De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 4 augustus pagina 6

4 augustus 1889 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.632 jood. En men heeft wer eens beweerd dat joden arreen maar geschiktheid bezitten voor den kreinhander. Maar deze jood zar u reeren wat ook Mendersolm Barthordy en Meijerbeer en de Kothsehirden aan de wererd gereerd hebben, dat de jood een veer hoogere roeping hier op aarde te : vervurren heeft dan arreen de kreinhander. Ik heb gezegd." ??* De president van de schildersvereeniging begon met luide duidelijk verstaanbare stern te zeggen, ." dat hij door zijne vereeniging was uitgenoodigd om bij dit graf het woord te voeren. Maar toea was hij plotseling zijne stem kwijt; men hoorde slechts losse klanken. Verdienste talent genie vriendschap, enz. Maar niemand kon Terstaan of hij zei dat de overledene geen talent had of wel, of hij vriendschap voor hem gevoeld had of niet. 't Was wel eerlijk van dien president, dat hij niet tegen zijn gemoed wou spreken. Zeer rondborstig was ook het vroolijke krokodilletje. Hoestend en keelschrapend, metdenwit~' ten zakdoek telkens aan den mond, kwam hij de verzekering afleggen dat hij, voor zijn persoon, nooit de gezellige uren zou vergeten, die hij met Sam had doorgebracht in de sociëteit, het vroolijke krokodilletje, waarvan Sam een der hechtste steunpilaren was geweest, en ware hij niet door den dood uit de sociëteit weggerukt, ongetwijfeld "nog zou zijn. Als het overeenkomstig den . Israëlietischen ritus was wat hij niet wist dat Sam nu nog dacht aan de aarde en wat daarop en daarin is, dan hoopte hij en geloofde hij cok stellig, dat Sam dan ook het vroolijke krokodilletje niet zou vergeten. Het krokodilletje, dat mocht hij zeggen namens alle heeren met wie hij gisteren avond nog lang over den hun heden wachtenden treurigen plicht, had zitten praten het vroolijke krokodilletje zou Sam nooit vergeten." De doctor in de letteren trad vooruit, haalde de rechterhand uit zijn vest, stak die met den rug naar boven plat omhoog en begon: «Somber is de lucht " Maar tegelijk vielen de bassen van de lieclertafel in met: An die Künstler! An die Künstler! bulderden zij en de doctor trad schaamrood even achterwaarts. Toen de bassen zoo eenige malen die Künstler over het kerkhof hadden gedonderd, namen de tenoren het over en met hunne pieperige Stemmen klonk het An die Künstler, cm die Künstler! Rètetètetedera l klonk in de nabij gelegen ka zerne eensklaps het signaal havervoeren! De doctor in de letteren grinnikte van pleizier, de zangers lachten, dat ze zoo valsch zongen als tij gers en dat de directeur met een kolo?salen zwaai van zijn dirigeerstok maar op eens een eind aan den treurzang maakte. De broer keek rond naar den doctor, maar deze had het beter gevonden om in de tegenwoordige stemming van het pu bliek maar niet te speechen en had zich uit de voeten gemaakt. De broer wenkte daarop den president der rederijkerskamer en deze schoot met deftig gebaar uit de rij zijner volgelingen. Hij had het genoegen ?wel niet gehad, zoo verzekerde hij, den overledene van zeer nabij te kennen, omdat deze geen lid * was geweest van zijne rederijkerskamer, die hij zoo vrij was bij zijne staclgenooten aan te be velen, daar de contributie binnen het bereik van ieder fatsoenlijk burger lag en men niet voor déballotage behoefde te vreezen! Maar van geloofwaardige zijde, van iemand die hem wel van nabij en nog wel van zeer nabij kende, van des overledenen eigen broeder, die een der meest geachte leden der rederijkerskamer is, had hij gehoord dat de overledene een braaf, een edel mensch was, die zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid aan iedereen zijn schil derijen verkocht. Daarom dorst hij hier op ge zag van dien broeder, dien hij hij wilde van deze gelegenheid gebruik maken om het te herX halen dien hij voor een der meest geachte leden der rederijkerskamer houdt op gezagvan dien broeder dorst hij hier gerust verklaren dat de overledene ongetwijfeld een even geacht lid der kamer zou geweest zijn, want brave en edele menscheu zijn het juist, die de kiem der rederijkerij in hun hart dragen. Deze kiem was dan ook de oorzaak, dat hij niet had geaarzeld deze korte hulde hier op den rand van het graf uit te spreken. In gelijken geest spraken de scherpschutters, de roeiers en al de anderen en ten slotte ook het paudoerclubje waar de broer ook lid van was, doch dat hij haast vergeten had omdat dit alleen 's winters vergaderde. Toen alles uit was kregen we den broer nog, die gelukkig te ontroerd was, zoo zei hij, om veel te zeggen. Als waardig besluit van de plechtigheid wierpen we allen een schop zand op de kist en kregen een doffen plomp als een dankbetuiging van Sam terug. Daarna ging de broer vlak op den rand van den kuil staan om nog voor het laatst naar de kist van zijnen diep betreurden en hoog begaafden broeder te kijken. Toen zakte het zand plotseling onder zijne voeten weg en hij viel in den put. Ik heb nog nooit zoo'n lawaai gehoord als die broer maakte, toen hij daar vergeefsche pogingen deed om uit den kuil te springen en ik heb nog nooit zoo'n vroolijke begrafenis bijgewoond. 1 . «- . CKAMBAMBOLI. VOOR DAMES. Eet huwelijk van prinses Louise. Nauw rijgen. Het corset. Zijde uit collodion. Vrouwelijke dokters in jLngeland. Het huwelijk van prinses Lonise van Wales met graaf Fife, is in Engeland het onderwerp van den dag. De trousseau der bruid is voor een groot deel bij de voornaamste Londensche firma's besteld. Over 't geheel is alles uiterst eenvoudig; prinses Louise houdt van stille kleu ren, van vormen zonder overdrijving, zelfs al wat zeer versierd is, staat haar tegen. De berichtgeefsters waarschuwen zelfs dat hetgeen in de beschrijving vrij weelderig schijnt, toch op het gezicht zeer eenvoudig is. Bij de firma White, in Itegentstreet, is het volgende te zien geweest: Een dinercostuum, geelachtig groen peau-de-soie, zich openend op een front van wit satijn, gebor duurd met zacht getinte kleine roosjes en bronzen brillantine; demi-tralne; twee corsages, het eene voor groot costuum, met point d'Alenyon versierd en puntig uitgesneden; het andere, demi-toilette, met gevouwen crêpe-de-suie opgemaakt. Een wit costuum, Empire, geheel van cr pe-deChine, in afwisselende strepen, glad en gebouillonneerd, charpe en garueoring alles van wit crêpe. Een manteltje, van een Indischen chale gemaakt, een geschenk van de Koningin. Het patroon is zacht terra-cotta op een grond van zeeblauw, met franjes van pauwblauw chenille. Een wandeltoilet Directoire, celadongroen laken, met twee tinten celadon zijde geborduurd, en met loutre gevoerd; een schaatsenrijderscostuum van blauw laken met astrakan; een blauw foulard costuum met een patroon van witte distels, en blauw en wit lint. Een stel Russisch sabelbont en een stel gouden bever bestaan uit muts, kraag en mof; een stel Alaska seaïskin uit jacqtiette en mof. Een drietal jersey's, een stuk kant dat nog voor een japon dienen moet, een kleedje van crème popelinette, en andere eenvoudige stukken voltooien de collectie der firma Whito. Over het geheel is de order geweest: eenvoud, en men heeft zich er aan gehouden. De huwelijksplechtigheid zolf was in zeker op zicht ook eenvoudig, in zooverre, dat de kapel van Buckingham-palaee slechts 200 menseden op zijn hoogst kan bevatten. Het is een leelijke ka pel, in 1703 met het paleis gebouwd, met sma keloos verguldsel overladen; om niet uit den toon te vallen heeft men nu de banken voor de gasten met seharlakenrood fluweel bekleed, langs de wanden paneelen van perzikkleur met lilas geplaatst. Ook do troonhemel is scharlaken, maar over de communietafel hangt een prachtige gobelin, den doop van Jezus door Johannes voorstellend, rnet levensgroote figuren. Men heeft, om niet te veel personen uit te sluiten, in de kamers die naar de kapel leiden, rijen stoelen geplaatst, zoodat een paar honderd geïnviteerden althans het bruidspaar kon den zien voorbijtrekken. Onder de genoodigden in de kapel behoorden, behalve de prinsen, prin sessen en gezanten, ook de ministers en oud ministers Salisbury, Gladstone, Grauville en Ilosebery met hunne echtgenooten. Van vreemde gaston waren er de koning van Griekenland, de kroon prins van Denemarken, de groothertog van Hessen. Opmerkelijk in de beschrijving der huwelijksplech tigheid, die toch niet lang duurde, is het aantal muzieknummers dat werd afgespeeld. Toen de aartsbisschop van Canterbury en de bisschop van Londen binnen kwamen, werd eon marsck van den heer Jekyll gespeeld; bij het binnenkomen der vorstelijke personen een marsen van Handel, bij het binnenkomen van den bruidegom de marsch uit Tannhauser, bij dat van de bruid met haar vader de marsch van Lohengrin, vóór de preek een lofzang van den heer Buniby, bij het heen gaan Mendelssohus Hochzeitsmarsch. De damestoiletten bij de huwelijksplechtigheid werden in kleur overschaduwd door die der hoeren. e vader en de broeders der bruid toch waren in scharlaken uniform, de stoet word geopend door de blinkende kurassen en het schelle rood en wit der Horse-guards; de geestelijkheid, de hofbe ambten, allen straalden in bonte en kostbare kleurenpracht. De bruid was in wit satijn, met een sleep van drie Eng. ellen, zonder versiering, behalve een rand van gevouwen satijn. Over de voorbaan lag een stuk Brusselsche kant, en een chatelaine van oranje-bloesems viel ter zijde af. Sluier vau de zelfde Brusselsche kant, met oranjeblocsems en diamanten; collier van diamanten, puutvormig d colletéen hoogo kraag; mouwen vau kant, onge voerd omdat de prinses mooie armen heeft; bouquet vau witte mosrozen en fijne varens. De acht bruidsmeisjes waren in het rose roze mousseuse, zijde en crépe de Cliine gemengd, van voren en van achteren gedecolleteerd; charpes van rose moiré, van achteren tot op don rand van den rok vallend; demi-traines; kleine loujfes vau mosrozen in het haar; bouquetten van mosrozen; rose kousen. De koningin droeg niet het sombere eft'en zwart van gewoonlijk. Haar kleed was zwart met wit gebrocheerd,witte bloemen en relief op den zwar ten grond. Lange sleep; lange sluier van witte tulle, met eene kroon van brillanten vastgehecht. Corsage gedecolleteerd, maar met witte tulle ge vuld; ordelint vau den Kouseband; mouwen tot den elleboog, met zeer kostbare kant gevuld. De prinses van Wales was in brocaat, witgrijs met zilver; het front droeg hetzelfde patroon van zilver op grijze tulle met satijn transparant; dia manten tiara en overvloed vau diamanten. Do meeste dames-costumes waren in stille kleuren: prinses Christiaan grijs, prinses Louise (mark. of Lorne) in chinébrocaat, prins Beatrice iii heliotrope, zij rouwt over hare schoonmoe der. Prinses Frederica vau Hanover droeg bleek rose met rose azalea's; de hertogin van Teek droeg (als roirwcostuuui ovur hare moeder) purper fluweel met roode tulle. De bruidegom droeg een uniform der Schotsche vrijwilligers, donkergroen mot zilver. De acht bruidsmeisjes waren: de twee zusters der bruid, prinsessen Victoria en Maud van Wales, prinsessen Victoria en Louise van Sleeswijk-Holstein, de mooie prinses Victoria Maria van Teek, en drie gravinnen Gleichen. De huwclijksgeschenkon, aan prinses Louise en haren man vereerd, vormen een bazaar zooals zelden gezien word. De gehcelo hoogo adel heeft dia manten gezonden, naar den wensen der prinses, die vroeger niet van juweelon hield en er nu voor 1,800,000 gulden ontvangen heeft, en de bankiers hebben zich niet onbetuigd gelaten. Het geschenk der Rothschilds is een armband van brillaiiten. waarvan het midden gevormd wordt door een oeil-de-chat, de grootste steen van deze soort die bekend ia; als men op een veer drukt, springt de steen omhoog er. ecu klein horloge, daaronder verborgen, komt te zien. Do groote eetzaal, ruim veertig voet lang en twintig voet breed, was voor hut tentoonstellen der cadeaux ingericht; alleen met de diamanten sieraden waren verscheidene ellen der middentat'cl bedekt, het overige en do zijtafels waren vol kostbaar porcelein, schilderwerk, borduurwerk, snijwerk in ivoor, kant, email, cameeën, goud eu zilver, enz. Graaf Fit'e had aan zijn bruid een diamanten tiara gegeven, uit verscheidene hon derden steenen bestaande, waarvan de grootste als brioletle* zijn gezet, dat wil zeggen aan bcido zijden geslepen en op spillen draaiend, zoodat zij met iedere beweging van het hoofd duizenden vonken werpen, en een diamanten rivière. Ook de prins van Wales gaf' aan zijn dochter eene tiara, met andere geschenken. Dan volgen do reeksen van diamanten broches, armbanden, krui sen, oorringen, vlinders, ringen, aigrettos, pijlen, van verschillende personen. Keizerin Eugénie gaf een vaas van gouden filigraanwerk; de graaf en gravin van Parijs een armband van goud en dia manten, keizerin Fredcrik van Duitschland een bronzon pendule, de prinses van Wales een door haar zelf geschilderd miniatuiu'portrct van do bruid, in een lijstje van volkomen gelijke paarien. Het geschenk van de bruid aau haren bruidegom is een tooneelkijker, met zilver gemonteerd; zij verbiedt hem dus niet, naar de actrices te zien. Ofschoon graaf' Fife den aangeboden hertogstitcl nog niet heeft aanvaard, hebben al do gevers diühun geschenken met monogrammen of kroon tjes deden voorzien, daarop hertügskroncn on aardbeziënbladon doen aanbrengen; de benoeming zal dus wel niet uitblijven. Het is opmerkelijk, dat bij do honderde geschenken, de waaiers, kus sens, kamerschuttcn, inktkokers, handschocndoozen, serviezen, spiegels, schilderijen, likenrstellcn, n cessaires, vlouiboekeu. coupes, zoutvaten, bustes, lampen, lepels en vorken, kandelaars, slabakken, wijukoclers, vazen, boeken, albums, enz. slechts n kerkboek is, een geschenk van Lady Kandolph Churchill, in wit leder gebonden met den naam der prinses in diamauljes en de drie ko ninklijke struisveeren in maansteenen. De heer Gladstone zond zeven deelen van zijn,, Gieanings'', netjes ingebonden. Een der artikelen van het damestoilet die het meest op den voorgrond treden op de Parijscuo expositie, is hot corset, De Franscho fabrieken geven daarin kostbare wonderwerken, duur, ver nuftig en elegant, eu ook goedkoopere. Wat de dure betreft, concurreeren de Belgische en Amorikaanschc fabrieken met hen, wat de goedkoope betreft, levert Zwitserland massa's eenvoudig en sterk werk, zonder pretentie. In Behjiii is het corset een waar studievoorwerp geworden ; zijn tallooze baleinen, zijn kracht, buig zaamheid en vastheid, tarten iedere omschrijving. Men verklaart dit uit de behoefte om den vormen rijkdom der Vlaamscho en Waalsche schoenen (a la llubons, a la Jordaens) te doen saTnengaan met Parijsche elegance. Wat dan niet breken wil moet buigen, en men wil een harmonisch geheel behouden. De Amerikaansche corsetten zijn even onver biddelijk gemachineerd, maar de vorm is minder sierlijk. Men houdt in Amerika van lange tailles, van niet to weeldorigen busc, van smalle heupen; een Amerikaansch corset is eene afschrikkende vesting met steile muren, om vooral niet op een bekoorlijken bazaar te gelijken. Dezer dagen maakte het nauw rijgen weer een slachtoffer, en wel gerechtelijk geconstateerd. Te Birmiugharn luidde de uitspraak: Overleden ten gevolge van drukking om het middel.1' Het slachtoffer was oen arm dienstmeisje; zij stierf van schrik; de geneeshecren verklaarden dat haar corset haar ongeschikt maakte om eenige plotse linge aandoening te doorstaan. Zij droeg niet ? alleen dat corset, maar daaronder een strak diehtgegespten gordel, die den bloedsomloop feitelijk belemmerde: eon hooge nauwe half kraag voltooide dit marteltoestel. De Fransche académie des sciences ontving van haar lid de Ghardonnet verslag omtrent een uitvinding, het maken van zijde zonder zijdewormen. Volgens do Chardoimet kunnen de eigenschappen der zijde, de gelijkmatige zamenstelling van den der draad, zijne doorscbijnendheid en glans, allén daar vandaan komen, dat hij uit het verspinnen eener vloeistof ontstaat. De Chardoimet beproefde nu collodion te spinnen en verkreeg een product, dat op natuurlijke zijde vrijwel geleek. Cellulose zelf kan niet gemakkelijk opgelost worden, de Chardonnet gebruikte dus octonitro-cellulose (uit katoen door salpeterzuur verkregen), waarvan 6 '/j deel in 100 deelen van een mengsel van 38 dee len aether en 42 deelen alcohol oplossen. Deze collodionoplossing werd in een koperen vat ge bracht en daarin geruimen tijd onder den druk van een aantal atmosferen gehouden. liet be nedenste deel van het vat loopt in glazen buizen uit, die zich tot haarbuisjes vormen, zoodat de collodionoplossing in fijne draadjes er uit kan vloeien. De glazen buisjes ziju door water om geven ; zoodra nu het collodion in het water komt, stolt het tot zeer fijne draden, die men dan uit hot water neemt eu op rollen draait. Door verwarmen met salpeterzuur en weer af koelen verliest do nitrocellulose voor een groot deel haar salpeterzuur weer eu daarmede ook de ontplof baarheid, Chardoimet deelt mede dat zijne zijde ongeveer alle eigenschappen der natuurlijke heeft; zij laat zich evengoed verven als deze, neemt vloeistof fen, zouten en kleuren even gemakkelijk aan; haar glans is sterker dan die der natuurlijke. Hare draagkracht is van 5 ii o;~> kilo per kwa,draafmillimeter, terwijl die van natuurlijke zijdu uit de cocons i>0 a 45, die der gekookte zijde 15 a 20 is. Uit Londen wordt gemold, dat thans niet min der dan 7.'! dames reeds in Engeland bevoegdheid hebben om als practiseerend dokter op te treden. Van deze wonen er in Londen 22, >n andere steden van het Vcrcenigil Koningrijk 11», do overige in andere landen, meest in Indié. Do Londensche correspondent der G«;eltc RKdica-le, Dr. Kefer, bericht hieromtrent het volsjende: .Vis voorbeeld kan vooral dienen Madame Schatiieh, eeno vrouw van 40 jaar, die in 188:5 in Indiëhet KoyalVictoria-llospitaal voor vrouwcr./ieken vestigde, toen naar Londen terug keerde en sedert dien tijd in het nieuwe vrouwenhospitaal den leerstoel voor gerechtelijke geneeskunde bekleedt. Zij ver heugt zich in eene uitgebreide praktijk. Xevens haar kan men Mevr. Garrett-Anderson noemen, die te Parijs het doctoraat in de medicijnen ver kreeg eu zich te Londen met het vestigen vau het nieuwe vrouwen-hospitaal verdienstelijk maakte. In dit hospitaal werken enkel dames; alleen eenigo specialiteiten worden in consult geroepen. De apotheek is ook onder leiding van een meisje. In Hiiudel-street is eeno medische schoo! voor vrou wen, met 18 professoren, onder welke 4 vrouwen. Mrs. Garret-Anderton is presidente en geeft interne geneeskunde. De leerlingen moeten haar 18de le vensjaar bereikt hebben. In 1888 waren 01 dames ingeschreven; de examens moeten aau de Lon densche Universiteit worden afgelegd en lie pen meest uiterst gunstig af. De dames toonen meest een buitengewone volharding om in het door haar zelve gekozen beroep allo bezwaren te overwinnen. Dr. Kefer schrijft tot slot: On der allo landen ter wereld is misschien Engeland dat, waar de vrouwelijke dokter het meest reden van bestaan heelt. De vrouwelijke dokters kun nen niet enkel in Engeland, maar ook in Indic uitstekende diensten bewijzen: daar toch vinden zij eeno bevolking van 40 millioeu vrouwen, aau welke het absoluut verboden is, van de hulp van een mannelijk arts gebruik te maken.'' E?e. 36 d4 X eG 37 e3 g5 38 g3 e3 3!) c3 X e;"j 40 g5 f4 41 e3 c3 42 f'4 e.'! Kemise. e e7 X c(J g8 - f7 eG e5 e8 X e5 e5 e8 e4 cG Kindstelling cener partij gespeeld door den grooten meester Paul Morphy. Morphy zwatt. *) ZWART 8 0} Deze behandeling van een afgeslagen IvmininnnOLrambiet dour z\vart i.s niet aan te bevelen, daar wit hierduur tijd wint. b] Wit zuil beter gedaan hebben zijn beide torene op de c-lljn to laten staan. c) Zwart ma;,' de piun h-1 niet nemen, want ilan zou volgen 23e zet t1':i X hi c 7 X hl. liio c5 X "G b7 X cli' 250 a4 X u(i uu wint. </) Hier hebben de beide spelers overzien; het oRV-r van een kasteel te maken up g7, wat vuur wit zeker besLUsend zou zijn geweest. j e) Zwart zun nog door 42e 7.ci g(ïg5 op den pion h<> j kunnen speleu; maar door de looper.s van ver-seLillende kleuren zuu het toch tut remise gekomen zijn. EINDSPEL. Wit pred. W. Waijfc en zwart J. II. Zukcrtort. Zwart speelt, wie wint V Wit koning c5, dame g4, pion h6; Zwart koning a7, toren f l, looper e7, pion a5 en ba. i tijen, die M. tegelijk blind speelde te Havana. P. Morphij wit. Sen. Dominguez zwart. i a 4 r, G 7 8 'J 10 11 12 13 14 15 l G 17 18 19 c2 . e4 gl - f3 f l ~ c4 d2 (14 O O e.r) d5 e4 cl e'i cl fl f 3 dl h5 bl d2 c4 do dG X fii - el f e5 h5 f X e5 f d'2 c4 X dG f - eG i e7 b8 cG g8 - f G ef) X '14 f8 t'5 a f(i __ e4 b f7 f5 e4 X i'! - o7 X f" e7 X e:l c5 e7 c O fi; h.8 f 8 c7 cG 'i d7 d<! e8 d7 d7 c7 t' abcde WIT Zwart begint en wint. *) Deze eindstelling wordt in het Morphijboek niet aangetroffen; evenmin de drie volgende parc8 f en de volgende zet mat. c i» trouwens

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl