De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 10 maart pagina 5

10 maart 1889 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. "}$$ gewikt, en in rijn exact brein heeft hy geor dend de veelvuldige verschijnselen van vorm. van kleur en van licht, die onophoudelijk de afstan-den, de geslotenheid, de oppervlakten en de -^uitdrukkingen veranderen. Ook in DuitsChland worden de frisschere moderne schilders allengs meer erkend. TJeber Land und Meer .heeft een zeer waardeerend artikel over Max Liebermann. De schilder gat hiervoor over zijn levensloop zelf inlichtingen. HU zegt zyn motieven grootendeels in Holland gevonden te hebben. Met zjjn Oudemanhuis te Amsterdam" ?kreeg hjj de eerste onderscheiding die in Parijs 'ita den oorlog aan een Duitscher werd gegeven. In artistieke zaken," zegt Liebermann, is mijn ideaal Holland es z$n oude meesters gebleven, <«n telkenjare trek ik gedurende de zomer maanden naar een klein uiterst schilderachtig ?dorpje in de nabijheid van Hilversum (L. bedoelt Laren, waar hij echter de laatste twee jaren niet geweest is) Tot myn vreugd volgen m\j daarheen voortdurend meer Landgenopten, wat telkens duidelijker bewijst hoezeer gunstige voor beelden land en volk in Holland voor de schilder kunst opleveren, vooral wanneer men, zooals ik, -de toekomst der moderne genreschilderkunst ziet in de intimiteit en de piëteit voor de natuur." Het nummer bevat verder een paar reproduc ties naar teekeningen van Liebermann en een .goed gelijkend portret van den belangwekkenden -«hef der Duitsche realisten. De eerste aflevering is verschenen eener uitgave /van den Figaro: les Types de Paris, met teeke ningen van den verschgeslagen ridder van 't Legioen van Eer, J. F. Rafaëlli, den independent, ?mens talent zich voor dit werk b\j uitstek leent. In het dagboek van een geestelijke uit Brussel -is een aanteekening gevonden waaruit blijkt, dat Hans Memlinc, over wiens afkomst zooveel is ge twist, te Mainz geboren werd en 11 Augustus 1495 te Brugge stierf. In de dorpskerk te Artelshoven (Mittelfranken) is een altaarstuk gevonden van Wolf Trant (gest. 1520), bestaande uit zeven groote en vier klei nere bladen. Dit wordt beweerd een prachtig ?exemplaar van oud-Duitsche kunst te zijn, waar?door de figuur van den maker, van wien weinig bekend was, zeer in aanzien zal komen. De schil-derij is overgebracht naar het Beiersche Nationaalmuseum. Ook de Magazine of Art, het smakelijkste der populaire Engelsche kunsttijdschriften, geeft nu ?een uitvoerig artikel over de zoo kurieuse poquemakende vondst der Grieksche portretten in Egyptische mummies; een der illustraties hierbij vertoont weer een verwonderlijk reëel manspor tret. Hetzelfde nummer geeft een interessant ?artikel over de Japansche Netsukés, met verschei dene aardige illustraties. In de vergadering van den Amsterdamschen .gemeenteraad van verleden Woensdag is de zaak van de driejaarlyksche stedelijke schilderijen tentoonstelling, die zoo slecht leek te staan, volkomen gered. Met de hulp van eenige vrijge vige kunstminnaars, die f5350 toezeggen, zal de ?stad voor minder geld dan de raadgevende com missie de kosten had geraamd, een houten gebouw ?optrekken. De raad heeft zich flink gehouden. TOONEEL EN MUZIEK. Onze Rotterdamsche V-correspondent schrijft ons: Eene meerendeels uitstekende vertolking viel Jl. Maandag aan De Hugenoten, door het Hollandsche gezelschap uit Amsterdam ten deel; mag de heer Pauwels ook al niet over echte heldentettoor-stemmiddelen beschikken, zijn geluid is zóó Aangenaam van klank en zijn zang zóó beschaafd, dat men bezwaarlijk een beteren Raoul kan verlangen; ook zijn spel was zeer voldoende. Op gelijke hoogte met hem stonden Mej. van Besten als Vakntine, en de heeren Orelio en Albers als Nevers en St. Bris; vooral laatstgenoemde blonk uit in deze aan onze opera {ook aan meer andere) vaak te zeer veronacht zaamde partij. Mevr. Orelio?van Zandt gaf eene aannemelijke Margaretha van Valois; zij kon ?echter de alhier bestaande traditiën, aan deze partij verbonden, niet doen vergeten; de heer Schmier deed als Marcel wat hy kon: dit was ?echter niet voldoende. Hoe eene directie echter eene opera als de Hugenoten met zulk een orkest durft te geven, is m\j een onoplosbaar raadsel; dit gedeelte van de onderneming des heeren De Groot eischt dan ook dringend verbetering, zal zij de medewerking van hen, die het met de kunst wél meenen, kunnen blijven behouden. De Hollandsche Opera verheugt zich thans in de sympathie van het publiek en zij verdient dit ten volle; er is daarmede een schrede gedaan pp een weg, die wezenlijk, zelfs voor onze nationaliteit, van groot gewicht is; nu echter is het ook van het grootste belang, dat de zaak niet uitsluit end van het standpunt van zaken doen beschouwd worde. Er zijn kunstvrienden genoeg, die bereid zullen bevonden worden eene onderneming, die door de energische leiding van haren directeur de Groot getoond heeft levensvatbaarheid te bezitten, ook geldelijk te steunen, mits het belang der kunst voorzitte; men verzekere zich dien steun en smede het ijzer terwijl het heet is; Nederland en onze kunst zal er wél bij varen l Men schrijft ons uit Utrecht: In een der laatste dagen van de vorige maand gaf te Utrecht de jonge Wagner-Vereenigitig hare eerste openbare uitvoering. Het was nauwelijks een jaar geleden, dat de Ortsvertreter" der algemeene Richard Wagner-Vereeniging eenige muzi kale personen uitgenoodigd had, met hem den sterfdag van Wagner, 13 Februari, te herdenken, door eenige kleine koren en soli van den meester uit te voeren. In een loop van dit jaar voegden zich nog zooveel belangstellenden by dezen kleinen kring, die onder de talentvolle leiding van den Ortsvertreter" zy'ne studiën voortgezet had, dat het koor tot ongeveer veertig leden steeg, en het gezelschap zieh tot een vereeniging constitueerde, die zich ten doel stelt de muziek van Wagner en diens school te beoefenen en zooveel mogelijk te verspreiden. De heer Joseph Cramer had de groote welwil lendheid de uitvoering op te luisteren door een concert van Mozart, een andante van Bach, en Wagners Albumblatt op heerlijke wyze voor te dragen, terwijl verder het programma bestond uit een koor a capella An Webers Grabe", koor met quintet uit die Feën", het Brautchor uitLohengrin en de tweede acte van Tannhauser. De drie eerstgenoemde werken van den meester werden uitstekend vertolkt; vooral het Brautchor" dat steeds op zulk een treurige wyze in de opera ten gehoore wordt gebracht, was treffend schoon. Het koor, dat nagenoeg alleen uit geoefende stem men bestond, paarde een beschaafde uitspraak aan een edelen klank en hierdoor werd een geheel verkregen, dat bij de toehoorders in dankbare herinnering zal blyven. Ook in den Tannhauser was veel moois. Vooral kan men niet genoeg de wyze roemen, waarop mej. Louise Mulder de rol van Elisabeth vervulde. Deze jonge kunstenares ontwikkelde een zeldzamen dramatischen gloed in haar zang en met recht mag de Vereeniging er trotsch op zijn zulk een zangeres in haar midden te hebben. Als een warm Wagneriaan spreek ik dan ook den innigen wensch uit, dat de Utrechtsche Wagner-Vereeniging in bloei moge toenemen. Het théatre des Nouveautés te Pary's heeft een oud stuk, Le royaume des femmes, pièce f art tastique in zes tableaux van Hippolyte Coignard, door een paar dramaturgen van het oogenblik, Blum en Toché, laten opknappen en met succes vertoond. De handeling is deze: twee Paryzenaars, per ballon op reis gegaan, komen terecht in een yrouwenmaatschappy. De vrouwKfi ge- , dragen zich daar geheel als de mannen op aarde, doen alle openbaar en belangrijk werk; de man nen zyn kinderjongen, modemaker, dienstbode. Een der twee, die heel lief aan de naaimachine zit te werken en zyn liedje zingt, een griset, wordt verleid door een der ryke dames, en later aan zyn lot overgelaten. Eene aardige scène is, als de mannen, door de twee Parijzenaars opgewekt, hunne revanche nemen. Het stokje is vol miirlek en vol mooie actrices. Het slot is het défilévan het amazonenleger der koningin Suavita, een geheele stoet figurantes in sierlijk travesti. De stad Bonn heeft voor haar grootsten zoon, Beethoven, een bronzen standbeeld opgericht op den Münsterplatz. Deze week werd tegenover dat monument een tweede werk ter vereering van den meester voltooid. Het huis waarin Beethoven ge boren werd, Bonngasse 20, is voor 57000 mark gekocht door een genootschap van Beethovenvereerders. Het huis zal nu worden ingericht zooals het in 1770 was, en in een Beethoven-museum herschapen. President van de vereeniging is pro fessor Joachim te Berlijn; men denkt met zyn hulp concerten te geven om de kosten van dat alles te bestrijden. Het huis behoorde een broodbakker, die by den her-verkoop een winst van 20,000 mark gemaakt heeft. In een gedeelte er van was een restaurant, in het overige een café-chantant, of, zooals onze Duitsche buren het noemen, een T ingeltangel. Onlangs bespraken wy de nette en goedkoope uitgaaf van Henri Gauthier te Parijs, nouvelle bibliothègue populaire, naar aanleiding van Prof. Alberdingk Thijm's historische novellen, die er als Chroniques de la Aeerlande in opgenomen waren. De heer Charles Simond heeft thans voor deze uitgave VondePs Lucifer vertaald, met een notice over Vondel als inleiding. De bewerking is ge heel in proza, ook wat de reien betreft; van de muzikale schoonheid dezer laatste is dus niets overgebleven. Quel est celui qui est place si haut, si profondément enfoncédans la lumière impén trable, que Ie temps ni l'éterniténe peuventmesurer" ... etc. is dus juist en toch geheel onjuist. Zoowel in de reien echter als in den dialoog heeft de vertaler de uiterste getrouwheid betracht. LETTEREN EN WETENSCHAP. Den 18den dezer zullen te Dresden de boeken van den oud-boekhandelaar en bibliophiel Heinrich Elemm verkocht worden; deze collectie is, naar men zegt, de belangrijkste particuliere verzameling van incunabelen. De catalogus wijst 1431 nummers aan; al die num mers zyn zeldzaam voorkomende werken, sommige worden hoogst zelden, enkelen zelfs nergens anders aangetroffen. Onder deze laatste telt de collectie Elemm de biblia latina, omstreeks 1455 door Gutenberg en Fust te Mainz gedrukt. De catalo gus vermeldt honderden incunabelen alleen uit de 15e en 16e eeuw, Alde's, Elzevier's, Plantyn's enz. In 't byzonder dient nog melding gemaakt te worden van een exemplaar van de Butta contra errores Martini Luther et sequacium (Rome, 1520), waar van Ulrich von Hutten zich bediend heeft voor zijn polemiek en die een groot aantal aanteekeningen van dien dolenden ridder der hervorming bevat. Te Berlijn is Dinsdag een verkooping van autographen gehouden. Een brief van Bismarck heeft ruim f69 opgebracht; een ander schrijven van den rykskanselier, gericht aan een lid der familie Rothschild is betaald met ?38. Onder de merkwaardige authographen, die bij die gelegenheid in veiling gebracht zyn, moeten nog vermeld wor den een brief van Hendrik VIII van Engeland, gedagteekend Greenwich 22 Juni 1512 (f 4:1), een brief van koningin Elisabeth, gedateerd 4 October 1570 (?78) en een brief van Cromwell van 24 Augustus 1649 (?93). De uitgevers van den Graphic zyn van plan, de zomer- en Kerstnummers van hun geïllustreerd weekblad ook in de Fransche taal te Pary's te laten verschijnen. De gezamenlyke oplage zal echter te Londen gedrukt worden. Het studententydschrift Vox Studiosorum heeft het feest van het Leidsche Studentencorps met de uitgave van een prachtig feestnummer gevierd. In tegenstelling met Minerva's bescheiden gave, is het nummer der Vox met kleuren, verguldsel, muziek en platen rijk versierd. De omslag dra 'gt een groote artistieke illustratie in fraai gekozen zachte kleuren van P. de Josselin de Jongh, door de firma Lankhout & Co. te 's Hage op steen gebracht, een houtskoolteekening van H. W. van Paliaiidl, een teekening Paris en Helena van G. Schimmelpenninck, schetsen van het Aca demiegebouw in 1614 en 1839, een ele gante balletdanseres van J. A. de Jonge, eene penteekening van Victor de Stuers, (den datum van 11 April 1867 dragend), een blad met de handteekeningen der Leidsche professoren en eene flinke teekening var F. A. J. de Jong, alles uitmuntend gereproduceerd op prachtig papier, versieren het werk. De heer J. K. A. Wertheim Salomonson gaf eene aardige Novellette voor piano. De tekst bestaat verder uit: een motto van Mr. F. van Engelenburg, een feestgroet van den praeses der Fooi-redactie te Leiden, den heer J. H. Ketjen, gedichten van Prof. Dr. Jos. A. Alberdingk Thy'm, Fiore della Neve, Dr. H. J. Polak en Piet Paaltjens, eene geschiedenis van het corps van 1839 tot 1889 door den heer H. Philips, lid der Voxredactie, een geestige bijdrage over Piet Paaltjes en Janus Areca Ictus. door Prof. Dr. Jan ten Brink, kleine bijdragen door Prof. Tiele en Prof. Moleschott, Gerard Keiler en Damas, eene fantasie Naar de maan, door Jan Holland, en Een studententooneel in de XVIde Eeuw door Prof. A. G. van Hamel, over 't geheel eene keurige en uiterst aantrekkelijke verzameling. De voltooiing van dit feestnommer doet aan den goeden smaak en den ijver der Leidsche Fooi-redactie (de hh. J. H. Ketjen, W. L. F. C. van Rappard, A. Van der Hoeven, H. Philips en J. C. J. Bierens de Haan), alle eer aan. lste Jaargang. Schaakspel. 10 Maart 1889. Partij gespeeld in het fort a/m., den 25 Juli Schiffers. Wit. l e2 e4 2 3 d2 gl - f3 fl c4 4 c2 c3 5 d2 d4 6c3 X 7 cl 8 bl X d2 9 e4 X d5 10 dl b3 11 O 12 fl 13 a2 14 al 15 f3 16 el - cl! O el a4 cl g5 e8 X f? X e8 19 gl hl 20 g5 f7 21 f7 h6 22 b3 g8 23 e8 X g6 24 g8 X g? 17 c4 18 H Schaak-Congres te Frank1887. Italiaansche Partij. Harmonist. Zwart. e7 e5 b8 c6 f8 c5 g8 f6 eöX d4 c5 b4 f b4 X d2 f d7 d5 f6 \ d5 c6 e7 0?0 c7 c6 a d8 c7 d5 f4 e? -'ge f8 X e8 d f4h8 e2 e2 X cl h8 g8 g8 - f8 f8 e7 h7 X g6 e7 d8 25 g7 - f8 f d8 d7 26 d2 e4! g c7 d8 27 f8 d6 f d7 e8 28 e4 f6 -f h opgegeven. Stand der partij na den 15den zet van ZWART wit. VW/S/s - '/////////, '////////. .. V/////, abcdefgh WIT a) Op b6 is de Dame beter geplaatst. b) Het begin van een schoonen aanval. c) Eene diep doordachte combinatie waarin geen fout gemaakt is. d) Had zwart in al de varianten dezen schoonen aanval kunnen doorzien, hij had zich met een pion verlies te vreden gesteld door c8 op e6 te plaatsen. e) Op K f8 wint wit door g5 X ^7 t f8 e7 cl el f c8 e6 el X e6 t e7 d7 f7 X eS b3 g8 t eS d7 g8 X l t enz. enz. f) Keemt zwart nu het Paard dan volgt Dame op f7 t en de volgende zet mat. g) Dit is de heksluiter. h) De heer Schiffers ontving voor deze schoone partij, die door de Chess Monthly de paarl van het Tournooy ge noemd wordt, de 109 M. die door den heer Lewis uit Londen is uitgeloofd voor de schoonst gespeelde partij. Partij gespeeld te Londen. J. Gunsberg, wit. H. E. Bird zwart. e2 2 f2 3 fl 4 el 5 gl 6 d2 7 h2 8 bl 9 e4 10 e5 e4 f4 c4 fl f3 d4 h4 c3 e5 X c3 b5 12 b5 c7f e7 e5 e5 X f4 d8 h4 f d7 d6 a h4 h5 g7 g5 f7 f6 g8 - e7 - g7 X d6 d55 f8 c7 do e8 d8 Militaire Zaken. DE NIEUWE OORLOGSUITRUSTING DEB OOSTENRIJKSCHE INFANTERIE. Toen Oostenrijk in 1886 het repeteergeweer, stelsel Mannlicher, van llm.M. met losse maga zijnen, die ieder 5 patronen bevatten (pakjes lading), had aangenomen, bedroeg het gewicht van elke patroon nog ruim 40 gram en kon de soldaat gevoegelijk met niet meer dan 70 patro nen (14 magazijnen) belast worden. Daar door de grootere vuursnelheid van dit repeteergeweer eene vermeerdering van munitie evenwel gewenscht was, en de patroon van het geweer met 8 m.M. kaliber slechts 29 gram weegt, was zulks ook een der redenen waarom ten vorigen jare een wapen van dat kaliber, eveneens van het stelsel Mannlicher, werd ingevoerd. De uitrusting van den Oostenrijksehen soldaat aan munitie is nu bepaald op 100 patronen (in 20 magazynen of houders). Tevens is de bepakking van den man, ook met het oog op de steeds toenemende eischen, dia aan de infanterie gesteld moeten worden, zoo veel mogelijk verlicht en zoodanig ingericht, dat het aandoen en afleggen daarvan gemakkelijk en snel kan geschieden; terwijl de belasting op doel matige wijze aangebracht en verdeeld is. De ran sel is korter en het kookgereedschap kleiner ge maakt. Het vroegere foedraal der schop is vervangen door een smalle lederen lijst of sleuf die alleen de scherpe randen van het werktuig omgeeft. De schop wordt met den korten steel natr beneden binnenwaarts van de bajonetschede, en beiden aan den koppel bevestigd, aan de lin kerzijde van het lichaam gedragen; zoo dat n tegen den eveneens aan de linkerzijde afhaagenden broodzak die over den rechterschouder gedragen wordt rusten. De broodzak is van waterdicht bruin linnen, inwendig met twee vak ken, en daarin wordt ook de veldflesch geborgen. Het lederen overtrek der schop eindigt in twee. smalle riemen die om den steel daarvan geslagen met een soort ijzeren sluitknop zoodanig aan elkander verbonden worden, dat door een vingerdruk op dien knop het overtrek kan afgenomen worden. Elke soldaat die geen schop heeft, draagt het kookgereedschap voor twee man. Dit laatste be staat uit een blikken ketel en twee eetborden, die in een bruin linnen overtrek aan den randsèt gegespt worden. De ransel wordt met twee riemen van voren en van achteren aan den koppel bevestigd. Aan dezen laatsten bevinden zich aan de voorzijde links en rechts van de koppelplaat twee patroon zakjes, ieder voor 4 magazijnen of 20 patronen, en van achteren eene grootere patroontasch, op wier bovenvlak de onderkant van den ransel komt te rusten. In deze patroontasch worden behalve twee busjes met verduurzaamde levensmiddelen, die vroeger eene plaats in den broodzak vonden, 60 patronen (in 12 magazijnen) geborgen. In het geheel draagt de man nu 100 patronen (in 20 magazijnen), dus 30 meer dan vroeger D\j zich. Het gewicht der munitie buiten de maga zijnen bedraagt 2,9 K.G. Terloops zy hier medegedeeld, dat ook in Ne derland de door den soldaat mee te voeren mu nitie, van het tot repeteergeweer (stelsel VitaK) gewijzigde geweer kl. kal., aan den koppel zal wor den gedragen. Van voren aan den koppel bevin den zich daartoe, links een tasch voor 24 patronen (in 6 patroonhouders^ en rechts een zak voor 30 patronen, terwijl in een tasch van achteren ruimte is voor 40 patronen. In den ransel worden nog 6 ledige patroonhouders meegevoerd. De geheele uitrusting bestaat dus uit 94 patronen, die bij een gewicht van 43 gram per patroon zonder de magazynen eene belasting van ruim 4 K.G. geven. De halve laarzen zijn in Oostenrijk afgeschaft en de lederen schoenen vervangen door schoenen van waterdichte stof. Dit schoeisel heeft by groote marschen enz. uitmuntend voldaan, daar het den voet niet drukt noch open wrijft, hetgeen fijj vochtig geworden lederen schoenen dikwijls het g val is. Bij verschillende korpsen, onder anderen DQ de jagerbataljons is de korte slobkous van dezelfde stof en kleur als de pantalon weder ingevoerd. Het mouwvest is als onpraktisch vervallen en. vervangen door een katoenen kiel, zoo dat aüeen de wapenrok (korte jas) behouden is. De mantel (kapotjas) wordt niet meer evenals vroeger en bandoulière gedragen, daar dit de borst drukt en de vrije ademhaling belemmert» maar opgerold tegen den buitenachterkant van den randsèl bevestigd. Door den koppel los te maken en de twee randselriemen van de schouders, te schuiven, wordt de geheele bepakking in een» afgelegd. DE KANARIE. Naar het Duitseh, van KARL WAETENBUBG. Een philosoof heeft beweerd, dat de lucht het gevaarlijkste vergif is. Want zij verwoest alles, zij doet alles verweeren. De kleine, door weer en wind vergrijsde vruchtenventer achter zijii manden in de muurnis van het Gymnasium kon teu bewijze strekken, dat ook wijsgeeren zich kunnen vergissen. Sedert langer dan een menschenleeftijd zat hij daar van den vroegen morgen tot den laten avond, in den felsten zonneschijn, zoo goed als in de vinnigste sneeuwbui, in de open lucht. Hij bleef altijd dezelfde en evenals voor vele jaren, hoorde. men ook nu zijn vriendelijk: ,/Hoode, mooie appels, puike hazelnoten, frissehe bokkums. Moet ge niets koopen, jougeliee'-en?" Naast zijn manden lag op een strooien mat een oude, groote, bruine, langharige hond, die den ouden man hielp om zijn manden op een kleine handkar van zijn woning in de voorstad naar het Gymnasium te vervoeren. De oude appelman heette Trits Hiller. Maar onder dezen naam kenden hem nauwlijks drie menschen in de geheele stad. Sprak men echter over den kanarie", dan wist een ieder, wien iaën.. daarmee bedoelde. Dezen bijnaam had men hem*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl