Historisch Archief 1877-1940
4
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 633
Et leurs parfums délicieux
Qui montaient légers vers les cieux,
Donnaient au bois sileneieux
Un air de fête.
£n sentant les parfums ambrés
Des jolis mimosas dorés,
Les oiselets tout enivrés
Perdaient la tête;
lis roucoulaient comme des fous,
Et leurs chants, tant ils taient doux,
Donnaient au vieux bois plein de houx
Un air de fête.
En entendant les chants joyeux
Des oiselets insoucieux,
Le soleil, un pen curieux,
Montra sa tête;
Et ses clairs rayons qui, sournois,
Se faufilaient en tapinois
Sous les feuilles, donnaient au bois
Un air de ie te.
Or, Ie soleil et ses ardeurs,
Le chant des oiseaux gazouilleurs
Et l'arome troublant des fleurs
Mirent ma tête
Si complètement a l'envers,
Que j'écrivis ces quelques vers
Tour dire que les seutiers verts
taient en iête.
Er is iets zilverachtigs in, iets van den frisschen
klank van een kerkklok in den morgen van een
voorjaarslandschap. In den bundel komen talrijke
stukjes voor, Pélérinage, Vilanelle, Vieilles Choses,
Noêl, die even bekoorlijk zijn. Er is geen spoor
van gezochtheid, van moeilijk rijm, van inspan
ning. Rosemonde heeft blijkbaar eerst voor haar
eigen genoegen al die versjes gemaakt en toen
pas aan het publiek gedacht. Zij moet in de na
tuur leven en genieten in al hare afwisselingen;
zy kent de vogels en de boomen goed, maar noemt
ze toch met huiselijke namen, niet in het Latijn,
welke fraaie rijmen dit ook kon aanbieden. Hier
en daar is Rosemonde's prosodie nog niet in orde;
Boileau zou het een en ander op haar aan te
merken hebben, terwijl de décadents, van Boileau
onafhankelijk, haar toch in het geheel niet zullen
erkennen; maar het jeugdige, de frischheid en
gemakkelijkheid, de behoefte om te zingen, geven
aan iedere bladzijde hare oorspronkelijkheid.
ZANDVOORT,
door Fiore della Neoe.\ j
(Bij de plaat).\
Kom naar de zee. Haar droeve grootschheid
is verwante
Van ied're smart en ied're majesteit.
Kom naar de zee. Haar wond're stem is afgezante
Van almacht en onmeet'lijkheid.
Waar menschenstemmen klein en ruw en klaag'lijk
klonken,
Hun alledaagschheid mengend in uw wee,
Ruischt plechtig en ontroerd het rouwlied, haar
geschonken,
Gemeenzaam en gewijd.... Kom naar de zee!
Zij weet wat lijden is, zij weet ook van herleven,
Zij ziet, na 't kampgeloei en storm en duisternis,
Het rozig zonnig licht het trouwe duin omzweven,
En vraagt met kus op kus vergiffenis.
Gewis, daar is geen smart, of schreiend uit haar
golven,
Rees dieper wanhoopskreet om droever dood,
Daar is geen hoop, of schooner, grootscher ligt
bedolven,
In 't eeuwige geheim van haren schoot....
Maar ook, daar is geen jeugd, geen vreugd, geen
lach, geen spelen,
Zoo tint'lend, stralend, zoo vol glans na't droe
vigst grauw,
Als waar de morgen strooit met kleuren en juweelen,
Een férie van rose en goud en blauw....
De witte zeilen, ginds, zij nemen in 't verdwijnen
Naar verren horizon uw droeve droomen mee,
En andren komen.... Hoe is 't wijken en ver
schijnen
Zoo zacht en schoon en kalm .... Kom naar
de zee!
V A II I A.
TOONEEL EN MUZIEK.
Bossini-stichting. Omtrent de begin Juli te Parijs
geopende Rossini-stichting worden nu nadere
mededeelingen gedaan, waaraan wij het volgende ont
leenen: In de eerste dagen van genoemde maand
werd in een der meest bevolkte tuinwijken van
Parijs een nieuw huis ingewijd, op welks gevel
met gouden letteren de beide woorden
Fondation Rossinï' te lezen zijn. Het is de door Rossini
gestichte inrichting ter verpleging van invaliede
zangers. De Rossini-stichting bestaat uit een nieuw
gebouw, een groote, op een paleis gelijkende villa,
oie te midden van een prachtig Engelsen park
gelegen is, en vanwaar men een prachtig vergezicht
op de Seinestreek heeft. Men moet ouder dan
zestig jaar zijn, om aanspraak te kunnen maken
op een plaats in die stichting en bovendien staat
dat gastvrije huis slechts voor zangers of zange
ressen van Italiaansche of Fransche afkomst open,
In het geheel bestaat er plaats voor 50 personen,
waarvan er dertig door invaliede operazangers en
operazangeressen bezet zijn. Ieder der
huisgenoonooten heeft daar recht op twee zeer net gemeu
bileerde kamers, een groote en een kleine. Een
eetzaal, een muziek- en een conversatiezaal en
een rookkamer dienen voor gemeenschappelijk ge
bruik. Laatstgenoemde vertrekken zijn met een
zekere luxe ingericht, en rijkelijk voorzien van
herinneringen aan Rossini. Wie den bril van den
meester, zijn trouwring enz. wil aangapen, moet
een bedevaart daarheen ondernemen. Hij zal daar
ook Rossini's inktkoker vinden, denzelfden, achter
welken hij, gedurende de laatste tientallen jaren
van zijn leven, zoo goddelijk wist te luieren, totdat
hij er ten laatste allerlei schertsen op de piano
en muziekale aardigheden uit te voorschijn haalde.
Ook deze hebben er hun bescheiden deel toe
bijgedragen, het vermogen bijeen te brengen, dat
nu een half honderdtal menschen, die anders der
armoede ten prooi zouden zijn gevallen, een
zorgeloozen levensavond bezorgt. Rossiui heeft
aan deze stichting een kapitaal van drie a vier
millioen francs verbonden, genoeg om aan ieder
zijner beschermelingen zooveel gemak en genot
te verschaffen, dat de gedachte zelfs aan ontbering
niet bij hen kan opkomen. Het is een zeer eigen
aardige stichting, geheel eenig in haar soort. Het
was de wensch en de wil van den meester, dat
al het goud, dat de bewondering der wereld den
gelukkige eens aan de voeten legde, terug zou
keeren tot hen, die medewerkers aan zijn levens
taak, vertolkers zijner kunst geweest waren. Ieder,
die medehieJp, oin den grooten fakkel van zijn
roem te ontsteken, kan nu zijn deel opvorderen.
Wilhelm Teil", is voor gebrek lijdende zangers
geschreven, de Barbier" voor verarmde zange
ressen gezongen, alle opera's van Rossini ont
stonden niet slechts om het oor een voorbijgaand
genot te sehenken, maar ook, opdat daardoor in
de toekomst ellende verzacht, zoo mogelijk voor
komen zou worden.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Prijsvraag voor een geschiedenis van de ontdek
king van Amerika. Uit Madrid wordt gemeld:
De commissie voor het den 12n October 1892 te
vieren gedonkfeest, als wanneer het 400 jaar zal
geleden zijn, dat Columbus Amerika ontdekte, heeft
besloten een prijsvraag uit te schrijven voor de
beste geschiedenis van de ontdekking van Amerika.
De daarvoor gestelde voorwaarden zijn de volgende:
De in te zenden werken moeten naar eisch der
Academie der Geschiedenis te Madrid in proza
geschreven zijn, in beknopten vorm een aanschou
welijk en volkomen beeld van het te behandelen
tijdvak der geschiedenis geven en vooral de
beteekenis van het feit, dat herdacht wordt, naar
eisch in het licht stellen. De eigenlijke tekst mag,
wanneer hij gedrukt is, den omvang niet te boven
gaan, die twee deelon, elk van 500 bladzijden
der in 1861 en 1803 door Rivadeneyra uitgegeven
uitgave der gezamenlijke werken van Corvantes,
op dezelfde wijze gedrukt, hebben. Echter kan
aan deze twee deelen een derde, van ongeveer
denzelfden omvang, worden toegevoegd, dat oor
konden, kaarten, illustraties enz mag bevatten.
Ter mededinging kunnen worden ingezonden alle,
hoewel reeds geschreven, nog niet uitgegeven en
alle ad hoc geschreven werken in de Spaansche,
Portugeesche, Duitsche, Engelsche, Fransche of
Italiaansche taal. De werken moeten, behalve
den uit de gestelde eischen volgenden inhoud,
bevatten : een uitvoerige inleiding, waarin de voor
de ontdekking van Amerika door Columbus ge
dane ontdekkingsreizen, den stand en de vorde
ringen der aardrijkskunde te dien tijde en terug
tot de ontdekkingen van Hendrik van Portugal
(den Zeevaarder) geschetst worden ; verder moet
er een naschrift aan worden toegevoegd, waarin
de veranderingen en de vooruitgang overwogen
en iu het licht gesteld worden, welke de ontdek
king der nieuwe wereld, de beschaving der oude,
zoowol als den handel, het finantiewezen en den
politiek der Europeesche staten, voordat van Spanje,
heeft doen ondergaan. De ter mededinging in te
zenden werken moeten op goed papier, duidelijk
en met zoo weinig mogelijk doorhalingen en ver
anderingen geschreven en elegant gebonden zijn.
In plaats van den naam des schrijvers, die er
nergens in mag voorkomen, moeten zij van een
motto voorzien zijn. Hetzelfde motto moet een
bijgevoegd briefje, dat den naam en het nauw
keurig adres vau den schrijver moet bevatten,
dragen. De eerste prijs bedraagt 30,000 francs,
bovendien zijn er nog 10,000 francs voor andere
prijzen uitgeloofd. Verder krijgen de schrijvers
van bekroonde en door de commissie uitgegeven
werken gratis 500 exemplaren der oplage. Alle
auteursrechten blijven bovendien, met uitzondering
van de feestuitgave, den schrijvers voorbehouden.
Worden werken in een andere taal dan de
Spaansche, bekroond, dan zullen deze voor rekening
der commissie in het Spaansch vertaald worden.
Bayretith allttm. Door de firma Haasenstein
und Vogler is onlangs een Bayreuth-album uitge
geven, dat voor de bezoekers der Bühnenfestspiele,
zoowel een practische gids als een prettig
souvenir zal zijn. Dit album bevat alles, wat
voor de geschiedenis en de bezienswaardigheden
van Bayreuth, het Hichard Wagner theater, de
aldaar op te voeren werken, hun schepper, aan
te bevolen uitstapjes, enz., voor den vreemdeling
van belang is. De tekst van dit album, dat boven
dien de biografieën en portretten der medewer
kende kunstenaars, benevens talrijke portretten
van Wagner op verschillenden leeftijd bevat, is in
de Duitsche, Fransche en Engelsche taal geschreven.
Geadresseerde overleden. Men meldt uit Dresdon
aan het N. W. Tageblatt. Ken bekend dichter,
hier ter stede, sedert lange jaren een vereerder
en vriend van den onlangs ontslapen Robert
Kamerling, had bij gelegenheid van diens begra
fenis een lauwerkrans naar Graz gezonden; adres
en inhouds-opgave van hot pakket, maakten elke
vergissing onmogelijk. Maar hoe verbaasd koek
de afzender op, toon hij verscheiden dagen na de
begrafenis oen aanschrijving van de Oostenrijksche
post ontving, met het bericht, dat de bestelling
niet kon geschieden, omdat de geadresseerde gestor
ven was." Roseggcr, tot wion de afzender zich
nu terstond wendde, antwoordde, dat hij over deze
tragikomische" gebeurtenis sedert llamcrling's
sterfdag voor de eerste maal gelachen had. Ten
slotte heeft de krans evenwel, zij het dan ook met
eenige vertraging, toch nog zijn doel bereikt en
siert hij nu, zij het dan ook niet Hamerling's
lijkkist, dan toch diens graf.
Gottfried Keiler-medaille. Volgens de N. Z
richer Ztg. komen er zeer vele bestellingen op de
Gottfried Keiler-medaille bij den, door het bestuur
met den verkoop dezer medaille belasten boek
handel van Albert Muller te /ürich in, en is er
reeds door vereerders van Keiler voor meer dan
driehonderd bronzen medailles geteekend. Rij deze
gelegenheid zij tei kennisse gebracht, dat de afle
vering der exemplaren in brons eerst over eenige
weken, waarschijnlijk tegen het einde van Augus
tus, geschieden kan. Het is natuurlijk, dat wan
neer het zoover is, de medaille naar volgorde der
ingekomen bestellingen verzonden wordt, dat dus
eerst die personen haar zullen ontvangen, die haar
het eerst bestelden, hoewel het getal der medail
les niet beperkt zal worden tot het aantal der
gedane bestellingen. Hieruit volgt, dat het in het
belang van lederen Keiler vereerder is, die in het
bezit eener medaille wenscht te geraken, deze zoo
spoedig mogelijk ter aangegeven plaatse of' bij den
een of anderen boekhandelaar te bestellen, opdat
hij deze, zoodra al de bronzen exemplaren gesla
gen zijn, moge ontvangen.
Spaansche schrijvers rusten niet bepaald op rozen;
zij sterven wel is waar nog maar bij uitzondering
van honger, maar des to vaker leven zij in ar
moedige omstandigheden en laten zij hunne huis
gezinnen ten prooi aan een bittere armoede, achter.
De meeste Spanjaarden koopen al evenveel boe
ken als de meeste Duitschers, dat wil zeggen
bitter weinig, naar terwijl in Duitschland de schrij
vers toch nog den troost hebben, dat, wanneer
zij maar eerst beroemd of ook slechts populair zijn,
de talrijke leesbibliotheken en leesgezelschappen
een deel van de oplage hunner werken koopen,
zijn deze inrichtingen in Spanje nog volkomen on
bekend. Daar worden niet alleen geen boeken
gekocht, maar zij worden er ook niet gelezon.
Manuel Fernandez y Gonzalez was onder de
nieuwere Spaansche schrijvers ongetwijfeld een der
besten en een van hen, die onvermoeid, steeds
weer nieuwe werken voortbracht. Vele zijner ro
mans zijn in andere talen overgebracht en met
die van Fernan Caballeros het meest in ruimercn
kring, vooral buiten Spanje bekend ; hun schrij
ver heeft dat evenwel weinig voordeel opge
bracht. Toen Gonzalez stierf, liet hij een weduwe
en een elfjarigen zoon in zoo behoeftige omstan
digheden achter, dat de koningin-regentes zich
nu beider lot heeft moeten aantrekken, om hen
voor de vreeselijkste ellende te behoeden. De
knaap werd op kosten der koningin in een wees
huis opgenomen en de moeder, een hoogst be
schaafde vrouw, die vroeger niet slechts de ge
zellin, maar ook de medewerkster van haar echt
genoot was, kreeg een betrekking als .... op
zichtster in de gevangenis voor vrouwen te Madrid.
Niemoe vondsten op den Akropolis. Volgens de
nieuwste Atheensche mededeelingen" zijn op den
burg van Athene, op het terras van Artcmis
Braurnia overblijfselen van twee zuilengaande
rijen gevonden, die zich aan den zuidelijken en
oostelijken grensmuur daarvan aansluiten en die
uit een topographisch oogpunt beschouwd, van
groot gewicht zijn, in zooverre daardoor de plaats
der twee rijen standbeelden, die Pausanias op zijn
weg van de Propylaeën naar hot Parthenon be
schrijft, nauwkeuriger kan worden vastgesteld. In
het inwendige van het Parthenon heeft men over
al, waar een der marnieren steenen van den vloer
outbrak,kuilen gegraven, om de wijze, waarop de
fundamenten van den tempel gelegd waren, vast
te stellen. Met het afbreken van de middelecmvsche
en Turkscbe ve--tingmuren en bet moderne wacht
huis aan de westelijke helling van den Akropolis,
heeft men goede vorderingen gemaakt. De beide
torens benevens de Beulé'scho poort heeft men
bijna geheel van hunne middeleeuwsche toevoeg
sols ontdaan en bon ook in zooverre gerestaureerd,
als voor hunne instandhouding noodig was. Daar
bij is gebleken, dat de lagen van hellende
stcenblokken van de muren, die de trap begrenzen,
allengs in de horizontale lagen der torens over
gaan. De vestingtorens zijn dus tegelijk met de
groote (buiten) trap gebouwd. Dit feit is over de
geschiedenis van den burg van ingrijpende
beteekenis ; want het bewijst, dat zelfs de bouwmeester
der groofe trap den burg niet zonder verdedigings
middelen durfde laten, maar gedwongen was de
prachtige trap met muren en torens te om
geven. Tot aan den tijd der Romeinen is
de Akropolis dus een door muren omgeven,
in staat van verdediging verkeerende citadel ge
bleven. Het bouwen aan de Bculé'sche poort
wijst op eene versterking van de tusschen de beide
vooruitspringende torens aanwezige oudere poort,
dus van den muur, die zich onder de l'roplyacën
bevond. Door het bouwen van den schouwburg van
Herodes was in dozen onderstcn muur waarschijnlijk
een bres gevallen. Deze oude ringmuur der ves
ting, die het, van den burgwal Klepsydra tot aan
het Asklepilion reikende Pelasgikon omsloot, be
stond volgens Dürpfeld nog ten tijde van lierodes
Attikus en diende als vestingmunr van den burg.
Want zonder een zoodanige benedenste
vestingmuur met een werkelijke poort is noch de plaat
selijke gesteldheid in de Lysistrata van
Aristophanes, noch de bezetting van den burg door do
Spartanen in het jaar 403, noch de belegering
door Sulla in bet jaar 8(5 te begrijpen. Juist nu
zal men bovendien ook beginnen met opgravingen
op de wcstelyke helling van den burg te doen,
die zeer zeker veel licht over de topographie
zullen verspreiden.
O ter /iet beklimmen van bergen doet dr.
Buchbeister uit Hamburg in de, onder de redactie van
Virschow verschijnende Sammlunt/
gcmeincerstüiullichcr wtatteiisdtaf'tlielter Vortrüge", de vol
gende interessante mededeelingen: Wanneer een
bergbeklimmer, die een lichaamsgewicht vau 75
kilogram heeft, een berg van "2000 meter hoogte
wil bestijgen, dus b. v. van Grindelwald uit den
top van den Faulhorn of van St. Gertrud uit den
top van den Ortler wil bereiken, dan moet hij ecu
arbeid verrichten, die gevonden wordt, wanneer
men zijn gewicht met de te beklimmen hoogte
vermenigvuldigt, dus in dit geval 75 kilogram
gewicht X 3'XX) meter hoogte = 150,000
kilogrammetcr, d. w. z. de arbeid, die noodig is om
150,000 kilogram l meter hoog of om l kilogram
150,000 meter hoog, op te lichten. Nu komen be
halve deze arbeid, dien wij op rekening van de
boenen willen stellen, ook nog in aanmerking de
samentrekkingen der hartspieren, die het zich in
het hart verzamelende bloed eensdeels naar de
verschillende slagaderen, anderdeels naar de lon
gen drijven en wel met een beginsnclheid van
/3 meter in de seconde, wat voor een volwassen
man een arbeid van 0.6 kilogrammeter voor elke
samentrekking van het hart, uitmaakt. Volwassen
menschen hebben gewoonlijk 72 polsslagen in de
minuut, maar dit aantal neemt bij het beklimmen
van bergen, ten gevolge van de inspanning, aan
merkelijk toe. Om de rekening te vergemakkelijken
wil ik aannemen, dat het dan 100 bedraagt, dan
bedraagt de arbeid per minuut 60 kilogrammeter,
per uur 3600, dus gedurende de vijf uren, die
noodig zijn, om een hoogte van 2000 meter te
bereiken 18000 kilogrammeter. De spierarbeid
die bij het ademhalen noodig is om de borstkas
uit te zetten, wordt op grond van veelvuldig ge
nomen proeven eveneens op 0.7G kilogrammeter
geschat. Ik geloof zeer matig in mijn schatting
te zijn, wanneer ik aanneem, dat gedurende een
bergbeklimming van vijf uur het aantal adem
halingen gemiddeld 25 in de minuut bedraagt;
gewoonlijk zal dit getal veel grooter zijn, maar
aangenomen dat het 25 bedraagt, dan wordt de
arbeid door het ademhalen nog met 4500 kilo
grammeter vermeerderd. Hij, die den berg
beklimt, moet dus, zooals uit het voorgaande
blijkt, gedurende de vijf uren, die voor den tocht
vereischt worden, een arbeid van 172.500 kilo
gram-meter verrichten. Hierbij is nu nog niet
eens in aanmerking genomen, hoeveel kracht noo
dig is om de wrijving te overwinnen, hoeveel in
spanning wij moeten aanwenden, om op de duize
lingwekkendste plaatsen ons lichaam recht te
houden, hoeveel spierkracht wij moeten aanwenden,
om onze zware schoenen en onzen bergstok mee
te slepen. Ik wil niet eens in aanmerking nemen,
hoeveel kracht wij moeten aanwenden, om, wan
neer de berg met versch gevallen, losse sneeuw
bedekt is, de opstijging te doen; ik ben ook niet
in staat, zelfs bij benadering dit alles onder ge
tallen te brengen, maar meen toch wel gerechtigd
te zijn, voor al deze laatstgenoemde factoren, in
plaats van 150.000 met volle recht 180.000 kilo
grammeter te mogen aannemen voor den arbeid,
die gedurende vijf uur door n persoon verricht
wordt, om een hoogte van 2000 meter te
beblimmen. Om nu een oordeel te kunnen vormen,
wat zulk een getal beteekent, denke men, dat
het hetzelfde is, alsof 180000 liter of 180 kubieke
meters water binnen 5 uur door een enkel merisch
overgebracht moest worden in een bassin dat l
meter hooger ligt, dan dat, waarin het zich be
vindt. Zulk een werk zal wel niemand aandurven,
en toch zijn een groot aantal menschen in staat,
een daarmee gelijkstaanden arbeid gedurende het
beklimmen vau een berg te verrichten, tengevolge
van de uitstekende wijze, waarop wij over onze
spierkracht tot voortbeweging van ons lichaam
kunnen beschikken.
Do firma P. Noordhoff te Groningen geeft van
het boekje van den heer Aitton. leeraar aan het
gymnasium te 's Gravenhage, Nederlandsch Oost
en Wcst-Indië, een tweeden druk. Een driejarig
gebruik heeft den eersten uitgeput Belangrijke
wijzigingen zijn er niet in aangebracht; de schrij
ver heeft als hoofddoel gehouden het bespreken
van de toestanden des volks in verband met de
natuur der woonplaats," en is er op die wijze in
geslaagd, een onderhoudend boek vol nuttige
wetenschap te geven. Aan ieder hoofdstuk zijn
eenige opgaven toegevoegd, die den leerling nood
zaken, zijne aandacht ook aan do zeer noodza
kelijke vaststaande feiten en cijfers to wijden.
Bij dezelfde firma kwam uit: Van oude tijden tot
lieden, Geschiedenis van ons Vaderland, door Jacs.
M. Vos. leeraar aan de Gem. II. B. te Groningen.
Ook deze schrijver heeft zich als eisch gesteld,
eenvoudig en onderhoudend te ziju, en dit is hem
zeer goed gelukt. Te prijzen is vooral de wijze
waarop do geschiedenis van ons land sedert 1815,
zaakrijk en belangwekkend, is behandeld.
Militaire Zaken.
HET TURKSCHE LEGER.
Aan de medcdeelingen van een Engelsen offi
cier omtrent de indrukken, die hij van het
Turksche leger ontvangen heeft, wordt uit ccn Duitsch
blad hut volgende ontleend.
Niettegenstaande vele moeielijkhcden van
geldelijken aard, is do legcrinrichting van Tüildjo
in do laatste jaren veel verbeterd. Op dit
oogenblik telt het leger omstreeks 7.50,000 goed
gekleede en geoefende soldaten. De uniformen, van
ecrie blauw wollen stof' (Tursche serge), hebben,
wat het snit betreft, veel overeenkomst mot dat
van de kleeding der Duitsche troepen ; tot schoei
sel dienen laarzen, waarin de broekspijpen ge
stoken worden.
De oefening is geheel op Dnitsche leest ge
schoeid, terwijl het de aandacht trok. dat de
zoogenaamde hunenpas (langzame statige pas)
daar nog vlijtig beoefend wordt.
De infanterie is met Martini-, Pcabody-,
Remington- en Spencer geweren bewapend. De sol
daten worden in de behandeling daarvan goed
geoefend, maar tevens wordt vermeld, dat uit
zuinigheid tjeen schietoefeningen ?worden
gehonden !
De cavalaric is nog in zeer onvolmaakten toe
stand en berijdt kleine inlandsche of onaanzien
lijke llongaarsche paarden. De verbaier drukt zijn
verwondering uit, dat Turkije niet evenals in
Rusland de kozakken eene nationale ruiterij
tracht op te richten. Dnitsche officieren hebben
veel moeite gedaan om de cavalerie te verbeteren,
maar hunne plannen zouden op do geldquaestie
schipbreuk hebben geleden. Het gedeelte der
cavalerie, dat wekelijks voor den Sultan paradeert,
ziet er goed uit en heeft eene eenvoudige
huzarenuniform; groene en blauwe mouwvesten ofattillas,
grijze pantalons met breede roode strepen en
een kolbak van lamsvcl.
De bespanningen van den trein zijn zeer mid
delmatig; het meeste wordt op lastdieren ver
voord, daar de wegen in Turkije voor het
wagenvervoer weinig of niet geschikt zijn.
De artillerie bezit achterlaadkanonnen van
Krupp, die in den laatsten oorlog goede diensten
hebben bewezen.
De grootste fout ziet verhaler in de gebrekkige
opleiding der officieren, alhoewel in de laatste
jaren juist in dit opzicht ernstige pogingen tot
verbetering zijn gedaan.