Historisch Archief 1877-1940
No. 636
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ren met krachtig, voldoend handelbaar, genoeg
zaam snel vurend, juist schietend en verdragend
geschut van groot kaliber.
En wij vragen niet alleen; voldoen aan boven
genoemde vereischten bijv. de groote
pautserschepen der Italiaansche oorlogsvloot met een
deplacement van 11000 tot 14000 touneu; of
?zullen de 8 pautserschepen Ie klasse (onder de
70 oorlogsvaartuigen die Engeland voor 252
millioen guldens in de volgende 4 a 5 jaren wil
bouwen) met een deplacement van 14000 tonnen
daaraan voldoen, maar ook: bezitten alle
Nederlandxche pantsersehepen bovengenoemde eigen
schappen in voldoende mate ?
Wij laten de beantwoording in bijzonderheden
gerustelijk aan meer bevoegden over, maar
meenen toch dat het antwoord ontkennend lui
den aal.
Trouwens de ondervinding is daar om voor het
verledene ons gevoelen over de zware, dure pant
serschepen te bevestigen, en wij vreezen dat de
toekomst zoo wel in vredes- maar vooral in oor
logstijd helaas nog menige treurige gebeurtenis
met die oorlogschepeu zal vermelden. Wat de
torpedobooten betreft, willen wij slechts het vol
gende mededeelen:
Nog in dit jaar verongelukten (bij Hiivre en
Toulon) twee Fransche torpedobooten die eene
lengte van 35 M. bezaten, eu heeft in het laatst
van Juli 11. de minister vau marine de admiraal
Kranz het bevel gegeven, dat, wegens voorgeko
men ongevallen bij de oefeningen der Fransche
vloot in de Middellandsche Zee, de torpedoboo
ten daaraan geen deel meer mogen nemen.
Wat bijv. krachtige machines vermogen, zien
wij aan het stoomschip Calliope, kommandant
Kane, hetwelk bij de bekende ramp in de haven
van Apia op het eiland Upolu der Bamoa- of
Schippers-eilanden in Australiëgedurende den
nacht van 10 op 17 Maart 1889 zijn behoud al
leen te danken had aan zijne krachtige
machinines, met behulp van welke het, tegen den storm
in, zee kou kiezen en daardoor aan het lot ont
snapte om op de koraalriffen of tegen de andere
in de haven zich bevindende schepen te worden
verbrijzeld.
Wij gelooven, dat de marine goed zou doen,
om van de groote zwaar gepantserde
oorlogschepen af te stappen, eu minder groote, gewone
ijzeren schepen te bouwen, die een lioogeu graad
van zeewaardigheid en krachtige machines bezit
ten, zoo dat eene groote stoomsnellieid verkregen
wordt; voorzien vau vele doelmatig ingerichte
waterdichte schotten en bewapeud behalve
met de vereischte snelvurende kauons van klein
kaliber (37 en 53 mM.) en mitrailleurs met 2
4 krachtige kauous van bijv. hoor/stens 24 cM.
kaliber.
Wellicht of waarschijnlijk zal men ons tegen
werpen, dat zulke schepen door de granaten van
den vijand doorschoten zullen worden en dat
dergelijke kanons niet krachtig genoeg ziju om
de zwaarste pantserschepen vau den vijand te,
doorboren. Hierop antwoorden wij, dat men na
tuurlijk steeds trachten moet om, in verband met
de omstandigheden, op grooten afstand van den
vijand te blijven en dat de techniek, die reeds
zooveel uitgevonden heeft, er ook wel in slagen zal,
misschien er reeds in geslaagd is, om geschoten
r/aten te stoppen, gemakkelijker en beter dan om
pantserschepen, met zoo niet doorboorde dan toch
zeker ontzette en beschadigde pantserplaten
waardoor het water naar binnen dringt, drijvende
te houden. Men mag toch aannemen, dat al (zijn
de oorlogsschepen vau den vijand zoo zwaar ge
pantserd, dat op grooten afstand een stalen gra
naat van 24 cM. middellijn bijv. er niet door
heenslaat, de verbinding der pantserplaten meestal
zoo ontzet wordt, dat er een lek komt. De groote
stoomsnelheid dient om snel te kunnen naderen
of zich te verwijderen, naar gelang de omstan
digheden dit vereischeu. Aan de vuurmonden
zouden wij een zoo groot mogolijk schootsveld
wenschen te geven en ze niet iu bepaalde torens
plaatsen, maar slechts genoegzaam dekken tegen
granaatkartetsvuur; terwijl wij alleen de
kruitkamer, het munitie-magaziju, het gedeelte van het
schip waar zich boven water de machines bevinden,
en een gedeelte van het dek voldoende zouden
willen pantseren.
Naar het ons voorkomt, zou men zoodoende
verkrijgen, schepen met groote zeewaardigheid,
die zich snel kunnen bewegen en waarvan het
vuur den vijand meer nadeel zal toebrengen dan
wanneer men zware pantserschepen -bezit met
geringe stoomsnelheid, bewapend met enkele
kanons van zeer groot kaliber die slechts zeer
langzaam kunnen vuren.
Zulke groote oorlogschepen worden toch niet
voor ondergang bewaard en hebben in vele ge
vallen eene onvoldoende actieve kracht.
Wij begrijpen wel, dat onze denkbeelden, on
volmaakt en in te aigemeene trekken wellicht
medegedeeld, tegenspraak zullen ontmoeten, ook
omdat men nog niet in de door ons bedoelde
richting zich beweegt, maar zulks mag ons niet
weerhouden ze tocii te uiten, dewijl hierdoor in
elk geval de aandacht op dit bijzonder belang
rijk onderwerp gevestigd wordt en het meer be
voegden allicht tot ernstig nadenken en onder
zoek stemt.
Wat de omwenteling in de versterkingskuust
betreft, is het duidelijk, dat de grootste stoot
daartoe gegeven is door de zoogenaamde brisante
springmiddelen, als schietkatoen, dynamiet,
meliniet, belliet enz. enz. Intusschen gelooven wij,
dat het gebruik, hetwelk men voor zeker aan
neemt dat daarvan in den werkelijken oorlog zal
gemaakt worden, niet van overdrijving is vrij
te pleiten. Wij behoeven slechts te bedenken
hoe menigmaal bij het vervaardigen, opbewaren,
vervoeren en gebruiken vau die verschrikkelijke
kualpreparaten de schromelijkste ongelukken
gebeuren, om niet te veel toe te geven aan den
eersten indruk dien men ontvangt, als men van
do verwoestingen leest, welke verschillende brisaute
springmiddelen kunnen aanrichten. Wie herinnert
zich niet het onheil der buskruitfabriek te Mui
den, eenige jaren geleden ; terwijl in de be
kende buskruitfabriek te Eottweil
('Wurtemberg) 12 Maart 1889 door?zelfontbrandingin twea^ de reuk van vcrsch aangemaakte kalk in zijn neus
werkplaatsen eene ontploffing plaats had, waar
door 3 menschen het leven verloren en 4 zware
brandwonden bekwamen, zoodat men voor hun
leven vreesde. Den 21sten Juni 1889 had in
dezelfde fabriek eene ontploffing plaats in een
korrelhuis, waarbij n man gedood en twee zwaar
gebrand werden. En deze ongelukken betreffen
uu nog alleen het gewone buskruit, dat meer dan
vijf eeuwen geleden uitgevonden werd en waarvan
de behandeling en eigenschappen naar men meent
zoo goed bekend zijn. Nu en dan leest men in
de nieuwsbladen berichten omtrent het in de lucht
springen van magazijnen of gebouwen met
buskruit of nog veel gevaarlijker springstoffen
gevuld, het verdwijnen vau een geheel transport
met dynamiet of het vernietigen eener fabriek
waar deze of dergelijke stollen vervaardigd
worden.
2 Juli jl. had iu de fabriek van vuur werken
te AiiberptUiers bij Parijs eene ontploffing plaats,
waarbij 7 arbeiders gedood werden, terwijl nog
zeer onlangs (17 Juli) bij het willen opeueu
eener bus gevuld met schietkatoen tot het
onderzoeken vau den vochtigheidsgraad in de
pyrotechnische werkplaatsen te Delft een houten
gebouwtje iu brand geraakte. Gelukkig hadden
hierbij geen persoonlijke ongelukken plaats, de
wijl men door het ontstaan van gassen het ge
vaar bespeurde en het personeel zich tijdig ver
wijderen kon.
Verder is het de vraag, of al die zoo gevreesde
brisaute springstoffen op den duur hunne goode
(verschrikkelijke) eigenschappen wel zullen
bcltuuden'' Zal, dus vragen wij, het bovengenoemde,
gevoegd bij het gevaarlijke, dat voor deu gebruiker
van die stoffen wel zal blijven bestaan, geen oor
zaak zijn, dat iu deu werkelijken oorlog, waarbij
die Kruiüjes-rocr mij-niet" dikwijls op groote
afstanden en onder minder gewcuschtc om
standigheden moeten vervoerd worden, niet
x.oo /'cel gebezigd zullen worden als men zich
wel voorstelt? Wij mcenen, dat men zich
voorloopig althans voor het gebruik daarvan in den
oorlog niet al te bevreesd, moet maken, en vooral
dat het deu verdediger er niet toe leiden moet
om zich niet al zijne verdedigingsmiddelen op te
sluiten in ijzeren en stalen vogelkooien, waarin
men zich veilig waant, maar die nog vóór dat
ze, met opoffering vau ontzaggelijke sommen
gelds, die op den duur de draagkracht vau elk
volk moeten te boven gaan, ter bestemder plaatse
zijn ingericht, blijken zullen alweer niet bestand
te
no.
had zich niet veel beziggehouden met de ge
dachte, dat hij daar misschien wel schipbreuk zou
kunnen lijden, zijn hoofd was slechts vervuld met
rooskleurige droomen van de toekomst en het
vurig verlangen naar al de wonderen, die hij te
zien zou krijgen. Want wat had hij al niet alles
over Berlijn gelezen, wat had men hem al niet
verteld van de hooge loonen, van het gemak,
waarmede een flink werkman daar werk kon vin
den, en van de honderde genoegens, die men
daar des Zondags, wanneer de zure werkdagen
achter den rug waren, kon genieten! En boven
dien, waarom zou hij zich bezorgd maken? Was
hij niet een gezonde, sterke kerel van zes en
twintig jaar? Had hij niet flink zijn handwerk
geloerd, en was hij niet voorzien vau de noodige,
zuinig bewaarde spaarpenningen, om de eerste
boemeidagen" kalm te gemoet te kunnen zien
en door te staan, zonder zijn lichaam daarmee
te bcnadeeleu? En al was dat ook niet het ge
val geweest men moest zijn geluk in de we
reld toch ook eens beproeven en met den stroom
meegaan, dien allen volgden.
Onder lachenden zonneschijn was hij te Berlijn
aangekomen, en toen hij, met zijn kotter op den
nek en zijn bundeltje met gereedschap in de hand,
bijna bedwelmd door de ongewone drukte op straat,
door de rusteloos zich voortbewegende menigte
ging en rechts eti links een. blik op de roode
muren wierp, waaraan de vlijtige handen van zijn
medearbeiders steen op steen toevoegden, toen
drong en hij vervolgens, een hoek omslaande, een
geheele straat uit den grond zag oprijzen en door
deze niet verwachte drukte in zijn vak, van de
eene verbazing in de andere verviel scheen
alles hem minder vreemd toe, was het gevoel van
eenzaamheid, dat zich terstond na het verlaten
van den trein van hem had meester gemaakt,
plotseling verdwenen en zag hij zich in zijne ver
beelding reeds daar boven staan, gezellig zijn pijpje
rooken en dapper troffel en hamer hanteeren. Dat
zou nog eens de moeite waard zijn, van een van
deze reusachtige steenklompen naar beneden te
zien, op dat gewriemel van menschen en rijtui
gen, dat bij den eersten aanblik den indruk op
hem had gemaakt, alsof allen, die zich daar zoo
rusteloos voortbewogen, verdwaald waren en maar
steeds moesten doorloopen, zonder ooit den goeden
weg te vinden.
Hij had dan ook niet lang behoeven te zooken:
reeds den derden dag kon hij zijn witten kiel
aantrekken en met zijn gereedschap beladen bij
het aanbreken van den dag naar zijn werk" gaan.
En eer er twee weken verloopen waren, had hij er
zich reeds zoozeer ingewerkt, was hij met de
dingen, die hem omgaven, reeds zoozeer vertrouwd
geraakt, dat hij zich in zijn binnenste buitenge
woon tevreden en gelukkig gevoelde, llij was
stipt en vlijtig, zoodat de opzichter zeide, dat dat
nu werkelijk eens iemand was, die m'et alle tien
minuten zijn pijp moest aansteken en al heel
spoedig altijd de sporten van de ladder wist te
vinden. Daarbij kwam, dat hij altijd even goed
geluimd bleef en geen spelbreker was, wanneer
zijn makkers eens ecu grap uithaalden of het er
op aan kwam, zijn beurs voor een grooten witten"
open te doen. Maar Zaterdagsavonds, wanneer
na de uitbetaling van het loon zijn kameraads
bij troepen de herbergen opzochten, om do krijt
strepen aan den wand te doen uitvegen en
bij die gelegenheid ook eens flink wat op zijn
kop te tikken," hield hij zich steeds achteraf en
zocht hij bijtijds zijn bescheiden slaapplaats op,
om zich voor de soliedere genoegens van den vol
gendon dag te versterken.
Het woeste getier in de kroegen, waar reeds
bij den derden borrel de gemoederen zoozeer
verhit waren, dat niemand zijn eigen woorden kon
verstaan, en waar onder het gebruik van slechten
tabak en nog slcchtercn toezei alles over den
hekel gehaald word, waarover men onder het werk
moest zwijgen, viel niet in zijn smaak. Hij was
van meening, dat dat alles mot veel meer kalmte
ziju tegen intusschen op nieuw uitgevonden, j cn vccl p'as:jOIulor wijze kon geschieden ;
boveng meer uitwerking hebbende brisaute stoffen, j r1ipn 1ini] hii 7lVh n(li(. vrinl nm nHok
bnkom(Wofdt cenolijd).
WERKSTAKING.
Uit het loven der arbeiders.
Nuuv het Duitscli vnn
MAX KUKTZKR.
Do lente was juist aangebroken, toon Friedrich
Weigert het kleine westpraisische stadje, de plek,
waar hij geboren werd, verliet, om gedurende den
nacht naar die reusachtige huizenz.ee te
stoomon, te midden waarvan hij, evenals duizondo
anderen, zijn levensgeluk hoopte te vinden. Hij
dien had hij zich nooit voel om politiek bekom
merd. Het eenige, waarnaar hij streefde, was,
tevreden zich in oen bescheiden bestaan te mogen
verheugen, zijn plicht te doen en te trachten het
toppunt zijner wenschen te bereiken, namelijk con
eigen huishouding op te richten. Hij stond geheel
alleen op de wereld, behoefde zich dus omtrent
anderen geon zorgen te maken, totdat het noodlot
of hot toeval, diegene zijn weg zou doen kruisen,
die zich bereid -verklaarde, de genoegens en het
lijden van zijn verder leven met hem te doelen.
En op zekeren Zondag had hij die dan ook
gevonden in een van de grooto uitspanningslocalcn
op de Hasenhaide, waarheen zij. die uit de
prolste Jaargang,
Schaakspel.
l September 1889.
BINNENLANDSCII NIEUWS. '
Het schaaktournooi is in vollen gang! Behalve |
de reeds door ons vermelde meesters zijn er nog
bijgekomen, de II.H. Leather, een Engelschman,
(die zijn naam Leder eer aan doet); Miniatï, een
Griek, uit Manchester; verder een Kus de heer
Jasnogorodsky ook uit Londen.
De II.H. Mackcnzie en Blackburne zijn wegens
ongesteldheid tot onzen grooten spijt niet geko
men. Verder de II.H. Lasker uit Berlijn en Bauer
uitWeenen, die allen alleraangenaamste spelers zijn.
Nadat Zondagmorgen de deelnemers te 10 uur
zamengckomen waren, en de president, de heer
Kothe een welkomstgroet had uitgesproken, werd
tot de loting overgegaan, waarna onmiddelijk den
strijd aangevangen werd: omtrent den
vermoedelijken afloop valt nog niets te zeggen. Dat er
echter meesterlijk gespeeld wordt zullen onze
lezers zelve kunnen beoordeelen.
In de tweede klasse viel de eerste prijs den
heer Olland uit Utrecht ten deel terwijl de heeren
v. d. Berg nit Amstelveen en Miniati uit Man
chester de 2de en 3de prijs wonnen.
De afloop der 3de klasse is nog niet bekend.
Partijen gespeeld op het internationaal tournooi
te Amsterdam.
E. H. Lasker. J. II. Bauer.
Wit. Zwart.
l f2 f4
2 e2 e,3
3 b2 b3
4 cl - b2
r> f l (1,'i
gl - f3
d 7 do
e7 el!
f8 o7
b7 hij
c8 h7
Stand der partij na den 14den zet van zwart.
ZWART
i,, i
d e
WIT
10
11
12
13
14
li!
17
"18
l!)
2' i
21
21
?2 l
28
29
30
,".1
34
b l c3
o o
c3 e2
0-_) n;j
f'3 ef>
b2 X c5
dl e2
(13
e2
e.~>
h 5:
fl ?
f'3
h:)
g4
d7
al
b7
(17
f4
c5
g4
f l
t'(j
h8
S7
Zie diagram.
: h_7 t
k."> ?["
: K?
f'3
h3
d7
il
d7
gl
el!
fi;
h8 f
- gït
X b7
1)8 (17
o o
c7 c5
ds _ c 7
d7 X ei")
c7 cii
a7 aG
f(5 \ h5
g'8 X W
h7 - g8
g7 -- h7
eli c.)
h7 X l'r'
e7 i C
h<; g7
aS 1)8
t'8 (18
g7 - f'8
f<' g7
1)8 b 7
i'7 fC>
t'8 08
e8 o7
e7 cl!
d8 dC
vincie te Berlijn komen, het allereerst hunne?
schreden richten, om zich bitter teleurgesteld te
zien in de voorstelling, die zij zich uit de ver
binding der woorden haas" en heide" gemaakt
hebben en noch het een, noch het andere te vinden.
Zij zat, terwijl er druk gewalst werd in de ta
melijk groote danszaal, waar ondanks de buiten.
heerschende Junihitte het jonge volkje elkaar ver
drong, als verlaten op een bank, ea dat reeds had
hem zijn aandacht op haar doen vestigen, toen
hij van buiten een nieuwsgierigen blik door het
openstaande raam had geworpen. Deze eenzaam
heid, die op dat oogenblik zooveel overeenkomst
met de zijne had, dreef er hem toe aan, haar te
naderen. En daar hij evengoed kon dansen als hij
zijn troffel -wist te hanteeren, draaide hij al spoe
dig met haar rond en kwam hij tot de overtuiging,
dat het erg prettig was, in plaats van met zijn
kameraads, ook van tijd tot tijd eens met een
vrouwelijk wezen te schertsen en grappen te maken.
Gedurende de derde pauze en onder het tweede
glas bier wist hij reeds, dat zij Martha Lehmann
heette en als lederstikster een zuur stukje brood
verdiende. Zij woonde bij bloedverwanten in, die
steeds vriendelijker jegens haar werden, naarmate
de week meer naderde tot den dag, waarop zij het
kostgeld van haar in ontvangst konden nemen.
Martha was niet jong meer en kon ook niet
hijzonder mooi genoemd worden. Zij \vas groot en
weinig gezet, haar rug was door het eeuwige zitten
aan de machine iet of wat gekromd, de be
dorven lucht in de werkplaats had den blos der
jeugd reeds lang op hare wangen doen verwelken
en bovendien kleefde haar handen, zelfs op dezen
Zondag, een sterke leerreuk aan, die hen nooit
verliet. Maar zij kon vroolijk lachen, en liet dan
fraaie tanden zien, waardoor zij dan ook, en niet
minder door hare groote, blauwe oogen op
denduur wel een aangename gezellin moest blijken
te zijn. Bovendien was zij openhartig en beschei
den, dronk eerst, na driemaal daartoe aangespoord
to ziju, van het bier en onderscheidde zich door
haar nette en zindelijke kleeding.
Zij kwamen meermalen bij elkaar en spoedig
hadden zij hun hart voor elkaar uitgestort. Beiden
waren innerlijk door denzelfden vurigen wensch
bezield; hij wa°het beu, iederen maaltijd in do
een of andere gaarkeuken te moeten gebruiken en
zij verlangde er vurig naar, de werkplaats te kun
nen verlaten, waarin zij den geheelen dag als een
machine steeds hetzelfde werk moest doen, zonder,
wanneer zij opkeek, ooit iets anders voor oogeu
te hebben, dan dien vervelenden muur, die do
donkere binnenplaats omringde. Daar zij weinig
bezaten, behoefden zij ook niet lang te rekenen.
In dat opzicht vertrouwde bij op zijn vlijtigo
handen en op den dag van morgen.
Ik zal hard werken en weinig uitgeven", zeide
hij steeds wanneer hij hare slecht verzorgde han
den niet zijn plompe knoken teeder drukte of ten
minste zijn best deed, dit te doen.
Zeker, lieve Frits", stemde zij dan met een
hartelijke uitdrukking in hare stem toe. Ik neem
een machine on zal mijn best doen, werk in huis te
krijgen", voegde zij er aan toe, om hem het bewijs
te geven dat ook zij niet van plan was. in het
] vervolg stil te zitten.
Eu zoo waren beiden dan eenige weken later
! naar het stadhuis gereden, hadden zich de noodige
j meubelen op afbetaling aangeschaft cn hun nestje,
dat uit een kamer en een keuken bestond, ge
bouwd. Het geluk was hun gedurende den eersten
tijd in zooverre gunstig, dat het weer dat jaar
tot in December buitengewoon zacht bleef, zoodat
Weigert niet al te vroeg met werken behoefde
uit te scheiden, cn toen de eerste koude zich werke
lijk deed gevoelen, met voldoening op een klein som
metje kon zien, waardoor hij gedurende den tijd,
dien hij zonder werk was, met minder bezwaren
te strijden zou hebben. En toen hij geheel buiten
verwachting tegen Kerstmis in een
spcelgoedwinj kei een flink sommetje verdiende en Martha veel
werk in huis kreeg, zagen beiden do toekomst
vol vertrouwen tegemoet en wachtten geduldig,
innerlijk tevreden met hun bescheiden geluk, do
eerste zonnestralen van de nieuwe lente at, die
ijs cn sneeuw verdrijven en den harden grond
weer zacht maken zouden.
Den daaropvolgcnden zomer, toen Weigert tame
lijk ver van zijn woning werkte, brak voor liet eerst
de dag aan. waarop Martha hem zijn middageten.
l bracht. Dat was oen vreugde, toen hij to midden
j van kalk en steencn op een balk zittende, den
stevig iugcbakcrden stamhouder uit hare vermoeide
armen nam en hem dwars over zijn knieën legde.
Zijn jongen! men moest wel blind zijn vol
gens zijn mecning ? wanneer men niet terstond
de gelijkenis tusschon hen beidon ontdekte. Hij
i sprak tot zijn eerstgeborene als tot een volwassen
j mensch, trachtte hem met den top van zijn
vin! ger aan het lachen te maken en hield zich zoo
druk met hem bezig, dat hij zijn soep. die hij
drie maal in de weck kreeg, bijna, vergaf, zoodat
i Martha, die met een gelukkig glimlachje om do
i lippen, naar hen stond te kijken en maar aldoor
hare witte tanden liet zien, hem meer dan eens
er op opmerkzaam moest maken, dat do soep
vettig" zou worden. Daarop, nadat hij zijn eteu
haastig naar binnen had geslagen, terwijl zijn
blik aldoor op zijn jongen gerust had, nam
hij dozen weer op zijn arm, stond hij op en
niaakto in allen ernst het bakerkind opmerkzaam
op de goede hoedanigheden, waardoor dit gebouw
zich eens van anderen zou onderscheiden. Hij
legde hem alles mot zulk een groote kennis van
zaken en met zulk een onafgebroken woordenvloed
uit, dat eindelijk de metselaars en opperlieden,
die om hem heen stonden, in oen luiden lach
uitbarstten en zich boven van den steiger een
stem deed hooren: Frits, die moet zeker archi
tect worden, hu? Zorg er dan maar voor dat hij
de acht uren invoert!" 'tZal gebeuren", gaf
hij opgeruimd ten antwoord, terwijl de andereu
opnieuw begonnen te lachen.
En terwijl hij met de rechterhand zijn vrouw
hot noodige brandhout voor den volgenden dag
toestak, dat deze haastig in haar mand deed
verdwijnen, hield hij nog steeds zijn jongen voor
zichtig op zijn linker arm cn vertolkte hij hem
de wenschen zijner kameraads.
Toen do dorde lente na zijn huwelijk in het
land kwam. ontstond er plotseling een groote be
weging onder de werklieden in het bouwvak, die,
j naar hij wist, reeds weken lang voorbereid was,