De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 5 mei pagina 7

5 mei 1889 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 619. DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. 7 De firma Schravendijk, wier magazijnen van Engelsche en Amerikaansche artikelen te Amster dam en Rotterdam eene zeer goede reputatie ge nieten, opent heden Kalverstraat 28 eene ruime en fraaie filiale. Hoewel de firma Schravendijk niet uitslui tend buitenlandsche artikelen verkoopt, maar ook gaarne de nationale industrie begunstigt in dien deze even soliede en goedkoop levert, zijn toch de meeste zaken, als: reisartikelen, koffers, valiezen, parapluies en parasols, gummi-artikelen, regenmantels en jassen, papeterie enz. enz. van vrtemden oorsprong. Het magazijn is keurig in gericht en hier is in de eerste plaats het werk van Amsterdamsche leveranciers vertegenwoordigd. De heeren Becht & Dyserinck leverden de fraaie Siemenslampen en gaskronen, allen vervaardigd in hunne iabriek alhier, waarmede zij weder ge toond hebben dat men althans voor deze artikelen, niet naar het buitenland behoeft te gaan. De betimmering van den heer Van Wijk en het schil derwerk van den heer Kröner, maken een goed «ffect. Cecitia's verkeerde verjaardag. Het tooneel stelt ?voor een der Berlijnsche rechtbanken: Knap zag zij er uit, zooals zij daar stond, met de wel is waar «enigszins roode, maar goedgevormde handjes koket in de zakjes van het hagelwitte schort gestoken. Haar aardig gezichtje met het iet of wat impertinent hemelwaarts gekeerde neusje was van opgewon denheid hoog gekleurd, maar de bezitster daarvan zat ook op de bank der beschuldigden en dan is het wel verklaarbaar, dat iemand het bloed naar het hoofd stijgt. President: Gij zjjt de dienstbode Anna Cecilia Siebenlist?" Beschuldigde: Anna" niet, en dienstbode" ook niet meer, daar ik beide tegelijk met mijn laatste meesteres aan den kapstok gehangen heb. Binnenkort zal het bovendien nog heel anders worden, daar ik de volgende week met mijn Julius naar het stadhuis ga." Pres.: Nu, dat kan ons niet schelen, maar over uw voornamen iztoeten wij nog eens nader spreken. Hoe komt het, dat gij bij het verhoor voor den commissaris van politie gezegd hebt, Anna te heeten l" Besch.: Dat zal wel de schuld zijn van mijn vroegere mevrouw. Dat zit namelijk zoo in elkaar: Toen ik bij haar in dienst kwam, vroeg zij mij, hoe ik heette. Ik zei: Cecilia". Neen, vond ze dat gaat niet aan. Ik noem mijn dienstboden altijd Anna, en zoo zal ik jou ook noemen Wat kon ik er aan doen? Ik heb mijn eerlijken naam moeten opofferen!" Voorz.: Gij hebt vroeger reeds straffen ondergaan,wegens beleediging en wegens het zonder verlof verlaten van uw dienst; ?wat is er toen tusschenuen demenschen. waar gij diendet, gebeurd?" Besch.: Dat was mijn eerste dienst. Ik was daar als kindermeisje en wat mijn heer betreft, die dacht geloof ik, dat ik zoo'n soort meisje van alles" was, maar hij kwam van een leelijke kermis thuis en toen heb ik alles aan mevrouw verteld en heb natuurlijk mijn biezen gepakt. Later heeft hij dat alles heeten liegen en er zich door een eed uitgered, en toen was ik het kind van de rekening." Pres.: Uwe laatste meesteres, mevrouw de dentiste S., beschuldigt u nu, een paar laarsjes, drie zakdoeken en een zijden halsdoekje van haar weggenomen, dat wil zeggen gestolen" te hebben; wat hebt gij daartegen in te brengen?" Besch.: Dat niemand mij weer naar zulk -eene valsche-gebit-maakster toe krijgt, al beloofden zy my ook God weet wat. In zoo'n huis, waar de vrouw den man moet onderhouden en daarom de broek aan heeft, daar is het ge woonlijk niet uit te houden; wat daar niet alles van ons verlangd wordt, daar kan geen mensch bij. Zoo'n mensch verdient een hoop geld, dat moet men zeggen,want de meeste menschen kunnen tegenwoordig den mond niet open maken, zonder iets, dat valsch is, te laten zien; ik heb ze natuur lijk nog allemaal; n is er maar een beetje aangestoken, doch dat ziet geen mensch. Als het met de schoenmakerij van my'n Julius niet gaan wil, dan leer ik het ook; dat is natuurlijk een veel beter baantje, dan dat van strijkster, waar ik het nu den heelen dag en den halven nacht druk mee heb." Pres.: Maar gij vertelt ons hier van. alles en nog wat en beantwoordt mijn vraag niet. "Wat kunnen ons uw tanden schelen? Ik vraag u, of gij mevrouw S. de jgenoemde voor werpen ontstolen hebt." Besch.: Ontstolen! Nee, dat hoef ik Goddank, niet te doen. Als men. sedert negen maanden een echten vrijer heeft, doet men zoo iets niet." Pres.: Maar er zijn dan toch drie zakdoeken, die aan mevrouw S. toebehoor den, in uw bezit gevonden." Besch : Mijn God, wat zou dat dan ? Zakdoeken zien er meestal wit en vierkant uit, die kunnen in de wasch ge makkelijk door elkander komen." Pres.: Maar die van uw mevrouw waren immers met een mo nogram geteekend en de uwen heel anders.'' Besch.: O, maar als 't u belieft. Zij heet toe vallig C. S., en ik ook, en op den naam kijkt men niet altijd zoo precies. Monogrammen heeft men tegenwoordig immers op eiken stofdoek; hier kunt gij u er van overtuigen, ik heb zoon'n ding toevallig in mijn zak." Pres.: Maar dat alles is geen bewijs van uw onschuld. Vertel mij nu eens, hoe die zaak van den halsdoek in elkaar zit'?" Besch.: Dat is enkel maar plagerij, dat zij dat aangegeven heeft, het oude vod is nog geen kwartje waard en is bij ongeluk onder mijn boeltje verzeild geraakt." Pres.: Zoo, maar nu over de laarsjes, die waren toch bijna nieuw en van een vergissing kan geen sprake zijn." Besch.: Vergissing niet, maar dat is zuiver toeval geweest. Op dien avond kwam mijn vrijer, mijn echte vrijer, en feliciteerde mij met mijn verjaardag. Cecilia," zegt hij, ik had eigenlijk een paar fijne laarsjes voor je willen maken, het leer heb ik ai in huis, maar ze moesten goed passen, en daarom heb ik ze nog niet gemaakt, maar nu zal ik dadelijk eens goed de maat nemen." Ik ga dus zitten, want ik ben erg groosch op mijn nette voetjes, en hij bukt zich om mij de maat te nemen Op eens begint mevrouw te bellen en moet ik naar haar toe. Zoodra ik terug ben wil hij opnieuw aan den gang gaan, maar nauwelijks is hij bezig, of het lieve leventje begint van voren af' aan. Mijn God," zeg ik nog, die heeft het vandaag weer op haar heupen," maar toch spring ik op en ga naar haar toe. Mijn Julius komt evenwel eindelijk) klaar met maatnemen en zegt: Zoo, nu zal ik je een paar maken, die zitten als bij een gravin." Daar krijg ik het on gelukkige denkbeeld hem te zeggen: Wacht eens even, ik zal je mevrouws laarsjes eens laten zien, die passen me juist en zulk een paar wil ik ook hebben." Ik haal ze uit de slaapkamer, trek ze aan en laat ze hem zien, toen er opeens weer gebeld werd. Zij wist maar wat best, dat mijn Julius bij mij was, en daarom juist belde zij ieder oogenblik. Ik werd natuurlijk verdrietig en toen ik binnenkwam, zeide zij, dat ik niet zoo met de deur moest slaan en begon mij een standje te maken; maar ik ben ook niet op mijn mondje gevallen en kan best mijn woord doen en zoo kwam van het eene woord het andere en zeide ik haar den dienst op. Nu wordt zij heilig, vliegt op mij aan en geeft mij een oorvijg. Nu, als men een echten vrijer heeft en binnen kort van plan is te gaan trouwen, dan past het toch niet, zich op slagen te laten trakteeren en ik zeg dus kortweg: Ik vertrek op slag," vertel het aan mijn Julius, ga naar mijn kamertje en pak mijn boeltje haastig in, mijn Julius komt met een kruier terug om mijn hebben en houden te halen en weg was ik. Aan die schoenen van haar, die ik nog aan mijn voeten had, dacht ik in mijn drift volstrekt niet meer." Pres.; Die geschiedenis klinkt erg geloofwaardig. Op welken datum was het ook weer, dat gij uw dienst verliet?" Besch.: Dat was precies op den 19den Januari." Pres.: Verteldet gij zooeven niet, dat het juist op uw verjaardag was?" Besch.: Jawel, dat was ook zoo." Pres.: Zonderling, hier in de stukken staat, dat gij den 12den Augustus 1868 geboren zijt, gij kunt toch geen twee verjaardagen hebben. Nu? Gij moet mij daarop immers het antwoord schuldig blijven. Wie liegen wil, moet een goed geheugen hebben, en vooraf alles nauwkeurig over wegen. (De beschuldigde barst in tranen uit). Ja, nu helpen uwe tranen u niets, zoo straks hadt gij berouw moeten toonen en een openhartige beken tenis moeten afleggen." De beschuldigde werd tot drie dagen gevangenisstraf veroordeeld. Die slimme Duitschers! Waartoe die al niet hun toevlucht nemen, om in Rusland geld te verdie nen ! Zoo deelt nu de Listok een verhaaltje mede van een te Petersburg wonenden Njemez*), die al een aardig kapitaaltje verdiend moet hebben door den verkoop van pakjes postzegels 10 a 15 stuks tegen den prijs van 25 kopeken a l roebel. Het vermakelijkste van de in genoemd blad vertelde geschiedenis is zeker wel de wijze, waarop hij voortdurend zijn collecties zonder veel moeite weer weet aan te vullen; hij speculeert eenvou dig op den trouwlust zoowel van de jonge als oude dames der geheele wereld.... Van tijd tot tijd verwekt een in Duitsche bladen verschijnende huwelijksaanvraag niet weinig opgewondenheid onder de minzieke jonkvrouwen van alle mogelijke landen en nationaliteiten, want zwart op wit staat daarin te lezen, dat steller dezer regelen jong, be minnelijk, knap en vooral niet te vergeten, zeer rijk is, maar volstrekt niet bekrompen denkt te handelen in de keuze eener vrouw, integendeel dames, onverschillig van welke nationaliteit, uitnoodigt enz... De beoogde gevolgen blijven niet uit. Brieven uit alle mogelijke landen^ voorzien van allerlei postzegels, worden aan zijn adres bezorgd. Uit alle hoeken en uiteinden der aarde komen de liefste brieven, om ongelezen naar de papier mand verwezen te worden, na van de mooie, bonte postzegels ontdaan te zijn. Deze alleen vinden genade in de oogen van den slimmen huwelijkscandidaat en worden door hem te Petersburg in den snooden Mammom omgezet! O, die Duitschers. *) Bijnaam der Duitschers in Rusland. Een banketbakker te Wiesbaden heeft den keizer van Duitschland een paaschei gezonden, waarvan de Duitsche bladen geestdriftige beschrijvingen geven. Het ei is van kandij-suiker en wordt door suikeren poppetjes gedragen, die Bismarck en Moltke voorstellen. Op de schaal is en relief in gekleurde suiker een groep aangebracht, die de Duitsche keizerlijke familie voorstelt en in het ei bevindt zich een speeldoos, die het Pruisische volkslied speelt. De keizer heeft dit geschenk aangenomen en den banketbakker, die zes maanden aan dit kunst stuk gewerkt heeft, schriftelijk zijn dank betuigd. Ingezonden. EEN LEEKENPRAATJE. De oprechte verklaring, dat de Zaterdagavond grootendeels wordt besteed aan 't lezen van uw zoo gewaardeerd weekblad en dat dit de genotvolste uren der week voor dien lezer zijn, deze verklaring geldt natuurlijk den leek-schrijver dezer regelen. Het is toch een aanloopje, dat strekt tot verduidelijking van de beweegreden tot mijn verzoek om eenige ruimte. Recht heb ik er geenszins op, want den letter kundige en kunstenaar heb ik niets, den kunst liefhebber of minnaar iets te zeggen, 't welk ik hoop in en door middel van uw weeblad te mo gen doen. De recensie-kritiek over »Brinio" bewoog mij die Nederlandsche opera j.l. Zondagavond te gaan hooren en zien. Omdat ik veel heb geuoteu, hoop ik dat zij die het nationaal kunstproduct niet hebben gehoord en aanschouwd, daartoe wel zullen besluiten bij een eerstvolgende gele genheid. Een ontvangst van het kunstminnend publiek gelijk aan »Brinio" ten deel is gevallen, mag van beteekenis worden geacht, omdat men vooral te Amsterdam niet zoo duidelijk met een dergelijk product, dat een kostelijk streven kenmerkt, zou wegloopen, bleef het beneden de eisenen die men er aaii mag stellen. Die opera toch is een geheel, dat flink in elkaar is gezet. Er het karakter van specifiek Nederlandsch aan toe te kennen, is onmogelijk, bij gemis aan een eigen opera, zoodat er geen steek houdende vergelijkingen zijn te maken, 's Ken ners oordeel waardeer ik ten volle, maar op zij u standpunt plaatst zich ietwat minder het kunstlievend publiek, 't welk meer naar kunst en ook ander genot haakt. Dit genot nu wordt in hooge mate bevredigd n door den zang, n door het spel, n door de vertooning. Er komen zeer tref fende passages in voor en 't geheel is boeiend. Dat een hedendaagsch componist, tegenover den schat van prachtwerken, zulk een werk aan durft en het er met een eersteling zoo gelukkig afbrengt, 't mag waarlijk in Nederlands kunst geschiedenis opgeteekend worden. De kritiek wijze gerust de vlekken en leemten aan, 't is haar taak en haar recht; de componist en dichter mogen er hun voordeel mede doen. Onwillekeurig moest ik vergelijken, want ik had de opvoering van de Hugenoten met Nederlandschen tekst gehoord. Welk een verbazend onderscheid, terwijl toch dezelfde artisten zon gen. Dat Nederlandsch van de Hugenoten klinkt zoo schril, zoo hard en dus onaangenaam, dat men nu eu dan gaarne niets zou wenschen te hooren. De tekst van »Brinio" bewijst daar entegen dat onze taal zich ook voor den zang leent, mits de dichter muzikaal zij en over zoodanigen woordenschat beschikke, dat deze hem het rechte, goedvloeiende woord op de rechte plaats aangeven. De kritiek zal in den tekst hier en daar wel wat vinden 't welk beter had kun nen zijn, wat de eischen voor den %ang betreft. Maar toch als geheel durf ik het een zeer ver dienstelijk werk noemen. Men denke zich nu eens een deugdelijker uit spraak bij zangers en zangeressen ; een orkest, dat het bestaande in zuiverheid, vaardigheid en in een juist begrip van begeleiding verre overtreft i koren, die beter zingen, mooier klankgehalte ontwikkelen; een zaalj die niet in een akelig halfdonker blijft en genoeg verlicht is om den tekst te knnnen lezen; geen dikke kolommen van tabaksrook, die de zaal tijdens en na de pauze vullen, hoe zou Brinio" dan wel be vallen ? Uw verslaggever, geachte Redactie, heeft de compositie eii den dichter van Briiiio" aange moedigd. Als tolk van vele liefhebbers mag ik niet alleen iets dergelijks doen, maar verzoek in uw orgaan uitdrukking te geven aan onze groote in genomenheid met deze opera, die waarlijk niet de kamer of kamers vol van zoodanige opera partituren behoeft aan te vullen, welker leven gelijk dat der dagvlieg is geweest. Met beleefden dank Uw abonnent en trouwe lezer, A. G. R. Reclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn lijke, gebrekkige voeten, knobbels, etc. etc. ANTON HUF Jr., Kaherstraat 200. Beursoverzieht Van 27 April tot 3 Mei '89. Er had gedurende deze week opnieuw niets plaats, wat op de sinds langen tijd heerschende gunstige strooming, een storenden invloed had kunnen uitoefenen. Het kapitaal dat vroeger zoo uiterst veel geretireerdheid toonde om de tot lage prijzen aangeboden fondsen op te nemen, schijnt thans onuitputtelijk in het ontlasten der portefeuilles van de Haute-financa. Opvallend is daarbij de grootere werkzaamheid der Bel gische financiers, eertijds van weinig gewicht en die thans vooral bij nieuwe emissiën het leeuwen deel tot het meerendeels verkregen succes bij dragen. Het kalmste verloop hadden nu de Russische Staatsfondsen, waarvan zelfs de roebelsoorteii eene lichte verzwakking niet kouden ontgaan, ter wijl de Goud-Russen, vooral de 4 pCt. leeningen, door blijvende Fransche opname zich nagenoeg stationmiir hielden. Doch voor Oostenr. Hongaarsche schuldbrieven nam de verbetering zeer groote verhoudingen aan, in verband met de steeds stijgende waarde der Valuta. Onze beurs geeft daarvan slechts eene flauwe weerkaatsing van hare vroegere beteekenis en toch bleven de omzetten zeer aanzienlijk. Het bericht van het plotselinge overlijden van den directeur van een der grootste crediet-instellingen te Weenen scheen eerst eene ongunstige uitwer king te zullen hebben, doch spoedig werden de aaukoopen voor die plaats op groote schaal voort gezet. Ook voor Spaansche en Turksche waarden was de uitheemsche vraag van groote beteekenis, waarvan de eerstgenoemde op aannemen der conversie van de amortizabele schuld naar Parijs verhuisden en van Turken vooral de douane-leeniug, geconverteerde schuld en nog meer de loten voor Berlijn en Weenen werden opgekocht. Egypte wijst op een vooruitgang van 2% voor de United en 1% pCt. voor de preferred; van Engelsche zijde blijft men daarin steeds beleg ging zoeken, ook in ruil tegen afgeloste consols. Portugal en Italië, hoewel vast, werden hier weinig verhandeld. Onze noteeringen zijn aldus: Russen 1880 89 y, 1889 89% Gec. Ie serie 88% Oriënt 6,-5 % 5e Serie 06 Oostenr. M/N 70 34 8934 89 34 65% 72% incl. couponverschil % pCt. circa 7234 82% 86% J 'J 71 Hongaren Papier 80 % Goud 8634 Portugal 66!%6 Italië91 Turkije Gec. 16% Gep. 85 (Douane) 70 % Loten 1434 Onze Nationale Staatsfondsen werden weinig 91 % 1734 85% geënfluenceerd door de verrassend gunstige be richten van het Loo en moest zelfs de 334 pOt. soort bijna 34 pCt. prijsgeven. Voor stedelijke leeningen was daarentegen de tendenz zeer vaat. Hoewel op de industriëele markt de stemming vrij gunstig bleef, bedroegen de omzetten aldaar veel minder dan in de vorige week; Aandeelen Stoomv. Nederland 118?109% en dito Kon. Stoomboot 109 na 10834, pref. Zeeland 82 en N. A. S. M. 110% na 105. Eene becijfering in de Ned Financier over de eventueele overnemings-waarde der Aand. Centraalspoor bracht een omvangrijk aanbod mede en noteeren zij nu ook 4 pCt. lager (34 na 38); Uitgestelde Schuld hield zich beter 29% na 30 door vraag van die genen, die bij de a. s. uitloting van 475 bewijzen, tot de gelukkigen hopen te zijn. Gest. Oblig. 8834 na 87% a 9134. Voor Rhijn-shares valt eene verheffing van 2M pCt. aan te wijzen (115% na 113), terwijl Boxtela ondanks de sobere nitkeering van 34 pot. weinig verloren. Aand. Deli Spw. 12934 na 127%; 4 pCt. dito oblig. 100J4 en Aand. Staatsspoor 129)4 na 129. Haarlem-Zand voort noteert 65 na 62. De Bank-waarden vonden geregeld koopers en liepen o. a. Rott. Bank van 117Vs incl. op 117 ex (6 pet.) dividend; Ned. Bank 267 na 263 en en nieuwe dito 220 pCt. biedend. De leening ten behoeve der Ned. Zuid Afrit. Hyp. Bank werd eenige malen volteekend. Op de Indische afdeeling was het koersverloop verdeeld, terwijl de affaire minder uitgebreid was; tegenover eene rijzing in Ind. Bank aandeelen van 3 pCt. en van 5/2 in liq. bew. James Barge, staat eene reactie van 3 pCt. in Gew. Cultuur aand. 4% in pref. dito, 134 a 134 in pref. en ge w. Kolon. Bank en van 34 pCt. in Resc. Handelm. Ten behoeve der oprichting eener Landbouwm. »Solo" welke twee buurlanden in de Vorstenlanden en twee erfpachtslanden in het Japarasche zal exploiteeren, wordt een beroep op de geld markt gedaan ten bedrage van f 500,000 in aan deelen en van ?600,000 in 5 pCt, obligatiën. Van dit bedrag ontvangt de inbrenger tweehon derd aandeelen en ?030 mille in geld. De toe komst wordt in het prospectus als zeer hoopvol beschreven. Ofschoon het dividend dat de Deli-Mij. an nonceerde (45 'ja pOt.) voor velen eene teleurstel ling was, konden de Tabaks-aandeelen zich vrij goed staande houden, terwijl aan het einde der week zelfs eene willige stemming doorbrak op de gunstige verwachting voor den loopenden oogst en de hoogere prijzen op de jongste veilingen bedongen. De vergadering der Zvveedsche Spoorweg-Mij. te Londen dato l Mei, had in hoofdzaak ten gevolge dat liet vertrouwen in het Holl. comit werd uitgesproken en de machtiging werd ver leend om bij de rechtbank vergunning aan te vragen tot het aanwenden der aanwezige coupongelden, voor andere dringende schulden; de koers loop der oblig. was zeer bewogen en noteert ten slotte 26 'A tegen 24 34 pCt. Peninsular Kopermijn Aand. en Oblig. verlie pen zeer vast, terwijl ook Maxwells aan het einde der week eene voorwaartsche beweging maakten. Goudmijn Shares waren meest gedrukt ; Op de Russische Spoorwegmarkt was de han del weer zeer beduidend, hoewel voor de meeste soorten ten slotte geene verbetering is aan te wijzen. W. Weenen 152?148% 153 Actions f 240 ? 230. Zuid West op den flauweren roebelkoers en in ruil tegen Fastowos 7634 na 7734; daaren tegen Fastowos zeer gevraagd voor Belgiëtot ca. 77 ; ook Wiasmas en Sysrans worden geregeld veor Brussel gezocht. Ondanks het vrij groote bedrag der leening ten behoeve der Venez. Spoorw. (Merida) moet het succes volkomen zijn; da toewijzing wordt op ca. 40 pCt. geschat en behalve hier, was de Bel gische deelneming weer zeer belangrijk. De ge heele Zuid-Amerikaansche markt was daarbij meeatal vast, vooral voor Uruguay die 234 avan ceerden en voor Venezuela in verband met boven vermeld succes. Peru aanvankelijk willig, liep spoedig terug, op het bericht dat de toelating tot de noteering te Berlijn en Frankfurt was geweigerd, doch sluit heden nabeurs weer zeer geanimeerd. Voor de 234 pCt. Mexicanen was te Londen een paar dagen de gelegenheid opengesteld tot Conversie in 6 pCt. schuld (1434 ii 97 Loiideusche usance) ; het thaus niet geconverteerde zal zeer waarschijnlijk met Juli worden afgelost met 40 pCt. Colmbianen verloren 2 pCt. Wegens de feesten ter gelegenheid van de onafhankelijkheids-verjariug der Amerik. republiek was de N.-Y. beurs drie dagen gesloten, zoodat gedurende die dagen de Spoorwegmarkt speciaal aan Europeesche, d. i. Eugelschen invloed was overgeleverd. Voor het meerendeel had dit be vredigende gevolgen, al bleef de omzet daardoor veel minder uitgebreid en al werden bij voorkeur de z.g. Engelsche soorten gefavoriseerd. Bijzonder onderscheidden zich de Canadian-Pacific aandee len (5434 a 5034) door eene voortdurende opname van geïnteresseerde zijde. Naar men beweert zoude behalve de zeer vooruitgaande ontvangsten, eene betere verhouding tot de Manitobalijuen daarvan de aanleiding wezen, terwijl tevens een gerucht circuleerde dat voor deze aandeeleu eene ruimere markt wordt voorbereid. Clevel.Acrons aanvankelijk zwak, werden daarna voor bankiersrckening opgenomen en sluiten willig. Denver aandeelen werden voor Londen en Florida Shares voor goede plaatselijke rekening in ruime mate gekocht. Van de Obligatiën konden 7 pCt. Missouris zich bijna 4 pCt. verbeteren en kwamen ChicagoAtlantic door buiteul. vraag eveneens circa 334 pCt. op. De Ned. Bank wijst in hare laatste verkorte balans alleen voor de rekening saldos op eene vermindering van bijna n ton; de overige hoofdrekeningen waren alle hooger, als: wisselportefeuille totaal circa ? l1,.i millioeu, beleeningen ruim 134 millioen, goudvoorraad circa ?50 mille, zilv. munt ? 143 mille en baukb. in circulatie ruim ? l;l r, millioen. Bij de Engelsche Bank ging het cijfer dat de verhouding van de activa tot de passiva aantoont van 42 M terug op 39 pCt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl