De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 7 juli pagina 3

7 juli 1889 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 628 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Decamps, Fromentin's enz. onder den hamer ge komen, en onder al deze, ook L?Angelus van Millet Als de heer Sécrctan niet in koper was gaan speculeeren, maar rijk gebleven was, zou de geheele collectie door hem aan het Louvre ver maakt zijn ; thans heeft dit museum met Ainerikaansche en Engelsche millionairs moeten concurreeren om althans een deel der schatten van Franschen oorsprong in Frankrijk te houden. Alhert Wolff schreef Woensdag in Figaro : Wat zal er gebeuren met U Angelus van Millet? De groote miskende van Barbizon heelt dit meesterstuk voor een handvol goudstukken verkocht. Ik ken het sedert dertig jaren ; ik zag het bij een kunstkooper in de Rue La Peletier, die er toen een voor dien tijd vrij hoogen prijs voor vroeg, 17.000 francs. De opgewondencn kwa men het hart ophalen aan het meesterwerk, welks ?waarde toen nog betwist werd, maar de liefhebbers betoonden zich nog huiverig. De groote populairiteit van T Angelus dateert van de verkooping Wilson, tien jaar geleden. Het publiek vernam toen tot zijn groote verwondering, dat een werk van Milet hooge cijfers kon halen. Dapper betwistte toen de Staat l'Angelus aan de heeren Defoer-Bey en Sécrctan, die zich vereenigd hadden om op te bieden. Lij 150.000 francs moest de directeur van Schoone Kunsten den strijd opgeven; do twee liefhebbers deden er nog 10.000 francs bij en lootten toen, met cenigo plechtigheid, wie definitief eigenaar zou mogen worden. De heer Sécrétan was de gelukkige, en weigerde sedert allo hooge aanbiedingen. Ik weet zeker, dat hem uit Amerika een half millioen francs geboden is. Niemand kan, op 100.000 francs na, het cijfer benaderen dat L' Angelus ditmaal zal opbrengen; het zal van het aantal koopcrs afhangen. Amerika doet zeer zeker mee. Hoe pijnlijk deze bekente nis is, ik moet constateeren, dat Amerika reeds Millets genie ten volle kende en bewonderde, terwijl de poncifs hier hun tijd nog zoek brachten met over hem te twisten. Een Amerikaansch schilder, Hivnt, die Millet's leerling was, deed hem opmerken aan den heer Quincy Shaw te Boston, en deze verzamelaar bezit nu veertig stukken van Millet. Drie vierden van zijn werk is in Amerika. Zal Amerika ons ook i' Angelus afnemen? Men kan er niets van zeggen. De goede wil van onzen directeur voor Schoone Kunsten, Gustave Larroumet, is in dezen niet voldoende; de administratie is niet vrij, en de kooplust van rijke liefhebbers wel. Als hot Louvre tot eiken prijs L' Angelus kocht, zouden de kenners juichen; maar de oppo sitie zou er een wapen van maken tegen de re geering. Het is dus zeer te vreezen, dat L' Angelus ons verlaat, als niet te Parijs de een of andere Maecenas opstaat om het aan het Louvre cadeau te doen. Als het een ander werk van Millet gold, zou de vrees minder zijn. Maar L'Angelus is Millet's hoofd werk, zijn beroemdheid, het stuk waarin Millet's genie tot de hoogste uitdrukking van aandoening, zoo medegedeeld dat niemand den invloed kan weerstaan, is gekomen; men gevoelt zich in oog en hart getroffen door het gezicht van die twee arme lieden, voor eonige uren tot rust geroepen van hun harden arbeid door den klank der klok, die men in het vreedzaam landschap meent te hooren kleppen. Dit kleine doek is voorzeker een der grooto werken van onze eeuw, en daarom is het ons niet onverschillig, waar het over eenige dagen zijn zal". *** De chroniqueur van den lemps heeft aan een zoon van Millet, den schilder Frangois Millet, het een en ander over de geschiedenis van L'An gelus gevraagd. Ik was nog heel jong," antwoordde deze, nauwelijks acht jaar; het is al vier-en-dertig jaar geleden, maar ik herinner mij toch wel, dat er over het stuk gesproken werd. Vader kon het maar niet veikoopen ; hij liet het zien en weer zien, maar niemand wilde het hebben. Eens toch kwam er een Amerikaansch liefhebber die hem «en bod deed; vader nam het aan, blijde dat hij er eindelijk wat geld voor kreeg, maar den vol genden dag ontving hij een briefje van den Ame rikaan, met bericht dat deze zich bedacht had en het stuk niet kocht, omdat het hem wat klein voorkwam voor het geld. Eindelijk zette vader het. door bemiddeling van mijnheer Sennier, voor 1800 francs van de hand, aan den heer Alfrcd Feydeau. Ge hadt vader over het stuk moeten liooren. Men vond den heer Feydeau dwaas, en misdadig dat hij het gekocht had; de kritiek had geen woorden genoeg voor haar afkeuring. Men vond mijn vaders boeren en landschappen revolutionnair. Een schrijver, die destijds veel ge zag had, zeidc dat men op den achtergrond van Millet's stukken, de guillotine zag verrijzen." Het stuk bleef bij Feydeau slechts een paar jaar; in 1870 verkocht hij het voor 3000 francs aan den heer Pierre Blanc, den schoonvader van den schilder Alfred Stevens, en deze deed het weer over aan zijn broeder Artlmr Stevens, die het in Belgiëaan den heer Van Praet verkocht. De heer Van Praet vond toch het schilderij niet heel mooi en ruilde het tegen een ander stuk van Millet, La Hergcre. De volgende eigenaars heetten Gavet, Van Papelen, Durand-Ruel, en eindelijk Wilson, die er .'S8.000 francs voor gaf. In 1881 kwam de collectie Wilson onder den hamer. L'Angelus kwam toen voor 160.000 francs in handen van Sécrétan. Hot huisjo te Barbizon, waarin Millet het stuk schilderde, had eerst aan den smid van het dorp toebehoord, dio hot als onbewoonbaar had laten varen. # Het verhaal van de verkooping wordt in alle bladen met opgewondenheid verteld. Eerst het decor", zegt Wolft'. Een lange ga lerij loopt van de rue de La Rochcfoucauld op het fraaie hotel Sedelmeyer uit. De groote ingang dient voor de menigte die al een uur queue maakt voor de deur, als voor een gratisvoorstelling. De genoodigden, tout-Paris, zijn in twee categorieën verdeeld, de eenen gaan door de koetspoort en den tuin naar een afgezonderd deel der galerij; de anderen, nog meer bevoorrecht, nomen plaats achter het bureau van den afslager, den heer Chevallier. Weldra staan do genoodigden tot in den tuin. Behalve Tout-Paris was er ook een buitenge woon groot aantal vreemdelingen, deputatiën uit Amerika, Belgische, Engelsche en Iloilandsche kunstkoopers, alle groote en kleine collectionneurs van Parijs, lieden uit de groote wereld, dames, artisten, alles in de tropische hitte. De afslager klopt 3 maal, zooals op het toonccl, en de verkooping begint..." Men begon heel eenvoudig, met een paar schet sen en aquarellen, een potloodschctsje van Meissoriier, dat 900 francs opbracht en dergelijke klei nigheden. Maar het werd al beter; de bcluiakspelers van Meissonier, een klein scpia-stukje, maakte 22,500 francs, toen twee pastels van Mil let 26.000 en 25,000. Maar dat was slechts de proloog; te half drie begon het stuk; en degenen die het bijwoonde)], kunnen zich beroemen iets bijzonders gezien te hebben. In dat Parijs, door de politiek bedreigd, tusschen de bulderende kamerzittingeu en de dreigende algemeene verkiezingen, bereiken de schilderijen ongehoorde prijzen. In weinige uren wordt er voor 3/4 millioeii toegewezen. Alleen het huis Boussod had voor een imllioen francs commissie. Tegen drie uur bood men hier en daar sommen die te hoog waren; een Tijger van Delacroix, die algemeen hoogstens op 20.000 francs getaxeerd werd, ging voor ,'37.000 naar Amerika; drie stuk ken van Deramps brachten een derde meer op dan zij waard waren, men betaalde voor de Honden 46.000, voor een Frondenr 5)2.000, voor Apen als Kunstkenners 70,000 francs. K u en dan een kleine Meissonier voor 40, 50 of 60 000 francs. Een stukje zoo groot als een kaart van het kienspel, Le vin du curéging voor 90.000 on de heer Boussod kocht voor 190.000 francs Meissoniers Cuirassiers voor den hortog van Aumale, die, na do collectie van Chantüly aan het Instituut ge schonken te hebhen, nu kalmpjes een nieuwe collectie begint." * * Tegen half vijt kwam L'Awjélus. Alle aanwe zigen stonden op, toen het stuk gebracht we rd ; de temperatuur in de zaal was gloeiend heet, de spanning was algemeen. Wij veilen Xro. 63, zeido de expert, L'Angelus van Millet; wij vragen er 300.000 francs j voor. j . We zullen met 100.000 francs beginnen, i mijnheeren, zeide de afslager Chevallier. Er is 125,000 geboden, riep een stem. Met telkens 10.000 francs kwam liet stuk al gauw op 100.000. Hiervoor waren er vijt' koopers. 190.000, riep een expert, op order van den Amerikaansch financier die te Parijs woont. 220 000, riep de zaakwaarnemer van den hoer Sutton, van de American Art Associaiion. 230.000, riep do heer Joseph de Kuyper, secretaris der Kunstelulj to Rotterdam. 250.000, riep de heer Kuoedlcr voor het Corcoran-Museum te Chicago. -?260.000, riep de heer Antoniu Proust. Men begreep dat Proust Of voor den staat of voor een Fransch syndicaat bood, en plotseling rezen de aanbiedingen tot .'350,000 francs. Do hoor ; Proust zweeg, en twee Amerikanen bleven aan het bod met een onbekenden heer, die, «aar beweerd word, voor het museum van Berlijn kwam. Na 450.000 francs week deze heer van het bod en Proust begon weer. Op 470.000 meende men dat de Amerikaanschc Association aan het woord j zou blijven, toen zich plotseling, met 472,000 de l vertegenwoordiger der Engelsche rcgeering in den j strijd mengde. Er werd nu nog slechts met KJOO francs opgcboden. Bij 490.000 zweeg de heer Proust. --- Komaan, 490.000 francs! riep de heer Che vallier, ik zal dus toewijzen. 490.500, antwoordde Proust, hot publiek appiaudissoerde. Mot telkens 500 francs bereikte men liet half millioen. 501,000, roept de Amerikaan. 502.000, Proust. 502,000, niemand zegt meer iets, riep de afslager; toegewezen, en do hamer viel. Het publiek juichte en schreeuwde. De Ameri kanen echter ijlen naar de tribune en beweren dat een hunner 503,000 geroepen heeft. De heer Proust zegt, dat, waar twijfel mogelijk is, het stuk weer in veiling moet worden gebracht; hij j houdt zijn bod van 502,000 vol. j Nu gaat het weer bij 10,000 francs tegelijk. De | twee Amerikanen bieden samen; eindelijk is Proust tot 553,000 francs gekomen en zij zwijgen. 553,000 francs", herhaalt de heer Chovalier, Niemand meer dan 553,000 francs V . . . Er kan j nu geen vergissing zijn? Dan sla ik toe". i De geestdrift onder de tropische zon was onbe- | schrijfelijk. Men vernam nu, dat eenige rijke particulieren 400,000 francs bijeengebracht hadden om het stuk aan het Louvre cadeau te geven; de staat legt er nu de rest, met do kosten 180,650 francs, bij, en liet stuk is voor Frankrijk behouden. Onder do overige schilderijen waren er ook, die groote prijzen maakten. De lieer Larvie te Glasgow kocht een Corot voor 50.000 francs, de heer Otlet te Brussel kreeg de JJtblis van Corot, die door do gravure bekend is, voor 8-1,000. De heer Proust kocht nog voor den staat de Remise de chevreuils van Courbet, voor 70,000, na een hevigen strijd niet het Corcoran-museum. Minder dan de taxatie gingen eenige stukken van Diaz, Fromcn- j tin en Géricaulf; de Oedi/ie et ie S/ihin.c van Ingres, j die indertijd 36,000 francs opbracht, ging nu voor 17,000; daarentegen bracht een Isahey, Uu nt,nriac/e dans l'église de Delft, vroeger voor 26,000 ver kocht, nu 75,000 op. De Meissoniers, van 17,000 tot 60,000 francs, waren voor liet meerendecl niet grooter dan een visitekaartje; het lii'cit du siègc de Serg op Zoom, precies zoo groot als een rijksdaalder, werd met 20.000 francs betaald. Meissonier maakte het indertijd voor een wedden schap, a zooveel per uur, en rekende 300 francs daarvoor Van de liousseau's bracht er een 58,500 francs op, van de Troyon's een 120,000 francs. De opbrengst van den ganschen dag was drie en een half millioeu francs voor 83 nummers. % * De tweede dag van de veiling Sccrétan was even levendig als de eerste, men wees elkander onder de aanwezige vreemdelingen deii hoer Bode, directeur van het museum te Berlijn; de kunst koopers uit Londen, New-Vork, Brussel en Amster dam waren weer in volledig aantal. De OudHoilandsche meesters maakten ditmaal de hooge prijzen: Albert Cuyp 41.000 francs; Gerard Dou, 10,200; Van Dyck, portret van Lady Rich. 74,000; Frans Hals, portret van Pieter van den Broeke, 110,500 francs, portretten van Scriverius en diens vrouw ieder 44,500 francs, Pieter de Hooghe, Hollandsen binnenhuisje, 276,000, Jan van der Meer van Delft, dame en dienstbode 75,000 francs, en de minnebrief 62,000, Mctzu, Binnen huis 64.000 enz. Voorts verscheidene Tenicrs, een Ostade, een erburg, een Paiilus Potter, twee Rembrandts,eenRuysdael, drie Thomas dcKeyzer's; deze bereikten geen van allo meer dan 30.000 francs. Een Rubens ging voor 112,000, een Canale 63.000, een Reynolds 27,000. Deze dag bracht bijna 2 millioen francs op. Omtrent de koopers van L'Angelus vernam men toen nog, dat de heer Proust tot een millioen had kunnen gaan. Onder degenen die hem steun- i den behoorde ook de rijke Maecenas Jacobsen i van Kopenhagen, aan wiens museum van Fransche kunst wij verleden jaar een artikel wijd den, voorts twee Russen, de Oostenrijker Muukacsy, en een Amerikaan; de overigen waren Franschen. Na do veiling bood nog de vertegen woordiger der American Association den heer Proust 50,000 francs winst; het stuk zou dezen dan, met de kosten en 30 pCt.invoerrechten, dio men in Amerika van vreemde kunstwerken moet beta len, op een millioen francs te staan gekomen zijn. Verbonden Schakels, door Helene Mercier. Haarlem II. D. Tjeenk Willink. Verbonden Schakels heeft de schrijfster dit haar werk, de vrucht van. nauwgezette studio, van jarenlang nadenken, genoemd en terecht. De dicht ineengevoogde sciiakels vormen een hechte koten een keten, die, wat conceptie en be werking aangaat, van den diepen ernst, de hooge opvatting getuigt, welke de auteur bij de vervul ling harer taak hebben geleid. Voor allen en het mogen er velen zijn die sedert jaren den literarischen arbeid van mej. Mercier op sociaal gebied hebben ge volgd, is het overbodig dezen arbeid nader te karakterisceren; voor hen vertegenwoordigt de ver schijning van dezen bundel opstellen de vervulling van een lang gekoesterden weusch : dien van de vruchten harer studiën in veel ruimercn kring verspreid te zien dan tot dusverre door middel van maand- en weekbladen kon geschieden. Welke vrouw toch, reeds vroeger door de auteur rond geleid in de gcdachtenwerekl welko deze voor hare geestelijk hongerende zusteren ontsloot, zal niet wenschen dit boek in handen te zien van allen die nog daar buiten vertoeven, die zelfs nog niet uit haar eeuwenlange verdooving zijn wakker ge schud of behoefte gevoelen het volle rijke nienschenloven, dat zij als het ware met de on bewustheid van ecu kind aanschouwen, zelven mede te leven ? Onvergelijkelijk schoon is de parabel die ons als inleiding wordt geschonken eu ons reeds dadelijk opbeurt tot die hoogere sfeer van ideeën, waar de schrijfster ons ook verder lienemvijst. Het is moeielijk zich de gewone nietsdoendc vrouw uit de hoogere kringen onzer samenleving te den ken, die, na een wijle in deze sfeer te hebben geademd, weer tot haar ouden gcdachtenkring kan terugkeeren, zich weer kan gaan voegen bij die schare die" 0111 de eigen woorden deischrijfster te bezigen in een wereld waarin zoo ontzaglijk veel wordt gedacht, geleden en gestre den, met rustig welbehagen knutselt aan de kleine omgeving, waarvan zij zelve het middelpunt uit maakt en wier engheid haar nooit beklemt.'' Eu daarom, wijl het ons schier onmogelijk is ons iemand voor te stellen, op wie de schoone, gekuischte, l venwekkende taal, welke ons in Verbonden ticiiakels tegenklinkt, zonder invloed zou kunnen blijven, daarom zijn wij der rijkbegaafde vrouw, aan wie wij dit werk verschuldigd zijn, ten hoogste dank baar. Het zal naar wij stellig verwachten, eenmaal de steun., het cade meeuw, wij zouden haast willen zeggen, het evangelie worden van alle Xederlandsche vrouwen eu meisjes, die eindelijk de intellcctueele Jeegte, het besef van onvoldaanheid in eigen binnenste gaan gevoelen, van alle moeders, die, tot nadenken gekomen en op eigen leven terugblikkend, hare dochters liet stijgen naar die bergtoppen" der geestelijke beschaving, waarnaar Verbonden Schakels een wegwijzer kan worden genoemd, gemakkelijker willen maken. Onmogelijk kan ik de verzoeking wederstaan in verband hiermede den indruk te schetsen eener gehuwde vrouw moeder van twee volwassen zoons die, hoewel van nature zeer begaafd, van hare jeugd af door do omstandigheden en den geest des tijds binnen den engen cirkel van van een gewoon vrouwcbestaan werd teruggedron gen. Letterlijk geef ik de woorden weer waarmede zij, nadat het bovenstaande reeds was geschreven, mij het geleende exemplaar van Verbonden Scha kels terugzend. Ik lieb hot boek gelezen eu herlezen en vind het zóó, dat het je op smartelijke wijze een leven doet betreuren, dat reeds zooals het mijne den herfsttijd is ingetreden en waarin zooveel een gesloten boek is geweest. Xu ecbter is het voor mij te laat geworden het te openen en te bestudoeren. Wat zou het heerlijk zijn met zulk een gids het leven to beginnen en wat moet het op komend vrouwelijk geslacht dankbaar zijn aaii zulke baanbreeksters." Het is, zooals alle lezers van mr. Van Ilouten's God, eigendom en familie" weten, niet liet eerste doorwrochte werk van dien aard, dat te onzent het licht ziet. Reeds jaren geleden heeft er in Nederland een krachtige stem geklonken, die de maatschappelijke plidtten der gehuwde en onge huwde vrouw in deze eeuw der Mechanische Uitvinding" helder en duidelijk uiteenzette on menige sociale hervorming te haren behoeve tot stand deed komen. Maar hier is het een vrouw dio tot de vrouw spreekt, die, al do nooden en behoeften, al de aarzelingen en twijfelingen on sclmcliterhcden en aspiratiën van het echt vrouwe lijk gemoed kennend, daarin nieuwe ongekende snaren doet trillen, die wel is waar van rechten gewaagt, doch ook en vóór alles aan hare ver plichtingen herinnert en die in de eerste plaats want dit vormt de groote blijvende waarde van. het werk het eeuwig vrouwelijke in de vrouw ten troon heft, het haar als haar schoonste onvergankelijkste kroon om de slapen strengelt. Het geheele boek is zoo zuiver gevoeld, zoo hoog gedacht, dat o. i. zelfs de belichaamde bekrom penheid een wijle aan zich zelve moet worden ontrukt, en het geen enkele vrouw uit de be schaafde kringen, hoe chronisch haar geestelijke bijziendheid ook zij, koud eri onverschillig kan laten. En zij daarentegen wier naar kennis dorstende ziel zich gretig aan deze frissche bron wil laven, zal er een rijken gedachtenoogst uit putten, die haar blik verruimt, haar met nieuwe geestkracht toerust en den moed geeft zelve naar die hoogere toppen de schreden te richten, waar de auteur voor haar zoovele schatten heeft bijecngegaard. Een eisch des tijds", een der opstellen welke het eerst iu dezen bundel het licht zien, is hoofd zakelijk geschreven voor do bemiddelde gehuwde vrouw, voor haar, die, wanneer hare kinderen lang zamerhand den volwassen leeftijd naderen, in de volle kracht van het leven twintig dertig jaren. lediggangs vóór zich heeft," die aangaande de moest gewichtige eu ingrijpende vraagstukken, het maatschappelijk on geestelijk leven betreffend, een doffe onverschilligheid aan den dag legt, die den broeden stroom van sociale rechtvaardigheid, die ook te onzent zijne steeds wassende golven voortstuwt, gevoelloos nastaart, als ware zij zelve zij als vrouw vooral niet ten nauwste daar mede betrokken. Onkunde" zegt Fouülée, door de schrijfster in haar opstel Philunthroyie aangehaald, onkunde omtrent de gewichtigste dingen die het sociale leven betreffen, is do ergste soort van onmondig heid, en mag alleen in kinderen worden geduld" en zij zelve laat hier terecht op volgen: Heeft de vrouw zich op dit punt tot heden niet maar al te zeer met do kinderen gelijk gesteld, en is het niet gedeeltelijk daaraan te wijten, dat zij ziek steeds als een kind zag ter zijde gezet, wanneer er sociale belangen te overwegen en te behartigen vielen " Ton slotto vinden wij in de artikels: Stuurt Milfs socialisme en Philanthropie even ais in de meesterlijke ontleding van Aurora Loigli de schrijfster van Arbeiderswoningen", de ijverige medewerkster aau het Sociaal Weekblad terug op een terrein, waarop zij sedert lang werkzaam is en reeds menige schoone vrucht heeft ingeoogst. Was inej. Mercier tot dusverre schier de eerige vrouw in ons land wier litcrarischeu arbeid op sociaal gebied wij met bewondering mochten gadeslaan, thans zal wellicht hare bezielde ver heffende taal ook anderen aanvuren haar voorbeeld te volgen. Laten wij allen, wij Xederlandsche vrouwen in de eerste plaats, eenmaal deze treffende woorden uit de inleiding tot waarheid maken: Zij stond ver af aan den oever der rivier. En. zij klaagde: Waarom ga ik toch naar dat verre land, dat door geen enkele is bereikt. O, ik ben alleen! Ik ben dood, dood alleen!" De Rede, een oud man, zeido tot haar: stil, stil. Luister, wat hoort gij V" Zij luisterde met macht en zij zcide-: Ik hoor ecu gedruisch van voetstappen: duizend maal duizend tienduizenden voetstappen, en zij komen naar dezen kant'" Hij zeide: Dat zijn de voetstappen van wie u zullen volgen. Kom, ga vooraan; maak een spoor iu den waterspicgel. Daar, waar gij thans staat, zal de grond worden platgetreden duur tiendui zend maal tienduizenden voeten." Amst, 16 Juni. CoKNi':r.n<: HUYGENS. V A UIA. PLASTISCHE KCNST. Friedrich Ocerbcck. Honderd jaar geleden, den ?Inen Juli 17Hi), aanschouwde te Lüheck, Fried rich Overboek, als zoon van den dichter Chr. Adolph Overbeck, liet levenslicht. Aan zijn naam knoopt zich de herinnering aan de gru'jto omwen teling, die de Duitsdie kunst in liet begi,i ('er negentiende eeuw heelt ondergaan, vast. Wel is waar waren reeds vóór Overbeck mannen opge staan, die den weg eeni^zins gebaand hadden. Winkehnann's werkzaamheid op het veld der kunstgeschiedenis en vooral Asnius (,'arsten's po gingen om op kunstgebied een hervorming tot stand te brengen, wezen in deze den weg. Vooral de laatste was het, die de kunst van de lieerschende gemaaktheid wilde losmaken en haar, geheel in den geest van Winkelmann, meer en meer tot den antieken vorm wilde terugbrengen. Toen Carsten's geestgenoot, Ebcrhard Wachter, iu het jaar 1005 uit Rome te Vv'eenen ge komen was, vond Carsten's zienswijze daar spoedig ingang. In 1808 kwam Friednch Over beck, die zich reeds vroeg aan do kunst had gewijd, daar ook om de academie to bezoeken. Hij, Olivier, Julius Schnorr en Pforr sympathiseer den met die nieuwe richting, geheel in strijd met die der academie, wat er dan ook toe leidde, dat zij gedwongen waren, deze te verlaten. Zij gingen naar Rome en sloten zich daar aan bij een ruimeren kring van gcestgenooten, waartoe Cornolius, Koch, later ook Schadovv, Veit en anderen behoor den. Aan hun neiging tot het romantische verbond zich de lust tot germanistische studiën en het herboren nationale bewustzijn. De voorbeelden, waaraan men zich hield, waren Giotto, Fiesole, Ciniabue, Periigino, en de oudduitsche meesters, en men streelde er naar het korrecte van den omlduitsclien stijl te hoeden, maar daar bij het ver hevene der gedachten, de vlucht der phantasic niet te laten onderdrukken. Strengheid van compositie, eenvoud van voorstelling, innig gevoel, eenvoud en kuischheid van denkbeelden vormden het richt snoer der nieuw-dnitsche romantiscli-religieuzo schilders te Rome, die zich daar als Xazarener's, als maestri della maniera secca moesten laten bespotten. Overboek, Cornelius, Schadow on Veit vormden do kern van deze nieuwe schilderschool. Geheel in overeenstemming met hunne zienswijze huurden de duitsch-roomsche kunstenaars een verlaten klooster, richtten in de cellen daarvan hun ateliers en in het refectorium een gemeen schappelijke studiezaal in. Tot doze kloosterbroe

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl