De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 11 augustus pagina 1

11 augustus 1889 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

633 DE AMSTEEDAMMER A°. 1889 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. uitgever: Tj. VAN H O L K E M A, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 11 Augustus. Abonnement per 3 maanden f 1.125, fr. p. p. f 1.275 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.1(1. Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20. Reclames per regel , 0.40. I W H O U »: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON: Jan Starter en zijn wijf, door Dr. Jan ten Brink. IV. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam Nieuwe uitgaven op muzikaal gebied, door E. D. P. Aanteekeningen Schilderkunst, door V. Alfred Tennyson. Fanny Lewald. Les pipeaux. Zandvoort, door Fiore della Neve. VARIA. MILITAIRE ZA KEN : Het Turksche leger. SCHAAKSPEL. Door den telephoon, naar A. Noël. Kucstenaarsvrouwen." Voor Dames, door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLA MES. BEURSOVERZICHT. ADVER TENTIËN. Van verre en van nabij. Keizer "Wilhelm van Duitschland heeft eene week in Engeland doorgebracht. Men weet, dat de jeugdige monarch dit bezoek zoolang mogelijk heeft uitgesteld, dat de ver houding tusschen hem en zijne koninklijke bloedverwanten aan de overzijde van het Kanaal veel te wenschen overliet en dat de politiek van de laatste maanden ook niet getuigde van eene warme vriendschap tus schen de beide regeeringen. Maar de etiquette schrijft voor, dat dergelijke vorstelijke bezoe ken altijd met den schijn van de grootste hartelijkheid gepaard gaan, dat de pers van de landen, welker souvereinen elkander be groeten, haar beste beentje voorzet en het thema der solidariteit van belangen met voor liefde behandelt, en dat voor een tijd de diplomatie met een hoffelijken glimlach het woord laat aan de gevoelspolitiek. Als men dit alles bedenkt, zal men begrij pen, dat er in de politieke wereld nog niet veel is veranderd, omdat koningin Victoria haren kleinzoon, den Duitschen keizer, bij het gaan en bij het komen op de beide wangen eeft gekust, omdat de prins van Wales en de keizer elkander vele malen de hand heb ben geschud, omdat de keizer verlof heeft verkregen om zich te yertoonen in de uniform van admiraal der Britsche vloot, en omdat koningin Victoria, als zij lust heeft, het costuum van kolonel der Pruisische garde-huza ren mag aantrekken. Het zij in het voorbij gaan opgemerkt, dat de koningin, ofschoon zij ongetwijfeld gezegend is met die welgedaan heid, welke men eene hoofdofficiers-taille pleegt te noemen, zich beperkt heeft tot het dragen van een strik met de kleuren van haar regi ment, en zich geen Duitsche huzarenuniform heeft aangeschaft. Overigens heeft men in Engeland den keizer laten zien, wat hem het aangenaamst was: pantserschepen, kruisers, torpedo's, eene revue van een goed deel der Engelsche vloot en ten slotte eene revue van Feuilleton. Jan Starter en zijn wijf, DOOR Dr. JAN TEN BRINK. la El hombre es de lino y mujer de fuego." (Spaansche wijsheid). IV. DE VERTOONING VAN: OCH, MOCHT HET KYSEN! De voormalige kapel van het Sint-Annaklooster der grauwe Begijnen te Leeuwarden was een zeer eenvoudig gebouw. Keeds vóór 1600 hadden de geestelijke zusters Leeuwarden verlaten, en werd het klooster door de Vroed schappen tot een stadsgevangenhuis bestemd. Met primo Januari 1617had Starter van de anti-Barneveltsche regeering, door tusschenkomst van zijn beschermer, Jonkheer Rembt Rengers ten Post, de vergunning gekregen, om de leegstaande zaal der kapel van het Sint-Anna-Klooster te gebruiken voor de tooneel vertooningen der jonge kamer: »0ch, mocht het r ij s en!" De kapel, ontdaan van alles wat tot den eeredienst behoorde, zag er uit als een leege schuur met veel licht, dat door de zeven hooge kruisvensters naar binnen stroomde. De vrienden van Starter hadden hem ijve rig geholpen, om van dat gebouw eene soort van schouwburgzaal te vormen. Voor de toe schouwers had men banken langs de wanden en in het midden der kapel geplaatst. De witte muren waren met wapenschilden, met ruit- of schildvormige Rhetorijkerblazoenen versierd. Festoenen en slingers van oranje en groen waren tusschen de wapenbordeii aan25,000 man van het Engelsche le^er in het kamp bij Aldershot. Natuurlijk is Zijne Ma jesteit over dit alles hoogst voldaan geweest, en heeft hij de op zijn persoon en op het flinke eskader, dat hem vergezelde, uitge brachte toasten beantwoord door te drinken op de koningin en den kroonprins, de vloot en het leger. De keizer heeft ook melding gemaakt van het feit, dat Duitsche en En gelsche soldaten, broederlijk vereend, op het zelfde slagveld hun bloed hebben gestort.... bij Malplaquet en Oudenaarde; hij had zonder zieh aan onvoorzichtigheid of' onjuistheid schuldig te maken ook nog van Waterloo kunnen gewagen. Hij drukte zelfs de hoop uit, dat die kameraadschappelijke geest zou blijven bestaan. Moet men nu daaruit afleiden, dat de allian tie met Engeland kant en klaar is, en dat de triple alliantie eene quadruple alliantie is ge worden ? De lectuur van de Engelsche en Duitsche bladen zou dit haast doen gelooven Zoo schrijft de Frcisinnige Zeitung, die in den regel de uitlatingen van vorstelijke personen zeer sceptisch opneemt, aan het bezoek van den keizer eene hooge politieke beteekenis toe. In gelijken geest spreken andere Berlijnsche bladen, die anders niet gewoon zijn voel sym pathie voor Engeland te toonen. De Oostenrijksche pers heeft ook reeds een warm woord voor den aanstaanden bondgenoot, en wijst er op, dat in de Oostersche quaestie de kabi netten van Weenen en van Londen geheel dezelfde lijn trekken. De Engelsche pers is uiterst voldaan over den goeden indruk, dien de ontzagwekkende vloot, welke bij het eiland Wight was bijeen gebracht, klaarblijkelijk op den keizerlijken gast heeft gemaakt, en is dientengevolge in eene soms aan opgewon denheid grenzende stemming, terwijl de dui delijke avances van Duitsche zijde de natio nale ijdelheid niet weinig streelen De Standard heeft echter als nabetrachting een artikel ten beste gegeven, dat van meer dere kalmte getuigt. Het blad zet uiteen, waar om Engeland in de tegenwoordige omstandig heden wel met Duitschland kan samengaan. Engeland werkt, door in Egypte te blijven zoolang zijne hulp daar niet kan worden ge mist, mede tot de instandhouding van het Turksche rijk. Zoowel in Duitschland als in Oostenrijk en in Italiëerkent men, dat En geland, door zijn bezettingsleger aan de oevers van den Nijl te laten, aan geheel Europa een dienst bewijst Alleen in Frankrijk wil men dit niet inzien; daar eischt men steeds op nieuw, dat Engeland zijne troepen uit Egypte zal terugtrekken. Wat is nu natuurlijker, dan dat Engeland meer sympathie gevoelt voor de triple alliantie dan voor Frankrijk? En wat Rusland betreft: als de triple alliantie Rusland's eerzuchtige pogingen in het Oosten verijdelt, dan is men het in Engeland daar mede geheel eens.Ook gevoelt men in Engeland geen sympathie voor een revanche-oorlog, die aan Frankrijk de door Duitschland veroverde gebracht. De wapens der E y s i n g a 's, der J o n g a m a 's, der C a m m i n g a 's en der Rengersen prijkten daar naast vele an deren, eene hulde aan de Friesche edelen, die als leden der kamer: »O c h, mocht het r ij s e n \" waren ingeschreven. Een vrij groot stuk der zaalruimte was in genomen door het tooneel. Men had een hou ten vloer gelegd op vaste schragen, en voorts twee gordijnen aangebracht, een die het too neel afsloot van de toeschouwers, en een op het tooneel, om kleinere of grootere ruimte voor de spelers te verkrijgen, naarmate men kluchtige of ernstige drama's vertoonde. Decoratiën waren uit den aard der zaak nog niet aanwezig. Starter had het voorste gedeelte van net tooneel zooveel mogelijk als het binnenvertrek van eene burgerwoning in gericht. Bij de deftige stukken werd het gor dijn op het tooneel ter zijde geschoven. Men zag dan een soort van throonhemel met een zetel er onder, en ter zijde op voetstukken van hout, die als marmer waren geschilderd, twee standbeelden van Thalia en Melpomene. Donderdag 20 December, te half twee des namiddags, waren er reeds een paar honderd toeschouwers in deze tooneelzaal aanwezig. De eerste bank vóór het tooneel werd inge nomen door meester Jaques Vrede man en het Leeuwarder Collegium m us i c o r u m. Zes broeders van »O c h, mocht het r ij s e n!" schaarden zich daar onder de bevelen van Vredeman, die als hoofd van het Collegium voorging met krachtige grepen in de snaren zijner t h e o r b e. Een der maats speelde op eene groote v i o l a-d agamba eene soort van bas , twee luit spelers, en drie fluiten vormden het verdere orkest. Zij boeiden in afwachting der din gen, die komen zouden, de aandacht der aan wezigen door een fraai en krachtig samenspel, waarbij vooral bekende en algemeen geliefde motieven uit den rijken schat der Nederlandsche volkszangen, of vroolijke dans wijzen, als: en geannexeerde provinciën zou teruggeven; men heeft er op de rechtmatigheid van Duitschlands bezit niets aan te merken. Maar Enge land is daarom niet voornemens zich onvoor waardelijk bij de triple alliantie aan te sluiten, want het meent, dat de Balkanstaten moeten worden onttrokken aan den invloed van Rusland, maar niet minder aan dien van Oostenrijk, om van dien van Turkije niet te spreken. Als Oostenrijk beproefde, de vrijheid der Balkanstaten in eenig opzicht te beper ken, zou men te Londen het \Veener kabinet niet langer kunnen steunen. Ziedaar het oude ?Hands off.' in ietwat beleefder vorm. Natuur lijk zou Engeland er allerminst aan kunnen denken, den sultan te helpen, als deze een poging wilde wagen om te herwinnen, wat hij door eigen schuld verloren had. Wellicht slaat die verzekering niets slechts op hetgeen de sultan reeds verloren lieeft, maar ook op hetfeen hij vroeger of later nog verliezen xal, ij voorbeeld op Creta. Het programma van Engeland laat zich samenvatten in de woor den : vrijheid en non-interventie. Wie nu hierin den grondslag van eene alliantie wil zien, is met een klein beetje tevreden. De Standard, welks officieuse relatiën bekend zijn, geeft niets anders te kennen, dan dat Engeland voor het oogenblik zich zeer wel kan vereenigen met de politiek van de verbonden mogendheden, te meer omdat het een bepaalde reden heeft om onte vreden te zijn op Frankrijk en omdat het Rusland niet vertrouwt. Ondersteld echter, dat, gelijk Lord Randolph Churchill nog on langs dringend aanried, een modus vircndi met Frankrijk ten opzichte van de Egyptische quaestie werd gevonden, zou dan Engeland niet met de meeste gemoedsrust het beginsel toepassen van non-interventie en van vrijheid voor elk volk om zijn eigen aangelegenheden te regelen, als Frankrijk trachtte de verloren provinciën te herwinnen ? En indien Rusland met Duitschland of Oostenrijk wilde afreke nen, onder voorbehoud van later met Enge land de Oostersche quaestie te regelen, zou men dan te Londen een vinger uitsteken om Rusland's vijanden te helpen ? Het komt ons voor, dat de sedert den Krim-oorlog gehuldigde traditiën in Enge land vast wortel hebben geschoten, en dat ieder ministerie die zal moeten eerbiedigen. Is dit werkelijk het geval, dan zal Engeland geen alliantie aangaan, die het voor een te voren bepaald geval bindende plichten op legt, en dan zal het keizerlijk bezoek, niet tegenstaande alle revues en parades, feestma len en feestdronken, in de algemeene rich ting van Engeland's politiek geenerlei wij ziging brengen. »V an d' Engelsche i n dra yen d e dans L o n d e 11 s t ey n," of »d' Eugelsche klokke-dan s," of »C o u r a n t e Francais e," of »B a 11 e 11 i E s p a gn o l e" werden gekozen. Velen der toeschouwers bleven achter in de zaal bij elkander staan in vroolijken kout. De banken, die het dichtst bij het tooneel stonden, waren bedekt met fraaie fluweelen kussens voor de deftige leden met hunne echtgenooten en dochters. Bijna al wat Leen» warden aan schopne adellijke jonkvrouwen bezat, was dien middag aanwezig. De Freules Van E y si n ga zaten met de douairière Van C a m m i n g h a bij elkander, terwijl zacht lachend over allerlei plaatselijk nieuws werd gekeuveld. Toen Starter metNieske de zaal binnentrad, zag hij met stralende blikken in het ronde. Geheel aanzienlijk Leeuwarden was ter kamer verschenen. Ter wijl Vredeman de (Jourante F ra 119 ai s e deed hooren, ging hij vroolijk naar voren en bracht zijne vro.uw op een goed plaatsje vooraan, waar zij eene vriendin, T a e t s k e O r n i a, de huisvrouw van A l > b er t Veelker, een der spelende maats, tot gezellin kreeg. Toen haastte hij zich weg, om door eene achterdeur naar het tooneel te komen, want hij moest zelf' de rol van D a ifilo in de »Granida" vervullen. Op het tooneel was het tweede gordijn reeds weggeschoven. De speelders stonden gereed. Veel werk van kostuum werd er niet ge maakt. Men legde de hooggepijpte kragen af', men hulde zich in wijde lichtblauwe of' pur > peren mantels. Een lauwerkrans werd op het hoofd gezet, een hooge herderstaf in de hand genomen. In een ommezien had StarterDaifilo zich g_ereed gemaakt. Albert Veelker, rijk bierbrouwer te Leeuwarden, een der beste acteurs van S t a r t e r's ge zelschap, speelde voor T i s i p h e r n e s, en zijn broeder, M e n n o Veelker, zestien jaren oud, zou voor Granida optreden. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Fransche-Laan schouwburg. (Ned. Too neel). Ken meisje van dertig jaar. Grand Théatre. Gaspardo de Visscher of het oproer te Milaan. Zooals te voorzien was, leefde Een druppel vergif' niet lang; reeds Dinsdag verdween het van het programma, om plaats te maken voor Een meisje van dertig jaar", tooneelspel in 4 bedrijven, door Eug. Scribe en Em. de Najac, dat ook reeds vroeger door de artisten van het Ned. Tooneel vertolkt werd. Waartoe ook steeds nieuwe stukken te kiezen, wanneer men zooveel goede oude als 't ware voor het grijpen heeft? Een meisje van dertig jaar" moge nu al niet oen van de beste voortbrengselen van Scribe's zoo vruchtbare pen zijn, desniettemin heeft het ons toch nog meer genoegen verschaft, dan een der nieuwigheden (met uitzondering misschien van Juliette's echtscheiding"), die de Konink lijke Verecniging in dit seizoen op zoo gulle wijze op haar repertoire heeft gebracht. Ursule do Ligny, een jonge dame, die al eenige jaren lang negenentwintig jaar oud is, was in haar jeugd wel wat al te veeleischend in de keuze van een man; toen verdrongen de pretendenten zich om haar, nu tracht zij door allerlei kunstmiddeltjes de aandacht der mannen tot zich te trekken. Dat haar humeur daardoor niet verbe tert en dat haar vader, de admiraal de Ligny, haar daarin zooveel mogelijk bijstaat, om in Gods naam toch maar rust to vinden, zal men mis schien niet fair, maar, wanneer men kennis met Ursule gemaakt heeft, alleszins begrijpelijk vinden. Onder de vroeger door haar afgewezen aan bidders behoort ook Raoul de Mornas, een jeugdig ingenieur, die troost in zijn werk gezocht en ge vonden en in het buitenland naam gemaakt heeft. Nu hij als een beroemd man terugkeert, voor wien de weg tot de hoogste betrekkingen openstaat, denkt Ursule geheel anders over hem en doet zij haar uiterste best hem in haar netten te van gen. In een vertrouwelijk gesprek deelt Raoul haar mede, dat hij na veel strijd zijn liefde voor haar heeft overwonnen, maar nu. helaas weer een even hopelooze liefde koestert. Wie hij liefheeft, zegt hij niet, maar Ursule raadt het. Het is haar nichtje Helene de Mailly, de pupil van haar vader. Ook deze heeft Raoul lief, en neemt mede haar nicht in vertrouwen, maar Ursule wat 'n valsche kat", hoorde ik achter mij zeggen maakt haar wijs, dat Raoiil niet wcderkeerig haar, maar een ander meisje lief heeft. Helene besluit in een eersten aanval van wanhoop den eersten den besten te huwen en daar dit volkomen strookt met do plannen van Ursule, koppelt deze haar, ondanks het verzet van den admiraal, aan Robert, een goedhartigen losbol, den neef van den schatrijken mijnheer de Lamorinière. Deze, een oud vrijgezel, met niet al te solide beginselen en die nog al tamelijk onder de plak zit van zijn huishoudster, met wie hij vroeger een liaison had, Het kostuum van dezen laatste was met eenige zorg gekozen. Op een afstand maakte hij den indruk eener jonge vrouw in het galagewaad van _den dag. \oor Dor i Ie a trad evenzoo een jongmensch van vijftien jaren op. Alles was gereed. Men wachtte alleen pp een teeken van Starter. Deze stond bij de middenopening van het gordijn, en fluisterde met Vredeman, die zijne hand aan het oor bracht, om wél te verstaan: »Tot inleiding het pastorelleke, zooals we hadden afgesproken: The fair es t Nymph, those valleis or mountaines ever b red!" »Opperbest. Laat het gordijn maar weg schuiven !" Vredeman gaf een wenk aan zijne kunstenaars. De drie fluiten hieven aan met schelle tremoloos, waarbij de v i o l a - d a gamba hare statige basakkoorden voegde. Het gordijn werd langzaam weggetrokken. Het tooneel was ledig D o r i l e a trad met luchtigen tred op, en nadat het Engelsche herderslied was gespeeld, begon zij de welbe kende regelen : »Het vinnich stralen van de son »Ontschuil ick in 't bosschagie, «Indien dit bosje clappen con, »Wat melden 't al vrijagie!.... Gelukkig voor de toeschouwers blonken daar buiten de bleeke stralen van deDecemberzon, zoodat de voordracht van Dorilea niet te veel van hunne verbeeldingskracht vergde. De speelders togen nu dapper aan het werk, en te midden van groote stilte en oplettendheid, klonken de luide stemmen van D a i f'i l p, D o r i l e a, en G r a n i d a. Daar het gordijn niet dicht werd geschoven bij ieder bedrijf, maar alleen een kort tusschenspel van het collegium aankondigde, dat een bedrijf was afgespeeld, werd het bekoorlijke herderspel van Hooft in ruim anderhalf uur voor gedragen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl