Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
"}$$ gewikt, en in rijn exact brein heeft hy geor
dend de veelvuldige verschijnselen van vorm. van
kleur en van licht, die onophoudelijk de
afstan-den, de geslotenheid, de oppervlakten en de
-^uitdrukkingen veranderen.
Ook in DuitsChland worden de frisschere moderne
schilders allengs meer erkend. TJeber Land und
Meer .heeft een zeer waardeerend artikel over
Max Liebermann. De schilder gat hiervoor over
zijn levensloop zelf inlichtingen. HU zegt zyn
motieven grootendeels in Holland gevonden te
hebben. Met zjjn Oudemanhuis te Amsterdam"
?kreeg hjj de eerste onderscheiding die in Parijs
'ita den oorlog aan een Duitscher werd gegeven.
In artistieke zaken," zegt Liebermann, is mijn
ideaal Holland es z$n oude meesters gebleven,
<«n telkenjare trek ik gedurende de zomer
maanden naar een klein uiterst schilderachtig
?dorpje in de nabijheid van Hilversum (L.
bedoelt Laren, waar hij echter de laatste twee
jaren niet geweest is) Tot myn vreugd volgen
m\j daarheen voortdurend meer Landgenopten, wat
telkens duidelijker bewijst hoezeer gunstige voor
beelden land en volk in Holland voor de schilder
kunst opleveren, vooral wanneer men, zooals ik,
-de toekomst der moderne genreschilderkunst ziet
in de intimiteit en de piëteit voor de natuur."
Het nummer bevat verder een paar reproduc
ties naar teekeningen van Liebermann en een
.goed gelijkend portret van den belangwekkenden
-«hef der Duitsche realisten.
De eerste aflevering is verschenen eener uitgave
/van den Figaro: les Types de Paris, met teeke
ningen van den verschgeslagen ridder van 't
Legioen van Eer, J. F. Rafaëlli, den independent,
?mens talent zich voor dit werk b\j uitstek leent.
In het dagboek van een geestelijke uit Brussel
-is een aanteekening gevonden waaruit blijkt, dat
Hans Memlinc, over wiens afkomst zooveel is ge
twist, te Mainz geboren werd en 11 Augustus
1495 te Brugge stierf.
In de dorpskerk te Artelshoven (Mittelfranken)
is een altaarstuk gevonden van Wolf Trant (gest.
1520), bestaande uit zeven groote en vier klei
nere bladen. Dit wordt beweerd een prachtig
?exemplaar van oud-Duitsche kunst te zijn,
waar?door de figuur van den maker, van wien weinig
bekend was, zeer in aanzien zal komen. De
schil-derij is overgebracht naar het Beiersche
Nationaalmuseum.
Ook de Magazine of Art, het smakelijkste der
populaire Engelsche kunsttijdschriften, geeft nu
?een uitvoerig artikel over de zoo kurieuse
poquemakende vondst der Grieksche portretten in
Egyptische mummies; een der illustraties hierbij
vertoont weer een verwonderlijk reëel manspor
tret. Hetzelfde nummer geeft een interessant
?artikel over de Japansche Netsukés, met verschei
dene aardige illustraties.
In de vergadering van den Amsterdamschen
.gemeenteraad van verleden Woensdag is de zaak
van de driejaarlyksche stedelijke schilderijen
tentoonstelling, die zoo slecht leek te staan,
volkomen gered. Met de hulp van eenige vrijge
vige kunstminnaars, die f5350 toezeggen, zal de
?stad voor minder geld dan de raadgevende com
missie de kosten had geraamd, een houten gebouw
?optrekken.
De raad heeft zich flink gehouden.
TOONEEL EN MUZIEK.
Onze Rotterdamsche V-correspondent schrijft ons:
Eene meerendeels uitstekende vertolking viel
Jl. Maandag aan De Hugenoten, door het
Hollandsche gezelschap uit Amsterdam ten deel; mag
de heer Pauwels ook al niet over echte
heldentettoor-stemmiddelen beschikken, zijn geluid is zóó
Aangenaam van klank en zijn zang zóó beschaafd,
dat men bezwaarlijk een beteren Raoul kan
verlangen; ook zijn spel was zeer voldoende.
Op gelijke hoogte met hem stonden Mej.
van Besten als Vakntine, en de heeren
Orelio en Albers als Nevers en St. Bris; vooral
laatstgenoemde blonk uit in deze aan onze opera
{ook aan meer andere) vaak te zeer veronacht
zaamde partij. Mevr. Orelio?van Zandt gaf eene
aannemelijke Margaretha van Valois; zij kon
?echter de alhier bestaande traditiën, aan deze
partij verbonden, niet doen vergeten; de heer
Schmier deed als Marcel wat hy kon: dit was
?echter niet voldoende.
Hoe eene directie echter eene opera als de
Hugenoten met zulk een orkest durft te geven,
is m\j een onoplosbaar raadsel; dit gedeelte van
de onderneming des heeren De Groot eischt dan
ook dringend verbetering, zal zij de medewerking
van hen, die het met de kunst wél meenen,
kunnen blijven behouden. De Hollandsche Opera
verheugt zich thans in de sympathie van het
publiek en zij verdient dit ten volle; er is
daarmede een schrede gedaan pp een weg,
die wezenlijk, zelfs voor onze nationaliteit, van
groot gewicht is; nu echter is het ook van het
grootste belang, dat de zaak niet uitsluit end van
het standpunt van zaken doen beschouwd worde.
Er zijn kunstvrienden genoeg, die bereid zullen
bevonden worden eene onderneming, die door de
energische leiding van haren directeur de Groot
getoond heeft levensvatbaarheid te bezitten, ook
geldelijk te steunen, mits het belang der kunst
voorzitte; men verzekere zich dien steun en smede
het ijzer terwijl het heet is; Nederland en onze
kunst zal er wél bij varen l
Men schrijft ons uit Utrecht:
In een der laatste dagen van de vorige maand
gaf te Utrecht de jonge Wagner-Vereenigitig hare
eerste openbare uitvoering. Het was nauwelijks
een jaar geleden, dat de Ortsvertreter" der
algemeene Richard Wagner-Vereeniging eenige muzi
kale personen uitgenoodigd had, met hem den
sterfdag van Wagner, 13 Februari, te herdenken,
door eenige kleine koren en soli van den meester
uit te voeren. In een loop van dit jaar voegden
zich nog zooveel belangstellenden by dezen kleinen
kring, die onder de talentvolle leiding van den
Ortsvertreter" zy'ne studiën voortgezet had, dat
het koor tot ongeveer veertig leden steeg, en het
gezelschap zieh tot een vereeniging constitueerde,
die zich ten doel stelt de muziek van Wagner en
diens school te beoefenen en zooveel mogelijk te
verspreiden.
De heer Joseph Cramer had de groote welwil
lendheid de uitvoering op te luisteren door een
concert van Mozart, een andante van Bach, en
Wagners Albumblatt op heerlijke wyze voor te
dragen, terwijl verder het programma bestond uit
een koor a capella An Webers Grabe", koor met
quintet uit die Feën", het Brautchor
uitLohengrin en de tweede acte van Tannhauser.
De drie eerstgenoemde werken van den meester
werden uitstekend vertolkt; vooral het Brautchor"
dat steeds op zulk een treurige wyze in de opera
ten gehoore wordt gebracht, was treffend schoon.
Het koor, dat nagenoeg alleen uit geoefende stem
men bestond, paarde een beschaafde uitspraak aan
een edelen klank en hierdoor werd een geheel
verkregen, dat bij de toehoorders in dankbare
herinnering zal blyven. Ook in den Tannhauser
was veel moois. Vooral kan men niet genoeg de
wyze roemen, waarop mej. Louise Mulder de rol
van Elisabeth vervulde. Deze jonge kunstenares
ontwikkelde een zeldzamen dramatischen gloed in
haar zang en met recht mag de Vereeniging er
trotsch op zijn zulk een zangeres in haar midden
te hebben. Als een warm Wagneriaan spreek ik
dan ook den innigen wensch uit, dat de Utrechtsche
Wagner-Vereeniging in bloei moge toenemen.
Het théatre des Nouveautés te Pary's heeft een
oud stuk, Le royaume des femmes, pièce f art
tastique in zes tableaux van Hippolyte Coignard,
door een paar dramaturgen van het oogenblik,
Blum en Toché, laten opknappen en met succes
vertoond. De handeling is deze: twee
Paryzenaars, per ballon op reis gegaan, komen terecht
in een yrouwenmaatschappy. De vrouwKfi ge- ,
dragen zich daar geheel als de mannen op aarde,
doen alle openbaar en belangrijk werk; de man
nen zyn kinderjongen, modemaker, dienstbode.
Een der twee, die heel lief aan de naaimachine
zit te werken en zyn liedje zingt, een griset, wordt
verleid door een der ryke dames, en later aan
zyn lot overgelaten. Eene aardige scène is, als
de mannen, door de twee Parijzenaars opgewekt,
hunne revanche nemen. Het stokje is vol miirlek
en vol mooie actrices. Het slot is het défilévan
het amazonenleger der koningin Suavita, een
geheele stoet figurantes in sierlijk travesti.
De stad Bonn heeft voor haar grootsten zoon,
Beethoven, een bronzen standbeeld opgericht op
den Münsterplatz. Deze week werd tegenover dat
monument een tweede werk ter vereering van den
meester voltooid. Het huis waarin Beethoven ge
boren werd, Bonngasse 20, is voor 57000 mark
gekocht door een genootschap van
Beethovenvereerders. Het huis zal nu worden ingericht zooals
het in 1770 was, en in een Beethoven-museum
herschapen. President van de vereeniging is pro
fessor Joachim te Berlijn; men denkt met zyn
hulp concerten te geven om de kosten van dat
alles te bestrijden.
Het huis behoorde een broodbakker, die by den
her-verkoop een winst van 20,000 mark gemaakt
heeft. In een gedeelte er van was een restaurant,
in het overige een café-chantant, of, zooals onze
Duitsche buren het noemen, een T ingeltangel.
Onlangs bespraken wy de nette en goedkoope
uitgaaf van Henri Gauthier te Parijs, nouvelle
bibliothègue populaire, naar aanleiding van Prof.
Alberdingk Thijm's historische novellen, die er als
Chroniques de la Aeerlande in opgenomen waren.
De heer Charles Simond heeft thans voor deze
uitgave VondePs Lucifer vertaald, met een notice
over Vondel als inleiding. De bewerking is ge
heel in proza, ook wat de reien betreft; van de
muzikale schoonheid dezer laatste is dus niets
overgebleven. Quel est celui qui est place si haut,
si profondément enfoncédans la lumière impén
trable, que Ie temps ni l'éterniténe
peuventmesurer" ... etc. is dus juist en toch geheel onjuist.
Zoowel in de reien echter als in den dialoog heeft
de vertaler de uiterste getrouwheid betracht.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Den 18den dezer zullen te Dresden de boeken van
den oud-boekhandelaar en bibliophiel Heinrich
Elemm verkocht worden; deze collectie is, naar men
zegt, de belangrijkste particuliere verzameling van
incunabelen.
De catalogus wijst 1431 nummers aan; al die num
mers zyn zeldzaam voorkomende werken, sommige
worden hoogst zelden, enkelen zelfs nergens anders
aangetroffen. Onder deze laatste telt de collectie
Elemm de biblia latina, omstreeks 1455 door
Gutenberg en Fust te Mainz gedrukt. De catalo
gus vermeldt honderden incunabelen alleen uit de
15e en 16e eeuw, Alde's, Elzevier's, Plantyn's enz.
In 't byzonder dient nog melding gemaakt te worden
van een exemplaar van de Butta contra errores
Martini Luther et sequacium (Rome, 1520), waar
van Ulrich von Hutten zich bediend heeft voor
zijn polemiek en die een groot aantal
aanteekeningen van dien dolenden ridder der hervorming
bevat.
Te Berlijn is Dinsdag een verkooping van
autographen gehouden. Een brief van Bismarck
heeft ruim f69 opgebracht; een ander schrijven
van den rykskanselier, gericht aan een lid der
familie Rothschild is betaald met ?38. Onder de
merkwaardige authographen, die bij die gelegenheid
in veiling gebracht zyn, moeten nog vermeld wor
den een brief van Hendrik VIII van Engeland,
gedagteekend Greenwich 22 Juni 1512 (f 4:1), een
brief van koningin Elisabeth, gedateerd 4
October 1570 (?78) en een brief van Cromwell van
24 Augustus 1649 (?93).
De uitgevers van den Graphic zyn van plan,
de zomer- en Kerstnummers van hun geïllustreerd
weekblad ook in de Fransche taal te Pary's te
laten verschijnen. De gezamenlyke oplage zal
echter te Londen gedrukt worden.
Het studententydschrift Vox Studiosorum heeft
het feest van het Leidsche Studentencorps met de
uitgave van een prachtig feestnummer gevierd.
In tegenstelling met Minerva's bescheiden gave,
is het nummer der Vox met kleuren, verguldsel,
muziek en platen rijk versierd. De omslag dra 'gt
een groote artistieke illustratie in fraai gekozen
zachte kleuren van P. de Josselin de Jongh, door
de firma Lankhout & Co. te 's Hage op steen
gebracht, een houtskoolteekening van H. W. van
Paliaiidl, een teekening Paris en Helena van
G. Schimmelpenninck, schetsen van het Aca
demiegebouw in 1614 en 1839, een ele
gante balletdanseres van J. A. de Jonge, eene
penteekening van Victor de Stuers, (den datum
van 11 April 1867 dragend), een blad met de
handteekeningen der Leidsche professoren en
eene flinke teekening var F. A. J. de Jong,
alles uitmuntend gereproduceerd op prachtig
papier, versieren het werk. De heer J. K. A.
Wertheim Salomonson gaf eene aardige Novellette
voor piano.
De tekst bestaat verder uit: een motto van Mr.
F. van Engelenburg, een feestgroet van den praeses
der Fooi-redactie te Leiden, den heer J. H. Ketjen,
gedichten van Prof. Dr. Jos. A. Alberdingk Thy'm,
Fiore della Neve, Dr. H. J. Polak en Piet
Paaltjens, eene geschiedenis van het corps van 1839
tot 1889 door den heer H. Philips, lid der
Voxredactie, een geestige bijdrage over Piet Paaltjes
en Janus Areca Ictus. door Prof. Dr. Jan ten
Brink, kleine bijdragen door Prof. Tiele en Prof.
Moleschott, Gerard Keiler en Damas, eene fantasie
Naar de maan, door Jan Holland, en Een
studententooneel in de XVIde Eeuw door Prof. A. G.
van Hamel, over 't geheel eene keurige en uiterst
aantrekkelijke verzameling.
De voltooiing van dit feestnommer doet aan
den goeden smaak en den ijver der Leidsche
Fooi-redactie (de hh. J. H. Ketjen, W. L. F. C.
van Rappard, A. Van der Hoeven, H. Philips en
J. C. J. Bierens de Haan), alle eer aan.
lste Jaargang.
Schaakspel.
10 Maart 1889.
Partij gespeeld in het
fort a/m., den 25 Juli
Schiffers. Wit.
l e2 e4
2
3
d2
gl - f3
fl c4
4 c2 c3
5 d2 d4
6c3 X
7 cl
8 bl X d2
9 e4 X d5
10 dl b3
11 O
12 fl
13 a2
14 al
15 f3
16 el
- cl!
O
el
a4
cl
g5
e8
X f?
X e8
19 gl hl
20 g5 f7
21 f7 h6
22 b3 g8
23 e8 X g6
24 g8 X g?
17 c4
18 H
Schaak-Congres te
Frank1887. Italiaansche Partij.
Harmonist. Zwart.
e7 e5
b8 c6
f8 c5
g8 f6
eöX d4
c5 b4 f
b4 X d2 f
d7 d5
f6 \ d5
c6 e7
0?0
c7 c6 a
d8 c7
d5 f4
e? -'ge
f8 X e8 d
f4h8
e2
e2 X cl
h8 g8
g8 - f8
f8 e7
h7 X g6
e7 d8
25 g7 - f8 f d8 d7
26 d2 e4! g c7 d8
27 f8 d6 f d7 e8
28 e4 f6 -f h opgegeven.
Stand der partij na den 15den zet van
ZWART
wit.
VW/S/s - '/////////, '////////. .. V/////,
abcdefgh
WIT
a) Op b6 is de Dame beter geplaatst.
b) Het begin van een schoonen aanval.
c) Eene diep doordachte combinatie waarin geen fout
gemaakt is.
d) Had zwart in al de varianten dezen schoonen aanval
kunnen doorzien, hij had zich met een pion verlies te
vreden gesteld door c8 op e6 te plaatsen.
e) Op K f8 wint wit door g5 X ^7 t f8 e7 cl el f
c8 e6 el X e6 t e7 d7 f7 X eS b3 g8 t eS d7
g8 X l t enz. enz.
f) Keemt zwart nu het Paard dan volgt Dame op f7 t
en de volgende zet mat.
g) Dit is de heksluiter.
h) De heer Schiffers ontving voor deze schoone partij,
die door de Chess Monthly de paarl van het Tournooy ge
noemd wordt, de 109 M. die door den heer Lewis uit
Londen is uitgeloofd voor de schoonst gespeelde partij.
Partij gespeeld te Londen.
J. Gunsberg, wit. H. E. Bird zwart.
e2
2 f2
3 fl
4 el
5 gl
6 d2
7 h2
8 bl
9 e4
10 e5
e4
f4
c4
fl
f3
d4
h4
c3
e5
X
c3 b5
12 b5 c7f
e7 e5
e5 X f4
d8 h4 f
d7 d6 a
h4 h5
g7 g5
f7 f6
g8 - e7
- g7
X d6
d55
f8
c7
do
e8 d8
Militaire Zaken.
DE NIEUWE OORLOGSUITRUSTING DEB
OOSTENRIJKSCHE INFANTERIE.
Toen Oostenrijk in 1886 het repeteergeweer,
stelsel Mannlicher, van llm.M. met losse maga
zijnen, die ieder 5 patronen bevatten (pakjes
lading), had aangenomen, bedroeg het gewicht
van elke patroon nog ruim 40 gram en kon de
soldaat gevoegelijk met niet meer dan 70 patro
nen (14 magazijnen) belast worden.
Daar door de grootere vuursnelheid van dit
repeteergeweer eene vermeerdering van munitie
evenwel gewenscht was, en de patroon van het
geweer met 8 m.M. kaliber slechts 29 gram weegt,
was zulks ook een der redenen waarom ten
vorigen jare een wapen van dat kaliber, eveneens
van het stelsel Mannlicher, werd ingevoerd. De
uitrusting van den Oostenrijksehen soldaat aan
munitie is nu bepaald op 100 patronen (in 20
magazynen of houders).
Tevens is de bepakking van den man, ook met
het oog op de steeds toenemende eischen, dia
aan de infanterie gesteld moeten worden, zoo
veel mogelijk verlicht en zoodanig ingericht, dat
het aandoen en afleggen daarvan gemakkelijk en
snel kan geschieden; terwijl de belasting op doel
matige wijze aangebracht en verdeeld is. De ran
sel is korter en het kookgereedschap kleiner ge
maakt.
Het vroegere foedraal der schop is vervangen
door een smalle lederen lijst of sleuf die alleen
de scherpe randen van het werktuig omgeeft.
De schop wordt met den korten steel natr
beneden binnenwaarts van de bajonetschede,
en beiden aan den koppel bevestigd, aan de lin
kerzijde van het lichaam gedragen; zoo dat n
tegen den eveneens aan de linkerzijde
afhaagenden broodzak die over den rechterschouder
gedragen wordt rusten. De broodzak is van
waterdicht bruin linnen, inwendig met twee vak
ken, en daarin wordt ook de veldflesch geborgen.
Het lederen overtrek der schop eindigt in twee.
smalle riemen die om den steel daarvan geslagen
met een soort ijzeren sluitknop zoodanig aan
elkander verbonden worden, dat door een
vingerdruk op dien knop het overtrek kan afgenomen
worden.
Elke soldaat die geen schop heeft, draagt het
kookgereedschap voor twee man. Dit laatste be
staat uit een blikken ketel en twee eetborden,
die in een bruin linnen overtrek aan den randsèt
gegespt worden.
De ransel wordt met twee riemen van voren en
van achteren aan den koppel bevestigd. Aan dezen
laatsten bevinden zich aan de voorzijde links
en rechts van de koppelplaat twee patroon
zakjes, ieder voor 4 magazijnen of 20 patronen,
en van achteren eene grootere patroontasch, op
wier bovenvlak de onderkant van den ransel komt
te rusten. In deze patroontasch worden behalve
twee busjes met verduurzaamde levensmiddelen,
die vroeger eene plaats in den broodzak vonden,
60 patronen (in 12 magazijnen) geborgen.
In het geheel draagt de man nu 100 patronen
(in 20 magazijnen), dus 30 meer dan vroeger D\j
zich. Het gewicht der munitie buiten de maga
zijnen bedraagt 2,9 K.G.
Terloops zy hier medegedeeld, dat ook in Ne
derland de door den soldaat mee te voeren mu
nitie, van het tot repeteergeweer (stelsel VitaK)
gewijzigde geweer kl. kal., aan den koppel zal wor
den gedragen. Van voren aan den koppel bevin
den zich daartoe, links een tasch voor 24 patronen
(in 6 patroonhouders^ en rechts een zak voor 30
patronen, terwijl in een tasch van achteren ruimte
is voor 40 patronen. In den ransel worden nog
6 ledige patroonhouders meegevoerd. De geheele
uitrusting bestaat dus uit 94 patronen, die bij
een gewicht van 43 gram per patroon zonder
de magazynen eene belasting van ruim 4 K.G.
geven.
De halve laarzen zijn in Oostenrijk afgeschaft
en de lederen schoenen vervangen door schoenen
van waterdichte stof. Dit schoeisel heeft by groote
marschen enz. uitmuntend voldaan, daar het den
voet niet drukt noch open wrijft, hetgeen fijj
vochtig geworden lederen schoenen dikwijls het g
val is. Bij verschillende korpsen, onder anderen DQ
de jagerbataljons is de korte slobkous van dezelfde
stof en kleur als de pantalon weder ingevoerd.
Het mouwvest is als onpraktisch vervallen en.
vervangen door een katoenen kiel, zoo dat aüeen
de wapenrok (korte jas) behouden is.
De mantel (kapotjas) wordt niet meer evenals
vroeger en bandoulière gedragen, daar dit de
borst drukt en de vrije ademhaling belemmert»
maar opgerold tegen den buitenachterkant van
den randsèl bevestigd. Door den koppel los te
maken en de twee randselriemen van de schouders,
te schuiven, wordt de geheele bepakking in een»
afgelegd.
DE KANARIE.
Naar het Duitseh, van KARL WAETENBUBG.
Een philosoof heeft beweerd, dat de lucht het
gevaarlijkste vergif is. Want zij verwoest alles,
zij doet alles verweeren.
De kleine, door weer en wind vergrijsde
vruchtenventer achter zijii manden in de muurnis van het
Gymnasium kon teu bewijze strekken, dat ook
wijsgeeren zich kunnen vergissen.
Sedert langer dan een menschenleeftijd zat hij
daar van den vroegen morgen tot den laten avond,
in den felsten zonneschijn, zoo goed als in de
vinnigste sneeuwbui, in de open lucht. Hij bleef
altijd dezelfde en evenals voor vele jaren, hoorde.
men ook nu zijn vriendelijk: ,/Hoode, mooie appels,
puike hazelnoten, frissehe bokkums. Moet ge niets
koopen, jougeliee'-en?"
Naast zijn manden lag op een strooien mat een
oude, groote, bruine, langharige hond, die den
ouden man hielp om zijn manden op een kleine
handkar van zijn woning in de voorstad naar het
Gymnasium te vervoeren.
De oude appelman heette Trits Hiller. Maar
onder dezen naam kenden hem nauwlijks drie
menschen in de geheele stad. Sprak men echter
over den kanarie", dan wist een ieder, wien iaën..
daarmee bedoelde. Dezen bijnaam had men hem*