De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 8 september pagina 5

8 september 1889 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 637 DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. In het Deutsche Theater" te Berlijn wordt ?met zeer veel zorg een opvoering van Fausts Tod. Aus der Tragoedie zweitem Theil, voorbereid. In -ons volgend nummer hopen wij daaraan een arti.kel te w|jden, naar aanleiding van Paul Lindau's bespreking daarvan in hst B&rliner Tagéblatt. De Vereeniging Het vrije tooneel" te Berlijn -zal hare voorstellingen den 29sten September des middags in het Lessingtheater met de opvoering TOU Henrik Ibsen's Spoken" openen. Mevrouw von Bülow, vroeger verbonden bij de Meiningers -zal de rol van mevrouw Alving spelen. ERMINIE, ?operette in 3 bedrijven naar 't Engelsch, van Claxson Bellamy en Harry Paulton, door V. L., muziek van Ed. Jacobowski werd gisteravond in Frascati voor do eerste maal ten tooneele ge bracht en zal daar zeer zeker langen tijd avond aan avond de muren doen daveren van het gelach der toeschouwers. De muziek is vroolyk en opgewekt, maar deed ons af en toe aan enkele andere werken van die soort denken. De tekst is allerkoddigst, de ver tolking onberispelijk, de decoraties, vooral die van het tweede bedrijf (een balzaal) en bet derde ?(de hall van een oud Engelsch kasteel) zijn allerkeurigst. Den beiden heeren Prot, vader en zoon, werd daarvoor dan ook de welgemeende en welver diende hulde van het publiek gebracht. In ons volgend nummer hopen wij dit werk uitvoeriger te bespreken. LETTEREN EN WETENSCHAP. Den loden October a.s. wordt de wintercursus ?aan het Seminarium voor Oostersche talen te Berlijn geopend. Het onderwijs is aldaar als volgt verdeeld : Chineesch, professor Arendt; practische oefeningen onder leiding van den heer Knei Lin (Noord-Chineesch) en Pae Fei Sching (Zuid Chi neesch) ; Japansch, Dr. Lange; practische oefe ningen, Dr. Inouye; Nieuw-Arabisch, prof. dr. Hartmann ; practische oefeningen, de hoeren Hassan Tausik (dialect van Egypte) en A. Maaubes (dialect van Syrië); Turksch, de heer J. J. Mannissadjian, Suanelisch, dr. Büttner, oefeningen, de heer Slimann Bin Said. Bovendien kunnen de leerlingen nog deelnemen aan cursussen in het nieuw-Grieksch (bij den heer J. D. Mitzotakis) en in het Spaansch bij den consul G. Oppenheim. Blijkbaar wordt er dus en zeer terecht, groot ge wicht gehecht aan het practische gedeelte. Berlijnsche bladen molden; De Afrikareiziger >dr. G. Schweinfurth, die zich tot nu toe met hot rangschikken van zijn talrijke on hoogst interessante ethnographische verzamelingen te Berlijn heeft bezig gehouden, zal begin October naar Kairo gaan, om daar den winter door te brengen. Se dert jaren gewend aan bet klimaat der tropische gewesten, vreest de professor voor nadeeligo ge volgen, wanneer hij gedurende de wintermaanden in Berlijn zou blijven. Van uit Kairo denkt de professor nieuwe tochten naar de reeds vroeger door hem bereisde en onderzochte streken te onder nemen, en wel voornamelijk naar Darfoer, Kordozan, Fascheda en verderop naar den aequator. Met iederen dag schijnt het aantal schrijvers onder vorstelijke personen toe te nemen. De Schah van Perziëbeproeft zijn geluk als schrijver met het werk Reizen naar het Westen", dat hij als een herinnering aan zijn reis door Europa voor zijn getrouwen zal meebrengen. En eon pendant van Nasr. Eddin's werk zal niet lang op zich laten wachten. Koning Milan van Servië, die, nadat hij den last der kroon van zich had afgeschud, j gedurende vier maanden een reis naar Constantinopel en het Heilige land maakte, verzamelt nu, naar de Frankfurter Zeitung" mededeelt, zijne aanteekeningen en denkt deze onder het zeer zeker niet gelukkig gekozen pseudoniem van Graaf van Takowa" het licht te doen zien. Hot in de Fransche taal te schrijven boek zal in drie afdeelingen gesplitst worden. Een daarvan behan delt Konstantinopel en omstreken, het tweede Palestina en het derde de godsdienstige feesten te Jerusalem. Vertrouwde personen uit de naaste omgeving van den Koning, die het manuscript inzagen, verzekeren, wel wat te laat, maar in vollen ernst dat Milan zijn carrière is misgeloopen", want dat hij allen aanleg heeft, een goed schrijver te worden. Het iveerstandsvermof/en van den Eiffeltoren, heeft in de kringen van vakmannen reeds her haaldelijk aanleiding gegeven tot verschil van meening, daar de gevoelens daarover, hoe lang zulk een reusachtig gebouw van ijzer, weerstand kan bieden aan de verschillende vernielende invloeden, die daarop inwerken, tot nu nog door geen proef ondervindelijke bewijzen gestaafd zijn. In een Parijschen brief in de Str.burger Post", waarin dit vraagstuk uitvoerig besproken wordt, wordt er zeer te recht op gewezen, dat pas sedert enkele tientallen jaren dergelijke ijzerconstructies in ge bruik zijn en dat men daarom dus nog niet met voldoende zekerheid van het weerstandsvermogen van ijzer op de hoogte is. Wel bereikt men van jaar tot jaar een grootere hoogte in de techniek voor het vervaardigen van dergelijke werker, en zou men, te oordeelen naar den tegenwoordigen stand daarvan, nauwlijks meenen, dat deze nog overtroffen zou kunnen worden. Slechts zelden hoort men van het instorten van ijzeren bouw werken en wanneer dit het geval is, ligt dit daar aan, dat de grondstoffen slecht gemaakt en slecht aaneengevocgd zijn, zooals dit het geval was bij het instorten van de spoorwegbrug bij Dundee. Wel weet men echter, dat aan het klinkwerk de uiterste zorg besteed moet worden en, dat het ijzer een zeer bedenkelijke neiging heeft om broos te worden. De oorzaken van dit laatste heeft men nog niet genoegzaam kunnen doorgronden, maar hoogstwaarschijnlijk is dit voornamelijk een gevolg van schokken en van den invloed der tem peratuur. Tegen de inwerking van de zuurstof tracht men het ijzer door verven te beschermen. Maar zal men altijd ververs hebben, die de millioenen voegen en spleten nauwkeurig en cons ciëntieus bestrijken? En zelfs wanneer deze arbeid met de pijnlijkste nauwkeurigheid verricht werd, dan blijven er toch nog govaran genoeg te vreezen over voor het voorloopig nog zoo sterke gebouw. Onophoudelijk rukt de wind aan den ijzeren kolos en zijn voortdurende aanvallen on dermijnen het gebouw allengs Wanneer men nog bedenkt, dat de schokken van de zes groote, voort durend in beweging zijnde accenceurs den wind in zijn vernielingswerk flink bijstaan en dat ver der ontelbare massa's menschen aan dit vernie lingswerk mede deelnemen dan volgt daaruit genoegzaam, dat de Eiffeltoren slechts een niet al te langen tijd zal blijven bestaan. Eiffel ver zekert, dat de toren een uiterst groot weerstands vermogen bezit, maar een op ervaring rustend bewijs daarvoor moet hij schuldig blijven. Van den uitgever L. J. Veen te Amsterdam ontvingen wij de eerste aflevering van een Nieuwe Atlas der wereld", 15de geheel bijgewerkte druk, herzien onder toezicht van J. Kuyper door W. B. J. E. Ter Laak, leeraar M. O. Aardrijkskunde. De in deze aflevering voorkomende kaarten van het Wereldrond, Zeestroomingon eu wercldverkcor Europa, Nederland (oro hydrograpisch) Ned. Indie, met cartons van Java en Madoera, en Groot Brittanje en Ierland munten uit door duidelijkheid en nauwkeurigheid. De atlas zal in 7 afleveringen compleet zijn en verdient in veler handen te komen. HOLDEN'S MARIONETTENTHEATER. Het is een gelukkig denkbeeld van do heeren van Lier geweest, om gedurende deze maand, die in de oogeu der echte Amsterdammers toch nog altijd de kermismaand is, Holden's marionetten in hun zomcrtheater te doen vertoonen en daar door aan tal van ouders de gelegenheid to verschaf fen, ook hunne kinderen in de kerinisvreugde te kunnen doen declen. In een zijner zoo aantrekkelijke schetsen, geti teld Over drie groote on miskende stadgenooten" weidt van Lennep op de hem eigen prettige en schalke wijze uit over de verdiensten van La Haye, Beekman en Laurens, in de dagen zijner jeugd hier ter stede de autoriteiten op het gebied van poppenkast, Chineesche schim en tooverlantaarn. Reeds vijftig jaar zijn verloopen" zogt hij, sedert ik die (vertooningen) 't laatst bijwoonde en nog staan zij mij niet alleen even levendig voor den geost als toen; maar gaarne zou ik er een representie van Rachel of een concert van Jenny Lindt voor verzuimen, om die nogmaals te zien," waarop hij dan laat volgen : Ik heb de opvolgers van La Haye, Beekman en Laurens hunne pogingen zien aanwenden, om de kinderen te vermaken en tevens zoet te houden." Geon hunner slaagde." Zeer zeker zou hij deze woorden hebben inge trokken, wanneer hij een voorstelling van Holden's marionetten had bijgewoond, want niet alleen de kinderen, maar ook de ouders on volwassenen volgen die met gespannen aandacht. Voor kinderen is de illusie volkomen; de volwassenen bewon deren de handigheid der vertooners en de aan het volmaakte grenzende mechaniek. Staat men in de eerste afdeeling verbaasd over de behendigheid van de 70 duim groote monsieur en madame Blondin, die op de gespannen koord met het grootste gemak en zeer gracieus hunne halsbrekende toeren vertoonen, over het wonder baarlijke magnetische geraamte, dat nu eens op alle hoeken van het tooneel verstrooid ligt, om een oogenblik daarna weer n geheel te vormen, bewondert men in de tweede atdeeling de ver wonderlijke juistheid, waarmede de Beroemde Amerikaansche Negerzangers dirigeerstok, viool, harp, kleppers en tamboerijn hanteeren, piano spelen en hunne groteske dansen uitvoeren, in de derde afdeeling wordt dit alles nog overtroffen. Daar toch krijgt men onder verschillend gekleurd licht den bodem der zee te zien, waar tallooze visschen rondzwemmen en een duiker zijn werk zaamheden verricht (het verwonderde ons, dat hij alleen zakken met geld on niet ook een kistje met Van Houten's cacao vond) en worden eenige Engelsche pantomimes vertoond met een juistheid van gebaren en bewegingen, die den uitroep: men zou bepaald zeggen dat het echte, levende menschen waren," die wij herhaaldelijk hoorden, alleszins wettigden. Het laatste nummer van het programma, een waterval van echt stroomend water, gouden regens, paarlen, robijnen, ja wat al niet meer, phantastisch nu eens in zijn geheel, dan weer gedeel telijk in allerlei kleuren verlicht, spande echter nog de kroon. Militaire Zaken. DE TEGENWOORDIGE OORLOGSMIDDELEN. (Slot). Maar wat dan ? ! Zoo als reeds werd meegedeeld, zullen ook naar onze rueening bij een toekomstigen oorlog de forten eu versterkingen in het algemeen slechts steunpunten voor het ver dedigend leger en als oplegplaats dienen voor geschut en munitie welke op, om en bij dat punt tot de verdediging bestemd zijn. In oorlogstijd bij een werkelijken aanval worden dan in den aanvang, als de vijand nog op grooten afstand is, slechts enkele vuurmondeu op den hoofd wal, zoo mogelijk zelfs teruggetrokken, geplaatst; de overige naar gelang van het terrein «j/waarts eu achfcrwaarts en bij uitzondering BoVnvaarts van de versterking opgesteld, zoodanig dat zij naar ge lang van de omstandigheden meermalen van plaats kunnen veranderen. Alleen op de sperfortcn en bij andere kleine versterkingen, die bijzondere gewichtige accessen beheerschen. moeten de standplaatsen van de voornaamste vuurmonden voldoende beschut zijn (en voor zooveel mogelijk gehouden worden) te gen de uitwerking van projectielen gevuld met de hevigst werkende brisaute springrniddeleu die in gebruik zijn. Op deze en alle overige verster kingen moet dit eveneens het geval zijn met de buskruitmagazijuen, bergplaatsen en werkplaatsen voor munitie eu het onderkomen voor het rustend gedeelte der bezetting. Meer dan ooit gelooven wij, zal bij een oorlog in de toekomst bet lot der staten door de levende strijdkrachten beslist worden, en is daarom eeue doelmatige eu krachtige organisatie van deze voor elk volk eene drinyenile behoefte. Zij toch de levende strijdkrachten blijven ten allen tijde hare waarde behouden en zijn gemakkelijk ver plaatsbaar om de verdediging te voereu, daar waar de aanval plaats heeft; terwijl een gedeelte der doode strijdkrachten en verdedigingsmiddelen, als gepantserde geschutstanden enz. hoe nut tig ook somtijds aan hunne plaats gebonden zijnde, hunne waarde verliezen als weder krach tiger aanvalsmiddelen zijn uitgevonden. Daarom, niet overal zich in ijzer en staal cu nieters dikke betonlagen gehuld, maar alleen daar, waar het wegens overwegende redeuen onvermij delijk moet geoordeeld worden. Om der eenvoudigheidswille niet meer als hoog noodig verschil lende kalibers van vuurmouden, eu geen kustgeschut van grooter kaliber dan 24 cM. Voor hetzelfde geld zouden we liever weer van deze laatstgenoemde kanonnen buiten torens (eu slechts enkele in een doelmiitigen gepantserden geschutstaud) willen opstellen dan een klein ge tal van nog zwaarder kaliber in draaiende torens te plaatsen, waarbij, om maar iets te noemen, door een enkel gelukkig schot van den vijand, de werking misschien belemmerd kan worden. lste Jaargang1. Schaakspel. 8 September 1889. BINNENLANDSCHE MEDEDEELINGEN. Het internationale schaaktournooi is afgeloopen, en de strijders naar hunne respectieve woonplaat sen teruggekeerd. Hoe heet de strijd ook was, toch zijn wij van elkaar gescheiden met een war men handdruk. Deze bijeenkomst, de eerste van dien aard in ons land, heeft bij de buitenlandsche bezoekers de beste indrukken achtergelaten, herhaaldelijk hebben zij hunne erkentelijkheid uitgedrukt, voor de goede, vriendschappelijke ontvangst, de goede orde en den aangenamen toon die gedurende het tournooi geheerscht hebben. Gewoonlijk komen bij dergelijke gelegenheden eenige hatelijkhoden voor. hier was dit niet het geval. Het bestuur en de commissie, die zich zoo meesterlijk van hun taak hebben gekweten, zij een hartelijk woord van dank toegebracht. De president der vereeniging de heer Kothe, had bij de opening, don deelnemers in drie ver schillende talen welkom geheeten, bij de sluiting nam de heer E. van Dien, wegens afwezigheid van den president, die functie waar, en ook bij deze gelegenheid werd hen in de verschillende talen dank gebracht voor hunne aangename mede werking. Dat het echter niet altijd dor en saai toeging kan uit het volgende blijken, Op zekeren dag bad de heer Lasker zijn concours partij geëindigd, en daar het te vroeg was om op te houden, en te laat om een nieuwe concourspartij te beginnen, gaf hij zijn verlangen te kennen, eenige snel te spelen partijen te beginnen. O,! dan moetForeest op de proppen komen. Foreest! Foreestl Deze was dadelijk bereid, en in drie minuten tijds voor elke partij werden vier partijen afgespeeld waar van de beer Forcest drie won. Natuurlijk onder luid gelach der omstanders. Het verloop der wedstrijden was als volgt: 1ste klasse. Burn, Londen, 7 punten l e prijs. Lasker, Berlijn, G 2e Mason, Londen, i}4 ,'io v. 't Vliet, r> 4e Gunsberg 3 5c 2de klasse. Olland, Utrecht, G punten Ie prijs. v. d. Borg, Amstelveen, G bij het over spelen met Olland verloor de laatste de twee partijen en bekwam de tweede prijs Miniatie uit Man chester behaalde 4 punten en kreeg de derde prijs. 3de klasse. Meiners uit Amsterdam, lid en afgevaardigde der Amsterdamsche Schaakclub, behaalde de eerste prijs met 8 winstpunten. Kohier de tweede prijs met G winstpunten en Pilger beide uit Amsterdam de derde prijs met 5 winstpunten. Hebben de Ilollandsche jongens niets kunnen winnen tegen de sterke buitenlandsche meesters; schaakspelers van beroep; zeker is het dat zij veel bij dit tournooi hebben aangeleerd, wij hopen en vertrouwen bij een volgende gelegenheid, dat zij roemrijker uit het strijdperk zullen treden. Partijen gespeeld op het internationaal tournooi te Amsterdam. Jhr A. E. v. Foreest. Wit. l e2 e4 2 gl - f3 a f l c4 4 b2 1)4 5 e2 c;s (i o o 7 d2 - d4 8 ca X d4 ) fl el 10 (4 b5 11 b5 X <>(i 12 c4 e5 13 cl a3 14 bl c.1! 15 dl d2 1G tr.i X f:) R. J. Loman. Zwart. e7 e') b8 cG f8 c5 c5 X b4 X b4 d7 c5 c5 c8 e8 b7 X g8 In h8 C,') dG d4 b 3 nA. ^ f8 cG o7 h5 hG fa diagram. 17 d-1 d.") 18 c."> X 'W l!) gl - hl ((pgcgevcn. J. II. Bauer. 01 d8 hG hl f5 h4 5;; e2 d2 c2 cl fl d4 e4 d4 c.'i e3 c,4 eó dl c2 Laether. b8 cG ei g6 f8 - g7 d7 dG e7 c5 dG X o5 g8 - e7 Het aantal kalibers voor het vestinggescbut zou zich kunnen bepalen tot drie, als van 8,4 cM. (ook veldgeschut), 12 cM. en 15 cM., van welke twee laatste soorten men lange kanons van staal, korte kanons van staal of geperst brons (ook staalbrons genaamd) en mortieren van geperst brons zou dienen te bezitten; tevens zouden mor tieren van 8,4 cM., zoowel tot gebruik in en vóór vestingen en forten, als te velde, gewenscht zijn. Ons lang geperst bronzen kanon van 10.5 M. konden we dan best missen, dat is een halfslachtig ding; de uitwerking er van is minder dan die van een stalen kanon van die soort in dat kaliber, de affuit (die zoo zwaar gemaakt wordt om het sterk terugspringen door het schot te beperken) is veel te zwaar voor het kanon, en dan een lang kanon van (geperst) brons ? ! Ons veldgeschut toch van 8.40 M., dus van een veel kleiner kaliber, waarbij minder weerstand van het kanon wordt gevor derd, werd reeds vau staal gemaakt; d. i. van een materiaal, dat sterker en beter dan geperst brons bestand is tegen de hooge temperatuur der buskruitgassen. Wijders zouden in ons laag gelegen land voor den bouw van een zeer groot aantal duikende en niet duikende pantserkoepels, gepantserde gesclmtstanden enz. schatten besteed moeten worden, die naar ouze bescheiden meening veel vruchtdragende!' en voordeeliger belegd kunnen worden in een flink en goed geoefend leger. Naar de teekenen des tijds te oordeelen, zullen wij ook dien weg opgaan, alhoewel men zich hier te lande en ook te recht met eigen oogen overtuigen wil van de eigenschappen en uitwer king der zoo zeer gevreesde brisante springmid delen, en nagaan, welke de beste dekking daar tegen is. Hopen wij dus, dat het aan de Regeering ge lukken mag om, niet inachtneming van verschil lende gegeven nuttige wenken, biuneu kort een leger te organiseren, dat in tijden van gevaar, ons onafhankelijk volksbestaan bewaren kan eu daardoor Nederland tot eer strekt. OUD-AMSTERDAMSCHE VERSCHEIDENHEDEN. Jaqites Baset, de kunsttievende Notaris. Als er in de vorige eeuw boeken uitkwamen met een zwierige opdracht aan en voorzien van het keurig in 't koper gesneden portret van een i of ander rcgeeringspersoon of aanzienlijk particu lier, dan kon men er nagenoeg zeker van zijn, dat het leeuwendeel van de kosten der uitgaaf door den gelukkigen sterveling werden gedragen, die de onsterfelijkheid deelachtig werd door den ; lofzang zijner deugden en het in prent brengen i van zijne trekken. Ruim een halve eeuw vroeger droegen de schrij vers hunne werken aan regceringspersonen op in i de hoop van door het college waarin deze macht1 hebbenden zitting hadden, met eene goede gratifi catie te worden vereerd; en dichters van den eersten rang schaamden zich niet om der wille van zulke gratiiicatién, hetzij dan in contanten of in den vorm van een gouden penning aan een keten uitgereikt, de snaren te tokkelen. Mocht een onzer lezers dit beneden de waardigheid van een schrijver of dichter van fatsoen rekenen, tot troost mogen wij het voorbeeld van anderen aan voeren, die daarvan niets wilden weten en ver kondigden : Dichten is geen bedelnecringh. Ik en dicht om geen vorecringh! Bezien wij de zaak echter uit het oogpunt van dien tijd, dan moeten wij ons onbillijk oordeel een weinig wijzigen. Een auteur uit de zeventiende eeuw kreeg in den regel geen honorarium, ja zelfs, stelde hij op eene goede correctie prijs, dan moest hij daarvoor soms extra betalen. Zijno belooning bestond in oen aantal exemplaren van het kind van zijn geest op groot en op klein papier, in prachtband of gewoon gebonden, die hij naar wil lekeur mocht vcrkoopen of wegschenken, liet is daarom, dat wij in zoovele oude boeken opdrachten van de schrijvers vinden, geschreven aan personen, die op hunne beurt den auteur hunne werken aan boden, of hem op andere wijs zijne beleefdheid vergolden. Broodschrijvers, penny-a-liners waren daarom in dien tijd onbekend. Men schroei in den regel niet dan uit innerlijken drang, omdat men vooruit wist van de opbrengst van zijn pen toch niet te kunnen leven. Is er alzoo een luchtje aan de opdracht van de zeventiende en achttiende eeuwen, van de zes tiende en het begin van de zeventiende eeuw mag hetzelfde niet worden verondersteld. Droeg een groot man zijn werk aan iemand op, wiens roem niet tot allo naneven doordrong, dan is het niet onverdienstelijk na te gaan, waaraan de man die opdracht te danken had. Zoo droeg Karel van Mander een deel van zijn voortreffelijk schilderboek, niet alleen merkwaar dig omdat het de basis is waarop onze kunsthistorie is voortgebouwd, maar ook omdat het ons vaak met tren'enden eenvoud de zoden van onze kloeke voorvaderen in de levensbeschrijvingen der schil ders schetst, aan den notaris Jacqnes liazet op, een man die in zijn tijd in de kunstenaarswereld hoog stond aangeschreven. Hij was de zoon van een hopman in statcndienst en zelf een voortref felijk beoefenaar van de schermkunst, welke in dien tijd door ieder man van opvoeding werd ge leerd, omdat hij toch moest kunnen omgaan met den degen, die hij aan zijne zijde droeg. Schermmccstcrs waren lieden van een zeker aanzien. Geen stad, geen academie of zij had hare gepri vilegieerde schermmcestcrs. die vaak ook als kun stenaars uitblonken. De werken over de scherm kunst, waarvan llazet er ook een uitgaf, zijn door onze eerste plaatsnijders geïllustreerd en worden i thans met goud betaald. j Maar behalve dat was Razet ook een kenner ; en ervaren beoefenaar van de edele schrijfkunst, waarin toen ter tijd wedstrijden werden gehouden, waaraan met roem bekende schoonschrijvers, meest l schoolmeesters maar ook andere mannen van de pen, deelnamen. In zulk oen vederstrijd. iu 15!)!) !, te Rotterdam gehouden, was Razet jurylid geweest, i In zijn beroep zal hem die ervarenheid in het i omgaan met de pen van veel nut zijn geweest en : wellicht had hij daaraan zijne benoeming tot secrej taris van het comptoir der convoyen wij zou

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl