Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. «4
Ernstige ongesteldheid van Lord Tennyson.
Er zijn zeer verontrustende tijdingen in omloop
omtrent de gezondheid van Lord Tennyson. Het
ia algemeen bekend, dat de poet laureate reeds
sedert eenigen tijd erg aan de jicht lijdt, en
hoewel die aanvallen tegenwoordig minder hevig
zjjn dan vroeger het geval was, moeten de krach
ten van den patiënt erg afnemen. Lord Tennyson,
zoowel als zijn betrekkingen, verwachten veel baat
van een reis naar Madera, die hij, zoodra het weer
dit zal toestaan, voornemens is te ondernemen,
maar het schijnt meer dan twijfelachtig of hij
daartoe nog wel sterk genoeg zal zijn.
Naar wij vernemen, zal bij den uitgever Ybe
Ybes te Arnhem nog in deze maand het licht
zien, een Hollandsche "ertaling, van het
gunStig bekende werkje lm Kampf wn die
Weltanschauung, Bekenntnisse eines Theologen von Pastor
R. Wimmer in Weisweil bei Kerzingen (Baden).
De vertaling is toevertrouwd aan de bekwame
hand van den heer J. van Loenen Martinet.
HET ZOEKEN VAN EEN MAN.
(Slot).
Nu, werd er aan de deur geklopt; een klerk
kwam zeggen, dat er een heer buiten was om den
redacteur te spreken. Hij wou uiet, binnenkomen.
Ik dacht dat het wel een huwelijkscandidaat kon
zijn. Mijn ondervinding wensoheude te volmaken,
Beide ik: O, laat hem binnenkomen. Wie weet
of het mijn toekomstige man niet is."
U zijt wat haastig", zeide de redacteur; hij
scheen verrast. Hij ging naar buiten, en kwam
terug. /,Het is mijn schoonzoon maar." Wij praatten
nog wat, en ik vernam dat zijn beste klanten
officiers en bemiddelde dames waren. Veel
haiidelsmenschen kreeg hij niet. Toen ik opstond, gaf
bij mij eene circulaire, waarin ongeveer hetzelfde
vermeld stond wat hij mij gezegd had: een pond
vooruit, zooveel adressen als ik wilde, en tien
pond na het huwelijk. Ik bood hem terstond den
sovereign aan, maar ik moet zeggen, dat hij veel
vertrouwen toonde.
Er is geen haast bij", zeide hij; Betaal mij
wanneer het u belieft."
Zoo eindigde mijn eerste bezoek aan het bureau.
Den volgenden dag kwam een exemplaar van de
' Jfalrimonial News. Het was zorgvïldig in een
enveloppe verborgen. Op de eerste pagina stond
mijn advertentie, zorgvuldig met een kruisje
gcteekend.
II.
Kort daarop schreef ik aan twee der adressen,
die de redacteur mij gezonden had. Een der heereu
aantwoordde uit D?shire. Het was een Indisch
kolonel. Daar mijn verhaal geheel waar is, is het
niet romantisch. De kolonel scheen, ondanks zijn
leeftijd, het te druk te hebbeu, om nu juist aan
trouwen te denken. De brief luidde:
Ik moet u danken voor uwen brief van den
zooveelsten, en ook den redacteur van
Mutrimonial NewSj omdat-hij u mijn naam genoemd heeft;
het is toch zoo laug geleden sedert ik iets van
hem gehoord heb, dat ik niet zou gedacht hebben
nog op zijn lijst te s'aan. Ik weet niet goed wat
op uw brief te antwoorden, want ik heb het op
dit oogeublik te druk om aan zoo iets belangrijks
als een huwelijk te deuken, en dat zal nog wel
eenigen tijd duren. Intussehen zult u. als u
portretten hebt, wellicht wel zoo vriendelijk willen
zijn, er mij een te zenden. Ik zal het niemand
toonen en het u terstond terug zenden."
Er kwam nog een tweede brief, die tot teleur
stelling leidde. Mijnheer S. (de mijnheer S. dien
ik .volgens de redacteur had moeten trouwen)
schreef uit Dow-street, in Piccadilly:
Ik ben op dit oogeublik in de stad, ik heb
veel afspraken en moet Vrijdag weer te Oxford
zijn. Als het u schikte zou ik u gaarne in de
schilderijen-galerij in Bondstreet zien, waar op dit
oogenblik eeue collectie van den Frauschen salon
te kijk is. Ik weet tot mijn spijt liet nummer van
het huis niet meer. Als ik geen tegeubericht van
u krijg, zal ik daar morgen zijn, van drie uur tot
tien minuten over drieën. Het spijt mij, dat de
tijd te kort is om het bepalen v au eene samen
komst aan u over te laten."
Een schilderijen-galerij in Bondstreet! Toch ging
ik. Er was natuurlijk iemand; een conciërge, maar
geen mijnheer S.
Toen ik de volgende maal den redacteur sprak,
?was ik een beetje bits.
Tut tut,'1 antwoordde hij afkeurend. Wat
dwaas van hem. Eens verzocht een van mijn
Leeren de dames hem aan het station
ChariugCross, in de wachtkamer te wachten, met een
blauwe veer op haai hoed. Hij kwam er, en zag
een. dozijn dames met blauwe veeren; toeii ging
hij rondvragen: Is u juffrouw" Browu?" Hij vond
haar natuurlijk niet; toch was zij er, al den tijd.
Het beste is, een brief te dragen."
Hij zei dat hij zelf een afspraak voor mij zou
maken om iemand te ontmoeten. Juist werd er
aan de deur geklopt. Hij ging naar buiten en
kwam terug: O, het is de professor," zeide hij.
Het is zoo'n grappig man. Waarom krijg ik geen
vrouw? vraagt hij telkens. Dan zeg ik: er is er
geeu die u hebben wil. Als ze hooren dat ge nog
nooit een meisje een kus hebt gegeven, lachen ze
en willen u niet hebben.''
Ik betaalde nu mijn sovereign eu ontving als
quitantie:
Ontvangen van Miss de som van een
pond, welke alle kosten van introductie tot aan
het huwelijk omvat. M. Liston."
Ik wilde dat de redacteur aan een paar
Parlcmentsleden zou schrijven; ik had wel eens willen
hooren wat die voor hot huwelijk eischten, ik
zeide dat bij hen de leeftijd er niet op aan kwam.
Maar hij zeide dat dat uiet helpen zou; zij
moesten altoos bij hun vrouwen zulk een hoop
geld hebben.
Een dag of wat later, toen ik weer niets van
den redacteur gehoord had, schreef ik nog een
paar brieven aan adressen, die hij mij vroeger had
opgegeven. Ik kreeg antwoord van een heer vau
zeven-eu-veertig jaar, een heel beleefden brief; hij
verzocht mij in het bureau vau de Hatrimonial
Neics te komen. Er was daar een kamer voor
zulke gesprekken. Ik ging er heen, eu wachtte
een half uur. Ik moet zeggen dat het vooruit
zicht op het laatste hoofdstuk van mijn roman
mij heel koel liet. Eindelijk kwam hij, een
ecuigzius verlegen heer vau buiten, gezond en flink
gebouwd, ongeveer vijftig jaar.
Een korte stilte. Toen gingen wij praten over
de kamer eu het bureau, dat we niet heel schitte
rend vonden.
Ik zie dat hij er nu vogels in heeft," zeide
de heer, die blijkbaar het bureau goed kende.
Ja, die vogels hebbeu mij den tijd helpen
korten."
brief ontvangen." zeide ik
Pauze.
Ik heb
eindelijk.
Ja, ik heb hem in ecu donker kantoortje
geschreven."
O, de brief was heel goed."
Mijnheer Listou heeft u zeker zooveel van
mij verteld als ik zelf kuu doen:1"
Integendeel; hij heeft mij niets verteld."
Hij vertelde mij nu, dat hij een magistraat was
en in eeu groot huis woonde. Zijn betrekking hield,
hem voortdurend bezet. Vergaderingen bijwonen,
meetings presidcercii, de armen raad gevcii eu huu
standjes bijleggen.
Vindt ge niet," zeide hij, dat onze leeftijd
erg ongelijk is?
Maar ge trouwt toch voor uw eigen ge
noegen en uiet voor dat van de wereld?'1 vroeg ik.
.,0, ik zou natuurlijk trouwen voor mijn
eigen genoegen. Maar een dame van uw leeftijd
zou natuurlijk naar bals eu partijen willen gaan,
en ik dans niut."
Zijt ge al meer getrouwd geweest?"
Neen; ik beu ecu verstokte oude vrijer,
vijftien of zestien jaar geleden heb ik over
trouwen gedacht; maar toen waren er
familieredeuen tegen."
Hebt ge al dien tijd met mijnheer Liston
er over onderhandeld? '
Het antwoord was niet heel duidelijk, maar
waarschijnlijk wel bevestigend. Ik heb niet veel
geld," zeide hij toen, maar ik heb veel te doen."
Ik prevelde dat de betrekking van rechter in
de provincie zeer benijdenswaardig moest zijn.
Iedereen, man, vrouw en kind, moet u daar
kennen."
Zeker," zeide hij; iedereen kent mij daar."
Hij ging toen zijn huis beschrijven, zijn meiden
en knechts opnoemen, zijn dbg-cart en zijn
phaeton eu meer. Als hij getrouwd was, zou hij bij
zijn huis een nieuwen vleugel aanbouwen. Zijn
inkomen kwam van grondbezit. Hij begon ge
woonlijk lederen dag om elf uur aan zijn openbare
zaken; hij was ecu Tory, maar dat zou geen be
letsel voor het huwelijk zijn."
O, neen," zeide ik, ik zou daarin mijn
man's mccuiug volgen, zooals ik ook zou hopen
dat hij in hoeden en mantels mij de mijne liet
volgen."
Zeidet ge niet, dat ge bij uw meerderjarig
heid 500 pond 's jaars kreegt?"
Ja, binnen eenige maanden, en 500 pond is
een flinke aanwinst."
Ja," zeido hij, na eeuig diep nadenken, een
flinke aanwinst." Toen haalde hij een gouden
horloge voor den dag; hij had een afspraak.
Wij namen aan de deur afscheid; wij muien
er beiden over deuken. M dien tijd hadden wij
geheel uit financieel oogpunt gesproken; hij met,
zijn hoed op, waaruit ik opmaakte dat hij kaal
was, als twee mcuschen wier tijd kostbaar is, en
die hun zaken te ernstig vinden om er bij te gaan
zitten. Geeu spoor van gevoel bij een van ons
beiden.
Weinige dagen later kreeg ik dezen brief:
Dcar'Miss. Ons kort, onderhoud maakte ons
met elkanders uiterlijk bekend; eu gaf ons ook
wellicht een gering inzicht in den geest of het
hart die ons bezielden, liet was zeer vriendelijk
van u, mij te schrijven en mij daarna een onder
houd toe te staan, als begin van ecue kennismaking,
die misschien voor mij de zegen van mijn leven
kan worden. Ik zou gaarne trouwen, zoo spoedig
mogelijk; gelijk gij bemerkt hebt, heb ik eenige
begrippen, die oud zijn, maar gemakkelijk kunnen
veranderd worden; dit slaat ook op de quaestic
van leeftijd. Wat mij zelf betreft, ik ben publiek
eigendom in mijn distriet, mijne omgeving zal u
ook voldoende blijken. Verder hoop ik, dat ecnc
kennismaking ook gedurende korten tijd, u zou
overtuigen, dat ik in hart eu gedrag zoo ben, dat
eeu liefhebbend en vertrouwend meisje mij wel
haar levensgeluk kan toevertrouwen. Zoudt gij
mij ook iets omtrent uw familie-betrekkingen en
positie willen mededeclen? Ook omtrent uw
neigingen en smaak, en hoc wij het huwelijks
leven het best en gelukkigst konden inrichten.
Ik zou de toegevendheid daarin zoo noodig tot
de uiterste grenzen drijven, eu innig verkleefd zijn
aan de lieveling van mijn hart. Gewoonlijk ver
neemt men alles omtrent elkander in den
maatschappelijken omgang, maar ik ben niet zeker, dat
wij op onze wijze niet tot een even goed resul
taat zullen komen. Geloof mij "
?v *
De juffrouw die dit alles beschreven heeft, is
vrij boos op den ouden heer, zij heeft niet terug
geschreven. Zij zegt hem nu door middel vau
het blad waarin haar verhaal is opgenomen, dat
zij in de Tory-bladen zal kijken of zij zijn huwe
lijk geannonceerd ziet, eu al bloost in zijn plaats,
wanneer hij zijn brief afgedrukt zal zien. Eigenlijk
heeft zij tot die boosheid weinig reden; de man
heeft haar met, meer eerbied en openhartigheid be
handeld, clan waarop volgens Hollandsche begrip
pen het adverteutieu stollende meisje behoefde te
rekenen. In elk geval is hare conclusie niet onjuist.
Is er eeu moraal iu deze geschiedenis? Dat,
als de huwelijken in den hemel gesloten worden,
Sint Petrus een curieusen agent heeft iu den re
dacteur van de Mutrimoniul News. Wat zijn vier
duizend personen" betreft, die gereed waren om
te trouwen, ik vernam later van hem, dat er niet
meer dan vijftig per -jaar trouwen. Do mannen
zijn meest allen oud, en zoeken, als zij rijk iju,
altoos vooral mooie meisjes. De jouge mannen
worden, zooals de redacteur zegt, als zij geen geld
hebbeu, vrouwenmishandelaars eu verkwisters."
VOOR DAMES.
Huishoudscholen. Mode. De vrouw
als huwkoetsier. De vrouw ah sol
daat. Onderwijs in Italië. Fr
ulein Loisiiifjer. Mine Marchesi.
KuipjMtrunen.
Tot heden was de huishoudelijke kostschool,
waar de meisjes behalve wat litteratuur ook wat
huishoudkunst, het zorgen voor keuken en kelder,
het opdoen van do waseh en het verstellen van
een japon leerden, in Engeland iets zoo goed als
onbokends. In het laatste jaar kostschool leerden
de meisjes er algebra en compositieleer, Fransch
spreken en opstellen maken, en waren ergrootsch
op, dat zij geen linnen van katoen konden onder
scheiden en den prijs van een pond vleesch op
geen drie shillings na konden raden.
Er komt nu eene beweging om deze soort van
kostscholen in Engeland to begunstigen; ecne
school die sedert een paar jaar bestaat, die van
Mrs. Forsyth, Victoria square, is zoo in den smaak
gevallen, dat men gemeend heeft haar op echt
Engclsche wijze, als naamloozc vennootschap.
Forsyth technical College Company (Limited)"
te moeten exploiteeren. Zij is intusschen slechts
gedeeltelijk kostschool, er zijn ook halve
kostleerlingen; maar allen loeren er huishouden, ja
ponnen en hoeden maken, koken, wasschen, stij
ven en strijken, meubels bekleeden, boekhouden,
gezondheidsleer en huiselijk financieren Ook kan
men een of meer vakken afzonderlijk leeren. De
lossen zijn eerst theoretisch, dan practisch; bij
voorbeeld na oen uur voordracht over het strij
ken vau boordjes en manchetten brengen de leer
lingen liet gehoorde in praktijk op do goederen
die zij meegebracht hebben. De leerlingen moe
ten minstens zestien jaar zijn; het schoolgeld is
een pond voor de 12 lessen; voor de lossen in
hot koken drie pond.
*
* *
Voor den zomer wordt voorspeld, dat men
mantels in alle kleuren, die tot nog toe uitge
sloten schonen, zal dragen. Lichtgroen, /mise
foi'uste, vert-de-yris. t/eléu de grosciiles, hetzij met
zwart geborduurd of met soutacho van dezelfde
tint, kleur op kleur, wordt als mantels voor de
wedrennen voorspeld.
Men maakt ook van zijde in al deze kleuren
en-iout-CUKf van zestien banen.
* *
In Amerika hooft do vrouw weer een vak ver
overd; dat vau huurkoetsier: men ziot te Boston
vrouwen op den bok der vigilantes.
In een andere stad hadden dezer dagen de
dames ecu crnancipatiebal georganiseerd. Eou
dames-comitémaakte alle toebereidselcn, de hoeren
ontvingen iuvitatio 011 balboekje, en worden bij
don ingang der zaal door dames in zwart zijdon
japon met witten jabot en kanton manchetten
binnengeleid De dames vroegen hen ten dans on
bij den eotillon ontvingen do becron Lonquettoc,
met een pakje havanna's tot bclooning or in.
*
* *
Do quaesüe de vrouw als soldaat", werd in
dertijd aan het hof van don koning van Siain : Is
opgelost beschouwd. De amazonenlijfwacht des
konings bestond uit 400 gewapende vrouwen. Zij
IETS OVER SPELOPENINGEN.
Vervolg van No. 612.
Do hulpmiddelen bij do Evans en Schotscho
Gambiet staan aan weerszijden tamelijk gelijk,
hoeveel manieren van aanval en van verdediging
er ook mogen zijn, zoodat men deze Gambicts
wel als type van wat een ware Gambiet moot
zijn, zou kunnen noemen. Nu kan men wol aan
vallen en oen oll'er wagen dat te vroegtijdig is,
zooals in do Jeromo Gambiet, waar b.v.b. ge
speeld wordt
Ie zot e2 e4 e7 c5
2e g L fö1)8 cG
3e 11 c4 f8 c5
4e c4 X f? t 08 X ^
5e f3 X e5 f cG X e5!
Go dl h5 f 17?oGenz. enz.,
maar dan mist men gewoonlijk de gegevens
om een aanhoudenden krachtigen aanval door to
zetten. De zooeven genoemde schoone Gambiet
van kapt. Evans, en dio van den koningslooper
beantwoorden wol het meest aan die vorciscbto.
De heer Mortimer geeft eenige mooie wijzigin
gen in den lluy Lopez, dewijl hij als beste ant
woord voor zwart aangeeft op den 3on zot fl
b5, g8 f'G, omdat na den 4eu zet (12 dy.
zwart kan antwoorden cG e7 met de volgen
de voortzetting 5 bl c3, (als: f3 X e;">> c?
cG, G e5 c4, d7 do, 7 el X d5, cG X b5
8 c4 ? a3, e7 X do, enz. enz.,) c7 cG, G
böa4, e7 g(>, cl c3, t'8 o7, d3
d4, d7 dG, dl e2, waa.'Joor do partij gelijk
werd gevormd uit de mooiste en krachtigste
meisjes van hot koningrijk Eene rekruut moest
13 jaar ond zijn; na twaalfjarigen diensttijd trad
zij in een reservecorps, dat niet meer don koning
onmiddellijk omgaf, maar diens paleizen en
kroondomeinen bewaakte. ledere rekruut moest do
gelofte van kuischheid afleggen, en werd daarvan
alleen ontheven, wanneer de koning haar onder
zijne regelmatige gemalinnen opnam.
Het amazonenbataillon droeg eene prachtige
uniform; een fijn kleed van witte wol, met goud
geborduurd, reikte tot de knie ; daarover lag een
licht pantserhemd en een verguld kuras. De armen
waren onbedekt, het hoofd droeg een gouden
helm; bij feestelijke gelegenheden droegen de
amazonen oene lans die zij met wonderbaarlijke
behendigheid hanteerden; gewoonlijk waren zij met
een musket gewapend.
Het bataillon bestond uit vier compagnieën,
ieder van 100 vrouwen, met een vrouwelijken
kapitein aan het hoofd, Als het kommaudo door
sterfgeval open viel, hield de koning oen
driedaagsche wapenschouwing over de schaar zon
der leider en benoemde dan de vlugste en be
kwaamste tot kapitein. Hij ondernam nooit een
tocht zonder door zijne amazonen begeleid te
worden, Ieder van dezen had vijf negerinnen tot
hare bediening.
Wekelijks exerceerde iedere kompagnie twee
dagen op een paradeplein bij de stad, en oefende
zich dan met lans, musket, buks en pistool. Zeer
zelden kwam in dit korps eeno bestraffing voor,
maar duels bij menigte. Voor deze was verlof
vanden opperbevelhebber noodig; met zwaarden,
voor het front der gansche compagnie, werd de
strijd beslecht. Word een der duellisten gedood,
dan genoot zij eene prachtige begrafenis; en de
boeddhistische priester verklaarde in zijne lofrede,
dat zij door hare dapperheid de opneming in den
hemel verdiend had De overlevende duellistc
werd door hare kameraden gefeliciteerd, maar
mocht gedurende twee maanden haren dienst niet
waarnemen; zij moest dien tijd met vasten en
bidden doorbrengen.
*
Hoe de Italiaansche regeering over het onder
wijs voor meisjes denkt, blijkt uit een voorval,
dat kort geleden te Este plaats had. Daar ver
zocht een jong meisje tot bet bezoeken van het
stedelijk gymnasium toegelaten te worden. Het
gemeentebestuur weigerde de toelating, onder
voorwendsel, dat de lokaliteit van het gymnasium
niet ruim genoeg was.
Het meisje wendde zich nu tot den minister
vau onderwijs en daarna werd hot volgend tele
gram uit Kome aan het gemeentebestuur mede
gedeeld: Aan don prefect der provincie Padua.
Wanneer de gemeenteraad van Este niet allo jonge
meisjes die daartoe het verzoek doen, in zijn gymna
sium opneemt, dan weigeren wij dit gymnasium als
gelijkstaande mot andere gymnasia te erkennen,
on zullen hiervan kennis geven aan de families.
De rogcering kan het gymnasium niot als gelijk
staande erkennen, wanneer dit, hetzij uit gebrek
aan ruimte of om den geest die er heerscbt, zich
onwaardig betoont, onder de tegenwoordige toe
standen gehandhaafd te worden. Do minister
Boselli '.
*
* *
Do Elegante Welt drukt oenigo brieven af van
de vroegere operazangeres Johanna Loisinger.,
thans do vrouw vau prins Aloxandcr van
Battenberg. Zij zijn aan don kapelmeester Stoiz to Praag
gericht, en geven het beste getuigenis omtrent
do schrijfster. De brief van 17 Juni 1888, uit
Darinstadt gedateerd, bevat onder anderen het
volgende:
Waarde hoer Kapelmeester! Gij vergt te voel
van uwc krachten on geeft n zelf zeer weinig rust.
Toen ik nog het genoegen had. bij u to studceren,
zag ik, hoe druk gij het hadt, on toch wordt gij
hot niet moede, u ook nog voor mij moeite te
geven, waarbij gij toch geen voordcel hadt. Dat
zal ik zeker niot vergeten. Tot nog toe beu ik
niet in do gelegenheid geweest, daar inijno gago
nauwelijks voor mijne ouders en mijn oigon levens
onderhoud voldoende is, iots van deze schuld af
doen. Maar met ongeduld wacht ik het oogenblik
af, waarop mij dat mogelijk zal zijn. Met l Mei
is mijne bezoldiging verhoogd, en daarom verzoek
ik u nu, hoor kapelmeester, mij te zeggen, hoe
hoog mijn nota wel is voor al de lossen, die u mij
gegeven hebt. Do gcheele som in eens te zonden,
zal mij wol niet mogelijk ziju, daar ik helaas geen
kapitaal heb liggen; gij moet dus zoo goed zijn,
maandolijksche afdoeningen voor lief te nomen," enz.
*
* *
Mme Marchesi, te Parijs, vroeger zangeres on
thans sedert volo jaren do vcrmaardsto leerares
in don zang te Parijs, onder welke allo grootc
komt; welke speelwijze zeker verre te verkiezen
is boven do tot nu gevolgde: na don
3e zet f l V> g8 1G
4e 0?0 10 X e4
5e (12 d4 föe7
Ge fl _ el c4 dG
7e d4 X e;"> als nu d(> X b5 volgt,
dan wint op den Hsten zet c2 c4 het stuk
terug met een voordoeliger spel.
In don schotsrhcn Gambiet geelt Mortimer op den
3n zet (12 (14 "e5 X d4
?In 13 X (14 f8 - c5
5n cl c3 (18 i'G
Gn c2 c3 g8 o7, als hot
boste antwoord op Blackburns 7dcn sterken aan
val szot dl d2; do roquade voor zwart aan,
om to vervolgen mot (17 (15 op don 8ston zet
van wit f3 - e2, en dan op don Uden zet van
wit (14 X cG te spelen K! X c(i, lOc'en zet c4
-?c5, c8 f"), en bij dezen stand van zwart
zien wij niet in wat wit nu' zou moeten spelen.
Hij die zich werkelijk daarin oefent, zou in
verlegenheid geraken wegens do vele varianten
in don Evansgambict. Salvioli gooit zoowat 35
on Mortimer 25 varianten aan, maar toch komt
er niet moer licht in do zaak. Zwart kan zich
nn wol honden aan do gewone, of zich wagen
aan de zoogenaamde normaalvcrdediging, waar
mede Zukcrtort erg ingenomen was, en dio men
eigenlijk Amlcrssen's verdediging zou kunnen
noemen, maar die wordt toch door het grootst
gedeelte dor meesters afgekeurd.
Intusschen blijft do leerling steeds in twijfel.
s'a don 5n zet c2 c3
Gn (12 _ d4
7n O _ O
8n dl 1)3
bl a5
c5 X d4
(14 X c3
geeft Mortimer
in plaats van (14 X c3 aan a7 aG en Salvioii
a8 b8. Nu is de vraag wion van beiden zal
hij volgen. Maar als zwart nu in plaats van den
3en pion to nemen a5 bG speelt en wit dan
als 8e zet c3 X <14 speelt, antwoordt zwart (17
dij, nn gaat wit voort met als !)on zet d4
df> to spelen, dan komt zwart mot cG a5, on op
don lOn cl b2 geelt zwart g8 e7
lln c4 (13 O - O
12n bl c3 e7 gO
13n c3 e2 c7 c5
14n al cl! 17 iG
15n gl hl.
Tot zooverre komen Salvioli on Mortimer over
een, maar nu meent M. dat de zot moet zijn
gG e5, terwijl S. zegt bG c7, dan vervolgt
Mortimer en Salvioli
IGe zet i3 el c8 d7 e2 gi> b7 b5
17e d;i bl e5 c4 fl gl b5 b4
18e b2 al bG c7 g3 -?f5 c8 X *'">
l!)e dl d3 c4 e5 e4 X ^"' g*> c'~>
2(»e d3 g3 i'3 X t5 dG X e5
j 21e . dii el c7 d(i
i 22e g2 g4 In h(
cl c2.
(\Vordt i'crv