Historisch Archief 1877-1940
N'. 630
DE AMSTERDAMMER
A'. 1889
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad N o. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN HO L K E M A, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 21 Juli.
Abonnement per 3 maanden ?1.125
frAfzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar .
Advertentiën van 1 5 regels f 1.10, elke regel meer .
p. p. ? 1 275
. . . o.io.
. . 0.20l
. . n 0.401
I N H O
H:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. _ FEUILLE
TON: Jan Starter en zijn wrjf, door Dr. Jan ten
Brink. I. Signalementen uit den Utrechtschen
Gemeenteraad, door Jan van 't Sticht KUNST
EN LETTEREN: Het topneel te Amsterdam.
Kobert Kamerling. Vier versregels van
Corneille. Georg Nordensvan, Voorspoed. Juliiis
Stinde, Mevr. Bnchholz in het Oosten. Ideeën
van Artiesten over Kunst. Aanteekeniugen,
Schilderkunst, door V. VARIA. MILITAIRE
ZAKEN : Het Nederlandsche repeteergeweer
Vitali. (Slot). SCHAAKSPEL. Vischstudiën,
door Js. van Rennes. Kinder-voeding, door F.
v. d. Goes. Voor Dames, door E-e AL
LERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES
KÜRSOVERZICHT. ADVERTENTIËN. '
Van verre en van nabjj.
Keizer Wilhelm van Duitschland heeft op
zijne reis langs de Noorweegsche kust de
Noordkaap bereikt, die hij zich als het Vttima
Ihule had_ voorgesteld, en van daar weder
de terugreis ondernomen. Nauwelijks terug
gekeerd, zal hij zich opnieuw op de
Bohenwlkrn inschepen, om het sedert langen tijd
voorgenomen bezoek te brengen aan zijne
grootmoeder, koningin Victoria van Engeland.
Daar de bejaarde vorstin zeer door
rneumatiek wordt geplaagd, zal het waarschijnlijk
de taak van den prins van Wales zijn, de
honneurs bij de groote revue ter zee waar te
nemen. In dit geval belooft de ontvangst
meer luisterrijk dan hartelijk te zijn. Doch
de prins is te nauwgezet in de vervulling van
de plichten, die hem zijne positie als
troonsopvolger formeel oplegt, om niet te zorgen,
dat de schijn wordt gered, en dat het groote
publiek van de minder goede verstandhouding
tusschen oom en neef niets merkt.
Na het bezoek aan Engeland zal keizer
Wilhelm te Berlijn zijn bondgenoot keizer
Franz Joseph ontvangen. Daarentegen schijnt
het bezoek door hem aan den.czar gebracht,
het eerste, dat hij na zijne troonsbestijging
aflegde, onbeantwoord te zullen blijven. Van
tijd tot tijd bevatten Duitsche bladen
apokryphe mededeelingen over den voor dit
tegenbezoek »vastgestelden" datum. Het doel
van die mededeelingen schijnt geen ander te
zijn, dan eene krasse tegenspraak uit te lok
ken, en daardoor eene tijdelijke daling der
Russische fondsen aan déBerlijnsche markt
te weeg te brengen. Intusschen is het niet te
ontkennen, dat het uitblijven van dit door
de eerste regelen der hoffelijkheid voorgeschre
ven tegenbezoek een duidelijk teeken is van
de tusschen Rusland en Duitschland bestaande
spanning.
Zoodra keizer Franz Joseph naar zijn land
zal zijn teruggekeerd, maakt keizer Wilhelm
Feuilleton.
D
Jan Starter en zijn wijf,
DOOR
Dr. JAN TEN BRINK.
L'hombre dl stopa, la moglia
di fuego."
(Spaansche wijsheid).
I.
MUZIEK EN ZANG.
December, 1618.
De straten van Leeuwarden zijn in
sneeuwwoestijnen veranderd. Een storm met
feilen Oostenwind en niet minder felle vorst
heerschte den geheelen morgen. Na den
noen bedaarde de storm, en daalden de
vlokken rustiger, kalmer uit de langzaam
ophelderende lucht. Deuren van woningen
werden geopend, stemmen klonken met zon
derlingen galm te midden der sneeuw, die
nog niet ophield te vallen. Enkele personen
waagden het zich een weg te banen, dicht
in mantel of huik gepakt, en huiverend, waar
pp een hoek der straat de ijzige wind hen
in het gelaat sneed. Groote hoopen sneeuw
stapelden zich tot bergen tegen muren en
deuren, terwijl soms met zacht gedruisch eene
kleine lawine zich langs de luifels over
het midden der straat uitstortte.
Haastig snelde een welgekleed burgerover
het marktplein, de Brol, naar een hoekhuis,
waar een uithangbord in den vorm van een
foliant uithing. De wind had het houten boek
ivit gepoeierd, zoodat thans niemand las wat
met gouden letters aan beide zijden geschil
derd was:
I n d'E ngelschen B ij bel.
Haastig, bijna struikelend door de gladde
treden, klom hij de trap onder de luifel
op, en strekte zijne hand naar den
klopzich voor nieuwe tochten gereed. Schertsend
heeft men de drie Hohenzollerns, die sedert
1871 over Duitschland regeeren als »den
greisen Kaiser", den »weisen Kaiser" en »den
Reise-Kaiser'' aangeduid. Men mag
intusschen aannemen, dat het nog iets anders is
dan reislust, waardoor de jongste der drie
tot zijne talrijke tochten wordt gedreven. Na
een kort verblijf in Italië, waar de keizer
te Monza de gast zal zijn van koning
Umberto, gaat de reis naar Athene, waar de
kroonprins met 's keizers zuster in het huwe
lijk treedt, en vandaar naar Constantinopel.
Men mag met reden onderstellen, dat het be
zoek aan den Sultan de bezegeling zal wezen
van Turkije's toetreding tot de triple-alliantie,
of althans van eene nauwere aansluiting tus
schen de Porte en de Regeering te Berlijn,
die te St. Petersburg met leede oogen zal
worden gezien.
Men weet, dat niets den beheerscher der
geloovigen moeielijker valt dan een besluit te
nemen, waardoor zijne weifelende houding
tegenover de concurreerende belangen der
Europeesche groote mogendheden een minder
raadselachtig karakter zou verkrijgen. Het
zou dus een groote' triomf voor de politiek
van den heer Von Bismarek zijn, wanneer
hij eene voldoende zekerheid kon verkrijgen,
dat de Sultan, indien het op het Balkanschier
eiland of aan de Poolsche grens tot vijande
lijkheden komt, niet de partij van Rusland
zal kiezen. Want men weet te St. Peters
burg door eigen bittere ervaring, dat Turkije
een niet te verachten tegenstander is. Gelukt
het den Keizer, den Sultan te overtuigen,
dat hij van Rusland alles t,e vreezen en niets
te hopen heeft, dan zal men aan de reis
naar Constantinopel eene groote beteekenis
niet kunnen ontzeggen. Die beteekenis wordt
nog voorhoogd door het onloochenbare feit,
dat in Servië, niettegenstaande de fraaie ver
zekeringen bij de kroning van den jeugdigen
koning Alexander, alles op losse schroeven
staat.
De akte van beschuldiging tegen den heer
Boulanger en de als diens medeplichtigen aan
gewezen personen, in dit geval de heeren de
Rochefort en Dillon, is aan het drietal
beteekend en in hoofdzaak door de bladen open
baar gemaakt. Het zou overdreven zijn hier
bij te denken aan den berg, die een muis
baarde, want het bedoelde stuk deelt eene
reeks van feiten mede, die Boulanger teekenen
als een gewetenloos avonturier. Maar de be
schuldiging maakt slechts een zwakken indruk
wanneer men bedenkt, dat de langdurige ar
beid van den heer Quesnay de Beaurepaire
moest dienen om aan te toonen, dat de ex-gene
raal zich heeft schuldig gemaakt aan een
aanslag op de veiligheid van den staat, en
per uit. Zonderling klonk weder de slag van
den klopper door deze in winterkleed gehulde
wereld. De bezoeker had niet lang te wach
ten. Eene oude vrouw deed de bovenste helft
der deur open.
»Sinjeur Vredeman?"
»lk zelf. Is vriend Starter klaar?"
»Ik weet het niet. Gelieft het u in de op
kamer te gaan, daar brandt de haard."
De oude vrouw had ook de andere helft
der deur ontsloten. De burger, die Vrede
man genoemd was, trad over den dorpel,
terwijl vrij wat sneeuw door zijn mantel en
schoenen naar binnen werd gedragen. Hij
bevond zich in een soort van winkel met toon
bank. Eenige planken met boeken vertoonden
zich in het ronde. Enkele wandkaarten van
Friesland en een paar gegraveerde portretten
waren hier en daar opgehangen. Het licht
viel geheimzinnig uit het hooge raam met
vierkante kleine looden ruiten, terwijl van
buiten een houten luik, waarschijnlijk voor het
doordringen der fijne sneeuw, de laagste ruiten
afsloot. Maar het hooge raam steeg tot over
de luifel, zoodat ten minste eenig daglicht
van boven in den boekwinkel drong.
»Mijn mantel laat ik hier op de zitbank!''
zei Vredeman, terwijl hij zich loswikkelde
uit een zeer ruimen, zwarten lakenschen man
tel, met bonten kraag en bonte oplegsels.
»Ik yreeze overal sneeuw te zullen strooien'
Het is boos weer, moeder!"
»De Heere geeft het, sinjeur Vrede
man."
Vredeman antwoordde niet, maar keek
oplettend naar de groote luitkist, die hij on
der zijn mantel verborgen had, en waaraan
geen enkel vlokje kleefde. Hij volgde
de oude vrouw, die een trapje met breede
houten leuningen beklom en eene deur opende.
Zij traden in eene ruime kamer, zeer hoog
van verdieping, waar het ondanks een flink
vlammend haardvuur, vrij koud was. Een
breed groot venster gaf het uitzicht op
eene kleine plaats en liet een getemperd
licht binnen vallen. De looden omlijsting
der glasruiten was kunstiger dan in den
windat van strafbare handelingen in dezen zin
het wettig bewijs kan worden geleverd. Alleen
wanneer dit laatste het geval is, is de Senaat
bevoegd als Hooggerechtshof van de zaak
kennis te nemen. Geldt het alleen samenspan
ning of samenzwering (complot), dan behoort
de zaak tehuis bij den gewonen rechter.
Wat nu de procureur-generaal aanvoert om
de beschuldiging van attentat te motiveeren,
is niet zeer overtuigend. Hij heeft in het
bijzonder gewezen op drie feiten: de
demonstratiën bij gelegenheid van Boulanger's ver
trek naar Clermont-Ferrand, de door de
bpulangisten uitgelokte rumoerige tooneelen
bij de kort daarop gevolgde revue te
Longchamps, en de houding van den ge
neraal in de dagen, die de aftreding van
Grévy en de benoeming van Sadi Carnot
voorafgingen. Dat Boulanger zich bij die ge
legenheden aan hoogst afkeurenswaardige en
in zekeren zin ook aan strafbare handelingen
heeft schuldig gemaakt, kan niet worden
tegengesproken. TEvenmin, dat het zijn wensch
en zijne bedoeling is geweest, de bestaande
orde van zaken omver te werpen. Maar de
feiten en hiermede alleen heeft men te
maken wettigen, naar het ons voorkomt,
eene aanklacht wegens attentat in geene deele,
tenzij het door de bladen medegedeelde om
trent de acte van beschuldiging als een hoogst
onvolledig aperfu moet worden beschouwd.
Wellicht heeft de procureur-generaal dit
ook ingezien, en daarom tegelijkertijd eene
fansche reeks van bewijzen ingebracht voor
et complotteeren, het verduisteren van
staatsgelden en andere misdrijven tegen het gemeen
recht. Indien dus Boulanger door den Senaat
werd vrijgesproken, hetgeen ons, als wij den
geheelen loop der zaak in aanmerking nemen,
niet waarschijnlijk voorkomt, zou er reden te
over zijn, om hem voor den gewonen rechter
te dagen. Boulanger heeft herhaaldelijk ver
klaard, dat hij alleen het land heeft verlaten,
omdat hij den Senaat als eene hoogst partij
dige rechtbank beschouwden dathij zich gaarne
aan het oordeel eener jury zou onderwerpen.
Daar echter de uitverkoren redder van Frank
rijk meer pleegt te zeggen, dan hij kan verant
woorden, of (minder parlementair uitgedrukt)
eene specialiteit is in het liegen, mag men op
die verzekering niet te veel staat maken, en
kan men den heer Quesnay de Beaurepaire
erkentelijk zijn voor den ijver waarmede hij
aan het licht heeft gebracht, dat Boulanger
zich sedert jaren aan hoogst onzedelijke han
delingen heeft schuldig gemaakt en 's lands
penningen te eigen bate neef't gebruikt.
De gemeenteraads-verkiezing alhier heeft
tot voorloopigen uitslag gehad, dat drie wet
houders en twee gewone aftredende leden in
herstemming zullen komen met twee
antire
kel. Kleine cirkelvormige glazen van geel
glas waren tusschen vierkanten en ruiten van
wit glas ingeplaatst, zoodat ook daardoor het
licht zwakker werd. Daar het binnenplaatsje
echter thans eene bergplaats van sneeuw
scheen, sloeg eene scherpe weerkaatsing van
al dat wit naar binnen, en straalde er meer
licht in de opkamer dan gewoonlijk.
»N i e s k e ! Sinjeur Vredeman!" zei de
de oude vrouw.
Dit woord was gericht tot eene jongere
vrouw bij den haard gezeten in een leun
stoel met hoogen rug, bezig een spinne\yiel
rustig te doen snorren. Het hooge, witte
licht viel van buiten op haar voorhoofd,
torwijl de haardvlammeii soms gele
kantlichten op het in de schaduw gehulde deel van
haar gelaat wierpen. Slechts een enkel
oogenblik was noodig om te zien, hoe ongemeen
schoon de omtrek van dat gelaat was. De
groote blauwe oogen zagen bijna schuchter
in het rond met eene uitdrukking van zachte
liefelijkheid, die onweerstaanbaar scheen.
Hare gestalte was slank, en bijna kinderlijk
teeder. Zij maakte den indruk van eene bui
tengewone zachtaardigheid, die onwillekeurig
een gevoel van mededoogen deed opkomen.
Vriendelijk glimlachend zeide ze met klank
volle stem:
»Zet u, Vredeman! Moeder zal Jan
roepen."
De oude vrouw was reeds uit het vertrek
verdwenen. Vredem a n plaatste zijn e luitkist
op de groote bruine tafel met dikke gedraaide
pooten.
»'n Treurige dag, Vredeman!" ging de
jonge vrouw voort »Ge zult toch nu niet naar
de kapel gaan! 't Is er veel te koud! Blijf
liever nier!"
«Juist!" klonk eeiie vroolijke, heldere stem.
>Blijf liever hier! De maats komen toch niet
em het collegium musicorum even min.
Hier is het goed en boven in mijne
studeerkluis nog beter! Dat is certeyn!''
Hij, die zoo sprak, was de opkamer door
eene zijdeur binnengetreden, gevolgd door de
oude vrouw.
yolutionairen, l katholiek, jl radicaal en l
liberaal. wfeww
Over de beteekenis van dien afloop is men
het algemeen eens. Men ziet daarin terecht
het bewijs dat de burgerij ontevreden is over
de wijze, waarop B. en W Amsterdam bestu
ren. Die stemming is zoo algemeen, dat zelfs
de zoo lang en fel aangeblazen haat tusschen
liberalen en kerkelijken, de eersten niet heef t
kunnen bewegen voor B. en W. in het krijt
te treden.
Op te merken valt, dat de candidaat van
Burgerplicht en Amstels Burgerij, de heer
Alting Mees, maar weinig stemmen meer ver
worven heeft dan de heer Treub, die alleen
door de kiesvereeniging Amsterdam was ge
steld, m. a. w. dat de radicale partij, sedert
het najaar van 1888 opgetreden, zich krach
tig heeft ontwikkeld.
Dat er over 't algemeen slecht is gestemd
blijkt uit de cijfers. Van de ruim 19000 kie
zers bleven er omstreeks 12,000 tehuis. Hoe
velen er onder deze laatsten zijn, die hun
stembiljet gebruikt hebben om er hun lange
pijp mee aan te steken, weten wij niet. Zeker
is het, dat nog altijd, de overjjroote meer
derheid der burgerij en vooral die der kleine
burgerij geen belang stelt in de publieke zaak.
Toch is het te hopen dat die burgerij het
besef' kent van de beteekenis der verkiezin
gen, die hare belangen van zoo nabij raken.
Wordt juist de onverschilligheid van zoovelen
in oorzaak gevonden van toestanden, die er
toe geleid heoben, dat men hier aan drie wet
houders en twee aftredende leden het ver
trouwen heeft 'ontzegd. Juist zij, die de be
langen der burgerij met den meesten ijver
behartigd hebben, werden met een schitterende
meerderheid herkozen.
SIGNALEMENTEN UIT DEN UTRECHTSCHEN
GEMEENTERAAD,
door
JAJT VAN 'T STICHT.
De heer Jacob Duyvis,
Oud-lid van de Tweede Kamer, van welke Kamer
hij heel spoedig genoeg had ; lid van den ge
meenteraad, waarvan hij, tot mijne welgemeende
verbazing nog niet genoeg heeft en fabrikant
van stijfsel, waarvan hij wel nooit genoeg zal
krijgen, want dat zaakje marcheert best.
In zijn laatste qualiteit is hij tot ridder-ver
heven door den een of anderen Negervorst, nadat
deze voor 't eerst van zijn leven stijfselpudding
had gegeten, vermoedelijk om den heer Duyvis
te verlokken 'L. M. persoonlijk te komen be
danken, in welk geval Z. M. zonder twijfel per
soonlijk den fabrikant zou hebben opgepeuzeld
en dan nog een puddinkje toe.
Want de heer Duyvis schijnt er voor in de
wieg gelegd om opgegeten te worden. Gezond,
blozend uiterlijk, goed in 't vleeseh, geen baard
Jan Janssen Starter, een jonkman van
vier-en-twintig jaren op dat oogenblik, drukte
Vredeman met blijde opgewektheid de hand,
en wisselde een glimlach met de spinster aan
den haard. Deze drukte het mooie kopje met
licht blond hair, omlijst door een hoog op
staand geplooid mutsje van wit batist, tegen
den stoel, en zag haar man met een blik vol
liefde aan. Starter boog zich over haar en
drukte zijne lippen op haar voorhoofd,
oogenblikkelijk zich weder tot V r edeman wen
dend :
»Bijlo, Jaques! Wat zeg-je van mijn
N i es k e-lief! Alle miserie is weer voorbij 1
Ze bloeit als eene roze in dezen barren
winter!"
«Dat mocht wel beter!" rnoHipelde de oude
vrouw."
Vredeman stemde vriendelijk toe,en vroeg,
of Nieske niet meer geplaagd werd van de
koorts.
«Goddank niet!" fluisterde N i e s k e 's hel
dere stem. »Meester Menno Bartels zegts
dat alles voorbij is!"
»En wij zullen haar wel goed bewaren voor
alle nieuwe krankheden!" voegde Starter
er bij.
»Indien de Heer wil!" klonk het uit een
donkeren hoek, waar de oude, vrouw zich aan
een klein klaptafeltje had neergezet.
Allen zwegen een oogenblik.
»Kom, Jaques! aan het werk! Ga mee
naar boven ! Ons spreken en zingen zou mijn
lief, zwak wijf maar hinderen, niet waar ma
m ie?" vroeg Starter, zijne vrouw de hand
reikend. Deze knikte met een ernstiger
blik en liet het hoofd op de borst zinken.
Beide mannen verlieten de opkamer.
Eene smalle wenteltrap bracht ze naar het
vertrek, 't welk Starter zijn studeerkluis
noemde, 't Was een klein, laag kamertje, hel
der verlicht door een breed venster, dat op
de straat en het marktplein uitzag. Er hingen
een vijftal portretten in olieverf aan den wand,
deftige koppen van mannen en vrouwen, met
hoo"-opstaande witte stolpkragen, voorstel
lend. In den kleinen haard brandde een
hout