl geen vermogen nagelaten. Een Duüsclie bokser. Met verwijzing naar het onlangs uit New-York gemolde bloedige vuistge vecht te Wilnesbarre verhaalt een medewerker van de T. R." in navolging van eon Neurenberger kroniekschrijver het volgende: In de omlöstad Nürnberg was een manier van baarplukken in de mode, het steken genoemd waarbij het er op aankwam met de vuist de oogeu van zijnen tegenstander te treffen. Ecu Engelsck bokser van beroep boorde er van en dadelijk bekroop hem eene onweerstaanbare lust, ook te Nürnberg eenige ribben stuk te slaan, zooals hij loffelijker gewoonte reeds in eenige andere Duitscue steden gedaan had. Hij vertrok aldus naar Nürnberg en won hier inlichtingen in omtrent de voornaamste stekers". En wijl men hem zekeren koperslager, Quack genaamd, als den voornaauisten meester in de stoekkunst" noemde, zoo daagde liij dezen dadelijk tot een tweegevecht uit, welke uitdaging Quack zonder bedenken aan nam. Als kampplaats koos men eone grooto zaal in de Neurenberger herberg, bet Roode Ros" waar op het voor den strijd vastgestelde uur een groot aantal toeschouwers aanwezig was. Toen de groote breedgeschouderde Engelsc.hiaan zich tegenover zijnen tegenstander, eenon kleinen, nietigeu dreunes bevond, schaamde bij zicli bijna on vroeg hij den Duitscher op overmoedigen toon. of hij bet tegen hem durfde opnemen. Waarom niet", ant woordde Quack, de groote en forschgebouwde personen zijn goed te raken!" Deftig slroopte thans de JBrit zijne mouwen op en loonde met welgevallen zijne herkulische armen; onze ko,.erslager wierp onverschillig zijne schapenvacht van zich af en stroopte eveneens de hemdsmouwen op, waarop eeu pari- schrale maar goed gespierde armen zichtbaar werden. Men vond goed, dat elk der kampioenen naar de wijze van zijn eigen land zoude vechten, on zich slechts mocht bedie nen van do ongewapende vuist. Toen het gevecht zou beginnen wierp de Engelschman bet hoofd in den nek, balde zijn vuisten en reudo als een woedende stier op zijn tegen stander los, deze week snel ter zijde, de bokser schoot hom voorbij en ontving bij deze gelegen heid een zoo geduchten steek" van onderen op, dat bij bloedend en suizebollend tegen den muur terecht kwam. Quack deed zijn steek" vergezeld gaan van hot motto: Goeden morgen'." en stond terstond gereed orn een tweeden aanval af te we ren. Het bloed stroomde don Engelschman uit neus en mond en hij poogde vruchteloos zijn met bloed boloopen oogen goed te opeuen; woedend stormde bij voor den tweeden keer op zijn tegen stander los, maar werd thans met zulk een vreei'6 speelt. Bilguer heeft dit interessante spel uit voerig bestudeerd en beschreven. Hij toont daarbij aan. dat de ongunstige beoordeelingen over de resultaten van de meest geanaliseerde verdedigings varianten wel is ',vaar juist zijn, maar dat ze des niettemin veel krachtiger en vollediger kunnen gespeeld worden. Mot het oog op onze beknopte ruimte zullen wy do sterkste zetten aangeven. l e2 c4 ? e7 e5 2 gl f3 b8 d> 3 f l c4 g8 f(i 4 f3 g5 d'7 do 5 e4 y df> c6 a5 6 c4 bf> f c7 c6 7 d5 X c6 b7 X c6 8 b5 e2 b7 hG 9 gf> f3 ef> e4 10 f3 e5 f8 _ d6 11 d2 d4 d8 c7 12 f2 f4 Men schrijft ons uit Winschoten : Eenige dagen geleden werden te Winschoten in het locaal Tivoli door den beer J. D. Tresling, student in de rechten te Amsterdam tegelijker tijd zes bür.dpartijen gespeeld, waarvan vier door bem werden gewonnen, n remise verklaard en n verloren werd. Als men in aanmerking neemt, dat de hoer Tresling onder zijne tegenstanders geoefende spelers telde en op "t schaaktooneol een nog nieuwe verschijning is, dan zal wel niemand betwijfelen of weleer zal Nedeland kunnen bogen op een speler, die baar eer tegenover andere landen kan ophouden, die maken zal dat Nederland ook op 't schaakgebied niet als une nation teinte zal worden aangemerkt. Koning tegen Koning en beide Loopers.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl