De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 25 augustus pagina 1

25 augustus 1889 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

635 DE AMSTEBDAMMER A'. 1889 WEEKBLAD VOOK NEDEKLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124.) Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 25 Augustus. Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. p. ?1.275 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10. Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.201 Reclames per regel 0.4ÜL I N H O D: VAN VEERE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON: Jan Starter en zijn wijf, door Dr. Jan ten Brink. VI. Edison te Parijs (by de plaat). KUNST EN LETTEREN : Het tooneel te Am sterdam. Het anachronisme op het tooneel. Muziek te Rotterdam, door V. Aanteekeningen Schilderkunst, door V. Villiers de PIsle-Adam. De guillotine en hare geschiedenis. VARIA. MILITAIRE ZAKEN : De tegenwoordige oorlogsmiddelen. II. SCHAAKSPEL. Haar ar tikel, een kleine engagements-geschiedenis van Marie Knauff. Voor Dames, door E-e. AL LERLEI. INGEZONDEN. RECLAME. BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIËN. Van verre en van naby. Keizer Wilhelm zet zy'n reizen voort. Te Bayreuth, waar hij de opvoering van een van Wagner's muziekdrama's bijwoonde, ontmoette hij den prins-reeent van Beieren, en te Karlsruhe begroette h\j zijn oom, den groothertog van Baden. De Duitsche vorsten, groot en klein, hebben nu bijna allen hun beurt gehadIn het laatst van deze week heeft de keizer ook uitvoering gegeven aan zjjn voornemen om de Rjjkslanden te bezoeken. Eerst ging de tocht naar Straatsburg en daarna naar Metz. Of de keizer in de geannexeerde provinciën met zoo veel geestdrift is ontvangen, als de correspon denten van Duitsche bladen beweren, mag men met eenig recht betwijfelen. Aan die ontvangst hebben in de eerste plaats de zeer talrijke gar nizoenen deelgenomen, voorts de Duitsche of door de Duitsche regeering aangestelde autori teiten, de Duitsche studenten, de Duitsche im migranten. Van de zijde van al deze personen heeft het natuurlijk aan betuigingen ran gehecht heid en loyauteit niet ontbroken. Maar het zou onzin zijn, uit het feit, dat zich bij de ont vangst van den keizer geen dissonnanten hebben doen hooren, op te maken, dat de bevolking van Elzas-Lotharingen met haar lot volkomen verzoend is. De anti-Duitsche elementen zrjn of hebben zich op den achtergrond gehouden, en hebben geenerlei demonstratiën beproefd, die voor henzelven slechts moeilijkheden had den kunnen opleveren. Het gerucht liep, dat den keizer en de keizerin te Metz rekesten zouden worden aangeboden om aan te dringen op het wegnemen der belemmering van net verkeer met Frankrijk. De officieuse bladen hebben zich _over zulk een stap uitgelaten op eene w^jze, die het onwaarschijnlijk maakt, dat Feuilleton. Jan Starter en zijn wijf, C) DOOR Dr. JAN TEN BRINK. El hombre es de lino y la Mujer de fuego." (Spaansche wijsheid). V. HET SLOT DEE VEKTOONING. Het tooneel bleef vijf minuten ledig. De toeschouwers wisten, dat daarmede eene verandering van plaats bedoeld werd. Het collegium ging dapper voort met het liedeke: »Ik ben tot Amsterdam gewesen, hit, hu.'" en weldra verscheen door de deur M en n o Veelker als de»waerdinne" Griet Kaecks. Zij was beladen met kannen, kruiken en roe mers, die ze zwijgend op het kleptafeltje bij het achtergordijn plaatste. Daarna bleef ze bezig met de tafels en stoelen te wrijven en te boenen, tot buiten de stem van K n e l i s klonk: »Hier woont de Waerdinnef" 'Hou, hou, Griet Kaeclts! Kom voort hier muren, doet op!" Nu hief de waardin hare hooge, schel klin kende stem op, en vroeg naar den naam van haar gast, terwijl zij de deur opende. Zoo ras ze Knelis ziet, zingt ze: 'Wel Knelis Joosten! benje daer? Welkom! 