Historisch Archief 1877-1940
. 626
DE AMSTERDAMMER
A'. 1889
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTUS VAN MAURIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad JVo. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
uitgever: Tj. VAN H O L K E M A, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 23 Juni.
Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. p. ?1.27
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10.
Advertentiën van 1?5 regels ? 1.10, elke regel meer . . . 0.2(X
Reclames per regel 0.40.
I N H O V Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ. Om een
standbeeld. Giordano Bruno, door J. A. Levy.
FEUILLETON: Op een Lentedag I. KUNST
EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam.
A. C. Kreeft. Wederom de Nachtwacht", door
M. Moderne Fransche sprooksl reekers II,
door Dr. Jan ten Brink. VARIA.
MILITAIRE ZAKEN. Champel-les-Bains.
SCHAAKSPEL. Voor Dames, door E-e.
ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES.
BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
In _ de Belgische Kamer is het naspel der
verkiezing te Brussel afgespeeld. Zoodra de
candidaat der vereenigde liberalen en radi
calen, Paul Janson, in de Kamer had zitting
genomen, richtte hij tot de regeering eene in
terpellatie over de beteekenis dier verkiezing
en sommeerde het kabinet zijn ontslag in te
dienen, daar he_t door de kiezers was veroor
deeld. Het kabinet-Beernaert, gediscrediteerd
door zijne medeplichtigheid met den agent
provocateur Pourbaix, moest verdwijnen; de
al te inschikkelijke meerderheid, die het schul
dige ministerie na de interpellatie-Bara had
vrijgesproken, moest zich onderwerpen, dat wil
zeggen, naar huis gaan. Wanneer echter het
kabinet en de meerderheid zich doof hielden,
dan zou de koning, die een schrander waar
nemer was en een bevoegd rechter tusschen
de Kamer en het Land, in het conflict
tusschenbeiden komen en de door de openbare
meening gewenschte juiste oplossing daarvan
mogelijk maken. >Nous vivons sous un prince
ennemi de la fraude!" riep Janson inet
Molière uit, en in den mond van den man, die
verklaarde, dat hij nog republikein was, maar
dat hij het zich eene eer achtte, te behooren
tot Zijner Majesteit's meest loyale oppositie,
was deze lof van niet geringe beteekenis.
»De heer Janson ontzegt mij zijn achting;
ik zal het zonder haar weten te stellen",
antwoordde de minister-president op scham
peren toon. Hij herinnerde voorts den heer
Janson, dat het recht van ontbinding alleen
aan den koning toekwam en dat er voor den
minister-president niet de minste reden be
stond, om zulk een maatregel voor te stellen,
of om zijn ontslag te nemen, zoolang hij door
de meerderheid werd gesteund.
De discussie werd zoo stormachtig, dat de
president de vergadering moest sluiten. Den
volgenden dag werd het debat voortgezet.
Feuilleton.
Op een Lentedag.
Zij wandelden tesamen op een zonnigen
lenmorgen _ langs geurende neggen van uitbot
tende wilde rozen en meidoorn.
In 't bosch wierp de zon tooverachtige
speelsche tinten op het jonge beukengroen.
Tusschen de schrale takjes, nog half ver
kleumd van het ijzige doodskleed, schitterden
stukjes blauwe hemel.
Teer en smeltend vloeiden al die kleuren
inén, en een geestig tintje in het frissche
lentelandschap wierp haar roode parasol,
waarvan een rosige warme gloed afstraalde
op 't ietwat bleeke gezichtje met de vriende
lijke blauwe oogen, het goudblond haar en
het eenvoudig witte kleedje.
Hij wierp een blik op haar, terwijl zij zich
bukte om eenige nog laat ontloken anemonen
te plukken.
Toen, na eene lichte aarzeling:
»Théo!" riep hij eindelijk zacht.
Zij scheen hem niet te hooren, maar plukte
ijverig voort, al zachtkens een liedje neu
riënd,
»Welnu, Theo" herhaalde hij een weinig
luider.
Ze wendde zich haastig om, de handen vol
bloemen, en riep vroolijk:
»Raap nu eerst even mijn parasol op, Oom!
U ziet, ik heb geen vinger vrij, ik zou wel
al die bloemen willen plukken!"
Hij deed zwijgend wat ze verlangde, raapte
«en gevallen anemoon op, stak zich die in 't
knoopsgat en zei lachend:
*Zie zoo, nu zien we er beiden echt
lenteachtig uit; bij u zijn daar nu wel juist geen
bloemen meer toe noodig, maar bij mij!...
Nu echter over ernstige zaken, kind ! Gij hebt
me nu al honderd uit verteld van hetgeen er
al zoo in dien tijd in uw jong meisjes leventje
is voorgevallen. Weet ge echter wel dat 't
De heer Woeste kwam het kabinet ter hulp.
Hij wees op het overdrevene van de eischen
der oppositie, die al van ontbinding sprak,
terwijl zij slechts ne stem had gewonnen
en nog steeds eene kleine minderheid was.
En wanneer de tegenwoordige ministers hunne
portefeuilles nederlegden, wie zouden dan
hunne erfenis aanvaarden'? De radicalen of
de liberalen? Deze waren he,t immers over de
belangrijkste punten der politiek oneens.
De heer Bara trachtte de quaestie weder
op het voor de ministers zoo bedenkelijke
terrein terug te brengen, door te zeggen, dat
de kiezers, die tot de fusie hadden medege
werkt, n groot beginsel gemeen hadden :
de algemeene verontwaardiging en de
algemeene afkeuring der handelingen van het
ministerie. In denzelfden geest lieten zich de
heeren Janson en Frère-Orban uit.
Tot eene stemming kwam het niet; dit zou
ook niets hebben gebaat. Maar men kan
constateeren, dat het ministerie, al heeft het
in de Kamer slechts ne stem verloren, aan
merkelijk verzwakt uit den verkiezingsstrijd
is gekomen.
Er is in de laatste dagen weder druk ge
sproken over naderende oorlogsgevaren. De
Londensche Standard ontving somber ge
kleurde correspondentie!! uit Berlijn, Weenen,
St. Petersburg, Constantinopel en Belgrado,
en^ pp deze thema's voerden de Duitsche
officieuse organen niet minder somber
variatiën uit. Op den voorgrond stonden natuur
lijk weer Rusland's krijgstoerustingen. Voor
reekening der Russische regeering, zoo ver
nam men, waren vier millioen paar laarzen
besteld en ontzaglijke hoeveelheden fourage
gekocht, terwijl naar het gouvernement
Jekaterinoslaw, dus naar de nabijheid der Zwarte
Zee, honderden locomotieven en wagens wa
ren gezonden, om als transportmiddelen in
gereedheid te blijven. Turkije maakte zich
erg ongerust over de uitbreiding van Rusland's
krijgsmacht in en bij de Zwarte Zee, en was
beducht voor een onverhoedschen aanval op
den Bosporus. Aan de Duitsche grens was het
getal der Russische soldaten zoo toegenomen,
dat men wel aan eene mobilisatie moest den
ken, en aan de Oostenrijksche grens was het
evenzoo gesteld. De volkomen zegepraal van
Rusland's invloed in Servië, zoo verzekerde
men, leverde voor het oogenblik het grootste
gevaar op. Rusland had aan Serviëeene
mjlitaire conventie voorgeslagen, en de aanne
ming van dit voorstel zou voor Oostenrijk een
casus belli moeten wezen. Turkije, door Oosten
rijk gewaarschuwd, was dan ook reeds bezig
met net versterken zijner vestingen aan de
Servische grens. Bij dit alles stond men nog
onder den indruk van den toast, door den
czar op vorst Nikita van Montenegro
uitvoornaamste onaangeroerd bleef?"
Zij bleef zwijgen. Haar gezichtje stond nu
ernstig, en de kinderlijke vroolijkheid scheen
plotseling weggevaagd'.
Hij bemerkte het, trok zacht haar arm door
den zijnen, en zeide vriendelijk:
»Vrees toch niet, kindlief', uw hart voor mij
bloot te leggen, ge weet hoeveel innige be
langstelling fk koester voor al wat de eenige
dochter mijner lievelings stiefzuster aangaat."
Zij drukte schuchter zijn hand, keek hem
dankbaar aan, maar sloeg toen de oogen
weer peinzend naar den grond, blijkbaar niet
wetende hoe aan te vangen.
Hij liet zackt haar arm los en begon
ernstig:
»Twee jaren geleden, beloofde ik uw moeder
op haar sterfbed, haar en uw vader in alles
bij u te zullen vervangen. Als voogd werd ik
voor de wet uw natuurlijken beschermer, maar
boven alle wetten of vormen verheven, wist
ge, dat ge in mijn hart steeds een trouw toe
vluchtsoord zpudt vinden.
Ik had diep medelijden met u, en ik
als man, wist niet hoe de hartstochtelijke
smart van mijn arme Theo een weinig meer
tot berusting te leiden. Eindelijk gelukte
mij dit
»Door een wereld van geduld, goedheid en
zachtheid," viel zij bijna fluisterend in.
Zijne oogen werden vochtig. Oprecht ge
meende en verdiende lof' uit een lieven mond,
stemt immer zacht en gevoelig en ook hij
voelde zich gelukkig en verwarmd, door hare
eenvoudige, dankbare woorden.
Op uw dringend verzoek," vervolgde hij,
na een oogenblik stilte, rustig, liet ik u nog
in den vreemden kring, waar ge uwe opvoeding
genoot en waarin ge u gelukkig scheent te
voelen. Na een jaar zoudt ge *j,zeventienden
verjaardag hier bij mij buitSjjtKoinen door
brengen, om dan uwe verdere plannen te be
spreken. Die dag brak aan Wij wan
delden door ditzelfde bosch en "
Och oom!" viel zij half' lachend, half ver
legen in, terwijl een gloeiende blos haar
wangen kleurde, tot aan do geestige krullende
gebracht. De combinatie lag voor de hand.
Aan eene verandering van dynastie in Ser
viëstond niets in den weg dan de persoon
van den knaap, die den koningstitel draagt;
de invloed der regenten is gering, en
het gezag berust feitelijk bij de
Russophile ministers en bij den metropolitaan
Michael, die doorgaat voor ingewijd in de
geheimste bedoelingen van den czar. De
droomen van een Groot-Serviëzouden worden
verwezenlijkt; het Servische czarenrijk zou
zich uitstrekken van de Adriatische tot de
Zwarte Zee, en Montenegro, Dalmatië, Bosnië,
de Herzegowine, Macedonië, Servië, Bulgarije
en Roemeliëzouden worden vereenigd onder
den scepter van Nikita, terwijl men later zou
uitmaken of des vorsten zoon Danilo of wel
zijn schoonzoon Peter Karageorgewitch al die
heerlijkheden zou erven. De praktische en
materieele zijde van die alarmeering vond
uitdrukking in eene nieuwe te Berlij_n onder
nomen Hetze tegen de Russische fmantiën,
en wel in het bijzonder in de officieuse op
positie tegen de conversie van eenige door
den staat gewaarborgde Russische
spoorwegleeningen.
Ofschoon er ontegenzeggelijk voor bezorgd
heid redenen te over zijn, schijnt toch de
laatste paniek te moeten worden toegeschre
ven aan een conflict tusschen den chef van
den Duitschen generalen staf, graaf
Waldersee, en den heer Von Bismarck. De eerste
heeft den keizer eone uitvoerige nota
toeezonden over het voor Duitschland hoogst
edenkelijke karakter van Ruslands toerus
tingen, en de keizer was des te meer onder
den indruk van deze waarschuwing, omdat
zij klaarblijkelijk was geschreven vóór nog
de czar zijne zonderlinge lofrede op Rusland's
eenigen betrouwbaren vriend had gehouden.
Het schijnt, dat de heer Von Bismarck er in
geslaagd is, den keizer gerust te stellen, en
em te beduiden, dat er van onmiddellijk
gevaar geen sprake was. Kort daarop heeft
de^czar- te Belgrado laten zeggen, dat hij met
zijn toast geen andere bedoeling had gehad,
dan het huwelijk van een Montenegrijnsche
prinses met een Russischen grootvorst moge
lijk te maken Dus is het begin der bloedige
voorstelling afgecommandeerd.
Voor hoe lang ?
OM EEN STANDBEELD.
Wij hebben het alweer verkorven. Onlangs
las De Tijd ons de les over on ze plaat, waarin
eene episode uit de geschiedenis der werk
staking in het Westfaalsche kolendistrict werd
voorgesteld. Thans worden wij door Het
Centrum gekapitteld. »De Amsterdammer,
Weekblad voor Nederland" zoo lezen wij in
het orgaan van Dr. Schaepman «staat
algemeen bekend als een litterair blad. Dat
vlokjes in den nek toe
Een fijn lachje speelde om zijn mond, en
hij vervolgde, zonder acht te slaan op haar
smeekend stemmetje:
En aan haar ouden oom vertelde toen dat
kleine meisje Nu ? . wat is het ver
volg van 't mooie romannetje? Waar de
held ervan....? Hm! men verhaalde
mij toen bij horten en stooten van eeii gróóte
liefde, die aarzelend bekend was, en 't
stilzwijgen van zeker meisje verraadde mij,
dat die liefde niet onbeantwoord werd
Zoo'n flinke, knappe huzarenof'ficier, die 't
hart van mijn nichtje stormenderhand had
ingenomen nu, dat is hun vak, vestin
gen veroveren "
»Ik liet ernstig beloven nog n jaar alle
serieuze plannen uit 't hoofd te zetten, dat
wil zeggen, u niet vast aan iets of iemand te
binden, om uw hartje eens goed op de proef'
te stellen.... Ik ken ze, die jonge harten die voor
'teerst liefhebben, zoo blindelingseii geloovig
als eikeechte eerste vrou\yenliefde! Ik weet welke
grenzenlooze teleurstellingen ze zichzelve dik
wijls bereiden, en ik sidderde voor u, met
uw teeder,aanhankelijk,echt vrouwelijk hart...."
»Na een jaar zpudt ge weder hier komen
bij uw trouwen biechtvader, en dan konden
we zien wat we voor ons paartje zouden kun
nen doen ...."
Hij keek haar zijdelings aan. Ze was weer
bleek geworden, eii trok zenuwachtig aan de
stengels der bloemen in haar hand.
»Kind," vervolgde hij, »ge zij t nu achttien
jaar, ik bijna twintig jaar ouder. Ge hebt
mij toen uw hart ontsloten als voor uw vader
of' uwe goede moeder Aarzel niet dat ook
nu te doen. Heden, Theo, is het de dag
waarop we ernstig pyer uwe toekomst moeten
spreken. Verberg mij niets. Uw hartje is zoo
helder als een spiegel, laat mij er zonder
Trees een blik in werpen. Op mij kunt ge
vertrouwen... Zie mij eens aan: hebt ge wel
opgemerkt, dat ik reeds grijze haren heb?....
Ja, ja, nichtje, grijze haren!''
Zij zagen elkander een oogenblik lang aan,
en die blik, onderzoekend, als beschouwden
de katholiek in de geteekende stukken enkele
malen aanstoot vindt, laten wij onbesproken.
Dat het Weekblad evenwel in zijn overzicht
van verre en van nabij in dato 16 Juni op
zulk eene voor den katholiek ergerlijke wijze
over de gebeurtenissen van Pinkster-zondag
te Rome durft spreken, gaat al te ver."
Onze lezers zullen het begrijpen het zijn
de regelen, die wij over de onthulling van
het gedenkteeken voor Giordano Bruno schre
ven, die Het Centrum hebben geërgerd. Het
katholieke blad haalt eenige zinsneden en
fragmenten van zinsneden uit ons artikel aan
en ongetwijfeld zullen deze citaten minder
aangenaam klinken in de ooren van hen, die
meenen, dat de lange reeks der pausen uit
sluitend bestaat uit mannen, die de geboden
der christelijke liefde en der verlichte ver
draagzaamheid steeds en tegenover iedereen
in toepassing hebben gebracht. Indien volgens
liet Centrum vervolgingen om des geloofs wille
een uitvloeisel zijn van christelijke deugd, of
zelfs als een noodzakelijk kwaad kunnen
worden verdedigd, dan is tusschen het katho
lieke blad en ons elke discussie over dit on
derwerp eenvoudig onmogelijk.
Doch Het Centrum geeft niet onduidelijk, en
niet voor de eerste maal te verstaan, dat de
historie van Giordano Bruno's marteldood
pp den brandstapel een boosaardig verzinsel
is. «Zonder meer" zoo lezen wij >wordt
als bewezen aangenomen, dat Bruno wer
kelijk te Rome is verbrand". Deze po
ging om een historisch feit als eene legende
voor te stellen heeft, naar aanleiding van
de Bruno-feesten, meer dan n Katholiek
blad gewaagd. Het zal ons niet verwon
deren, van deze organen te eeniger tijd
te vernemen, dat eigenlijk nooit een ket
ter op last der Katholieke geestelijkheid is
verbrand. Wij willen echter, wat Giordano
Bruno betreft, gaarne door de mededeeling
van enkele historische bijzonderheden aan het
geheugen van Het Centrum tegemoet komen.
De protocollen van Bruno's verhoor door
de inquisitie zijn in Venetiëdoor Ranke ge
vonden en in 8G8 door Berti (1) uitgegeven.
Op grond van dit verhoor werd door Clemens
VIII de uitlevering van Bruno geëischt. Niet
dan na langdurige aarzeling ging de republiek
hiertoe over, en haar besluit werd door den
pau?, blijkens een schrijven van Paruta, den
gezant der republiek te Rome, eene cosa
yratissima genoemd. In het bovenbedoelde w<rk
van Berti vindt men uittreksels uit de regis
ters van de gevangenis der inquisitie te Rome,
waaruit blijkt, dat Bruno daar, zes jaren na
zijne uitlevering, nog steeds in den kerker
zuchtte. Op 5 April 1599 wordt hij in die
registers vermeld als »Fra Giordano, figlio
(1) Domenico Berti. Giordano Bruno da Nola.
Sua vita e sua dottrina.
zij elkaar voor 'teerst opmerkzaam, had de
tegenovergestelde uitwerking van de ver
wachte.
Zij zag geheel de enkele zilveren draden
in het bruine haar over 't hoofd, maar plot
seling viel 't haar op hoe hoog en krachtig
zijne gestalte was, hoe elastisch zijn gang.
Zij vond hem knapper dan wie ook, met
de fijne, regelmatige trekken eri de vriende
lijke uitdrukking in de helderbruine oogen.
Met eene mengeling van kinderlijken trots
en vrouwelijke belangstelling, bewonderde zij
zoowel zijn elegant figuur, als den fraai be
sneden mond met den langen, zijdeachtigen
knevel en den vriendelij ken glimlach.
Zij vond hem opeens alles behalve een
ouden oom, en met een instinctmatig gevoel
van vrouwelijke zedigheid, sloeg zij met een
warmen blos de oogen neer, en begreep niet,
hoe zij hem vroeger zoo onbeschroomd alles
had kunnen vertellen.
Hij had haar op zijn beurt even onver
holen beschouwd, en ook hem viel 'top, hoe
veel vrouwelijker en ontwikkt kier haar ge
stalte en houding waren, hoeveel rijziger en
slanker, sedert zij elkaar heden voor 't eerst
na een jaar weer ongestoord ontmoet ten, want
in dien tijd had hij. zooals gewoonlijk, verre
buitenlandsche reizen ondernomen en haar
slechts nu en dan korte bezoeken gebracht
in den vreemden familiekring, waarin zij als
kind des huizes was, en waar hij haar meestal
slechts ontmoette in de deftige salons tus
schen een paar stijve Hollandsche nufjes.
Haar gezichtje vond hij nog schooner en
aantrekkelijker dan vroeger zij was altijd
een mooi kind geweest en daarom ook steeds
ieders lieveling, maar nu sprak er zooveel
ernst en zachtheid uit die heldere, diepe kij
kers, zooveel kracht van geest uit hethooge,
blanke voorhoofd
Het was, hij bemerkte het plotseling tot
zijne verwondering, niet meer het dartele
kind, waarmede hij vroeger gestoeid, dut hij
later liefdevol getroost h.id, het was de liefe
lijke verschijning van een jong meisje, dat
beloofde eene schoone, beminnenswaardige