Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 62O
Toch behoort gr) dat volgens D. N. te be
seffen ; nadere uitleg wordt u onthouden.
Een accijns op een luxe-artikel of op een
schadelijk artikel, 't is dus hetzelfde. De
socialisten schelden de bezittende klassen uit,
omdat zij te weinig belast zijn, en dan zal
het onrechtvaardig zijn dat zij van hun wijn
den. cijns betalen!
Onrechtvaardig ook afkeurenswaardig
omdat men niet bemerkt dat en hoeveel men
betaalt. Maar dan de invoerrechten?
Onrechtvaardig en het personeel, de
mutatie-rechten, het zegel. De heer D.
Nieuwenhuis had voor het volk wel het
allerlaatst aan den wijn- en gedistilleerd-accijns
mogen tornen, maar eenige belastingen die
inderdaad_ onrechtvaardig zijn, moeten noemen.
Doch wij begrijpen wat hij ons antwoorden
zal. »Me lieve medeburger, ik beu nooit ge
woon geweest mijn woorden zoo angstvallig
te wikken en te wegen. Als agitator houd ik
er een woordenboek en stijl op na, die bij
dat beroep passen. Wilt gij met het volk
het deel des volks, dat ik bedoel iets uit
richten, dan moet het zijn »van dik hout zaagt
men planken." Dan zult ge niet vragen of
iets precies juist is. maar hoe het parool klinkt;
gij moet u zelf beschouwen als de verzenmaker,
die ter wille van het rijmwoord nu en dan,
zelfs heel dikwijls, iets anders zegt dan hij
iuist acht. Daarom moet het dan ook zijn
alle accijnsen, al zou het doodjammer
wezen, dat die op de wijn en jenever werden
?weggenomen, zoolang ons belastingstelsel niet
tot een ideaal-staat ware opgevoerd. £n legde
men den heer D. N. de vraag voor: maar gij,
Tolksvriend, zoudt ge dan inderdaad meenen,
dat, afgezien van alle andere schaduwzijden aan
de afschaffing van den wijn-en jeueveraccijns
verbonden,het volk er beter van zou worden,als
men _eens tegelijkertijd of maar binnen korten
tijd, in 40 of 50 millioen aan directe belas
tingen voorzien moest; de leider der socia
listen zou antwoorden : ik vraag u op mijn
beurt of ge dan niet weet, dat ik socialist
ben! Voor mij als socialist is immers die
heele belastingkwestie eigenlijk niet meer clan
een kleine versnapering, een garnaaltje dat
wij pellen voor we aan den grooten schotel toe
komen. Denkt ge dat ik van belastingher
ziening iets van beteekenis verwacht? Ik
houd er mij mede bezig en dat op mijn ma
nier, om het volk wakker te maken, te
prikkelen en in spanning te brengen, opdat
net met mij eenmaal zal opstaan om een
nieuwe maatschappij te stichten, naar ge
heel andere wetten en regelen dan tot he
den op dit ondermaansche inheemsch waren.
Deze oude rommel, van het begin tot eind,
moet het onderst boven gekeerd, en dus agi
teer ik, met alle accijnsen."
Wij gelooven mitsdien, dat ieder, die in
Tollen ernst met den heer D. N. over deze zaak
gaat disputeeren, genoemden heer een aange
naam oogenblik bezorgt. Immers onder vier
oogen heeft hij alle recht van den zoodanige
te getuigen: O sancta simplicitas! Wat een
onnoozel gansje!
Dit standpunt en deze methode is de onze
niet, maar bij alle afkeuring er van, moet
men toch erkennen, dat al heiligt het doel de
middelen niet, het doel zelf in groote
menschlievendheid zijn oorsprong kan vinden en
andersdenkenden tot een zekere mate van
mildheid kan stemmen.
Maar welke gewaarwording ontvangt men,
als men geen socialisten, geen agitatoren,
integendeel menschen van een kalm gestel en
geneigd tot het ontleden van begrippen en
theorieën den zelfden onzin, zonder dat verheven
doel, hoort betoogen?
De Heer v. d. Goes bijv.
»Spr. is voor afschaffing van alle accijnzen,
ook van dien op de jenever. Niet om deze
goedkooper te maken en dus het misbruik
onder het volk nog meer te versterken, dat
in geene deele; maar zoolang nog voor een
bedrag van 23 millioen langs dien weg in de
schatkist komt, zoolang wordt de wetgever
ontheven van de zorg om te maken, dat deze
ken meer kracht te ontwikkelen dan zijn stem,
want in minder dan geen tijd was de onheb
belijke bezoeker overweldigd en uitgeleverd aan
den patroon, die hem, met behulp van een paar
gedienstige klanten, buiten de deur zetle, welke
hu' afsloot, terwijl hij verontwaardigd zei: Zoo'n
halfvette slommeduikelaar zou de heele
repetatie van m'n lokaal bederve."
Een halve minuut later was de zanger weer
op zijn post; de pianist sloeg een paar liefelijke
akkoorden aan, en terwijl de lieer Melalo zijn
boord, overhemd en das, die in de worsteling
iets geleden hadden, weer in orde bracht, zong
hij, zeer te pas improviseerend:
Ms in een schouwburgzaal
Óf een concertlokaal,
De een of ander rustverstoort,
Dan moet ie 'r uit en voort!
Dan zeggen wij heel gauw, en snel:
Jij hebt het hier verbruid;
We zetten jou d'r uit!
En dan merkt die vent het wél!"
Bravo! Bravo! Hoera!" schreeuwde het
lachende publiek.
Bom! Bom! Bom! klonk 't builen; 't was de
in de buitenste duisternis geworpene, die legen
de deur trapte en bonsde
En zie je, hij merkt 't wél!" herhaalde dood
leuk de komiek, die ons nu heel erg meeviel.
Intusschen waren wij zoo vrij geweest om
van de verwarring gebruik te maken en eenige
ledig geworden stoelen, dicht bij het tooneel, te
bezetten; wij wilden alles goed genieten.
We zaten nu vlak bij de piano en kwamen
daardoor tot de ontdekking dat het instrument
niet door een pianist maar door een mager,
tanig juffertje werd bespeeld. Haar kleine gelige
vingers schenen buitengewoon taai, lenig en
gespierd te zijn want, 't was opmerkelijk met
23 millioen langs een beteren en billijker
weg worde verkregen."
«Niet om de jenever goedkooper temaken"
neen,maar met dexckerlmd dat de kan in plaats
van b.v. ? 0.90, / O 30 zal kosten. En voorts
is deze spreker voor afschaffing van alle accijn
zen, omdat hij die beschouwt als een
»kJassenbelasting''. Een klassenbelasting die
alle klassen drukt, niet meer of minder clan
tal van andere belastingen, welke ook
zouden moeten worden afgeschaft, _ veel eer
nog clan de accijns op wijn en pp gedistilleerd.
Een argument hetwelk waardiglijk naast dat
van denlleerGerhard kan genoemd worden.die
in de afschaffing van den jenever-accijns een
voordeel voorde huismoeders, vooral voorde
echtgenooten van drinkebrocrs ziet.
Het is bekend, dat zelfs scherpzinnige men
schen wel eens slachtoffers van theoriën kun
nen worden. Wist men het niet, men zou
het heden ten dage kunnen ervaren. Aan
niets anders dan een gedachtcndraadje zou
den deze hoeren de maatschappij willen op
hangen; en ondanks alles wat men dagelijks
om zich heen ziet gebeuren, haar aan een
jenever-zondvloed durven wagen, met de ge
ruststellende verzekering: verdrinken doet
zij toch niet, daar staan u-ij u borg voor!
Toch, als de heeren Bminsma, v. d. Goes
en Gerhard werkelijk eens in den
bcuijdeuswaardigen toestand kwamen te verkeeren, van
hun woord tot wet te kunnen maken, zij
zouden menschenvrienden als zij zijn
zich nog wel eens bedenken en misschien
tot Domela Nieuwenhuis zeggen: »kom, als het
dan toch zoo moet gebeuren, doe gij het dan
maar" op gevaar af dat deze hun op dat
heuglijk tijdstip zou antwoorden; och mijne
vrienden, voor mij socialist is die 23.000.000
jeneveraccijns toch eigenlijk maar zoo'n
peulschilletje dat wij dit wel kunnen laten blij
ven gelijk het is."
De accijngen weg uitnemend; behalve
die accijnsen, welke onschadelijk zijn, of wier
afschaffing zeker ten nadeele van het volk
zou werken.
GEMEENTEZAKEN.
De loftrompet had ik al van den wand geno
men; ik had haar ontdaan van den roest, want
zij was geroest, in zoo langen tijd had ik haar
niet gebruikt ??en ik verheugde mij reeds bij
het aanschouwen van het zaakrijke programma
voor de zitting van Woensdag j.h, dat ik nu ook
eens den lof van onzen Raad zou kunnen uitba
zuinen omdat hij zaken deed gauw en goed. . . .
maar helaas, het giug weer als Voltaire reeds
zeide:
II n'arrive que trop souvent
Que, taudis qu'ou monte sa lyre,
Et qu'on arrange uu compliment
l'our notre ami qui nous inspire,
Notre ami louó hautement
Prend ce temps la tont justement
Pour móritor une satire.
Zie, liet begon zoo goed! De burgemeester
stelde voor het heuglijk feit van het herstel van
onzen Koning en zijn 40jarig jubiléte herdenken
met muziek en vuurwerk en allen stemden met
luid applaus de daarvoor noodige kosten toe.
Men was 7,00 gulgeofsch, dat, als er voorgesteld
was om Hertog Adolf hier te logeeren te vra
gen als een klein bewijs van hartelijkheid bij de
ondervonden teleurstelling, ik geloot' dat de Raad
ook geapplaudiseerd zou hebbeu.
Waarom zoo niet voortgegaan ? Dan waren
we in een half uur klaar geweest en nu zaten
we er om half zes nog.
Mr. Van Hall opende het vuur tegen den wet
houder voor publieke werken, omdat deze aan
den Kaad geene voldoende inlichtingen had gegeven
in zake het tramlijntje van 't nieuwe
Centraalstation naar de hoofdlijn. Nu. de heer Westenberg
is een stuk geschut dat altijd met scherp geladen
is en de heer Van Hall kreeg dus dadelijk een
kartets terug, waardoor het iedereen behalve den
Raad duidelijk werd dat er door B. en \\T. in
lichtingen genoeg gegeven waren.
' De Hollandsche Spoorweg, die heer en meester
is op het Stationsplein, wilde hebben dat de tram
haar standplaats zou kiezen op 20 nieter afstand
van 't station en de train wilde op 10 nieter
afstand staan. Nu had de wethouder botje bij
botje gedaan en was zóó gekomen tot 15
meter.
Wat viel daar nu tegen te zeggen? Tegen een
juiste opmerking van den heer Gerritsen dat de
A. O. M. de tevredenheid poogde te verwerven
van het trampubliek en niet van het groote
publiek zoodat uit het gebruik dezer beide woor
den in de correspondentie verschil vau gevoelen
met het gemeentebestuur zou kunnen voortvloeien
hoorde ik geeu voldoende wederlegging. En de
heer Veltman, die wilde voorstellen om de trottoirs
op de toegangsbrug breeder te maken dan de
door 15. en W. voorgestelde drie en een halve
meter liet zich daarvan juist te rechter tijd weer
houden door de vriendelijke opmerking van den
,- wethouder dat de Raadsleden zulke détails nu
maar aan hem en zijne ambtenaren moesten
overlaten.
Dat vind ik ook! De Raad moet zich nu niet
overal mede gaan bemoeien. Alles gaat immers
poiti' Ie 'ii'iienx clan* IK inoilleitr dfs mr»ides\
De Raad bemoeit zich al veel te veel met de
zaken en maakt daarmede B. eu W. het leven on
aangenaam.
Mr. vau Nierop ook al. Wethouder Pet had
voor rekening van de gemeente liefdadigheid
willen plegen tegenover den pachter van het
stedelijk koffiehuis aan de Handelskade, door
hem van de nog 2'/j jaar loopende huur te ont
heffen. Maar nu komt daar Mr. van Nierop met
de snoode bemerking, dat die pachter had gehoopt
daar goede zaken te maken en het dus niet aan
ging, nu iicin dit tegenviel, dat de stad de schade
zou dragen, vooral niet. . . . omdat die pachter
twee zeer soliede borgen had, die borg waren
gebleven niet uit menschlievendheid, maar eenig
en alleen omdat de pachter hunne waren ver
kocht (zeker weer edelmoedige bierbrouwers). De
gemeente bewees dus geen liefdadigheid aan deu
armen pachter, maar aan de rijke borgen, die
vooraf wisten dat er risico geloopen werd.
De Raad was het met Mr. van Nierop eens
en liet de liefdadigheid aan zich voorbijgaan.
Bij een voordracht tot vaststelling der interes
sen enz. door pandgevers in de banken van lee
ning te betalen, werd door deu heer Heineken
eene opmerking gemaakt, die ik nooit gedacht
had dat een Raadslid in eeue openbare zitting zou
behoeven te maken.
Laat de stad daar toch vooral geen winst op
maken, geen belasting op liet ongeluk om ',s
Hemels wil! riep deze armlievendo heer uit. En
als dat geen vergissing geweest is, begrijp ik
er niets van; want ik wist al lang, dat de.
Bank. behalve de rente van het geleende kapi
taal, vau haar eigen kapitaal slechts een zeer
matige rente maakte.
Zoo sukkeiden we van het een op het ander.
Een ontworpen overeenkomst met de bouwmaat
schappij »Nnssaukade" om hare tereiiieu tegen
over de Lcidschekade te cxploiteereu, eene over
eenkomst, die eerst na langdurige en moeizame on
derhandeling zoover tot stand was gekomen, ver
zekerde tle wethouder, gaf aanleiding tot zooveel
gcpraats en voorstellen tot wijziging dat Mr. de
Vries het noodig vond er op te wijzen dat men
toch niet vergeten moest dat het hier een
couj tract gold, waarin ook de andere partij wat te
vertellen had, die het uu eenmaal aangenomen
had zooals het daar lag.
Mr. De Vries moest zulke verstandige woorden
voortaan wat vroeger zeggen. Ze maakten uu
dadelijk zoo'n goeden indruk, alsof niet een van
de Raadsleden dat te voren had begrepen of er
zelfs maar aan gedacht.
Ik begin er hoe langer hoe meer aan te twij
felen of Raadsleden (behoudens lofwaardige
wat een ongepast bijvoeglijk naamwoord uit
zondering) wel deuken vóór dat ze op de zitting
komen.
Onder andere zaken van minder belang is ook
nog aan de heeren Bos en Gresuich vergunning
verleend voor een Tramomuibusdienst, tusschen
de Heerenmarkt en den Binuen-Anistel, langs
de Keizersgracht, oostzijde en terug langs de
Heerengracht, oostzijde.
hoeveel kracht en haast zij voortdurend op de
toetsen timmerde. Toen ik op de stoel naast
haar plaats nam keek zij even om, knikte
onder 't spelen door met het hoofd en glim
lachte, zoodal ik zag dat ze in een grooten mond
niet dikke lippen, prachtig witte tanden had,
die bij haar bruine tint en donker haar mooi
afstaken- Zij scheen hoogstens zeventien of
achttien jaar oud en onwillekeurig gevoelde ik
medelijden met dal schepseltje, gedoemd om
avond aan avond in een soort van bokkinghang
te zitten pianospelen.
Zij had ecu oogenblik rust, bladerde in hot
muziekboek dat op den lezenaar stond en keek
gedachteloos voor zich uit.
Mag ik u iets presenteercn, juffrouw, u zult
hier wel dorst krijgen?" zei ik
Warief?v vroeg zij verwonderd.
Of u ook iel s gebruiken wilt ?''
Haar antwoord stierf plotseling in een paar
accoorden die zij haastig aanrloeg. omdal een
zonderling toegetakeld hoor, mot eenige
muizenvallen op deu rug, het tooueol betrad.
Het programma vermeldde hem als llerr
Koskinsky Gesaugskoniiker" en 't voor te dragen
stuk boette ,ÏUnuse(Yilleii-wic<le!>um !'' leder een
voudige ziel die heen programma, rijk was, zou
hem echter onmiddelijk voor de type van een
Amsterdamsehe oud-kleerkoop hebben gehouden:
vooral toen hij begon te zingen.
Manzovarrc whiedebhoem!"
Zal u werkelijk niets gebruiken:'" vroeg ik
nog eens.
Al spelend antwoordde zij: Uwe is erg
vriuclerik ar te veer bereei'd ?"
Goeie hemel! dacht ik wal lijken haar neus
en haar accent sprekend op die van Herr
Koskinsky."
Kom. wat zal 't wezen, juffrouw! 'n Kop
chocolaad?"
Trom-trom Irom-licrctrom trom", deed de
piano, en de pianiste zei al spelend: As vader
't goedvindt weet u Irom-lrom tirom zou
'k wer wal wirre drinkc lirom-trom
brrrrrboni!"
Mmisuvarre whiedebhoem!'' klonk 't refrein.
Vader! Vader!" riep zachtkens de virtuoze
haar hoofd naar 't tooneel wendend.
De Gesangskomiker" keek. al zingend het
hoofd vooruitstekend de pianiste, met vragend
opgetrokken wenkbrauwen, aan en knikte toe
stemmend met hel hoofd toen zij gedempt vroeg,
zonder met aecompagueereu op te houden:
Trommelromlirom-lrommetom. ,,Vader as ik
wat van die heer met een hoofdvvunk naar
mij gehruike mag?'' Trom brrrrre bom!
Zekei's kind. maar geeu pbons!
Mbauscvarre whiedebhüem!"
'N-u;raassie bier dan, assiebrief?" vroeg de
pianiste mij toelachend. Trom trom brrrbum!
\V"il u er niets bij eten, juffrouw; zoo'n
slukje koek bijvoorbeeld?" Ik wees op de
T<>!)>bo];-i Heere!
Nee dank u bereef!" Trom trom-tiugoling.
Kom geneer u je niet! 'n Zakje amandelen
dan V"
O nee!" biTrirrebommebom tingüng
ngling-bom!',
Niemendal ?"
Nou! as uwe "t dan apseruut wir, strakkies
in de phaiiseering 'n gebakko vissie assie
brief?"?Trom-! >n m-1 ing!
'k Wist waarlijk niet wat ik hoorde: maar
toen ik eveu opstaande naar 't buffet keek, zag
ik daar beusch een schotel met gebakken boljes
| staan, 'k Had dien van te vuren niet opgemerkt.
Na een korte ruslpoos gedurende welke de
Tombola nog al .aftrek bad en de pianiste met
blijkbaar welgevallen haar vissie" af kloof, begon
de voorstelling opnieuw en wel met de
Fremersbcrg". ,,'n Extra nummertje, voor piano
Men maakt het ons gemakkelijk genoeg tegen
woordig.
Ik heb wel eens gelezen van visscheu, die zich
m duistere onderaardsche wateren ophouden en.
geene oogen hebben, omdat zij er in het donker
toch niets aan zouden hebben; apen hebben we
gens het voortdurend klauteren in de hoornen
lange vingers ook aan de voeten; een houd heeft
een lange tong omdat hij daarlangs, en niet zooals
een welopgevoed meusch, door zijne huid trans
pireert; een vogel heeft vleugels van 't vliegen.
Dit alles in verband gebracht met onze overtui
ging, dat de omstandigheden den meusch vormen,
schijnt de tij.l niet verre meer, dat als men
ons nog meer laat rijden een Amsterdammer
zonder of althans met onbeweegbare beenen
geboren wordt.
NEMO.
Uit het Haag-je.
Men deiike zich het landschap van eeue ge
kleurde modeplaat. Tusschen partijtjes laag hout
gewas, slechts met een doorschijnende sluier van
licht groen gaas overtogen, ziet men
rozenkleurige koepeltjes eu kasteeltjes met uitgesctiulpte
torentjes en tierelantijntjes uitsteken. In een wa
terplas met breede groen fluweelen opslagen vau
glad geschoren gras. worden zivaneu en eendjes
door engelachtige kinderen op broodkruimels ont
haald. Men weet niet wat meer te bewonderen:
de parmantig gekapte hoofdjes met fonkelnieuwe
hoedjes, of wel de nauwsluitende handschoen tjes
en laarsjes der kleinen. Zij worden vergezeld door
rijzige dames met kindcrgezichljss eu parasols.
Deze vrouwspersonen hebbeu letterlijk niet n
lichamelijk gebrek: of het moest zijn dat hare
dunne middeltjes niet in verhouding ziju met de
zware vracht morleartikelen, die zij torsen. Zij
zijn stilstaande of heel langzaam gaande
froufrou afgebeeld, als zich volkomen bewust dat
haar bij eene botsing ongetwijfeld hetzelfde groote
ongeluk zou treffen, dat de Oom tesse de Elandre"
wedervoer, toen zij op zee per abuis tegen de
»Princesse Henriëtte" aanliep, en precies midden
doorbrak.
Hebben over het algemeen Scheveningsters en
breikousen, koeien eu molens de harten vau onze
schilders stormenderhand veroverd, zoo leggen de
modepiaat-artisten eene bijzondere voorliefde aan
den dag voor schoothondjes met blauwe strikjes
om den hals, en ha-zewbideii met gazellenoogen,
starende op monumentale, witmarmeren
tuinbanken. Het is wonderbaarlijk hoe prachtig, hoe
rijk terra-cotta of grasgroene japonnen met (lui
zende plooien, falbahi's, hoeken, oplegsels en
andere hindernissen, mitsgaders stijve gekleede
jassen, gepolijste hooge hoeden, verlakte schoe
nen, bolteudo uit sterk geruite pantalons, bij die
omgeving afsteken.
Op het uitdrukken van hevige hartstochten,
groote blijdschap, diepe smart, vertwijfeling, wroe
ging, wannoop, verrukking leggen de
motleplaatartisten zich volstrekt niet toe. Onze schilders
laten hunne Hcheveiu'ogsters ten minste nog breien
of pap eten, hunne koeien grazen en nog eens
grazen, maar zelfs dit weinige achten de
modeteekenaars niet comme il faut." Zij trachten in
hunne iigureu het ideaal van lord Oiiesteriield te
verwezenlijken, die liever stierf', dan in het
open| baar te huilen, te lachen of viool te spelen. De
eenige actie, behalve eendjes voeren, die op een
modeplaat oogluikend wordt toegelaten, is dat
een heer, die overigens eene houding heeft, alsof
hij een bezemsteel ingeslikt heeft, deu hoed af
neemt. Het hoofd of de oogen maken echter
den groet volstrekt niet mede; het blijkt uit
alles dat de saluade alleen maar verzonnen is
om te laten zien hoe mooi de mouw van do jas
valt, niets meer niets minder.
Welnu, vau deze kunstige platen, niet alleen
voorstellende het menschdom, maar ook de na
tuur oj) zijn Zondags, geeft men hier dagelijks
voortreffelijk geslaagde Hableaux-vivants" in de
Scheveningsche boschjcs.
De ;>tableaux-vivauts" zijn nu eenmaal in de
mode. Schatten van talent, vernuft, overleg en
geduld worden besteed om beroemde schilderijen
in levenden lijve terug te geven. Brokken ijs
worden door klompen soda, sneeuw door watten,
voor uwc," zei de juffrouw toen zij hel laalste
graatje ter zijde legde de twee vettige vingers
die 't vast hadden gehouden even over de haren
streek en met de andere hand preludeerde.
Verschillende liederen eu romancen door de
zanpnimfcn voorgedragen in'tEugelsch.Duilsch en
Amsterdamsen brachten daarna het publiek beur
telings in vroolijke of luidruchtige stemming. De
aanwezige jongelui zongen met de magerste der
drie een Engelsche soug" mede, stampten met
de voeten de maal en gilden hel uil van pleizier,
toen de lieve miss ecu step-tianee" uitvoerde.
De enkele dames, die tot het publiek behoorden,
waren van vrijer richting dan wij gewoon zijn
iu de kerk of op theetjes te ontmoeten en zet
ten haar geleiders aan om bis" te roepen, toen
hel couplet der Amsterdamsche een ,luchtje''
! had, en de heeren riepen zeer familiaar, als een
of ander Jii'd de eer niet had hun goedkeuring
weg te dragen: Annéine! 'n krokkie'' of: Ken
bciersch!?'n conjakkie!"?juist alsof er
ruemaud .stond ie zingen.
De rook werd hoe langer hoe ondoorzichtiger
en de lucht buitengewoon verhit, zoodat een
paar stemmen riepen: ,.Doe een rnam open;
't is hier om Ie bezwijken;" maar toen de
eigenaar een venster openzette, gilden weer
anderen: Dicht, dicht! We krijgen hier stijve
nekken", eu intusschon zongen de chanfeuses
haar liedereu verder, trommelde de julïromv on
barmhartig op de toetsen, en^gilde de
TombolaFee: ,,'n Dubbeltje'u lot!?Kom heere, kom!'1
Voordat do pantomime begon, had ei- nog
een klein incident plaats, dat ik vermelden wil
op gevaar af vau een heimelijk O, foei!" of een:
Dat 's een beetje erg" van mijn lezeressen te
liooren, maar 't was al te vermakelijk om niet
aan de vergetelheid te worden ontrukt.
Wie 't niet lezen wil, mag de volgende vijftig
regels dus gerust overslaan.
(IVorclt vervolgd).