De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 1 september pagina 5

1 september 1889 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 636 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ren met krachtig, voldoend handelbaar, genoeg zaam snel vurend, juist schietend en verdragend geschut van groot kaliber. En wij vragen niet alleen; voldoen aan boven genoemde vereischten bijv. de groote pautserschepen der Italiaansche oorlogsvloot met een deplacement van 11000 tot 14000 touneu; of ?zullen de 8 pautserschepen Ie klasse (onder de 70 oorlogsvaartuigen die Engeland voor 252 millioen guldens in de volgende 4 a 5 jaren wil bouwen) met een deplacement van 14000 tonnen daaraan voldoen, maar ook: bezitten alle Nederlandxche pantsersehepen bovengenoemde eigen schappen in voldoende mate ? Wij laten de beantwoording in bijzonderheden gerustelijk aan meer bevoegden over, maar meenen toch dat het antwoord ontkennend lui den aal. Trouwens de ondervinding is daar om voor het verledene ons gevoelen over de zware, dure pant serschepen te bevestigen, en wij vreezen dat de toekomst zoo wel in vredes- maar vooral in oor logstijd helaas nog menige treurige gebeurtenis met die oorlogschepeu zal vermelden. Wat de torpedobooten betreft, willen wij slechts het vol gende mededeelen: Nog in dit jaar verongelukten (bij Hiivre en Toulon) twee Fransche torpedobooten die eene lengte van 35 M. bezaten, eu heeft in het laatst van Juli 11. de minister vau marine de admiraal Kranz het bevel gegeven, dat, wegens voorgeko men ongevallen bij de oefeningen der Fransche vloot in de Middellandsche Zee, de torpedoboo ten daaraan geen deel meer mogen nemen. Wat bijv. krachtige machines vermogen, zien wij aan het stoomschip Calliope, kommandant Kane, hetwelk bij de bekende ramp in de haven van Apia op het eiland Upolu der Bamoa- of Schippers-eilanden in Australiëgedurende den nacht van 10 op 17 Maart 1889 zijn behoud al leen te danken had aan zijne krachtige machinines, met behulp van welke het, tegen den storm in, zee kou kiezen en daardoor aan het lot ont snapte om op de koraalriffen of tegen de andere in de haven zich bevindende schepen te worden verbrijzeld. Wij gelooven, dat de marine goed zou doen, om van de groote zwaar gepantserde oorlogschepen af te stappen, eu minder groote, gewone ijzeren schepen te bouwen, die een lioogeu graad van zeewaardigheid en krachtige machines bezit ten, zoo dat eene groote stoomsnellieid verkregen wordt; voorzien vau vele doelmatig ingerichte waterdichte schotten en bewapeud behalve met de vereischte snelvurende kauons van klein kaliber (37 en 53 mM.) en mitrailleurs met 2 4 krachtige kauous van bijv. hoor/stens 24 cM. kaliber. Wellicht of waarschijnlijk zal men ons tegen werpen, dat zulke schepen door de granaten van den vijand doorschoten zullen worden en dat dergelijke kanons niet krachtig genoeg ziju om de zwaarste pantserschepen vau den vijand te, doorboren. Hierop antwoorden wij, dat men na tuurlijk steeds trachten moet om, in verband met de omstandigheden, op grooten afstand van den vijand te blijven en dat de techniek, die reeds zooveel uitgevonden heeft, er ook wel in slagen zal, misschien er reeds in geslaagd is, om geschoten r/aten te stoppen, gemakkelijker en beter dan om pantserschepen, met zoo niet doorboorde dan toch zeker ontzette en beschadigde pantserplaten waardoor het water naar binnen dringt, drijvende te houden. Men mag toch aannemen, dat al (zijn de oorlogsschepen vau den vijand zoo zwaar ge pantserd, dat op grooten afstand een stalen gra naat van 24 cM. middellijn bijv. er niet door heenslaat, de verbinding der pantserplaten meestal zoo ontzet wordt, dat er een lek komt. De groote stoomsnelheid dient om snel te kunnen naderen of zich te verwijderen, naar gelang de omstan digheden dit vereischeu. Aan de vuurmonden zouden wij een zoo groot mogolijk schootsveld wenschen te geven en ze niet iu bepaalde torens plaatsen, maar slechts genoegzaam dekken tegen granaatkartetsvuur; terwijl wij alleen de kruitkamer, het munitie-magaziju, het gedeelte van het schip waar zich boven water de machines bevinden, en een gedeelte van het dek voldoende zouden willen pantseren. Naar het ons voorkomt, zou men zoodoende verkrijgen, schepen met groote zeewaardigheid, die zich snel kunnen bewegen en waarvan het vuur den vijand meer nadeel zal toebrengen dan wanneer men zware pantserschepen -bezit met geringe stoomsnelheid, bewapend met enkele kanons van zeer groot kaliber die slechts zeer langzaam kunnen vuren. Zulke groote oorlogschepen worden toch niet voor ondergang bewaard en hebben in vele ge vallen eene onvoldoende actieve kracht. Wij begrijpen wel, dat onze denkbeelden, on volmaakt en in te aigemeene trekken wellicht medegedeeld, tegenspraak zullen ontmoeten, ook omdat men nog niet in de door ons bedoelde richting zich beweegt, maar zulks mag ons niet weerhouden ze tocii te uiten, dewijl hierdoor in elk geval de aandacht op dit bijzonder belang rijk onderwerp gevestigd wordt en het meer be voegden allicht tot ernstig nadenken en onder zoek stemt. Wat de omwenteling in de versterkingskuust betreft, is het duidelijk, dat de grootste stoot daartoe gegeven is door de zoogenaamde brisante springmiddelen, als schietkatoen, dynamiet, meliniet, belliet enz. enz. Intusschen gelooven wij, dat het gebruik, hetwelk men voor zeker aan neemt dat daarvan in den werkelijken oorlog zal gemaakt worden, niet van overdrijving is vrij te pleiten. Wij behoeven slechts te bedenken hoe menigmaal bij het vervaardigen, opbewaren, vervoeren en gebruiken vau die verschrikkelijke kualpreparaten de schromelijkste ongelukken gebeuren, om niet te veel toe te geven aan den eersten indruk dien men ontvangt, als men van do verwoestingen leest, welke verschillende brisaute springmiddelen kunnen aanrichten. Wie herinnert zich niet het onheil der buskruitfabriek te Mui den, eenige jaren geleden ; terwijl in de be kende buskruitfabriek te Eottweil ('Wurtemberg) 12 Maart 1889 door?zelfontbrandingin twea^ de reuk van vcrsch aangemaakte kalk in zijn neus werkplaatsen eene ontploffing plaats had, waar door 3 menschen het leven verloren en 4 zware brandwonden bekwamen, zoodat men voor hun leven vreesde. Den 21sten Juni 1889 had in dezelfde fabriek eene ontploffing plaats in een korrelhuis, waarbij n man gedood en twee zwaar gebrand werden. En deze ongelukken betreffen uu nog alleen het gewone buskruit, dat meer dan vijf eeuwen geleden uitgevonden werd en waarvan de behandeling en eigenschappen naar men meent zoo goed bekend zijn. Nu en dan leest men in de nieuwsbladen berichten omtrent het in de lucht springen van magazijnen of gebouwen met buskruit of nog veel gevaarlijker springstoffen gevuld, het verdwijnen vau een geheel transport met dynamiet of het vernietigen eener fabriek waar deze of dergelijke stollen vervaardigd worden. 2 Juli jl. had iu de fabriek van vuur werken te AiiberptUiers bij Parijs eene ontploffing plaats, waarbij 7 arbeiders gedood werden, terwijl nog zeer onlangs (17 Juli) bij het willen opeueu eener bus gevuld met schietkatoen tot het onderzoeken vau den vochtigheidsgraad in de pyrotechnische werkplaatsen te Delft een houten gebouwtje iu brand geraakte. Gelukkig hadden hierbij geen persoonlijke ongelukken plaats, de wijl men door het ontstaan van gassen het ge vaar bespeurde en het personeel zich tijdig ver wijderen kon. Verder is het de vraag, of al die zoo gevreesde brisaute springstoffen op den duur hunne goode (verschrikkelijke) eigenschappen wel zullen bcltuuden'' Zal, dus vragen wij, het bovengenoemde, gevoegd bij het gevaarlijke, dat voor deu gebruiker van die stoffen wel zal blijven bestaan, geen oor zaak zijn, dat iu deu werkelijken oorlog, waarbij die Kruiüjes-rocr mij-niet" dikwijls op groote afstanden en onder minder gewcuschtc om standigheden moeten vervoerd worden, niet x.oo /'cel gebezigd zullen worden als men zich wel voorstelt? Wij mcenen, dat men zich voorloopig althans voor het gebruik daarvan in den oorlog niet al te bevreesd, moet maken, en vooral dat het deu verdediger er niet toe leiden moet om zich niet al zijne verdedigingsmiddelen op te sluiten in ijzeren en stalen vogelkooien, waarin men zich veilig waant, maar die nog vóór dat ze, met opoffering vau ontzaggelijke sommen gelds, die op den duur de draagkracht vau elk volk moeten te boven gaan, ter bestemder plaatse zijn ingericht, blijken zullen alweer niet bestand te no. had zich niet veel beziggehouden met de ge dachte, dat hij daar misschien wel schipbreuk zou kunnen lijden, zijn hoofd was slechts vervuld met rooskleurige droomen van de toekomst en het vurig verlangen naar al de wonderen, die hij te zien zou krijgen. Want wat had hij al niet alles over Berlijn gelezen, wat had men hem al niet verteld van de hooge loonen, van het gemak, waarmede een flink werkman daar werk kon vin den, en van de honderde genoegens, die men daar des Zondags, wanneer de zure werkdagen achter den rug waren, kon genieten! En boven dien, waarom zou hij zich bezorgd maken? Was hij niet een gezonde, sterke kerel van zes en twintig jaar? Had hij niet flink zijn handwerk geloerd, en was hij niet voorzien vau de noodige, zuinig bewaarde spaarpenningen, om de eerste boemeidagen" kalm te gemoet te kunnen zien en door te staan, zonder zijn lichaam daarmee te bcnadeeleu? En al was dat ook niet het ge val geweest men moest zijn geluk in de we reld toch ook eens beproeven en met den stroom meegaan, dien allen volgden. Onder lachenden zonneschijn was hij te Berlijn aangekomen, en toen hij, met zijn kotter op den nek en zijn bundeltje met gereedschap in de hand, bijna bedwelmd door de ongewone drukte op straat, door de rusteloos zich voortbewegende menigte ging en rechts eti links een. blik op de roode muren wierp, waaraan de vlijtige handen van zijn medearbeiders steen op steen toevoegden, toen drong en hij vervolgens, een hoek omslaande, een geheele straat uit den grond zag oprijzen en door deze niet verwachte drukte in zijn vak, van de eene verbazing in de andere verviel scheen alles hem minder vreemd toe, was het gevoel van eenzaamheid, dat zich terstond na het verlaten van den trein van hem had meester gemaakt, plotseling verdwenen en zag hij zich in zijne ver beelding reeds daar boven staan, gezellig zijn pijpje rooken en dapper troffel en hamer hanteeren. Dat zou nog eens de moeite waard zijn, van een van deze reusachtige steenklompen naar beneden te zien, op dat gewriemel van menschen en rijtui gen, dat bij den eersten aanblik den indruk op hem had gemaakt, alsof allen, die zich daar zoo rusteloos voortbewogen, verdwaald waren en maar steeds moesten doorloopen, zonder ooit den goeden weg te vinden. Hij had dan ook niet lang behoeven te zooken: reeds den derden dag kon hij zijn witten kiel aantrekken en met zijn gereedschap beladen bij het aanbreken van den dag naar zijn werk" gaan. En eer er twee weken verloopen waren, had hij er zich reeds zoozeer ingewerkt, was hij met de dingen, die hem omgaven, reeds zoozeer vertrouwd geraakt, dat hij zich in zijn binnenste buitenge woon tevreden en gelukkig gevoelde, llij was stipt en vlijtig, zoodat de opzichter zeide, dat dat nu werkelijk eens iemand was, die m'et alle tien minuten zijn pijp moest aansteken en al heel spoedig altijd de sporten van de ladder wist te vinden. Daarbij kwam, dat hij altijd even goed geluimd bleef en geen spelbreker was, wanneer zijn makkers eens ecu grap uithaalden of het er op aan kwam, zijn beurs voor een grooten witten" open te doen. Maar Zaterdagsavonds, wanneer na de uitbetaling van het loon zijn kameraads bij troepen de herbergen opzochten, om do krijt strepen aan den wand te doen uitvegen en bij die gelegenheid ook eens flink wat op zijn kop te tikken," hield hij zich steeds achteraf en zocht hij bijtijds zijn bescheiden slaapplaats op, om zich voor de soliedere genoegens van den vol gendon dag te versterken. Het woeste getier in de kroegen, waar reeds bij den derden borrel de gemoederen zoozeer verhit waren, dat niemand zijn eigen woorden kon verstaan, en waar onder het gebruik van slechten tabak en nog slcchtercn toezei alles over den hekel gehaald word, waarover men onder het werk moest zwijgen, viel niet in zijn smaak. Hij was van meening, dat dat alles mot veel meer kalmte ziju tegen intusschen op nieuw uitgevonden, j cn vccl p'as:jOIulor wijze kon geschieden ; boveng meer uitwerking hebbende brisaute stoffen, j r1ipn 1ini] hii 7lVh n(li(. vrinl nm nHok bnkom(Wofdt cenolijd). WERKSTAKING. Uit het loven der arbeiders. Nuuv het Duitscli vnn MAX KUKTZKR. Do lente was juist aangebroken, toon Friedrich Weigert het kleine westpraisische stadje, de plek, waar hij geboren werd, verliet, om gedurende den nacht naar die reusachtige huizenz.ee te stoomon, te midden waarvan hij, evenals duizondo anderen, zijn levensgeluk hoopte te vinden. Hij dien had hij zich nooit voel om politiek bekom merd. Het eenige, waarnaar hij streefde, was, tevreden zich in oen bescheiden bestaan te mogen verheugen, zijn plicht te doen en te trachten het toppunt zijner wenschen te bereiken, namelijk con eigen huishouding op te richten. Hij stond geheel alleen op de wereld, behoefde zich dus omtrent anderen geon zorgen te maken, totdat het noodlot of hot toeval, diegene zijn weg zou doen kruisen, die zich bereid -verklaarde, de genoegens en het lijden van zijn verder leven met hem te doelen. En op zekeren Zondag had hij die dan ook gevonden in een van de grooto uitspanningslocalcn op de Hasenhaide, waarheen zij. die uit de prolste Jaargang, Schaakspel. l September 1889. BINNENLANDSCII NIEUWS. ' Het schaaktournooi is in vollen gang! Behalve | de reeds door ons vermelde meesters zijn er nog bijgekomen, de II.H. Leather, een Engelschman, (die zijn naam Leder eer aan doet); Miniatï, een Griek, uit Manchester; verder een Kus de heer Jasnogorodsky ook uit Londen. De II.H. Mackcnzie en Blackburne zijn wegens ongesteldheid tot onzen grooten spijt niet geko men. Verder de II.H. Lasker uit Berlijn en Bauer uitWeenen, die allen alleraangenaamste spelers zijn. Nadat Zondagmorgen de deelnemers te 10 uur zamengckomen waren, en de president, de heer Kothe een welkomstgroet had uitgesproken, werd tot de loting overgegaan, waarna onmiddelijk den strijd aangevangen werd: omtrent den vermoedelijken afloop valt nog niets te zeggen. Dat er echter meesterlijk gespeeld wordt zullen onze lezers zelve kunnen beoordeelen. In de tweede klasse viel de eerste prijs den heer Olland uit Utrecht ten deel terwijl de heeren v. d. Berg nit Amstelveen en Miniati uit Man chester de 2de en 3de prijs wonnen. De afloop der 3de klasse is nog niet bekend. Partijen gespeeld op het internationaal tournooi te Amsterdam. E. H. Lasker. J. II. Bauer. Wit. Zwart. l f2 f4 2 e2 e,3 3 b2 b3 4 cl - b2 r> f l (1,'i gl - f3 d 7 do e7 el! f8 o7 b7 hij c8 h7 Stand der partij na den 14den zet van zwart. ZWART i,, i d e WIT 10 11 12 13 14 li! 17 "18 l!) 2' i 21 21 ?2 l 28 29 30 ,".1 34 b l c3 o o c3 e2 0-_) n;j f'3 ef> b2 X c5 dl e2 (13 e2 e.~> h 5: fl ? f'3 h:) g4 d7 al b7 (17 f4 c5 g4 f l t'(j h8 S7 Zie diagram. : h_7 t k."> ?[" : K? f'3 h3 d7 il d7 gl el! fi; h8 f - gït X b7 1)8 (17 o o c7 c5 ds _ c 7 d7 X ei") c7 cii a7 aG f(5 \ h5 g'8 X W h7 - g8 g7 -- h7 eli c.) h7 X l'r' e7 i C h<; g7 aS 1)8 t'8 (18 g7 - f'8 f<' g7 1)8 b 7 i'7 fC> t'8 08 e8 o7 e7 cl! d8 dC vincie te Berlijn komen, het allereerst hunne? schreden richten, om zich bitter teleurgesteld te zien in de voorstelling, die zij zich uit de ver binding der woorden haas" en heide" gemaakt hebben en noch het een, noch het andere te vinden. Zij zat, terwijl er druk gewalst werd in de ta melijk groote danszaal, waar ondanks de buiten. heerschende Junihitte het jonge volkje elkaar ver drong, als verlaten op een bank, ea dat reeds had hem zijn aandacht op haar doen vestigen, toen hij van buiten een nieuwsgierigen blik door het openstaande raam had geworpen. Deze eenzaam heid, die op dat oogenblik zooveel overeenkomst met de zijne had, dreef er hem toe aan, haar te naderen. En daar hij evengoed kon dansen als hij zijn troffel -wist te hanteeren, draaide hij al spoe dig met haar rond en kwam hij tot de overtuiging, dat het erg prettig was, in plaats van met zijn kameraads, ook van tijd tot tijd eens met een vrouwelijk wezen te schertsen en grappen te maken. Gedurende de derde pauze en onder het tweede glas bier wist hij reeds, dat zij Martha Lehmann heette en als lederstikster een zuur stukje brood verdiende. Zij woonde bij bloedverwanten in, die steeds vriendelijker jegens haar werden, naarmate de week meer naderde tot den dag, waarop zij het kostgeld van haar in ontvangst konden nemen. Martha was niet jong meer en kon ook niet hijzonder mooi genoemd worden. Zij \vas groot en weinig gezet, haar rug was door het eeuwige zitten aan de machine iet of wat gekromd, de be dorven lucht in de werkplaats had den blos der jeugd reeds lang op hare wangen doen verwelken en bovendien kleefde haar handen, zelfs op dezen Zondag, een sterke leerreuk aan, die hen nooit verliet. Maar zij kon vroolijk lachen, en liet dan fraaie tanden zien, waardoor zij dan ook, en niet minder door hare groote, blauwe oogen op denduur wel een aangename gezellin moest blijken te zijn. Bovendien was zij openhartig en beschei den, dronk eerst, na driemaal daartoe aangespoord to ziju, van het bier en onderscheidde zich door haar nette en zindelijke kleeding. Zij kwamen meermalen bij elkaar en spoedig hadden zij hun hart voor elkaar uitgestort. Beiden waren innerlijk door denzelfden vurigen wensch bezield; hij wa°het beu, iederen maaltijd in do een of andere gaarkeuken te moeten gebruiken en zij verlangde er vurig naar, de werkplaats te kun nen verlaten, waarin zij den geheelen dag als een machine steeds hetzelfde werk moest doen, zonder, wanneer zij opkeek, ooit iets anders voor oogeu te hebben, dan dien vervelenden muur, die do donkere binnenplaats omringde. Daar zij weinig bezaten, behoefden zij ook niet lang te rekenen. In dat opzicht vertrouwde bij op zijn vlijtigo handen en op den dag van morgen. Ik zal hard werken en weinig uitgeven", zeide hij steeds wanneer hij hare slecht verzorgde han den niet zijn plompe knoken teeder drukte of ten minste zijn best deed, dit te doen. Zeker, lieve Frits", stemde zij dan met een hartelijke uitdrukking in hare stem toe. Ik neem een machine on zal mijn best doen, werk in huis te krijgen", voegde zij er aan toe, om hem het bewijs te geven dat ook zij niet van plan was. in het ] vervolg stil te zitten. Eu zoo waren beiden dan eenige weken later ! naar het stadhuis gereden, hadden zich de noodige j meubelen op afbetaling aangeschaft cn hun nestje, dat uit een kamer en een keuken bestond, ge bouwd. Het geluk was hun gedurende den eersten tijd in zooverre gunstig, dat het weer dat jaar tot in December buitengewoon zacht bleef, zoodat Weigert niet al te vroeg met werken behoefde uit te scheiden, cn toen de eerste koude zich werke lijk deed gevoelen, met voldoening op een klein som metje kon zien, waardoor hij gedurende den tijd, dien hij zonder werk was, met minder bezwaren te strijden zou hebben. En toen hij geheel buiten verwachting tegen Kerstmis in een spcelgoedwinj kei een flink sommetje verdiende en Martha veel werk in huis kreeg, zagen beiden do toekomst vol vertrouwen tegemoet en wachtten geduldig, innerlijk tevreden met hun bescheiden geluk, do eerste zonnestralen van de nieuwe lente at, die ijs cn sneeuw verdrijven en den harden grond weer zacht maken zouden. Den daaropvolgcnden zomer, toen Weigert tame lijk ver van zijn woning werkte, brak voor liet eerst de dag aan. waarop Martha hem zijn middageten. l bracht. Dat was oen vreugde, toen hij to midden j van kalk en steencn op een balk zittende, den stevig iugcbakcrden stamhouder uit hare vermoeide armen nam en hem dwars over zijn knieën legde. Zijn jongen! men moest wel blind zijn vol gens zijn mecning ? wanneer men niet terstond de gelijkenis tusschon hen beidon ontdekte. Hij i sprak tot zijn eerstgeborene als tot een volwassen j mensch, trachtte hem met den top van zijn vin! ger aan het lachen te maken en hield zich zoo druk met hem bezig, dat hij zijn soep. die hij drie maal in de weck kreeg, bijna, vergaf, zoodat i Martha, die met een gelukkig glimlachje om do i lippen, naar hen stond te kijken en maar aldoor hare witte tanden liet zien, hem meer dan eens er op opmerkzaam moest maken, dat do soep vettig" zou worden. Daarop, nadat hij zijn eteu haastig naar binnen had geslagen, terwijl zijn blik aldoor op zijn jongen gerust had, nam hij dozen weer op zijn arm, stond hij op en niaakto in allen ernst het bakerkind opmerkzaam op de goede hoedanigheden, waardoor dit gebouw zich eens van anderen zou onderscheiden. Hij legde hem alles mot zulk een groote kennis van zaken en met zulk een onafgebroken woordenvloed uit, dat eindelijk de metselaars en opperlieden, die om hem heen stonden, in oen luiden lach uitbarstten en zich boven van den steiger een stem deed hooren: Frits, die moet zeker archi tect worden, hu? Zorg er dan maar voor dat hij de acht uren invoert!" 'tZal gebeuren", gaf hij opgeruimd ten antwoord, terwijl de andereu opnieuw begonnen te lachen. En terwijl hij met de rechterhand zijn vrouw hot noodige brandhout voor den volgenden dag toestak, dat deze haastig in haar mand deed verdwijnen, hield hij nog steeds zijn jongen voor zichtig op zijn linker arm cn vertolkte hij hem de wenschen zijner kameraads. Toen do dorde lente na zijn huwelijk in het land kwam. ontstond er plotseling een groote be weging onder de werklieden in het bouwvak, die, j naar hij wist, reeds weken lang voorbereid was,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl