De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 31 maart pagina 6

31 maart 1889 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. «4 Ernstige ongesteldheid van Lord Tennyson. Er zijn zeer verontrustende tijdingen in omloop omtrent de gezondheid van Lord Tennyson. Het ia algemeen bekend, dat de poet laureate reeds sedert eenigen tijd erg aan de jicht lijdt, en hoewel die aanvallen tegenwoordig minder hevig zjjn dan vroeger het geval was, moeten de krach ten van den patiënt erg afnemen. Lord Tennyson, zoowel als zijn betrekkingen, verwachten veel baat van een reis naar Madera, die hij, zoodra het weer dit zal toestaan, voornemens is te ondernemen, maar het schijnt meer dan twijfelachtig of hij daartoe nog wel sterk genoeg zal zijn. Naar wij vernemen, zal bij den uitgever Ybe Ybes te Arnhem nog in deze maand het licht zien, een Hollandsche "ertaling, van het gunStig bekende werkje lm Kampf wn die Weltanschauung, Bekenntnisse eines Theologen von Pastor R. Wimmer in Weisweil bei Kerzingen (Baden). De vertaling is toevertrouwd aan de bekwame hand van den heer J. van Loenen Martinet. HET ZOEKEN VAN EEN MAN. (Slot). Nu, werd er aan de deur geklopt; een klerk kwam zeggen, dat er een heer buiten was om den redacteur te spreken. Hij wou uiet, binnenkomen. Ik dacht dat het wel een huwelijkscandidaat kon zijn. Mijn ondervinding wensoheude te volmaken, Beide ik: O, laat hem binnenkomen. Wie weet of het mijn toekomstige man niet is." U zijt wat haastig", zeide de redacteur; hij scheen verrast. Hij ging naar buiten, en kwam terug. /,Het is mijn schoonzoon maar." Wij praatten nog wat, en ik vernam dat zijn beste klanten officiers en bemiddelde dames waren. Veel haiidelsmenschen kreeg hij niet. Toen ik opstond, gaf bij mij eene circulaire, waarin ongeveer hetzelfde vermeld stond wat hij mij gezegd had: een pond vooruit, zooveel adressen als ik wilde, en tien pond na het huwelijk. Ik bood hem terstond den sovereign aan, maar ik moet zeggen, dat hij veel vertrouwen toonde. Er is geen haast bij", zeide hij; Betaal mij wanneer het u belieft." Zoo eindigde mijn eerste bezoek aan het bureau. Den volgenden dag kwam een exemplaar van de ' Jfalrimonial News. Het was zorgvïldig in een enveloppe verborgen. Op de eerste pagina stond mijn advertentie, zorgvuldig met een kruisje gcteekend. II. Kort daarop schreef ik aan twee der adressen, die de redacteur mij gezonden had. Een der heereu aantwoordde uit D?shire. Het was een Indisch kolonel. Daar mijn verhaal geheel waar is, is het niet romantisch. De kolonel scheen, ondanks zijn leeftijd, het te druk te hebbeu, om nu juist aan trouwen te denken. De brief luidde: Ik moet u danken voor uwen brief van den zooveelsten, en ook den redacteur van Mutrimonial NewSj omdat-hij u mijn naam genoemd heeft; het is toch zoo laug geleden sedert ik iets van hem gehoord heb, dat ik niet zou gedacht hebben nog op zijn lijst te s'aan. Ik weet niet goed wat op uw brief te antwoorden, want ik heb het op dit oogeublik te druk om aan zoo iets belangrijks als een huwelijk te deuken, en dat zal nog wel eenigen tijd duren. Intussehen zult u. als u portretten hebt, wellicht wel zoo vriendelijk willen zijn, er mij een te zenden. Ik zal het niemand toonen en het u terstond terug zenden." Er kwam nog een tweede brief, die tot teleur stelling leidde. Mijnheer S. (de mijnheer S. dien ik .volgens de redacteur had moeten trouwen) schreef uit Dow-street, in Piccadilly: Ik ben op dit oogeublik in de stad, ik heb veel afspraken en moet Vrijdag weer te Oxford zijn. Als het u schikte zou ik u gaarne in de schilderijen-galerij in Bondstreet zien, waar op dit oogenblik eeue collectie van den Frauschen salon te kijk is. Ik weet tot mijn spijt liet nummer van het huis niet meer. Als ik geen tegeubericht van u krijg, zal ik daar morgen zijn, van drie uur tot tien minuten over drieën. Het spijt mij, dat de tijd te kort is om het bepalen v au eene samen komst aan u over te laten." Een schilderijen-galerij in Bondstreet! Toch ging ik. Er was natuurlijk iemand; een conciërge, maar geen mijnheer S. Toen ik de volgende maal den redacteur sprak, ?was ik een beetje bits. Tut tut,'1 antwoordde hij afkeurend. Wat dwaas van hem. Eens verzocht een van mijn Leeren de dames hem aan het station ChariugCross, in de wachtkamer te wachten, met een blauwe veer op haai hoed. Hij kwam er, en zag een. dozijn dames met blauwe veeren; toeii ging hij rondvragen: Is u juffrouw" Browu?" Hij vond haar natuurlijk niet; toch was zij er, al den tijd. Het beste is, een brief te dragen." Hij zei dat hij zelf een afspraak voor mij zou maken om iemand te ontmoeten. Juist werd er aan de deur geklopt. Hij ging naar buiten en kwam terug: O, het is de professor," zeide hij. Het is zoo'n grappig man. Waarom krijg ik geen vrouw? vraagt hij telkens. Dan zeg ik: er is er geeu die u hebben wil. Als ze hooren dat ge nog nooit een meisje een kus hebt gegeven, lachen ze en willen u niet hebben.'' Ik betaalde nu mijn sovereign eu ontving als quitantie: Ontvangen van Miss de som van een pond, welke alle kosten van introductie tot aan het huwelijk omvat. M. Liston." Ik wilde dat de redacteur aan een paar Parlcmentsleden zou schrijven; ik had wel eens willen hooren wat die voor hot huwelijk eischten, ik zeide dat bij hen de leeftijd er niet op aan kwam. Maar hij zeide dat dat uiet helpen zou; zij moesten altoos bij hun vrouwen zulk een hoop geld hebben. Een dag of wat later, toen ik weer niets van den redacteur gehoord had, schreef ik nog een paar brieven aan adressen, die hij mij vroeger had opgegeven. Ik kreeg antwoord van een heer vau zeven-eu-veertig jaar, een heel beleefden brief; hij verzocht mij in het bureau vau de Hatrimonial Neics te komen. Er was daar een kamer voor zulke gesprekken. Ik ging er heen, eu wachtte een half uur. Ik moet zeggen dat het vooruit zicht op het laatste hoofdstuk van mijn roman mij heel koel liet. Eindelijk kwam hij, een ecuigzius verlegen heer vau buiten, gezond en flink gebouwd, ongeveer vijftig jaar. Een korte stilte. Toen gingen wij praten over de kamer eu het bureau, dat we niet heel schitte rend vonden. Ik zie dat hij er nu vogels in heeft," zeide de heer, die blijkbaar het bureau goed kende. Ja, die vogels hebbeu mij den tijd helpen korten." brief ontvangen." zeide ik Pauze. Ik heb eindelijk. Ja, ik heb hem in ecu donker kantoortje geschreven." O, de brief was heel goed." Mijnheer Listou heeft u zeker zooveel van mij verteld als ik zelf kuu doen:1" Integendeel; hij heeft mij niets verteld." Hij vertelde mij nu, dat hij een magistraat was en in eeu groot huis woonde. Zijn betrekking hield, hem voortdurend bezet. Vergaderingen bijwonen, meetings presidcercii, de armen raad gevcii eu huu standjes bijleggen. Vindt ge niet," zeide hij, dat onze leeftijd erg ongelijk is? Maar ge trouwt toch voor uw eigen ge noegen en uiet voor dat van de wereld?'1 vroeg ik. .,0, ik zou natuurlijk trouwen voor mijn eigen genoegen. Maar een dame van uw leeftijd zou natuurlijk naar bals eu partijen willen gaan, en ik dans niut." Zijt ge al meer getrouwd geweest?" Neen; ik beu ecu verstokte oude vrijer, vijftien of zestien jaar geleden heb ik over trouwen gedacht; maar toen waren er familieredeuen tegen." Hebt ge al dien tijd met mijnheer Liston er over onderhandeld? ' Het antwoord was niet heel duidelijk, maar waarschijnlijk wel bevestigend. Ik heb niet veel geld," zeide hij toen, maar ik heb veel te doen." Ik prevelde dat de betrekking van rechter in de provincie zeer benijdenswaardig moest zijn. Iedereen, man, vrouw en kind, moet u daar kennen." Zeker," zeide hij; iedereen kent mij daar." Hij ging toen zijn huis beschrijven, zijn meiden en knechts opnoemen, zijn dbg-cart en zijn phaeton eu meer. Als hij getrouwd was, zou hij bij zijn huis een nieuwen vleugel aanbouwen. Zijn inkomen kwam van grondbezit. Hij begon ge woonlijk lederen dag om elf uur aan zijn openbare zaken; hij was ecu Tory, maar dat zou geen be letsel voor het huwelijk zijn." O, neen," zeide ik, ik zou daarin mijn man's mccuiug volgen, zooals ik ook zou hopen dat hij in hoeden en mantels mij de mijne liet volgen." Zeidet ge niet, dat ge bij uw meerderjarig heid 500 pond 's jaars kreegt?" Ja, binnen eenige maanden, en 500 pond is een flinke aanwinst." Ja," zeido hij, na eeuig diep nadenken, een flinke aanwinst." Toen haalde hij een gouden horloge voor den dag; hij had een afspraak. Wij namen aan de deur afscheid; wij muien er beiden over deuken. M dien tijd hadden wij geheel uit financieel oogpunt gesproken; hij met, zijn hoed op, waaruit ik opmaakte dat hij kaal was, als twee mcuschen wier tijd kostbaar is, en die hun zaken te ernstig vinden om er bij te gaan zitten. Geeu spoor van gevoel bij een van ons beiden. Weinige dagen later kreeg ik dezen brief: Dcar'Miss. Ons kort, onderhoud maakte ons met elkanders uiterlijk bekend; eu gaf ons ook wellicht een gering inzicht in den geest of het hart die ons bezielden, liet was zeer vriendelijk van u, mij te schrijven en mij daarna een onder houd toe te staan, als begin van ecue kennismaking, die misschien voor mij de zegen van mijn leven kan worden. Ik zou gaarne trouwen, zoo spoedig mogelijk; gelijk gij bemerkt hebt, heb ik eenige begrippen, die oud zijn, maar gemakkelijk kunnen veranderd worden; dit slaat ook op de quaestic van leeftijd. Wat mij zelf betreft, ik ben publiek eigendom in mijn distriet, mijne omgeving zal u ook voldoende blijken. Verder hoop ik, dat ecnc kennismaking ook gedurende korten tijd, u zou overtuigen, dat ik in hart eu gedrag zoo ben, dat eeu liefhebbend en vertrouwend meisje mij wel haar levensgeluk kan toevertrouwen. Zoudt gij mij ook iets omtrent uw familie-betrekkingen en positie willen mededeclen? Ook omtrent uw neigingen en smaak, en hoc wij het huwelijks leven het best en gelukkigst konden inrichten. Ik zou de toegevendheid daarin zoo noodig tot de uiterste grenzen drijven, eu innig verkleefd zijn aan de lieveling van mijn hart. Gewoonlijk ver neemt men alles omtrent elkander in den maatschappelijken omgang, maar ik ben niet zeker, dat wij op onze wijze niet tot een even goed resul taat zullen komen. Geloof mij " ?v * De juffrouw die dit alles beschreven heeft, is vrij boos op den ouden heer, zij heeft niet terug geschreven. Zij zegt hem nu door middel vau het blad waarin haar verhaal is opgenomen, dat zij in de Tory-bladen zal kijken of zij zijn huwe lijk geannonceerd ziet, eu al bloost in zijn plaats, wanneer hij zijn brief afgedrukt zal zien. Eigenlijk heeft zij tot die boosheid weinig reden; de man heeft haar met, meer eerbied en openhartigheid be handeld, clan waarop volgens Hollandsche begrip pen het adverteutieu stollende meisje behoefde te rekenen. In elk geval is hare conclusie niet onjuist. Is er eeu moraal iu deze geschiedenis? Dat, als de huwelijken in den hemel gesloten worden, Sint Petrus een curieusen agent heeft iu den re dacteur van de Mutrimoniul News. Wat zijn vier duizend personen" betreft, die gereed waren om te trouwen, ik vernam later van hem, dat er niet meer dan vijftig per -jaar trouwen. Do mannen zijn meest allen oud, en zoeken, als zij rijk iju, altoos vooral mooie meisjes. De jouge mannen worden, zooals de redacteur zegt, als zij geen geld hebbeu, vrouwenmishandelaars eu verkwisters." VOOR DAMES. Huishoudscholen. Mode. De vrouw als huwkoetsier. De vrouw ah sol daat. Onderwijs in Italië. Fr ulein Loisiiifjer. Mine Marchesi. KuipjMtrunen. Tot heden was de huishoudelijke kostschool, waar de meisjes behalve wat litteratuur ook wat huishoudkunst, het zorgen voor keuken en kelder, het opdoen van do waseh en het verstellen van een japon leerden, in Engeland iets zoo goed als onbokends. In het laatste jaar kostschool leerden de meisjes er algebra en compositieleer, Fransch spreken en opstellen maken, en waren ergrootsch op, dat zij geen linnen van katoen konden onder scheiden en den prijs van een pond vleesch op geen drie shillings na konden raden. Er komt nu eene beweging om deze soort van kostscholen in Engeland to begunstigen; ecne school die sedert een paar jaar bestaat, die van Mrs. Forsyth, Victoria square, is zoo in den smaak gevallen, dat men gemeend heeft haar op echt Engclsche wijze, als naamloozc vennootschap. Forsyth technical College Company (Limited)" te moeten exploiteeren. Zij is intusschen slechts gedeeltelijk kostschool, er zijn ook halve kostleerlingen; maar allen loeren er huishouden, ja ponnen en hoeden maken, koken, wasschen, stij ven en strijken, meubels bekleeden, boekhouden, gezondheidsleer en huiselijk financieren Ook kan men een of meer vakken afzonderlijk leeren. De lossen zijn eerst theoretisch, dan practisch; bij voorbeeld na oen uur voordracht over het strij ken vau boordjes en manchetten brengen de leer lingen liet gehoorde in praktijk op do goederen die zij meegebracht hebben. De leerlingen moe ten minstens zestien jaar zijn; het schoolgeld is een pond voor de 12 lessen; voor de lossen in hot koken drie pond. * * * Voor den zomer wordt voorspeld, dat men mantels in alle kleuren, die tot nog toe uitge sloten schonen, zal dragen. Lichtgroen, /mise foi'uste, vert-de-yris. t/eléu de grosciiles, hetzij met zwart geborduurd of met soutacho van dezelfde tint, kleur op kleur, wordt als mantels voor de wedrennen voorspeld. Men maakt ook van zijde in al deze kleuren en-iout-CUKf van zestien banen. * * In Amerika hooft do vrouw weer een vak ver overd; dat vau huurkoetsier: men ziot te Boston vrouwen op den bok der vigilantes. In een andere stad hadden dezer dagen de dames ecu crnancipatiebal georganiseerd. Eou dames-comitémaakte alle toebereidselcn, de hoeren ontvingen iuvitatio 011 balboekje, en worden bij don ingang der zaal door dames in zwart zijdon japon met witten jabot en kanton manchetten binnengeleid De dames vroegen hen ten dans on bij den eotillon ontvingen do becron Lonquettoc, met een pakje havanna's tot bclooning or in. * * * Do quaesüe de vrouw als soldaat", werd in dertijd aan het hof van don koning van Siain : Is opgelost beschouwd. De amazonenlijfwacht des konings bestond uit 400 gewapende vrouwen. Zij IETS OVER SPELOPENINGEN. Vervolg van No. 612. Do hulpmiddelen bij do Evans en Schotscho Gambiet staan aan weerszijden tamelijk gelijk, hoeveel manieren van aanval en van verdediging er ook mogen zijn, zoodat men deze Gambicts wel als type van wat een ware Gambiet moot zijn, zou kunnen noemen. Nu kan men wol aan vallen en oen oll'er wagen dat te vroegtijdig is, zooals in do Jeromo Gambiet, waar b.v.b. ge speeld wordt Ie zot e2 e4 e7 c5 2e g L fö1)8 cG 3e 11 c4 f8 c5 4e c4 X f? t 08 X ^ 5e f3 X e5 f cG X e5! Go dl h5 f 17?oGenz. enz., maar dan mist men gewoonlijk de gegevens om een aanhoudenden krachtigen aanval door to zetten. De zooeven genoemde schoone Gambiet van kapt. Evans, en dio van den koningslooper beantwoorden wol het meest aan die vorciscbto. De heer Mortimer geeft eenige mooie wijzigin gen in den lluy Lopez, dewijl hij als beste ant woord voor zwart aangeeft op den 3on zot fl b5, g8 f'G, omdat na den 4eu zet (12 dy. zwart kan antwoorden cG e7 met de volgen de voortzetting 5 bl c3, (als: f3 X e;">> c? cG, G e5 c4, d7 do, 7 el X d5, cG X b5 8 c4 ? a3, e7 X do, enz. enz.,) c7 cG, G böa4, e7 g(>, cl c3, t'8 o7, d3 d4, d7 dG, dl e2, waa.'Joor do partij gelijk werd gevormd uit de mooiste en krachtigste meisjes van hot koningrijk Eene rekruut moest 13 jaar ond zijn; na twaalfjarigen diensttijd trad zij in een reservecorps, dat niet meer don koning onmiddellijk omgaf, maar diens paleizen en kroondomeinen bewaakte. ledere rekruut moest do gelofte van kuischheid afleggen, en werd daarvan alleen ontheven, wanneer de koning haar onder zijne regelmatige gemalinnen opnam. Het amazonenbataillon droeg eene prachtige uniform; een fijn kleed van witte wol, met goud geborduurd, reikte tot de knie ; daarover lag een licht pantserhemd en een verguld kuras. De armen waren onbedekt, het hoofd droeg een gouden helm; bij feestelijke gelegenheden droegen de amazonen oene lans die zij met wonderbaarlijke behendigheid hanteerden; gewoonlijk waren zij met een musket gewapend. Het bataillon bestond uit vier compagnieën, ieder van 100 vrouwen, met een vrouwelijken kapitein aan het hoofd, Als het kommaudo door sterfgeval open viel, hield de koning oen driedaagsche wapenschouwing over de schaar zon der leider en benoemde dan de vlugste en be kwaamste tot kapitein. Hij ondernam nooit een tocht zonder door zijne amazonen begeleid te worden, Ieder van dezen had vijf negerinnen tot hare bediening. Wekelijks exerceerde iedere kompagnie twee dagen op een paradeplein bij de stad, en oefende zich dan met lans, musket, buks en pistool. Zeer zelden kwam in dit korps eeno bestraffing voor, maar duels bij menigte. Voor deze was verlof vanden opperbevelhebber noodig; met zwaarden, voor het front der gansche compagnie, werd de strijd beslecht. Word een der duellisten gedood, dan genoot zij eene prachtige begrafenis; en de boeddhistische priester verklaarde in zijne lofrede, dat zij door hare dapperheid de opneming in den hemel verdiend had De overlevende duellistc werd door hare kameraden gefeliciteerd, maar mocht gedurende twee maanden haren dienst niet waarnemen; zij moest dien tijd met vasten en bidden doorbrengen. * Hoe de Italiaansche regeering over het onder wijs voor meisjes denkt, blijkt uit een voorval, dat kort geleden te Este plaats had. Daar ver zocht een jong meisje tot bet bezoeken van het stedelijk gymnasium toegelaten te worden. Het gemeentebestuur weigerde de toelating, onder voorwendsel, dat de lokaliteit van het gymnasium niet ruim genoeg was. Het meisje wendde zich nu tot den minister vau onderwijs en daarna werd hot volgend tele gram uit Kome aan het gemeentebestuur mede gedeeld: Aan don prefect der provincie Padua. Wanneer de gemeenteraad van Este niet allo jonge meisjes die daartoe het verzoek doen, in zijn gymna sium opneemt, dan weigeren wij dit gymnasium als gelijkstaande mot andere gymnasia te erkennen, on zullen hiervan kennis geven aan de families. De rogcering kan het gymnasium niot als gelijk staande erkennen, wanneer dit, hetzij uit gebrek aan ruimte of om den geest die er heerscbt, zich onwaardig betoont, onder de tegenwoordige toe standen gehandhaafd te worden. Do minister Boselli '. * * * Do Elegante Welt drukt oenigo brieven af van de vroegere operazangeres Johanna Loisinger., thans do vrouw vau prins Aloxandcr van Battenberg. Zij zijn aan don kapelmeester Stoiz to Praag gericht, en geven het beste getuigenis omtrent do schrijfster. De brief van 17 Juni 1888, uit Darinstadt gedateerd, bevat onder anderen het volgende: Waarde hoer Kapelmeester! Gij vergt te voel van uwc krachten on geeft n zelf zeer weinig rust. Toen ik nog het genoegen had. bij u to studceren, zag ik, hoe druk gij het hadt, on toch wordt gij hot niet moede, u ook nog voor mij moeite te geven, waarbij gij toch geen voordcel hadt. Dat zal ik zeker niot vergeten. Tot nog toe beu ik niet in do gelegenheid geweest, daar inijno gago nauwelijks voor mijne ouders en mijn oigon levens onderhoud voldoende is, iots van deze schuld af doen. Maar met ongeduld wacht ik het oogenblik af, waarop mij dat mogelijk zal zijn. Met l Mei is mijne bezoldiging verhoogd, en daarom verzoek ik u nu, hoor kapelmeester, mij te zeggen, hoe hoog mijn nota wel is voor al de lossen, die u mij gegeven hebt. Do gcheele som in eens te zonden, zal mij wol niet mogelijk ziju, daar ik helaas geen kapitaal heb liggen; gij moet dus zoo goed zijn, maandolijksche afdoeningen voor lief te nomen," enz. * * * Mme Marchesi, te Parijs, vroeger zangeres on thans sedert volo jaren do vcrmaardsto leerares in don zang te Parijs, onder welke allo grootc komt; welke speelwijze zeker verre te verkiezen is boven do tot nu gevolgde: na don 3e zet f l V> g8 1G 4e 0?0 10 X e4 5e (12 d4 föe7 Ge fl _ el c4 dG 7e d4 X e;"> als nu d(> X b5 volgt, dan wint op den Hsten zet c2 c4 het stuk terug met een voordoeliger spel. In don schotsrhcn Gambiet geelt Mortimer op den 3n zet (12 (14 "e5 X d4 ?In 13 X (14 f8 - c5 5n cl c3 (18 i'G Gn c2 c3 g8 o7, als hot boste antwoord op Blackburns 7dcn sterken aan val szot dl d2; do roquade voor zwart aan, om to vervolgen mot (17 (15 op don 8ston zet van wit f3 - e2, en dan op don Uden zet van wit (14 X cG te spelen K! X c(i, lOc'en zet c4 -?c5, c8 f"), en bij dezen stand van zwart zien wij niet in wat wit nu' zou moeten spelen. Hij die zich werkelijk daarin oefent, zou in verlegenheid geraken wegens do vele varianten in don Evansgambict. Salvioli gooit zoowat 35 on Mortimer 25 varianten aan, maar toch komt er niet moer licht in do zaak. Zwart kan zich nn wol honden aan do gewone, of zich wagen aan de zoogenaamde normaalvcrdediging, waar mede Zukcrtort erg ingenomen was, en dio men eigenlijk Amlcrssen's verdediging zou kunnen noemen, maar die wordt toch door het grootst gedeelte dor meesters afgekeurd. Intusschen blijft do leerling steeds in twijfel. s'a don 5n zet c2 c3 Gn (12 _ d4 7n O _ O 8n dl 1)3 bl a5 c5 X d4 (14 X c3 geeft Mortimer in plaats van (14 X c3 aan a7 aG en Salvioii a8 b8. Nu is de vraag wion van beiden zal hij volgen. Maar als zwart nu in plaats van den 3en pion to nemen a5 bG speelt en wit dan als 8e zet c3 X <14 speelt, antwoordt zwart (17 dij, nn gaat wit voort met als !)on zet d4 df> to spelen, dan komt zwart mot cG a5, on op don lOn cl b2 geelt zwart g8 e7 lln c4 (13 O - O 12n bl c3 e7 gO 13n c3 e2 c7 c5 14n al cl! 17 iG 15n gl hl. Tot zooverre komen Salvioli on Mortimer over een, maar nu meent M. dat de zot moet zijn gG e5, terwijl S. zegt bG c7, dan vervolgt Mortimer en Salvioli IGe zet i3 el c8 d7 e2 gi> b7 b5 17e d;i bl e5 c4 fl gl b5 b4 18e b2 al bG c7 g3 -?f5 c8 X *'"> l!)e dl d3 c4 e5 e4 X ^"' g*> c'~> 2(»e d3 g3 i'3 X t5 dG X e5 j 21e . dii el c7 d(i i 22e g2 g4 In h( cl c2. (\Vordt i'crv

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl