De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 19 mei pagina 3

19 mei 1889 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 621 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. het einde van eene lange reeks van pikante ge zegden, van schoone zinbuigingen, van echt Hollandsche, maar slechts door hem gebruikte woor den, van geestigheden en niet het minst van in aangenamen vortn gegoten ten minste bedekte hatelijkheden! O, Mr. van Eeden, ge waart en ge zijt het nog, hoop ik een bewonderenswaardig man; die verklaring moet mij van het hart, al dacht ik soms wel eens, wanneer ik u daar zag staan, dat ik Mephistofeles in hoogst eigen persoon voor mij had. Ja, als die wenkbrauwen zoo erg hoog waren opgetrokken, geen glimlach uw gelaat ver sierde, maar, integendeel, uw mond zelfs een zoenerigen vorm aannam en uwe groote oogen met een boosaardigen spotachtigen glans gericht ?werden ge weet wel op die plaats, rechts, iets beneden u, waar Mr. van Ittersum destijds gezeten was ja, dan zaagt ge er uit als een duivel, maar, als een aardig duiveltje ! Heere, Heere, wat kon die Mr. van Ittersum kwaad wor den, als ge hem zoo aan het treiteren" waart! Wat hadt ge toch tegen dat. Raadslid? Had hij u soms eens eeu bekwame keukenmeid onder huurd? Zoo iets" moet er in het spel geweest zijn, anders kan ik me zoo'n haat tussehen twee rechtsgeleerden niet begrijpen. Maar hoevelen verdroegen uw scherts niet met gelatenheid en lachten er zelfs om ik altijd natuurlijk! Ik zie nog onzen braven van Beuningen een kleur krijgen, toen gij, om de smalheid van een steegje aan te toonen, geen duidelijker beeld aan uwe medeleden wist voor te leggen, dan dat deze dikke collega er niet door kon, zonder zijn elle bogen te schaven. De heer van Beuning a heeft althans had 'toen niet wat men noemt l'art de repartie. In zijne plaats zou ik geantwoord hebben, dat die steeg, wel smal, maar zoo hoog was, dat er wel twintig van Eedens op elkaar konden staan zonder nog de huisnmsschennesten uit de dakgoten te kunnen halen. De heer van Beuningeu zou dan wel flauw geweest en uitgelachen geworden zijn, maar dan had hij maar weg moeten loopen en de deur met een geweldigen slag achter zich dicht slaan. Dat maakt ook indruk! En herinnert ge u nog, hoe De Muralt eens met een oude statistiek voor den dag kwam om te bewijzen, dat al de rijke lui op het Janskerkhof samen minder gas verbruikten dan de ban ketbakker, die daar woonde? Wat werdt ge kwaad! Neen, wat deedt ge of ge kwaad werdt! Want echt" kwaad worden, daar waart ge te verstandig voor, tenzij ongetwijfeld als het uw eigen persoon, uw eigen eer of belang gold. Maar wanneer bet alleen de openbare zaak betrof en daarin heb ik u alleen gezien en te beoordeelen daar spraakt go wel niet nadruk, met geweldigen nadruk zelfs, maar werkelijk boos worden deedt ge evenmin als ik, die alleen kwam om te noteeren wat het u en anderen behaagde te vertellen. Wij hebben nog wel eens tegen elkaar gelachen, herinnert ge u niet? 't Was ook in een openbare vergadering , betrefl'ende de toen intevocren quitantie-belasting. Wat hebt ge toen dien jon geren collega van u, die u durfde beschuldigen van gladheid en zelf later zoo glad, dat nie mand hem grijpen kon, met de Noorderzon ver trok wat hebt ge dien geweldig op zijn plaats gezet. Ik vreesde dat de leuning van den stoel onder uwe hand en dat collegaatje onder uwe blikken bezwijken zou. Maar wat was ik gerust gesteld, toen ik u een oogenblik later, naar mij zag opkijken en mijn lachende tronie, waarmede ik die gansche tooneelvoorstelling had aanschouwd en uwen mond zoo vroolijk breed zag worden, als nog nooit te voren en ook nooit meer later. O Mr. van Eeden! waarom hebt gij ons verla ten ! Gij, het middelpunt, waarbij van Eelde, die te weinig, en van Eeten, die te veel sprak, zich zoo waardig aansloten. Gij waart ons een rots in zee. Een redenaar van uw talent, een burger van uwe groote bekwaamheden, is het eigenlijk wel geoorloofd dat zulk een man zich onttrekt aan de openbare belangen?! Keer terug tot ons, bid ik u! Bemoei u weer met de zaken van de stad en zoo mogelijk van het land! Gij kunt er zelf slechts roem en eer (anders hebt ge op 't oogen blik niet noodig, zegt de lasterlijke -wereld) de stad of het land slechts voordeel bij behalen. Wees niet haatdragend om zoo'n wethoudersbaantje! Bedenk toch, dat wie hoog staat, veel benijders heeft. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Salon des Variótés: Assureer je tronie. Théatre Tivoli: lift kas/je vrtu Bib i. Paleis voor Volksvlijt: Moed, beleid en trouw. Grand Théatre: Do kapper des Kei;; er s. »Assureer je vrouw" en »Het kastje van Bibi", die deze week voor het eerst in den Salon des Variétés en het Théatre Tivoli over de planken gingen, zijn beide stukken uit dien zijtak Fransche school, die vóór alles schijnt te willen on derzoeken, hoever de liederlijkheid en schamnteloosheid op het tooneel kunnen gaan. Het is voor onze tooneelhervormers en tooneelvoorstauders dau ook een allesbehalve verblijdend of bemoedigend verschijnsel, dat vooral de kleinere schouwburgen juist dergelijke wauproducten hoe langer hoe meer op hun répertoire brengen. De schuld in deze ligt natuurlijk niet in de eerste plaats aan de besturen dier schouwburgen ; zij zijn slechts de gehoorzame dienaren van het publiek en vooral in den zomer, wanneer zij de zware concurrentie mot de mituur moeten trachten vol te houden, zorgen zij er wel voor in alles aan zijn grillen en luimen te voldoen. Bij een groot deel van het publiek schijnt op het oogc-iiblik alleen vraag naar dergelijke stukken te bestaau: niets natuurlijker dau dat de tooueeldirecties ze aanbieden. Het eenige, wat de voorstanders van gezonder eii degelijker kunst dan ook kunnen doen, is hopen, dat deze bezoeking van niet al te langen duur moge zijn. «Assureer je vrouw", is het werk van den heer Albin Valabrègue, den schrijver vaii het ook al niet zeer geestige, doch in ieder geval niet zoo onzedelijke »Durand en Durand". Het bezit, behalve zijn meer of minder kittelenden inhoud, bijna niets waardoor het de eer van een opvoering waard zou zijn. In de techniek, die groote kunst der Franschen, die in »Les Surprises du Divorec" misschien wel haar hoogste punt heeft bereikt, toont de heer Vala brègue zich nog lang geen meester. De bouw van zijn jongste stuk is noch handig, noch stevig, de intrigue noch geestig noch verrassend. Ook nieuwe typen levert het, met uitzondering miaschieu vau Rondinot, niet op. Jules Letnaitre kan er dan ook, hoeveel moeite hij zich 'olijkbaar ook geeft, een zoo gunstig mogelijk oordeel te vellen, geen andere deugden in ontdekken dan dat het is: tres plaisant et bie.n d'aujourd'liui, Tot overmaat van ramp helpt de vertolking in den Salou nog mede om den op zich zelf reeds zeer oupleizierigen indruk, d eu zulk een stuk op ieder verstandig mensen moet maken, te vergrooten eu te verergeren. Drie van de zeven belang rijke rollen in het blijspel worden daar vervuld door de dames de Hoop eu Blankensteiri en den heer Mulder, alle drie jorge meuschen, die nog slechts korten tijd op de platikea staan, j nog veel moeten leeren, nog veel moeten afI leeren. Toch zijn deze jeugd en onbedrevenheid j op zich zelf iu mijii oog zulke groote gebrei ken nog niet; (het spel van beginuelingeu heeft niet zelden iets ougekunsttlds en eenvoudigs, dat i meu in dat vau hun vaak veel volmaakter colI lega's maar al te ongaarne mist); in stukken als ! «Assureer je vrouw" eu dergelijke echter worden zij dat wel, worden zij dat zelfs in overgroote mate, omdat hier hun jeugd geen gelegenheid wordt geboden haar voordeelen te doen uitkomen, hier hun oubedreveiilieid hun bijna alleeu in den weg staat. Vooral bij de beide dames viel dit iu de eerste plaats iu het oog; zij vervulden de rol len vau een ontrouwe echtgeuoote eu een onbe schaamde dmii-niowlaine en gaven zich blijk baar veel moeite deze personen natuurlijk en naar het leven af te beelden. Zij slaagden daar echter geen van beiden in en dit was hier een gebrek, dat door niets kou worden goedgemaakt, door niets kon worden weggecijferd. De vergecfsche en onbeholpen pogingen, die deze jonge vrouwen iu het werk stelden om misdadig eu schaamteloos, plicht- en eervergetcu te schijnen, om op natuurlijke wijze dingen te vertolken, waarvan zij het gewicht uiet eens begrepen, wek ten voor alles een gevoel vaii at keer en wal ging op. Dit was te meer jammer, omdat de andere leden van het gezelschap zien juist zooveel mo gelijk beijverden, dit onsmakelijke Frausche pro duct althans op fransche wijze te spelen, er juist zooveel mogelijk op bedaciit waren, het ylissez, glisscs ei H'apiitiyetpas.' in toepassing te brengen. Zij verdienen dau ook allen, zonder uitzonde ring, grooten lof voor hun weloverwogen en ge matigd spel, in de eerste plaats de Heer Bigot (d'Azerolles), die de hoofdrol op onweerstaanbaar grappige en aanstekelijk vroolijke wijze vervulde eu oimiiddelijk na hem, mevrouw de Boer-vau Rijk, die vau bet kleine rolletje vau Claire maakte, wat er van te maken is. Do heer Blaaser (Chambodard) \vas misschien iets te lar/noyanf, overigens beter dau ik hem in langen tijd heb gezien. De heer vau den Heuvel deed, zonder in het overdrevene te vervallen, aan Rondinot alle recht wedervaren. De regie was, als altijd, in uit stekende handen. Over ->Het Kastje van Bibi" wensch ik uiet in bijzonderheden te treden, in de eerste plaats. omdat veel van liet bovenstaande ook daarop van toepassing is, in de tweede, omdat ook het Paleis voor Volksvlijt en het Grand Théatre in dit overzicht nog aan de beurt moeten komen. Eeu enkel woord over de vertolking moge dus voor lieden volstaan. Zij was als geheel gelukkiger dun in deu Salop, tooude minder iu het oogloopende fouten, gaf echter, wat bijzondere acteurs betreft, niet zooveel stof tot prijzen en bewonderen. Alleeu de heer Poolman was buitengemeen goed op dreef en overtrof dan ook zoowel in »Bibi" als iu het voorstukjo »Eeu onschuld", alle medewerkenden. Juffrouw Poolman was niet zoo gelukkig als gewoonlijk ; voor een groot deel i si dit zeker te wijten aan de haar toebedeelde, doch buiten haar emplooi vallende rol. De heer Thouisseu bracht weer heel wat lachspieren in beweging ; een enkele keer echter ging bij de maat wel eeiis te buiten. De nieuwe directie van het Paleis voor Volks vlijt, die zich zulk eene loffelijke moeite geeft, dit gebouw weer tot een der eerste otitspanuiiigsplaatseu van onze hoofdstad te maken, gaf eeu beter voorbeeld ; zij bad liet gelukkige denkbeeld, Dinsdag 14 Mei, op den tweeden der drie feest avonden, die zij ter gelegenheid vau liet veertig jarig retreeriugsjubileum van onzen Koning, organi seerde, eeu vaderlandse!! tooiieeispel op to voeren. De vervaardiging daarvan had zij opgedragen aan deu volijverigeii eii steeds onvermoeideu acteur, auteur en directeur, deu heer C. P. T. Bigot, die zich zeer waarschijnlijk op alleszins verdienstelijke wijze van deze vercerendc taak heeft gekweten. Eeu positief oordeel iu deze te vellen, is mij onmogelijk ; <le geestdrift en feest vreugde der bezoeker^, vooral vau hen, die meer achter iu de zaal /.aten, uitte zich gedurende de opvoering telkens op zulk eeu luidruchtige en niet altijd even goed gemotiveerde wijze, dat men slechts zeer zelden vau de acteurs iets verstond of begreep en zij zich zelfs nmaal genoodzaakt zagen, de planken te verlaten. Ware wat meer beleefdheid tegenover deze iu ieder geval niet misplaatst geweest, op zulk eeu avond moet men veel door de vingers zien, veel op rekening vau de zeer begrijpelijke en iu ieder geval heugelijke feeststemming stellen. Het zou natuurlijk even bespottelijk zijn onder deze omstandigheden een oordeel over het spel der acteurs te willen vellen; tot hun lof kan ik zeg gen, dat zij de concurrentie niet het soms veel stemmig gejuich der bezoekers, zoo goed mo gelijk trachtten vol te houden eu niet al te zeer lieten blijken, hoe weinig men dikwijls op hen lette. Het tooueeispel werd besloten met eeu fraaie apotheose, (hierover kan ik spreken, omdat ik ze slechts behoefde to zien), de por tretten vau deu Koning, de Koningin eu het Prinsesje voorstellende in een lijst van vlaggen, groen en bloemen. Dit gedeelte der voorstelling wekte stormach tige en langdurige toejuichingen; het volkslied, dat onderwijl weerklonk, werd door alle aan wezigen staande aangehoord of meegezongen. In het Grand Théatre woonde ik een voorstel ling bij van »De kapper des Keizers", drama in 5 bedrijven van Dupeuty (moet dit niet zijn van Dupeuty) en Maillan, uit het Fransen vertaald door G. R. H. Spoor. Het is eeu van de vele werken uit de Fransche melodramaschool van voor 40 of 50 jaar, die den grooten keizer tot held, een zijner trouwe grenadiers tot hoofdper soon hebben. Mijn oordeel (en mijn lof tevens) zou ik in een paar woorden aldus kunnen samenvatten: Het is lang niet eeu der slechtste werken uit die school; het verschafte het (behalve in de stalles) talrijk opgekomen publiek, blijkbaar veel genoegen. Om het geduld mijner lezers niet op een al te harde proef te stellen eu vooral om niet den schijn op mij te laden, met gestolen veeren te willen pronken, verwijs ik ter verklaring van deze, sommigen misschien wel wat vreemd in de ooren klinkende uitspraak naar Busken Huet's sParijs en omstreken" eu wel naar Hoofdstuk XV, over het Frantche tooueel, waarin hij op pag. 382 en 333 een warm pleidooi ten gunste van het, vooral in Holland zoo miskende en verguisde Fransche melodrama houdt. Als de voornaamste deugden der groote schrijvers dier stukken, noemt en roemt hij daar hun scheppings kracht, bun gevoel voor de eischen van het tooneel, hun bedrevenheid in de kunst van schokken, ontroeren en verschrikken. Zouder op deze, zeker uiet gering te schatten eigen schappen, iets te willen of te kunnen afdiugen, geloof ik toch niet, dat zij het iu de eerste en voornaamste plaats zijn geweest, die het melodrama zoo bemind gemaakt hebben, bij een groot en zeker niet het minst belangrijke gedeelte van het publiek nog maken. Wat ik er vóór alles, zelfs vóór de bovengenoemde deugden in prijs, is het naief geloovige eu optimistische, het ougemaakt rondborstige en grootmoedige, het gezond komische eu dartele, dat u uit allen tegenwaait. Een zijner grootste deugden, schoon eeu negatieve, is iu mijn oog bovendien nog deze, dat zij nooit onzedelijk ziju. Het is in onze stad het gezelschap vau Gebrs. van Lier, dat zich meer dan eeuig ander met de vertolking van deze werken bezig houdt, eu dat dau ook in dit opzicht een geheel eenige plaats in de rij onzer gezelschappen inneemt. De lieer F. Bouwmeester, die voor ccnigea tijd deze dap pere schaar is komen versterken, bewijst hoe langer hoe meer, vooral voor deze stukken ecu groote aanwinst te ziju. Hij is eeu geboren mclodramaspeler; zijn spel heeft al het hartstochtelijke en onstuimige, al het brcede en forsche, al het verrassende en meeslepende, dat in deze rollen vereischt wordt. Iu »De kapper des Keizers" had hij ruim schoots gelegenheid zijne uiet geringe talenten te doeu uitkomen. De afgodische verceriug en be wondering voor den grooten keizer, gaf' hij op b'jz./mler gelukkige eu karakteristieke, wijze weer. i Ook met de sterfscène iu liet laatste bedrijf wist hij groot succes to halen; liet halfdroonieud zin gen van il'ai'luut puur Iu Siji'ic" maakte diepen indruk. Vau de overige medewerkenden mag vooral Mevrouw van Beem en den Heer Lageman een woord vau lof niet onthouden worden. De Heer Verhagen (Napoleon) zag er iu 181 beter en juister uit, dau iu 17'JO'. De Heer Hesselink (Moutalban) was wel wat zoetsappig voor een zoo weinig beminnelijke per soonlijkheid. De decoraties waren voldoende, de regie eveuzoo. HET EERSTE DRAMA VAN ARNE GARBORG. Over het eerste drama van Arno Garborg, deu bekenden schrijver der voortreffelijke novellen: Kritenkjar," Kondcstudcntar," Mannfoik" e. a. : schrijft Ernst Brauscwetter, die in den laatsten i tijd op uitstekende wijze verschillende werken der l Noorschc litteratuur in het Duitsch vertolkt, het ' volgende : Het kan haast niet anders, of zulk een zuiver modern-politiek drama ais Uforsonlige'' (de 011verzocnlijken) *) rnoet in do meeste gevallen het gebrek hebben: een tendenz-drama te worden. Doch bij Garborg is dit gelukkig niot het geval. Garborg heeft twee speciale politieke kwesties (graanrechten, ja of neen, en algemeen stemrecht] als uitgangspunt gekozen, en schetst nu den zedelijken toestand in zijn vaderland met betrek king tot politieke kwesties, het is hem niet te doen om do kwesties zelven op te lossen. Het is een droevig tafereel, dat de dichter ons , schetst. Pauken, de type. vau oenen journalist, j die gecne eigene meeiiing heelt, doch steeds j zich in de gegeven omstandigheden schikt,"legt hij de sombere meouingen op de lippen, meetiingen, waartoe hem wellicht zijne aigen politieke L loopbaan hij was eeu tijdlang staatsrevisor" i en redacteur eener krant voor liet politieke ge deelte hebben gebracht: Menschen otteren hunne macht niet op voor het recht ; het zijn de ', belangen, die iu de politiek den doorslag geven, j niet de ideeën" cu een staatsman moet zich steeds i voorbereid houden op de mogelijkheid, zich in elke verandering koelbloedig te kunnen schikken en er partij van weten te trekken.'' Deze meeningon worden niet slechts verkondigd, maar ook door de handeling van het drama klaar als de dag gedemonstreerd. De boerenpariij van het Storthing, aan wier spits do advocaat lioü'inann, de bankdirecteur Kruse, afgevaardigde Naerum e. a. staan, meent j eindelijk er in geslaagd te zijn, de meerderheid voor de voornaamste punten van haar programma algemeen stemrecht" en geen graanrechten" te kunnen winnen, en plotseling besluit de regee ring door eene verandering van ministerie deze overwinning te voorkomen. De staatsraad Bluine (met dezen wordt niemand anders bedoeld dan de minister-president Sverdrup) wil een gematigd liberaal programma onderschrijven en de leiders der boerenpartij daarmee lokken. Hij knoopt te dien einde onderhandelingen aan met het lid van het Storthing en tevens leider van de rechterzijde der boerenpartij, Naerum, en weet dezen, door hem eenen ministerzetel aan te bieden, en door Naerum's schoonzoon uit de schatkist eene leening onder voordeelige voorwaarden toe te staan, te bewegen, een bemiddelend voorstel betreffende een meer uitgebreid stemrecht, het zoogenaamde subsidiaere Naemms" ter tafel te brengen en tevens vóór de graanrechten te stemmen. Het gevolg hiervan is, dat de boerenpartij met eene scheuring bedreigd wordt, daar de vetera nen" besloten zijn Naerum te volgen. En nu gelukt bet ook, den leider der linker zijde der onverzoenlijken" Hoffmann, te vangen. Men overtuigt hem, dat hij, door zich met eene portefeuille te belasten en met Naerum samen te gaan, de liberale zaak slechts van voordeel kan zijn, want dat hij daardoor de splitsing der libe rale partij zal verhoeden en zoodoende zal voor komen, dat een conservatief ministerie aan het roer komt. Daarenboven zou het ziier twijfelachtig zijn, of zijne partij, na do splitsing, kracht genoeg heeft om te overwinnen. Deze argumenten, en wellicht ook de aangebo den portefeuille, bewegen Hoffmann ontrouw te worden aan de zaak, waarvoor hij zijn leven lang gestreden heeft. Reeds dadelijk na de indiening van het voorstelNaerum had de linkerzijde der boerenpartij besloten, des te krachtiger op te treden, en met dit doel wilde Kruse nog een blad: De Vrijzinnige" voor de zaak winnen en had, op raad van Gill, den redacteur van het hoofdorgaan der boerenpartij, de leiding er van aangeboden aan den radicalen idealist llennirig , die de heUUvan het drama, juister nog de drager der handeling is. Alles is reeds bepaald, en daar treft de eerste slag: Hoffmann's afval. Doch daarmee is Blume nog niet waar hij zijn wil. Ook aan Kruse biedt men een ministerszetel aan; ook hem betoogt men, hoeveel meer hij op die plaats zijn land van dienst kan zijn. Als minister van financiën zal het hem veel gemakkelijker val len den vurig door hem gekoesterden droom zijn volk gelukkig to maken te verwezenlijken, dan nu in zijne hoedanigheid van lid der oppo sitie. Buitendien heeft hij het voorbeeld van Hoff mann voor zich, kort en goed, ook hij laat zijne partij in den steek eu breekt zijne beloften. i Want nu moet de Vrijzinnige" natuurlijk gere digeerd worden naar het nieuwe programma: Graanrechten" on?Naeruins subsidiaere", en wan neer llenning zich daarnaar niet wil voegen, ont slaat men hem. Jlenning's geloof aan de oprechtheid en de zede lijkheid der politici is na Iloffmann's afval zwaar geschokt. Tot hem had hij ziju leven lang opge zien als tot een ideaal En nu ook Kruse! Het is alsof alles om hem heen wankelt, hij zelf is weer buiten betrekking aan gebrek ten prooi, gelijk voorheen, en dat juist nu, nu hij uiet alleen voor zich zelven heelt to zorgen, nu van eene vaste positie zijn levensgeluk afhangt. Want hij is besloten te trouwen, daar inmiddels vuige las ter, schandelijke praatjes, dio niet het minst door Naerum zijn uitgestrooid, op zijne reine verhou ding tot zijne geliefde een smet hebbeu weten te werpen. Telkens versterkt zich bij hem de droe vige ervaring: dat alles toch vcrgeefsch is, tot dat liet Noorcchüvolk zich vereenigt en zich vrij maakt. Niet met phrases, niet met bedaard over leg, dodi mot het zwaard. En dat geschiedt niet, omdat het Noorsche volk eigenlijk in het geheel niet bestaat. Er zijn ettelijke taaiijveraars die beproefd hebben kunstmatig een Noorsr.h nationaliteitsgevoel te schoppen. Doch het Noorscho volk gaat achter den ploeg en laat zich leiden door Zweden." En zal hij nu, omdat hij door schurken en gewctcnlooze lieden omringd is, ter wille van eene verloren zaak, zich zijn levensge luk laten ontglippen, zijn levensgeluk, dat grooter is, dan iemand zich kan denken? Dat doet men slechts, zoolang men nog jong en onnoozel is." Doch hij wil nog eene laatste poging wagen, wellicht helpt zijn oude vriend Gill hem, door hem eene betrekking aan ziju blad te bezorgen of' op ccne andere wijze. Doch ook Gul moet hem afwijzen, want Gill zelf is een slachtoffer der om standigheden geworden. Ook hem wilde men door omkooping bewegen zijne politieke overtuiging prijs te geven. Doch Gill is een man van karakter. Wat hij voor goed en waar houdt, daaraan blijft hij getrouw en liever offert hij zijne betrekking op; Naerum's partij «1. heeft zijn blad gekocht. Zelf buiten betrekking, is hij niet in staat zijnen vriend to helpen. En deze, door allen verlaten, staande voor de keuze om do geliefde to moeten verliezen of zijne overtuiging prijs to geven, kiest schijnbaar het laatste, dat wil zeggen: hij besluit Kruse's eigen recept op te volgen cu slechts met sluwheid te handelen zonder zich om iemand te bekommeren. Schijnbaar zal hij doen, wat men van hem eisclit, maar hij koestert heimelijk het plan, met dezelfde munt te betalen en hot blad volkomen naar zijne eigene ideeën te rcdigecren. Ucnniiig's handelwijze is niet te verdedigen, en onze sympathie en achting verbeurt de man geheel Eu dit is in een drama onverdraaglijk. Zekerlijk gaat de held" ten onder. Het slot voldoet bovendien niet, omdat de dubbelzinnige rol, die llenning wil spelen, op den duur toch niet volgehouden kan worden en hij spoedig weer voor het dilemma geplaatst zal zijn : de betrek king oj> te geven of alles, wat hij voor waar houdt. Stoffelijke of zedelijke ondergang. Een andere fout van hot drama is, dat de techniek (iets waarin Garborg's landgenoot Ibsen zulk een meester is) veel te wenschen overlaat. Trouwens ook in Garborg's novellen wordt de gang der handaling menigwcrf gestoord door lange tusschengeschoven episodes. De beide eerste bedrij ven dienen tot do expositie van het stuk, on eerst in het derde bedrijf begint het eigenlijke drama-iïenning. Doch aan den anderen kant, evenals in zijne vertellingen bewijst Garborg in dit drama, dat hij in het teekenen van karakters een moester is. Met hoc fijne trekken weet hij du verschillende individuen te schetsen !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl