De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 31 maart pagina 1

31 maart 1889 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

fifc 614 DE AMSTEKDAMMEK A«. 1889 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTUS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 31 Maart. Abonnement per 3 maanden f 1.125, fr. p. p. ?1.275 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10, Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20l Reclames per regel 0.40, I W H O U D: VAN VEERE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON : Onze Overbuurvrouw, door Jan van Bergen, (Slot). Vrijhandel of Bescherming, een land bouw-vraagstuk, II, door Tax. Geval H." (bij de plaat). Gemeentezaken, doorNemo. UIT HET HAAGJE, door Z. KUNST EN LETTE REN: 2e Matinee in Felix Meritis, door D. R. Het Calvinisme in de kunst, door wijlen Alb. Th. Muziek in de hoofdstad, door F. Muziekaal Overzicht door V. de voorgenomen sloping der Haarlemmer- of Willemspoort, door Gijsbrecht van Aemstel. VARIA. SCHAAK SPEL. Het zoeken van een man. (Slot). Voor Dames, door E-e. ALLERLEI. INGE ZONDEN. RECLAMES. BEURSOVER ZICHT. _ ADVERTENTIËN. Van verre en van nabij. Door den dood van den acht-en-zeventig jarigen John Bright is in Engeland eene eigenaardige figuur verdwenen, die, al behoor de zij meer tot het verleden dan tot het heden, noode zal worden gemist. «Een groot karak ter en een groot nart", met die woorden eert Léon Say in het Journal des Débats, den ouden Kwaker, dien Lord Palmerston in het Parlement als Hhe honourable and reverend gentlemen" aanwees. In den letterl\jken zin opgenomen, zouden die woorden eene hulde zijn; Bright was reeds op jeug digen leeftijd, een eerwaardig man, wiens vaste overtuiging, onkreukbare waarheids liefde en oprechte 'godsdienstzin ook den tegenstander eerbied afdwongen. Maar Lord Palmerston, de cynische politicus, wilde met die uitdrukking den vredes-apostel be lachelijk maken, die geijverd had tegen Engeland's deelneming aan den Krim-oorlog. De groote meerderheid der Engelsche natie was destijds door de ziekte van het»Jingoism" aangetast, en zelfs Bright's kiezers te Man chester verbrandden hem, gelukkig slechts in effiffie. _ Vele jaren later nam Bright zijn ontslag uit het ministerie-Gladstone, omdat hij het' bombardement van Alexandriëdoor de overmachtige Engelsche vloot een zondig en misdadig werk achtte. Doch niet slechts tegen den Kwaker, ook tegen den staathuishoudkundige keerde zich de schampere spot van Palmerston, als deze schouderophalend sprak over »Cobden, Bright & Co." De geschiedenis heeft den Lord in het ongelijk gesteld, maar de naam van John Bright zal met dien van Kichard Cobden onafscheidelijk verbonden blijven, Vijf-entwintig jaren lang, van het oogeublik hun ner kennismaking tot Cobden's dood waren deze beide mannen n ziel en n zin, eerst in de bestrijding der voor de min gegoede bevolking zoo uiterst drukkende graan wetten, later in de verdediging van den vrijen handel in al zijn omvang en al zijne consequentiën. Feuilleton. ONZE OVERBUURVROUW DOOR JAN VAN BERGEN. (Slof). Drie weken later het was Zondag stapte juffrouw Vink in den trein. Het scheen, dat men in onze straat al iets van haar plannen wist, want juffrouw Poitou had van de werkster gehoord, dat juffrouw Vink haar huis verkocht had en ergens in Holland, in Apeltern of zoo iets, maar toch dicht bij Den Haag, op een kasteel ging wonen. Juffrouw Poitou had het uit het mensch haar eigen mond" en de werkster zou het dan toch wel weten. Toen het weeuwtje te Apeldoorn was uitge stapt, was ze doodmoe van de lange reis. Het was dien dag zeer warm geweest en het stof had haar keel geheel verdroogd en haar zwarte japon en hoed met een laag grijs poeder bedekt. Wat kon ze beter doen dan eens uitrusten en zich wat verkwikken? Een logement was daarvoor de aangewezen plaats. Bovendien zou daar ook gelegenheid zijn een rijtuig te krijgen, dat haar in de armen van tante Struis zou voerenZe richtte haar schreden naar een logement, waar, blijkens een uithangbord, ook rijtuigen verhuurd werden. De waard, die toevallig een luchtje schepte, ontving haar aan de deur met veel strijkages en ging haar voor naar de kof fiekamer. Asjeblief, dame!" zei de beleefde hospes, terwijl hij de deur der gelagkamer voor de gast opende. Een oogenblik, lezeres. Wrj willen u iets vra gen, dat gij alleen kunt beantwooorden. Ook de heer Gladstpne behoort tot de oude vrienden van John Bright, en eene blijvende verwildering tusschen de beide mannen is eigenlijk eerst ontstaan naar aanleiding van Gladstone's volte-face in de lersche politiek. Bright had weinig sympathie voor de lersche katholieken, nog minder voor hun protestantschen leider Charles Parnell, dien Glad stone eerst in de gevangenis zette, om hem later tot zijn politiek en medestander te maken; maar allerminst kon de oude, aan de traditiën der Manchester-school getrouw gebleven econoom zich vereenigen met Gladstone's meer of min fantastische plannen tot regeling der landquaestie. In dit laatste opzicht had hij ongetwijfeld gelijk; de heer Gladstone zelf heeft het gevaarlijke van deze plannen, naar het schijnt, ingezien en althans het geheele ontwerp als voor goed ter zijde gesteld be schouwd. Overigens kan men het slechts be treuren, dat Bright, een overtuigd democraat en een man met een warm hart voor de nooden en behoeften van het volk, in zijne verknochtheid aan het doctrinaire liberalisme zoo onverzettelijk was, en dat ook hij niet inzag, hoe het ten troon verheffen der individueele vrijheid in vele gevallen moet leiden tot een toestand, die voor de economisch zwakken weinig beter is dan slavernij. Doch bij een man als Bright, wiens gansche leven is gewijd geweest aan de belangen van zijn volk, en die veertig jaren geleden met dezelfde Manchester-leer, welke hij steeds is blijven belijden, de grootste triomfen heeft behaald en ontzaglijk veel nut heeft gesticht, is die vasthoudendheid volkomen begrijpelijk. Bright heeft zich als minister minder on derscheiden dan als parlementslid. Den mees ten en besten invloed oefende hij uit als re denaar in openbare bijeenkomsten, waar zijne levendige welsprekendheid, de gloed zijner overtuiging en de bekoring zijner taal w gslepend werkten. Tot op hoogen ouderdom bleef hij aan het openbaar leven deelnemen, en zijn heengaan laat eene ledige plaats in de rijen der Engelsche staatslieden, die door geen der jongeren kan worden vervuld. De Duitsche nationaal-liberalen verkeeren in een moeilijk parket. Reeds sedert eenige weken was er sprake van, dat door de regee ring geen hernieuwing der socialisten wet zou worden aangevraagd, en dat dus deze uitzpnderingswet weldra zou ophouden geldig te zijn, maar dat dan in het wetboek van straf recht eenige nieuwe, op allen zonder uitzon dering toepasselijke bepalingen zouden wor den opgenomen. De afschaffing eeneruitzonderingswet is op zich zelf natuurlijk aanbe velenswaardig, maar in het gegeven geval komt alles aan op den aard der nieuwe be palingen, die in het gemeene recht zullen worden opgenomen. Daaromtrent is thans het npodige verluid, daar het ontwerp tot wijzi ging der strafwet in handen van den Bonds raad is gekomen. Dit ontwerp is niets anders Gij hebt gehoord van transversale trillingen en longitudinale trillingen; wat amplitude is in de geluidsleer, is u niet onbekend. Gij leerdet dit alles van een doctor op de H. Burgerschool en het komt u thans by de bereiding van een pud ding en bij de fijne wasch uitmuntend te stade Maar zeg ons eens, hoe het komt, dat de luchtgolvingen, opgewekt door het uitspreken van het woord dame", in staat zyn, om de gehoorzenuwen van een man, zooeven nog verdiept in de boeiende lectuur van kamer verslagen, zóó te prikkelen, dat zijn nekspieren in beroering komen en het hoofd omdraait in de richting van de toegesproken dame? Professoren in de physiologie staan voor dit vraagstuk stil. Verklaar gij het, lieve lezeres: de wetenschap zal u dankbaar zijn. Pas had de hospes het tooverwoord uitge sproken, of een heer, die alleen in de koffie kamer zat, legde zijn courant neer, draaide zijn hoofd om, kreeg een soort van electrischen schok, wipte van zijn zetel, wierp door dien salto twee stoelen omver en snelde naar juffrouw Vink, die hij by de hand greep, terwijl hij uitriep: Wat! u hier! Wie had ooit zoo iets kunnen droomen! Welk een geluk! Wat ben ik verheugd u te zien! En hoe gaat het toch?" Ach mijnheer Vogelaar!" ruischte van de lippen der weduwe. Ja, gij zult het wel stil en eenzaam hebben," declameerde de andere met iets beverigs in zijn stem. Maar ontroer u niet. Van Zanten, fjef eens een stoel. Een glaasje water? en glas water óók, van Zanten". Juffrouw Vink viel met een smak op den stoel neer. De hospes verliet het vertrek om water te halen en kwam eenige oogenblikken daarna met een volle karaf terug, gevolgd door zijn vrouw, die een glas in de hand had. Eenige verfrisschende teugen deden de arme vrouw geheel herleven en vijf minuten daarna was zij dan ook in staat om een broodje met rookvleesch en twee kop koffie te nuttigen. dan eene herhaling van de beruchte »muilkprf-wet" van het jaar 1875, die toen met bijna algemeene stemmen werd verworpen. Het nieuwe ontwerp bedreigt met straf ieder die zich schuldig maakt aan ophitsing tegen het be staand gezag, óók wanneer deze niet gepaard gaat met aansporing tot gewelddadigheden; ieder die de maatschappelijke orde verstoort door het opruien der klassen tegen elkander; ieder, die de grondslagen bedreigt van den staat, de monarchie,den echt en den eigendom. Het behoeft werkelijk geen betoog, dat met een beroep op dergelijke bepalingen elke critiek van bestaande toestanden en elk voor stel tot verandering en verbetering den stout moedige, die niet overtuigd is, dat alles is pour Ie mieux dans Ie meilleur des nwndes possibles, bloot stelt aan kennismaking met den strafrechter, en aan veroordeeling, zelfs tot verbanning voor den tijd van yijr jaren. In verband met deze bepalingen, die de deur wijd open zetten voor machtsoverschrijding en willekeur, schrijft het wetsontwerp voor, dat vereenigingen of vergaderingen, van welke overtredingen als de boven omschrevene kun nen worden verwacht, ook zonder mede werking der justitie, dus alleen op last der politie, zullen kunnen worden ontbonden of verboden. Dat de conservatieven vóór dit voorstel zullen stemmen, is zoo goed als zeker. Voor de nationaal-liberalen echter is het eene zeer bittere pil- De openbare meening verzet er zich ongetwijfeld tegen, voor zoover dit mo gelijk is bij onze naburen, bij welke slechts een door de regeering aangewakkerden »Entrüstungssturm" de zeilen behoorlijk vult. En het moet erkend worden de hoofdorganen der partij, zooals de lïlnische Zeitunf/, hebben het ontwerp bestreden Daarmede is echter nog niet bewezen, dat voor de heeren Miquel, von Bennigsen en hunne vrienden geen «redenen van staat" of van anderen aard zullen bestaan om het voorstel te steu nen. Zij kunnen zich immers beroepen op de uitdrukkelijke bepaling, dat de uitzetting of verbanning niet dan tengevolge van een rech terlijk vonnis kan plaats hebben, en dus de gewetensbezwaren van hunne vrienden tot zwijgen brengen door een luidklinkenden lofzang op de onpartijdigheid der Duitsche justitie. Geheel zeker schijnt de regeering niet van hare zaak te zijn. Om de nationaal-liberalen gedwee te maken, begint zij te »liebaugeln" met het Centrum. Met den ouden Windthorst is natuurlijk niets aan te vangen, maar de heeren Von Huene en Von Schorlemer-Alsr, de »centrum-jonkers", worden door de Norddcutsche Allgemeine Zeüuny dagelijks in het zon netje gezet. De heer Von Huene werd zelfs op het laatste parlementaire diner bij den heer Von Bismarck door den keizer persoon lijk met de orde van den Rooden Adelaar begiftigd. Of' het zal baten ? Waarschijnlijk wel. Voorloopig doen de nationaal-liberalen moeite om aan de moeielijkheid te ontsnappen, door aan te dringen op de sluiting van den De waard gaf zijn vrouw een wenk om te vertrekken en verliet zelf ook de gelagkamer. Mij zóó !" zei hij tegen zijn eega, terwijl hij met den wijsvinger van zijn linkerhand een be weging van rechts naar links maakte ter hoogte vau het strottenhoofd, mij zóó! als dat muisje geen staart krijgt." Maar het wordt tijd den vriendelyken heer Vogelaar aan den tezer voor te stellen. Vogelaar was een man van omstreeks vijfen dertig jaren met een blank en frisch gelaat en sierlijken baard, maar met een trek van droef geestigheid om de lippen. Ernst zetelde op zijn voorhoofd, maar zyn beschaafde manieren en welluidende stem verdreven elke gedachte aan stroefheid en stugheid. Hij was, eenjaar geleden, nog commis-voyageur van een eerst huis in pellengoed, maar had thans zelf een kleine zaak in Apeldoorn, die nu juist niet florissant te noemen was. Handelsreizigers zijn een aardig slag. Zij doen voor de eerste maal zaken met u en zij weten precies hoeveel verstand gij hebt; -- voor de tweede maal en zy kennen uw karakter door en door: zij weten, dat gij eerlijk en openhartig of laag en gluiperig zijt; dat gij mild van aard zijl ot' schrokkig en vrekkig; een volgenden keer weten zij op vijftig gulden na hoe zwaar ge weegt: welke schatten uw brandkast bewaart of niet bewaart, en dat gij een hypotheek hebt op het huis van uw buurman ofwel gouden balken in uw eigen deftige woning; kortom, zij weten na een half jaar alles van u: zij ken nen uw familie, uw vrouws familie, uw liaisons uit vroeger dagen, de streken van uw geheele leven; zij kennen u van binnen en van buiten en hebben een blik geslagen in de plooien van uw hersens, uw beurs en uw ziel. Is het wonder, dat Vogelaar, die jaren lang met Vink zaken had gedaan, volkomen op de hoogte was van alles, wat den openhartigen manufaeturier en zijn vrouw aanging? Is het wonder, dat hij, een man met een flink uiterlijk Rijksdag vóór Pasehen, waardoor de muilkorfwet niet in behandeling zou kunnen komen. Het is echter niet waarschijnlijk, dat de heer Von Bismarck hen zoo gemakkelijk zal vrijlaten. VRIJHANDEL OF BESCHERMING. Een landbouic-vraagstuk. II. Er ligt een schreeuwende tegenstelling tus schen de hooge dividenden op de aandeelen der oudere hypotheekbanken jaarlijks uitgekeerd, gepaard aan de snelle verrijzenis der jongere zusterbanken, en de verarming van den hoe renstand. Men moet veronderstellen dat de directiën dier banken alleenlijk rekening houden met het belang der aandeelhouders; dat zij zich nooit een overzicht hebben gevormd van den toe stand waarin hunne geldnemers verkeeren en immer een bepaald gunstige meening hebben gehad over de draagkracht der landbouwers. Immers in Starings vroeger zeer beroemden, doch heden ten dage erg eentpnigen landbouwalmanak worden de renteheffingen der hypo theekbanken aangegeven van af 4 tot 4% per cent. Indien men bij die percenten nu nog de verhoogingen rekent der verplichte aflossing binnen een zeker aantal jaren, en der admini stratiekosten, en in aanmerking neemt dat het binnentyds aflossen, by tusschentijds verlaagden rentestand van het geld, niet zonder finantieele offers geschieden kan, dan is de vraag toch voor zeker niet onbescheiden: welk landbouwer kan zulke lasten op zijn schouders nemen zonder dat zijn welvaart er door geknakt wordt? En toch moet men bij de oprichting der hy potheekbanken van oordeel zijn geweest, dat zulke percenten, ook als norm voor hypothe ken op grondeigendom mochten vastgesteld worden. Zelfs thans nog is het voorbeeld te zoeken waarmede aangetoond kan worden dat door hypotheekbanken de rente van Ie hypo theek lager dan 4 put. wordt gesteld. Hoewel geld op beleening en prolongatie reeds jaren lang geen hoogere rente dan 3 pCt. bedingt en de niet soliede geachte effecten als daar zijn Russen, Portugeezen en Spanjaarden zoo hoog genoteerd staan dat de rente nauwelijks 5 pCt. bedraagt, wordt de rente der gelden, op hypo theek gegeven, nog steeds op 4 a 4 A pCt. ge houden. De vraag dient gedaan of deze onevenredig heid niet pleit voor het onuitgesproken verbond der geldmannen om de rente der soliede geld beleggingen kunstmatig boog te houden? Een andere omstandigheid maakt het dalen van den rentestand der hypotheken mede be zwaarlijk. De gewone tusschenpcrsonen, de notarissen, genieten namelijk van de hypotheek banken een zekere provisie voor elk geplaatst kapitaal. De notaris zal dus allicht eenige geneigd heid gevoelen met die instellingen op goeden voet te blijven, waardoor ook van die zijde de prikkel en helder hoofd, menigmaal aan de beminne lijke weduwe gedacht had, toen zijn vrouw hem was ontvallen en hem een knaapje van drie jaar had achtergelaten. U weet, dat ik tegenwoordig in Apeldoorn woon en een eigen zaak heb," zei Vogelaar, nadat hij omtrent de plannen der weduwe was ingelicht, plannen, die hem dolzinnig toesche nen. Maar dit laatste zei hij niet. Nu moest u mij eens met een bezoek vereeren; ik ben zoo dikwijls bij u geweest" Maar mijnheer Vogelaar!" zei juffrouw Vink op gerekten toon en met een zoetsappig lachje. Ik begrijp u," antwoordde de andere, en ik eerbiedig uw gevoel van kieschheid- Maar ik woon hier niet allén: ik heb een huishoudster en een lief kind. Mijn lieve Henri moet gij toch eens zien." Later," zei juffrouw Vink, maar met weinig beslistheid. Och neen, ga nu eens even mee; ik woon hier vlak in de buurt. Het rijtuig is toch nog niet gereed. Het is pas twee uur en mevtouw Struis verwacht u niet," Dit zeggende sprong Vogelaar op, schelde om den waard, zei dezen iets van de vigelante, en nadat hij betaald had en juffrouw Vink haar parasol had toegereikt, belastte hij zich met haar reistaschje.Het vrouwtje liet zich als een klein kind Jeiden en stapte werktuigclijk aan de zijde van Vogelaar voort. De huishoudster keek vreemd pp, toen haar gelast werd een karaf met portwijn en een paar glazen te halen en tevens een oog op den win kel te houden. Met een blik als van de verdrukte onschuld en een gevoel als van iemand wien onaangename dingen boven het hoofd hangen, voldeed zij aan het bevel en liet juffrouw Vink met haar heer in de zijkamer. Lang had de gast naar de woorden van den gastheer geluisterd. Zij had gehoord van de ziekte zyner vrouw en van den achteruitgang zyner zaken; zy had den moed en de energiebewon

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl