De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 14 juli pagina 6

14 juli 1889 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.629 gens vroeg gaan rader en moeder al uit om te werken en komen niet voor 's avonds laat thuis «a de andere kinderen willen niet met mij spelen, omdat ik zoo langzaam loop." En toen beloofde de graaf, dat hij wat voor mij zou meebrengen om mee te spelen, en een poosje daarna kwam hij terug met den tol en we hebben hem samen laten tollen, de graaf en ik; na dien tijd heb ik nooit weer gehuild." Sint Petrus gaf geen antwoord maar begroef zijn hoofd in het grootboek onder het mompe len van : »Ik weet dat hij een beetje suffig wordt in zij n werk, onze oude boekhouder Gabriël maar toch, we hebben ons altijd op zijn accuratesse kunnen verlaten ja! dat begreep ik ook wel! 'k was er zeker van!" riep hij verheugd: »Hier staat liet op de allerlaatste credit zijde." »Heeft een gebrekkig kind, 't zoontje van een armen daglooner, een tol gegeven een bromfcol zooals hij gewoonlijk genoemd wordt en met bizonder geduld en vriendelijkheid den jongen gewezen, hoe hij hem moest opwinden en aftrek ken." Met bijna jeugdige haast greep de heilige Petrus zijn rood potlood en haalde een dikke streep door de geheele lange lijst van schulden en tekort komingen, en in het volgende oogenblik betrad de graaf aan de hand van den knaap het he melrijk. VOOR DAMES. Prinses Pignatelli. De stijl van 1889. Ibsen's Nora. De band der trouw. Versch vleesch beivaten. Een vromvenparadys. Te Berlijn wordt een klein boekje in rose omslag, met het portret een er knappe, donkere ?vrouw, verkocht, dat de waarachtige en onversierde geschiedenis van prinses Pignatelli bevat. Men herinnert zich, dat de dame te Parijs in een cafe-chantant optrad, later te Londen barmaid was en ook te Weenen van zich deed spreken; zy zegt thans in de voorrede: Laat de vrouwen die mijne bekentenissen lezen, wel nadenken eer zij den steen opnemen om hem naar de ongelukkige te werpen. Wij zijn alle het voortbrengsel van omstandigheden en opvoeding. Er is veel tegen mij gezondigd, maar ik heb mij alleen gewroken op degenen, die mijn leven ver giftigd hebben." Maria Gaëtana, prinses Pignatelli, dochter van de hertogin van Reggina, zuster van de schoone gravin Potocka, is vijf-en-dertig jaar oud. Zij is nu te Berlijn als concertzangeres opgetreden, maar begon hare tooneelcarriöre weinige jaren geleden in het Scala-Theater te Parijs, waar haar optreden buitengewoon sensatie maakte. De direc teur wist zyn vorstelijke aanwinst wel te doen mousseeren; er werd een kleed op den vloer ge spreid als zij zou optreden, lakeien kwamen aan weerszijden staan, enz. Gesis en gejuich begroet ten haar dan ook om het hardst, en menigeen fluisterde, hetgeen prinses Pignatelli nu schrijft, dat haar zwager, graaf Potocki, aan de kleine Parijsche pers 50.000 francs had beloofd, wanneer men haar een fiasco wist te bereiden. Maar sedert de dagen der Scala is Maria Gaëtana die per gezonken; zij heeft als buffetjuffrouw in de Folies-Bergere bocks geschonken, zij heeft te Weenen in het Maison Eouge gediend, heeft zelfs beproefd dierentemster te worden, en is nu weer bezig hare niet onaardige stem te exploiteeren. Het eerste gedeelte van het boekje bevat het leven van de moeder der prinses, die door haar tweede huwelijk de vrouw werd van den hertog van Reggina, destijds ambassadeur van het konink rijk der beide Siciliën aan het hof van Czar Alexander II. De hertogin was een der mooiste vrouwen aan het Russische hof. Alle mannen ondergingen hare betoovering, behalve graaf Gortschakoff, die een bepaalde antipathie scheen te hebben tegen de schoone intrigante, want hij vermeed haar zooveel mogelijk, en weerde zelfs iedere poging van den hertog en de hertogin om hem te ontmoeten, at". Toch sloot de galante prins zich bij den stoet aanbidders aan, tot het volgende gebeurde: Czar Alexander was altoos zeer vriendelijk jegens ons en zond ons zelfs dikwijls kostbare geschenken. Mijne moeder ontving met andere diamanten een bracelet van onschatbare waarde Vf.n hem. Ik zie haar nog, zooals zij daar stond op den dag toen zij dien van hem ontvangen had, het etui met den bracelet in haar fraaie handen houdend en de glans van haar oogen wedijverend met dien van de fonkelende steenen. Toen werd prins Gortschakoff aangekondigd en trad tegelijk binnen. Ik kon niet begrijpen, waarom mijne moe der plotseling het etui op tafel zette, alsof het haar geen belang meer inboezemde. Maar de prins had het reeds opgemerkt; hij opende het, bekeek een oogenblik den bracelet, en zeide ruw: Alleen de Czar kan zulke geschenken geven; de waarde van deze steenen is gelijk aan die van een geheel gouvernement." Dit zeggende, vestigde hij zijne uitvorschende oogen op mijne moeder; toen boog hij en ging heen, zonder een woord meer te zeggen." 'in 1860 verhuisde zij op speciaal verzoek van den Paus naar Rome, na den dood van den her tog van Reggina vertrokken zij naar Parijs. De jonge prinses was toen twaalf jaar oud, maar leek veel ouder; zij en haar oudere zuster waren zeer intiem met de tweelingzonen van den hertog Potocki; hare zuster is met den een getrouwd. In 1870 werden prinses Pignatelli en hare moeder opgeschrikt door den kreet: De Pruisen komen," zij wilden vertrekken. Mijn moeder stond destijds in teedere betrek king tot een attachévan de Russische legatie, North genaamd. Het was een knap man; hij be weerde van George III van Engeland af te stam men. De bekoorlijkheden der weduwe hadden hem geheel in beslag genomen, en hij beefde haar te zullen verliezen, toen zijne regeering hem, midden in den oorlog, plotseling naar Londen verplaatste, Maar mijn moeder stelde hem gerust. Wij gaan met u mee," zeide zij, en daar mijn aanstaande zwager, graaf Potocki, ook mee zou gaan, besloten wij op 9 September 1870 Parijs te verlaten. Maar dit was niet gemakkelijk. Alle spoorwegverbindin gen met de belegerde stad waren afgesneden; een rijtuig was niet te krijgen en dan hadden wij ook gevaar geloopen in de handen der Prui sen te vallen. Er bleef ons dus maar n middel over, per ballon te reizen. North wist eenige militaire vrienden te overreden ons in hun schuitje mee te nemen, en 's morgens oni vijf uur, 9 September, terwijl do kanonnen beneden ons bulderden, stegen wij op. Wij kwamen behouden te land in een dorpje bij Tours, en bereikten zonder moeite Calais, vanwaar wij naar Dover overstaken. In Londen trouwde mijne zuster met graaf Potocki; hun huwelijk is zeer ongeluk kig, en pas een uur na het huwelijk werd mijn zwager zoo woest driftig, dat men alle moeite had hem te beletten, mijne zuster te mishandelen." Na eenige jaren vol avonturen van allerlei aard, vinden wij prinses Pignatelli weer als een deivoornaamste aantrekkelijkheden van het huis harer zuster; Potocki had intusschen vijf millioen francs van zijn vader geërfd. De prinses schrijft: Toen trok voor het eerst mijn uiterlijk de publieke aandacht. De bladen gaven zulke fraaie schilderingen van mij, dat ik spoedig de mooie prinses Pignatelli" was. En misschien waren die schilderingen niet overdreven. Ik was jong, frisch, levendig; met mijn donker golvend haar, roode lippen, fonkelende oogen en jeugdig gelaat was ik het type van een jonge Italiaansche." Onder de bewonderaars die haar al spoedig om gaven, viel de keus der familie op graat' L. Piper, een rijk Zweedsch edelman. Het meisje had zeer tegen het huwelijk; juist toen zij hem trouwde, was zij hartstochtelijk verliefd op een jong officier, die haar hart gestolen had door oen arme vrouw tegen een dollen hond te verdedigen. Vandaar tot op het ambt van buffetjuffrouw te Weenen is het een lange reeks van ongelukken, misstappen en onvoorzichtigbeden. De volgende herinnering in het Maison Rouge" te Weenen is zeer inte ressant: Er kwam daar veel een jonge man, meestal heel laat, nadat de andere gasten vertrokken waren. Hij droeg een korten blonden baard, zijn zijdeachtig haar was op militaire wijze gescheiden, zijn gelaat was zeer verstandig en zeer vriendelijk. Gewoonlijk was hij stil, dronk zijn glas wijn en zuchtte soms. Langzamerhand maakten wij ken nis. Ik vertelde hem mijne levensgeschiedeiüs, en hij beproefde mij getroost te doen zijn over mijne brouille met mijne familie. Eerst 's avonds verge zelde hij mij een eindweegs naar huis. Wij wan delden langs den Donau, toen hij plotseling stilstond, en naar de kalme rivier wijzend, zeide: Zie, prinses, een sprong daarin, en alle verdriet is uit; maar dat mag ik zelf niet doen; ik heb plichten, zware plichten, en moet ze vervullen.... Sterven, sterven en rusten, om een eind te maken aan een verloren leven, geloof mij, prinses, dat is het beste. Een onbeschrijfelijke rusteloosheid zweept mij voort; ik streef naar iets onbereikbaar^ en onbestemds, het is mij als wilde ik den rollenden aardbol grijpen. Ik ben vol jaloezie, ellendige jaloezie. Ik ben jaloersch op den bedelaar die aalmoezen vraagt, omdat hij vrij is; ik ben jaloersch op u, prinses, omdat gij conventioneele banden hebt durven breken, die ons handen en voeten binden. Ik heb u opgezocht om te vernemen of gij ook berouw gevoelt, of' gij terug verlangt naar de maat schappelijke slavernij, maar dat doet gij niet. Uwe onverschilligheid is goddelijk; want geloof vrij, niet de sterken of de machtigen, maar do ouverschilligen genieten het leven. Daarom is de dood, do volmaakte onverschilligheid, de grootste zegening." De nachtelijke wandelaar was Kroonprins lUidolf. Prinses Pignatelli heeft slechts tweo zusters, de oudste is de schoone gravin Potocka, wier toiletten telkens door den Gaulois en den Figaro beschreven worden; de jongere leeft in een kloos ter in Engeland, waar zij les geeft aan arme kinderen. * * * Hetgeen bij de afdeeling meubelen op de Parij sche Tentoonstelling iedereen treft, is dat alles, in dien of dien stijl" is. Een heerlijke eetkamer Louis XV, een bed naar Watteau, keurige meubeltjes in '/ernis-Martin, daarnaast een bureau Louis XIV fiainOoyaiu, oen prachtig juweulkisrje rocaille, kabinetten Renaissance van zwart gekleurd perenhout, buffetten Henri IL, schooraieonen met caryatiden, secrétaires van marqueterie... alles uit muntend werk, in onberispelijkon stijl, waarin de werkman, met het geduld dat men] er tweo eeuwen geleden voor over had. zich ook geheel den stijl van voor twee eeuwen heeft weten eigen te maken.... Maar waar is nu de stijl 188!) 'i Als Parijs op dit oogenblik onder de lava verdween on na '2500 jaar werd opgedolven, waaraan zou men, behalve aan den Eift'eltoren, het tijdvak bekennen V Zou men dan gelooven dat de mensehen die op stoelen Louis XIV zateu, aan tafels Henri II aten en voor buffetten uit de school van Fontainebleau dansten, zelf niets konden verzinnen, dat deze 24 f (j X c8f 25 e8 X f(J 26' e4 X g*J f7 f<! f 8 t(> opgegeven. ») Het is duidelijk dat 18<i.; zet . . . , z". X M IMo cöX t(i ? d'J ~ ll(' dl' 1'1U'HJ rtil" uit isu) Zwart dio ivn sliik iu<>or hooit w;iii(,'t lx-t <-m i»a;ird to oiï'ercu om uit zijuo gedrukte stelling l'- Uimu-n. IHHweinig liem dat gelukt bewijst d<_- meestf-i-lijkt.- vuurt/A-ttim' vuil wit. r) Op 2<)stfi . ... i-l X tüvolgt 21 c-5 X .-<> t i'l ..... 87 X * u Achter có a* OPLOSSINGEN. Probleem No. 4 van den heer Frauzdella Forrcre. l dl d4f cfj X df '? 2 ef> X c'l onverschillig. 3 g3 geeft mat. Eindstclling eener blindgespcclde partij van Paul Morphij : l el 08 f8 X Ol^! 2 c3 X f' e8 c7! 3 f'G X g?t e7 X g? 4 f5 föen zwart kan spelen zoo goed hij wil maar verliest de partij. Eindspel N. N. en Jonkh. D. v. Foreest : l .... d« dl 2 fl X dl S4 f-t 3 hl h2 c7 X f 'M4 g2 - g3 f -l X g-'i mat. droeve eeuw geen eigen stoelen of kasten bezat? Dit verschijnsel is vooreerst zonderling, en ten tweede verontrustend voor de Franscue industrie. Zonderling, omdat de negentiende oeinv wel een eigen litteratuur, eeu eigen schilderkunst, een eigen tooneel en muziek, een eigen kleeding heeft. Men draagt slechts bij uitzondering hozen, wam buizen, rhingraves, Mediciskragen, enz. De stuk ken van Dumas gelijken niet op die van Molière en hebben toch ook hun waarde, Wagner is niet Lulu en niet Auber. Waarom ziet inen dan negentiende-eeuwsche kachelpijpen en stalen pennen te midden van het bekoorlijk ameublement van Mad. de Pompadour of' Diane de Poitiers ? Waar om is er geen mobilier Carnot'?" Dit is zon derling. Maar verontrustend voor Frankrijk en voor het vak in het algemeen is het ook, want in een stijl werken, dus naar iets" werken, kan ieder flink en nauwgezet werkman, ook die vau onartistieke natiën, een Schot, een Pomeraan, een Deen. Maar eeno modo vinden, een kunstwerk bedenken, een stijl voorschrijven, was sinds lang in het ameu blement aan eenige weinige volken overgelaten en wanneer dezen door hnnno vindingskracht in den steek gelaten worden, dau ziet men niet goed, vanwaar de gaping zal worden aangevuld. Er zijn wel eenige proeven van oorspronkelijk heid op do tentoonstelling aanwezig, maar nog niet zoo overweldigend, dat men er een nieuwen stijl in zien kan. Uit Nancy zijn eenige meubels ingezonden, die een persoonlijk karakter, een nieuw aesthetiseh streven vertooiien, zoowel in de keus der materialen als iu den vorm; er is eone fraaie jardinière van perenhout, die tot onderwerp van versiering do bmtenlandsche flora" heeft, een chiffonnier van drie of vier verschillende houtsoorten^ met camaïeu versierd, dat bij de natuur lijke kleuren van het hout past; eenige theetafels en andere voorweipen, die, zoo zij al niet eene schitterende openbaring zijn, toch de mogelijkheid eener belofte inhouden. * Ibsen's Nora, hoeft te Londen (als A dolTs house) eene uitstekende vertolkster gevonden in Miss Achurch. Men had aan het stuk geen week succes voorspeld, en het is, dank zij het talent der uitstekende actrice, drie weken op de aifiche in Novelty Theatre gebleven. Miss Achurch ver trekt nu naar Australië, wellicht zal zij later dezo rol, ofschoon zij deze zwaarder en inspan nender vindt dan zelfs dio van Ophelia, nog weder spelen. Ik vind de rol van Nora aantrekkelijker", zegt zij, dan tweöhonderd andere die ik gespcold heb. Na deze verkies ik Lady Macbeth. Nora is eene bewonderenswaardige conceptie; men kan in het weergeven ervan zijne heele ziel leggen. En wat denkt ge dat Nora uu verder zal doen ? Ja, Ibsen laat het iedereen over, daarom trent zijn meening te hebben. Mij dunkt, na een tijd komt zij terug, on beproeft weer met Helmer te leven. Maat dat mislukt. De man is te onmo gelijk, geheel onmogelijk. Zij deed er wel aan, hem te verlaten. Maar de kinderen'? Dat komt er bij. Ik zeg niet dat zij gelijk had, maar gij moet wel bedenken, dat zij gedeel telijk om de kinderen heenging. Zij gevoelde zich zoo geheel onwaardig, hunne opvoeding op zich te nomen, en zij liet zo in handen van eeno goede verzorgster. Maar vindt ge toch ook niet dat haar vertrek een dwaasheid was, het laatste 011 sterkste voorbeeld van al bet verkeerde waartoe haar poppenopvocding haar kon brengen? Zelfs op het oogenblik toen zij een flauw denkbeeld kreeg van een hoogur ideaal en naar eon edeler leven trachtte, trad de zwak heid van haar ongeleiden geest aan den dag, en haar waanzinnig verdwijnen op het laatst was een even natuurlijk gevolg van haar opvoeding, als haar valsche handteekening of welke andere daad van onwetendheid ook. Misschien hebt gij gelijk; in elk geval de moraal is eenvoudig genoog. Voor mannen is het stuk zeker al heel leerzaam. Het kan hun do gevolgen doen zien van het niet kennen der zedelijke _eu verstandelijke natuur der vrouw met welke zij zich verbonden hobben. Voor vrouwen, als ik naar de brieven die ik ontving, mag oordoelen, is het ook nuttig en ik geloof ook niet dat bet, zooals men gezegd heeft, zal aansporen tot echtscheiding en ondoordacht ontvlieden van het gezin. Maar wat het kan doen,, is do vrouw minder ondoordacht doen zijn in het trouwen, door to tooneu dat zich in het huwelijk begeven alleen in eene koorts vau hartstochtelijke gehechtheid, zonder eeuigo gelijkheid van smaak of gemeenschappelijke belang stelling in 's levens ernstig werk, aan de vrouw eon vrceselijk ontwaken voorbereidt. * * De Amerikaauschc dames moeten op haar arm banden passen, of althans weten waar dezo blij ven. De in Parijs en Londen reeds weer verlaten, mode van armbanden dragen door heeraij bloeit te New-York weder op. Do Amerikaansche dndes", dandies, dragen, behalve een soort van incroyableknuppel, ook armbanden, die met eenige kogels on een slot voorzien zijn, zoodat het signalement ongeveer aldus wordt: hoed, te klein;jas, te kort; pantalon, te wijd, en aan den enkel een paar maal omgeslagen, dit laatste echter alleen bij schoone straten; linnen met gekleurde strepen; groote knuppel of knods, krakend Engelsch dialect en last not least de elegante gouden armbanden, waarvan bij het wandelen de kegelvormige aanhangsels uit manchet en mouw te voorschijn ben gelen. De naam van dit sieraad is de band deitrouw". De armband moet namelijk niet gekocht, maar gegeven, geleend of anders gestolen zijn, het moet de armband van een meisje zijn, dien men haar heeft weten afhandig te maken, dan zelf om den arm gedaan en gesloten heeft; men geeft haar dan den sleutel terug, en zij moet den sleutel der trouw" aan haar collier bewaren. Ieder dtide" die gaarne voor een Don Juan, een ruasher" wil doorgaan, zorgt zulk een sieraad te bezitten. * * * De boeren in de Noordoostelijk departementen van Frankrijk hebben sedert onheugelijke tijden een eenvoudig middel om in den tijd der grootstewarmte versch vleesch te bewaren. In de dorpen toch die wat ver van de groote middelpunten verwijderd zijn, kan men maar eens in de week versch vleesch krijgen. De boerinnen leggen dan het vleesch dat zij wenschen te gebruiken in eene groote terrine met afgeroomde melk, en bezwaren het met goed schoongemaakte steenen, zoodat geen deeltje vau het vleesch met de lucht in aanraking komt. Men kan het zoo acht dagen goed hou den. Ook gestremde melk is daar goed voor Als men het vleesch gebruiken wil, wascht men het goed met water af en geoft de melk met wat zemelen of aardappelen aan de varkens of de lappen. De smaak van het vloosch wordt eer beter dan minder goed door de melk, -f * * Van een vrouwenparadijti" in Noord-Amerika wordt de volgende schildering gegeven: De snelle ontwikkeling der beschavingstoestan den in den westelijke territoriën dor Unie heeft daar ook een eigenaardige ontwikkeling van de maatschappelijke positie der vrouw ten gevolge gehad, gelijk men die in het Oosten nergens vindt. Dit is vooral het geval in Montan, waar vrouwen uit alle klassen der maatschappij uit het Oosten bijeengekomen zijn. Naast de lijn beschaafde dame uit de grooto steden van het Oosten treedt de farmersdochter op, in het ruwe achterland groot geworden. Vele heeft hot ongeluk naar het Westen doon trekken, andere hebhen uit wanhoop. het eenzaam loven op de prairie gekozen, andere heeft de zucht naar avonturen naar do wildernis gedreven; nog anderen hadden roden o:n den arm der justitie te ontvluchten, maar alle schikken zich spoedig in de nieuwe toestanden. Stoutmoe dig, met de trouwe buks in den arm, zwerven zij op haar paard rechts en links, en hare ver eelte handen getuigen dat zij niet gewoon zijrs aan ledigheid. Do bestaande wetten omtrent het bestaan van land maken het haar gemakkelijk, groud te verkrijgen, en zij allen declon hot bestuur over do landerijen met een ijver, eeno volharding, on eon succes, zoodat geen man xich daarover zou behoeven te schamen. Dit geoft haar zelfver trouwen en energie ; zij weten dat zij van niemand behoeven af te hangen ett niemand te vreezen» Alle vrouwen in JMoutana hebben het stemrecht. .Bijna iedere vrouw betaalt belasting en de meesteoefenen niet alleen het stemrecht uit, maar zijn ook gaarne caudidaten voor openbare ambten. To Bozeman blonken kort geleden op allo hoeken dor straten reusachtige aanplakbiljetten: Stemt voor Hamilton, de uitverkorene dos volks ! Gocft uwc stemmen aan Darcy! Stemt voor Nichols en hervormingen! -llamilton, Darcy en Nichols waren drio racdedingstcrs naar het ambt van districts-schoolupzienstor. Mrs. Hamilton was de gelukkige; de vierde candidaat, een man, kreeg bijna geen stemmen. Maar ook in andere opzkhteu is Montaua een vrouwen-paradijs, Er zijn geen ongetrouwde vrou wen, noch in do stad Sadu, noch te Maidcn, eu in deze stodon zijn geen andere jonggezellen. dan die welke geen vrouw hebben kunnen krijgen dio het offer van hun geld on hun hart heil t willen aannemen. E?e. Allerlei. Twee Weoncr professoren, in hun vak min of moor bekend, kwamen to Ischl on ontmoetten er Probleem No. 5. Wit of zwart geeft in 2 zetten niat of kan zelf mat in 5 zetten dwingen: f eG dGj d5 c5 2 e8 1)5 mat. nu zwart: l .... c.'i aöf 'i a5 b"> aöc 7 mat. Zelf' mat in 5 zotten: l 08 d7-'r '2 g-i e3f .?) f7 dG 4 dU b5f b5 a3f c3 X a-> nu zwart: l cvï_ a.">t 2 (13 d2f 3 aG c7f d d'J cl.'if 5 d;3 d4 f e2 X <-4 o Probleem No. G van den Heer M. Brown. l t'2 b(> eO f") 2 c4 ol onverschillig ,'3 zet mat. Probleem No 7 van don Heer A. Beehger te Aalst. l t'4 -- eG hK hl 2 aG d3| h7 hG 3 geeft toren op b.8 of looper mat. In dit probleem is het paard a7 te veel. i Probleem No, 8 dit probleem kan niet opgelost worden ofschoon de lieer Jcan Dufresne daarover aangeschreven beweerd, dat de opgaaf goed is maar dat hij do oplossing niet meer weet. Hoeren schaakliefhebbers beproeven dus nogmaals hunne krachten op dezo zonderlinge opgaaf'. Eindstclling eener partij gespoeld in het caf Panopticum alhier. Gevraagd werd welke zot gej spcold moest worden om do partij terstond te beslissen. Antwoord f(5 f4 Nu mag zwart spelen wat hij wil hij verliest altijd de partij. Deze zet werd door den hoer B. Mcyer onder het spelen j terstond aangegeven. j Eindstelling eonor partij tusschcn Blackburnc j wit en Winavrer zwart: l .... b8 blf j 2 cl X ]l1 tó k''t o onverschillig zwart geelt mat. Morphij zwart en Barnes wit: l .... b-t d3y 2 verliest do dame of' is mat. Roseuthal zwart en Loycl wit: l bC> d7f ? b« aS 2 a7 c t! t c7 aG 3 d7 bo' o.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl