De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 5 mei pagina 6

5 mei 1889 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. Ka 619 de straat met Laar hooge huizen verduistert meer en meer, maar de lantaren van »Beth-San" brandt nog, stralend in den donkeren herfstnacht, als het wenkende licht vaneen baken boven een zee van menschelijke ellenden. Eenige avonden later, bij even vochtig, slecht en somber weer, sluipt «Zwarte Bertha" weerroud aan het einde der Warmoesstraat. Weer blijft ze staan voor »Beth-San" en de zelfde besluiteloosheid, dezelfde weifelende angst en vrees om binnen te treden herhaalt zich op nieuw, tot plotseling een hand zacht op den arm der aarzelende vrouw wordt gelegd en een vrien delijke stem haar toefluistert, terwijl ze zich haastig omkeert: »Als je hart je heeft ingegeven om hier te komen, ga dan niet weer terug kind, maar kom meer" naar binnen, dan kunnen we samen eens spreken." 't Is de naar huis gekeerde directrice die dit zegt. Bij de laatste woorden zijn door den geest van ?Zwarte Bertha" allerlei gedachten gevlogen aan de teksten en spreuken daarbinnen op de muren, aan den Bijbel, aan vrome preeken, en onwillig schudt ze de vreemde hand af. De directrice, door vele en soms harde onder vinding geleid, raadt half haar gedachten en de weggetrokken, koude hand weer in de hare nemend, gaat ze zacht en troostend voort. «Misschien ben je bang dat we je lastig zullen vallen over godsdienst? Och, neen, kind, 'kweet immers niet eens tot welke kerk je ooit behoord hebt. 't Eerste waaraan vrouwen als jij behoefte hebben, is onze liefde; de rest moeten we aan God zelf overlaten. Je ziet er zoo ziek, zoo afgemat uit, wil je voor dezen nacht hier niet wapen? Kijk!" zij opent de deur »daar staat: Welcome!" De bruine oogen der kleine, bleeke vrouw, die eenige dagen geleden met hun gebiedenden opslag de ruwe indringers door zedelijk overwicht in be dwang wisten te houden, zien nu smeekend de gevallene aan; 't geldt hier een menschenzieldie misschien nog gered kan worden. En geleid door den zachten, aantrekkelijken glans der oogen, met den klank der vriendelijke stem nog in haar ooren, gaat »Bertha" mee naar binnen. Niemand doet haar een vraag, niemand spreekt haar van godsdienst of houdt een preek. Een andere, oudere vrouw helpt haar om zich te outkleeden, haar lange haren worden ontward, geborsteld en gevlochten; dan krijgt ze een bad onbeschrijfelijke weelde en als ze daarna in zindelijke kleêren gestoken is, geeft men haar wat voedsel en drinken. Dien nacht slaapt zij op een werkelijk bed, in een van de acht kleine, kraakzindelijke houten slaapkamertjes, die »Beth-San" rijk is. Met onuitsprekelijk welbehagen rekt zij zich uit op het eenvoudige leger en als ze haar gelaat diep in de frissche kussens drukt, vergelijkt ze dezen avond met gisteren, toen ze, op een een zame plek, aan den walkant stond, in het lok kende, donkergroene water neerzag en dacht of daarin misschien de rust was te vinden die ze vruchteloos elders had gezocht. Zij durfde niet! Een machtige vrees had haar aangegrepen, haar bleeke, sombere schimmen doen zien in de koude, duistere diepte. Ze waagde het niet zich neer te storten in het zacht kab belende water, omdat ze voelde, omdat ze wist dat ook daarin geen rust te vinden is voorafgestreden zielen. De schaduwen van den slaap strekken zich zachtkens uit over haar moede oogleden; haar gedachten verwarren zich, worden neveliger en flauwer, 't Is of ze in een andere, vrediger we reld zacht wordt overgeplaatst, haar herinnering smelt langzaam weg; 't wordt duister om haar heen, en eindelijk valt ze geheel in een rustigen, droomloozen slaap. Lang nog blijft de lantaarn boven »Beth-San", branden tintelend in de duisternis als een reine, wenkende ster, die van een wereld spreekt waar de maatstaf der zonde een andere is dan die der menschen. Nog uren blijft haar licht stralen in den droevigen nacht, want daar zwerven er nog zooveel lond die hopeloos en afgemat zijn. Het getal der »Zwarte Bertha's" is groot het Huis der Kuste is klein, vél te klein! VOOR DAMES. In Japan. Het feest der chrysanthemum's. Vrouwenregeering. Parasols. Het nieuwe boek van Pierre Loti, Japoneries d'Automne, geeft een alleraardigst levendig ge kleurde schildering van het contrast, door de plotselinge verandering der toestanden in Japan veroorzaakt. Het sterkst komt dat contrast uit in het deelnemen der dames aan de openbare samen leving. Reeds een zonderlingen indruk maakt een uitnoodiging als deze, in het Fransch: De minister van buitenlandsche zaken en gravin Sodeska hebben de eer u uit te noodigen, den avond op Rokoe-Meikan te komen doorbrengen, ter eere van den geboortedag van Z. M. den keizer. Er zal gedanst worden." Dansen ter eere van den Mikado, in een Japansch paleis, is reeds eene verwarring; maar op de achterzijde van de invitatiekaart leest men: Te, een uur 's morgens zal een speciale trein voor de huiswaartskeerenden van het station Sibachi vertrekken." Het paleis Rokoe-Meïkan, niet ver van Jeddo, bij het station Sibachi gelegen, was voor het Enropeesche bal op de prachtigste wijze ingericht. Het heeft een eenigszins Europeesch karakter, en is in de stijl eener groote villa of Kurhaus ge bouwd. Naar de eerste verdieping leidt een prachtig verlichte escalier d'honneur, omlijst met reusachtige chrysanthemum's, de of'ficiëele bloem van Japan. Hier zijn de receptiezalen; de heeren zijn er in frac, de dames in Parijsch baltoilet. Maar plotseling treedt een soort processie binnen, het zijn de dames van koninklijken bloede die tot het hol behooren; zij dragen wonderschoone oud-Japansche brokaatcostumen, vorstelijk en be lemmerend, om de tengere leden, en reusachtige vlinder- of waaiervormige kapsels boven de naïeve poppengezichten. Zij zijn werkelijk uit eene andere wereld, uit een tooversprookje, in deze moderne omgeving overgeplaatst; zij krijgen hare plaats in een der salons en blijven daar, glim lachend en afgezonderd, met zwartgelakte tanden, afgeschoren wenkbrauwen, geverfde nagels, en waaiers die een fortuin vertegenwoordigen. De Japansche officieren stellen de vreemde gasten aan hunne landgenooten voor: veroorloof mij, u voortestellen aan Mlle Arimaska, of Mlle Koenitcheva, of Mlle Karakomoko, de dochter van een onzer dapperste kavalerieofficieren, de zuster van een onzer uitstekendste inge nieurs," enz. Deze dames glimlachen evenals hare Japansch gekleede zusters, maar spreken Fransch en laten op haar paarlemoeren of ivoren balboekje de wals of de niazurka inschrijven. Weldra klinkt de muziek van Offenbach, van Métra of Strauss, en zij zweven aan den arm harer dansers rond. In de pauze biedt het buffet in de benedenverdie ping al wat men verlangen kan, paté, wild, zalm, sandwiches, ijs en champagne, en de Japansche dames laten er zich door hare cavaliers bedienen alsof zij voor niets anders waren opgeleid. Pierre Loti, nieuwsgierig welk antwoord hij krijgen zou als hij de groep prinsessen naderde, begaf er zich heen en sprak in het Fransch zijn verzoek om een dans uit. Zijn slecht Japansch durfde hij tegenover deze onvervalschte Japonaises niet ten beste geven. De dame, die hij aansprak verstond niets van zijn verzoek, maar keek, ver baasd en nieuwsgierig, als om hulp zoekend, een achter haar zittende dame aan. Deze vroeg in goed Fransch en op zeer gedistingeerden toon: Wat verlangt gij, mijnheer?'' De eer van een dans met mademoiselle." In eene seconde teekenen zich alle unances der verbazing op haar gelaat, dan buigt zij zich tot hare buurvrouw en deelt aan deze den verbijsterenden wensch van den vreemdeling mede, om met een prinses te dansen. Beide lachen en zien den vreemdeling verwonderd aan, dan verklaart de vertaalster zeer vriendelijk en gracieus, dat hare vriendin, evenals zij zelve, van deze nieuwe dansen niets kent. Was het waar, was het een voorwendsel ? in elk geval scheen het tegen de etiquette te strijden, dat de vreemde zee-officier het verzoek deed of dat het ingewil ligd werd. De Keizerin van Japan was vroeger voor het volk onzichtbaar; gelijk eene godheid werd zij voor iederen origewijden blik beschermd. Wilde zij het uitgestrekte domein van haar paleis te Jeddo verlaten, daar werd haar gouden draagkoets in groote violette kleeden gewikkeld, en pages liepen vooruit, om evenals bij Lady Godiva, alle menschen aan te zeggen, dat zij deuren en vensters zouden sluiten. Thans is dat anders; tweemaal 'sjaars, in April en in Novem ber is de keizerin althans voor genpodigden zicht baar. Den 9 November was het feest der chrysanthemums en het gelukte Pierre Loti, eene uitnoodigingskaart te verkrijgen. De kaart ver meldde, dat als het op 9 November regende, het feest op 10 November zou plaats hebben, regende het ook op 10 November, dan werd het afgesteld. Op 9 November goot het; maar op 10 November was het goed weer, zoodat het feest doorging. Het paleis van Akaraba, waar het plaats heeft, is uiterst eenvoudig, bijna armoedig, maar de tuinen zijn verrukkelijk. De verzamelde gasten hadden alle gelegenheid om de kostbare reuzenchrysanthemums en de overige prachtexemplaren te bewonderen, want de keizerin, die te drie uur komen zou, verscheen een uur te laat. Te vier uur hield plotseling de muziek in een opera transcriptie op en begon een godsdienstig, lang zaam koraal, de Japansche hymne, te spelen. Van het eind der laan naderde een groep van een twintigtal vrouwen, zeer langzaam wandelend; haar bonte zijden kleederen wierpen een zonder lingen glans door het donkere gewelf der boomen. Aan het hoofd van deze fantastische processie, die een onvergetelijken indruk maakt, wandelt de keizerin; haar kleed is violet met witte chrysanthemnms. Haar gang is langzaam gerythmeeerd en verraadt de vormen harer gestalte niet; hare hand, die den violetten parasol vast houdt, is als een kinderhand, de andere is in de lange pagodemouw verborgen; haar gelaat glim lacht steeds. In een groote met violet krip gedrapeerde kiosk, met chrysanthemums versierd, is de tafel aangericht, op Europeesche wijze, met veertig zilveren couverts. De keizerin neemt haren zetel aan het hoofd der tafel in, de prinsessen nevens haar, de overige gasten waar zij verkiezen. Het orkest speelt een Italiaansch air, een aantal be dienden, in zwart en-roode livrei, nemen uitmun tend hun ambt waar; het menu is geheel Euro peesch. Na het diner hield de kiezerin een soort van receptie. De vrouwen van de Fransche, Duitsche, Engelsche, Belgische en Russische gezanten werden bij haar ontboden en door middel eener hofdame wisselde ieder eenige woorden met de keizerin. De keizerin vraagt hoe het u in Japan bevalt." De keizerin vraagt, of gij van de bloe men in onze tuinen houdt." De keizerin wenscht, dat gij u in haar land gelukkig inoogt gevoelen." Na Pierre Loti's reis, die reeds eenige jaren geleden plaats had, is er nog veel veranderd; onder anderen is ook aan de princessen het Euro peesch costuum voorgeschreven; wellicht dansen zij reeds met de Fransche marine-officieren. Een teeken des tijds is de overvloed van versche bloemen, die te Parijs gedragen wordt. Bij alle gele genheden, bij den morgenjapon, bij het visitetoilet, zoowel als bij het groot balcostuum behooren tegenwoordig frissche bloemen. Eene dame die zich wat veel beweegt, kan allicht vijf of zes malen daags eene frissche bezending, in harmonie met haar toilet, gebruiken, maar ook wie niet de ongehoorde sommen kan uitgeven, die tegenwoor dig aan bloemen besteed worden, kan zich tooien met een vroolijk en vriendelijk bloemsieraad. De smaak voor bloemen spiegelt zich in de mode af. De lichte zomerstoffen zijn vol bloempatronen ; zelfs satijn en damast zijn gebloemd ; bonte takken sieren batist en linnen, en men maakt geheele niches van bloemen als omlijsting voor den hals van huis- en visitetoiletten. Behalve de bloemen zijn in het patroon de strepen in de mode; liefst effen strepen met ge bloemde afgewisseld, of ook bloemen op de beide strepen overloopend. Men neemt do strepen wel vier centimeters breed; eene fraaie combinatie is die van satijn- en foulardstrepen; de foulardstrepen met een bloemen- of figuurpatroon. Men verwacht een warmen zomer, want de stof fen zijn meest zeer dun; crépe-de-Chine, grena dine, voile, ook alpaca en cachemire, maar vooral het oude barège, dat sedert vijftien jaar in on genade is, en nu zegevierend, na een enkele be schaamde proef, verleden jaar bij den grand prix, zijn intocht houdt. Men beweert, dat er weer witte kousen gedra gen zullen worden; un bas blanc bien tiré, zooals Béranger en de Musset hem bezongen, zou weer het gewenschte worden. De nieuwe zijn echter a jour, van fil d'écosse; men zal ze dezen zomer zelfs voor straattoilet kunnen dragen, met laag uitgesneden schoenen. * ** Volgens eene correspondentie in de CJücago 2'riïmrae, blijkt de vrouwenregeoring in de stad Oscaloosa, in Kansas, uitstekend te voldoen. De burgemeesteres en de dames-overheden hebben de stad in alle opzichten vooruit doen gaan. Het bericht is van illustraties voorzien; eene daarvan stelt eene zitting van den gemeenteraad te Oscoloosa voor; de dames dragen er zeer modieuse nieuwe hoeden, en hebben er de breikous of ander handwerk in de hand. Op de kachel staat de thee ketel te dampen. Twee andere plaatjes stellen den toestand der stad onder de mannenheerschappij en onder die der vrouwen voor; onder de eerste zijn de voetpaden vervallen, mesthoopen liggen voor de deuren, kippen en varkens loopen onbehoorlijk vrij rond. Onder de vrouwenregeering zijn de voetpaden keurig in orde en schoon ; de straat zelf is met boomen en bloemen omzet; de kippen hebben lintjes om den hals; de haan loopt eenzaam ver van de hennen; de varkens hebben een strikje aan hun krulstaart. * * * Naar men beweert, zullen te Parijs dezen zomer nieuwe modellen van parasols gedragen worden; de beschrijving intusschen doet twijfelen aan den goeden smaak des uitvinders en dus ook aan het succes dat de uitvinding hebben zal. Do parasols vertoonen de bladeren van verschillende groenten, in dunne zijde geïmiteerd. De een is bij voorbeeld samengesteld uit groote koolbladen, de andere uit kropsla; een derde exemplaar, modèle Berlin, schijnt uit witte koolbladen te bestaan. Met lof wordt gesproken van den parasol, uit donkergroene zijden spinaziebladen samengesteld, in den vorm van een krans aaneengevlochten; en als prachtig geroemd wordt een gladde witzijden parasol met een ruche van krulsalade versierd. * * * Hoe Maria van Bourgondiëer uitzag, is zeker niet uitvoeriger beschreven dan door haar man, Maximiliaan van Oostenrijk. Deze meldde kort na zijn huwelijk aan een vertrouwde : Maria is van lichaam klein; veel kleiner dan Rosina (Maximiliaan's vroegere geliefde) en sneeuwwit; zij heeft bruin haar, een klein neusje, een klein hoofdje en gezichtje, de oogen bruin en grijs gemengd, schoon en helder, alleen het beneden-ooglid hangt wat laag, alsof zij pas geslapen had, toch is dat niet zeer in 't oog vallend. Haar mond is wat hoog, maar helder en rood, voor hot overige een veel schoonere jonkvrouw dan ik ooit gezien heb, en vroolijk. Hadden wij hier (in de Nederlanden)' maar vrede, dan zaten wij in een rozentuin " E?e. Allerlei. In een der New-Yorksche bladen komt een nieuw stel hotel-reglementen voor, dat tegelijk dient om de laatdunkendheid, waarmede Amerikaansche hötelhouders aan hunne klanten de wet voorschrijven, te persiffleeren, en tevens de ge breken van het Amerikaansche hótelleven zelf in een helder licht stelt, bv. de fashion, moorden en zelfmoorden in hotels te plegen, het toenemend aantal branden en instortingen van hotels, het vluchten der clerks met al de hun toevertrouwde kostbaarheden der reizigers, enz. De nieuwe vermakelijke rnles luiden : 1. Gasten, welke zich in moeielijke omstandig heden bevinden, worden verzocht, niet in dit huis te sterven. 2. Is dit laatste intusschen niet te vermijden, dan moet de dood evenwel niet ten gevolge eener besmettelijke ziekte plaats hebben. 3. De gasten worden verzocht, steeds de deur van hun kamer van binnen open te maken, alvorens een zelfmoord te begaan. 4. Jonggetrouwde he°ren, welke in dit huis van plan zijn, op hun vrouwen te schieten, zullen wel doen. vooraf zich zelf eene doodelijke wond toe te brengen. 5. Gas ten kunnen den clerfc hunne voorwerpen van waarde te bewaren geven; de voorwerpen worden zeker terugggeven, ingeval zij voor den clerk nut teloos zijn, 6. Wij houden er een afzonderlijke eetkamer voor kinderen op na; hier mogen zij elkander met aardappels gooien, de soep over hun kleêren gieten, en de spijzen over hun gezichten smeren, wanneer zij gewoon zijn dit thuis te doen; aan de groote tafel is zooiets namelijk niet ver oorloofd. 7. Hoeren en dames, welke uit den lift (ascenseur) in den langen koker naar beneden vallen, moeten oppassen, dat zij ons niet de kalk van de muren krabben. 8. Bij brandgevaar mogen de reddingstoestellen en nooddeuren alleen door gasten gebruikt worden ; andere personen, welke zich toevallig in het hotel bevinden, moeten wachten, tot de beurt aan hen komt. 9. Hetzelfde geldt in geval van het instorten van dit gebouw; er zal streng toezicht op gehouden worden, dat alleen gasten uit de puinhoopen worden opgegraven. 10. In tegenwoordigheid van dames mogen geen. revolvers afgevuurd worden; personen, die elk ander wenschen dood te schieten, vinden onder No. 4 in den rechtervleugel van het huis een steenen gewelf, voor het geval dat zij daarvan willen gebruik maken. Een dokter en lijkbezorger zijn altoos in de nabijheid. 11. Gasten uit Arizona moeten, vóórdat ze gaan slapen, hun laarzen uittrekken, of althans de sporen er afschroeven; heeren uit Texas moeten hun wapens afgeven en geestelijken uit New-Jersey hun voorraad bran dewijn. 12. Gasten, welke zich als man en vrouw" laten inschrijven,maar geen huwelijksbewijs hebben, worden opmerkzaam gemaakt, dat God hen ook in het verborgene ziet; overigens zijn er trouwformulieren en een betrouwbaar geestelijke bij den portier steeds ter beschikking. De ondernemende Rotterdamsche firma Herckenrath en van Rader opent N. Z. Voorburgwal een magazijn en herstelplaats van vélocipèdes; het zevende in ons land. Hunne magazijnen zijn uit stekend gesorteerd; wie eene vélocipède wil koopen of doen herstellen zal wel doen een be zoek aan die inrichting te gaan brengen. Een aardige reclame is hun adreskaart in den vorm van een telegram. 67 dl b2 h3 h2 68 a2 bl b4 b3 69 b2 d3 h2 hl f 70 d3 cl f b3 c3 71 bl al (g hl X cl f 72 al a2 cl hl 73 a2 a3 hl al mat. a) Eene aloude verdediging die in de laatste jaren door Bird en Blackbarne veel gespeeld wordt. b) Dit is eene zeer goede verdediging die o. a. door Anderssen veel werd aangewend. Schalop eii Berger bevelen ook de zetten 4 b5 ai of b5 c4 aan. c) Een echt Bird'sche tegenaanval, die echter met be leid moet worden afgeslagen. d) Beter schijnt hier te zijn 6 d2 d3, R c5, 7 bl <12 en de f pion niet op te schuiven. e) Tempoverlies l Had wit schaak willen geven, dan had hij dat bij de vorige zet moeten doen, hoewel de voortzet ting 10 céb5t, e8 fS, 11 11 el, g8 el, 12 bl d2, c8 g4, 13 d2 fa, h8 - h6 zekerlijk niet in Zwart's nadeel is. ?) Hier was nu 8 h2 h3 om c8 g4 te vermijden de juiste zet geweest, daar deze zet het gehetle witte spel vastzet. De zet 18 bl d2 (om op c8 g4 te antwoorden d2 f3) werd genoegzaam beantwoord dour f6 g4. (j) m de zet f6 e4 te ontgaan. h] Want nu zou er op volgen 19 d3 X e4, d4 d3t, 20 gl hl, fl f6! 21 eó X do, (wat niet kon toen de looper op a4 stond) en wit wint. i) Een fraai en correct oft'er I j) Op 23 g2 X g* ware gevolgd: ff, X g*, 24 cl d2 ! g4 X h^ (°P h4 h3 zou hetzelfde spel van de partij ont staan zijn) 25 gl X n2, e8 X e2t, 26 h2 h3, h8 'h5 en zwai't heeft een winnend 8pel. k) Hier was m. i 25 e8 e2 beslissend geweest. Volgen moest dan 26 gl fl (het beste) e2 fat, 27 fl el! (anders volgt mat) h3 h2; speelt wit nu 28 b3 X'W dan volgt h8 h3 gevolgd door h3 g3 en wint. p 28 el dl volgt h8 h3 ; 2>J d2 el, g4 e3t; 30 dl cl l'U g2 en wint. 1) Het beste! op 26 f4 X g5 was weer de vorige variant eS e2 gevolgd. m) fog wel het beste ! op 28 d2 X f* volgde mat door e8 ??el; op 28 13 X g* verloor wit direct door de dan aaneengesloten pionnenketen. n) De beslissende zet! Wit moet wel slaan, want op 29 f8 dl volgt e3 g3t, 30 gl fl, g4 e3t, 31 fl el (op 31 fl e3 volgt f4 f3f; 12 e2 el, hu h2 en wint (en op 31 42 X e3 volgt d4 X "3 en wint) h3 h2 en wint. o) Om het tweezettig mat door e3 e2 te ontgaan! pi Gedwongen l Op 31 hl gl volgt h3 h2 ; 32 gl g5 h2 hl dt; 33 f3 X hl, h8 X hit en wint. q) 32 a5 X b" was niet g°e<l wegens hl g3t 33 f l el ! h3 h2! 34 f3 hl (het eeuige) a7 aG; 35 bl c3 g3 X hl en wint. r) Wit mag het fijn en ver berekend offer niet aannemen zooals blijkt uit de voortzetting: 34 c3 X d4, Iï8 g8, 05 hl X b7 ! g8 git, 36 fl C2, h2 hl d ; 37 W X hl, gl X hl; 38 h4 hö(is er beter ?) hl h2t, 39 e2 dl, f4 13 ; 40 b5 b6 ; e3 e2t, 41 dl d2, h2 hl en wint. K) Noodzakelijk ; om het dreigende h8 gS te vernagelen. O Op 43 f2 X K'i wint natuurlijk f3 X R2 onmiddelijk. u) Het bette l Op 47 e5 gfit, f8 g7 ; 48 g« X W wint cl X bl onmiddelijk. i') Welk bezwaar wit had tegen 49 e5 gtïgevolgd door 50 g6 X f4 's mij niet duidelijk. (r) Natuurlijk niet 52 e4 X ^ wegens verlies van het paard door 1)3 X d3. x] Noodzakelijk! ij} Eene misrekening! Zwart meende in 3 zetten mat te geven doch overzag dut wit en passant nemen kon. Natuur lijk was na 60 1'3 fl dt: partij direct gewoimt-n. r) Hier had wit, die de partij tot nu toe uitstekend ge spoeld heeft, ze moeten opgeven. De aanteekeningen zijn van den Heer A. J. A. Prange te Utrecht. Party gespeeld op New-Yorker schaaktournooi in de tweede afdeeling tusschen de heeren E. Delman. M. Tschigorin. Damenopcning. wit. zwart. l d2 d4 d7 d5 2 e2 e.'S g8 K 3 fl d3 c7 cl? 4 h2 h3 b8 d7 f. gl 13 d8 c7 6 b2 b3 e7 -?ef> 7 d4 X e'r> d7 X e!"> 8 cl b2 f8 do 9 bl d2 eó X d3 f 10 c2 11 dl 12 f3 13 O 14 a2 15 a4 16 fl 17 d4 18 d3 19 f3 20 e2 21 h4 22 h5 23 26 24 d4 25 h 2G e;> 27 g2 28 f2 29 gl 30 hl 31 gl 32 b2 33 cl e2 d4 O a4 c8 f5 0?0?0 f5 g<; c8 X cl a t'3 (14 b h4 d h eó e5 h7 dS f7 b8 h5 a6 d7 e8 fó c h7 e X X X f(> - g3 X e.'ïc, hl gl - fl e5 f cl (17 f(i g h8 g8 ' (1<> V e5 g« - S" h 7 X g'; e8 X e3 i cl h3 opgegeven. X g3 t X. h3 f X e3 f -- g» V e5 - « f a) Wit staat uu beter. b) b'2 X g7 was w°l wa^' povaarlijk. c) Uier begint do tegenaanval. ) Zeer zwak, dio Juoper komt jnist op een plaats, waar door hij den pion niet belet den aanval voort te zetten. f) Op i'7 had de looper den pion bewaard : maar nu zet zwart een klein vaUetjo aan wit, waar die ook inloopt. /") Dit was de val en de gevolgen zijn niet af te shuin. ;/) Al deze zetten zijn door zwart berekend voor hij het offer van den pion. aanbood, maar zwart had dit ofl'er niet moeten aannemen. h] Hij heeft niets beter? i) Fijn en correct gespeeld. j) Doodelijk! c!2 11 zou nog: val g«rekt hebben.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl