Historisch Archief 1877-1940
KV 632
DE AMSTEBDAMMER
A°. 1889
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ieder nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.)
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 4 Augustus.
Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p- p. ?1.271
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10.
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20L
Reclames per regel 0.40,
I N B O V Dl
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON : Jan Starter en zyn wijf, door Dr. Jan ten
Brink. III. _ UIT HET HAAGJE, door Z.
KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Am
sterdam Aanteekeningen Schilderkunst, door V.
Eenige opmerkingen betreffende: A. de
Gubernatis, Dictionnaire international des crivains
du jour, door F. Z. M. De neus als
herkenningsteeken van het karakter. VARIA. MI
LITAIRE ZAKEN: De tegenwoordige
oorlogsmiddelen. Een trouw vriend van Vorst
Bismarck. SCHAAKSPEL. Een kunstenaars
begrafenis, door Crambamboli. Voor Dames,
door E-e. ALLERLEI. RECLAMES.
BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
De verkiezingen voor de Algemeene Raden
in Frankrijk nebben den boulan gisten eene
zeer gevoelige nederlaag bezorgd. Degeneraal
had, zooals men weet, met den noodigen
ophef aangekondigd, dat hij in 80 kantons,
niet meer en niet minder, die door hem zei ven
zouden worden aangewezen, zijne candidatuur
zou stellen. Voorzichtigheidshalve had hij
echter die aanwijzing achterwege gelaten, en
feitelijk was hij in 400 van de 1439 kantons
candidaat gesteld. Gelukte het hem nu, in
slechts n vijfde dier kantons gekozen te
worden en dit scheen een bescheiden ver
wachting dan kon hij naderhand zeggen.
dat dit juist de door hem bedoelde kantons
waren en zich dientengevolge voordoen als
iemand, die de kaart van het land goed kent.
Maar de uitkomst heeft hem jammerlijk
teleurgesteld. Slechts in 12 kantons werd hij
verkozen, terwijl hij in een zesta_l andere in
herstemming kwam. De overwinning der
republikeinen was dus volkomen.
Natuurlijk trachtte men in het kamp der
boulangisten de nederlaag te bedekken, eerst
door valsche cijfers en valsche berichten om
trent al de gevallen republikeinsche groot
heden te geven, later, toen deze al te grove
methode om het goede publiek om den tuin
te leiden niet meer kon worden toegepast,
door te zeggen, dat het hier minder aan kwam
op het aantal districten, waarin de generaal
gekozen was, dan op het geheele aan tal stem
men, dat op hem was> uitgebracht. Doch ook
hier werden de boulangistische beweringen
«loor de onverbiddelijke cijfers gelogenstraft.
Telde men al de (grootendeels verloren)
stemFeuilleton.
Jan Starter en zijn wijf,
3)
DOOK
Dr. JAN TEN BRINK.
El hombre es de lino y la
mujer de fuego."
(Spaansche wijsheid).
III.
EEN ERNSTIG PEAELUDIUM.
Acht dagen later.
In plaats van felle vorst en sneeuwstor
men is de dooi ingevallen, en welft zich boven
Frieslands hoofdstad een heldere hemel. De
sneeuw is gesmolten, en laat op de stralen
een glibberig, donker slijk na. De
Decemberzon schijnt zoo vroolijk, alsof reeds al de
winterrampen geleden waren, en het voorjaar
te vroeg wilde invallen. Men schrijft Don
derdag 20 December. De kerkklokken hadden
reeds eenigen tijd geleden het middaguur
aangekondigd.
In den Engelschen Bijbel bevindt zich het
gezin in de lage keuken aan den maaltijd.
Door twee smalle vensters dringt maar
weinig licht van de binnenplaats. Onder de
breede, vooruitstekende schouw brandt een
vuur, waarboven men een ijzeren waterketel
heeft gehangen. De breede tafel is bij het
raam geschoven, en met een groot »dopgies
tafellaecken" bedekt. De tinnen plateelen
en tinnen teljqren zijn ledig. De maaltijd ia
afgeloopen. Bij den heer des huizes staat eene
hooge steenen bierkan en bij de borden der
aanzittenden bevindt zich een glinsterende
tinnen beker. De muren van de keuken zijn
met witte tegeltjes bedekt. Dit en een eiken
houten spinde zijn de eenige voorwerpen, die
in het oog vallen.
Starter schijnt bijster ontstemd. Hij
heeft het kleine restant bier uit de steenen
kan in zijn beker gegoten, en ziet naar het
troebel vocht op den bodem der tinnen kelk.
Nieske tuurt droomend door de looden
men op, die de generaal in de 1439 kantons
verkreeg, dan kwam men. tot het cijfer van
150-000, terwijl de republikeinsche candidaten
1.500.000 en de conservatieve 600.000 stem
men verkregen. De zaak stond zoo slecht,
dat de generaal zich in de weinige kantons,
waar hij op 4 Augustus in herstemming komt,
heeft teruggetrokken.
Het chte bij deze verkiezingen heeft de
rechterzijde tot nadenken gestemd._De
bonapartisten, die van nature geneigd zijn tot eene
avontuurlijke politiek, blijven Boulanger nog
getrouw, maar onder de monarchisten is de
afval reeds duidelijk merkbaar. Maanden ge
leden protesteerde reeds de hertog van Aumale
tegen den steun, door zijn neef, den graaf van
Parijs, aan de boulangistische beweging ver
leend. Het kan zijn," zeide hij toen
dat die ondersteuning aan de partij voordeel
zal brengen, maar met de eer is zij zeker niet
bestaanbaar." Thans weten ook die
Orleanisten, die minder nauwgezet van geweten _zijn
dan de algemeen geachte en geëerbiedigde
hertog, dat er met den generaal noch eer,
noch voordeel te behalen is. Het is te hopen,
dat zij deze les nog niet zullen hebben ver
geten, wanneer zij worden opgeroepen om deel
te nemen aan de verkiezingen voor de Kamer.
De meeste Fransche bladen houden het er
voor, dat de regeering, nu de verkiezingen
voor de Algemeene Raden een voor de repu
bliek zoo gunstig resultaat hebben opgeleverd,
de verkiezingen voor de Kamer niet tot den
uitersten termijn (October) zal uitstellen, maar
deze reeds in Augustus zal doen plaats hebben.
Op 8 Augustus zal voor den Senaat als
Hooggerechtshof de zaak-Boulanger v/orden
behandeld.Daarenboven zal de generaal hoogst
waarschijnlijk, welke de afloop van dit proces
moge zijn, voor den krijgsraad worden gedaagd
en zich wegens verduistering van aan den
staat toebehoorende gelden voor den gewoneu
rechter moeten verantwoorden.
Meer dan een jaar geleden heeft het Bel
gische ministerie, getrouw aan zijne belofte
om zich op het gebied der
arbeidswetgevingniet onbetuigd te laten, een ontwerp ingediend
tot regeling van den arbeid van vrouwen en
kinderen iii fabrieken en andere instellingen
van nijverheid. Het regeeringsontwerp ver
biedt den arbeid voor kinderen beneden 12
jaar; het beperkt den duur van den arbeid
voor jongelieden van 12 tot 18 jaren tot twaalf
uren, waaronder een rusttijd van anderhalf
uur begrepen is; het verbiedt den arbeid bij
ruitjes naar de binnenplaats, waar een schoof
van blonde zonnestralen een warm licht ver
spreidt. De weduwe Hendricx ziet op
haar bord met een vastgesloten mond en een
scherpen trek om de dunne lippen. Eene
oude dienstmaagd zit tegenover haar met
nog grimmiger gelaatsuitdrukking. Men heeft
eene zeer luide woordenwisseling gehoord
tusschen den boekhandelaar en zijne schoonmoe
der. Nieske en de bejaarde bediende zaten
er zwijgend bij.
Het is of Starter zijn wrevel niet kan
onderdrukken. Hij drinkt de teuge troebel
biers haastig uit, en zet den zwaren tinnen
beker met een luiden slag op de tafel.
»En als moeder dan maar geliefde te zeg
gen, tvaarin de broeders Rederijkers eigenlijk
aute begaan!" borst hij uit. »Welke
doling schuilt er in het hanteeren der schoone
kunsten en der liefelijke poezij? Mijne over
leden ouders waren zeer streng in hunne re
ligie, en h Sben mij aldus een exempel ge
geven v? een christelijken wandel, waarin
ik tot dusver meene te hebben gepersevereerd!
Maar de Browriisten, door koning James
als ketters verdreven, zagen in den schouw
burg geene tente des Satans, daar mijne
ouders menigwerf in het Globe-theater te
Londen naar de tragediën van den
goddelijken, nu voor een paar jaren overleden,
William Shakespere, gingen luisteren.
En wat hebben de Leeuwarder
Rhetorisijns nu voor euvels gewrocht, dat zij een
paar spelen, door mij met groote naarstigheid
volrijmd, op het tooneel hebben gebracht?
En zoude Nieske in erreur vervallen, als zij
naar het vertoonen van haar mans comediën
ging luisteren? Zij hadde dan beter een die
naar des Heiligen Woords dan een dichter
gehouwelijkt!"
»Gij zegt de pure waarheid, schoonzoon!"
antwoordde de weduwe Hendricx rustig.
«Hadde zij een predikant gehouwelijkt, dan
zoude het dévoir van zijn heilig ambt hebben
medegebracht, dat zij dagelijks van godde
lijke zaken hadde gehoord, in plaatse van
nu ieder uur met de idelheid der wereldsche
verlustingen te worden gekweld! Eene vrouwe,
niets dan zang en spel «lief hebbende, de luyt
schier niet uit de handen leggende, eene zulke
hadt gij moeten kiezen, schoonzoon!"
Nieske schudde het bevallige,blonde hoofd,
nacht, d. i. tusschen 's avonds 9 en 's mor
gens 5 uur, voor jeugdige arbeideis beneden
de 16 jaren en het schrijft voor, dat vrouwen
niet meer voor onderaardschen arbeid en
mijnwerken mogen worden gebruikt.
Waarom dit ontwerp een jaar lang in de
afdeelingen is blijven hangen, is ons niet be
kend. Uit het rapport van den heer
Cleemputte blijkt echter, dat de centrale sectie, al
heeft ze zich met hare taak niet bijzonder
gehaast, deze althans met nauwgezetheid heeft
volbracht. Het rapport wil de bepalingen van
het ontwerp aanmerkelijk uitbreiden; het wil
het verlof tot het gebruiken van jeugdige ar»
beiders en van vrouwen bij enkele takken
van nijverheid, die tot de gevaarlijke of voor
de gezondheid schadelijk kunnen worden ge
rekend, niet onvoorwaardelijk toestaan, maar
het laten regelen bij koninklijk besluit, waar
toe in elk bijzonder geval het advies zal wor
den ingewonnen van de bij de zaak betrokken
Kamers van arbeid en van nijverheid. Ver
der eischt het rapport voor al de personen, die
door de wet worden beschermd, n rustdag
per week, terwijl vrouwen gedurende de eerste
vier weken na hare bevalling niet als arbeid
sters mogen worden gebruikt.
Het behoeft nauwelijks te worden vermeld,
dat deze bepalingen bij de doctrinairen of
oud-liberalen op verzet stuiten. Zij doen zich
natuurlijk niet minder menschlievend voor
dan de regeering, en laten aan enkele leden
der rechterzijde het argument over, dat voor
sommige takken van nijverheid de kinder
arbeid niet kan worden gemist. Maar zij
protesteeren in naam der vrijheid tegen de
verkorting van de rechten der vrouw; zij
verklaren, dat men aan de vrouwen de gele
genheid niet mag ontnemen om met iederen
eerlijken (zij het dan ook voor de moraliteit
en de gezondheid gevaarlijken) arbeid haar
brood te verdienen, indien men haar niet in
de armen der prostitutie wil drijven.
De discussie heeft het onlangs gesloten ver
bond tusschen radicalen en doctrinairen op
eene harde proef gesteld. In den roes der
opgewondenheid over de nederlaag, door de
samenwerking der beide fractiën bij de ver
kiezing van Paul Janson aan de regeering
toegebracht, deed men het voorkomen, alsof
de geheele linkerzijde voortaan n ziel en n
zin zou wezen. De kalme toeschouwer heeft
natuurlijk geen oogenblik aan zulk eene
blijvende eensgezindheid geloofd. Bij de be
handeling van het boven aangeduid wetsont
werp hebben de radicalen, zooals wel niet
anders kon, zich bij monde van den zelfden
Paul Janson geschaard aan de zijde van de
en zag haar man angstig aan.
Starter troostte naar met een
bemoedigenden blik, en zei snel:
»Neen, schoonmoeder! Eene zulke zou ik
nimmer hebben gehouwelijkt. Er is een tijd
voor alles. Wijs en vroom in zijn beroep te
zijn.is het hoogste.Eene huisvrouw als N i es k e,
die zacht en zedig hare huiselijke besognes
verzorgt, past mij, die gestadig in groote
labeuren voor mijne affaires ben gewikkeld.
Maar er is ook een tijd van vroolijkheid en
jolijt. Een verstandige man en eene ver
standige vrouw weten dit!
»Elck dingh heeft zijnen tijd; 't is pryslick,
dat een man,
»Is wijs in zijn beroep en vrolijk bij de kan!"
De weduwe Hendricx wierp een ver
toornden blik naar den dichter, en zeide met
langzaam door hartstocht luider klinkende
stem:
»Ik had niet gedacht, schoonzoon! dat gij
al dus vermetel waart, om uwe zotte rijmen
mij naar het hoofd te werpen. Gij, die om
het geloof uwer ouderen uit uw vaderland
zijt gebannen, gij hadt simpellijk moeten be
denken, dat ballingen geene vermetelheid past.
Toen ik met mijne ouders als kind te Embden
leefde, zongen wij het lied van Frans
W i 11 e m s z van B o l s w a r d, die om den
geloove door Keizer K a r e l gemarteld was:
»Wel hem, die in Gods vreese staet
»En recht op sijne wegen gaet.
»Die mach hem wel verblijden
»Nu ende tot allen tijden.
»Wacht u wel voor die u verleyt,
»Ghelijk ons Christus claerlijck seyt,
>En laet u niet verleyden
»Van Gods woort en wilt niet scheyden"....
Dat heeft Nieske als kind leeren zin
gen i Maar aan uwe hand gaat zij den breeden
weg op, vermits gij u niet ontziet door uwe
lichtvaardigheid het heil harer ziele ten
uiterste te doen pericliteeren! Neen, ik zal
nu alles zeggen, wat mij het hart benauwt, en
daarna meugt gij doen, wat u goed zal dun
ken. Wij Doopers meugen geene gemeenschap
houden met Rhetorisynen. Ik memoreer enkel
regeering en van de centrale sectie. Het strekt
hun tot eer, dat zij zich niet door de bij hen.
dikwijls ver overdreven clericalenvrees heb
ben laten verleiden tot verloochening van
hunne beginselen.
Uit het Haagje.
Wij zijn hier in den vollen vliegertijd. Op alle
punten wordt de stad opgeluisterd en vervroolijkt
door de epidemische verschijning van deze lieflijke
sylphiden van vloeipapier en baleinen, wier smaak
volle zomerkleedjes, in allerlei frissche kleuren,
zoo onberispelijk glad om de ranke, buigzame
schouders passen, dat het een lust is ze te aan
schouwen.
In de met boomen beplante buurten wiegelen
zij als door de zon topzwaar gestoofde kalebassen
verleidelijk boven het groen van ypen, beuken en
linden, terwijl zij op de ruime pleinen, waar zij
in groote massa's naar het wolkenrijk gedreven
worden, in hare bonte verscheidenheid een >aet
onaardige luchtilluminatie a giorno schijnen te
vormen.
Voorbeeldig kalm en net zweven zij, zonder
het minste gedruisch, haars weegs, onder het uit
voeren van de bevaltigste en sierlijkste nijgingen
en wendingen. Nu en dan nemen zij zulke
coquette, droomige, bijna onbeweeglijke staeden
aan, dat zelfs ouderen van dagen, die voor
.zichzelven met den vliegertijd voor goed afgerekend
hebben, haar vaak grinnckend van genoegen, op
getogen nastaren. Het is de vraag of de bedaarde
toekijker eigenlijk niet meer van het schouwspel
geniet, dan het beweeglijke volkje, dat in het zweet
zijns aanschijns de vliegers moet verzorgen, aan
dragen, oploopen en sturen, om ten slotte, na
met Jobsgeduld het lange touw netjes opgewik.
keld te hebben, ze weer droog en zonder kreuken
of scheuren thuis te brengen. Ten minste bij
eene gelijksoortige vertooning op den beganen
grond, waaraan hier door volwassenen vooral
door huisvaders en dito moeders sterk gedaan
wordt, is de simpele toeschouwer zeer zeker niet
aan deii slechtsten koop; te weten bij het op
laten en doen schitteren op alle mogelijke pu
blieke plaatsen van elegante, zwierige, levenslus
tige dametjes, hetzij dochters, nichtjes of logeetjes.
Het is beelemaal uit de mode om ergens
op een afgelegen, vergeten stuk land zoo zon
der eenigen omslag in allen eenvoud, geheel
onder bekenden te gaan vliegerer. Daarvoor
zijn de buitenwegen veel te onveilig. Waren
in oude tijden de verraderlijke struikroovers de
schrik van reizigers en toeristen te voet of in
diligence of' kales, thans zijn het de niet minder
wat er voor vier jaren gebeurd is met mijn
neef Cornelis Jansz in de vier kranen
te Amsterdam. Hij behoorde tot de
Waterlandsche gemeente, en men wist, dat hij een
wijle met de Rederijkers op de
Amsterdamsclie kamer had gemeen geweest. Twee die
naren des woorts zijn toen bij hem aan huis
gezonden, om te vragen of hij bij de
RederijKers op de kamer veel verkeerde, ja, of het
waar was, dat hij een Prins bij hen zoude
zijn? Hij antwoordde, dat het waar was, dat
hij ter kamer kwam, maar dat het hem, alzoo
hij vernam, dat hij iemand daarmee ergerde,
leed was, dat hij iemand bedroefd had; en
dat hij meende hem met de eerste gelegenheid
er af te maken. En nu weet, Nieske, wat
ik denke en zwijg ik verder daaraf, want ik
heb, leider! al te veel woorden verspild!"
De weduwe Hendricx schoot haar stoel
weg en gaf de oude dienstmeid een wenk.
Beiden stonden op en begonnen den disch af
te nemen. Starter knikte Nieske vrien
delijk toe, en verdween haastig uit de keuken.
Donderdag den 20 December 1018 zou te
Leeuwarden een kunstfeest plaats grijpen.
Voor twee jaren geleden werd aldaar
door den boekverkooper, uitgever en
dichter Jan Janssen Starter eene
Rhetorijker-kamer opgericht niet de zin
spreuk : »0 c h, mocht het r ij s en!" De
aanzienlijkste Leeuwarder kringen, adel en
burgerij, hadden de nieuwe stichting met
blijdschap begroet. Velen waren lid gewor
den. Graaf Willem L o d e wij k van
Nassau, Stadhouder van Friesland, Gronin
gen, Ommelanden, en Drenthe, had de jonge
kamer met zijne hooge goedkeuring beschermd,
en aan Starter zijne welwillendheid doen
blijken. Sedert de uitgaaf van des Stadhouders
portret, vier jaren geleden, had Zijne Hoog
heid meermalen bewijzen van belangstelling
gegeven. Vele adellijke familiën te Leeuwar
den en elders in Friesland hadden zijn voor
beeld gevolgd, en den jongen dichter en boek
handelaar hunne gunst betoond. In Mei 1G17
hadden vele leden der nieuwe Kamer: »O c h,
mocht het r ij se 11! Zijne Hoogheid bij
zijne terugkomst uit den Haag begroet door
een plechtigen optocht en een
»Wellek 9 m s t - g e s a n g h door de
Redenr ij c k e r Kamer tot Leeuwarden,