Historisch Archief 1877-1940
e
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
No.627
raken zij weer aan het schreeuwen: Kees, toe
Kees, nou main Kees!
Dat heeft dan de geheel onverwachte uitwer
king dat Kees, onder luid protest van de
vischvrouwen, den verkoop geheel staakt. Hij laat ze
stil protesteeren en als hij weer begint te
verkoopen dan kondigt hij aan ... dat de prijs
inmiUdels verhoogd is, wat natuurlijk ook weer
met een kreet van verontwaardiging ontvangen
wordt.
Die zoo gelukkig zijn hunne palingen te heb
ben ontvangen (Kees verkoopt slecht bij hoeveel
heden van 20 poiid) gaan de stad in, of versprei
den zich onder de menigte op de kade en trachten
hunne waar al dadelijk aan den man te brengen.
Dan zijn ze bezig aan het afstroopen der alen, ter
wijl een dronken man met veel moeite zijn rooden
zakdoek op haar kar uitspreidt oin de afgestroopte
beesten in te bergen en mede te nemen. En als
de man betaald heeft dan vraagt ze steeds aan
haar klant: »Moet je de vellegies ook niet meenemen
voor je kat?" En ze krijgt dan ook strijk en zet
ten antwoord: »Neen hou jai die maar voor je
aige poesie, dat beesie heit 't noodig!"
Opmerkelijk is het dat, ofschoon de kroegen op
dezen dag reeds te 4 uur in den morgen mogen
openen, geen enkele waard, zich die weelde ver
oorlooft. Het publiek van de »aolniort" op Pink
steren is zoo gedistingeerd en bij de kasteleins
zoo wel bekend dat, geen enkele van hen zijne
deur opent alvorens de grootste menigte afge
dropen is. Zij zouden wel bij hem komen drin
ken, daaraan twijfelt hij niet; maar naar eenwel
overlegd en reeds voor jaren bekend plan zouden
ze onderling of met den kastelein ruzie krijgen,
den boel stuk slaan en zonder betaling van het
gelag zich verwijderen.
Alle stoepen zijn inmiddels bezet met lange rijen
dames in witte jakjes en bijbehoorende minnaars.
Echte natuurkinderen, die jongelui! Zoo ge
heel sans gêne! Ofschoon de stoepen wel
eenigszins als openbaren weg te beschouwen zijn en
geliefden uit .den beschaafden stand de gewoonte
hebben de eenzaamheid te zoeken, deze nog niet
door de beschaving besmette jongelieden doen dat
niet. Zij geven, ieder op eigen wijs, lucht aan hunne
gevoelens, zonder zich te storen aan de verdorven
wereld. Dezen luidruchtig zingend en vloekend,
soms zelfs eens opspringend om met de geliefde
des harten een toertje te dansen; genen de
flesch slechts van den mond nemende, om dien
op de lippen der niet minder vlijtig drinkende
beminde te drukken; anderen stil en zuchtend
elkaar in langdurige omhelzingen omstrengelend.
Het geheel een schilderachtige groep, besche
nen door een helder zonnetje, maar waaraan
, daar ter plaatse, helaas, niemand eenige aan
dacht schenkt, verkeerende allen in ongeveer ge
lijk stadium van onbedorvenheid, zoodat dit al
les bij niemand eenige verbazing wekt.
Zelfs de studenten wierpen slechts zeer tersluiks
een blik op de minnende paren, maar ik vrees
dat dit meer was wegens de waarschuwing van
den brigadier en omdat zij dezen keer niet uit
gegaan waren speciaal om standjes te zoeken.
Ik vond hen in gesprek met een drietal man
nen, waarvan er twee, nogal met eenigen beleef
den aandrang, om een drinkgeld vroegen.
De grootste der studenten wenschte eerst
eenigszins nauwkeurig te worden ingelicht omtrent de
redenen, die de beide mannen meenden te mogen
aanvoeren, waarom ze nu in 't bijzonder bij hem
kwamen om een fooitje. Hadden zij hem ooit
eenigerlei dienst bewezen, hoe gering eok en van
Welken aard? Hadden zij dat zijnen vader ge
daan of zijnen grootvader of iemand anders van
zijn geslacht?
Immers neen! Welnu, mannen, zoo ging hij
met overbluffenden pathos voort, waaraan ont
leent gij dan uwe aanspraken op mijn kwartjes?
Toch niet aan onze toevallige ontmoeting op dit
forum? Ware dit het geval, zou ik u moeten
verzoeken een eindje op zijde te gaan en mij
door te laten!"
»0ch neen, om al die praatjes is het niet te
doen, maar je hebt nogal een goed bakkes en je
hebt zeker wel een paar centen ook, en zullie
hebben ze hard noodig."
Zoo-sprak de derde vreemde man!
' De student keek hem scherp en onderzoekend
aan, en toen hij daarop weer zei: »Ja, mij hoef
je niks te geven, ik heb werk zat, maar die ke
rels loopen al lang zonder!" toen stak de student
duim en vinger in het kleine heupzakje van zijn
jas, zocht tusschen het rinkelende groote geld
naar twee kwartjes en gaf ieder der mannen er
een van. Zij verwijderden zich haastig en de man,
die nog werk had zeide tot de studenten: »Da's
verd ... royaal en nou zal ik jullie tracteeren ook,
al zijn alle kroegen toe!" En temet haalde hij een
groote flesch jenever uit zijn broekzak, nam er
een lange teug uit, wreef daarna met de hand
?oyer de opening der flesch en bood haar den
studenten aan met de woorden: ziedaar, drinken
jullie nou maar raak!
Maar van in den broekzak van een smid
gefrappeerden jenever hielden de jongelui niet en
zij bedankten dus beleefd, maar nadrukkelijk.
Het rinkelen der rijksdaalders in het
heupzakje had intusschen de aandacht van een grooten
kerel getrokken en deze begon een eind verderop
ook een gesprek met den overigens zeer
toeschietelijken student. En onder dat gesprek stak
telkens die kerel heel brutaal zijn vingers naar
het zakje uit. Maar zonder daarop eenige aan
merking te maken of het gesprek ook maar een
oogenblik te staken, gaf de student hem eiken
keer een flinken tik met de rechterhand op de
dieveuvingers, terwijl hij den gelukkigen eigenaar
dier vingers in de oogen keek alsof hij met de
grootste aandacht naar hem luisterde.
Op die wijze ging het dus niet, begreep de
schojier en hjj wees daarom den student op een
kelder waar een bakkerij in uitgeoefend werd.
:>Daar moet u eens in kijken, meneer, da'seen
aardig gezicht,''' zei hij.
Ȇm, als ik buk, er door jou in ged te
worden, dat zoo mijn geld op de straat valt.
Neen man, dat denk je maar!"
De man keek beteuterd, maar zei toch nog:
»Geef me dan maar n kwartje, dan beu ik
tevreden."
«Tevredenheid is huichelarij," antwoordde de
ander, »en aan huichelaars geef ik geen cent!''
Gelukkig kwamen daar de slangen van de
Vechtwaterleiding en in een oogenblik stoof de
menigte voor de verfrisschende waterstralen uit
een, wat tot veel gelach en veel gevloek aanleiding
gaf. Mie met het stijve Been kon iiiet gauw ge
noeg uit den weg en kreeg een ruim deel van
het water, dat eigenlijk niet voor haar bestemd was.
Deze juffrouw Maria bleek, evenals Kees, eene aan
zienlijke hoeveelheid van de meest uitgezochte en
nieuwste scheldwoorden tot hare onmiddellijke be
schikking te hebben, alle welke scheldwoorden zij,
in de personen van de beide spuitgasten, slin
gerde naar het hoofd van den burgemeester, aan
wien we volgens haar, al die gekke kunsten te
dankeu hebbeu.
»Mie ga op je stijve been staan, meissie, dan
krijg je geen natte voeten !" riep Mie met de
glazen kuiten, en als op dat oogenblik niet een
houd de vlakte was gepasseerd en tot mikpunt
van den waterstraal gekozen, zoodat er groote
vreugde onder het christeuvolk heerschte wegens
het om en om duikelen van dit dier als dat
niet gebeurd was, dan geloof ik dat ik een
hekel aan onze taal zou hebbeu gekregen, want
als de dame van het stijve been mij nog meer
van hare schoonheden in al derzelrer naaktheid
had vertoond en dat zou zij zeker gedaan
hebben dan ware ik, ofschoon niet voor een
klein geruchtje vervaard, weggcloopen. Nu deed
ik dat trouwens toch, want het was ruim zes
uur en ik was vermoeid.
In een der cafés bij de viaducten dronk ik een
kop koffie en zag daar mijn studenten weer, die
achter het Beiersch bier zaten, omdat ze er niet
van hielden »zoo alles door elkaar te drinken".
Daar zaten ook eeuige mannen uit het volk
met hunne vrouwen aau de tafeltjes voor de
deur, en een dier vrouwen keek van tijd tot tijd
niet onvriendelijk om, wat aanleiding gaf dat een
student haar toeknikte, ongelukkig juist op het
oogenblik dat haar heer en meester ook omkeek.
Direct sprong de man op. »Mot jij een eerlijken
man zijn vrouw achter zijn rug toeknikken, om
dat je hier nou een stuivertje zit te verteren ?" ...
Er ontstond een kleine maar luidruchtige twist
en als een bewijs van het esprit de corps dat in
ons volk zit, kan wel dienen, dat er een man zich
in mengde, die blijkbaar van niets afwist, maar
zich toch in woede met de vuist op de borst
sloeg en uitschreeuwde : »Ja, ik heb het ook ge
hoord, jullie smeerlappen !"
Toen werd het meer dau tijd, want inmiddels
was 't al half zeven geworden.
Is. VAX EENNES.
VOOK DAMES.
De Grand-Prix. Een New-Yorksch
schoolmeisje. Tegen het kiesrecht voor
vrouwen. Voedingsmiddelen.
Van den Grand-Prix komen nog steeds uitvoe
riger de berichten; het schijnt dat créeuses en
couturiers dit jaar al buitengewoon hun best
gedaan hebben. Onder de groote huizen is onge
twijfeld onderling overleg gepleegd, door welke
kleur men het groen als inodekleur zou vervangen,
althans een aantal klanten van de beste couturiers,
toch verschillende, stelden eenzelfde kleur ten
toon, een zeer mooi en goed kleedend grijs-blauw ;
zelfs zag men er in de loge van den president
vier verschillende costumes van, blijkbaar alle als
modelcostumen bedoeld en oorspronkelijk voor de
draagsters geteekend. Het toilet van Mad.
Carnot vermeldden -wij; het was zeer eenvoudig, hoog
rood moiré, met zwarte kanten gevolleerd, en een
klein kapothoedje van goudkant, met geen ander
sieraad dan een roodfluweelen cocarde in den
vorm eener klaprors. De kant was van een eigen
aardig, zeer smaakvol en origineel patroon;
het stuk was een geschenk der kautfabiïek te
St. Pierre-les-Calais, en onlangs den president
op diens reis door de Westelijke provinciën cadeau
gegeven. Ook prinses Mettornich was eenvoudig,
maar opmerkelijk: lichtgeel crêpe de Cltine met
eene versiering van witte kant, en platte cupote
van geel stroo; de beide costumen werden zeer
oorspronkelijk en zeer gedistingeerd gevonden.
In de omgeving van Mad. Carnot zag men ver
scheidene gebloemde rococo-toiletten, maar geen
enkel Directoire meer; ook het zuiver Empire
was niet vertegenwoordigd. Men vindt, naar het
schijnt, het korte corsage met de breede charpe,
hoe geschikt ook voor soirees, voor het heldere
daglicht en het tribune-costuum niet geschikt.
Wie een mooie slanke taille heeft, wil dat wel
weten, en wie er geen heeft wil niet het air aan
nemen, daarvoor tot het Empire zijn toevlucht te
nemen. Er waren eenige Grieksche tunica's, en
fraai gedrapeerde antieke toiletten; wellicht is
daarin de mode der toekomst te zoeken. Ook het
genre Etiuens met den breeden uitgcpunten kraag
(men kent het portret van Kubens zelf met zijn
vrouw) was in fraaie exemplaren vertegenwoordigd,
en had een artistiek succes. Maar de mode an
nexeert in onze dagen alles. Er waren kanten
japonnen, op Venetiaansche wijs gemonteerd, zoo
dat de kant bijna in don vorm van een wapenhemd,
van voren en van achteren afhangt, en in het
midden door den matten gouden of zilveren gor
del wordt samen gevat; dit geeft gelegenheid
om een groot stuk rijke randversiering te
vertoonen. De licht gekleurde transparants, zoowel onder
zwarte als onder witte en anders gekleurde kant,
kwamen veel meer voor, dan in den noordelijken
smaak zou vallrai.
De hooge Engelsche halskraag, met het fuQon
tailleur indertijd ingevoerd, is zoo goed als ver
dwenen. Het is natuurlijk do vraag of men hem
in het najaar niet weer zal zien opduiken, maar
ook het tegenovergestelde, het décollcté, dat voor
speld werd, is niet gekomen, zelfs niet de
eenigszins diepe opening en coeur, die op den
vernissagedag hier eu daar geziun -werd. De meest elegante
japonnen waren rond aan den hals, zonder kraag
en zonder dccolleté.
Eigenlijk nieuwe vormen kan men bijna niet
aanwijzen, vooral ook omdat men zich blijkbaar
aan het gezonde beginsel van individualiteit en
onafhankelijkheid in het toilet gaat gewennen.
Men zag b.v. eenige costumes, waarvan rok en
charpe van de eeue kleur, het corsage van eene
andere was; anderen waarvan de mouwen van
een andere stof waren, maar dit alles waren op
zich zelf staande gevallen. Een algemeene neiging
onder de elegante toiletten was, gelijk ook de
vorige week naar aanleiding der Londensche season
werd opgemerkt, te verbergen, hoe en waar
het corsage dichtgemaakt wordt. Daartoe wordt,
bij een eenvoudigen rok, de stof van het corsage
b.v. schuin naar den eonen schouder gedrapeerd
over de sluiting heen ; of het corsage schijnt over
de schouders en op den zijnaad vastgemaakt, nu
eens rechts, dan links ; soms ook heeft de han
dige naaister alles zoo verborgen, dat het meest
geoefende oog de sluiting niet ontdekken kan.
Een origiueelen vorm van costuum droeg de
hertogin de S.: rok geheel glad, van zware
carneliaroode faille franraisc; overkleed, fracvorm, van
pcrkamentwitte faille. Vest wit; opslagen, kraag,
revers, alles vau cameliarood moiré; lange smallu
fracpanden tot aan den zoom van het kleed, wit
met camelia gevoerd; wit vilten hoed zonder
eenig garnituur; parasol van witte faille
frane,aise met camelia gevoerd. Een ander costuum,
van rert du Nil zijde, trof door het buitengewoon
smaakvol goudborduursel. Rok geheel glad,
ovorkleed f arme princesac in smalle gladde panneuux
neerhangend, deze panneaux geheel met goud
borduursel bedekt; groote ronde hoed van zwarte
kant, met lange zwarte struisveeren; parasol van
zwarte kant. Mantels of mantelets werden zoo
goed als niet gezien.
De hoeden waren, of zooals die van Mad. Carnot,
heel kleine capotes van gouddraad, ook wel van
kleurig git, vooral groen, zoodat zij diademen van
smaragden schenen, of groot en rond. De ronde
bijna zonder bol, heel plat, heel breed van rand;
veel van kant of fantasicstroo; gewoon stroo zag
men bijna niet. In het garnituur spelen de
struisvederen do voornaamste rol, prachtige exemplaren
in alle kleuren. Men ziet zelfs hoeden geheel er
mee bedekt, terwijl nog een paar lange veeren
golvend er bij nederhangcn.
Ook de hoed van den president Carnot zelf werd
opgemerkt, een lichtgrijze cylinder met breed zwart
krippen band, die weldra mode zal zijn: ook de
prins van Wales droeg de vorige week iets der
gelijks.
* '" *
Het Orgaan van den vromcenlond tot verhoo
ging van liet zedelijk bewustzijn, is zijn derden
jaargang ingetreden. liet verschijnt den loden van
elke maand. Nummer l en 2 van dezen jaargang
(Mei en Juni), bevatten de handelingen van het
nationaal congres" over de prostitutie, gehouden
te Amsterdam 30 April?3 Mei.
#
Do Siehmond Times ontvangt van zijn
NewYorkschen correspondent een brief, waarvan de
feiten een weinig geconcentreerd zeker, maar toch
ook volgens andere berichten, niet geheel onjuist
zijn. Hij schildert het leven van een schoolgirl
uit de letter (lees rijkere] klassen der
New-Yorksche society.
De maatschappelijke plichten van een
fashionable schoolmeisje te New-York," schrijft hij. zijn
niet minder uitgebreid en absorbeerend, dan die
harer moeder. Zij moet visites maken en ont
vangen; tot dit doel heeft zij tweemaal 's weeks
een bijzonderen jour, n uitsluitend voor hoeren.
Zij noodigt hare vriendinnen minstens eenmaal
's weeks ten lunch, te dinccrcn of te soupeeren,
en moet daarvoor natuurlijk uren lang met den
kok des huizes beraadslagen, opdat het menu iets
uitstckends worde en vooral iedere vriendin er
hare lievelingssnoeperij op vinde. De
uitnoodigingen worden gereciproceerd, zoodat het lijstje
van appointments en engagements nooit uitgeput
raakt. Hiermede in verband staan de morgens
auces met den photograaf of den pastellist. de
bijeenkomsten met den juwelier en de conférences
met de kleermaakster; hare geldzaken worden
bezorgd door een klerk van haar vader, liefst den
knapst er uitzienden. Na den middag komen de
thee- en koffievisite, concert en schouwburg, en
op vaste dagen de wandelrit of het rijtoertje in
Central-Park."
De schoolmeisjes hebben nog niet altijd veel
smaak, maar laten het gaarne zien als zij wat
moois hebben. Zij overladen zich vaak mot kost
baarheden ; er zijn er die voor 1000 dollars aan
bijouterieën dragen.
Een onderwijzer, professor Dr. C. M., vertelde
aan den correspondent, dat hij dezer dagen eene
leerling willende onderhouden over hare slordige
spelling en interpunctie, getroffen \verd door de
versierselen die het meisje droeg: in de ooren
de grootste brillanten die hij ooit gezien had, in
het haar een fonkelende diamanten naald, aan
de vingers drie ringen met robijnen en diaman
ten, om de polsen drie goudon armbanden en in
den gordel een horloge met juweelen bezet. Toen
hij dit gezien had, sloeg hij het boek dicht;
zijn billijkheidsgevoel zeide hem, dat een meisje,
vrier aandacht door zooveel fraaie zaken in beslag
genomen werd, geen tijd kon hebben voor zulke
onbeduidendo dingen als b.v. interpunctie of
spelling.
Eigenlijk moet men, na de voorgaande
rnedodcelingen, ctan correspondent verwijten, dat hij er
niet bijgevoegd heeft, op welke uren dan dat
schoolmeisje met zooveel bezigheden nog werkelijk
naar school gaat.
*
* *
In Engeland, waar van Ilarer Majesteits oppo
sitie" gesproken wordt, doet zich ook naast iedere
vooruitgang, de leactie krachtig gelden. Tegen
de vrouwenbeweging is in de Nineteenlh Century
een manifest verschenen, door meer dan honderd
vrouwen van naam of' van stand onderteekend,
waarin een beroep gedaan wordt op het gezond
verstand der Engelsche vrouwen en geprotesteerd
wordt tegen eene uitbreiding van het kiesrecht
ten gunste der vrouw.
Tot do onderteekenaarsters bchooren do her
togin van St. Albans, Lady Stanley van Alderlcy,.
Mvr. Göschen, Mevr. Huxley, Mevr. Alma-Tadema,.
Mevr. Max Muller, enz. Zij schrijven o a. :
Terwijl wij ccne zoo volledig mogelijke ont
wikkeling van de krachten, den aanleg en do op
voeding der vrouw wenschen, mecnen wij dat haar
werkkring ten opzichte van en hare verplichting
jegens den Staat toch steeds inderdaad van die
der mannen verschillend moeten zijn." Do dames
vindon, dat do vrouw toch in Engeland reeds ge
noeg invloed bezit. Zij erkennen haar nuttig op
treden in schoolbestuur en armverzorgiiig eu
meenen ook, dat haar streven om aan de politiek deel
te nemen, niet op een verkeerd beginsel berust,
maar op den vfensch om aan de politiek een meer
zedelijken grondslag te geven.Toch achten zij de onzelf
zuchtige sympathie der vrouw bedreigd, wanneer
deze zich rechtstreeks in den politieleen partij
strijd mengt. Do uitbreiding van het stemrecht
tot de vrouw is volgens haar nog niet rijp voor
eene oplossing. Het manifest besluit aldus:
-Wij zijn overtuigd, dat het streven naar uiterlijke
gelijkheid met den man voor de vrouw niet en
kel ijdel is. maar ook demoralisecrcnd werkt Het
leidt tot eene geheel valsche opvatting van de
ware zending en waardigheid der vrouw. Daaruit
ontstaan persoonlijke strijd en mededinging, ter
wijl het eenige doel van de beide deolen dor
menschelijke familie zijn moest, ieders karakte
ristieke werkkracht en besten aanleg tot voordoe l
van het gemeenschappelijk werk te doen dienen."
*
# *
Bij W. J. Thieme te Zutphen is een boek
veischencn, dat met vrucht door iedere verstandige
huisvrouw kan geraadpleegd worden. Onze Voe
dingsmiddelen, van Dr. A. J. C. Snijders, geeft
omtrent de samenstelling, voedingswaarde,
toeboreiding en vcrtucrbaarhoij der voedingsmiddelen,
en vooral omtrent de kenmerken hunner deugde
lijkheid de meest uitgebreide inlichtingen; eene
groote gekleurde plaat aan het eind van het werk
resumeert de opgaven omtrent al de eigenschappen
der voedingsmiddelen en toont hunne verhouding
op graphische wijze aan. Uit de plaat ziet men.
bv. met oen oogopslag, dat stokvisch en karnemelk
het meeste voedsel geven voor het minste gold;
dat gekookte rijst het gemakkelijkst verteert, er.
dat vette paling en oud pekclvleesch zeer
indigestieve spijzen zijn. De (juacstie omtrent het
beter verteren van harde of zacht gekookte eieren
wordt -hier ook opgelost, maar met een minimum
verschil: men verteert in denzclfden tijd l(j /.acht
gekookte, als 15 hard gekookte: rauwe eieren
Weiss.
Wit.
l c2
9 fl. i
& g1
3 fl
b;"
5 d2
<! c-4
Poüock.
Zwart.
gr,
Piuy Lopez.
4 br>
8 e-1
!) dl
10 c2
11 fa
12 cl
13 o
14 of)
15 ai
K; bi
17 1,3
18 g l
l!) h2
20 f l
21 hl
22 h2
23 g3
2-1 di
25 h5
e-1
f3
1)5
c4
da
ba
c:;
d5
o2
el
e5
o
h 5
ba
(12
M
hl
ha
el
h2
fl
d5
et e:.
b8 c<;
a7 aG
göW
b 7
f8
d7
o
f'8
cG
d5
b-1
f
d8
c5
e7
da
c8 '
f2
el
cl
K'
t'7
Aangezien tegenwoordig in het caféPanopticuin
zooveel werkelijk interessante partijen gespeeld
worden, met voorgave van het een af ander stuk.
viuden wij het juist van pas het volgende aardige
partijtje te plaatsen gespeeld door de heereu
Stand der partij na den 7den zet van zwart.
ZWART
J. II. Zukerioi't
Wit.
(zonder toren al
b-1
do
X ba
e8
c7
X f- t
el
X cl
X cl-i
-
gl-i
ca-lc2
ei
c i
Dr. Kr...
Zwart.
18 c;>
c5 X b-1
e5 X i'l
?7 1b
Zie dia-,ram.
a b c d e f g h
WIT
Wit begint en «ect't in f> zetten mat.
h7
h.VI