De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 4 augustus pagina 4

4 augustus 1889 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No. 632 De Noorweegsche componist Grieg heeft van e«n onvoltooid drama van Björnstjerne Björnson, Olaf Trygvarson, een groot concertstuk voor soli, koor en orkest gemaakt, waarvan men zich in het Noorden veel goeds belooft. LETTEREN EN WETENSCHAP. Voor het Oriëntalisten-congres, dat in het begin September onder presidium van den Koning van Zweden te Stockholm en Christiania zal gehouden wórden, hebben zich meer deelnemers aangemeld dan voor een der vroegere congressen; alleen uit Nederland reeds een twaalftal. . Eene oude dame, te Devizes wonend, eene tante van Gladstone, bezit nog een brief, door dezen ? als 19-jarig jongeling aan zijn vader geschreven, en waarin William vraagt, zich aan den geesteIjjken stand te mogen wijden, daar deze het meest met zyne roeping overeenkomt. Zelfs Gladstone's grootste vijanden zullen moeten toe geven, dat h\j een uitmuntend aartsbisschop zou geweest zy'n, en de high church er zeker by ge wonnen zou hebben, als hy zyn besluit had uit gevoerd. Jeruzalem als eerste meridiaan. Het internati onale gcpgraphische congres komt deze maand te Parijs bijeen. Het zal weer trachten het vraag stuk, een algemeen aan te nemen, eersten me ridiaan te vinden, op te lossen. De omstandigheid dat vele beschaafde volkeren er een eigen, meestal hun gebied doorsnijdenden meridiaan op na hou den en naar dezen hunne aardrykskundige bere keningen maken, heeft tot veel last en bezwaren aanleiding gegeven en men heeft reeds herhaal..delijk getracht het eens te worden over een gemeenschappelijken meridiaan van uitgang, b. v. nog voor het laatst op de conferentie te Washing ton, maar te vergeefs. Er is herhaaldelijk over beraadslaagd, den eersten meridiaan over zee, als het eigenlijke internationale gebied te verleggen, en de meridiaan der Behringstraat had een tijd lang kans, daartoe gekozen te zullen worden. Maar spoedig zag men in, dat alle oceanische meridianen onbruikbaar zouden zijn, daar men voor den eersten meridiaan een vast punt moet hebben, welks ligging ten opzichte van alle andere punten men ten allen tijde kan controleeren Maar waar een punt te vinden, zoodat het nationale gevoel van geen enkel volk gekwetst werd'? Een Franschman, de Laharpe, meent dit ontdekt te hebben, en de academie van wetenschappen te Bologna trad voor zijn voorstel in het krijt: Jerusalem, dat bij de aardrijkskundigen der middel eeuwen voor het middelpunt der aarde gold, zou weer zulk een voorname rol moeten vervullenjde middaglyn van het heilige graf zou de nieuwe eerste meridiaan moeten worden. Prof. dr. Lupan deed in Petermann's Mitteilungen" daarover een studie het licht zien, waarin hij o. a. het volgende zegt: Er is geen twijfel aan, dat er veel voor te zeggen valt, de keuze op Jerusalem te doen vallen. Geen enkel volk, niet eens de Engelschen zou tegen deze, allen monotheisten heilige plaats, iets kunnen inbrengen, en Turkije zou zich door deze keuze zelfs gevleid gevoelen. Wanneer deze kwestie te Parijs tot een oplossing mocht worden gebracht, dan kon den Isten Januari 1890 de nieuwe wereldtijd ingevoerd worden. Maar toch is merkwaardigerwyze de geographische ligging van Jerusalem nog niet nauwkeurig bekend. Vol gens de beide waarnemingen bestaat er nog een verschil van een halven kilometer omtrent de plaats waar het ligt." Zwendelaars in antiquiteiten. De Vossische Zeitung" meldt: Twee zwendelaars, bedriegers van de ergste soort, voeren op hunne reizen ge meenschappelijk de volgende streek uit: De eene, eene elegante, slanke verschijning, die zich Cesar Della Croce uit Genève noemt, en naar hij zegt aldaar een betrekking aan de openbare biblio theek bekleedt, zoekt met veel ijver naar een exemplaar van de Bihlia latina, Venet,, Hier. de Paganineis, 1497/8. In den loop van het gesprek dat hy vloeiend in het Italiaansch, Fransen of Duitsch voert, vertelt hij, dat die bijbel slechts in weinige exemplaren schijnt te bestaan, en dat hy gaarne 5000 frcs. zelfs voor een incompleet exemplaar zou betalen, wanneer de colophoon (aangave van den druk) daarop maar mocht voor komen. Eenige weken later pleegt dan een kleine roodharige Italiaan (die zegt student te zijn en Carlo Delbelli te heeten) op het tooneel te verschy'nen en een incompleet gehavend exemplaar van dezen kostbaren bijbel" (tegelijk met een oude, waardeloozen Italiaansche oorkonde) te koop aan te bieden. Wanneer hem naar den prijs ge vraagd wordt, vordert hij slechts" 3000 Mark, maar laat zich tot de helft van dien prijs afdin.gen. Beide bedriegers, die deze zwendelarij in Berly'n en in Frankfurt a. M. bij verschillende boekhandelaren op touw zetten, weten zeer han dig over zeldzame uitgaven te spreken, maar nog beter weten zij zich te rechter tijd uit de voeten te maken. Het hoofdaltaar in de St. Kicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade, het werk van den heer A. C. Bleys alhier, is thans voltooid. Bij de bespre king van de verzameling teekeningen van Nederlandsche bouwmeesters die naar Parijs gezonden werden, vermeldden wij reeds dat kunstwerk; het blijkt nu, dat het zoowel wat rijkdom van mate riaal veelkleurig marmer, graniet, Venetiaansch mozaïek, verguld brons, fluweelen draperie n, als artistieke bewerking en verheven symboliek betreft, een meesterstuk mag genoemd worden, eenig in ons land. Militaire Zaken. Paul Arène vertelt in den Gil Bias," hoe hem twaalf of dertien jaar geleden door een vriend, den kunstcriticus Theophile Silvestre, verzocht werd, hem bij het samenstellen van een catalogus van teekeningen van Millet, bijna alle studiën ten behoeve zijner meesterwerken, behulpzaam te zijn. De geheele verzameling behoorde aan een archi tect, Gavel genaamd, die de bladen, meestal houtskoolteekeningen met pastei, zeer goedkoop gekre gen had. De geheele Virgilius met den geheelen Millet vereenigd," bromde Silvestre, en dan te moe ten bedenken dat Gavet dit alles den staat voor 100,000 frcs. heeft aangeboden en dat de staat dit koninkly'ke geschenk heeft van de hand ge wezen!" De 95 teekeningen kwamen in het Hotel Drouot onder den hamer en brachten 300,000 frcs. op. DE TEGENWOORDIGE OORLOGSMIDDELEN. Welk een verschil tusschen vorige eeuwen en nu! Vroeger pijl en boog, het zwaard, de strijd bijl, speer en lans, ridders met harnassen of ma liënkolders en stalen helmen, geharnaste paarden, enz. en nu ja, wiens hoofd duizelt niet, wie slaat de handen niet vol verbazing en afgrijzen in elkander, als men zoo eens nagaat met welke mid delen tegenwoordig een oorlog zal gevoerd wor den en welke ontzaggelijke sommen gelds daaraan besteed zijn en nog zullen worden; geld, dat op geheel andere wyze tot heil en behoud en niet tot vernietiging van natuurgenooten kon dienen. En al gelooven we nu, dat, juist door die alles vernielende uitwerking van de tegenwoordige en toekomstige oorlogswerktuigen, elke groote oorlog zoo lang mogelijk tegengehouden, ja laten we het hopen misschien zal afgeweerd worden, zoo is het toch een zekere waarheid, dat als er oorlog komt, deze waarschijnlijk wel spoediger dan vroe ger beslist, maar ook vernielender dan ooit zal wezen. Hoe dat alles komt? Och, het heeft als zoovele andere zaken nog al eene natuurlijke oorzaak. Kunst en wetenschap zijn in alle opzichten en ook in de construktie en vervaardiging van vernielingswerktuigeh vooruitgegaan. De industrie kreeg behoefte aan dien tak van nijverheid, en eenmaal in die richting begonnen, heeft ze zich daarin, vooral gedurende de laatste halve eeuw, verbazend ontwikkeld. Bovendien gaat het met de bewapening en oorlogsmiddelen der verschillende rijken in het groot evenals bij de gewone menschen in het klein; bijv. met de concurrentie in de industrie. Wij wijzen slechts op van Houten's en Blookers cacao, alhoewel deze van geheel vredelievenden aard is. Als deze of gene toongevende natie voor haar leger iets doelmatigs heeft ingevoerd, of verbete ringen in het een of ander doet aanbrengen, wenscheri andere legers dat ook te bezitten of volgen dadelijk het gegeven voorbeeld. Tot zekere gren zen is dit zeer natuurlijk en zoolang de daartoe vereischte uitgaven niet tot eene hoogte, onrust barend voor de krachten van een volk worden opgevoerd, kan die zucht naar het minder onvol maakte, naar het betere ook op het gebied der oorlogsmiddelen, zelfs lofwaardig heeten. Alleen vragen wij ons af: wordt het doel hierbij wel niet eens voorbij gestreefd en dus gemist en werd en wordt hierbij niet meermalen eenzijdig gehandeld ?! Toen het kleine Zwitserland in 1869 het repeteergeweer Vetterli invoerde, dachten de groote mogendheden er niet aan dit voorbeeld na te vol gen ; ze achtten zulks, wegens de daaraan, naar hare meening, verbonden ernstige nadeelen, als minder juist schieten of liever richten en een overgroot munitie-verbruik, om niet te zeg gen munitie-verspüling, zelfs ondoelmatig. Maar nauwelijks had Duitschland in 1885 het repeteergeweer Mauser (kaliber 11 mM.) ook wel das politische Gewehr" genoemd, aangenomen, of over geheel Europa komt een soort van repeteergeweerpaniek; zoodat op dit oogenblik de meeste rijken van ons werelddeel, behalve Rusland, Zweden, Noorwegen (en België?) een repeteergeweer waarmede 20 of meer schoten in de minuut ge daan worden aangenomen of reeds ingevoerd hebben. Toen de marine hare schepen door ijzeren of stalen pantserplaten versterkte, om ze tegen de puntkogels uit de getrokken vuurmonden te be schermen, werd door de artillerie krachtiger ge schut gebezigd. Het gevolg daarvan was, dat de marine de pantsering weder verzwaarde en zoo ging het voort, totdat het tegenwoordige stand punt bereikt werd. Er zijn nu kustkanonnen van 30 cM. en nog grooter kaliber, met een gewicht van 37,000 KG. en zwaarder, naar gelang het kaliber stijgt, in torens, die de pantserschepen moeten bevechten en pantserschepen met een deplacement van 14,000 tonnen en eene pantsering van 60 cM. en meer, bewapend met kanonnen van 40 cM. kaliber. Om een denkbeeld van zoo'n vuurmond te geven, zij medegedeeld, dat de lengte 14 M., het gewicht 120,000 KG., het gewicht van de geladen granaat 1000 KG., de buskruitlading 380 KG. en de aanvankelijke snelheid 570 M. be dragen. Bovendien zijn in den laatsten tijd en worden nog steeds naast het buskruit om niet te spre ken van het buskruit zonder rook, waarvoor wij naar No. 607 van dit blad verwijzen, tal van zoo genaamde l/risante springmiddelen uitgevonden, die eene verschrikkelijke uitwerking hebben. Zoo werd bijv. onlangs medegedeeld, dat men bij pree ven in Engeland met 0.75 KG. lelliet eene onder water gelegen rots deed springen, waardoor water en stukken rots tot eene hoogte van 50 M. wer den geslingerd of opgeworpen. Later word in de dagbladen weder melding gemaakt van een nieuwe ontplofbare stof. die, uit carbolzuur bereid, dezer dagen door een Pruisisch officier zou zijn uitge vonden. Dit brisante springmiddel moet eene bij zonder groote uitwerking teweegbrengen, want, naar verhaald wordt, vernielen drie met deze stof gevulde bommen een sterk fort op zoodanige wijzo, dat het geheel met den grond gelijk gemaakt wordt. Men ziet, wij naderen dus langzaam maar zeker tot de uitvinding van de kunstmatige kleine aarbevingen en wat dies meer zij! Allerlei soorten van torpedo"s, waaronder in den laatsten tijd ook proeven genomen worden met uit papier vervaardigde, gevuld met bus kruit, dynamiet of andere brisante springmiddelen, dienen om, op het juiste oogenblik tot ontploffing gebracht, onder water de sterkste pantserschepen te vernielen. Zelfs worden torpedo-granaten, door samengeperste lucht voortgedreven, uit het door den Amerikaanschen luitenant der artillerie Zaliuski uitgevonden pneumatische (luchtdruk) ka non, tot op den afstand van 3000 M. tegen pant serschepen geschoten, en ontploffen dan onder water. Behalve de bestaande verschillende soorten van gewone torpedo-booten, die tot het uitschieten van deze vernielingsvisschen dienen, neemt men in de laatste jaren zoowel in Engeland als in Frankrijk en Duitschland proeven met onderzeesehe torpedobooten. Dit zijn scheepjes, die door electriciteit bewogen, gewoonlijk gelijk met de oppervlakte van de zee blijven, doch om aan te vallen onder water duiken, een vijandelijk schip daardoor ongezien naderen, dan een torpedo daartegen afzenden en kalm(?!) doorvaren. Onlangs werden in Frankrijk (op de reede van Toulon), ter bestudeering van dat vraagstuk, proeven genomen met zulk een onderzeesch torpedobootje van verkleind model (genaamd Gymnote, geconstueerd door den inge nieur Romazoti) en deze gaven goede uitkomsten. De boot had eene lengte van 17 M. en eene grootste breedte en diepte van 1,8 M. De be manning bestond uit drie personen, als; de kommandant, een werktuigkundige voor de machines en een matroos voor het roer. De boot wordt door electriciteit bewogen, kan door een dubbel horizontaal roer zelfs tot op eene diepte van 7 M. beneden den waterspiegel gebracht worden en in dien toestand meer dan 500 M. afleggen. Bo ven het water kan door spiegels en prisma's de omtrek op voldoenden afstand worden verkend, maar het bezwaar dat men onder water tot nog toe niet verder dan 10 M. kan zien, is nog niet opgeheven. Verder bestaan er snehurende kanonnen van klein kaliber (37 m.M.) in een pantserstand, welke laatste met het kanon vervoerbaar is, waarmede 40 schoten, en mitrailleurs (die van Maxim, zie no. 603 van dit blad) waarmede tot 600 schoten in de minuut kunnen gedaan worden, Vele vestingkanonnen worden tegenwoordig ge plaatst in pantserkoepels die duiken d. i. be neden het terrein zakken, terwijl het kanon ge laden wordt en niet duiken kunnen. Zij die aangaande beide laatstgenoemde oorlogs werktuigen iets naders wenschen te vernemen, verwijzen wij naar het opstel omtrent de Snelvurende kanonnen en pantseraff uiten van C. G. P., voorkomende in het tweede blad van het Nieuws van den Dag van den 25sten en den 28sten Maart en l April 1889 en naar het (zesde) ver slag der voordracht van den kapitein der artillerie W. F. Ridder van Rappard betreffende mitrailleurs en snelaurend geschut in de vergadering vau '28 Maart 1.1. der Vereeniging ter beoefening van de ILrvjgswetenschnp. Maar niet alleen dat bij een oorlog tegenwoor dig zoowel boven den grond als ouder het water dood en vernieling den strijdenden tegentreden, zelfs uit de wolleen dreigt voor de toekomst doodsgevaar, Zooals de dagbladen toch kort ge leden mededeelden, heeft een landgenoot een be stuurbare torpedo-luchtballon uitgevonden, die niet, slechts tot waarneming dient, maar waardoor ook de grootste verwoestingen in een vijandelijk leger kunnen worden aangericht. Als hulpmiddelen bij den oorlog vermeldden wij slechts telegraaf en telefoon, postduiven, wielrijders, gedresseerde honden en wat met den tijd nog volgen zal Om al die nieuwe oorlogsmiddelen aan te schaf fen of zich daartegen te kunnen verdedigen, wor den door de verschillende rijken ontzaggelijke sommen gelds besteed. Zoo heeft Engeland het voornemen om voorloopig 144 millioen gulden aan de reorganisatie en uitbreiding der vloot te be steden. Zoo zal Italiëin twee jaren ruim 100 millioen francs bijzondere uitgaven voor de ver betering zijner bewapening noodig hebben. Zoo zijn de buitengewone defensiekosten van Frankrijk in 1889 op 138 millioen francs geraamd. Zoe heeft Belgiëvoor de forten der Maaslinie (bij Luik en Namen) 147 pantserkoepels besteld. Zoo wordt vermeld, dat ook Rusland eene som van 120 millioen roebels aan de versterking zijner vloot zal uitgeven, terwijl alleen voor de bewape ning en versterking van Wladiwostok 5 millioen roebels gerekend worden. Zoo zal ook Duitsch land voor de uitbreiding zijner artillerie te velde en vloot groote sommen ten koste leggen enz. Waar gaat het heen met de aanschaffing van die steeds in volmaking klimmende oorlogsbehoeften van allerlei aard! Wij vragen, zal het mogelijk blijven, dat aan die kolossale uitgaven voor aanvals- en verdedigingsmiddelen door alle volkeren op den duur het hoofd zal kunnen worden gebo den? Zal die opdrijving der oorlogsuitgaven nooit eindigen?! Rusland heeft eene ontzaggelijk groote schuld en in Spanje wordt er reeds over gesproken de oorlogsuitgaven te verminderen. Vroeger werden menschen en paarden gepant serd en de kanonnen en schepen niet; nu pant sert men kanonnen en schepen en menschen nietwanneer zal dat weer eens zijn omgedraaid in den grooten aardschen cirkelgang V! Het is waar, men moot tot zekere grenzen met den stroom mede, maar de kunst bestaat, dunkt ons voor ieder volk voornamelijk daar in, om aangezien of als men niet ieder oogenblik als er wat nieuws wordt uitgevonden met alles kan mee doen, datgene te kiezen wat ook volgens de eigen aardige toestanden van het land de meeste blij vende waarde heeft. Als men nu het beginsel huldigt: In den oor log is alleen het eenvoudige te gebruiken en vóór dat beginsel is veel te zeggen dan vraagt men zich bovendien af; zijn die nieuwe, dure oorlogs middelen wel zoo doelmatig, zoo volmaakt, en is het wel wenschelijk ze allen te bezitten? Eene bespreking daaromtrent evenwel een andermaal, PS. In het artikel Frankrijks Weerbaarheid", in No. 031 van het Weekblad, bldz. 4 kolom 2, regel 15 v. b. staat: 23 a 25; dit moet zijn: 3 a 2,5. EEN TROUW VRIEND VAN VORST BISMARCK. De volgende interessante mededeelingen ontleenen wij aan een artikel in de Neue freie Presse. In het huis No. 20 van de Favorietenstraat te Weenen woonde omstreeks het jaar 1860 de Amerikaansche gezant John Lothrop Motley. On geveer zeven jaren lang vertegenwoordigde hij de Vereenigde Staten aan het hof van Weenen. Daarop werd hij overgeplaatst naar Londen, waar hij in 1877 stierf. Onlangs zag zijn briefwisseling het licht, twee deelen, groot van omvang en rijk van inhoud, waaruit een door en door verstandig, schrander en oprecht man tot den lezer spreekt. Angelsakser in merg en been, Amerikaan van top tot teen, is Motloy door zijn uitgebreide kennis, zijn reizen, zijn langdurig verblijf in alle landen van Europa, een cosmopoliet geworden. Van bij zonder grooten invloed op zijn verdere ontwikke ling, is de wetenschappelijke opleiding geweest, die hij aan verschillende Duitsche hoogescholen genoot. Door zijn ouders, die te Boston woonden, werd hij op achttienjarigen leeftijd (in 1832) naar Göttingen gezonden. De overtocht duurde toeninaals niet minder dan vijftig dagen, en half dood geschud door de stormen, door het zeewater doorweekt, kwam de jonge Amerikaan in de Mu senstad aan de Leine aan. Zijn brieven uit dezen tyd zijn erg vermakelijk. Hij moet vol verwonde ring de oogen hebben opengesperd, toen hij zich na zijn kalme en nuchtere jongensjaren, die hij deels in het ouderlgk huis, deels op een Ameri kaansche kostschool gesleten had, plotseling te midden van het frissche, opgewekte, vrije studen tenleven verplaatst zag en hij tracht in zijn brieven zijn ouders het schreeuwende contrast tusschen een achttienjarigen Yankee en een Göttingsch student duidelijk te maken. Men denke zich liet meest onwaarschijnlijke, make dit nog onwaarschijnlijker, dan heeft men een Göttingsch student. Opvallend is in deze dolle karnavalswereld slechts het normale; hij die zich als een gewoon mensch gedraagt, trekt de algemeene aandacht. Hij babbelt met zijn ouders over mensuren, kroegjolen, commersen. over vroolijke makkers, waarmee hij schmollis gedronken heeft; schetst hen wat een Duitsch professor, een Duitsch student, een Duit sche ploert is, en de gestrenge papa zal te Boston zeker wel eens bedenkelijk het hoofd geschud heb ben , als dat zonderlinge gezelschap hem door den postbode in huis gotooverd werd. Motley bezocht ook nog andere Duitsche academies, München en Berlijn, maakte een reisje door Europa, nu eens te voet als Göttingsch student, dan weer per rijtuig als rijk Amerikaan, keerde daarop naar zijn vaderland terug, waar hij zich in het huwelijk begaf en schijnt vervolgens eindelijk naar een betrekking te hebben uitgezien. Zijn mid delen veroorloofden hem zich niet te overhaasten, en kieskeurig te zijn. Hij maakte een uitstapje op diplomatiek gebied, werd secretaris van legatie te St. Petersburg, maar hing al spoedig den staatsrok weer aan den kapstok en wijdde zich voortaan geheel aan ernstige historische studiën. Hij begon aau zijn beroemde geschiedenis der Nederlanden en de voorbereidende studiën voor dit werk voerden Lom met vrouw en kinderen nu hier- dan daar heen. Als hij niet in zijn vaderland vertoefde, woonde hij te Dresden, Rome, Florence, Parijs of Londen, bezocht daar kunstverzamelingen en bi bliotheken, dankbaar voor elk edel genot. Zoo verloopen de jaren bijna onmerkbaar voor hem. Hij is reeds over de veertig, wanneer opeens in den vriendenkring, dien hij in zijn brieven schetst, een reusachtige gedaante op den voorgrond treedt. Gedurende een reis door Zwit serland, laat hij zijn vrouw en kinderen eenige dagen alleen te Bern achter, om te Frankfurt een vriend zijner jeugd op te zoeken. Het is een van zijn academievrienden uit Göttingen, met wien hij zoovele genoegens van het Duitsche studenten leven gesmaakt heeft, een zekere mijnheer von Bisrnarck, de afgevaardigde voor Pruisen op den bondsdag te Frankfurt. Bismarck ontvangt den vriend, met wien hij eens in hetzelfde huis woonde, met open armen, de vriendschap wordt bij den vollen beker hernieuwd, en sedert nooit verbro ken. Hoe hoog Bismark ook moge stijgen, steeds denkt hij met hartelijke vreugde en een echt studcntikoos genoegen aan zijn Amerikaanschen intimus. Mevrouw von Bismarck zeide, dat haar man wel twintig jaar jonger werd, als Motley bij hem was, en de tweede maal, dat hij Frank furt bezocht, wilde zij hem daarom volstrekt niet laten heengaan. Het rijtuig stond reeds ge reed, toen mevrouw v. Bismarck in het liutel verscheen, den reiswagon wegzond en vriend Motley nog voor eenige dagen in beslag nam. Do Pruisi sche diplomaat en de gewone Amerikaansche bur ger weer een contrast, even schril als dat tusschen een 18-jarigen Yankee en een Göt tingsch student. Op den Pruisischen diplomaat schijnt hij een verfrisschenden, opwekkenden invloed uitgeoefend te hebben. Wanneer deze den politieken strijd moede was, wanneer de omgang met diplomatieke pruiken hem van Europa deed walgen, dan zocht en vond hij ontspanning bij dezen zoon van een jonger en gezonder wereld deel. Hij is een even oprecht en beslist voor stander van de monarchie en het absolutisme, als ik een echte republiekein ben", schrijft Motley, maar dat doet aan onze vriendschap volstrekt geen afbreuk." Deze moet reeds te Göttingen en Berlijn zeer hecht geweest zijn. Te Berlijn schij nen zij bij Gerolts" te zamen menige lekkere flescb geknapt te hebben, en wanneer de jonge Bismarck door do Friedrichsstrasse slenterde, bleef hij nooit in gebreke, naar de ramen van het door de familie Logier bewoonde huis, op te zien. Hij zag dan uit een der vensters een paar roode pantofl'els steken, dacht zich daarbij een paar lange beenen, een romp, een hoofd, en het geheel was John Lothrop Motley, de Amerikaan uit Boston, in wiens omgang hij zooveel genoegen schepte, misschien wel omdat hij hem de nauwe grenzen van zijn vaderland deed vergeten eu hem een ruimeren blik op de wereld en de menschen opende. Deze roode pantoffels en lange beenen ziet men in de brieven van vorst Bismarck tel kens weer opdoemen. Voor de eerste maal zocht Motley in liet jaar 1855 Bismarck te Frankfurt op. Het was een.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl