De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 17 februari pagina 5

17 februari 1889 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. l Of 't richt u, rechts l" of richt n, links l" is, Beduidt hier -waarlijk niemendal, -Zelfs wie als staatsman soms een sphinx is, Staat toch voor eigen dienstplicht" pal. De instructeur, in 't vak ervaren, 3fog jong van hart, schoon grg's van haren, Zet hier zijn beste beentje voor. Zijn beste? Zeker niet zijn fraaiste, Maar 't is gebleken! wel zyn taaiste. Die man houdt vol, die man zet door. Bergansius, o groot minister, Help óók een handje, als ge wilt! Er wordt voor oorlog (niet Bints gister!) Zoo menig millioen verspild. Wees niet kleingeestig, niet pietluttig, Maak onzen diensttijd kort, maar nuttig, De ligging goed, den kost gezond. Dan kan de plaatsvervanging vallen En een hoerah!" klinkt van ons allen Voor d'anti-dienstvervangingsbond. VARIA. PLASTISCHE KUNST. In het Panorama-gebouw in de Plantage te Amsterdam komt eerstdaags het Panorama van ?den heer Mesdag, waarvan, zooais men weet, de lucht overgeschilderd is. In de kunstzaal komt dan een tentoonstelling van schilderijen van den heer Mesdag In Arti" komt nog vóór de voprjaarstentoon«telling van teekeningen, een expositie van werken door den Haagschen landschapscbilder Th. de Bock. Naar aanleiding van een besluit van den Haag schen Gemeenteraad om de schilderyen uit de trouwzaal, die thans op het gemeentemuseum zijn, ?woder op hun oude plaats te brengen, voornameJyk van de kosten van een nieuw behangsel uit te halen, raadt de Heer Dr. Abr. Bredius in den fled. Spectator den Haagschen Gemeenteraad aan liever de goede oude gewoonte te volgen en Bur gemeester en Wethouders te laten conterfeiten, volgens hem een uitstekende gelegenheid voor de faedendaagsche schilders om ook eens te toonen wat zij kunnen. Deze raad is voor iemand die zich altijd met oude schilderijen ophoudt, van een merkwaardige geschiktheid. Of de Haagsche heeren zoo royaal zullen zy'n als de heer Bredius zou wenschen, staat wel te bezien. De Heer E. J. van Wisselingh te 's Hage, van wien men zou willen zeggen dat hy' geen kunstkooper moest heeten, maar een gentleman en man van smaak die doet in dingen die hij mooi vindt, opent dezer dagen in de Fine Art Gallery in New Bond Street te Londen een tentoonstel ling van uitsluitend Hollandsche teekeningen, waaronder er zijn van Israëls, Maris, Bosboom, Breitner en verscheidene jongeren. Zooals men weet heeft de Nederlandsche regee ring geen subsidie willen toestaan voor de inzen ding Nederlandsche kunst op de aanstaande We reldtentoonstelling te Parys en hebben de schilders zelf het benoodigde moeten bijeenbrengen. Nu heeft het de aandacht getrokken, dat, terwy'l verschillende Haagsche artiesten bizonder in de bus geblazen hebben, de Amsterdamsche confraters niet erg uit hun slof zijn geschoten. De fout hiervan zal wel daaraan liggen, dat de Amster damsche leden der commissie minder voor de goede .zaak geijverd hebben. De E_ngelsche schilder (vroeger lid van de Prerafaelitic Brotherhood") Holman Hunt, heeft de volgende redenen opgegeven waarom hij niet op de groote Parysche tentoonstelling expozeert. Het is mijn overtuiging dat zulke tentoonstel lingen aan de kunst geen goed doen, maar dat zij den smaak bevorderen voor een sensatie-on derwerp. En zonder twijfel zou het hun lang zamerhand gelukken om de afschuw te overwin nen, die de Engelschen hebben van die bloed dorstige sujetten, die Thackeray veertig jaar geleden «l in de Franschen hekelde, en die nu misschien nog hiuderlyker zijn, omdat ze niet zooals bij Delaroche met een zeker streven naar schoonheid worden behandeld." (De zin is in 't Engelsen niet mooier.) Vier Fransche schilders dingen naar de plaats in het Instituut, die door den dood van Cabanel is opengevallen. Het zy'n Jean Paul Laurens, Jules Lefebvre, Henner en Detaille. De eerste drie waren nog geen twee maanden geleden ook ?candidaat om Géröme op te volgen. Het Instituut heeft toen boven hen aan Gustave Moreau de voorkeur gegeven, maar het heeft elk der con currenten doen weten dat het hoopte hen een maal onder haar koepel te zien troorien. Men is benieuwd te vernemen, hoe het illustre licUaam nu denken zal over de verdienste van Detaille en over het weinig eerwaardige in het eeuwig jeug dige uiterlijk van Meissoniers beroemdsten leerling. Eerlijkheid in de kunst. Gothiek of Renais sance? door Iemand die ze van nabij kent'', zoo luidt de een weinig pretentieuse titel van een langademige brochure, door den heer A. B. J. Sterck, te Amsterdam, die, voorzien van de noodige motto's en spreuken en een vracht noten en citaten, dezer dagen van uit Scheltema en Holkema's boekhandel, voor rekening van den schrij ver, de wereld ingezonden is. De derde afdeeling van dit tractaatje handelt over niets meer of minder dan Het impressionisme" en hierin ko men over schilderkunst eenige kostbare enormiteiten voor. Aan de volgende omstandigheid wordt b.v. de eigenaardige ontwikkeling van het oorspronkelijk talent van onzen eersten schilder, zeer wijs^eerig toegeschreven: Israëls zelf, met de thans door zijn navolgers tot het uiterste gevoerde genre der visscherstypen, zou op den eerst door hem ingeslagen weg allicht >ijn voortgegaan en zoo de jaren lang gevoelde behoefte hieraan (waaraan ?) in vervulling hebben gebracht, indien niet de uitbreiding van Amsterdam in de lucht had gezeten, wat vanzelf de beeldhouwers- en schildersbent tot wachten noopte, in hoever hunne talenten daarbij zouden aangewend worden, in hoever het groot genre en de historische kunst voor gelyktydige ontwikkeling vatbaar waren." Van deze kracht van betoog is het gansche boekje, dat eigenlyk een welgestaafde aanklacht tegen de heeren Cuypers, Alb. Thy'm c. s. ver beeldt, maar waarvan de uitwerking, zoo het er een hebben kon, by'na het tegenovergestelde van 's schrijvers bedoeling zou zijn. S. Het huis van Mafaêl, aldus wordt uit Rome gemeld, dat naar de meening der kunstgeleerden by' de uitlegging van de Piazza Rusticucci van den aardbodem verdwenen was en naast het nog bestaande Falazza Accorarabori gestaan zou hebben, bestaat nog, en wel, zooals uit vaticaansche oorkonden ontwijfelbaar bewezen is, op de Piazza Scoffacavalli, die den ouden en den nieuwen Borgo in het midden verbindt. Dit is door een toeval aan het licht gekomen. Het gemeentebe stuur van Rome had besloten in de Borgowijk verscheidene gebouwen te onteigenen, om een beteren toegangsweg tot de St. Pieterskerk en het plein van diea naam te verkrijgen. Tegen dit plan waren een menigte bezwaren ingebracht. omdat wanneer dit tot uitvoering zou komen, vele oude kunstwerken, onder anderen de muurschil deringen, die het Palazzo dei Penitencieri ver sieren en fresco's . van Penturicchio tot onder gang gedoemd zouden zy'n. Om de mogelijke ver nietiging van nog meer andere kunstvoorwerpen en uit een oogpunt van kunstgeschiedenis belang wekkende gebouwen te voorkomen, begon men in de vaticaansche archieven naar documenten te zoeken, die daaromtrent uitsluitsel zouden kunnen geven en bij die gelegenheid kwam men tot de ontdekking, dat het door Bramante volgens Rafael's eigen aanwyzingen gebouwde huis, waarin de geniale kunstenaar zijn leven besloot, nog niet onder den moker gevallen was, maar volgens de nieuwste plannen van verfraaiing daar onder zou moeten vallen. Om eiken twijfel aan deze ontdekking op te heffen, werd aan een com missie van deskundigen opgedragen het gebouw aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen en deze constateerde, dat het muurwerk en de fun damenten buiten ky'f uit het tijdperk van Bra mante afkomstig zijn, en tevens ontdekte zij een prachtig, gesneden houten plafond uit dienzelfden tijd. Ook in de nabijheid van dit, uit een oogpunt van kunstgeschiedenis belangwekkende gebouw werden overblijfselen van bouwwerken uit datzelfde tijdperk gevonden. Het huis van Rafaël is ontdekt, om spoedig voor altijd te verdwijnen, want ondanks alle bedenkingen wil het gemeentebestuur de met het oog op het drukke verkeer zoo noodige verbete ring, tot stand brengen. Bij de behandeling van dit voorstel, dat zich geheel bij het door Carlo Fontana ten tijde van Sextus V gedane, aansluit, is een ander oud project opnieuw ter sprake gekomen. Door sommigen wordt de vrees gekoesterd, dat de facade der St. Pieterkerk, die na het slechten der genoemde gebouwen reeds van de Engelen brug zichtbaar zal zijn, daardoor op hen, die haar voor de eerste maal zien, lang niet zulk een grootschen indruk zal maken als nu het geval is. Om dit te voorkomen, werd voorgesteld in zooverre tot het oude plan van Bernini terug te keeren, dat het geheele St. Pietersplein door kolonades omringd en daarin slechts twee zijtoegangen zullen aangebracht worden. Zoo ten min ste is Bernini's plan op de keerzijde van een door paus Alexander VII Chigi geslagen medaille voorgesteld. Maar het is meer dan twyfelachtig, of het gemeentebestuur dezen wenk zal opvolgen. Madame Tussaud's wereldberoemd kabinet van i/oassenbeelden te Marlybone in Londen, dat al dergelyke inrichtingen in Europa en Amerika tot model gediend heeft, is den weg van zooveel andere publieke ondernemingen gegaan het is eenige dagen geleden in eigendom overgegaan aan een combinatie van Londenscbe financiers, en zal in een naamlqoze vennootschap veranderd worden. De koopprys is 173.000 pond sterling of 2.076000 gulden. Dit is zeker niet te veel, wanneer men bedenkt, dat in het jaar 1888 niet minder dan 400.000 personen de tourniquets van Madame Tussaud gepasseerd zijn. De inrichting zal onder het nieuwe bestuur aanmeikelijk vergroot en tot een algemeen museum van rariteiten uitgebreid worden. Als directeur, blijft een kleinzoon van Madame Tussaud aan dit Londensche panopticum verbonden. Uit Madrid wordt voorspeld, dat de inzending der Spaansche schilders op de Parysche tentoon stelling zeer opmerkelyk zal zijn. Een aantal stukken, die in het Iberisch schiereiland reeds beroemd zijn, komen nu naar Pary's, aan het hoofd der commissie van inzending staan de groote schilders Pradilla, Menoz Degrain en Moreno Carbonero. Van Pradilla zal het stuk Overgave van Granada het eigendom van den Spaanschen Senaat naar Parijs komen. Het is niet alleen het beste moderne werk van de Spaansche coloristenschool, maar een der kleurrijkste, aantrekkelijkste scheppingen van 'den nieuweren tijd in 't alge meen. Moreno Carbonero zal het cosmopolitisch publiek in staat stellen, een oordeel uittespreken over zijn veel geprezen en veel gelaakt stuk: Intocht der Catalanen en Arragonezen onder Rodrigo de Flore in Constantinopel. De tegenstan ders noemen het enkel een bonte, moderne mas kerade. Luna zendt zijn Slag van Lepanto. Jos Benlliure y Gil zijne Prediking, Bilbao een Grieksche idylle, Hidalgo en Sala groote historiestukken. TOONEEL EN MUZIEK. Het Maandblad voor Muziek (orgaan der Wagner-Vereeniging te Amsterdam), onder redactie van Mr. H. Viotta, bevat in zijne vijfde aflevering eene opera schets van Richard Wagner, Die Sarazenin. Wagner ontwierp haar tijdens zijn eerste verblijf te Pary's, 1841, en werkte haar uit tusschen de voltooiing van Der Fliegende Hollander en de conceptie van Tannhauser, 1843. Het stuk speelt in Italiëtijdens de oorlogen der Hohenstaufen; Fatima, de Saraceensche, is eene natuurlijke dochter van Frederik II, De compo nist had de rol voor Mw. Wilhehnina Schr derDevrient bestemd; de kunstenares schijnt hem niet aangemoedigd te hebben, of de conceptie van Tannhauser heeft al het andere verdrongen, althans Wagner werkte haar niet uit. Het manuscript werd door de weduwe van den Domkapelmeester Greith te Miinchen, aan het archief te Wahnfried ten geschenke gegeven; de Hayreutlier Blatter hebben het het eerst afge drukt. Van August Strindberg is er een zeer eigen aardig tooneelstuk verschenen : Juffrouw Julia" met eene nog eigenaardiger voorrede, waarin de schrijver zijne ideeën over het drama der toe komst uiteenzet. De verdeeling in bedryven valt weg, in plaats daarvan komen monologen, ballet en pantomine. De tooneelspelers moeten het recht hebben te improviseeren. Het voetlicht weg er mee Voortaan licht ter zijde van het tooneel. Het orkest mag niet gezien worden. Ge durende de vertooning moet bet tooneel zelf donker zy'n. De meubelen op het tooneel moeten met den achterkant naar het publiek staan, enz. De tooneelvoorstellingen te Bayreuth hebben dit jaar van 21 Juli tot 18 Augustus plaats. Zij zullen bestaan uit negen opvoeringen van het Uühnenweih-Fertspiel" Parsifal, vier van Tristan und holde, en vijf van Die Meistersinger von N rnberg. De Parsifal zal gedirigeerd worden door den Hol'kapelmeester Levi, de Tristan door den direc teur Mottl, en de Meistersinger door Dr. Hans Richter. Daar achtereenvolgens alle werken van Wagner er zullen worden opgevoerd, verdwijnen Iristan en de Meistersinger nu voor langen tijd van de atfiche. In 1890 worden er geen voor stellingen gegeven; deze pauze, die misschien ook nog in 1891 zal voortduren, zal tot het monteeren van Tannhauser besteed worden. Alphonse Daudet heeft deze week zijn lang aaulste Jaargang-. Schaakspel. 16 Februari 1889. PROBLEEM No. 5. ZWAHT a b c d e f g Wit geeft in twee zetten mat of kan zelfmat in 5 zetten dwingen. Partij gespeeld in November 1859 tusscben de heeren Paul Morphy, wit en J. Thompson, zwart. Wit geeft Paard bl voor l f2 f4 a 2 e2 e3 3 gl - f3 4 h2 h3 d7 c8 5 dl 6 b2 7 cl X f3 b3 b2 8 o o o 9 d2 d3 10 g2 g4 11 fl g2 12 hl el 13 c2 c4 & 14 cl bl 15 e3 X d4 16 c4 X b5 17 dl cl 18 cl c4 19 el cl 20 b2 X 44 21 c4 X c6 22 cl X c6 c7 e7 f6 b8 e4 d5 d8 a8 b7 a7 c5 d6 b5 c7 e8 d6 a7 X X f8 d5 f6 g4 f3 c5 e6 e4 c6 dG d4 c7 c8 b5 a5 d4 b5 a7 c d6 d7 b8 d c6 a3 Stand der partij na den 17den zet van zwart. ZWART abcde fgh WIT 23 f4 f5 h8 e8 24 f5 X e6 f f7 X e6 25 d4 X b8 h2 gekondigd drama La lutte pour la vie aan deft directeur van het Gymnase ter hand gesteld. De»» struggle for life" is eenigzins een vervolg op den. roman L'Immortel, en Xau in L'Echo de Paait weet nog eenige byzonderheden te vertellen. Hen herinnert zich dat, als de jonge architect Paul Astier er in geslaagd is, de schatrijke hertogin Padovani te trouwen, zy'n vriend Védrine de pMlosophische opmerking maakt, dat het geluk van den jongen eerzuchtige daarmede wellicht nog niet voor altyd gevestigd is. De hertogin is niel ge makkelijk te beheerschen, en bij het trouwen zag hjj er niet heel tevreden uit. Als zijn oude dame hem «J te erg verveelt, kunnen wy' dezen zoon en kleinzoon van onsterfelijken nog wel voor hethof vanassises terugvinden." Hiermede gaf Daudet zyn nieuw drama reeds aan. Hy laat Paul Astier het 'ver mogen zijner oude hertogin spoedig in speculatiên verkwisten; dan leert Paal een mooi jong meisje kennen, met 30 millioen bruidschat en een gevoelig hart. Muis il y a la Padovani. Of Paul haar vermoordt, heeft Daudet niet aan Xau verteld; wel dat de satire tegen de Academie in het drama niet wordt voortgezet. Op het stuk Marquise van Sardou, dat gisteren in den Vaudeville zy'ne première beleefde, komen wij de volgende week terug. Keizer Frans I van Oostenryk werd, ondanks zijn goedig karakter, door al wat aan de nieuwe revolutionnaire begrippen van zy'n tijd deed den ken tot strengheid en hardheid aangedreven. Het duurde lang eer hij toestemming gaf tot het vertoonen van Fiescot en toen het stuk hem door graaf Dietrichstein eindelijk was voorgelezen, zeide hy: Het slot is goed, beter dan dat van Wil helm Teil, waar de rebel blijft los loopen. In Fiesco althans komt hij voor den val." De be trekkingen tusschen het Fransche en het Oostenryksche hof waren destijds zeer goed, on om znn vriend den keizer genoegen te doen, gaf Karel X aan de directie van het Théatre Francais den wensch te kennen, dat men aan de Fransche ver taling van Teil eene slotscène zou toevoegen: de guillotineering van Teil. Zondag 24 Februari, des avonds te 8 uuTj zal in de Vereeniging Handwerkers-Vriendenkring", in de groote zaal van de Maatschappy voor den Werkenden Stand een voordracht gehouden worden door den heer A. H. Gerhard, over de opvoeding in het Huisgezin. Door de Koninklijke Vereeniging Het Ned. Too neel zal ten voordeele van de weduwen- en invalidenfondsen van den Vriendenkring, op Donderdag 25 April, in den Stadsschouwburg ten tooneele worden gevoerd het bekende drama Kean (Keao. de heer L. Bouwmeester). GEOFFREY HARDEGG, DE VREK. Een Atnerikaansche Kerstvertelling. 't Was een bitter koude avond. De sneeuw viel snel en dicht; een snijdende wind joeg de vlokken tegen de gezichten der voetgangers, en scheen zelts door de warmste kleêren heen te dringen. De mannen en vrouwen, die elkander op Broadway voorbijscapten, waren gehuld in 't wit en geleken een stoet haasthebbende schim men, zonder gedruisch onder het licht der lan taarns over het dikke tapijt voortwadend. De neuzen der tram-paarden waren met ijzel bedekt; de koetsiers stonden op de platforms onophoude lijk te slaan en te stampen met handen en voeten, om hunne verstijvende vingers te doen herleven, of de kou uit hunne teenen te trappen. De oude Geoffrey Hardegg vervloekte het weer, toen hij de deur van zijn kantoor achter zich dichttrok en sloot, en buiten stond in de sneeuwjacht. Hij was don geheelen dag uit zyn humeur geweest, want hij had 's morgens in den tram een vijfcentsstuk verloren, en had besloten dien avond te voet naar huis te gaan, om dat verlies weder goed te maken. Niet dat Geoffrey Hardegg geen vijf cents kon betalen om naar huis te rijden, want hij was ge weldig rijk het bankiershuis van Hardegg & Co. had een kapitaal, dat in niet minder dan zeven cijfers kon uitgedrukt worden maar Jeoffrey Hardegg was een vrek Ofschoon hy in een prachtig paleis op vorstelijken voet had kunnen wonen, verkoos hij een kleine slaapkamer, in een goed koop boarding-huis en ging als het koud was, dadelijk na den eten naar bed, om kosten van vuur uit te winnen. Hij had zulk een diepe ver eering voor het geld, dat hij altyd in den tram zoover mogelijk vooraan ging zitten, om de winst op het geld van zijn vracht uit te winnen, gedu rende den tijd, dien de conducteur noodig had, om bij hem te komen. Juist toen Geoffrey den sleutel in het slot had omgedraaid, en de sneeuwjacht tartend in 't vizier trad, begonnen de klokken van Trinity-kerk vroloijk te spelen door de lucht, en de oude vrek herinnerde zich, dat 't kerstavond moest zy'n. en daar Kerstmis voor hem een dag was, waarop hij geen geld kon verdienen, daar er dan geen zaken gedaan werden, vervloekte hij Kerstmis evenals het weer. Hij zag, dat de meeste mannen, die hem voorbij gingen, pakjes droegen, en bij de gedachte, dat dit waarschijnlijk kerstgeschenken waren, dankte hij zijn gelukkig gesternte, dat hij zoo dwaas toch niet was als zij. Nauwlijks had hy' een halve straat ver zijn weg door de sneeuw vervolgd, toen een kinderstem naast hem, plotseling aanhief: Evening Popgun, meneer! Maar n cent. Toe, koopt u een krant. Ik heb er nog maar n " Geoffrey bleef staan, want eigenlijk was de prys van den Popgun twee centen, en hij dacht direkt, dat zoo hij er een voor n cent kocht, hij n cent zou uitwinnen. Hier, snuiter," zei hij, geef me die krant: maar o wee, als ie van gisteren is, dan laat ik j e direkt arresteeren, hoor, voor oplichterij!" De vingers van den bibberenden kleinen broe keman, die hem de courant gaf, waren zóó ver kleumd, dat de cent bijna in de sneeuw viel» maar de scherpe gelaatstrekken van het kind kwamen den ouden man bekend voor. Wie ben jij T' sprak hij op ruwen toon. Ik heb je, dunkt me, meer gezien".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl