De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 25 augustus pagina 5

25 augustus 1889 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 635 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. _ zou z\jn, in allen gevalle zouden de vrouwen ?«r tegen protesteeren, maar in vollen ernst ge sproken, ik ben bezig aan een uitvinding, die het een man, die b. v. in Wall-street woont, niet slechts mogelijk maakt met zijn in het Centralpark wonenden vriend te telephoneeren, maar hem ?dan tevens ook te zien. Zulk een uitvinding zou -nuttig zijn en ik zal mij, na mijn terugkeer, terstond anet hart en ziel aan de uitwerking van dit vraagstuk wijden." Onze berichtgever vroeg daarop, of de pho nograaf, in zijn tegenwoordigen vorm de hoogst ^denkbare volkomenheid bereikt had. Bijna", ant woordde Edison, ten minste wat de laatste in.-strumenten betreft, die mijn laboratorium verlaten .hebben. Maar de gewone, in den handel voorkomende phonografen kunnen lang niet op n lijn gesteld worden met de nauwkeurige toestellen uit mijn Jaboratorium, waarmede ik myn proeven neem. Met deze kan ik een toon voortbrengen, luid ge noeg, om in de grootste volksvergadering verstaan te worden. Mijn laatste verbeteringen hadden <voornarnel\jk betrekking op het weergeven van sisklanken. Zeven maanden lang heb ik dagelijks .achttien a twintig uur alleen aan het woord Spezia" gewerkt. Ik riep in den phonograaf: spezia, spezia, spezia. En consequent antwoordde hij: Pezia pezia. Het was om gek te worden. Maar eindelijk heb ik het er toch uitgekregen, «n gij kunt nu 150 woorden per minuut in den toestel spreken, hy zal ze u alle duidelijk en zui ver herhalen. Gij zult u een begrip van het moei lijke van mijn werk kunnen vormen, wanneer ik w zeg, dat de indrukken op den cylinder bij de letter S" zoo klein zyn, dat men ze met den mikroskoop nauwelijks kan waarnemen. Dit ver schaft u tevens eenig licht, omtrent de wijze, waarop ik werk. Ik ben geen theoreticus en geen geleerde. De theoretici en geleerden hebben veel succes, door in welgekozen be?woordingenniedete deelen, wat anderen gedaan heb ben. Maar al hunne formulenkennis te zamen ge nomen, heeft der wereld n<>g geen drie of vier uitvindingen van eenige waarde geschonken. Het is zeer gemakkelijk allerlei verbazingwekkende dingen uit te vinden, maar de moeilijkheid ligt daarin, deze zoo tot volkomenheid te brengen, dat zij een werkelijk praktische waarde verkrijgen. Dat zijn de zaken waarmede ik mij bezig houd." Aan het slot van hun gesprek sprak Edison de hoop uit, dat het hem zou mogen gelukken, ook het vraagstuk omtrent de bestuurbaarheid van luchtballons tot oplossing te brengen. De branding der zee als drijfkracht. Een uit vinding, die waarschijnlijk groote gevolgen zal hebben, is door een Virginiër, Bond genaamd, gedaan en naar de New- Yorker Staatscour, mede deelt, bij Ocean Grove, New-Jersey, ook reeds in de praktijk toegepast. Deze uitvinding heeft ten doel, zich van de branding der zee als drijfkracht in het groot te bedienen, Aan het uiterste einde van een langen, in zee uitslekenden pier worden namelijk in vertikale richting groote sluisdeuren aangebracht, welke met hengsels aan een stalen stang bevestigd worden, die in den sluitpaal van een pier is ingelaten. Door iedere golf, die komt aanrollen, wordt nu de sluisdeur met groot ge weld naar binnen gedreven, terwijl het daarop afloopende water deze weer naar buiten duwt. Daaruit volgt, dat ieder van die deuren een groote hoeveelheid kracht ontwikkelt, die bij ebbe en vloed ten dienste van de menschheid kan worden aangewend. Verleden voorjaar liet nu de heer Bond bij Ocean Grove een langen, ver in de branding uitstekenden pier aanleggen, aan welks uiteinde acht sluisdeuren, elk dertien voet breed, op bovengemelde wijze werden aangebracht, die bij ebbe twee en bij vloed zeven voet in het water hangen. Aan den binnenkant is aan elke deur een lange, stalen stang bevestigd, die in ver band staat met den zuiger van een waterpomp. Zoodra nu een golf tegen een dier sluisdeuren drukt, werkt die zuiger krachtig en een aanzien lijke hoeveelheid water wordt naar een zestig voet hoog gelegen bassin opgevoerd. Wanneer de sluis deur zich naar buiten beweegt, dan vult de cy linder der pomp zich door middel van een naar den oceaan leidenden zuigbuis met water, dat, ?wanneer er weer een golf komt aanrollen, weer in de hoogte wordt gedreven. Men nam eenige weken geleden aan genoemden pier bij ebbe, een proef met twee sluisdeuren, en deze viel zoo gunstig uit, dat binnen zeer korten tijd een baspin van 40000 gallons inhoud gevuld werd, zonder dat de deuren, in het minst beschadigd werden; zij werden door het water zeer ge lijkmatig heen en weer bewogen en een ieder was verwonderd over de uitwerking. Men be rekent, dat, wanneer alle sluisdeuren in werking gesteld werden, Ocean Grove in weinige uren over stroomd zou zijn. Genoemde drijfkracht kan na tuurlijk tot allerlei industrieële doeleinden worden aangewend. Te Ocean Grove gebruikt men het in het bassin gepompte water voorloopig slechts voor het besproeien der straten. Daar de proef aldaar in allen deele zoo goed gelukt is, wil men deze uitvinding aan in andere, aan den Ocean gelegen plaatsen in toepassing brengen voor de besproeing der straten en tot het drijven van dynamo's, wat een buitgewoon goedkoope electrische verlichting van deze plaatsen mogelijk zou maken. Volgens berekening van den uitvinder, zou de branding van de kust van New-Jersey alleen voldoende zijn, om alle machinerieën van de geheele wereld te drijven. Dr. Theodor Gaedertz, de kunsthistoricus, viert den 7den September te Lübeck het 50-jarig feest zijner promotie. Zijn monographieën en opstellen over Ostade en Rubens, zijn onderzoekingen om trent de Madonna van Holbein, zijne studie over de echtheid van het altaarstuk van Memlinc in den dom te Lübeck, zijn ver buiten den kring zijner vakgeuooten ook in Nederland en Engeland bekend. Gaedertz was de zoon van een Lubecksch se nator, die eene beroemde schilderijenverzameling had; de zoon van den jubilaris, Dr. Karl Theodor Gaedertz, is bekend door studiën omtrent de litte ratuurgeschiedenis, en doet als feestgave eene studie, Göthe und Maler Kolbe met eenige on gedrukte brieven verschijnen. De schilder Philipp Fleischer te München werkt aan een Panorama van den Slag bij Waterloo. Het stelt het slagveld tegen den avond voor. De Pruisen rukken vooruit; de Fransche kurassiers zijn bijna allen gevallen, Koizer Napoleon is bin nen het carréder garde geweken. Op een heuvel ziet men Wellington, te paard, te midden zijner officieren. Het panorama zal tegen half October gereed zijn, en dan te Londen het eerst worden tentoongesteld. Militaire Zaken. DE TEGENWOORDIGE OORLOGSMIDDELEN. II Vervolg. In een vorig nummer van dit blad hebben wij kortelij k en in het algemeen een overzicht gegeveu van de nieuwste oorlogsmiddelen en de daar aan meestal verbonden kolossale uitgaven. Laat ons nu eens nagaan, hoe mannen van naam op militaii gebied zich daartegen willen verdedigen, met andere woorden, hoe naar hunne meeuing tegenwoordig de versterkingen moeten worden ingericht om tegen die nieuwste aauvalsmiddelen bestand te zijn. Hierbij kan men twee be ginselen onderscheiden en wel: 1°. Door het gebruik maken van materialen die beter dan aarde en gewoon metsehverk aan de uitwerking van projectielen, geladen met brisante spriugmiddelen, kunnen weerstand bie den, en 2". Door de vuurmondeu, die ter verdediging eener versterking dienen, over eene groote uitge strektheid te verspreiden en zoo dikwijls als dit noodig is van plaats te doen veranderen. Als men bedenkt, dat bijv. eene granaat van 21 cM. iniddellijn, gevuld met een brisant springmiddel (dus geen gewoon buskruit) meer dan 4 M. diep in een aarden wal dringt, en sprin gende een trechtervormig gat maakt met een grootste middellijn van omstreeks G M., terwijl een soortgelijk projectiel van 15 cM. middellijn door eeu gewelf van ruim l M. dikte hun slaat, dan wordt het duidelijk hoe moeielijk en hoe kostbaar het moet zijn zich daartegen te dekken. Door hen, die het onder l genoemde beginsel voorstaan, wordt voorgesteld om op den hoofdwal of in een voorwerk eener versterking geen enkelen vuurmond ongedekt op te stellen maar allen in gepantserde batterijen, torens of duikkoepels te plaatsen; dewijl door het juiste en vernielende vuur van den aanvaller, ongedekt op gestelde vuurmonden ook door huu vaste en bekende standplaats anders spoedig onbruik baar zullen geschoten zijn. Bovengenoemde gepantserde geschiitstanden, die ook van boven tegen worpvuur gedekt wor den, zijn vervaardigd van zacht staal, smeedijzer of van hardijzer; dit laatste is eene soort van gietijzer dat aan de buitenzijde (d. i. naar den vijand toegekeerde zijde) door snelle af koeling welke verkregen wordt door dat gedeelte in dikke ijveren vormen te gieten zoo hard is geworden dat daar tegen geschoten projectielen springen o: jreken vóór dat zij diep kunnen indringen. Verder worden geschikte bewaarplaatsen voor 3uskru.it en munitie, alsmede bomvrij onderkomen voor menschen en paarden verkregen door de ruimte tot die doeleinde dienende, te dekken met eene laag cement van beton ter dikte van onge veer 3 M. Zij, die meer in bijzonderheden kennis willen maken met bovengenoemd bevestigiugsstelsel,lezen onder anderen het opstel, voorkomende in het 2de blad van het Nieuws van den Dag dato 25 Maart 1889. Een militair vraagstuk van den dag door C. G. P., alwaar in de 2de, 3de en 4de kolom eeu kort overzicht wordt gegeven van de bevestigingswijze, zooals deze door den aan de fabriek van de heer de Grüson te Buckau (bij Maardenberg) verbonden majoor Schumann wordt voorgesteld. Volgens het beginsel onder 2 genoemd, ontwapout men den hoofdwal en worden de tot de verdediging der vesting vereischte vuurmonden in, vóór-, achter- en zijwaarts van de vesting op gunstig gelegen punten verspreid; waarbij men ze zoo dikwijls als zulks noodig of wenschelijk is van standplaats verwisseld, opdat de aanvaller telkens van uit andere punten verrassend wordt beschoten en nimmer zooals vroeger zeker is de vuurmonden van den verdediger door con centratie van een overmacbtig vuur op een be paald punt, te zullen vernielen. Het spreekt van zelf, dat de opstelling van bovengenoemde vuurmonden zoodanig moet gekozen worden, dat deze zooveel mogelijk aan het oog van den vijand onttrokken zijn en dat het indirecte vuur (d. i. het beschieten van den vijand als men hem van uit de standplaats van het kanon niet zien kan) hierbij veel toegepast zal moeten worden. Om de vuurmonden zoo dikwijls als dit noo dig is en voldoende snel te kunnen verplaatsen, zoo kan dit voornamelijk bij groote vestin gen, verkregen worden door achter de front lijnen der voorgelegen werken eene smal spoor te doen loopen waar langs de vuurmondeu, op doelmatige, liefst tevens als affuiten dienstdoende wagens, naar de meest gewenschte punten wor den gebracht. De forten en vestingen, dienen dan meer als steunpunten voor de verdediging, doch moeten natuurlijk van een voldoend aantal tegen het in dringen van zelfs met de meest geduchte brisante spriugmiddelen gevulde granaten gevrijwaarde buskruit- en munitiemagazijnen en verblijfplaat sen voor menschen voorzien zijn. Als van zelf doet zich de vraag voor: zijn beide beginselen altijd en overal, en dus ook bij de verdediging van ons land toe te passen en welke wijze vau handelen verdient de voorkeur? Met de meeste waardeering voor betere en meer practische denkbeelden, stellen wij ons voor om met het oog op de belangrijkheid van het onder werp, in het algemeen de wijzigingen te bespre ken, die naar onze meening in de verdedigings middelen van ons vaderland zoowel ter zee als te land naar aanleiding der tegenwoordige oorlogsmiddelen wensehelijk zouden zijn. Voorzeker mag men geen aanhanger zijn van het oude, omdat men er goed mee bekend is, maar evenmiu een voorstander van het nieuice alleen omdat het nieuw is. Het gezond verstand dringt ons te vragen, niet alleen of' liet nieuwe in eene bepaalde rich ting beter voldoet, maar ook of er groote waar schijnlijkheid bestaat, dat het in zijn geheel, d. i. met al zijne eigenschappen saamgenomen, doel matiger is dan het oude en welke veranderingen van het bestaande met inachtneming van de daaraan verbonden voor- en nadeelen vermoede lijk het meest gewenscht znlllen zijn. De groote, on'.zaggelijk veel geld kostende en niet onder alle omstandigheden zeewaardige pantserscuepen van den laatsteu tijd hebben hun ontstaan voornamelijk te danken aan de zware, betrekkelijk onhandelbare vuurmondeu vau zeer groot kaliber, tegen de uitwerking van wier pro jectielen men tischte, dat een p.intserschip be stand moest zijn, Ue omwenteling die men in de versterkingskunst noodig acht, is hoofdzakelijk te wijten aan de bij voortduring uitgevonden wordende brisante springmiddeleu, die naar het schijnt eene steeds klimmend vernielende uitwer king verkrijgen. Tot zekere grenzen is het na tuurlijk, dat men in don aanvang van den strijd om machtsontwikkeliüg en overwicht tusschen de marine en de artillerie, de schepen van eene pant sering voorzag en zich tegen de zelfs ep groote afstanden juist schietende granaatkartetsen (dat zijn holle projectielen die op korten afstand vóór liet doel springen en dan een regen van kleine kogeltjes daarover uitstorten) en pro jectielen met brisante spriugrniddeleu gevuld, meer en beter wilde dekken; maar men kan hierbij ook d', ver gaan. Wat de groote pantserschepen cu het zwaarste sc.hecps- en kustgcschut lste Jaargang. Schaakspel. 25 Augustus 1889. Stand der partij na den 29sten zet van zwart, ZWART abcde f g h WIT Wit geeft in 4 zetten mat. Gespeeld te New-York door de heeren N. Marache. P. Mophy. Wit. Evans Gambiet. Zwart. l 2 3 4 5 G 7 8 9 10 11 32 ia 14 15 l G 17 18 19 20 e2 e4 gl - f3 fl c4 1)2 b4 c2 c3 da d4 e4 e5 a e5 X dG l o f3 c4 d3 X cl a3 X f8 a3 cl dl o g5 c c!3 f5 a3 f8 a3 cl f4 c2 Zie diagram. ei b8 f 8 cf> M e5 d7 (18 gS o c8 e7 dG g<; dl g'> aS cG X cG c5 b4 af> d-t (15 dij e7 o f5 f5 g« g5 c3 (18 d4 e Stand der partij na dan 18don zet van zwart. ZWART c2 e4 e4 X g'J f5 _ gfl dl e2 Mat. n) Hier wordt door II. Lange do aanmerking gomajvkt, da-t hot voort.srhuiven van dozen pion op dit oo^enblik zeer nadeoli^ is voor wit. Echter, J a t ere ontledingen liebbon "bewezen, dat deze /et zeer g.ted is, als men maar de voort zetting weet; wij zullen later de.xu variant opgeven. 6) Deze zot i^ met goed, ton minste wij vinden hem nergeus in partijen; gespeeld door meesters. L i l i'i c d e f WIT betreffen, is dit reeds het geval, en voor de ver sterkingskunst ziet het er uit als of dat ook zoo worden zal. Wij willen dit nader toelichten, en beginnen met de marine. (Wordt vervolgd). HAAR ARTIKEL. Eene kleine engagementsgeschiedenis VAN MAEIE KNAUFF. In de kanselarij van den hofschouwburg te X. bevonden zich in de kamer van den intendant de tooneelchef en de eerste regisseur. Zijne Excel lentie leunde voornaam en nonchalant in zijn fauteuil achterover, en het tevreden lachje, dat om zijn lippen zweefde, wees op een zeer genoeglijke stemming. En inderdaad, de intendant kon over zich zelf tevreden zijn; hij had onlangs een voortreffelijke primadonna voor den hofschouwburg gewonnen en nog verscheiden andere gelukkige engagementen gesloten; streng genomen niet hij, maar zijn tooneelagent, doch Zijne Excellentie had er dan toch de eer van. Wij kunnen ons geluk wenschen, waarde regisseur", zeide de chef genoegelijk glimlachende, mijn laatste in spectiereis is niet nutteloos geweest; ik heb twee allervoortreffelijkste krachten gewonnen, om zoo te zeggen twee vliegen in n klap gevangen! Onze eerste dramatische zangeres, mejuffrouw Marion, zal een trekpleister worden en de jonge tooneelsecretaris, dien ik eveneens denk te engageeren, schijnt mij toe een hoogst ontwikkeld mensch met zeer beschaafde manieren te zijn. Ik heb hem in verschillende opzichten op de proef gesteld en hij heeft mij in allen deele voldaan. Ik heb op mijn bureau reeds lang behoefte gevoeld aan zulk een persoon, die voorzichtig en bescheiden is, aau wien men zijn vertrouwen kan schenken, en die mij in den omgang met het schouwburgpersoneel ter zijde staat. Zooals ik zeide, ik heb twee vliegen in n klap gevangen!" De verge lijking van die twee vliegen in n klap, scheen erg in den smaak van den intendant te vallen. Heeft Uwe Excellentie reeds een schriftelijk contract met juffrouw Marion gesloten?" vroeg nu de eerste regisseur. Neen, nog niet," luidde het weifelend ant woord van den chef, ik ben van plan haar het reeds besproken contract dezer dagen persoon lijk te brengen." Een nauwlijks merkbare glim lach gleed over de trekken van den regisseur. Er moeten eerst nog eenige schikkingen getroffen worden," ging Zijne Excellentie voort; ook wil Marion nog een artikel aan het contract toevoe gen; nog een voorwaarde stellen, die zij mij nader zal mededeelen; misschien een extra verlot of hooger speelgeld; wie weet wat! In allen gevalle ben ik stellig van plan, offers te brengen, om dit schitterende talent" (Zijne Excellentie geraakte in extase) voor goed aan onze inrichting te ver hinden!" De regisseur glimlachte weer. Hij kende het kunstenthousiasme van zijn chef voor talentvolle mooie zangerossen. En mejuffrouw Marion was on getwijfeld een schoonheid van den eersten rang, die met hare phcnomenale stem, gedurende de twee maanden dat zij daar als gast was opgetre den, geheel het muziekminnende publiek der resi dentie in verrukking had gebracht. Maar onze vroegere primadonna was ook zeer bemind en een uitstekende zangeres,'' zeiden nu de regisseur. Jawel, maar eene nog betere gade en moeder, die haar man ieder jaar opnieuw do vadervreugde doet kennen en ons daardoor voor verscheiden maanden in verlegenheid brengt, daar wij dan op het programma moeten vermelden, dat zij ziek is !" bulderde de intendant. Neen, neen, van getrouwde primadonna's wil ik niets meer weten. Dat heb ik den agenten ook laten schrijven." Wil uwe Excellentie hare zangeressen dan tot het coelibaat veroordeelenV' vroeg de regisseur spottend. Zeker!" luide het besliste antwoord, ten minste zoo lang zij aan onzen schouwburg ver bonden zijn; wij hebben hier geen bewaarplaats voor kleine kinderen; kloostergeloften behoeven zij daarom niet af te leggen! liet blijft er bij, juffrouw Marion wordt geëngageerd. Bij onge huwde zangeressen staan ons ten minste niet die zooeven genoemde, zoo mal d propos plaats grij pende familiegebcurtenissen te wachten.'' Nu, nu," zeide de regisseur, ondeugend glim lachende, daar zou ik geen eed op willen doen. Ook wensch ik van harte, dat het geheimzinnige artikel, dat mejuffrouw Marion nog in het con tract wenscht opgenomen te zien, Uwe Excellentie geen moeilijkheden moge bereiden." Op dat oogenblik trad de door den chef van den schouwburg met zooveel lof vermelde secre taris de kamer binnen; de regisseur ging met een diepe buiging heen: zijn blik ontmoette dien van den secretaris on weer speelde die spotachtige glimlach om zijn lippen, toen hij de deur uitging. Wat mocht het toch zijn, dat hem zoo grappig toescheen? Mijn waarde vriend!" deed de intendant zich nu op zeer hartelijken toon hooren, terwijl hij den knappen, uiterst clcganten jongen man met een genadig handgebaar uitnoodigde, plaats te nemen, dat treft goed dat gij komt. Ik heb allerlei met u te bespreken. Men stort zoo gaarne zijn zorgen in een trouwen boezem uit!'' De secretaris boog diep. Naar ik hoop zal niets meer uwe defini tieve aanstelling in den weg staan," vervolgde de chef, en ook het contract voor juffrouw Marion kunt gij opstellen. Ik ben bereid hare voorwaar den, hoe hoog die ook mogen zijn, aan te nemen. Waarlijk! zij slaat Patti met meer dan honderd paardeiengten". Die vergelijking uit de paardensport is misschien wel wat sterk!" zeide de jonge beambte lachende, en overdrijven is nooit goed!" Men kan deze prachtvrouw niet te hoog schat ten," zeide Zijne Excellentie met vuur Maarik begrijp het al, gij zijt tegen onzen vogel fenix ingenomen. liet publiek denkt er evenwel anders over dan gij! Worden Marion niet, telkens als zij optreedt, de levendigste ovaties gebracht'.'" Zeer zeker, aan bloemgeschenken is dan geen ge brek." zeide de ander, terwijl hij zijn chef schalk lachende in de oogcn keek. Zijne Excellentie bloosde. Deze bloemgoschenken" hij kuchte

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl