Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
l
Of 't richt u, rechts l" of richt n, links l" is,
Beduidt hier -waarlijk niemendal,
-Zelfs wie als staatsman soms een sphinx is,
Staat toch voor eigen dienstplicht" pal.
De instructeur, in 't vak ervaren,
3fog jong van hart, schoon grg's van haren,
Zet hier zijn beste beentje voor.
Zijn beste? Zeker niet zijn fraaiste,
Maar 't is gebleken! wel zyn taaiste.
Die man houdt vol, die man zet door.
Bergansius, o groot minister,
Help óók een handje, als ge wilt!
Er wordt voor oorlog (niet Bints gister!)
Zoo menig millioen verspild.
Wees niet kleingeestig, niet pietluttig,
Maak onzen diensttijd kort, maar nuttig,
De ligging goed, den kost gezond.
Dan kan de plaatsvervanging vallen
En een hoerah!" klinkt van ons allen
Voor d'anti-dienstvervangingsbond.
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.
In het Panorama-gebouw in de Plantage te
Amsterdam komt eerstdaags het Panorama van
?den heer Mesdag, waarvan, zooais men weet, de
lucht overgeschilderd is. In de kunstzaal komt
dan een tentoonstelling van schilderijen van den
heer Mesdag
In Arti" komt nog vóór de
voprjaarstentoon«telling van teekeningen, een expositie van werken
door den Haagschen landschapscbilder Th. de Bock.
Naar aanleiding van een besluit van den Haag
schen Gemeenteraad om de schilderyen uit de
trouwzaal, die thans op het gemeentemuseum zijn,
?woder op hun oude plaats te brengen,
voornameJyk van de kosten van een nieuw behangsel uit
te halen, raadt de Heer Dr. Abr. Bredius in den
fled. Spectator den Haagschen Gemeenteraad aan
liever de goede oude gewoonte te volgen en Bur
gemeester en Wethouders te laten conterfeiten,
volgens hem een uitstekende gelegenheid voor de
faedendaagsche schilders om ook eens te toonen
wat zij kunnen.
Deze raad is voor iemand die zich altijd met
oude schilderijen ophoudt, van een merkwaardige
geschiktheid. Of de Haagsche heeren zoo royaal
zullen zy'n als de heer Bredius zou wenschen,
staat wel te bezien.
De Heer E. J. van Wisselingh te 's Hage, van
wien men zou willen zeggen dat hy' geen
kunstkooper moest heeten, maar een gentleman en
man van smaak die doet in dingen die hij mooi
vindt, opent dezer dagen in de Fine Art Gallery
in New Bond Street te Londen een tentoonstel
ling van uitsluitend Hollandsche teekeningen,
waaronder er zijn van Israëls, Maris, Bosboom,
Breitner en verscheidene jongeren.
Zooals men weet heeft de Nederlandsche regee
ring geen subsidie willen toestaan voor de inzen
ding Nederlandsche kunst op de aanstaande We
reldtentoonstelling te Parys en hebben de schilders
zelf het benoodigde moeten bijeenbrengen. Nu
heeft het de aandacht getrokken, dat, terwy'l
verschillende Haagsche artiesten bizonder in de
bus geblazen hebben, de Amsterdamsche confraters
niet erg uit hun slof zijn geschoten. De fout
hiervan zal wel daaraan liggen, dat de Amster
damsche leden der commissie minder voor de goede
.zaak geijverd hebben.
De E_ngelsche schilder (vroeger lid van de
Prerafaelitic Brotherhood") Holman Hunt, heeft de
volgende redenen opgegeven waarom hij niet op
de groote Parysche tentoonstelling expozeert.
Het is mijn overtuiging dat zulke tentoonstel
lingen aan de kunst geen goed doen, maar dat
zij den smaak bevorderen voor een sensatie-on
derwerp. En zonder twijfel zou het hun lang
zamerhand gelukken om de afschuw te overwin
nen, die de Engelschen hebben van die bloed
dorstige sujetten, die Thackeray veertig jaar geleden
«l in de Franschen hekelde, en die nu misschien
nog hiuderlyker zijn, omdat ze niet zooals bij
Delaroche met een zeker streven naar schoonheid
worden behandeld." (De zin is in 't Engelsen
niet mooier.)
Vier Fransche schilders dingen naar de plaats
in het Instituut, die door den dood van Cabanel
is opengevallen. Het zy'n Jean Paul Laurens,
Jules Lefebvre, Henner en Detaille. De eerste
drie waren nog geen twee maanden geleden ook
?candidaat om Géröme op te volgen. Het Instituut
heeft toen boven hen aan Gustave Moreau de
voorkeur gegeven, maar het heeft elk der con
currenten doen weten dat het hoopte hen een
maal onder haar koepel te zien troorien. Men is
benieuwd te vernemen, hoe het illustre licUaam
nu denken zal over de verdienste van Detaille en
over het weinig eerwaardige in het eeuwig jeug
dige uiterlijk van Meissoniers beroemdsten leerling.
Eerlijkheid in de kunst. Gothiek of Renais
sance? door Iemand die ze van nabij kent'', zoo
luidt de een weinig pretentieuse titel van een
langademige brochure, door den heer A. B. J.
Sterck, te Amsterdam, die, voorzien van de
noodige motto's en spreuken en een vracht noten en
citaten, dezer dagen van uit Scheltema en
Holkema's boekhandel, voor rekening van den schrij
ver, de wereld ingezonden is. De derde afdeeling
van dit tractaatje handelt over niets meer of
minder dan Het impressionisme" en hierin ko
men over schilderkunst eenige kostbare
enormiteiten voor.
Aan de volgende omstandigheid wordt b.v. de
eigenaardige ontwikkeling van het oorspronkelijk
talent van onzen eersten schilder, zeer wijs^eerig
toegeschreven:
Israëls zelf, met de thans door zijn navolgers
tot het uiterste gevoerde genre der visscherstypen,
zou op den eerst door hem ingeslagen weg
allicht >ijn voortgegaan en zoo de jaren lang
gevoelde behoefte hieraan (waaraan ?) in vervulling
hebben gebracht, indien niet de uitbreiding van
Amsterdam in de lucht had gezeten, wat vanzelf
de beeldhouwers- en schildersbent tot wachten
noopte, in hoever hunne talenten daarbij zouden
aangewend worden, in hoever het groot genre en
de historische kunst voor gelyktydige ontwikkeling
vatbaar waren."
Van deze kracht van betoog is het gansche
boekje, dat eigenlyk een welgestaafde aanklacht
tegen de heeren Cuypers, Alb. Thy'm c. s. ver
beeldt, maar waarvan de uitwerking, zoo het er
een hebben kon, by'na het tegenovergestelde van
's schrijvers bedoeling zou zijn. S.
Het huis van Mafaêl, aldus wordt uit Rome
gemeld, dat naar de meening der kunstgeleerden
by' de uitlegging van de Piazza Rusticucci van
den aardbodem verdwenen was en naast het nog
bestaande Falazza Accorarabori gestaan zou
hebben, bestaat nog, en wel, zooals uit
vaticaansche oorkonden ontwijfelbaar bewezen is, op de
Piazza Scoffacavalli, die den ouden en den nieuwen
Borgo in het midden verbindt. Dit is door een
toeval aan het licht gekomen. Het gemeentebe
stuur van Rome had besloten in de Borgowijk
verscheidene gebouwen te onteigenen, om een
beteren toegangsweg tot de St. Pieterskerk en
het plein van diea naam te verkrijgen. Tegen
dit plan waren een menigte bezwaren ingebracht.
omdat wanneer dit tot uitvoering zou komen, vele
oude kunstwerken, onder anderen de muurschil
deringen, die het Palazzo dei Penitencieri ver
sieren en fresco's . van Penturicchio tot onder
gang gedoemd zouden zy'n. Om de mogelijke ver
nietiging van nog meer andere kunstvoorwerpen
en uit een oogpunt van kunstgeschiedenis belang
wekkende gebouwen te voorkomen, begon men in
de vaticaansche archieven naar documenten te
zoeken, die daaromtrent uitsluitsel zouden kunnen
geven en bij die gelegenheid kwam men tot de
ontdekking, dat het door Bramante volgens
Rafael's eigen aanwyzingen gebouwde huis, waarin de
geniale kunstenaar zijn leven besloot, nog
niet onder den moker gevallen was, maar
volgens de nieuwste plannen van verfraaiing daar
onder zou moeten vallen. Om eiken twijfel aan
deze ontdekking op te heffen, werd aan een com
missie van deskundigen opgedragen het gebouw aan
een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen en
deze constateerde, dat het muurwerk en de fun
damenten buiten ky'f uit het tijdperk van Bra
mante afkomstig zijn, en tevens ontdekte zij een
prachtig, gesneden houten plafond uit dienzelfden
tijd. Ook in de nabijheid van dit, uit een oogpunt van
kunstgeschiedenis belangwekkende gebouw werden
overblijfselen van bouwwerken uit datzelfde tijdperk
gevonden. Het huis van Rafaël is ontdekt, om
spoedig voor altijd te verdwijnen, want ondanks
alle bedenkingen wil het gemeentebestuur de met
het oog op het drukke verkeer zoo noodige verbete
ring, tot stand brengen. Bij de behandeling van
dit voorstel, dat zich geheel bij het door Carlo
Fontana ten tijde van Sextus V gedane, aansluit, is een
ander oud project opnieuw ter sprake gekomen.
Door sommigen wordt de vrees gekoesterd, dat
de facade der St. Pieterkerk, die na het slechten
der genoemde gebouwen reeds van de Engelen
brug zichtbaar zal zijn, daardoor op hen, die
haar voor de eerste maal zien, lang niet zulk een
grootschen indruk zal maken als nu het geval
is. Om dit te voorkomen, werd voorgesteld in
zooverre tot het oude plan van Bernini terug te
keeren, dat het geheele St. Pietersplein door
kolonades omringd en daarin slechts twee
zijtoegangen zullen aangebracht worden. Zoo ten min
ste is Bernini's plan op de keerzijde van een
door paus Alexander VII Chigi geslagen medaille
voorgesteld. Maar het is meer dan twyfelachtig,
of het gemeentebestuur dezen wenk zal opvolgen.
Madame Tussaud's wereldberoemd kabinet van
i/oassenbeelden te Marlybone in Londen, dat al
dergelyke inrichtingen in Europa en Amerika tot
model gediend heeft, is den weg van zooveel
andere publieke ondernemingen gegaan het is
eenige dagen geleden in eigendom overgegaan aan
een combinatie van Londenscbe financiers, en zal
in een naamlqoze vennootschap veranderd worden.
De koopprys is 173.000 pond sterling of 2.076000
gulden. Dit is zeker niet te veel, wanneer men
bedenkt, dat in het jaar 1888 niet minder dan
400.000 personen de tourniquets van Madame
Tussaud gepasseerd zijn.
De inrichting zal onder het nieuwe bestuur
aanmeikelijk vergroot en tot een algemeen museum
van rariteiten uitgebreid worden. Als directeur,
blijft een kleinzoon van Madame Tussaud aan dit
Londensche panopticum verbonden.
Uit Madrid wordt voorspeld, dat de inzending
der Spaansche schilders op de Parysche tentoon
stelling zeer opmerkelyk zal zijn. Een aantal
stukken, die in het Iberisch schiereiland reeds
beroemd zijn, komen nu naar Pary's, aan het hoofd
der commissie van inzending staan de groote
schilders Pradilla, Menoz Degrain en Moreno
Carbonero. Van Pradilla zal het stuk Overgave
van Granada het eigendom van den Spaanschen
Senaat naar Parijs komen. Het is niet alleen het
beste moderne werk van de Spaansche
coloristenschool, maar een der kleurrijkste, aantrekkelijkste
scheppingen van 'den nieuweren tijd in 't alge
meen. Moreno Carbonero zal het cosmopolitisch
publiek in staat stellen, een oordeel uittespreken
over zijn veel geprezen en veel gelaakt stuk:
Intocht der Catalanen en Arragonezen onder
Rodrigo de Flore in Constantinopel. De tegenstan
ders noemen het enkel een bonte, moderne mas
kerade. Luna zendt zijn Slag van Lepanto. Jos
Benlliure y Gil zijne Prediking, Bilbao een
Grieksche idylle, Hidalgo en Sala groote historiestukken.
TOONEEL EN MUZIEK.
Het Maandblad voor Muziek (orgaan der
Wagner-Vereeniging te Amsterdam), onder redactie
van Mr. H. Viotta, bevat in zijne vijfde aflevering
eene opera schets van Richard Wagner, Die
Sarazenin. Wagner ontwierp haar tijdens zijn
eerste verblijf te Pary's, 1841, en werkte haar
uit tusschen de voltooiing van Der Fliegende
Hollander en de conceptie van Tannhauser, 1843.
Het stuk speelt in Italiëtijdens de oorlogen der
Hohenstaufen; Fatima, de Saraceensche, is eene
natuurlijke dochter van Frederik II, De compo
nist had de rol voor Mw. Wilhehnina Schr
derDevrient bestemd; de kunstenares schijnt hem
niet aangemoedigd te hebben, of de conceptie
van Tannhauser heeft al het andere verdrongen,
althans Wagner werkte haar niet uit.
Het manuscript werd door de weduwe van den
Domkapelmeester Greith te Miinchen, aan het
archief te Wahnfried ten geschenke gegeven; de
Hayreutlier Blatter hebben het het eerst afge
drukt.
Van August Strindberg is er een zeer eigen
aardig tooneelstuk verschenen : Juffrouw Julia"
met eene nog eigenaardiger voorrede, waarin de
schrijver zijne ideeën over het drama der toe
komst uiteenzet. De verdeeling in bedryven valt
weg, in plaats daarvan komen monologen,
ballet en pantomine. De tooneelspelers moeten
het recht hebben te improviseeren. Het voetlicht
weg er mee Voortaan licht ter zijde van het
tooneel. Het orkest mag niet gezien worden. Ge
durende de vertooning moet bet tooneel zelf
donker zy'n. De meubelen op het tooneel moeten
met den achterkant naar het publiek staan, enz.
De tooneelvoorstellingen te Bayreuth hebben
dit jaar van 21 Juli tot 18 Augustus plaats. Zij
zullen bestaan uit negen opvoeringen van het
Uühnenweih-Fertspiel" Parsifal, vier van Tristan
und holde, en vijf van Die Meistersinger von N
rnberg. De Parsifal zal gedirigeerd worden door den
Hol'kapelmeester Levi, de Tristan door den direc
teur Mottl, en de Meistersinger door Dr. Hans
Richter. Daar achtereenvolgens alle werken van
Wagner er zullen worden opgevoerd, verdwijnen
Iristan en de Meistersinger nu voor langen tijd
van de atfiche. In 1890 worden er geen voor
stellingen gegeven; deze pauze, die misschien ook
nog in 1891 zal voortduren, zal tot het monteeren
van Tannhauser besteed worden.
Alphonse Daudet heeft deze week zijn lang
aaulste Jaargang-.
Schaakspel.
16 Februari 1889.
PROBLEEM No. 5.
ZWAHT
a b c d e f g
Wit geeft in twee zetten mat of kan zelfmat in
5 zetten dwingen.
Partij gespeeld in November 1859 tusscben de
heeren Paul Morphy, wit en J. Thompson, zwart.
Wit geeft Paard bl voor
l f2 f4 a
2 e2 e3
3 gl - f3
4 h2 h3
d7
c8
5 dl
6 b2
7 cl
X
f3
b3
b2
8 o o o
9 d2 d3
10 g2 g4
11 fl g2
12 hl el
13 c2 c4 &
14 cl bl
15 e3 X d4
16 c4 X b5
17 dl cl
18 cl c4
19 el cl
20 b2 X 44
21 c4 X c6
22 cl X c6
c7
e7
f6
b8
e4
d5
d8
a8
b7
a7
c5
d6
b5
c7
e8
d6
a7
X
X
f8
d5
f6
g4
f3
c5
e6
e4
c6
dG
d4
c7
c8
b5
a5
d4
b5
a7 c
d6
d7
b8 d
c6
a3
Stand der partij na den 17den zet van zwart.
ZWART
abcde fgh
WIT
23 f4 f5 h8 e8
24 f5 X e6 f f7 X e6
25 d4 X
b8 h2
gekondigd drama La lutte pour la vie aan deft
directeur van het Gymnase ter hand gesteld. De»»
struggle for life" is eenigzins een vervolg op den.
roman L'Immortel, en Xau in L'Echo de Paait
weet nog eenige byzonderheden te vertellen. Hen
herinnert zich dat, als de jonge architect Paul
Astier er in geslaagd is, de schatrijke hertogin
Padovani te trouwen, zy'n vriend Védrine de
pMlosophische opmerking maakt, dat het geluk van
den jongen eerzuchtige daarmede wellicht nog niet
voor altyd gevestigd is. De hertogin is niel ge
makkelijk te beheerschen, en bij het trouwen zag hjj
er niet heel tevreden uit. Als zijn oude dame hem «J
te erg verveelt, kunnen wy' dezen zoon en kleinzoon
van onsterfelijken nog wel voor hethof vanassises
terugvinden." Hiermede gaf Daudet zyn nieuw
drama reeds aan. Hy laat Paul Astier het 'ver
mogen zijner oude hertogin spoedig in speculatiên
verkwisten; dan leert Paal een mooi jong meisje
kennen, met 30 millioen bruidschat en een gevoelig
hart. Muis il y a la Padovani. Of Paul haar
vermoordt, heeft Daudet niet aan Xau verteld;
wel dat de satire tegen de Academie in het drama
niet wordt voortgezet.
Op het stuk Marquise van Sardou, dat gisteren
in den Vaudeville zy'ne première beleefde, komen
wij de volgende week terug.
Keizer Frans I van Oostenryk werd, ondanks
zijn goedig karakter, door al wat aan de nieuwe
revolutionnaire begrippen van zy'n tijd deed den
ken tot strengheid en hardheid aangedreven. Het
duurde lang eer hij toestemming gaf tot het
vertoonen van Fiescot en toen het stuk hem door
graaf Dietrichstein eindelijk was voorgelezen, zeide
hy: Het slot is goed, beter dan dat van Wil
helm Teil, waar de rebel blijft los loopen. In
Fiesco althans komt hij voor den val." De be
trekkingen tusschen het Fransche en het
Oostenryksche hof waren destijds zeer goed, on om znn
vriend den keizer genoegen te doen, gaf Karel X
aan de directie van het Théatre Francais den
wensch te kennen, dat men aan de Fransche ver
taling van Teil eene slotscène zou toevoegen: de
guillotineering van Teil.
Zondag 24 Februari, des avonds te 8 uuTj zal
in de Vereeniging Handwerkers-Vriendenkring",
in de groote zaal van de Maatschappy voor den
Werkenden Stand een voordracht gehouden worden
door den heer A. H. Gerhard, over de opvoeding
in het Huisgezin.
Door de Koninklijke Vereeniging Het Ned. Too
neel zal ten voordeele van de weduwen- en
invalidenfondsen van den Vriendenkring, op Donderdag
25 April, in den Stadsschouwburg ten tooneele
worden gevoerd het bekende drama Kean (Keao.
de heer L. Bouwmeester).
GEOFFREY HARDEGG, DE VREK.
Een Atnerikaansche Kerstvertelling.
't Was een bitter koude avond. De sneeuw
viel snel en dicht; een snijdende wind joeg de
vlokken tegen de gezichten der voetgangers, en
scheen zelts door de warmste kleêren heen te
dringen. De mannen en vrouwen, die elkander
op Broadway voorbijscapten, waren gehuld in 't
wit en geleken een stoet haasthebbende schim
men, zonder gedruisch onder het licht der lan
taarns over het dikke tapijt voortwadend. De
neuzen der tram-paarden waren met ijzel bedekt;
de koetsiers stonden op de platforms onophoude
lijk te slaan en te stampen met handen en voeten,
om hunne verstijvende vingers te doen herleven,
of de kou uit hunne teenen te trappen.
De oude Geoffrey Hardegg vervloekte het weer,
toen hij de deur van zijn kantoor achter zich
dichttrok en sloot, en buiten stond in de
sneeuwjacht. Hij was don geheelen dag uit zyn humeur
geweest, want hij had 's morgens in den tram
een vijfcentsstuk verloren, en had besloten dien
avond te voet naar huis te gaan, om dat verlies
weder goed te maken.
Niet dat Geoffrey Hardegg geen vijf cents kon
betalen om naar huis te rijden, want hij was ge
weldig rijk het bankiershuis van Hardegg & Co.
had een kapitaal, dat in niet minder dan zeven
cijfers kon uitgedrukt worden maar Jeoffrey
Hardegg was een vrek Ofschoon hy in een prachtig
paleis op vorstelijken voet had kunnen wonen,
verkoos hij een kleine slaapkamer, in een goed
koop boarding-huis en ging als het koud was,
dadelijk na den eten naar bed, om kosten van
vuur uit te winnen. Hij had zulk een diepe ver
eering voor het geld, dat hij altyd in den tram
zoover mogelijk vooraan ging zitten, om de winst
op het geld van zijn vracht uit te winnen, gedu
rende den tijd, dien de conducteur noodig had,
om bij hem te komen.
Juist toen Geoffrey den sleutel in het slot had
omgedraaid, en de sneeuwjacht tartend in 't
vizier trad, begonnen de klokken van Trinity-kerk
vroloijk te spelen door de lucht, en de oude vrek
herinnerde zich, dat 't kerstavond moest zy'n. en
daar Kerstmis voor hem een dag was, waarop hij
geen geld kon verdienen, daar er dan geen zaken
gedaan werden, vervloekte hij Kerstmis evenals
het weer. Hij zag, dat de meeste mannen, die
hem voorbij gingen, pakjes droegen, en bij de
gedachte, dat dit waarschijnlijk kerstgeschenken
waren, dankte hij zijn gelukkig gesternte, dat hij
zoo dwaas toch niet was als zij.
Nauwlijks had hy' een halve straat ver zijn weg
door de sneeuw vervolgd, toen een kinderstem
naast hem, plotseling aanhief:
Evening Popgun, meneer! Maar n cent. Toe,
koopt u een krant. Ik heb er nog maar n "
Geoffrey bleef staan, want eigenlijk was de prys
van den Popgun twee centen, en hij dacht direkt,
dat zoo hij er een voor n cent kocht, hij n
cent zou uitwinnen.
Hier, snuiter," zei hij, geef me die krant: maar
o wee, als ie van gisteren is, dan laat ik j e direkt
arresteeren, hoor, voor oplichterij!"
De vingers van den bibberenden kleinen broe
keman, die hem de courant gaf, waren zóó ver
kleumd, dat de cent bijna in de sneeuw viel»
maar de scherpe gelaatstrekken van het kind
kwamen den ouden man bekend voor.
Wie ben jij T' sprak hij op ruwen toon. Ik
heb je, dunkt me, meer gezien".