De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 12 mei pagina 2

12 mei 1889 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 62O Toch behoort gr) dat volgens D. N. te be seffen ; nadere uitleg wordt u onthouden. Een accijns op een luxe-artikel of op een schadelijk artikel, 't is dus hetzelfde. De socialisten schelden de bezittende klassen uit, omdat zij te weinig belast zijn, en dan zal het onrechtvaardig zijn dat zij van hun wijn den. cijns betalen! Onrechtvaardig ook afkeurenswaardig omdat men niet bemerkt dat en hoeveel men betaalt. Maar dan de invoerrechten? Onrechtvaardig en het personeel, de mutatie-rechten, het zegel. De heer D. Nieuwenhuis had voor het volk wel het allerlaatst aan den wijn- en gedistilleerd-accijns mogen tornen, maar eenige belastingen die inderdaad_ onrechtvaardig zijn, moeten noemen. Doch wij begrijpen wat hij ons antwoorden zal. »Me lieve medeburger, ik beu nooit ge woon geweest mijn woorden zoo angstvallig te wikken en te wegen. Als agitator houd ik er een woordenboek en stijl op na, die bij dat beroep passen. Wilt gij met het volk het deel des volks, dat ik bedoel iets uit richten, dan moet het zijn »van dik hout zaagt men planken." Dan zult ge niet vragen of iets precies juist is. maar hoe het parool klinkt; gij moet u zelf beschouwen als de verzenmaker, die ter wille van het rijmwoord nu en dan, zelfs heel dikwijls, iets anders zegt dan hij iuist acht. Daarom moet het dan ook zijn alle accijnsen, al zou het doodjammer wezen, dat die op de wijn en jenever werden ?weggenomen, zoolang ons belastingstelsel niet tot een ideaal-staat ware opgevoerd. £n legde men den heer D. N. de vraag voor: maar gij, Tolksvriend, zoudt ge dan inderdaad meenen, dat, afgezien van alle andere schaduwzijden aan de afschaffing van den wijn-en jeueveraccijns verbonden,het volk er beter van zou worden,als men _eens tegelijkertijd of maar binnen korten tijd, in 40 of 50 millioen aan directe belas tingen voorzien moest; de leider der socia listen zou antwoorden : ik vraag u op mijn beurt of ge dan niet weet, dat ik socialist ben! Voor mij als socialist is immers die heele belastingkwestie eigenlijk niet meer clan een kleine versnapering, een garnaaltje dat wij pellen voor we aan den grooten schotel toe komen. Denkt ge dat ik van belastingher ziening iets van beteekenis verwacht? Ik houd er mij mede bezig en dat op mijn ma nier, om het volk wakker te maken, te prikkelen en in spanning te brengen, opdat net met mij eenmaal zal opstaan om een nieuwe maatschappij te stichten, naar ge heel andere wetten en regelen dan tot he den op dit ondermaansche inheemsch waren. Deze oude rommel, van het begin tot eind, moet het onderst boven gekeerd, en dus agi teer ik, met alle accijnsen." Wij gelooven mitsdien, dat ieder, die in Tollen ernst met den heer D. N. over deze zaak gaat disputeeren, genoemden heer een aange naam oogenblik bezorgt. Immers onder vier oogen heeft hij alle recht van den zoodanige te getuigen: O sancta simplicitas! Wat een onnoozel gansje! Dit standpunt en deze methode is de onze niet, maar bij alle afkeuring er van, moet men toch erkennen, dat al heiligt het doel de middelen niet, het doel zelf in groote menschlievendheid zijn oorsprong kan vinden en andersdenkenden tot een zekere mate van mildheid kan stemmen. Maar welke gewaarwording ontvangt men, als men geen socialisten, geen agitatoren, integendeel menschen van een kalm gestel en geneigd tot het ontleden van begrippen en theorieën den zelfden onzin, zonder dat verheven doel, hoort betoogen? De Heer v. d. Goes bijv. »Spr. is voor afschaffing van alle accijnzen, ook van dien op de jenever. Niet om deze goedkooper te maken en dus het misbruik onder het volk nog meer te versterken, dat in geene deele; maar zoolang nog voor een bedrag van 23 millioen langs dien weg in de schatkist komt, zoolang wordt de wetgever ontheven van de zorg om te maken, dat deze ken meer kracht te ontwikkelen dan zijn stem, want in minder dan geen tijd was de onheb belijke bezoeker overweldigd en uitgeleverd aan den patroon, die hem, met behulp van een paar gedienstige klanten, buiten de deur zetle, welke hu' afsloot, terwijl hij verontwaardigd zei: Zoo'n halfvette slommeduikelaar zou de heele repetatie van m'n lokaal bederve." Een halve minuut later was de zanger weer op zijn post; de pianist sloeg een paar liefelijke akkoorden aan, en terwijl de lieer Melalo zijn boord, overhemd en das, die in de worsteling iets geleden hadden, weer in orde bracht, zong hij, zeer te pas improviseerend: Ms in een schouwburgzaal Óf een concertlokaal, De een of ander rustverstoort, Dan moet ie 'r uit en voort! Dan zeggen wij heel gauw, en snel: Jij hebt het hier verbruid; We zetten jou d'r uit! En dan merkt die vent het wél!" Bravo! Bravo! Hoera!" schreeuwde het lachende publiek. Bom! Bom! Bom! klonk 't builen; 't was de in de buitenste duisternis geworpene, die legen de deur trapte en bonsde En zie je, hij merkt 't wél!" herhaalde dood leuk de komiek, die ons nu heel erg meeviel. Intusschen waren wij zoo vrij geweest om van de verwarring gebruik te maken en eenige ledig geworden stoelen, dicht bij het tooneel, te bezetten; wij wilden alles goed genieten. We zaten nu vlak bij de piano en kwamen daardoor tot de ontdekking dat het instrument niet door een pianist maar door een mager, tanig juffertje werd bespeeld. Haar kleine gelige vingers schenen buitengewoon taai, lenig en gespierd te zijn want, 't was opmerkelijk met 23 millioen langs een beteren en billijker weg worde verkregen." «Niet om de jenever goedkooper temaken" neen,maar met dexckerlmd dat de kan in plaats van b.v. ? 0.90, / O 30 zal kosten. En voorts is deze spreker voor afschaffing van alle accijn zen, omdat hij die beschouwt als een »kJassenbelasting''. Een klassenbelasting die alle klassen drukt, niet meer of minder clan tal van andere belastingen, welke ook zouden moeten worden afgeschaft, _ veel eer nog clan de accijns op wijn en pp gedistilleerd. Een argument hetwelk waardiglijk naast dat van denlleerGerhard kan genoemd worden.die in de afschaffing van den jenever-accijns een voordeel voorde huismoeders, vooral voorde echtgenooten van drinkebrocrs ziet. Het is bekend, dat zelfs scherpzinnige men schen wel eens slachtoffers van theoriën kun nen worden. Wist men het niet, men zou het heden ten dage kunnen ervaren. Aan niets anders dan een gedachtcndraadje zou den deze hoeren de maatschappij willen op hangen; en ondanks alles wat men dagelijks om zich heen ziet gebeuren, haar aan een jenever-zondvloed durven wagen, met de ge ruststellende verzekering: verdrinken doet zij toch niet, daar staan u-ij u borg voor! Toch, als de heeren Bminsma, v. d. Goes en Gerhard werkelijk eens in den bcuijdeuswaardigen toestand kwamen te verkeeren, van hun woord tot wet te kunnen maken, zij zouden menschenvrienden als zij zijn zich nog wel eens bedenken en misschien tot Domela Nieuwenhuis zeggen: »kom, als het dan toch zoo moet gebeuren, doe gij het dan maar" op gevaar af dat deze hun op dat heuglijk tijdstip zou antwoorden; och mijne vrienden, voor mij socialist is die 23.000.000 jeneveraccijns toch eigenlijk maar zoo'n peulschilletje dat wij dit wel kunnen laten blij ven gelijk het is." De accijngen weg uitnemend; behalve die accijnsen, welke onschadelijk zijn, of wier afschaffing zeker ten nadeele van het volk zou werken. GEMEENTEZAKEN. De loftrompet had ik al van den wand geno men; ik had haar ontdaan van den roest, want zij was geroest, in zoo langen tijd had ik haar niet gebruikt ??en ik verheugde mij reeds bij het aanschouwen van het zaakrijke programma voor de zitting van Woensdag j.h, dat ik nu ook eens den lof van onzen Raad zou kunnen uitba zuinen omdat hij zaken deed gauw en goed. . . . maar helaas, het giug weer als Voltaire reeds zeide: II n'arrive que trop souvent Que, taudis qu'ou monte sa lyre, Et qu'on arrange uu compliment l'our notre ami qui nous inspire, Notre ami louó hautement Prend ce temps la tont justement Pour móritor une satire. Zie, liet begon zoo goed! De burgemeester stelde voor het heuglijk feit van het herstel van onzen Koning en zijn 40jarig jubiléte herdenken met muziek en vuurwerk en allen stemden met luid applaus de daarvoor noodige kosten toe. Men was 7,00 gulgeofsch, dat, als er voorgesteld was om Hertog Adolf hier te logeeren te vra gen als een klein bewijs van hartelijkheid bij de ondervonden teleurstelling, ik geloot' dat de Raad ook geapplaudiseerd zou hebbeu. Waarom zoo niet voortgegaan ? Dan waren we in een half uur klaar geweest en nu zaten we er om half zes nog. Mr. Van Hall opende het vuur tegen den wet houder voor publieke werken, omdat deze aan den Kaad geene voldoende inlichtingen had gegeven in zake het tramlijntje van 't nieuwe Centraalstation naar de hoofdlijn. Nu. de heer Westenberg is een stuk geschut dat altijd met scherp geladen is en de heer Van Hall kreeg dus dadelijk een kartets terug, waardoor het iedereen behalve den Raad duidelijk werd dat er door B. en \\T. in lichtingen genoeg gegeven waren. ' De Hollandsche Spoorweg, die heer en meester is op het Stationsplein, wilde hebben dat de tram haar standplaats zou kiezen op 20 nieter afstand van 't station en de train wilde op 10 nieter afstand staan. Nu had de wethouder botje bij botje gedaan en was zóó gekomen tot 15 meter. Wat viel daar nu tegen te zeggen? Tegen een juiste opmerking van den heer Gerritsen dat de A. O. M. de tevredenheid poogde te verwerven van het trampubliek en niet van het groote publiek zoodat uit het gebruik dezer beide woor den in de correspondentie verschil vau gevoelen met het gemeentebestuur zou kunnen voortvloeien hoorde ik geeu voldoende wederlegging. En de heer Veltman, die wilde voorstellen om de trottoirs op de toegangsbrug breeder te maken dan de door 15. en W. voorgestelde drie en een halve meter liet zich daarvan juist te rechter tijd weer houden door de vriendelijke opmerking van den ,- wethouder dat de Raadsleden zulke détails nu maar aan hem en zijne ambtenaren moesten overlaten. Dat vind ik ook! De Raad moet zich nu niet overal mede gaan bemoeien. Alles gaat immers poiti' Ie 'ii'iienx clan* IK inoilleitr dfs mr»ides\ De Raad bemoeit zich al veel te veel met de zaken en maakt daarmede B. eu W. het leven on aangenaam. Mr. vau Nierop ook al. Wethouder Pet had voor rekening van de gemeente liefdadigheid willen plegen tegenover den pachter van het stedelijk koffiehuis aan de Handelskade, door hem van de nog 2'/j jaar loopende huur te ont heffen. Maar nu komt daar Mr. van Nierop met de snoode bemerking, dat die pachter had gehoopt daar goede zaken te maken en het dus niet aan ging, nu iicin dit tegenviel, dat de stad de schade zou dragen, vooral niet. . . . omdat die pachter twee zeer soliede borgen had, die borg waren gebleven niet uit menschlievendheid, maar eenig en alleen omdat de pachter hunne waren ver kocht (zeker weer edelmoedige bierbrouwers). De gemeente bewees dus geen liefdadigheid aan deu armen pachter, maar aan de rijke borgen, die vooraf wisten dat er risico geloopen werd. De Raad was het met Mr. van Nierop eens en liet de liefdadigheid aan zich voorbijgaan. Bij een voordracht tot vaststelling der interes sen enz. door pandgevers in de banken van lee ning te betalen, werd door deu heer Heineken eene opmerking gemaakt, die ik nooit gedacht had dat een Raadslid in eeue openbare zitting zou behoeven te maken. Laat de stad daar toch vooral geen winst op maken, geen belasting op liet ongeluk om ',s Hemels wil! riep deze armlievendo heer uit. En als dat geen vergissing geweest is, begrijp ik er niets van; want ik wist al lang, dat de. Bank. behalve de rente van het geleende kapi taal, vau haar eigen kapitaal slechts een zeer matige rente maakte. Zoo sukkeiden we van het een op het ander. Een ontworpen overeenkomst met de bouwmaat schappij »Nnssaukade" om hare tereiiieu tegen over de Lcidschekade te cxploiteereu, eene over eenkomst, die eerst na langdurige en moeizame on derhandeling zoover tot stand was gekomen, ver zekerde tle wethouder, gaf aanleiding tot zooveel gcpraats en voorstellen tot wijziging dat Mr. de Vries het noodig vond er op te wijzen dat men toch niet vergeten moest dat het hier een couj tract gold, waarin ook de andere partij wat te vertellen had, die het uu eenmaal aangenomen had zooals het daar lag. Mr. De Vries moest zulke verstandige woorden voortaan wat vroeger zeggen. Ze maakten uu dadelijk zoo'n goeden indruk, alsof niet een van de Raadsleden dat te voren had begrepen of er zelfs maar aan gedacht. Ik begin er hoe langer hoe meer aan te twij felen of Raadsleden (behoudens lofwaardige wat een ongepast bijvoeglijk naamwoord uit zondering) wel deuken vóór dat ze op de zitting komen. Onder andere zaken van minder belang is ook nog aan de heeren Bos en Gresuich vergunning verleend voor een Tramomuibusdienst, tusschen de Heerenmarkt en den Binuen-Anistel, langs de Keizersgracht, oostzijde en terug langs de Heerengracht, oostzijde. hoeveel kracht en haast zij voortdurend op de toetsen timmerde. Toen ik op de stoel naast haar plaats nam keek zij even om, knikte onder 't spelen door met het hoofd en glim lachte, zoodal ik zag dat ze in een grooten mond niet dikke lippen, prachtig witte tanden had, die bij haar bruine tint en donker haar mooi afstaken- Zij scheen hoogstens zeventien of achttien jaar oud en onwillekeurig gevoelde ik medelijden met dal schepseltje, gedoemd om avond aan avond in een soort van bokkinghang te zitten pianospelen. Zij had ecu oogenblik rust, bladerde in hot muziekboek dat op den lezenaar stond en keek gedachteloos voor zich uit. Mag ik u iets presenteercn, juffrouw, u zult hier wel dorst krijgen?" zei ik Warief?v vroeg zij verwonderd. Of u ook iel s gebruiken wilt ?'' Haar antwoord stierf plotseling in een paar accoorden die zij haastig aanrloeg. omdal een zonderling toegetakeld hoor, mot eenige muizenvallen op deu rug, het tooueol betrad. Het programma vermeldde hem als llerr Koskinsky Gesaugskoniiker" en 't voor te dragen stuk boette ,ÏUnuse(Yilleii-wic<le!>um !'' leder een voudige ziel die heen programma, rijk was, zou hem echter onmiddelijk voor de type van een Amsterdamsehe oud-kleerkoop hebben gehouden: vooral toen hij begon te zingen. Manzovarrc whiedebhoem!" Zal u werkelijk niets gebruiken:'" vroeg ik nog eens. Al spelend antwoordde zij: Uwe is erg vriuclerik ar te veer bereei'd ?" Goeie hemel! dacht ik wal lijken haar neus en haar accent sprekend op die van Herr Koskinsky." Kom. wat zal 't wezen, juffrouw! 'n Kop chocolaad?" Trom-trom Irom-licrctrom trom", deed de piano, en de pianiste zei al spelend: As vader 't goedvindt weet u Irom-lrom tirom zou 'k wer wal wirre drinkc lirom-trom brrrrrboni!" Mmisuvarre whiedebhoem!'' klonk 't refrein. Vader! Vader!" riep zachtkens de virtuoze haar hoofd naar 't tooneel wendend. De Gesangskomiker" keek. al zingend het hoofd vooruitstekend de pianiste, met vragend opgetrokken wenkbrauwen, aan en knikte toe stemmend met hel hoofd toen zij gedempt vroeg, zonder met aecompagueereu op te houden: Trommelromlirom-lrommetom. ,,Vader as ik wat van die heer met een hoofdvvunk naar mij gehruike mag?'' Trom brrrrre bom! Zekei's kind. maar geeu pbons! Mbauscvarre whiedebhüem!" 'N-u;raassie bier dan, assiebrief?" vroeg de pianiste mij toelachend. Trom trom brrrbum! \V"il u er niets bij eten, juffrouw; zoo'n slukje koek bijvoorbeeld?" Ik wees op de T<>!)>bo];-i Heere! Nee dank u bereef!" Trom trom-tiugoling. Kom geneer u je niet! 'n Zakje amandelen dan V" O nee!" biTrirrebommebom tingüng ngling-bom!', Niemendal ?" Nou! as uwe "t dan apseruut wir, strakkies in de phaiiseering 'n gebakko vissie assie brief?"?Trom-! >n m-1 ing! 'k Wist waarlijk niet wat ik hoorde: maar toen ik eveu opstaande naar 't buffet keek, zag ik daar beusch een schotel met gebakken boljes | staan, 'k Had dien van te vuren niet opgemerkt. Na een korte ruslpoos gedurende welke de Tombola nog al .aftrek bad en de pianiste met blijkbaar welgevallen haar vissie" af kloof, begon de voorstelling opnieuw en wel met de Fremersbcrg". ,,'n Extra nummertje, voor piano Men maakt het ons gemakkelijk genoeg tegen woordig. Ik heb wel eens gelezen van visscheu, die zich m duistere onderaardsche wateren ophouden en. geene oogen hebben, omdat zij er in het donker toch niets aan zouden hebben; apen hebben we gens het voortdurend klauteren in de hoornen lange vingers ook aan de voeten; een houd heeft een lange tong omdat hij daarlangs, en niet zooals een welopgevoed meusch, door zijne huid trans pireert; een vogel heeft vleugels van 't vliegen. Dit alles in verband gebracht met onze overtui ging, dat de omstandigheden den meusch vormen, schijnt de tij.l niet verre meer, dat als men ons nog meer laat rijden een Amsterdammer zonder of althans met onbeweegbare beenen geboren wordt. NEMO. Uit het Haag-je. Men deiike zich het landschap van eeue ge kleurde modeplaat. Tusschen partijtjes laag hout gewas, slechts met een doorschijnende sluier van licht groen gaas overtogen, ziet men rozenkleurige koepeltjes eu kasteeltjes met uitgesctiulpte torentjes en tierelantijntjes uitsteken. In een wa terplas met breede groen fluweelen opslagen vau glad geschoren gras. worden zivaneu en eendjes door engelachtige kinderen op broodkruimels ont haald. Men weet niet wat meer te bewonderen: de parmantig gekapte hoofdjes met fonkelnieuwe hoedjes, of wel de nauwsluitende handschoen tjes en laarsjes der kleinen. Zij worden vergezeld door rijzige dames met kindcrgezichljss eu parasols. Deze vrouwspersonen hebbeu letterlijk niet n lichamelijk gebrek: of het moest zijn dat hare dunne middeltjes niet in verhouding ziju met de zware vracht morleartikelen, die zij torsen. Zij zijn stilstaande of heel langzaam gaande froufrou afgebeeld, als zich volkomen bewust dat haar bij eene botsing ongetwijfeld hetzelfde groote ongeluk zou treffen, dat de Oom tesse de Elandre" wedervoer, toen zij op zee per abuis tegen de »Princesse Henriëtte" aanliep, en precies midden doorbrak. Hebben over het algemeen Scheveningsters en breikousen, koeien eu molens de harten vau onze schilders stormenderhand veroverd, zoo leggen de modepiaat-artisten eene bijzondere voorliefde aan den dag voor schoothondjes met blauwe strikjes om den hals, en ha-zewbideii met gazellenoogen, starende op monumentale, witmarmeren tuinbanken. Het is wonderbaarlijk hoe prachtig, hoe rijk terra-cotta of grasgroene japonnen met (lui zende plooien, falbahi's, hoeken, oplegsels en andere hindernissen, mitsgaders stijve gekleede jassen, gepolijste hooge hoeden, verlakte schoe nen, bolteudo uit sterk geruite pantalons, bij die omgeving afsteken. Op het uitdrukken van hevige hartstochten, groote blijdschap, diepe smart, vertwijfeling, wroe ging, wannoop, verrukking leggen de motleplaatartisten zich volstrekt niet toe. Onze schilders laten hunne Hcheveiu'ogsters ten minste nog breien of pap eten, hunne koeien grazen en nog eens grazen, maar zelfs dit weinige achten de modeteekenaars niet comme il faut." Zij trachten in hunne iigureu het ideaal van lord Oiiesteriield te verwezenlijken, die liever stierf', dan in het open| baar te huilen, te lachen of viool te spelen. De eenige actie, behalve eendjes voeren, die op een modeplaat oogluikend wordt toegelaten, is dat een heer, die overigens eene houding heeft, alsof hij een bezemsteel ingeslikt heeft, deu hoed af neemt. Het hoofd of de oogen maken echter den groet volstrekt niet mede; het blijkt uit alles dat de saluade alleen maar verzonnen is om te laten zien hoe mooi de mouw van do jas valt, niets meer niets minder. Welnu, vau deze kunstige platen, niet alleen voorstellende het menschdom, maar ook de na tuur oj) zijn Zondags, geeft men hier dagelijks voortreffelijk geslaagde Hableaux-vivants" in de Scheveningsche boschjcs. De ;>tableaux-vivauts" zijn nu eenmaal in de mode. Schatten van talent, vernuft, overleg en geduld worden besteed om beroemde schilderijen in levenden lijve terug te geven. Brokken ijs worden door klompen soda, sneeuw door watten, voor uwc," zei de juffrouw toen zij hel laalste graatje ter zijde legde de twee vettige vingers die 't vast hadden gehouden even over de haren streek en met de andere hand preludeerde. Verschillende liederen eu romancen door de zanpnimfcn voorgedragen in'tEugelsch.Duilsch en Amsterdamsen brachten daarna het publiek beur telings in vroolijke of luidruchtige stemming. De aanwezige jongelui zongen met de magerste der drie een Engelsche soug" mede, stampten met de voeten de maal en gilden hel uil van pleizier, toen de lieve miss ecu step-tianee" uitvoerde. De enkele dames, die tot het publiek behoorden, waren van vrijer richting dan wij gewoon zijn iu de kerk of op theetjes te ontmoeten en zet ten haar geleiders aan om bis" te roepen, toen hel couplet der Amsterdamsche een ,luchtje'' ! had, en de heeren riepen zeer familiaar, als een of ander Jii'd de eer niet had hun goedkeuring weg te dragen: Annéine! 'n krokkie'' of: Ken bciersch!?'n conjakkie!"?juist alsof er ruemaud .stond ie zingen. De rook werd hoe langer hoe ondoorzichtiger en de lucht buitengewoon verhit, zoodat een paar stemmen riepen: ,.Doe een rnam open; 't is hier om Ie bezwijken;" maar toen de eigenaar een venster openzette, gilden weer anderen: Dicht, dicht! We krijgen hier stijve nekken", eu intusschon zongen de chanfeuses haar liedereu verder, trommelde de julïromv on barmhartig op de toetsen, en^gilde de TombolaFee: ,,'n Dubbeltje'u lot!?Kom heere, kom!'1 Voordat do pantomime begon, had ei- nog een klein incident plaats, dat ik vermelden wil op gevaar af vau een heimelijk O, foei!" of een: Dat 's een beetje erg" van mijn lezeressen te liooren, maar 't was al te vermakelijk om niet aan de vergetelheid te worden ontrukt. Wie 't niet lezen wil, mag de volgende vijftig regels dus gerust overslaan. (IVorclt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl