Historisch Archief 1877-1940
629
DE AMSTERDAMMER
A°. 1889
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTUS VAN MAÜRIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
uitgever: Tj. VAN H O L K E M A, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 14 Juii.
Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. p. ? 1.27
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar ...» 0.10.
Ad verten tien van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20.
Reclames per regel , 0.401
I K H O V D:
De inneming der Bastille. FEUILLETON:
Litterarische Recepten, (Slot), door Willem Otto.
'UIT HET HAAGJE, door Z. KUNST EN
LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam. P. F.
Brunings, door Henri A. Lesturgeon.
Postzegelvervalschingen. Millet en zijn Angelus.
VARIA. MILITAIRE ZAKEN: Het
Nederlandsche repeteergeweer Vitali, I. SCHAAK
SPEL De "Gute Quelle", door Js. van Rennes.
De Bromtol. Voor Dames, door E-e.
ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES.
BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIEN.
DE INNEMING DER BASTILLE.
Sedert eene reeks van jaren wordt de 14de
Juli als verjaardag der Fransche Republiek ge
vierd; volksfeesten en illuminatie, vuurwerk, revues
en gratis tooneelvoorstellingen dienen om den dag
te herdenken, waarop het volk tot een nieuw
leven herboren werd en uit de puinhoopen van
het verledene een nieuwe tijd verrees. De 14de
Juli is de dag van de bestorming der Bastille.
Het valt niet te betwijfelen, of de wereldgeschie
denis zou haar bloedig vonnis wel voltrokken
hebben, ook als het versteende stuk Middeneeuwen,
dat als een somber anachronisme te midden van
het Parijs der encyclopedisten en philosofen
?verrees, ongeschonden was blijven staan. De Revo
lutie was reeds in vollen gang, toen de Bastille
genomen werd; de inneming was geen oorzaak,
maar een gevolg der Revolutie. Maar men wilde
een symbool, om de herinnering aan de Revolutie
samen te vatten en de burcht aan den ingang
der voorstad Saint-Antoine was voor de
Parijzenaars van 1789 het zichtbaarste monument van
despotisme en wetteloosheid, van anarchie in da
regeeringskringen en schandelijke willekeur; de
dag dus waarop dit bolwerk genomen werd, was
zeer geschikt om als geboortedag der Revolutie
te gelden.
Vier eeuwen lang diende de Bastille met hare
acht torens den Franschen koningen tot onmis
baar regeeringsinstrument, tegelijk als vesting en
als kerker. Wie aan het hof onaangenaam of ver
dacht voorkwam, verdween, schuldig of onschuldig,
achter deze muren, dikwijls voor de rest van zijn
droevig bestaan. Uit de Mémoires van den hertog
van Richelieu of de brieven van Mad. de Staël
zou men bijna opmaken, dat de Bastille als een
soort van vroolijke gevangenis kon beschouwd
worden, waar de fils de familie der hoofdstad van
hun escapades gingen uitrusten en het vermoeide
lichaam tot nieuwe zonden sterken; men leze ech
ter de Histoire de la Bastille van Arnould,
Alboise en Maquet, en over denzelfden laatsten tijd
het Précis historique sur la Bastille van Dufey,
het werk La Bastille van Fougeret, de Mémoires
van Linguet, de geschiedenis van Dulaure, de
processen-verbaal van het comitépermanent, de
In ons volgend Nummer zal eene
historisch-letterkundige novelle worden
opgenomen van Prof. Dr. JAN TEN
BRINK, getiteld:
Jan Starter en zijn wijf'.
Feuilleton.
Litterarische Recepten
door WILLEM OTTO.
(Slot).
»Het doet mij pleizier te hooren, dat de
groote zaak van vroeger ook nog altijd de
groote zaak van heden is. En op welke
wijze tracht men aan dien eisch te voldoen?"
»Door het werk te baseeren op aanteeke
ningen, nrises longuement. Je begrijpt, dat
zulk werk niet gauw gaat. Daar gaat heel
wat tijd mee heen. Stel je eens voor, dat je
een roman wilt schrijven, die in de
acteurswereld speelt. Wat moet nu je eerste werk
zijn? Alles opschrijven en aan teekenen wat
je van die wereld te weten kan komen. Je
hebt een acteur gekend, je hebt het een of
ander met hem beleefd. Dan heb je al een
paar documenten. Maar daar laat je het niet
bij. Je gaat er op uit om er meer van te weten.
Je knoopt gesprekken aan met menscheii,
die er over mee kunnen spreken, en je ver
zamelt alles wat je te pas kan komen, eigen
aardige uitdrukkingen, voorvallen en por
tretten. Maar dat is nog niet genoeg. Dan
ga je over tot de geschreven documenten en
je leest alles, wat je grijpen en vangen kunt.
Je bezoekt alle plaatsen, waar je met
tooneelisten in aanraking kunt komen, je brengt
eenige dagen in een schouwburg en vele
avonden in een actrice-loge door. En als je
dan al die aanteekeningen bijeen hebt, dan
ontstaat de roman van zeil."
Bastille Dévoilée en vooral de rede van Dusaulx
in de Assemblee nationale, om een andere be
schouwing te vinden. Het gebeurde wel eens, dat
jonge edellieden er een tijd lang tot verbetering
in werden geborgen en het er niet slecht hadden;
zij waren de gevangenen des konings en werden
goed verzorgd, ieder ontving b.v. twee flesschen
wijn en een flesch champagne daags, de lieden
van stand genoten de vrijheden der Bastille".
Maar altoos bestond de kans dat men vergeten
werd. Hij achter wiens rug de ophaalbrug der
burcht rammelend werd opgetrokken, had met
het leven afgedaan en wellicht voor altijd; hij vernam
niets meer van de zijnen en de zijnen niets meer
van hem; of hij leefde of dood was, wist men buiten
niet te zeggen, en als hij werkelijk overleed of
gedood werd, ontving de familie zelfs geen bericht
ervan.
De Bastille werd onder Karel V opgericht; in
1369 legde de prévót de Paris, Hugues Aubriot,
den eersten steen, en een zonderling wreed toeval
wilde, dat juist deze zelfde Aubriot, de grond
legger, ook de eerste gevangene in de burcht werd.
Duizenden Jotgenooten volgden hem in den loop
der eeuwen. Wel waren er tal van gewone misdadi
gers onder en men moet vooral niet beweren, dat
enkel de oifers van tyrannie en willekeur achter
deze muren hebben gesmacht; vooral Lodewijk XIV
streefde er tal van jaren naar, zijn almacht met
nauwgezetheid te gebruiken, en alleen die lieden
naar den toren te zenden, die het naar recht
en rechtspraak verdiend hadden; maar de abso
lute macht voert tot misbruik: later kwam
ieder erin, die den zonnegod uit zijn humeur
gebracht had. Meestal zond men er hen tot nader
order" heen, en dan werden zij er vergeten. Een
schoolknaap, die een onschuldig distichon tegen
de Jezuïeten had vervaardigd, ging naar de Bastille
en bleef er een en dertig jaren. Onder Lodewijk
XV kwam het afschuwelijk geknoei met de lettres
de cachet op, de geheime bevelen tot arrestatie.
De koninklijke pennestreek, die iemand zonder
rechterlijk vonnis van de vrijheid beroofde, was
gemiddeld voor 25 louis d'or te krijgen, en men
heeft berekend, dat onder kardinaal Fleury onge
veer 80,000 lettres de cachet zijn uitgegeven. 'Nie
mand staat zoo hoog. dat hij voor de wraak van een
minister veilig is, niemand zoo laag, dat hij
niet den wrok van een klein ambtenaartje kan
waardig worden," luidt het in een petitie van 1770.
Het leven en de vrijheid der staatsburgers waren
dus handelsartikel geworden en werden aan den
meestbiedende verkocht. Het woord Bastille word
altoos met afschuw uitgesproken; ieder huiverde,
als hij de uitvoerders der koninklijke bevelen zag
voorbijgaan en de onverschrokkenste herhaalde
bevend hun ouden roep: Laissez passer la justice
du roiT'
Lodewijk XVI wist het een en ander van het
misbruik en deed zijn best het te keer te gaan.
Maar hij was zoo zwak en schuchter. De Bastille
deed, ook zonder 's Konings wil, dienst; ketenen
en folteringen waren afgeschaft, maar wie er in
was, werd nog vergeten zooals vroeger, en dage
lijks werd er nog de een of ander in gebracht.
In het jaar 1783 verschenen de Mémoires sur la
Ik trok een bedenkelijk gezicht. »Je wilt
mij dus doen gelooven, Tobias, dat, als een
maal de bouwstoffen bij elkander zijn ge
bracht, het gebouw als van zelf ontstaat. Ik
stel mij voor dat dan eigenlijk de groote taak
van den bouwmeester begint."
»Die opmerking heeft een schijn van grond,
maar je moet je van dat bouwen geen te
groot denkbeeld maken. Je hebt dan niets
anders te doen dan distribticr logiquement
les faits.
»Dat wil in goed Hollandsch zeggen: je
moet zorgen, dat de voor- en achtergevel, de
zijmuren, de vloeren, de balklagen, de ven
sters, de deuren, in n woord, alles, wat tot
het huis behoort, goed op zijn plaats komt.
Me dunkt, dat is geen kleiniglieid, en ik
vind, dat je daar wel wat luchtig over heen
loopt, Tobias!"
»Dat kan zijn. Maar de groote meester zegt,
en ik geef het je onvertaald, om moge
lijk misverstand te voorkomen: Et una
fois les documents comptttés, son roman,
comme je l'ai dit, s' tablira de lui-mèmc.
Het komt dus maar op het verzame
len van die dociunents aan. Dat is zoo
eenvoudig als bonjour. Heb je al veel docu
menten voor je nieuwen roman ?"
Ik keek hem onthutst aan. »ISfeen, ja,"
stotterde ik, «eigenlijk wel, maar ik heb er
niet veel bijzonders voor noodig. Ik wilde een
roman schrijven uit mijn eigen omgeving, uit
het gewoon burgerlijk leven, ik wilde daarin
schilderen, wat er al genoten en ook geleden
kan worden in een Jdein, vergeten hoekje,
op een bovenhuis van twee kamers en een
alcoof met een keuken. Heïis een klein
huishouden. De vrouw is een lief, zachtzin
nig, zorgzaam huismoedertje, die alles in het
werk stelt om met het niet al te ruim salaris
van haar man toe te komen. De dochter
helpt haar daarin door bij haar betrekking
als onderwijzeres nog les te geven. De man
is beambte bij een spoorwegmaatschappij. Hij
is braaf en vol ijver, maar ;'
Bastille van Linguet. De opsteller, een advokaat
en journalist te Parijs, was in 1781 gearresteerd
en in de Bastille opgesloten ; na twee jaren liet
men hem er weer uit. Nooit heeft hij een rech
ter gezien in dien tijd, nooit kunnen te weten
komen, waarom men hem in de gevangenis had
geworpen; hij had den een ot ander en place
mishaagd. Voor hem golden ook niet de bepalin
gen omtrent de vrijheden der Bastille" en het
goede régime; de kost was afschuwelijk, men had
aan licht en lucht gebrek. De gouverneur, de oude
de Launay, had veel geld voor zijn post betaald, en
moest dat er weer uitslaan, door de gevangenen, voor
wier verpleging de koning hem een flinke som gelds
gaf, zoo goedkoop mogelijk te voeden. Zelfs het stukje
grasperk, waar de gevangenen wat frissche lucht
mochten scheppen, verhuurde hij aan een hovenier.
Linguet's mémoires zijn geen pamphlet, zooals
destijds gezegd werd; alles wat hij schreef is later
bevestigd. In het begin had Linguet zijn goed
humeur behouden. Toen er een klein mannetje in
zijne cel trad, en zich aan hem voorstelde als de
barbier der inrichting, zeide Linguet lachend:
Ie barbier de la Bastille? vousdevriezbienlaraser."
Toen de mémoires verschenen, gaf hij dit zelfde
denkbeeld, anders uitgewerkt; op de kopergravure
als titelplaat ziet men Lodewijk XVI, die de
Bastille heeft doen sloopen en op de puinboopen
aan de bevrijde gevangenen de hand reikt. De
Bastille af te breken was een algemeene wensch
onder de Parijsche bevolking, lang vóór 1789;
toen het dan ook tusschen Parijs en Versailles tot
een vredebreuk gekomen was, was de strijdleus
spoedig gevonden: A la Bastille!" en de een of
andere nadenkende toeschouwer, die den woesten
stroom van verontwaardiging en geestdrift zag
voorbijstuiven, kon denken dat de dag der vergel
ding gekomen was, en zeggen: Laissez passer la
justice du peuple!"1
* *
Het was op 14 Juli 1789, op een Dinsdag.
's Zondags had de Regeering enorme affiches laten
aanplakken, om de Parijzenaars de par leroia&n
te manen, zich rustig te houden, on zooals ge
woonlijk, droeg dit niet weinig bij tot den toestand
van agitatie. Men was opgewonden en verontwaar
digd. Versailles had zijn woord gebroken, den
populairen minister Necker ontslagen, de stad
omgeven met een gordel van kanonnen en bajonet
ten. De Kroon meende, al wat zij in de laatste
maanden aan macht verloren had, in n
oogenblik te zullen terugnemen. De Assemblee nationale,
die te Versailles vergaderde, wist, dat zij iedere
minuut bedreigd was. Zij had hare bestorming
der Bastille reeds gehad. Op 23 Juni was de
Koning voor haar verschenen, om de besluiten
van den derden stand ongeldig te verklaren; hij
had den leden der Assemblee bevolen, uiteen te
gaan en voortaan weder naar standen te beraad
slagen. Met n lid van» den derden stand
stond op; het koninklijk woord had zijne almacht
verloren en bleef zonder echo in de muren der
vergaderzaal, 's Konings omgeving drong aan op
heftige maatregelen; wat men aan gewapende
macht kon bijeenbrengen, werd te Versailles samen
getrokken. Maar men kon zich op de soldaten
»Stop," zei Tobias, »dat is niet genoeg. Een
karig bezoldigd spoorwegbeambte is veel te
onbepaald aangeduid. Nu eerst begint je
werk. Je gaat kennis maken met alle spoor
wegbeambten, die je maar te pakken kunt
krijgen. Je laat ze praten over hunne betrek
king, je hoort ze uit en verzamelt op die wijze
een massa gegevens. Je maakt aanteekenin
gen over hun dienst, hunne vooruitzichten,
hun grieven en teleurstellingen; je stelt je op
de hoogte van hunne voorschriften, hunne
gratificaties en hun boetestelsel. Je noteert
de gevallen van bijzondere protectie en van
ongemotiveerde achteruitzetting, enz. enz. Dan
beschrijf je het stationsgebouw, waar jou karig
bezoldigd beambte zijn werk doet. Je laat
het zien, bij dag, bij nacht, bij zonneschijn,
bij een mistigen November-avond, als er een
ongeluk gebeurd is, als er een pleiziertrein
aankomt of vertrekt, als de koning komt. Je
verzamelt de namen van de locomotieven,
een alleraardigste studie, en je noteert het
aantal treinen. Dan tracht je in het bezit
te komen van statistieken, je geeft een over
zicht van de percenten, die aan de aandeel
houders zijn uitbetaald. Je laat in den loop
van den roman het station eens opschilderen
of vergrpoten of verzakken. Het is een
prachtig idee van je om dien man juist spoor
wegbeambte te laten wezen."
»0ch, het komt er zoo weinig op aan, wat
de man doet. Ik had alleen een man noodig,
die hard moet werken en het niet te breed
heeft en omdat ik dat \ycl eens van die be
ambten heb gehoord, viel mijn keus op die
betrekking, maar als ik nu eerst nog al die
documenten moet verzamelen en dat station
op vier, vijf, zes verschillende wijzen moet
uitsehilderen, dan laat ik hem maar liever op
een handelskantoor gaan, waar hij hard moet
werken en niet veel verdient."
»Dat helpt je niet, mijn goede man. Je
documenten moetje hebben, en wat ik je van
bet station heb gezegd, geldt even goed van
het handelskantoor. Maai', je moet niet kwalijk
ook niet meer verlaten. Volk noch leger was meer
betrouwbaar. De gardes frangaises hadden zich
reeds bij de menigte gevoegd; het Franscha
koningshuis moest op de vreemden steunen-,
de regimenten die men te hulp riep, heetten
Royal-Pologne, Royal-Allemand, Salis-Samaden,
Esterhazy, Helmstadt, Diesbach. In den nacht
van 14 op 15 Juli zou de coup d'état, waarvan men
alles verwachtte, worden uitgevoerd, de Assemblee
nationale worden opgeheven, het gansche ancien
régime hersteld. Men wist te Parijs wel geen
bijzonderheden omtrent het plan, maar er was
iets in de lucht, men wantrouwde het hof. Er
wordt beweerd, dat de hertog van Orleans er onder
gestookt heeft en geld heeft laten uitdeelen. Het
is mogelijk, maar gelijk Thiers zegt, met een
handvol goud brengt men geen volk van 25
millioen zielen in opstand. Het gistte immers niet
enkel in Parijs, maar door het gansche land. Op
den vreeselyk dorren zomer van 1788 was de zeer
strenge winter van 1789 gevolgd, er was algemeen
hongersnood. Men at haverbrood, geweekte zeme
len, gekookt gras. De ellende was onbeschrijfelijk;
de honger was een der voornaamste
beweegkrachten bij den opstand. Alleen men had geen wapenen.
Op 13 Juli nu plunderde men den garde- meuble,
de koninklijke rommelkamer, haalde er de met
zilver beslagen kanonnen uit, geschenken van den
koning van Siam, de oude wapenrustingen, hel
men, lansen, musketten. al het oud-modiscb,
half onbruikbaar wapentuig, dat er sedert
ononheugelijke tijden opgestapeld lag. Toen nu het
bericht kwam, dat de populaire minister Necker
ontslagen was, liep de beker over. Mcu wist dat
de stad door troepen omsingeld was, maar men
wist ook dat het uur was gekomen van den strijd
op dood en leven.
Camille Dcsmoulins", schrijft Theod, Barrau,
klimt op een koffiehuistafeltjo in het Palais-Royal,
met de eene hand zwaait hij zijn pistool, me* de
andere rukt hij een blad van een boom en plaatst
het als cocarde aan zijn hoed. Iedereen volgt zijn
voorbeeld; in een oogenblik zijn al de boomen
bladcrloos, en iedereen, deze geïmproviseerde co
carde aannemend, verklaart zich als het ware tot
soldaat der Revolutie. Men besluit dat er ten tee
ken van rouw dien dag noch tooneelvoorstellingen,
noch balletten, noch vermakelijkheden van
eenigen aard zullen zijn. Jonge lieden gaan haastig
het bericht naar alle wijken der stad brengen,
en daarmede het signaal tot den opstand; zij ver
spreiden tegel u k daarmede de berichten die op
het Palais-Koyal in omloop waren; dat Foulon
(Necker's opvolger), de Broglie en de Breteuil,
aangespoord door de Koningin en den graaf d'Artois,
een eind wilden maken aan de financieele
moeielijkheden door het staatsbankroet te decreteeren,
aan den tegenstand der Assemblee Nationale, door
haar uiteen te jagen, aan de woeligheid der Parij
zenaars, door hen te laten mitrailleeren. Een
groep, uit het Palais-Royal komend, gaat in een
wassenbecldenspcl de bustes van Necker en den
hertog van Orleans halen, bedekt ze met rouw
floers en draagt ze onder luid wraakgeschreeuw
door de straten. Weldra was de stoet vijfduizend
meiischon sterk".
nemen, dat ik het zoo zeg, je bent te lui, je
ziet tegen een beetje werk op. Een roman
schrijver moet een nijvere bij zijn, die alle
dagen uitvliegt om documenten te verzamelen.
Eerst de documenten, en dan, Ie roman s"éta
blira de lui-m-fme. Maar ik zal je niet in den
brand laten. Ik wil je helpen. Ik weet iemand,
die, de voordeelen kennende van de verdeeling
van den arbeid, het werk heeft verricht, waar
een ander tegen opziet. Hij is de schepper
van een nieuwe litteraire industrie om het
zoo eens te noemen. Hij is ruim gesorteerd
en niet duur. Zijn magazijn is rijk aan docu
menten van allerlei aard. Ik wil je graag met
hem in kennis brengen. Ga je mee ?"
Ik was dadelijk bereid.
Een half uur later stond ik in het zonder
linge magazijn tegenover den verzamelaar,
die mij met het kalotje in de hand welkom
heette.
»Ik mag mij beroemen," zei hij, »datikhier
in deze eenvoudige achterkamer de stof bij
een heb gebracht voor minstens een paar
honderd romans. Allemaal documenten, mijn
heer!" hierbij wees hij op een stapel groote
dozen, die van nette tiquetten waren voor
zien, nle vruchten van jarenlangen arbeid.
Het is waar, ik heb nog weinig clientèle.
want de zaak is nog nieuw, maar als de nieu
we wijze van werken meer en meer navolgers
vindt en daaraan twijfel ik niet, dan
kan deze zelfde eenvoudige achterkamer esii
goudmijn voor mij worden. Ik zul u maar
eens eerst de goedkoopste soorten laten zien,
dat wil zeggen, ik zal de tiquetten
voorlaI zen: Geheimzinnige moorden, Verdwijningen,
Verloren kinderen, Zelfmoorden, Verborgen
| schatten, Terechtstellingen, Schipbreuken,
Branden, Valsche wissels, Zonderlinge testa
menten, .Spoorweg-ongelukken ...."
Ik strekte mijn hand uit naar de doos,
waarin de spoorwegongelukkea lagen, doch
Tobias greep mij bij mijn mouw en trok mij
in een hoekje van de kamer.
»Dat is alles zeer ordinaire kwaliteit. Als