'Wat hadje garen, lieve Voer?" En Knelis, terstond terugkeerend tot het vorig thema, antwoordt: 'Suyckerde wijn en leckere banekeiten, 'Fa la la, ja la la, fa la leyne! Griet Kaecks vraagt eenoogenblikgede bewoners van Metz aan hun voornemen zullen gevolg geven, en zeker, dat zij daardoor niets zouden uitwerken. De resultaten van 's keizers reis naar Enge land schijnen zich te bepalen tot eene verzoe ning tusschen hem en zijne Engelsche familie leden, tengevolge waarvan ook de verhouding tusschen hem en zijne moeder, de keizerin weduwe Friedrich, veel beter is geworden. Diplomatieke gevolgen dit blijkt meer en meer heeft de reis niet gehad. Engeland blijft de politiek van de vrije hand toepassen, en bjj herhaling heeft de regeering verklaard, dat zij geenerlei bindende overeenkomst heeft aangegaan. De Engelsche bladen, zelfs die, welke veertien dagen geleden het, denkbeeld eener alliantie met Duitschland lang niet verwerpelijk vonden, haasten zich thans om te verzekeren, dat Engeland zijne traditioneele politiek niet kan of mag opgeven, maar dat het vredelievend streven van de beide mogendheden kan leiden tot een ongedwongen samengaan, hetgeen heel wat beter is dan een traktaat, dat voor elk der partijen lastig en drukkend kan worden. Het parool blijft dus voorloopig: wederzijdsche welwillendheid. In overeenstemming hiermede heeft de Norddeiitsche Allgemeine Zeituny een van hare bekende en krachtige koudwaterstralen gericht tegen de beweging, door de Kolonialschivarmer op het touw gezet, om te protestee ren tegen Engeland's houding aan de oostkust van Afrika, en vooral tegen de voortdurende tegenwerking, welke de Emin-Pacha-expeditie van Engelsche zijde ondervindt. De Norddeutsche merkt sententieus op, dat de vriendschap van Engeland meer waard is, dan al wat de bedoelde expeditie aan den Boven-Nijl zou kun nen verkrijgen. Züis in dit opzicht consequent; want hoewel de koloniale ondernemingen vroe ger door de regccring wellicht wat al te onvoor zichtig zijn aangemoedigd, heeft de heer von Bismarck zich met de expeditie, die voorgeeft Emin-Pacha te willen ontzetten, nooit willen inlaten. De czar schijnt maar niet te kunnen besluiten om het bezoek te Berlijn te brengen, dat reeds zoo dikwijls is aangekondigd en telkens weer is uitgesteld. De wijze waarop de Russische bladen aan dit bezoek iedere politieke beteekenis hebben ontzegd, was verre van welwillend. Maar juist nu het bij iedereen vaststaat, dat het bezoek in de verhouding van Rusland tot Duitschland geenerlei wijziging zal brengen, en nu dus eene verkeerde interpretatie van dat bezoek niet mogelijk is, wordt het talmen van Alexander III om een plicht van alledaagsche internationale beleefdheid te vervullen, dubbel kwetsend. Volgens de berichten uit St. Petersduld, en vertrekt. Terstond begon weder eene levendige vrijagie, gevolgd door een wedloop op het tooneel. Knelis had L ijsje bij ^verrassing een kus ontstolen, zoodra Griet Kaecks verdween. L ij s j e sloeg op de vlucht, terwijl haar vrijer haar haastig volgt. Zij loopt om de tafel rechts heen en ontsnapt hem telkens handig. Met groote losheid en virtuositeit stelden Veelker en Starter dit stille spel voor. De bijval, voor weinige oogenblikken met hetzelfde tooneel gewonnen, keerde terug. Vooral bij de ge vangenneming der vrijster, als deze, steeds tegenstrevende, zingt: 'Nu, Knelis.' maeckt het niet te grof, stil, stil! En deze, haar in de armen klemmend, ant woordt: *Hoe ? macher niet een soentje of, niet wil ?" De waardin komt met eene tinnen wijnkan, hooge roemers en een schotel vol banket; zij schikt alles op de groote tafel, terwijl Kne lis en L ijsje achter haar rug het stil spel voortzetten. Het minnend paartje plaatst zich op de rustbank met kussens. Griet Kaecks vertrekt met eene geheimzinnige uitdrukking op het looze gelaat. Nogmaals hadden Starter en Veelker een tooneel te vertoonen, dat duizendwerf in vele blijspelen en kluchten, toen en later, door de beste acteurs der wereld is gespeeld het drinktooneel, waarbij eene der beide partijen onder den invloed van den wijn komt. Knelis is bij uitstek gul, en heeft de wijnkan voortdurend in de hand, om de hooge roemers te vuile». Beiden brengen het elkan der toe, op de «stemme" van »La Picarde". Knelis begint: 'Mijn toeverlaet, mijn vreughd, »Mijn troost en mijn geneugt, ?Die alleen mij redden meughtf 'loon u wat blij! 'Dit breng ick dij 'lot aen den grond, 'Met een kusjen voor uw mond." burg schynt iedere zinspeling op eene reis naar Berlijn den czar in zoo hooge mate te prikkelen en te ontstemmen, dat men zich zelfs in de naaste omgeving van den vorst wacht, een zoo gevaarlijk onderwerp aan te roeren. Het is te hopen, dat de czar zal inzien, dat hij zich, in het belang van den vrede, niet aan de vervul ling van een minder aangenamen plicht mag onttrekken. Want al zou het bezoek zelf niet wijzen op eene verbetering der verhouding, het uitblijven daarvan moet de spanning noodzakelijk voortdurend doen toenemen. Rusland's voorstel, dat de gevolmachtigde der Porte, Ghakir-Pacha, met de consuls der groote mogendheden op het eiland Greta in overleg zou treden omtrent de middelen, om aan den opstand een einde te maken, is te Gonstantinopel niet aangenomen. De Porte is van meening, dat zij de zaken wel alleen kan afdoen; mogelijk denkt zij er bij, dat de consuls (vooral de Rus sische) zich al veel te veel met de Cretensers hebben bemoeid. En daar men zich te St. Pe tersburg zeer ingenomen heeft betoond met de benoeming van Chakir-Pacha tot gouverneurgeneraal van Creta, dient men thans wel bonne mine a mamals jeu te maken. Ghakir-Pacha is flink en krachtig, en, voor zoover wij kunnen nagaan, ook onpartijdig opgetreden, en zal er ongetwijfeld spoedig in slagen, de uitingen van den partyhartstocht te onderdrukken en nieuwe bloedige botsingen te voorkomen. Voor het oogenblik schijnt dus Rusland het steunpunt voor den hefboom, die het Oosten in beweging moet brengen, niet op Creta te kunnen vinden. Maar wanneer over eenigen tijd de onderhan delingen zijn begonnen die eene nieuwe orde van zaken op het eiland moeten voorbereiden, zal zich gelegenheid te over voordoen, om een spaak in het wiel te steken- De opstandelingen eischcn: 1°. financiecle onafhankelijkheid vaii Greta; 2°. reorganisatie der gendarmerie; 3°. organisatie der rechtbanken ; 4". herziening der procedure voor civielrechtelijke en strafrechtelijke zaken; 5°. ontbinding van het Gretensische parlement en uitschrijving van nieuwe verkiezingen; 6". nietigheidsverklaririg van alle door het vorige parlement genomen besluiten; 7". beslissing 'in het parlement door de volstrekte meerderheid, zonder dat tusschen Christenen en Mohamme danen onderscheid wordt gemaakt; 8°. billijke verdeeling der ambten tusschen Christenen en Turken; 9°. overdracht van de inkomsteu der douanen en van de zegelrechten aan de kas van Greta; 10°. oprichting; eeuer landbomvbank; 11°. subsidie uit de keizerlijk Ottomanische kas tot regeling der financiën van Creta; 12°. algemeene amnestie voor de Christenen; 13°. strafrechte lijke vervolging van alle Mobammedaansche misdadigers; 14°. behoorlijke vergoeding voor de plunderingen, waaraan de Christenen van de zijde der Mohammedanen hebben blootgestaan. L ij s je vervolgt: 'Om u te doen bescheyd 'Met alle bilUckheyd, ?»I)aartoe ben ick wel bereyd; Keert het maer om 't Sal wellckom, 'Hy wesen weer." Knelis leegt zijn glas tot op den bodem, en keert het om de gewone uitnoodiging, om het gegeven voorbeeld te volgen. Maar L ijs j e weet hem ongemerkt te dwingen zijn gevulden roemer opnieuw leeg te drinken, zoodat Griet Kaecks weldra de tinnen kan voor de tweede reis moet vullen. De drinkwedstrijd wordt voortgezet. Knelis giet de roemers boordevol. Lysje. »0 Vrijer! dat 's te veel 'En meerder als mijn deel, »' 't Moet nochtans door de keel; *Dan sult ghy 'Twee glasen my 'Bescheyd doen weer. Knelis. 'Jae, by Gort! al waer het meer. Lysje. 'Doe my twee bescheyd! Knelis. sel O, Lief.' al waerter thien, ??Als icker dij mee dien, 'So sal 't dadelijck geschien; 'Dit gelter nae toe 'Siet wai ick doe.' Albert Veelker had nu de voor 1618 zeer dankbare rol van den beschonken jon geling op comische wijze voor te stellen. Steeds de woorden duidelijk uitsprekende begint kij plotseling een grof straatlied uit het zoogenoemde -»Vleysboek" te zingen op de wijze »Ala ghy dan komt in den Ilaghe." Lijsje Eindelijk verlangen de opstandelingen, dat over hunne eischen en bloc zal worden onderhan deld, en dat die onderhandelingen niet te Constantinopel, maar op Greta zullen worden gevoerd. Het behoeft geen betopg, dat deze eischen ten deele niet, en zeker niet allen onmiddellijk voor inwilliging vatbaar zijn. Zoolang hierom trent geen overeenstemming is bereikt, zal de quaestie van Greta eene reden van bezorgdheid blijven, al is zij dit thans in mindere mate dan voor veertien dagen geleden. EDISON TE PARIJS. (Particuliere Correspondentie.) (Bvj de plaat.) De geniale Amerikaansche uitvinder, Edison, die zich nooit en voor niemand dérangeert, heeft zijn wonderbaarlijke en uitgebreide werkplaatsen ver laten, om ons een bezoek te brengen, en Parijs mag er trotscher op zijn hem te ontvangen, dan den machtigsten monarch, die ooit den scepter voerde. Immers de beroemde man, die zooeven te Havre aan land is gestapt, is de hoogste verper soonlijking van het hedendaagsche werktuigkun dige genie. Hij is nauwelijks twee-en-veertig jaren, maar hij beeft reeds meer uitvindingen gedaan dan vijftig geleerden vóór hem en zóó bewonderens waardig zijn de toepassingen, die hij voor de electriciteit heeft weten te vinden, dat wij ze voor bovennatuurlijk zouden uitkrijten, als'zijn heldere, duidelijke geest er ons niet tegelijk de verklaring van gaf. De reus, die met vaste hand de electriciteit kluistert en bestuurt, als een geoefend ruiter zijn paard, is van niets begonnen. Hij heeft eenmaal lucifers verkocht langs de straten en thans zou indien hij wilde, zijn fortuki dat vau den ludischen Js'abob of van den spoorwegkoning der Nieuwe Wereld kunnen overtreffen. Wij, Parijzenaars, moeten ons dus zeer vereerd gevoelen, dat Edison onze stad belangwekkend genoeg heeft geacht, om de zee over te steken, ten einde haar te komen zien. Ja, zeker zullen wij ons vereerd gevoelen, maar zal zijn komst ons ook niet een weinig in de war brengen ? Verdient Parijs werkelijk z^n. naam van de «Lichtstad" en zal de groote man het diploma, dat wij ons zelven uitgereikt hebben bekrachtigen ? Het is u wellicht voorgekomen, dat een of an der gewichtig persoon tot u zegt: »Ik hoor, dat ge zoo keurig woont, ik kom dezer dagen eens bij u inloopen." Weg was uw rust en al was alles ook nog zoo volmaakt in orde, toch zijn u dun duizende ge breken in het oog gevallen, die ge anders nooit zoudt hebben ontdekt. is opgestaan, om den licht waggelenden Knelis te ontkomen. De bedwelming neemt zeer snel toe. Knelis valt op een stoel neer, met het hoofd op de leuning. Vredeman hervat met zijn collegium het recitatief op de »stemme": »Pots honderd tausent slappe r me n t". Lijsje schuift een kussen onder het hoofd van den in slaap vallenden Knelis. Er volgt een tooneel tusschen Lijsje en de waardin. De eerste zegt: 'Waerdinneken! so 't u gelieft, haelt mij een weinigh hier ?»Een tinne scJiotcl en daer bij een rauw cy drie of vier, 'Ick sal u moeyten wel secr eerelyk betalen." Griet Kaecks komt binnen een paar minuten terug en zegt: »Daer syn de rauwe eyercn, en 't schuttelken daer by." Lijsje slaat de eieren stuk en klopt dooiers en wit tot een «excellente bry". Daarna giet ze dit mengsel in de zakken van Knelis' wijde broek. Het publiek scheen zich aan deze clqwns-aarcligheid ziek te zullen lachen. N i e s k e zag T a e t s k e een oogenblik ang stig aan, maar deze glimlachte vriendelijk daar Lijsje op het tooneel de moraal uit sprak : »Sie so, lech daer mijn sotte man, so moeten sy al varen 'Die Dochters met bedriegerij tot oneer brach ten garen". De toeschouwers klapten in de handen. Lijsje verdwijnt. Een tusschenspel van het orkest dient om het tijdsverloop aan te duiden, dat Knelisslapend moet doorbrengen. Ein delijk ontwaakt hij. Hij ontdekt, hoe men hem bedroog en beschimpte. Onder het uiten van allerlei woeste kreten, komt hij op het denk beeld den Droes te bezweren een denkbeeld op het tooneel en in de boeken van die dagen zeer algemeen. Met een stuk krijt maakt hij een cirkel en eenige »characteren" op den

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl