De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 12 mei pagina 1

12 mei 1889 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

620 DE AMSTERDAMMER A°. 1889 WEEKBLAD VOOK NEDEKLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. uitgever: Tj. VAN HO L K E M A, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 12 Mei. Abonnement per 3 maanden ?1.123, fr. p. p. ?1.275 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10. Advertentiën van 1?5 regels ? 1.10, elke regel meer . . . 0.20. Reclames per regel 0.40. INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON: Vóór en na middernacht, Amsterd. schet sen door J. van Maurik Jr., VI. Gemeente zaken, door Nemo. UIT HET HAAGJE, door Z. _ KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door F. Z. Mehler. Muziek in de hoofdstad, door F. Muziekaal Overzicht, door V. Kleine Onthullingen, door A. Z. De won derlijke vrjjagie van Arantus en Rosemondt, door Dr. Jan ten Brink. VARIA. SCHAAKSPEL. Het spook in de wijnkelders van Krasnapolsky, door v. R. ALLERLEI. RECLAME. BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIËN. Van verre en van nabij. Den vorigen Zondag is te Versailles met froote plechtigheid de dag gevierd, waarop onderd jaren geleden de Fransche StatenGeneraal werden bijeengeroepen. Koning Lodevvijk XVI en zijne raadslieden hadden ook de vertegenwoordigers van den derden stand opgeroepen, hetgeen sints het jaar 1014 niet was geschied; hun doel was alleen, de toe stemming te verkrijgen voor het heffen van nieuwe belastingen, ten einde in het deficit te voorzien, dat door de jammerlijke en roekelooze geldverspilling van het hof was ont staan. Doch de tijden waren veranderd. In het jaar 1614 droeg de derde stand knielend zijne wenschen voor, op welke trouwens in het minst geen acht werd geslagen. In het jaar 1789 Hadden Siéyès en andere wakkere mannen gezorgd, den tiers tat een levendiger en juister besef' van zijn rechten en plichten in te prenten. Niet te vergeefs had een intellegent Franschman de vertegenwoordigers van net volk toegeroepen: »De grooten zijn slechts groot wanneer wij knielen. Laat ons opstaan!" Toen de Koning in de vergadering de Troon rede had voorgelezen eu den hoed weder pp het hoofd zette, hetgeen, volgens oud gebruik, de vertegenwoordigers van den adel en de geestelijkheid eveneens deden, volgde de derde stand dit voorbeeld. Zoo werd reeds dadelijk het beginsel der gelijkheid op den voorgrond gesteld, dat weinige maanden later in de Léclaration des droits de l'liomme zijne plechtige bevestiging zou vinden. Dadelijk na de bijeenkomst der drie stan den barstte het conflict los. De adel en de geestelijkheid wilden afzonderlijk beraadsla gen ; de derde stand, die alleen zooveel stem men telde als de beide andere samen, eischte gemeenschappelijke beraadslaging en hoofde lijke stemming. Te vergeefs trachtte de hofkliek de inwilliging van dien eisch te ver hinderen. Een deel van de geestelijkheid, met name de lagere geestelijken, sloot zich aan bij den tiers tat en ook vele adellijken kozen voor de burgers partij. Zij zagen in, dat het oude régime zich zelf had overleefd. De tegen woor Feuilleton. (Auteursrecht voorbehouden). VÓÓR EN HA MIDDERNACHT. Amsterdarosche Schetsen 6) DOOK JUSTUS VAN MAURIK JUNIOR. 't CAFÉGOENONG-API". (Vervolg.) Nauwelijks had zij het tooneel verlaten of een schelle krijschende stem riep: Tombola, heere! Tombola!?'n dubbeltje 'n lol!" Wij zaten tamelijk achter aan en moesten dus even opstaan om te zien, aan wie dat vischvrouwachtige orgaan behoorde. 'tWas het onvervreemdbare, rechtmatige eigen dom van een juffrouw met een opgezet, rood gelaat, dat onmiddellijk aan een grooten tomaat appel deed denken, die in een bijna witte muts was gestoken. Van uit de nevelige verte scheen in dien tomaat een zwarte opening te zyn, waar uit herhaaldelijk de kreet: Tombola, heerei" klonk, en toen de woorden: Tien vzente 'n lot, varszve koek en vsuikere mangele" er uit op stegen, wisten wij waarom die opening in den tomaat zoo zwart was: de juffrouw had geen tanden meer, maar als vergoeding daarvan sierde een klein donker kneveltje haar bovenlip. Gelukkig^ stonden een aantal bezoekers, blijk baar aanbidders van de Vranzaise" op, want toen zij zich tot heengaan gereedmaakten, wier pen zij de schoone dame, die op de vijfde stoel was gaan zitten, eenige kushanden toe. dige bisschop van Versailles heeft, bij de plechtigheid van 5 Mei, gewezen op de be langrijke rol, welke de geestelijkheid in de vergadering der Staten-Generaal had gespeeld. Het is een zonderlinge kleingeestigheid van de officieuze Agcnce Ilams, dat zij _ de woor den van den bisschop, al waren die _eenigszins zoet-zuur voor de onvoorwaardelijke be wonderaars der republiek, in 't geheel niet vermeldde, terwijl de niet zeer belangrijke redevoeringen van de heeren Tirard, LeRoyer en Méline in extenso werden medegedeeld. Kleingeestig was het ook, dat de diploma tie van gansch Europa bij deze officieele feestviering door hare afwezigheid schitterde. Deze diplomatieke werkstaking kan immers niet den minsten afbreuk doen aan de ont wikkeling en den invloed der denkbeelden, die door de Frausche revolutie algemeen zijn verspreid en in de grondwetten van alle Europeesche Staten, Rusland en Turkije alleen uitgezonderd, onvoorwaardelijk zijn gehul digd. Graaf Dimitri Andrejewitch Tolstoi, de Rus sische minister van Binnenlandsche Zaken, is op 6G-jarigen leeftijd overleden. Hij was, zoolang hij aan de regeering was, een van de hechtste steunpilaren der reactie. In 1878, toen Tolstoi minister van Onderwijs en pro cureur-generaal van de Heilige Synode was, vond hij op zijn schrijftafel een brief van het uitvoerend comitéder nihilisten. »Uwe Excel lentie" zoo werd daarin gezegd «heeft van ons niets te vreezen, want gij werkt met zoo uitnemend goed gevolg ons streven in de hand, dat wij slechts van harte de verlenginguwer dierbare levensdagen kunnen wenschen " Een paar jaren slechts bleef Tolstoi op den achtergrond, toen Alexander II, door de uit voerende macht aan Loris Melikoff op te dragen, eene poging deed om de wenschen van het meest ontwikkelde deel zijner onder danen te bevredigen. Toen echter de tegen woordige czar aan de regeering kwam, werd Tolstoi een man van grooter gewicht dan ooit te voren. Tolstoi, Katkoff en Pobedonoszefjf', de verdedigers van de autocratie, de orthodoxie en den strijd tegen allen invloed van het westen, beheerschten sedert dien tijd den toe stand volkomen. Tolstoi's laatste werk was het wetsontwerp, waardoor de uiterst beschei dene, in de Semstwo's belichaamde provinciale autonomie volkomen illusoir werd gemaakt. De bezwaren, welke zelfs door de ministers en de leden van den Staatsraad tegen dit ontwerp werden ingebracht, zijn door den czar met een enkel machtwoord ter zijde geschoven. Alexander III schijnt de denkbeelden van het bovengenoemde driemanschap geheel tot de zijne te hebbeu gemaakt. En daarom zal waarschijnlijk de dood van graaf Tolstoi even min als die van Katkoff eenige wijziging brengen in Ruslands binnenlandsche of buitenlandsche staatkunde. Wij drongen naar voren en konden dus beter van al de heerlijkheden van Goenong-Api" genieten. Wel hinderde ons hut onophoudelijke schelle: Tombola, heere!" van de bejaarde juffrouw erger dan te voren, maar we merkten 'nu ten minste, dat zij naast een tafeltje stond, waarop een aantal keurige kerrnis-kocken ca zakjes met gebrande amandelen was uitgestald, terwijl in een stopflcsch een menigte opgerolde papiertjes tot het nemen van een lootje uitlokte. Mijn vriend de lange'' beproefde zijn geluk en won een zakje amandelen, dat hij onmiddel lijk met een hoffelijk woord aan een naast hom zittend juffertje, dat er volstrekt niet uitzag alsof ze voor 't eerst in een chantunt'' was, aanbood. Zij aanvaardde het dankbaar lachend en slak een paar van die gebrande zoetigheden in den mond van den haar begeleidenden lummelaehtigen jongeling, die met slaperige oogen en op gezette wangen al het voorkomen had van iemand, die beter deed t'huis bij moeder te blijven dan om. als cavalier ecu juffrouw met zwartgeschilderde oogranden en sterk gepoe derde wangen te begeleiden. Ik won gelukkige die ik was op n lootje een kolossalen koek, die mij voorkwam zeer lang als lokvink op de uitstalling dienst te hebben gedaan, want toen ik, in beleefdheid voor mijn vriend de lange''niet onder willende doen, aan een vóór mij zittend, ininnekoozend paartje een sneetje van mijn winst wilde aanbieden, kwam ik tot de ontdekking, dat mijn zakmes niet bij machte was om de colmesie der koekatomen te verbreken. Ik schonk die solide ver snapering dus m haar geheel aan mijn vriend de dikke", die haar op zijn beurt weer aan een achter hem zittend jongtnenseh in boezeroen en vijtschaft-broek vereerde. Even met den voorvinger aan de klep van zijti hooge opgepotte, De beweging, welke zich in het laatst van het vorige jaar in een deel van de Belgische industrie-districten onder de arbeidersbevol king^ openbaarde, heeft aanleiding gegeven tot een proces, door de regeering tegen een twintigtal socialistische leiders gevoerd. Inde akte van beschuldiging tracht de procureurgeneraal aan te toonen, dat de beweging ten doel had, den bestaanden regeeringsvorm om ver te werpen en tot burgeroorlog aan te zet ten, en dat zij dus een anarchistisch en revo lutionair karakter had. De werkstaking zou slechts een voorwendsel zijn geweest om troe pen naar de provincie te lokken ; was dit doel door het verwekken van ongeregeldheden be reikt, dan zouden gewapende arbeidersbenden naar Brussel oprukken en zich daar met het gepeupel vereenigen, om den koning te dwin gen de Kamer te ontbinden en algemeen stemrecht toe te staan. Het is zeer waarschijnlijk, dat in deze voor stelling naast de waarheid ook aan do ver dichting eene groote plaats moet worden aan gewezen. Immers het is, na het afsluiten van de instructie, die tot het opstellen der akte van beschuldiging leidde, gebleken, dat een der hoofdbcschuldigden, zekere Laloi, die het congres presideerde waarop zeer compromitteerende besluiten werden genomen, een be zoldigd spion der politie en een ar/ent provo cateur was. Ook van andere personen, die op vrije voeten zijn gelaten, is aangetoond, dat zij in de arbeidersbeweging eene hoogst be denkelijke rol speelden en tegelijkertijd in dienst stonden van de regeering en zelfs met den minister-president Beernaert conferenties hadden. Een _tegenhanger van deze beschamende feiten is het gebeurde met den Duitschen commissaris van politie Wbhlgemuth, die door de Zwitsersche regeering over de gren zen is gezet omdat hij een socialist, zekeren Lutz, had b-jzoldigd om in arheiderskringeii op te ruien, en hem onder anderen had ge schreven: Wühlen sie nur lustig drauf los." Zoo iets vindt de Duitsche regeering, naar het schijnt, zeer onschuldig. Het is niet te ontkennen, dat eene regeering, die het noodig acht omtrent geheime bewe gingen ingelicht te worden, in de keuze harer middelen niet buitengewoon kieskeurig kau zijn, en dan van aanbrengers en »stllle ver klikkers'' gebruik maakt. Maar de nood zakelijkheid, die het gebruik van deze middelen voorschrijft, kan het gebruikmaken en be zoldigen van acjentn-provocateurs nooit wettigen. ACCIJNSEN. Verleden Dinsdagavond heeft in liet Paleis voor Volksvlijt een meeting plaats gehad, door een aantal democratische vereenigingen belegd. Zij was echter niet druk bezocht; slechts half zooveel belangstellenden als op vorige meetings vertoonden zich daar. Een drieduizendtal personen vulde de groote schouwburgzaal, waar eerst de heer Domela Nieuwenhuis en daarna do heer v. d. Goos zijden pet tikkend_ zei hij: Dankie, maar ik lust liever 'u klare." De blonde" haastte zich hem een klare" te ofï'reeren en oogstte als dank daarvoor de woor den : ,,'k Zal 't op uwees gezondheid gebruike en met die koek zelle we slrakkies wel werke; wacht u maar tot 't ballet begint." Die raadsel achtige woorden werden niet nader verklaard op dat oogcnblik. Wij zaten nog altijd tamelijk achteraan, hun kerend dat er weer cenige bezoekers zouden opslaan en ons hunne plaatsen overlaten. Dat gebeurde spoediger dan ik verwacht had, en wel onder het genot van een comisch lied, door een heer mei een klein rond hoofd ea ijselijk groote handen en voeten, die uit een rossig zwarten rok eu pantalon staken, voorge dragen. De man deed zijn best om heel komiek te zijn, vertrok zijn min of meer pokdalig gelaal op allerzondcrlingste wijs en zong met een allerongclukkigsto pieperige neusstem, die aan 't geluid van een knarsende deur herinnerde En dat merkt men zoo niet!" een oud couplet van Judels. Een bezoeker, die waarschijnlijk eenigcrmate opgewonden was en niet van comisehe liederen hield, riep zeer onwellevend, terwijl de zanger deed wat hij vermocht: Zeg! jij kan wel inrukke: 't is om ziek van te worde. Je heb 'n aardappel in je keel!" Hou je mond, asjeblieft!" vroeg de ko miek, even ophoudend met zingen. Als ik wil, loeh altijd!'' schreeuwde de ander. Bravo! Bravo! Bravo!" gilde het publiek. En nu volgde een charivari die allervermakelijkst was. Allerlei stemmen .spraken en schreeuwden doorén, terwijl de komiek traditie verder te zingen: liet woord zouden voeren, terwijl ook in een nevenzaal bovendien nog door _den heer Gerliardt werd gesproken. De heer Vitus Bruinsma, die mede de verzamelden zou onderhouden, )ver het door hem met zooveel voorliefde behandelde onderwerp, was verhinderd te komen. Deze meeting gold het in een adres aan den Koning vervat verzoek tot opheffing van alle, accijnsen. De leiders wenschen een algemeene volksbeweging te organiseeren, ten einde de trage en onwillige mannen van het gezag tot belasting-hervorming te dwingen. Een uitnemend doel, inderdaad, en evenzeer een uitnemend middel Een meeting, een volksbeweging, om tot de veel te lang uitge stelde, verbetering van ons stel belastingen te geraken; wie kan het afkeuren? Doch alleen tot zoover gaat onze instem ming. De leus: weg met de ascijnsen, dat wil zeggen, weg ook met den wijn- en den jenever-accijns klinkt ons als onzin in de ooren. 't Zal misschien aan ons gebrekkig ver stand liggen, maar wij zijn geneigd te vragen, zijn de heeren redenaars, die aldus het volk voorlichten en den weg wijzen, zelven niet mis leiden ; slachtoffers van die macht, welke ook zeer ontwikkelden vaak beheerscht: de macht der groote woorden ? Dut accijns op levensmiddelen en levensbenoodigdheden, zout, vlecsch, suiker, azijn, zeep, bier zelfs verwerpelijk worden geoor deeld, wie heeft er iets tegen? Wij zelf hebben dit vaak genoeg gezegd. «Belastingen op het gebruik zijn eigenlijk belastingen tegen het gepruik. Zij hebben dus het volk het gebruik misgund en dit nemen wij hun ten hoogste kwalijk" aldus Domela Nieuwenhuis. Nu dat klinkt als een klok. Men mag iemand niet misgunnen, zout zeep, suiker, azijn enz..... maar mng men hem ook niet misgunnen" ... de jenever? Wij meenen van socialisten wel eens ge hoord te hebben, dat de Staat de branderijen moest sluiten ... dat is nog heel iets andera dan het gebruik belemmeren ! De vraag is : -traarom heeft men het gebruik gekeerd V Dus het groote woord »alle accijnsen (ook die op de jenever) zijn legen het gebruik gericht", beteekent in dit verband niets, of' juist het tegendeel van hetgeen men zeggen wil. De heer Nieuwenhuis echter is rijk aan groote woorden, en liet er dadelijk nog op volgen : »Een van tweeën is waar: of de accijnzen zijn rechtvaardig, en dan geldt dit beginsel voor allen, of zij zijn onrechtvaardig, en dan geldt het zoowel voor den een als voor den ander, en wij, die weten dat zij onrechtvaardig drukken, maken dus geen uitzondering en roepen: weg met alle accijnzen!" O diepzinnigheid der diepzinnigheden! Accijns is accijns. Op zout ligt accijns en op jenever ligt accijnsWie ziet nu niet in, dat beide accijnsen onrechtvaardig zijn ? v.En als men haar dan goed beziet. Is men eenmaal getrouwd, Dan is liet vrouwtje vijftig oud; Maar dat merk je eerst zoo niet!" Ruk toch in, kerel; je bulkt!" Hou je moiui, anders ga je de deur uit!" Wie wou jij meèbrengc?" Bravo! Bravo! Bravo!" D'r uit! d'r uit!!" Doorzingen!!" Opbouwen!" Gooi 'm do deur uit!" De komiek vervolgde zijn lied; eindelijk kon den we verstaan : Dan is het einde van het lied : De man zoekt 't buitenshuis, De vrouw is ook niet pluis, Maar dat merkt men dan zoo niet!" .Te hebt 'n benauwde borst, ouwe!" Als je nou nog eens het hart hebt om me te hinderen, smijt ik .je eigenhandig op straat." ho! jij zeit veel, maar jij doel niks, komieke akeligheid!'; Plotseling hield do pianist met spelen pp, de eigenaar drong tusscben de stoelenrijen door, luidkeels de woorden uitend: Jan, hou je gemak maar; ik zal 'm wel ercis evc na z'n gezondheid vrage!" Maar de komiekzanger ? ik wist nu, dat hij Jan heette; op 't program stond bij als de Heer Melato, Ie komiek ver meld was reeds van het tooneel gesprongen, had den ruslversloorder stevig bij den kraag gegrepen en riep den naderenden directeur toe: ,.Niet noodig! Ik heb 'm al in zijn d-nder. Hier! pak aan en kreukel 'm niet." Algemeen gelach om den nu waarlijk ko mieken komiek. De groote handen van den Heer Melato bic

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl