Historisch Archief 1877-1940
v
f
6
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ho. 621
Daar komen de schutters aan" riep er een
naast me, toen ze in de verte zichtbaar werden.
Waar zie je dat aan P' vroeg ik, verbaasd over
zooveel scherpzinnigheid, daar Coenens muziek niet
speelde, aan welks voortreffelijkheid de spreker
het anders misschien had kunnen ontdekken.
Wel, kijk maar eens naar de geweren," was
het antwoord.
En ik keek naar de geweren en ia, hij had gelijk.
Daar kwamen zij aangedragen als een rietveld,
dat fel door den wind werd bewogen, maar door
een wind, die nu uit den eenen dan uit den
anderen hoek blies, zoodat voordat de eene stengel
rich had kunnen oprichten, de andere alweer tegen
hem aansloeg.
Zij gingen aan ons voorbij, de braven!
In kleine afdeelingeu (technische namen ken ik
niet) gesplitst, die, voorafgegaan door manhaftige
officieren, naast elkaar voortstapten in lijnen waar
voor tevergeefs in de wiskunde namen zijn te zoe
ken, tenzij men zich tevreden wil stellen met die
T»n //onregelmatige lijnen."
Links om!" riepen de officieren. Hierheen",
lieten zij er op volgen, terwijl zij door eigen voor
beeld de schutters aantoonden, dat ze de Plantage
Middénlaan in moesten naar de zijde van het Park.
Daar werden zij en haie (zoo heet dat geloof ik)
opgesteld onder de boompjes, met het gezicht naar
het huis van den heer Siem, zoodat zij gelegenheid
hadden diens naar de levende modellen in Artis
gebeeldhouwde leeuwen met ijzeren puntruggen te
Bewonderen.
Tot tijdverdrijf, naar 't scheen, of misschien bij
wyze van repetitie, lieten de officieren hunne man
schappen enkele oefeningen doen, zooals daar zijn:
-.op schouder 't geweer!" en over 't geweer!"
Maar het bleek dat ze 't nog voldoende verston
den en daarom werd er gecommandeerd; plaats
rust!"
Rrrrrrt!" riepen de jongens, toen de geweren
achtereenvolgens op den grond stootten, 't Is of
je den ratel van den vullesinan hoort!1'
De muziek had zich opgesteld nabij het Park
en Coenen met zijn grijzen baard en de vele
eereteekenen op de breede borst zag er nog het
krijgshaftigste uit van de heele schutterij.
Een hooge", bovenop een paard, galoppeerde
onophoudelijk heen en weer langs de rijen schutters
en wenkte telkens met de hand, wanneer hem een
man in 't oog viel, die wat erg veel naar voren
stond, -want te veel naar voren stond eigenlijk de
grootste helft.
Op dezen bevelvoerder volgde een groote, zwarte
poedel met een oranje-lint om den hals en een
dito, zeer lang, aan den staart gebonden. Dit dier
draafde heen n weer laugs de gelederen en snuf
felde aan de broekpijpcn der schutters alsof hij
hen van malproprieteit (dat is immers het militaire
?woord?) verdacht. Eindelijk ontdekte hij zijn baas
in het tweede gelid, wat hem een schop van een
sergeant en een kolfstoot van een korporaal op
zijn ribben haalde, tengevolge waarvan de baas de
boosaardige opmerking maakte, dat hij wel eens
?wou zien, dat ze 't hem deden!
Middelerwijl profiteerden de schutters zooveel
mogelijk van hunne plaats rust". Zij leundenjop
hunne geweren en keuvelden met elkaar, en de
officieren steunden op hunne sabels, wier punt op
dien hunner laarzen stond, alsof zij liet volk wilden
geruststellen, dat ze niet scherp waren en het dus
niet bang behoefde te zijn.
Daar hief de tamboer-majoor zijn stok omhoog,
een roffel klonk, de kommandant kwam weer
aaugaloppeeren en uit zijnen mond klonk het geweldig
bevel: op schouder! .... en daarna zachter:
geweer!" alsof hij zeggen wilde: dat zij met hun
schouder niet zoo, maar met liet geweer wel voor
zichtig moesten zijn.
Het was zijne schuld niet dat het eeue peloton
het geweer tegen den rechterschouder drukte en
het andere het over den linker wierp. En nog
minder was het zijne schuld, dat toen hij met de
hand wenkte en met het hoofd schudde, alle schut
ters dachten dat hen die afkeuring gold en dien
tengevolge het andere peloton rechts eu het eene
Kaks schouderde.
V Maar toen hij het bevel nog eens luidkeels
herhfcalde, toen het moet ter eere van de schutterij
gfeegd worden toen ging het goed en de hoofden
w*ren blijkbaar tevreden.
Daarna klonk het volgend bevel: vaandel en
generale guides op het alignemeut."
En toen ontdekte ik iets, dat getuigt voor de
groote strategische bekwaamheden van de hoofden
onzer landweer. Ik weet niet of het ecu der eerste,
maar zeker is het een der regelen van de krijgs
kunst, dat men gebruik maakt van do hulpmiddelen,
die de natuurlijke gesteldheid van liet oorlogsterreiu
aanbiedt.
Wat heeft Maurits bij Nieuwpoort niet gedaan?!
En met een enkelen blik die hulpmiddelen te
overzien, te begrijpen welk nuttig gebruik men er
in 't belang des vaderlands van maken kau, dat
is voorwaar een niet gering te schatten deugd in
een krijgsman.
En zie nu hier!
Vaandel en generale guides op 't aliguemont!
Do mcnsclion kwamen natuurlijk naar voren en
deden hun best om op ne lijn te gaan staan.
Maar hun bevelhebber was hun behulpzaam, reed
langs hen heen cukommandeerde.zoodat alle schutters
het hoorcn konden: precies met de punten van je
schoenen tegen de tweede rail van de tram.
Nu, rechter lijn is er haast niet als die van de
rails in de Plantage.
Door ik weet niet meer welk kommaudo wordden
schutters tocu bevolen tussehcn de guides te gaan
staan eu daarop weergalmde het: Kickt u. Gewoon
lijk ziet men dan de krijgslieden langs eikaars neus
naar zoo'n puide kijken, om zoodoende recht naast
elkaar te komen. Maar hier zag men het merk
waardig verschijnsel dat al de schutters naar hunne
laarzen keken eu net zoo lang vooruitschoiï'ehlen,
totdat de punt hunner laarzen den rail raakte.
Geen wonder dat de iiispcctccrcude
gcucmalmajoor onder het voorbijrijden goedkeurend mot
het hoofd knikte tegen den nevens hem rijdenden
kommandant eu dat deze een triomfantclijken blik
over zijne lijnrechte troepen liet gaan.
Coenen blies het Wilhelmus en daarna een
marsch; onder welken ik met pas redoMv naar
huis stapte, hebbende ik, als geen militair, genoeg
vau het militaire schouwspel gezien.
Ab.
HET OPSMUKKEN DER STAMBOOMEN.
Er is niemand," hoorde ik eens een
uitstekenden Nederlandschen genealoog zeggen, die in
den grond van zijn hart niet zijn eigene familie
voor de beste van 't land houdt," en men zou
geneigd zijn, aan de waarheid dezer uitspraak te
gelooven, let men op de gewaagde pogingen, die
men te allen tijde in het werk gesteld heeft, om
zijn eigen stamboom zoo diep mogelijk te doen
wortelen, zoo fraai mogelijk op te schilderen.
Bij de oudste beschaafde volkeren beweerden
de koningen van goddelijken oorsprong te zijn.
In Egypte genoot de koning van zijne
troonsbeklimming af een bijzondere godsdienstige vereering;
ja zelfs komt hij op do gedenkteekenen in do
dubbele eigenschap van mensch on van god voor,
daar hij zich-zelf aanbidt. Bij de Grieken moest
vooral Zeus, die het met de huwelijkstrouw niet
al te nauw nam en zijner Here vele parten speelde,
er zich toe leonen om voor den stamvader der
meeste homerische koningen en heroën te gelden,
zoodat bij Homerus de aanduiding: van Zciis
afstammend" (diogenès) zelfs een staand epitheton
voor hen is. Maar ook Poscidon was bij dit zee
varend volk een gaarne gezien stamvader.
Bij het oorlogszuchtig volk der Romeinen is
Mars de vader der koninklijke tweelingen
Kornulus en Remus. Venus is door Julus, zoon van den
trojaanschcn Aeneas en kleinzoon van Anchises
en de liefelijkste der godinnen, de stammocder
der Juliërs, tot wie de groote Caesar behoorde.
(In allen gevalle waren deze een overoude familie,
daar reeds onder Romulus een Julius Proeulus
voorkomt, wiens bijnaam zeker aan een
oudalbaanschen koning Procas ontleend is, ook voerden
de Julii zeer vroeg den bijnaam Julus, en komt
deze naam Julius ook in den neven vorm Ilius voor.
Ilion Troja. De geleerde Varro schreef een
afzonderlijk boek de familiis Trojanis). Sextus
Pompejus wilde liever voor den zoon van
Neptunus dan voor dien van zijn werkelijken vader, den
beroemden Magnus, gelden. De zoogenaamde
bevrijder Marcus Junius Brutus, moordenaar van
z\jn weldoener, Caesar, stond in zeer twijfelachtig
genealogisch verband met den toch reeds oenigzins
fabelachtigen Lucius, den verdrijver der koningen,
even als de Marcii (dio den bijnaam Rex voerden)
met koning Ancus Martius. Cicero maakt zich
vrolijk over zijn vriend Papirius, een plebejer, die
van de oude patricische Papirii beweerde af te
stammen. Keizer Galha stelde in het atrium van
zijn paleis oen stamboom ten toon, waarin hij
zijne afkomst van vaderszijde van Jupiter, en van
moederszijde van Pasiphaë, gemalin van Minos,
afleidde.
Bij de oude Germanen gold do zoon van den
oer-god Tuisco, Man, voor den stamvader dor
meeste hoog-adellijke fainiliën, uit welke do
koningen gekozen werden. Een friesclie familie
Hermana =: lieer Man's zoon. En de noordsehe
koningen werden zonen der Asen genoemd.
In Frankrijk voerden de Montmorcncy's den
titel: premiers barons chrétiens, en toch waren
zij slechts de eerste baronnen van Isle-de-France,
het kernlandje der latere frausche monarchie. In
ieder geval werden hunne aanspraken
overvl?ugeld door die der Beauffremont's, die zieh les
premiers chrétiens, en der Lévis, die zich les
seconds chrétiens noemden, ofschoon zij van Israël's
zoon Levi beweerden af te stammen, alzoo geenc
anti-semieten waren. Bekend zijn de anekdoten
van de Croy's, dio een schilderij zouden bezitten,
waarop Noach is afgebeeld, die zijn niet ecu rol
papier in den mond zwemmenden zoon uit de
arke toeroept: Sauvez les pam'ers de la maison
de Croy !" *) en van de Noailles met hun schil
derij, waarop Maria, do koningin dos Hemels, een
aldaar aankomenden Noailles, dio beleefdelijk den
hoed voor haar afneemt, met do woorden ontvangt:
Couvrez-vous, mon cousin !" De Lusignan's, reeds
in 't jaar 1194 uitgestorven, spoken nog altijd in
een zelf gernaakten Prins, te Parijs, wiens gema
lin even fantastische ortletcekonen uitdeelt, en
zelfs in den nieuwsten jaargang van don Almanach
de Gotha, die zich wol meer wat op don mouw
laat spelden. De familie Rochcchouart, waaruit
de bekende Madame de Montespan sproot, voorde
haar golvenschild (zilveren en roodo golvende
dwarsbalken) reeds vóór de schepping der wereld
of do wording der zee (ante mare undae, en:
avant que Ie monde fut monde, Rochcchouart eut
déja ses ondes) !
Robespierrc, Danton, Fabrc d'Eglantine, do
latere woedende dcmokraten, voerden vóór de
revolutie, geheel en al zonder recht, hot
adelspredikaat.
In Groot-Brittanniëwerd uit moor dan n
Smith of Tailor na zijne verheffing tot zijn pair
schap een do Smythe of Taylour; de familie
Brabazon (Brabanc,on!) zou van de hertogen van
Brabant afstammen; oen Morres sticht eou
riddergoed Mountmorros en wordt eindelijk een
Montmorency; de familie Fielding, graven van Denbigh,
wordt door den Duitschen keizer als graven van
Habsburg erkend (Fielding Rheinfelden, een
Habsburgsche bezitting in Zwitserland!), ten
gevolge waarvan de bekende schrijver van Torn
Jones in zijne goede dagen met een zesspan en de
liverei van Habsburg reed.
In Duitschland was een tijd lang de afstamming
van Romeinsche familiön in de mode: v. Lentnlus
(een Pruisische militairfamilie) van do Cornelii,
v Ruffm ook van de Cornelii, met het devies:
P. C. RUFFIN. CO NS. ET. Dl C T. en een
consuls-buste als cimier van hun wapen, de Cotta's
van de Aurelii enz. De vorsten en regeerende
heeren leidden meestal hun oorsprong af van Karel
den Groote of diens tegenstander, den Saksen
hertog Widukind. Het rijksvorstendiploma der
Hongaarsche Esterhazy's noemt Estoras, een ver
meenden zoon van Attilla, als stamvader en ver
meldt alle voorvaderen tot over den zondvloed,
zelfs tot Adam. De patriciërs Welser in Augsburg,
waartoe de schoone Philippine behoorde, en dio
zeker van Wels in Oostenrijk afkomstig waren,
beroemden zich van Belisarius af te stammen.
Zoo schijnt de zucht, eigen oorsprong zoo schit
terend mogelijk te doen licbten, inderdaad tot het
innerlijkste wezen van den mensch te behooren,
en slechts weinigen zijn er, dio gaarne met den
grooten dichter Ovidius van hun huis of familie
zeggen:
Parva quidem, sed sine labe domus!
(Eon wel klein, maar rein huis!)
Middelburg.
MR. B. F. W. vos B. FOCK.
*) Dit herinnert aan van Walsem. Van wal,
Sein!" zei Noach, toen hij met de ark van wal stak.
VOOR DAMES.
Boodschappen doen. Gomfcauwen.
Lampen. JJames-Leesmuseum.
De civiele rechtbank der Seine heeft zich dezer
dagen buitengewoon civiel betoond voor de
markiezin d'Avary, geboren de Mercy u'Argenteau,
wier toiletrekeningen aan de justitie voorgelegd
werden. De hertog d'Avary, vader van den markies,
had aan het jonge paar 20.000 francs 's jaars,
benevens vrije woning, enz. in zijn huis in den
Faubourg Saint-Germain toegezegd. De ouders
der tnarkiezin hadden daarbij een inkomen van
25,000 francs 'sjaars gevoegd, met de beschikking
over een vleugel van hun buitengoed. Dit alles
zou heel aardig geweest zyn, als de markiezin
eenig denkbeeld had gehad van de waarde van
hot geld. Maar ondanks alle vertoogen geraakte
zij steeds dieper in schulden, en scheen te mcenen
dat de glans, door haar toiletten op den naam
der d'Avary's geworpen, niet te duur gekocht
kon zijn. Het is waar, dat de 10,000 francs'sjaars,
die bij het begin van het huwelijk aan de mar
kiezin als klcedgeld waren toegewezen, niet veel
weelde veroorloofden, maar ct tienvoiid daar
van was ook in weinige weken overschreden.
De familie onderhield er de schoone blondine
over; vergeefs. Nota's van niodistcs, naaisters,
kappers, parfumeurs, volgden elkander op. Op ver
zoek der ouders gaf do biechtvader zijn advies;
hij ried de jonge vrouw een reisje naar het Hei
lige Graf aan. Zij ging naar Engeland, Egypte
en Palestina. Bij haar vertrek gaf haar man haar
50,000 francs; 30,000 daarvan waren voor de reis
bestemd, 20,000 voor de schuldcisehers. De mar
kiezin nam het geld aan, betaalde de
schuldeischers niet en telegrafeerde uit Milaan, dat men
haar 20,000 francs ontstolen had De markies
wendde zich tot de Italiaansche ambassade, maar
zonder gevolg.
Tegen het eind van 1887 kwam do markiezin
weer te Parijs. Zij vroeg- te mogen terugkomen bij
haar schoonouders, rue de Grenelle; dit werd ge
weigerd en zij nam haar toevlucht tot de dames
mucUiütrices,rw do Maubeugo. Zij deed van daar
haar man een eisch tot scheiding aan, en ging
intusschen, voor afleiding, boodschappen doen. In
April 1888 verkreeg zij, daar do markies niet op
poneerde, bij verstek de scheiding van tat'c! en bed
en van goederen; de gemeenschap werd ontbon
den on de leveranciers wendden zich tot den
markies om betaling van de vóór dien tijd ge
maakte schulden. Als staaltje geven wij de nota
van een hoedenwinkel in de rue de la l'aix, met
do datums :
1888. Nota tot 15 Februari 1888 . . 16,06!»
2!) Febr. Een ronde hoed, zwarto kant,
rand van veeren 180
29 Een Grieksche capote.... 110
3 Maart. Een wit strooien hoed, witte
ccharpes, rose veeren ... 170
3 Een zwart strooien hoed fantaisie 110
5 Een toqne, zwarte iaille en zwarte
faille met vogels 90
6 Een capote, zwarte faille met
groene papegaaien .... 110
6 Een ronde iaille hoed, zwart
met rozen 180
7 Een chapeau d'Estrées .... 160
12 Een zwarte capote met viooltjes 90
16 Een chapeau Directoire . . . 130
17 Een hoed van Engelsch stroo met
wit borduursel gevoerd. . . 180
Totaal 17,57!)
In eene maand kocht de markiezin dus elf
hoeden; in de vorige maand kocht zij in een
lingerie-winkel vier paar lakens met bijbehoorende
sloopen voor .'3,380 francs; bij een andere lingère
voor 4.600 francs rokken en chemises, weer bij
een andere voor 2,900 francs chemises en peig
noirs. De lakens en sloopen waren dan ook van
zwart en mauve foulard, met kanten.
De nota van den binder is maar 125 francs,
maar hier zijn de titels der boeken karakteristiek;.
het zijn : La Béte, van Chcrbuliez; Germinal, van
Zola; Zo'har, van Catulle Men dés; lo liaiser. van
Jules Mary; la Faute de VabbéMouret, van Zola ;
llaymond, van Marie Uchard ; Amours cruellesf
van Alhert Delpit; lo Petit liob, van Gyp; TAmour,
van Michelet; Un joli monde, van Macc ; Lcsbia,
van Catullo Mendès ; la Journée du, Ch/r i-tien, la.
Legon d'amour, van Tabaraud; line hütoire sans
num, van Barbey d'Anrévilly; Causes criminelles
et mondaines, van Albert Bataüle: Le Cabinet
noir, van graaf d'Hérisson ; Crime d'amour, van
Paul Bourget.
Als de markiozin niet spoedig bediend werd,.
schreef zij briefjes, als het volgende: aan den
goudsmid:
Uw slordigheid en vergeetachtigheid gaan allo
grenzen te buiten; ik schrijf dus nog eens: zend
mij alles wat gij van mij hebt, althans den ring,
do armbanden en do cigarettenkoker terstond, en
dan hoop ik Zaterdag de rest te ontvangen. Ik
verzeker u, dat ik u geen aanleiding meer zal
geven om mij zooveel onwil to toonen.
Markiezin d'Avary."
In minder dan een jaar haddon de schoenmaker
2882 francs, do photograaf 5231, de parfumeur
211, de kleermakers 65.62:), de modistes 15,687,
de juweliers 41,932 te vorderen. Voor dit alles
spraken zij nu don markies aan; als hoofd der
gemeenschap was hij verantwoordelijk voor de
schulden zijner vrouw. De markies wilde wel een.
deel betalen; maar beweerde dat de leveranciers
niet zooveel op credict hadden moeten leveren;
zij hadden daardoor de verkwisting der jonge
blondine aangemoedigd. De rechtbank intusschen
heeft, na partijen, en ook do markiezin, gehoord
te hebbon, geoordeeld dat hij voor alles aanspra
kelijk was, en had moeten kennis geven in do
bladen, indien hij dit niet langer wcnschte te zijn.
Alleen heeft de rechtbank experts gehoord
omtrent de nota's van ecnige leveranciers, waarop
die der hocdenmaakstcr en nog een paar andere
aanzienlijk vermiudoi'd zijn.
* *
*
Een lezer uit Cincimiati schrijft ons, naar aan
leiding van het medegedeelde il* ons nummer van
10 Februari '89 omtrent den wedstrijd in het
goni-kauwen:
Waarschijnlijk kan het voor uwe lezers be
langrijk zijn. nog' het een en ander over ziilkccn
wedstrijd to lezen en daarbij iets meer te verne
men over het kauwen van suikerwork en gom.
Kauw-wedstrijden werden gehouden in New-York,
Chicago en Cincinnati; daar de wedstrijden in dezo
steden volkomen aan elkaar gelijk waren, zoo laat
mij dien, to Cincinnati in het door geheel Amerika
bekende Kohl & Middleton'schc Dimc-Museum
gehouden, beschrijven.
De deelneemsters aan den wedstrijd waren 20
jonge dames. Deze benaming jonge dames" is
niet geheel juist. De 20 jongere en oudere vrou
wen waren geen dames, maar allen, zonder uit
zondering, uiterst opzichtig gekleed en geverfd 011
blijkbaar zeer gesteld op dit middel om de aan
dacht te trekken. Een der schooncn, de stevigst
geëmailleerde en verniste, was zeker niet jonger
dan 40 jaren.
Bij het nemen van het plaatskaartje ontvingmcn
een stembiljet; men kon dit geven aan diegene
der gomkauwsters, wie men dacht dit liet meest
te verdienen tot welk doel vóór iedere harer een
houten doos geplaatst was met een nummer er
op. Men wierp dan het stembiljet in de doos en
de stemming was geschied. Zij, die de meeste
stemmen ontving, kreeg na afloop van den wed
strijd, die een gchcele week duurde, 50 dollars,
de tweede 15 dollars en do derde 5 dollars. Nu
moet men niet denken dat allen om het hardst
aan het kauwen waren; ecnigen kauwdon weinig
en sommigen /aten uren lang zonder te kauwen.
De dokters hier beweren, dat het kauwen van
h) Hot eeuige!
i) Hierna heeft wit tfceno verdediging meer en is de
partij verloren.
/) Hier had zwart in O zetten mot kunnen aankondigen.
'k) Op 21 e2?rtl vol^t stü-xl + ; 22 1,1?el nl;<<'l milt.
/) Hier had wd door b-i d6 de partij nog een zet kun
nen rekken.
Partij gespeeld op het New-Yorkcr Schaaktournooi.
Schotsche Gambiet.
l!) c4 X b7 f
20 dl b3 f
21 a3 X e4
22 b.'i e3
2.'i c.'i
24 el
25 al
cG
cG
el
T
c8 X b7
b7 c8
f<! _ dl f
d4 X cl
c.4 X' eG
d.S e8
e8 X cG
Mr. Tschigorin.
Wit.
l e2 e4
2 gl f:!
3 <12 dl
4 f3 X dl
5 cl _ c.'
G c2 c3
7 d4 c2 a
8 bl a3
i) c2 X e;i
10 fl e2
11 12 f3
12 e4 X f'>
13 e3 X &
14 o?o
15 e2 d3
Ifi t'l el
17 d» c4
18 c.'i c4
J. Gimsbcrg.
Zwart.
c7 e5
L8 - c»!
e5 -?/ dl
föc5
d8 f6
g8 e7
(17 d6
c5 X e;'
a7 aG (li
fl! gl)
f7 15
e7 X f-">
c8 X ir>
f5 - cl!
g6 - f
c6 ? c5
o?o- -o
e5 X tl (c
26 el X e('
27 cG el
28 1)2 1)3
2!) gl - 12
!0 f2 el
il el c2 ((/
2 h2 h.'i
i:i el
il a2
!.-> e2
iG dl
>7 1)3
!8 el
i!) c2
40 d: i
41 bl
42 c3
43 (12 c3
44 c.'i cl (//
45 1)2 (12 (/'/,
46 al a5
opgegeven i.
dl
al
cl
(?2
bl (c
/\
bl
(13
e.'i
1)2
d2
c8 ?
h8
1)8
b5
c 5
a5
b5
h7
a5
a6
a5
h 5
c7
e5
rX
(17
1)8
1)5
h 5
(15
af>
1)1
f5
? hl
r 5
(17 cG
c.'i a.'i
dG il 5 T
u] Deze ze! is door lilaekbtirne dikwijls gebruikt t'l-b5
is door velschillende meesters aangeraden. En dl?d2 is
het e<Ts!e ,loor ].. Panlsen op liet Wiosbadener tournooi
in 1*M> on later dikwijls door Blaekburne met voorliefde
-esoeeld.
! //; Eon noodzakelijkheid om het paard de rllii böal' te
! snijden.
j <?'? IJi<-r veranderd de k.inzon feu gunste van vwart da:ir
> x.ivart nn oen K'era^e,.rrle pion hc-et'l op dli. hetgeen bij zulk
! e« n me- .-.Ier aK (-i. zeker niet te1 verw-erpen is.
i o. ])e toren is nn in zijn eib-eu spel ingesloten a2?at
ware zeker beter.
l o< 7. der eene i^rnve ver.^i^sin^. nu hee:"i zwart twee
l vrije ]ii.;nnon te^eno\-e,' een alleen staandon toron-inon.
\ /'i Deze en de volgende zetten vcrzivakken al de
piou
i '/ .Vu N do i'.irlij \an wit verloren.
i '/'? Anders !_'oef! dl', mat.
! 'n /.oo wit "11,1 d'2 X d.) speelt verliest hij zijn toren,
i b: v: b: 17 11:1 al t -W ei?bj a4?bl t eu de zwarte
i konin.;1 ijeeuit ilcn teren.
j BUITEXLANDSC1I NIEUWS.
> Van onzen" landgenoot, don heer R. J. Loman
| te Londen, vernemen wij. dat hij met den heer
i Locock ecu match van vijf partijen beeft gespeeld,
waarvan de ceivte drie won, een remise maakte
i en een verloor. Dit doet ons des to meer
gcnooj gen. daar laatstgenoemde onder de sterkste spcJcrs
' gerekend wordt. Wij hopen later ecnige van die
partijen ie plaatsen.