De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 3 februari pagina 1

3 februari 1889 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

WEEEBLAD VOOB NEDEELAND Onder Redaetie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad JVo. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. 7AN HO L K E M A, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 3 Februari.' Abonnement per 3 maanden ?1.125 fr. p- p ?1.275 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10. Advertentiën van 1 5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20» I K H O V D: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL LETON: Een fooitje en wat er van kwam. (Slot). Gemeentezaken, door Nemo. Brieven uit Groot-Mokum, door Dandoly. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door A. Th. Prinzessin Sacha Soiree variéevan de tooneelvereeniging D. V. G. Muziek in de Hoofdstad, door F. Muziekaal Overzicht, door V. Kunstenaars-Ideeën. Karakter en Ameu blement. Latijn en Grieksch, II. Waar kan men het meesterstuk ran Hans Holbein de Jonge gaan genieten, door Alb. Th. VARIA. MI LITAIRE ZAKEN. SCHAAKSPEL. - Vivi sectie, 's Ryks Veeartsenijschool, (Slof), doorHeis. Spaansche beleefdheid. Voor Dames door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RE CLAMES. BEURSOVERZICHT. ADVER TENTIËN. Van verre en van nabij. De verkiezing, den vorigen Zondag te Parijs gehouden, is voor generaal Boulanger bijzon der gunstig uitgevallen en verschafte hem dadelijk eene groote meerderheid. Dit resul taat heeft in 9e gelederen der republikeinen eene heillooze verwarring teweeggebracht De rechterzijde heeft natuurlijk gebruik gemaakt van de vóór de verkiezing door de republi keinen van_ alle nuances verkondigde leer, dat de candidatuur-Boulanger eene bedreiging was van de Republiek, en den uitslag geïn terpreteerd als eene nederlaag van het be staande régime. President Carnot, een der weinigen, die in de algemeene verslagenheid zijn kalmte bleef bewaren, stelde de minis ters, die hem reeds hun ontslag kwamen aan bieden, gerust door er op te wijzen, dat gene raal Boulanger immers als republikein was opgetreden _ en dat dus zijne verkiezing geen demonstratie tegen den bestaanden regeermgsvorm was. De opportunisten meenden, dat de kans schoon was om den minister-president te beduiden, dat een radicaal Kabinet, dat slechts eeneminderheid onder de republikeinen kon be vredigen, voor eene krachtige regeering plaats moest maken; de vrienden van net ministerie daarentegen verklaarden, dat thans de tijd gekomen was voor alle republikeinen om zich vast aaneen te sluiten, ten einde de dictatuur te bestrijden. Het begin der week ging voorbij in vruchtelooze onderhandelingen tusschen Feuilleton. EEH FOOITJE B WAT W U KWAM. (Slot). Dat was een goed idee de herinnering aan de saucijzebroodjes, die mijn goede, zorg zame moeder mij van morgen met alle geweld in mijn valies liet stoppen. Gewoonlijk eet ik ze op reis nooit; ik prefereer een sigaar en een teug cognac, maar om haar genoegen te doen, nam ik ze mee. Maar nu heb ik er een van opgegeten, onder het voorwendsel, dat ik ze dolgraag lust en mijn buurtje heeft zich over de twee andere ontfermd. Hoe ze erin smulde! Mijn moeder heeft ontegenzeggelijk den slag overheerlijke saucüzebroodjes te maken, maar bet gebeurt zelden, dat_ zij zulk een eetlust vindt, die ze zóó apprecieertZe heeft een paar teugjes uit de stop van mijn veldflesch genomen, de cognac kwam in haar keel en maakte haar aan het hoesten, maar ze lachte tegel'jk. Als ze lacht, is ze om te stelen Maar de cognac heeft haar goed< gedaan; haar groote donkereoogenschitteren vroolijk en een licht blosje kleurt haar zachte wangen. Een slaapje zou haar goed doen. Ik sluit mijn oogen en knor, om haar een voor beeld te geven. Zij heeft aan de vereenigde invloeden van voedsel en warmte toegegeven. Zij dringt zich tegen mij aan, haar hoofdje zinkt zijwaarts op mijn schouder. Ze slaapt gerust. Haar aanvaïlig gelaat heeft nu een vredige uitdrukking; het kind heeft haar kommer vergeten. Ik heb mijn zijden das tusschen haar wang en het ruwe laken van mijn overjas gescho ven-, ze is door die beweging ontwaakt; half droomerig opende zij haar groote oogen, glim lachte even en toen weken haar lippen weer in sluimering vaneen. Haar lokken zijn donker kastanjebruin met een gouden tint er over. Een dartel krulletje is aan de tucht ontsprongen en ligt zachtkens op haar effen voorhoofd. Haar hoed is afgegleden en het kleine, ronde kopie is zóó dicht bij mij, dat ik nu en dan bij de beweging van den wagen, enkele haartjes mn'n wang voel kriewelen. Ik weet niet welke dolzinnigheid mij ge durende het laatste uur heeft bevangen. De warmte van haar schouder schijnt tot mijn de regeering en de verschillende fractiën der linkerzijde, en om tijd te winnen werd de behandeling der interpellatie-Jouvencel tot Donderdag uitgesteld. De heer Floquet maakte in dien tijd een programma op: de regeering zou de quaestie van vertrouwen _stellen en zij zou tevens twee wetsontwerpen indienen, het eene tot beteugeling van de misbruiken bij de verkiezingen, vooral van het aantasten van de constitutie en van het bestaande ge zag in de organen der pers, het andere tot wederinvoering van de enkelvoudige k esdistricten. De opportunisten wilden eigenlijk het lief st zei ven dit programma uitvoeren, maar ein digden met toe te geven, onder voorwaarde, dat de indiening der genoemde wetsontwerpen aan de stemming over het votum van ver trouwen zou voorafgaan. En zoo geschiedde het. Het ministerie werd met 300 tegen 240 stemmen gehandhaafd. Schitterend is het re sultaat zeker niet, vooral wanneer men be denkt, dat de rechterzijde en de boulangisten samen in de Kamer over niet meer dan 200 stemmen beschikken. Van de maatregelen tegen het aanplakken en het rondventen bij verkiezingen, zal wel niet veel komen, maar met de wederinvoering van den serutin d'arrondissement zal de regeering haast moeten maken, indien zij de opportunisten niet tot de oppositie wil zien overgaan. Natuurlijk zal eene dergelijke ingrijpende verandering van het kiesstelsel, zoo zij niet een zuiver platonische maatregel wil wezen, moeten ge paard gaan met onmiddellijke kaïnerontbin ding. Het zou voor het rustige en vredelie vende gedeelte der bevolking een zegen zijn, wanneer dit verkiezingswerk nog vóór de opening der tentoonstelling, dus vóór l Mei kon zijn afgeloopen. De ultra-conservatieve Kreux-Zeitung, het orgaan bij uitnemendheid van de Pruisische jonkerpartij, het blad, dat dertig jaren gele den door den landjonker Otto von BismarckSchönhausen in hooge cere werd gehouden, en dat nog steeds van zijne monarchale ge zindheid een geloofsartikel maakt, is, gelijk wij in ons vorig nummer mededeelden, door de conservatieve partij gedesavoueerd, omdat het, onder den titel 'Das monarchische Gefiihl" een artikel had gepubliceerd, waarin het had betoogd, dat de wijze, waarop de regeering za ken van particulieren aard, het koninklijke hart te zijn doorgedrongen en mijn bloed in gloed te hebben gezet. Als ik moest beslissen wat ik op dit oogenblik het liefste wenschte, dan zou het zijn, dat ik mijn lippen op die gesloten oogen met hun donkere wimpers mocht drukken en het tengere lichaam van dit slapende meisje vast aan mijn borst klem men. Goede hemel! ik wou dat we al in Mastenbroek waren We zijn er nu niet ver meer van af. Ik moet haar hoofd optillen, haar wakker ma ken en goeden nacht zeggen. Hoogstwaar schijnlijk zal ik haar nimmer weerzien. Waarom zou ik die bekoorlijke kleine slaap ster ook geen kus geven ? Misschien merkt ze het niet eens en al deed ze het meisjes van haar stand Vervloekt! Waar denk ik aan ? Ben ik een fatsoenlijk man, of een gemeene ploert ? Ik heb de verzoeking weerstaan en bij dit kleine bewijs van zelfbedwang de zoetste pijn ondervonden. Ik heb haar hoofdje opgetild. Ze is wakker en ziet verwonderd om zich heen. »We zijn dicht bij het station ik moet afscheid nemen," zag ik. «O! Wat heb ik vast geslapen .... Moet u hier uit? ... Ik kan niet zeggen, hoe dankbaar ik u ben voor uw vriendelijkheid." Zij steekt mij beide handen toe- Ik grijp ze; wij staan vlak tegenover elkaar. Haar wan gen zien nu niet bleek meer een donker blosje kleurt ze en teederheid straalt uit haar oogen. Tien jaren van mijn leven zou ik wil len geven, om haar in mijn armen te houden en mijn mond op haar lippen te drukken. Zij moet dien hartstocht in mijn oogeu hebben zien gloeien, want plotseling heeft zij haar handen teruggetrokken en tuurt naar buiten. «Waar zijn we ?" vraagt ze. «Dicht bij Mastenbroek. Kampen is nog maar tien minuten af." Ik heb, hoe dan ook, het idee gekregen, dat zij naar Kampen moet. «Mastenbroek!" roept zij in de grootste verbazing. »Zijn wij Zwolle dan voorbij ?" «Ja!" «Hemel! daar had ik eruit gemoeten. Wat zal ik beginnen ?" De trein staat stil. >Hier uitstappen in elk geval. Misschien gaat er nog een trein terug." Wij staan op het perron; de trein gaat verder. «Wanneer gaat de eerste trein naar Zwolle?" vraagt zij den spoorwegwachter aan het station. huis betreffende, openbaar maakte en aan het oordeel van onbevoegden onderwierp, niet ge schikt was om het prestige der kroon te verhoogejn. Het blad troK zich dit af keurend oordeel niet aan, maar gaf een tweede artikel, onderden titel «Tweederlei maat en gewicht", waarin het er op wees, hoe het afkeurend oordeel van een vrij-conservatief blad over de tegen den heer Geficken ingestelde vervolging en het openbaar maken der acte van beschuldi ging, en vooral het protest van dit blad tegen het Immediat-Bericht van den rijkskanselier, door de conservatieven niet euvel waren ge duid In den pennestrijd mengden zich de Post en de Kölnische Zeitung, die reeds wisten te verzekeren, dat de conservatieve partij zich een nieuw orgaan had verkozen, het Deutsche Tageblatt, een nationaal-liberaal en tegelijk anti-semitisch blad van zeer geringe beteekems, dat echter van tijd tot tijd met officieuse kruimkens wordt bedeeld, en daarom tot de gedweesten onder de gedweeën behoort. Doen hierbij bleef het niet. Het nummer v&n&e.Kreuz-Zeitung waarin het artikel over«het monarchistisch gevoel" had gestaan, werd (tien of twaalf da gen na de verschijning) in beslag genomen; tegen het blad werd eene vervolging wegens majesteitsscheniiis ingediend en in de bureaux had eene huiszoeking plaats, om het hand schrift van het geïncrimineerde artikel op te sporen. Zelfs de Kölnische Zeitung vindt, dat de regee ring nu te ver gegaan is. Inderdaad moet men zich afvragen, \yat voortaan voor deze vervolgingsmanie veilig zal wezen. Maar de heer \ on Bismarck heeft eene dubbele reden, om op de KrciK-Zeitung verstoord te wezen In de eerste plaats brengt de tegenwoordige phase zijner politiek het mede, dat hij de nationaal-liberalen begunstigt en den rechtervleu gel der conservatieven zijne ongenade doet ge voelen. In de tweede plaats heeft hij tegen het orgaan van den heer Von Hammerstein eene oude grief. In 1876 had de Krewx,-Zeitung, onder den titel »Dw jctzige, Acra", eene reeks van artikelen gegeven, welke door den heer Von Bisniarck in den Rijksdag als hatelijke lasteringe;i waren gequalificeerd. Daarop hadden meer dun honderd leden der conservatieve partij, bijna allen Pruisische jonkers, eene verklaring geteekend, waarin zij protesteerden tegen de woorden, door den rijkskanselier gebezigd ten opzichte van eene partij, in welke hij zelf langen tijd den hechtsten steun van den troon had gezien. Dit protest der zoogenoemde Declaranten heeft de heer Von Bis«Morgen ochtend!" roept de man. terwijl hij zich rept, om de lichten op het platform uit te draaien. Wat nu gedaan ? Zwolle is dertig mijlen ver. Logementen zijn er in Mastenbroek niet en in den omtrek van het station is geen enkel vervoermiddel te krijgen. In sprakelooze verlegenheid staan het meisje en ik elkander in de kleine wachtkamer aan te staren. Alle kleur is eensklaps weder uit hare wangen geweken. Zij slaat haar oogen naar mij op, Ze zijn vol aandoenlijk smeeken alsof ze mij vroegen haar te helpen en te beschermen Zij moet een weinig van mij houden, om zooveel vertrouwen in mij te stellen. Ik woon op mijzelf en het huis mijner moeder, die na den dood van mijn vader ook bij Mastenbroek is gaan wonen, staat een minuut of vijf verder. Ik zou het meisje naar mijn moeder kunnen brengen, maar haar woning is het verste af en en die dolzin nigheid is teruggekomen. Ik wil alle beden king tot morgen uitstellen! Waarom zou ik ernstig denken ? Als het meisje geneigd is zich te laten beminnen, waarom zou ik haar dan niet liefhebben ? Het bloed klopt en bonst in mijn slapen. Als ik weer spreek klinken mijn woorden vreemd eii bijna onverstaanbaar. »Er is geen logement geen rijtuig ook ... en het begint te regenen ... Wat is uw be sluit ?" vraag ik. Zij antwoordt niet. Zij schudt het hoofd en, terwijl zij mij aanziet, vullen haar oogen zich met tranen. «Ik woon hier dicht bij. Een warm vertrek wacht mij en het souper staat gereed. Wilt ge met mij mee naar huis gaan ?" vervolg ik, rillend als van kou. Zij toont geen afgrijzen; toch begrijpt zij, wat ik bedoel. Die vraag is niet nieuw voor haar, helaas! maar de tranen ontspringen haar oogen, terwijl zij het hoofd van mij afwendt. Zij staat besluiteloos- Mijn hoofd tot het hare nederbuigend, fluister ik want ik kan niet helder vrij uitspreken, als een man: «Ge zult het u niet berouwen!" Weer heft zij het gelaat, met diezelfde smeekende uitdrukking in de oogen, naar het mijne op, maar ik ben dood voor alles, be halve voor den hartstocht. Sidderend wendt zij zich van mij af en gaat naar de deur. Zij strekt de hand uit en trekt haar nat van den nederplassenden regen weer binnen. Zij staat daar, bewegingloos. marck nooit vergeten en nooit vergeven. Doch de tijden zijn veranderd, en thans verheft zich in het conservatieve kamp geen enkele stem ten gunste van de Kreuz-Zeitung. Kroonprins Rudolph van Oostenrijk is Woensdag op dertigjarigen leeftijd plotseling overleden. Het is gebleken, dat de vorst zei? een einde aan zijn leven heeft gemaakt, en het schijnt dat een lichamelijk lijden, waar mede slechts enkelen uit zijne omgeving be kend zijn geweest, aanleiding heeft gegeven tot deze wanhopige daad. De kroonprins had zich de sympathie van zijne onderdanen in hooge mate weten te_ verwerven. Met de poli tiek bemoeide hij zich weinig, wellicht ook, omdat de richting, in de laatste jaren geven aan Oostenrijk's buitenlandsche sti kunde, met name de verhouding der HiL_ burgsche monarchie tot die der Hohenzolksrn's, met zijn inzichten weinig strookten. .Zijne militaire plichten vervulde hij met nauwge zetheid, doch zonder die geestdrift, welke hen voor anderen tot de hoogste levenstaak schijnt te maken. Daarentegen nam hij levendig aan deel aan de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen en had zich door zijne bemin nelijkheid, zijne hartelijkheid en zijn eenvoud eene eerzuil gesticht in de harten van het Oostenrijksch-Hongaarsche volk. Daar de kroonprins geen mannelijke na komelingen heeft, en hij zelf de eenige zoon was van Keizer Franz Joseph, wordt thans des keizers broeder, de aartshertog Karl Ludwig, de vermoedelijke troonopvolger. GEMEENTEZAKEN. In de beide jongste zittingen van den gemeente raad zijn in onze tramquaestie twee belangrijke schreden gedaan. In de eene zitting deden we den eenen stap eu iu de anderen zitting den anderen. Dien nen stap deden we zeer tegen den zin van Mr. Pijnappel. We maakten namelijk bij plech tige openbare stemming uit dat de Gasthuismoleust.eog eu de Hartenstraat ongeschikt zijn voor den aanleg van een tramlijn, die de West-ermarkt met den Dam moet verbinden en Mr. Pijnappel had nog wel zoo nauwkeurig uitgerekend, dat de Har tenstraat precies breed genoeg was dat een tram wagen en een ander rijtuig, zelfs een verhuiswagen, elkaar konden passeeren, ja, ik geloof dat er dan »Zal ik uw valies even naar huis dragen, mijnheer?" vraagt de knecht, die alle lichten heeft uitgedraaid en met den sleutel in de hand gereed staat het station te sluiten. «Wacht" Ik loop naar de deur en ga naast het meisje staan. »Wilt ge met mij meegaan naar huis?" vraag ik nogmaals. »Ja Loop vooruit. Ik zal met den ku echt en uw bagage volgen." Ik verzet mij daar niet tegen. Haar woor den zijn als een dolk in mijn hart gedrongen. Het was een heel andere toon, dan deze van angstige onderworpenheid, waarop zij mijn reisdeken had aangenomen in den trein. Toen deed het haar genoegen van mijn vriendelijk heid gebruik te kunnen maken en bij mij te zijn; nu geeft zij er de voorkeur aan, naast den knecht te loopen en volgt mij op de hielen, als een hond die geslagen is en tot onderwerping is gebracht. Ik beweer niet, dat ik door eenig edelmoe dig of mannelijk gevoel wordt gedreven, door mijn eigen woning voorbij te gaan. ik hoor haar lichte voetstappen achter mij, zij spreekt f een woord. Ik heb een gevoel, alsof1 ik alles ad verloren wat mij dierbaar is. Gave de hemel dat zij haar station niet had gemist,hoe geluk kig zou ik dan wezen bij de herinnering aan haar lief gezicht. Nu kan ik alleen aan haar tranen denken. Ik klop aan de deur. De knecht en het meisje komen nader en staan achter mij. Ik durf haar niet aanzien. De deur wordt ge opend. »Wat, George jij hier! zóó laat nog! Kom binnen, jongen! kom binnen!" roept mijn moeder. »Neen, moeder; vanavond niet ik moet nog een paar uurtjes werken. Ik kom u alleen verzoeken om gastvrijheid te verleenen aan deze jonge dame, die gedeeltelijk door mijn schuld het station, waar zij had moeten uitstappen, is voorbijgereden." Mijn moeder heeft het meisje welkom geheeten, met al de liefderijkheid van haar warm hart; de knecht is vertrokken; mijn moeder is ons voorgegaan naar de gezellige huiskamer, maar als ik haar wil volgen, grijpt het meisje mijn arm en houdt mij terug. «Nu zou ik mijn leven voor u willen geven," fluistert ze en dan richt zij zich op deteenen op en kust mij op den mond. En mijn lippen zyn zilt van hare tranen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl