Historisch Archief 1877-1940
No. 628
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Decamps, Fromentin's enz. onder den hamer ge
komen, en onder al deze, ook L?Angelus van
Millet Als de heer Sécrctan niet in koper was
gaan speculeeren, maar rijk gebleven was, zou de
geheele collectie door hem aan het Louvre ver
maakt zijn ; thans heeft dit museum met
Ainerikaansche en Engelsche millionairs moeten
concurreeren om althans een deel der schatten van
Franschen oorsprong in Frankrijk te houden.
Alhert Wolff schreef Woensdag in Figaro :
Wat zal er gebeuren met U Angelus van
Millet? De groote miskende van Barbizon heelt
dit meesterstuk voor een handvol goudstukken
verkocht. Ik ken het sedert dertig jaren ; ik zag
het bij een kunstkooper in de Rue La Peletier,
die er toen een voor dien tijd vrij hoogen prijs
voor vroeg, 17.000 francs. De opgewondencn kwa
men het hart ophalen aan het meesterwerk, welks
?waarde toen nog betwist werd, maar de liefhebbers
betoonden zich nog huiverig.
De groote populairiteit van T Angelus dateert
van de verkooping Wilson, tien jaar geleden. Het
publiek vernam toen tot zijn groote verwondering,
dat een werk van Milet hooge cijfers kon halen.
Dapper betwistte toen de Staat l'Angelus aan de
heeren Defoer-Bey en Sécrctan, die zich
vereenigd hadden om op te bieden. Lij 150.000 francs
moest de directeur van Schoone Kunsten den
strijd opgeven; do twee liefhebbers deden er nog
10.000 francs bij en lootten toen, met cenigo
plechtigheid, wie definitief eigenaar zou mogen
worden. De heer Sécrétan was de gelukkige, en
weigerde sedert allo hooge aanbiedingen. Ik weet
zeker, dat hem uit Amerika een half millioen
francs geboden is.
Niemand kan, op 100.000 francs na, het cijfer
benaderen dat L' Angelus ditmaal zal opbrengen;
het zal van het aantal koopcrs afhangen. Amerika
doet zeer zeker mee. Hoe pijnlijk deze bekente
nis is, ik moet constateeren, dat Amerika reeds
Millets genie ten volle kende en bewonderde,
terwijl de poncifs hier hun tijd nog zoek brachten
met over hem te twisten. Een Amerikaansch
schilder, Hivnt, die Millet's leerling was, deed
hem opmerken aan den heer Quincy Shaw te
Boston, en deze verzamelaar bezit nu veertig
stukken van Millet. Drie vierden van zijn werk
is in Amerika.
Zal Amerika ons ook i' Angelus afnemen? Men
kan er niets van zeggen. De goede wil van onzen
directeur voor Schoone Kunsten, Gustave
Larroumet, is in dezen niet voldoende; de administratie
is niet vrij, en de kooplust van rijke liefhebbers
wel. Als hot Louvre tot eiken prijs L' Angelus
kocht, zouden de kenners juichen; maar de oppo
sitie zou er een wapen van maken tegen de re
geering. Het is dus zeer te vreezen, dat L' Angelus
ons verlaat, als niet te Parijs de een of andere
Maecenas opstaat om het aan het Louvre cadeau te doen.
Als het een ander werk van Millet gold, zou de
vrees minder zijn. Maar L'Angelus is Millet's hoofd
werk, zijn beroemdheid, het stuk waarin Millet's
genie tot de hoogste uitdrukking van aandoening,
zoo medegedeeld dat niemand den invloed kan
weerstaan, is gekomen; men gevoelt zich in oog en
hart getroffen door het gezicht van die twee arme
lieden, voor eonige uren tot rust geroepen van
hun harden arbeid door den klank der klok, die
men in het vreedzaam landschap meent te
hooren kleppen. Dit kleine doek is voorzeker een
der grooto werken van onze eeuw, en daarom is
het ons niet onverschillig, waar het over eenige
dagen zijn zal".
***
De chroniqueur van den lemps heeft aan een
zoon van Millet, den schilder Frangois Millet,
het een en ander over de geschiedenis van L'An
gelus gevraagd.
Ik was nog heel jong," antwoordde deze,
nauwelijks acht jaar; het is al vier-en-dertig jaar
geleden, maar ik herinner mij toch wel, dat er
over het stuk gesproken werd. Vader kon het
maar niet veikoopen ; hij liet het zien en weer
zien, maar niemand wilde het hebben. Eens toch
kwam er een Amerikaansch liefhebber die hem
«en bod deed; vader nam het aan, blijde dat hij
er eindelijk wat geld voor kreeg, maar den vol
genden dag ontving hij een briefje van den Ame
rikaan, met bericht dat deze zich bedacht had en
het stuk niet kocht, omdat het hem wat klein
voorkwam voor het geld. Eindelijk zette vader
het. door bemiddeling van mijnheer Sennier, voor
1800 francs van de hand, aan den heer Alfrcd
Feydeau. Ge hadt vader over het stuk moeten
liooren. Men vond den heer Feydeau dwaas, en
misdadig dat hij het gekocht had; de kritiek had
geen woorden genoeg voor haar afkeuring. Men
vond mijn vaders boeren en landschappen
revolutionnair. Een schrijver, die destijds veel ge
zag had, zeidc dat men op den achtergrond van
Millet's stukken, de guillotine zag verrijzen."
Het stuk bleef bij Feydeau slechts een paar
jaar; in 1870 verkocht hij het voor 3000 francs
aan den heer Pierre Blanc, den schoonvader van
den schilder Alfred Stevens, en deze deed het weer
over aan zijn broeder Artlmr Stevens, die het in
Belgiëaan den heer Van Praet verkocht. De heer
Van Praet vond toch het schilderij niet heel mooi
en ruilde het tegen een ander stuk van Millet,
La Hergcre. De volgende eigenaars heetten Gavet,
Van Papelen, Durand-Ruel, en eindelijk Wilson,
die er .'S8.000 francs voor gaf.
In 1881 kwam de collectie Wilson onder den
hamer. L'Angelus kwam toen voor 160.000 francs
in handen van Sécrétan.
Hot huisjo te Barbizon, waarin Millet het stuk
schilderde, had eerst aan den smid van het dorp
toebehoord, dio hot als onbewoonbaar had laten
varen.
#
Het verhaal van de verkooping wordt in alle
bladen met opgewondenheid verteld.
Eerst het decor", zegt Wolft'. Een lange ga
lerij loopt van de rue de La Rochcfoucauld op
het fraaie hotel Sedelmeyer uit. De groote ingang
dient voor de menigte die al een uur queue maakt
voor de deur, als voor een gratisvoorstelling. De
genoodigden, tout-Paris, zijn in twee categorieën
verdeeld, de eenen gaan door de koetspoort en den
tuin naar een afgezonderd deel der galerij; de
anderen, nog meer bevoorrecht, nomen plaats
achter het bureau van den afslager, den heer
Chevallier. Weldra staan do genoodigden tot in
den tuin.
Behalve Tout-Paris was er ook een buitenge
woon groot aantal vreemdelingen, deputatiën uit
Amerika, Belgische, Engelsche en Iloilandsche
kunstkoopers, alle groote en kleine
collectionneurs van Parijs, lieden uit de groote wereld,
dames, artisten, alles in de tropische hitte. De
afslager klopt 3 maal, zooals op het toonccl, en
de verkooping begint..."
Men begon heel eenvoudig, met een paar schet
sen en aquarellen, een potloodschctsje van
Meissoriier, dat 900 francs opbracht en dergelijke klei
nigheden. Maar het werd al beter; de
bcluiakspelers van Meissonier, een klein scpia-stukje,
maakte 22,500 francs, toen twee pastels van Mil
let 26.000 en 25,000.
Maar dat was slechts de proloog; te half drie
begon het stuk; en degenen die het bijwoonde)],
kunnen zich beroemen iets bijzonders gezien te
hebben. In dat Parijs, door de politiek bedreigd,
tusschen de bulderende kamerzittingeu en de
dreigende algemeene verkiezingen, bereiken de
schilderijen ongehoorde prijzen. In weinige uren
wordt er voor 3/4 millioeii toegewezen. Alleen
het huis Boussod had voor een imllioen francs
commissie.
Tegen drie uur bood men hier en daar sommen
die te hoog waren; een Tijger van Delacroix, die
algemeen hoogstens op 20.000 francs getaxeerd
werd, ging voor ,'37.000 naar Amerika; drie stuk
ken van Deramps brachten een derde meer op
dan zij waard waren, men betaalde voor de Honden
46.000, voor een Frondenr 5)2.000, voor Apen
als Kunstkenners 70,000 francs. K u en dan een
kleine Meissonier voor 40, 50 of 60 000 francs.
Een stukje zoo groot als een kaart van het
kienspel, Le vin du curéging voor 90.000 on de
heer Boussod kocht voor 190.000 francs Meissoniers
Cuirassiers voor den hortog van Aumale, die, na
do collectie van Chantüly aan het Instituut ge
schonken te hebhen, nu kalmpjes een nieuwe
collectie begint."
* *
Tegen half vijt kwam L'Awjélus. Alle aanwe
zigen stonden op, toen het stuk gebracht we rd ;
de temperatuur in de zaal was gloeiend heet, de
spanning was algemeen.
Wij veilen Xro. 63, zeido de expert,
L'Angelus van Millet; wij vragen er 300.000 francs j
voor. j
. We zullen met 100.000 francs beginnen, i
mijnheeren, zeide de afslager Chevallier.
Er is 125,000 geboden, riep een stem.
Met telkens 10.000 francs kwam liet stuk al
gauw op 100.000. Hiervoor waren er vijt' koopers.
190.000, riep een expert, op order van den
Amerikaansch financier die te Parijs woont.
220 000, riep de zaakwaarnemer van den
hoer Sutton, van de American Art Associaiion.
230.000, riep do heer Joseph de Kuyper,
secretaris der Kunstelulj to Rotterdam.
250.000, riep de heer Kuoedlcr voor het
Corcoran-Museum te Chicago.
-?260.000, riep de heer Antoniu Proust.
Men begreep dat Proust Of voor den staat of
voor een Fransch syndicaat bood, en plotseling
rezen de aanbiedingen tot .'350,000 francs. Do hoor ;
Proust zweeg, en twee Amerikanen bleven aan het
bod met een onbekenden heer, die, «aar beweerd
word, voor het museum van Berlijn kwam.
Na 450.000 francs week deze heer van het bod
en Proust begon weer. Op 470.000 meende men
dat de Amerikaanschc Association aan het woord j
zou blijven, toen zich plotseling, met 472,000 de l
vertegenwoordiger der Engelsche rcgeering in den j
strijd mengde. Er werd nu nog slechts met KJOO
francs opgcboden. Bij 490.000 zweeg de heer Proust.
--- Komaan, 490.000 francs! riep de heer Che
vallier, ik zal dus toewijzen.
490.500, antwoordde Proust, hot publiek
appiaudissoerde. Mot telkens 500 francs bereikte men
liet half millioen.
501,000, roept de Amerikaan.
502.000, Proust.
502,000, niemand zegt meer iets, riep de
afslager; toegewezen, en do hamer viel.
Het publiek juichte en schreeuwde. De Ameri
kanen echter ijlen naar de tribune en beweren
dat een hunner 503,000 geroepen heeft. De heer
Proust zegt, dat, waar twijfel mogelijk is, het
stuk weer in veiling moet worden gebracht; hij j
houdt zijn bod van 502,000 vol. j
Nu gaat het weer bij 10,000 francs tegelijk. De |
twee Amerikanen bieden samen; eindelijk is Proust
tot 553,000 francs gekomen en zij zwijgen.
553,000 francs", herhaalt de heer Chovalier,
Niemand meer dan 553,000 francs V . . . Er kan j
nu geen vergissing zijn? Dan sla ik toe". i
De geestdrift onder de tropische zon was onbe- |
schrijfelijk. Men vernam nu, dat eenige rijke
particulieren 400,000 francs bijeengebracht hadden
om het stuk aan het Louvre cadeau te geven; de
staat legt er nu de rest, met do kosten 180,650
francs, bij, en liet stuk is voor Frankrijk behouden.
Onder do overige schilderijen waren er ook, die
groote prijzen maakten. De lieer Larvie te
Glasgow kocht een Corot voor 50.000 francs, de heer
Otlet te Brussel kreeg de JJtblis van Corot, die
door do gravure bekend is, voor 8-1,000. De heer
Proust kocht nog voor den staat de Remise de
chevreuils van Courbet, voor 70,000, na een hevigen
strijd niet het Corcoran-museum. Minder dan de
taxatie gingen eenige stukken van Diaz, Fromcn- j
tin en Géricaulf; de Oedi/ie et ie S/ihin.c van Ingres, j
die indertijd 36,000 francs opbracht, ging nu voor
17,000; daarentegen bracht een Isahey, Uu
nt,nriac/e dans l'église de Delft, vroeger voor 26,000 ver
kocht, nu 75,000 op. De Meissoniers, van 17,000 tot
60,000 francs, waren voor liet meerendecl niet
grooter dan een visitekaartje; het lii'cit du siègc
de Serg op Zoom, precies zoo groot als een
rijksdaalder, werd met 20.000 francs betaald.
Meissonier maakte het indertijd voor een wedden
schap, a zooveel per uur, en rekende 300 francs
daarvoor Van de liousseau's bracht er een 58,500
francs op, van de Troyon's een 120,000 francs.
De opbrengst van den ganschen dag was drie en
een half millioeu francs voor 83 nummers.
% *
De tweede dag van de veiling Sccrétan was
even levendig als de eerste, men wees elkander
onder de aanwezige vreemdelingen deii hoer Bode,
directeur van het museum te Berlijn; de kunst
koopers uit Londen, New-Vork, Brussel en Amster
dam waren weer in volledig aantal. De
OudHoilandsche meesters maakten ditmaal de hooge
prijzen: Albert Cuyp 41.000 francs; Gerard Dou,
10,200; Van Dyck, portret van Lady Rich. 74,000;
Frans Hals, portret van Pieter van den Broeke,
110,500 francs, portretten van Scriverius en diens
vrouw ieder 44,500 francs, Pieter de Hooghe,
Hollandsen binnenhuisje, 276,000, Jan van
der Meer van Delft, dame en dienstbode 75,000
francs, en de minnebrief 62,000, Mctzu, Binnen
huis 64.000 enz. Voorts verscheidene Tenicrs, een
Ostade, een erburg, een Paiilus Potter, twee
Rembrandts,eenRuysdael, drie Thomas dcKeyzer's;
deze bereikten geen van allo meer dan 30.000
francs. Een Rubens ging voor 112,000, een Canale
63.000, een Reynolds 27,000. Deze dag bracht
bijna 2 millioen francs op.
Omtrent de koopers van L'Angelus vernam men
toen nog, dat de heer Proust tot een millioen
had kunnen gaan. Onder degenen die hem steun- i
den behoorde ook de rijke Maecenas Jacobsen i
van Kopenhagen, aan wiens museum van
Fransche kunst wij verleden jaar een artikel wijd
den, voorts twee Russen, de Oostenrijker
Muukacsy, en een Amerikaan; de overigen waren
Franschen. Na do veiling bood nog de vertegen
woordiger der American Association den heer
Proust 50,000 francs winst; het stuk zou dezen
dan, met de kosten en 30 pCt.invoerrechten, dio men
in Amerika van vreemde kunstwerken moet beta
len, op een millioen francs te staan gekomen zijn.
Verbonden Schakels, door Helene
Mercier. Haarlem II. D. Tjeenk
Willink.
Verbonden Schakels heeft de schrijfster dit haar
werk, de vrucht van. nauwgezette studio, van
jarenlang nadenken, genoemd en terecht. De
dicht ineengevoogde sciiakels vormen een hechte
koten een keten, die, wat conceptie en be
werking aangaat, van den diepen ernst, de hooge
opvatting getuigt, welke de auteur bij de vervul
ling harer taak hebben geleid.
Voor allen en het mogen er velen zijn
die sedert jaren den literarischen arbeid van
mej. Mercier op sociaal gebied hebben ge
volgd, is het overbodig dezen arbeid nader te
karakterisceren; voor hen vertegenwoordigt de ver
schijning van dezen bundel opstellen de vervulling
van een lang gekoesterden weusch : dien van de
vruchten harer studiën in veel ruimercn kring
verspreid te zien dan tot dusverre door middel
van maand- en weekbladen kon geschieden. Welke
vrouw toch, reeds vroeger door de auteur rond
geleid in de gcdachtenwerekl welko deze voor hare
geestelijk hongerende zusteren ontsloot, zal niet
wenschen dit boek in handen te zien van allen
die nog daar buiten vertoeven, die zelfs nog niet
uit haar eeuwenlange verdooving zijn wakker ge
schud of behoefte gevoelen het volle rijke
nienschenloven, dat zij als het ware met de on
bewustheid van ecu kind aanschouwen, zelven
mede te leven ?
Onvergelijkelijk schoon is de parabel die ons
als inleiding wordt geschonken eu ons reeds
dadelijk opbeurt tot die hoogere sfeer van ideeën,
waar de schrijfster ons ook verder lienemvijst.
Het is moeielijk zich de gewone nietsdoendc vrouw
uit de hoogere kringen onzer samenleving te den
ken, die, na een wijle in deze sfeer te hebben
geademd, weer tot haar ouden gcdachtenkring
kan terugkeeren, zich weer kan gaan voegen bij
die schare die" 0111 de eigen woorden
deischrijfster te bezigen in een wereld waarin zoo
ontzaglijk veel wordt gedacht, geleden en gestre
den, met rustig welbehagen knutselt aan de kleine
omgeving, waarvan zij zelve het middelpunt uit
maakt en wier engheid haar nooit beklemt.'' Eu
daarom, wijl het ons schier onmogelijk is ons iemand
voor te stellen, op wie de schoone, gekuischte, l
venwekkende taal, welke ons in Verbonden ticiiakels
tegenklinkt, zonder invloed zou kunnen blijven,
daarom zijn wij der rijkbegaafde vrouw, aan wie
wij dit werk verschuldigd zijn, ten hoogste dank
baar. Het zal naar wij stellig verwachten, eenmaal
de steun., het cade meeuw, wij zouden haast willen
zeggen, het evangelie worden van alle
Xederlandsche vrouwen eu meisjes, die eindelijk de
intellcctueele Jeegte, het besef van onvoldaanheid
in eigen binnenste gaan gevoelen, van alle moeders,
die, tot nadenken gekomen en op eigen leven
terugblikkend, hare dochters liet stijgen naar die
bergtoppen" der geestelijke beschaving, waarnaar
Verbonden Schakels een wegwijzer kan worden
genoemd, gemakkelijker willen maken.
Onmogelijk kan ik de verzoeking wederstaan
in verband hiermede den indruk te schetsen eener
gehuwde vrouw moeder van twee volwassen
zoons die, hoewel van nature zeer begaafd,
van hare jeugd af door do omstandigheden en
den geest des tijds binnen den engen cirkel van
van een gewoon vrouwcbestaan werd teruggedron
gen. Letterlijk geef ik de woorden weer waarmede
zij, nadat het bovenstaande reeds was geschreven,
mij het geleende exemplaar van Verbonden Scha
kels terugzend.
Ik lieb hot boek gelezen eu herlezen en vind
het zóó, dat het je op smartelijke wijze een leven
doet betreuren, dat reeds zooals het mijne den
herfsttijd is ingetreden en waarin zooveel een
gesloten boek is geweest. Xu ecbter is het voor
mij te laat geworden het te openen en te
bestudoeren. Wat zou het heerlijk zijn met zulk een
gids het leven to beginnen en wat moet het op
komend vrouwelijk geslacht dankbaar zijn aaii
zulke baanbreeksters."
Het is, zooals alle lezers van mr. Van Ilouten's
God, eigendom en familie" weten, niet liet eerste
doorwrochte werk van dien aard, dat te onzent
het licht ziet. Reeds jaren geleden heeft er in
Nederland een krachtige stem geklonken, die de
maatschappelijke plidtten der gehuwde en onge
huwde vrouw in deze eeuw der Mechanische
Uitvinding" helder en duidelijk uiteenzette on
menige sociale hervorming te haren behoeve tot
stand deed komen. Maar hier is het een vrouw
dio tot de vrouw spreekt, die, al do nooden en
behoeften, al de aarzelingen en twijfelingen on
sclmcliterhcden en aspiratiën van het echt vrouwe
lijk gemoed kennend, daarin nieuwe ongekende
snaren doet trillen, die wel is waar van rechten
gewaagt, doch ook en vóór alles aan hare ver
plichtingen herinnert en die in de eerste plaats
want dit vormt de groote blijvende waarde van.
het werk het eeuwig vrouwelijke in de vrouw
ten troon heft, het haar als haar schoonste
onvergankelijkste kroon om de slapen strengelt.
Het geheele boek is zoo zuiver gevoeld, zoo hoog
gedacht, dat o. i. zelfs de belichaamde bekrom
penheid een wijle aan zich zelve moet worden
ontrukt, en het geen enkele vrouw uit de be
schaafde kringen, hoe chronisch haar geestelijke
bijziendheid ook zij, koud eri onverschillig kan
laten.
En zij daarentegen wier naar kennis dorstende
ziel zich gretig aan deze frissche bron wil laven,
zal er een rijken gedachtenoogst uit putten, die
haar blik verruimt, haar met nieuwe geestkracht
toerust en den moed geeft zelve naar die hoogere
toppen de schreden te richten, waar de auteur
voor haar zoovele schatten heeft bijecngegaard.
Een eisch des tijds", een der opstellen welke
het eerst iu dezen bundel het licht zien, is hoofd
zakelijk geschreven voor do bemiddelde gehuwde
vrouw, voor haar, die, wanneer hare kinderen lang
zamerhand den volwassen leeftijd naderen, in de
volle kracht van het leven twintig dertig jaren.
lediggangs vóór zich heeft," die aangaande de
moest gewichtige eu ingrijpende vraagstukken,
het maatschappelijk on geestelijk leven betreffend,
een doffe onverschilligheid aan den dag legt, die
den broeden stroom van sociale rechtvaardigheid,
die ook te onzent zijne steeds wassende golven
voortstuwt, gevoelloos nastaart, als ware zij zelve
zij als vrouw vooral niet ten nauwste daar
mede betrokken.
Onkunde" zegt Fouülée, door de schrijfster in
haar opstel Philunthroyie aangehaald, onkunde
omtrent de gewichtigste dingen die het sociale
leven betreffen, is do ergste soort van onmondig
heid, en mag alleen in kinderen worden geduld"
en zij zelve laat hier terecht op volgen: Heeft
de vrouw zich op dit punt tot heden niet maar
al te zeer met do kinderen gelijk gesteld, en is het
niet gedeeltelijk daaraan te wijten, dat zij ziek
steeds als een kind zag ter zijde gezet, wanneer
er sociale belangen te overwegen en te behartigen
vielen "
Ton slotto vinden wij in de artikels: Stuurt
Milfs socialisme en Philanthropie even ais in de
meesterlijke ontleding van Aurora Loigli de
schrijfster van Arbeiderswoningen", de ijverige
medewerkster aau het Sociaal Weekblad terug op
een terrein, waarop zij sedert lang werkzaam is
en reeds menige schoone vrucht heeft
ingeoogst. Was inej. Mercier tot dusverre schier de
eerige vrouw in ons land wier litcrarischeu arbeid
op sociaal gebied wij met bewondering mochten
gadeslaan, thans zal wellicht hare bezielde ver
heffende taal ook anderen aanvuren haar voorbeeld
te volgen. Laten wij allen, wij Xederlandsche
vrouwen in de eerste plaats, eenmaal deze treffende
woorden uit de inleiding tot waarheid maken:
Zij stond ver af aan den oever der rivier. En.
zij klaagde: Waarom ga ik toch naar dat verre
land, dat door geen enkele is bereikt. O, ik ben
alleen! Ik ben dood, dood alleen!"
De Rede, een oud man, zeido tot haar: stil,
stil. Luister, wat hoort gij V"
Zij luisterde met macht en zij zcide-: Ik hoor
ecu gedruisch van voetstappen: duizend maal
duizend tienduizenden voetstappen, en zij komen
naar dezen kant'"
Hij zeide: Dat zijn de voetstappen van wie u
zullen volgen. Kom, ga vooraan; maak een spoor
iu den waterspicgel. Daar, waar gij thans staat,
zal de grond worden platgetreden duur tiendui
zend maal tienduizenden voeten."
Amst, 16 Juni. CoKNi':r.n<: HUYGENS.
V A UIA.
PLASTISCHE KCNST.
Friedrich Ocerbcck. Honderd jaar geleden, den
?Inen Juli 17Hi), aanschouwde te Lüheck, Fried
rich Overboek, als zoon van den dichter Chr.
Adolph Overbeck, liet levenslicht. Aan zijn naam
knoopt zich de herinnering aan de gru'jto omwen
teling, die de Duitsdie kunst in liet begi,i ('er
negentiende eeuw heelt ondergaan, vast. Wel is
waar waren reeds vóór Overbeck mannen opge
staan, die den weg eeni^zins gebaand hadden.
Winkehnann's werkzaamheid op het veld der
kunstgeschiedenis en vooral Asnius (,'arsten's po
gingen om op kunstgebied een hervorming tot
stand te brengen, wezen in deze den weg. Vooral
de laatste was het, die de kunst van de lieerschende
gemaaktheid wilde losmaken en haar, geheel in
den geest van Winkelmann, meer en meer
tot den antieken vorm wilde terugbrengen.
Toen Carsten's geestgenoot, Ebcrhard Wachter,
iu het jaar 1005 uit Rome te Vv'eenen ge
komen was, vond Carsten's zienswijze daar
spoedig ingang. In 1808 kwam Friednch Over
beck, die zich reeds vroeg aan do kunst had
gewijd, daar ook om de academie to bezoeken. Hij,
Olivier, Julius Schnorr en Pforr sympathiseer
den met die nieuwe richting, geheel in strijd met
die der academie, wat er dan ook toe leidde, dat
zij gedwongen waren, deze te verlaten. Zij gingen
naar Rome en sloten zich daar aan bij een
ruimeren kring van gcestgenooten, waartoe Cornolius,
Koch, later ook Schadovv, Veit en anderen behoor
den. Aan hun neiging tot het romantische verbond
zich de lust tot germanistische studiën en het
herboren nationale bewustzijn. De voorbeelden,
waaraan men zich hield, waren Giotto, Fiesole,
Ciniabue, Periigino, en de oudduitsche meesters,
en men streelde er naar het korrecte van den
omlduitsclien stijl te hoeden, maar daar bij het ver
hevene der gedachten, de vlucht der phantasic niet
te laten onderdrukken. Strengheid van compositie,
eenvoud van voorstelling, innig gevoel, eenvoud
en kuischheid van denkbeelden vormden het richt
snoer der nieuw-dnitsche romantiscli-religieuzo
schilders te Rome, die zich daar als Xazarener's,
als maestri della maniera secca moesten laten
bespotten. Overboek, Cornelius, Schadow on Veit
vormden do kern van deze nieuwe schilderschool.
Geheel in overeenstemming met hunne zienswijze
huurden de duitsch-roomsche kunstenaars een
verlaten klooster, richtten in de cellen daarvan
hun ateliers en in het refectorium een gemeen
schappelijke studiezaal in. Tot doze
kloosterbroe