Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.629
gens vroeg gaan rader en moeder al uit om te
werken en komen niet voor 's avonds laat thuis
«a de andere kinderen willen niet met mij spelen,
omdat ik zoo langzaam loop." En toen beloofde
de graaf, dat hij wat voor mij zou meebrengen
om mee te spelen, en een poosje daarna kwam
hij terug met den tol en we hebben hem samen
laten tollen, de graaf en ik; na dien tijd heb ik
nooit weer gehuild."
Sint Petrus gaf geen antwoord maar begroef
zijn hoofd in het grootboek onder het mompe
len van :
»Ik weet dat hij een beetje suffig wordt in zij n
werk, onze oude boekhouder Gabriël maar toch,
we hebben ons altijd op zijn accuratesse kunnen
verlaten ja! dat begreep ik ook wel! 'k was
er zeker van!" riep hij verheugd: »Hier staat liet
op de allerlaatste credit zijde."
»Heeft een gebrekkig kind, 't zoontje van een
armen daglooner, een tol gegeven een bromfcol
zooals hij gewoonlijk genoemd wordt en met
bizonder geduld en vriendelijkheid den jongen
gewezen, hoe hij hem moest opwinden en aftrek
ken."
Met bijna jeugdige haast greep de heilige Petrus
zijn rood potlood en haalde een dikke streep door
de geheele lange lijst van schulden en tekort
komingen, en in het volgende oogenblik betrad de
graaf aan de hand van den knaap het he
melrijk.
VOOR DAMES.
Prinses Pignatelli. De stijl van
1889. Ibsen's Nora. De band
der trouw. Versch vleesch
beivaten. Een vromvenparadys.
Te Berlijn wordt een klein boekje in rose
omslag, met het portret een er knappe, donkere
?vrouw, verkocht, dat de waarachtige en onversierde
geschiedenis van prinses Pignatelli bevat. Men
herinnert zich, dat de dame te Parijs in een
cafe-chantant optrad, later te Londen barmaid
was en ook te Weenen van zich deed spreken;
zy zegt thans in de voorrede:
Laat de vrouwen die mijne bekentenissen lezen,
wel nadenken eer zij den steen opnemen om hem
naar de ongelukkige te werpen. Wij zijn alle het
voortbrengsel van omstandigheden en opvoeding.
Er is veel tegen mij gezondigd, maar ik heb mij
alleen gewroken op degenen, die mijn leven ver
giftigd hebben."
Maria Gaëtana, prinses Pignatelli, dochter van
de hertogin van Reggina, zuster van de schoone
gravin Potocka, is vijf-en-dertig jaar oud. Zij
is nu te Berlijn als concertzangeres opgetreden,
maar begon hare tooneelcarriöre weinige jaren
geleden in het Scala-Theater te Parijs, waar haar
optreden buitengewoon sensatie maakte. De direc
teur wist zyn vorstelijke aanwinst wel te doen
mousseeren; er werd een kleed op den vloer ge
spreid als zij zou optreden, lakeien kwamen aan
weerszijden staan, enz. Gesis en gejuich begroet
ten haar dan ook om het hardst, en menigeen
fluisterde, hetgeen prinses Pignatelli nu schrijft,
dat haar zwager, graaf Potocki, aan de kleine
Parijsche pers 50.000 francs had beloofd, wanneer
men haar een fiasco wist te bereiden. Maar
sedert de dagen der Scala is Maria Gaëtana die
per gezonken; zij heeft als buffetjuffrouw in de
Folies-Bergere bocks geschonken, zij heeft te
Weenen in het Maison Eouge gediend, heeft zelfs
beproefd dierentemster te worden, en is nu weer
bezig hare niet onaardige stem te exploiteeren.
Het eerste gedeelte van het boekje bevat het
leven van de moeder der prinses, die door haar
tweede huwelijk de vrouw werd van den hertog
van Reggina, destijds ambassadeur van het konink
rijk der beide Siciliën aan het hof van Czar
Alexander II.
De hertogin was een der mooiste vrouwen aan
het Russische hof. Alle mannen ondergingen hare
betoovering, behalve graaf Gortschakoff, die een
bepaalde antipathie scheen te hebben tegen de
schoone intrigante, want hij vermeed haar zooveel
mogelijk, en weerde zelfs iedere poging van den
hertog en de hertogin om hem te ontmoeten, at".
Toch sloot de galante prins zich bij den stoet
aanbidders aan, tot het volgende gebeurde:
Czar Alexander was altoos zeer vriendelijk
jegens ons en zond ons zelfs dikwijls kostbare
geschenken. Mijne moeder ontving met andere
diamanten een bracelet van onschatbare waarde
Vf.n hem. Ik zie haar nog, zooals zij daar stond
op den dag toen zij dien van hem ontvangen had,
het etui met den bracelet in haar fraaie handen
houdend en de glans van haar oogen wedijverend
met dien van de fonkelende steenen. Toen werd
prins Gortschakoff aangekondigd en trad tegelijk
binnen. Ik kon niet begrijpen, waarom mijne moe
der plotseling het etui op tafel zette, alsof het
haar geen belang meer inboezemde. Maar de prins
had het reeds opgemerkt; hij opende het, bekeek
een oogenblik den bracelet, en zeide ruw: Alleen de
Czar kan zulke geschenken geven; de waarde van
deze steenen is gelijk aan die van een geheel
gouvernement." Dit zeggende, vestigde hij zijne
uitvorschende oogen op mijne moeder; toen boog
hij en ging heen, zonder een woord meer te zeggen."
'in 1860 verhuisde zij op speciaal verzoek van
den Paus naar Rome, na den dood van den her
tog van Reggina vertrokken zij naar Parijs. De
jonge prinses was toen twaalf jaar oud, maar leek
veel ouder; zij en haar oudere zuster waren zeer
intiem met de tweelingzonen van den hertog
Potocki; hare zuster is met den een getrouwd.
In 1870 werden prinses Pignatelli en hare moeder
opgeschrikt door den kreet: De Pruisen komen,"
zij wilden vertrekken.
Mijn moeder stond destijds in teedere betrek
king tot een attachévan de Russische legatie,
North genaamd. Het was een knap man; hij be
weerde van George III van Engeland af te stam
men. De bekoorlijkheden der weduwe hadden hem
geheel in beslag genomen, en hij beefde haar te
zullen verliezen, toen zijne regeering hem, midden
in den oorlog, plotseling naar Londen verplaatste,
Maar mijn moeder stelde hem gerust. Wij gaan
met u mee," zeide zij, en daar mijn aanstaande
zwager, graaf Potocki, ook mee zou gaan, besloten
wij op 9 September 1870 Parijs te verlaten. Maar
dit was niet gemakkelijk. Alle spoorwegverbindin
gen met de belegerde stad waren afgesneden; een
rijtuig was niet te krijgen en dan hadden wij
ook gevaar geloopen in de handen der Prui
sen te vallen. Er bleef ons dus maar n
middel over, per ballon te reizen. North wist
eenige militaire vrienden te overreden ons
in hun schuitje mee te nemen, en 's morgens
oni vijf uur, 9 September, terwijl do kanonnen
beneden ons bulderden, stegen wij op. Wij kwamen
behouden te land in een dorpje bij Tours, en
bereikten zonder moeite Calais, vanwaar wij naar
Dover overstaken. In Londen trouwde mijne zuster
met graaf Potocki; hun huwelijk is zeer ongeluk
kig, en pas een uur na het huwelijk werd mijn
zwager zoo woest driftig, dat men alle moeite had
hem te beletten, mijne zuster te mishandelen."
Na eenige jaren vol avonturen van allerlei aard,
vinden wij prinses Pignatelli weer als een
deivoornaamste aantrekkelijkheden van het huis harer
zuster; Potocki had intusschen vijf millioen francs
van zijn vader geërfd. De prinses schrijft:
Toen trok voor het eerst mijn uiterlijk de
publieke aandacht. De bladen gaven zulke fraaie
schilderingen van mij, dat ik spoedig de mooie
prinses Pignatelli" was. En misschien waren die
schilderingen niet overdreven. Ik was jong, frisch,
levendig; met mijn donker golvend haar, roode
lippen, fonkelende oogen en jeugdig gelaat was
ik het type van een jonge Italiaansche."
Onder de bewonderaars die haar al spoedig om
gaven, viel de keus der familie op graat' L.
Piper, een rijk Zweedsch edelman. Het meisje had
zeer tegen het huwelijk; juist toen zij hem trouwde,
was zij hartstochtelijk verliefd op een jong officier,
die haar hart gestolen had door oen arme vrouw
tegen een dollen hond te verdedigen. Vandaar
tot op het ambt van buffetjuffrouw te Weenen
is het een lange reeks van ongelukken, misstappen
en onvoorzichtigbeden. De volgende herinnering
in het Maison Rouge" te Weenen is zeer inte
ressant:
Er kwam daar veel een jonge man, meestal
heel laat, nadat de andere gasten vertrokken
waren. Hij droeg een korten blonden baard, zijn
zijdeachtig haar was op militaire wijze gescheiden,
zijn gelaat was zeer verstandig en zeer vriendelijk.
Gewoonlijk was hij stil, dronk zijn glas wijn en
zuchtte soms. Langzamerhand maakten wij ken
nis. Ik vertelde hem mijne levensgeschiedeiüs, en
hij beproefde mij getroost te doen zijn over mijne
brouille met mijne familie. Eerst 's avonds verge
zelde hij mij een eindweegs naar huis. Wij wan
delden langs den Donau, toen hij plotseling stilstond,
en naar de kalme rivier wijzend, zeide: Zie,
prinses, een sprong daarin, en alle verdriet is uit;
maar dat mag ik zelf niet doen; ik heb plichten,
zware plichten, en moet ze vervullen.... Sterven,
sterven en rusten, om een eind te maken aan een
verloren leven, geloof mij, prinses, dat is het beste.
Een onbeschrijfelijke rusteloosheid zweept mij voort;
ik streef naar iets onbereikbaar^ en onbestemds,
het is mij als wilde ik den rollenden aardbol
grijpen. Ik ben vol jaloezie, ellendige jaloezie.
Ik ben jaloersch op den bedelaar die aalmoezen
vraagt, omdat hij vrij is; ik ben jaloersch op u,
prinses, omdat gij conventioneele banden hebt
durven breken, die ons handen en voeten binden.
Ik heb u opgezocht om te vernemen of gij ook
berouw gevoelt, of' gij terug verlangt naar de maat
schappelijke slavernij, maar dat doet gij niet. Uwe
onverschilligheid is goddelijk; want geloof vrij,
niet de sterken of de machtigen, maar do
ouverschilligen genieten het leven. Daarom is de dood, do
volmaakte onverschilligheid, de grootste zegening."
De nachtelijke wandelaar was Kroonprins lUidolf.
Prinses Pignatelli heeft slechts tweo zusters,
de oudste is de schoone gravin Potocka, wier
toiletten telkens door den Gaulois en den Figaro
beschreven worden; de jongere leeft in een kloos
ter in Engeland, waar zij les geeft aan arme
kinderen.
*
* *
Hetgeen bij de afdeeling meubelen op de Parij
sche Tentoonstelling iedereen treft, is dat alles,
in dien of dien stijl" is. Een heerlijke eetkamer
Louis XV, een bed naar Watteau, keurige
meubeltjes in '/ernis-Martin, daarnaast een bureau
Louis XIV fiainOoyaiu, oen prachtig juweulkisrje
rocaille, kabinetten Renaissance van zwart gekleurd
perenhout, buffetten Henri IL, schooraieonen met
caryatiden, secrétaires van marqueterie... alles uit
muntend werk, in onberispelijkon stijl, waarin de
werkman, met het geduld dat men] er tweo
eeuwen geleden voor over had. zich ook geheel
den stijl van voor twee eeuwen heeft weten eigen
te maken....
Maar waar is nu de stijl 188!) 'i Als Parijs op
dit oogenblik onder de lava verdween on na '2500
jaar werd opgedolven, waaraan zou men, behalve
aan den Eift'eltoren, het tijdvak bekennen V Zou
men dan gelooven dat de mensehen die op stoelen
Louis XIV zateu, aan tafels Henri II aten en
voor buffetten uit de school van Fontainebleau
dansten, zelf niets konden verzinnen, dat deze
24 f (j X c8f
25 e8 X f(J
26' e4 X g*J
f7 f<!
f 8 t(>
opgegeven.
») Het is duidelijk dat 18<i.; zet . . . , z". X M IMo
cöX t(i ? d'J ~ ll(' dl' 1'1U'HJ rtil" uit
isu) Zwart dio ivn sliik iu<>or hooit w;iii(,'t lx-t <-m i»a;ird
to oiï'ercu om uit zijuo gedrukte stelling l'- Uimu-n.
IHHweinig liem dat gelukt bewijst d<_- meestf-i-lijkt.- vuurt/A-ttim'
vuil wit.
r) Op 2<)stfi . ... i-l X tüvolgt 21 c-5 X .-<> t i'l .....
87 X * u Achter có a*
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 4 van den heer Frauzdella Forrcre.
l dl d4f cfj X df '?
2 ef> X c'l onverschillig.
3 g3 geeft mat.
Eindstclling eener blindgespcclde partij van
Paul Morphij :
l el 08 f8 X Ol^!
2 c3 X f' e8 c7!
3 f'G X g?t e7 X g?
4 f5 föen zwart kan spelen zoo
goed hij wil maar verliest de partij.
Eindspel N. N. en Jonkh. D. v. Foreest :
l .... d« dl
2 fl X dl S4 f-t
3 hl h2 c7 X f
'M4 g2 - g3 f -l X g-'i mat.
droeve eeuw geen eigen stoelen of kasten bezat?
Dit verschijnsel is vooreerst zonderling, en ten
tweede verontrustend voor de Franscue industrie.
Zonderling, omdat de negentiende oeinv wel een
eigen litteratuur, eeu eigen schilderkunst, een
eigen tooneel en muziek, een eigen kleeding heeft.
Men draagt slechts bij uitzondering hozen, wam
buizen, rhingraves, Mediciskragen, enz. De stuk
ken van Dumas gelijken niet op die van Molière
en hebben toch ook hun waarde, Wagner is niet
Lulu en niet Auber. Waarom ziet inen dan
negentiende-eeuwsche kachelpijpen en stalen pennen
te midden van het bekoorlijk ameublement van
Mad. de Pompadour of' Diane de Poitiers ? Waar
om is er geen mobilier Carnot'?" Dit is zon
derling.
Maar verontrustend voor Frankrijk en voor het
vak in het algemeen is het ook, want in een stijl
werken, dus naar iets" werken, kan ieder flink
en nauwgezet werkman, ook die vau onartistieke
natiën, een Schot, een Pomeraan, een Deen. Maar
eeno modo vinden, een kunstwerk bedenken, een
stijl voorschrijven, was sinds lang in het ameu
blement aan eenige weinige volken overgelaten
en wanneer dezen door hnnno vindingskracht in
den steek gelaten worden, dau ziet men niet
goed, vanwaar de gaping zal worden aangevuld.
Er zijn wel eenige proeven van oorspronkelijk
heid op do tentoonstelling aanwezig, maar nog
niet zoo overweldigend, dat men er een nieuwen
stijl in zien kan. Uit Nancy zijn eenige meubels
ingezonden, die een persoonlijk karakter, een
nieuw aesthetiseh streven vertooiien, zoowel in de
keus der materialen als iu den vorm; er is eone
fraaie jardinière van perenhout, die tot onderwerp
van versiering do bmtenlandsche flora" heeft,
een chiffonnier van drie of vier verschillende
houtsoorten^ met camaïeu versierd, dat bij de natuur
lijke kleuren van het hout past; eenige theetafels
en andere voorweipen, die, zoo zij al niet eene
schitterende openbaring zijn, toch de mogelijkheid
eener belofte inhouden.
*
Ibsen's Nora, hoeft te Londen (als A dolTs
house) eene uitstekende vertolkster gevonden in
Miss Achurch. Men had aan het stuk geen week
succes voorspeld, en het is, dank zij het talent
der uitstekende actrice, drie weken op de aifiche
in Novelty Theatre gebleven. Miss Achurch ver
trekt nu naar Australië, wellicht zal zij later
dezo rol, ofschoon zij deze zwaarder en inspan
nender vindt dan zelfs dio van Ophelia, nog
weder spelen.
Ik vind de rol van Nora aantrekkelijker", zegt
zij, dan tweöhonderd andere die ik gespcold heb.
Na deze verkies ik Lady Macbeth. Nora is eene
bewonderenswaardige conceptie; men kan in het
weergeven ervan zijne heele ziel leggen.
En wat denkt ge dat Nora uu verder zal
doen ?
Ja, Ibsen laat het iedereen over, daarom
trent zijn meening te hebben. Mij dunkt, na een
tijd komt zij terug, on beproeft weer met Helmer
te leven. Maat dat mislukt. De man is te onmo
gelijk, geheel onmogelijk. Zij deed er wel aan,
hem te verlaten.
Maar de kinderen'?
Dat komt er bij. Ik zeg niet dat zij gelijk
had, maar gij moet wel bedenken, dat zij gedeel
telijk om de kinderen heenging. Zij gevoelde zich
zoo geheel onwaardig, hunne opvoeding op zich
te nomen, en zij liet zo in handen van eeno
goede verzorgster.
Maar vindt ge toch ook niet dat haar vertrek
een dwaasheid was, het laatste 011 sterkste voorbeeld
van al bet verkeerde waartoe haar poppenopvocding
haar kon brengen? Zelfs op het oogenblik toen zij
een flauw denkbeeld kreeg van een hoogur ideaal
en naar eon edeler leven trachtte, trad de zwak
heid van haar ongeleiden geest aan den dag, en
haar waanzinnig verdwijnen op het laatst was een
even natuurlijk gevolg van haar opvoeding, als
haar valsche handteekening of welke andere daad
van onwetendheid ook.
Misschien hebt gij gelijk; in elk geval de moraal
is eenvoudig genoog. Voor mannen is het stuk
zeker al heel leerzaam. Het kan hun do gevolgen
doen zien van het niet kennen der zedelijke _eu
verstandelijke natuur der vrouw met welke zij zich
verbonden hobben. Voor vrouwen, als ik naar de
brieven die ik ontving, mag oordoelen, is het ook
nuttig en ik geloof ook niet dat bet, zooals men
gezegd heeft, zal aansporen tot echtscheiding en
ondoordacht ontvlieden van het gezin. Maar wat
het kan doen,, is do vrouw minder ondoordacht
doen zijn in het trouwen, door to tooneu dat
zich in het huwelijk begeven alleen in eene koorts
vau hartstochtelijke gehechtheid, zonder eeuigo
gelijkheid van smaak of gemeenschappelijke belang
stelling in 's levens ernstig werk, aan de vrouw
eon vrceselijk ontwaken voorbereidt.
* *
De Amerikaauschc dames moeten op haar arm
banden passen, of althans weten waar dezo blij
ven. De in Parijs en Londen reeds weer verlaten,
mode van armbanden dragen door heeraij bloeit
te New-York weder op. Do Amerikaansche dndes",
dandies, dragen, behalve een soort van
incroyableknuppel, ook armbanden, die met eenige kogels
on een slot voorzien zijn, zoodat het signalement
ongeveer aldus wordt: hoed, te klein;jas, te kort;
pantalon, te wijd, en aan den enkel een paar
maal omgeslagen, dit laatste echter alleen bij
schoone straten; linnen met gekleurde strepen;
groote knuppel of knods, krakend Engelsch dialect
en last not least de elegante gouden armbanden,
waarvan bij het wandelen de kegelvormige
aanhangsels uit manchet en mouw te voorschijn ben
gelen. De naam van dit sieraad is de band
deitrouw". De armband moet namelijk niet gekocht,
maar gegeven, geleend of anders gestolen zijn,
het moet de armband van een meisje zijn,
dien men haar heeft weten afhandig te maken,
dan zelf om den arm gedaan en gesloten heeft;
men geeft haar dan den sleutel terug, en zij moet
den sleutel der trouw" aan haar collier bewaren.
Ieder dtide" die gaarne voor een Don Juan,
een ruasher" wil doorgaan, zorgt zulk een sieraad
te bezitten.
*
* *
De boeren in de Noordoostelijk departementen
van Frankrijk hebben sedert onheugelijke tijden
een eenvoudig middel om in den tijd der
grootstewarmte versch vleesch te bewaren. In de dorpen
toch die wat ver van de groote middelpunten
verwijderd zijn, kan men maar eens in de week
versch vleesch krijgen. De boerinnen leggen dan
het vleesch dat zij wenschen te gebruiken in eene
groote terrine met afgeroomde melk, en bezwaren
het met goed schoongemaakte steenen, zoodat geen
deeltje vau het vleesch met de lucht in aanraking
komt. Men kan het zoo acht dagen goed hou
den. Ook gestremde melk is daar goed voor
Als men het vleesch gebruiken wil, wascht men
het goed met water af en geoft de melk met wat
zemelen of aardappelen aan de varkens of de
lappen.
De smaak van het vloosch wordt eer beter dan
minder goed door de melk,
-f
* *
Van een vrouwenparadijti" in Noord-Amerika
wordt de volgende schildering gegeven:
De snelle ontwikkeling der beschavingstoestan
den in den westelijke territoriën dor Unie heeft
daar ook een eigenaardige ontwikkeling van de
maatschappelijke positie der vrouw ten gevolge
gehad, gelijk men die in het Oosten nergens vindt.
Dit is vooral het geval in Montan, waar vrouwen
uit alle klassen der maatschappij uit het Oosten
bijeengekomen zijn. Naast de lijn beschaafde dame
uit de grooto steden van het Oosten treedt
de farmersdochter op, in het ruwe achterland
groot geworden. Vele heeft hot ongeluk naar het
Westen doon trekken, andere hebhen uit wanhoop.
het eenzaam loven op de prairie gekozen, andere
heeft de zucht naar avonturen naar do wildernis
gedreven; nog anderen hadden roden o:n den arm
der justitie te ontvluchten, maar alle schikken
zich spoedig in de nieuwe toestanden. Stoutmoe
dig, met de trouwe buks in den arm, zwerven
zij op haar paard rechts en links, en hare ver
eelte handen getuigen dat zij niet gewoon zijrs
aan ledigheid. Do bestaande wetten omtrent het
bestaan van land maken het haar gemakkelijk,
groud te verkrijgen, en zij allen declon hot bestuur
over do landerijen met een ijver, eeno volharding,
on eon succes, zoodat geen man xich daarover
zou behoeven te schamen. Dit geoft haar zelfver
trouwen en energie ; zij weten dat zij van niemand
behoeven af te hangen ett niemand te vreezen»
Alle vrouwen in JMoutana hebben het stemrecht.
.Bijna iedere vrouw betaalt belasting en de
meesteoefenen niet alleen het stemrecht uit, maar zijn
ook gaarne caudidaten voor openbare ambten.
To Bozeman blonken kort geleden op allo hoeken
dor straten reusachtige aanplakbiljetten:
Stemt voor Hamilton, de uitverkorene dos
volks !
Gocft uwc stemmen aan Darcy!
Stemt voor Nichols en hervormingen!
-llamilton, Darcy en Nichols waren drio
racdedingstcrs naar het ambt van
districts-schoolupzienstor. Mrs. Hamilton was de gelukkige; de vierde
candidaat, een man, kreeg bijna geen stemmen.
Maar ook in andere opzkhteu is Montaua een
vrouwen-paradijs, Er zijn geen ongetrouwde vrou
wen, noch in do stad Sadu, noch te Maidcn, eu
in deze stodon zijn geen andere jonggezellen. dan
die welke geen vrouw hebben kunnen krijgen dio
het offer van hun geld on hun hart heil t willen
aannemen.
E?e.
Allerlei.
Twee Weoncr professoren, in hun vak min of
moor bekend, kwamen to Ischl on ontmoetten er
Probleem No. 5.
Wit of zwart geeft in 2 zetten niat of kan zelf
mat in 5 zetten dwingen:
f eG dGj d5 c5
2 e8 1)5 mat.
nu zwart:
l .... c.'i aöf
'i a5 b"> aöc 7 mat.
Zelf' mat in 5 zotten:
l 08 d7-'r '2 g-i e3f
.?) f7 dG 4 dU b5f
b5 a3f c3 X a->
nu zwart:
l cvï_ a.">t 2 (13 d2f
3 aG c7f d d'J cl.'if
5 d;3 d4 f e2 X <-4 o
Probleem No. G van den Heer M. Brown.
l t'2 b(> eO f")
2 c4 ol onverschillig
,'3 zet mat.
Probleem No 7 van don Heer A. Beehger te Aalst.
l t'4 -- eG hK hl
2 aG d3| h7 hG
3 geeft toren op b.8 of looper mat. In
dit probleem is het paard a7 te veel.
i Probleem No, 8 dit probleem kan niet opgelost
worden ofschoon de lieer Jcan Dufresne
daarover aangeschreven beweerd, dat de opgaaf goed
is maar dat hij do oplossing niet meer weet. Hoeren
schaakliefhebbers beproeven dus nogmaals hunne
krachten op dezo zonderlinge opgaaf'.
Eindstclling eener partij gespoeld in het caf
Panopticum alhier. Gevraagd werd welke zot
gej spcold moest worden om do partij terstond te
beslissen. Antwoord f(5 f4 Nu mag zwart spelen
wat hij wil hij verliest altijd de partij. Deze
zet werd door den hoer B. Mcyer onder het spelen
j terstond aangegeven.
j Eindstelling eonor partij tusschcn Blackburnc
j wit en Winavrer zwart:
l .... b8 blf
j 2 cl X ]l1 tó k''t
o onverschillig zwart geelt mat.
Morphij zwart en Barnes wit:
l .... b-t d3y
2 verliest do dame of' is mat.
Roseuthal zwart en Loycl wit:
l bC> d7f ? b« aS
2 a7 c t! t c7 aG
3 d7 bo' o.