De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 15 september pagina 1

15 september 1889 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

EEDAMMER A°. 1889. WEEKBLAD VOOB NEDEKLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 15 September. Abonnement per 3 maanden ?1.123, fr. p. post ? 1.27& Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10 Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.40 I H H O V D: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON: Jan Starter en zijn wijf, door Dr. Jan ten Brink. IX. UIT HET HAAGJE, door Z. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Am sterdam. Muziek in de hoofdstad, door F. Muziek te Rotterdam, door V. Aanteekeningen Schilderkunst, door V. Mevrouw Langtry geintervieuwd. VARIA. SCHAAKSPEL. "WETENSCHAP: Laura Bridgman. I. MILI TAIRE ZAKEN: De Lans. Reizigers met pleiziertreinen, door Crambamboli. Oude Levie, door Jo van Sloten. ALLERLEI. INGE ZONDEN. RECLAMES. BEURSOVER ZICHT. ADVERTENTIËN. Van verre en van nabyDe werkstaking in Londen houdt nog steeds aan. De dokdirecteuren hebben alle eischen van hunne werklieden in beginsel toegegeven, en het verschil loopt thans alleen nog over de vraag, of de loonsverhooging van n stuiver per uur eerst met l Januari van het volgende jaar zal ingaan, zopals de directiën willen, of wel reeds in het begin van November zal worden uitbetaald, zooals de arbeiders verlangen. De weigering der werkstakers om zich te vereeni gen met het compromis door den Lord Mayor, den Anglicaanschen aartsbisschop van Londen, kardinaal Manning, en den voorzitter der Londensche Kamer van Koophandel te hunnen be hoeve met de dokdirectiën gesloten, heeft eerst een ongunstigen indruk gemaakt, vooral omdat de leiders der beweging, Burns en Tillett, zich bereid hadden verklaard om dit compromis bij hunne lastgevers aan te bevelen. Maar men heeft spoedig begrepen, dat Burns en Tillett, bij al hun invloed, toch geen gevolmachtigden waren, en dat van de werklieden, die met zeld zame, door vriend en vijand gewaardeerde kalmte en zelfbeheersching den voor hen zoo bezwaarljjken strijd tegen de overmacht hadden volgehouden, niet kon worden -verlangd, dat zij, de vervulling hunner wenschen zoo nabij ziende, tot eene concessie bereid zouden worden ge vonden. En inderdaad, als hun eischen billijk zijn, zooals door de overgroote meerderheid wordt erkend, dan bestaat er geen enkele reden, waarom aan de dokdirectiën het recht zou worden gegeven, hen nog vier maanden uit te zuigen. Een kerkelijk blad, The East London Church Chronicle, herinnert hoe op 8 April op het Feuilleton. Jan Starter en zijn wijf, 9) DOOR Dr. JAN TEN BRINK. la El hombre es de lino mujer de fuego." (Spaansche wijsheid). VIII. ARME NIESKE! Het najaar van 1620 was in het Noorden van Friesland buitengewoon zacht. In het begin van October scheen de zon vroolijk door de nog immer groene bladeren der boomen op de smalle stadsgrachten te Franeker. Eene blonde schoof van stralen speelde hier en daar over de gevels der huizen. Het gou den licht viel weldadig in de vertrekken, die op de gracht uitzagen, en verguldde alles met vroolijken gloed, In een dier huizen met een schilderachtig trapgeveltje, geheel in zonnegloed badend, woont Jan Janssen Starter, boekhande laar, uitgever,en tevens Jurisprudentiae Studiosus, als op 3 Juni 1620 in het album der Franeker academie werd geboekt. In de beneden-voorkamer van dit huis dringen en kele zonnevonken door op den morgen van den Ssten October. Het is een smal, hoog vertrek, met eikenhouten zoldering en wandbekleeding. De kleine vensters laten maar zeer weinig licht door de looden ruitjes naar binnen vloeien. In een leunstoel met hoogen rug rust Nieske. De stoel is aan het venster geschoven, om haar zooveel mogelijk van de Octpberzon te doen genieten. Zij is alleen. De gevouwen handen liggen op haar schoot. De roode, moegeweende oogen zien met gadeloozen weemoed en stille berus ting naar buiten. Geen twee jaren is het ge leden, dat ze 05 een Decembermorgen haar man in dien hevigen strijd met den predikant Bogerman verrastte. Al, die haar toen zagen, zouden haar nu nauwelijks herkennen. Het mooie blonde hair golft nog altijd onder Mansion House eene vergadering is gehouden, die door den tegenwoordigen Lord Mayor en door den bisschop van Bedford werd bijge woond. Het eenige middel om de economische toestanden in het oostelijk deel van Londen te verbeteren" had loen de stedelijke mag naat tot een prelaat gezegd is eene algemeene werkstaking, en wanneer gij, Mylord, die wilt organiseeren, zult gij kunnen rekenen op den steun van den Lord Mayor". Ziedaar, naar het ons voorkomt, een afdoend bewijs, dat het ontstaan der werkstaking alleen toe te schrijven is aan den nood der tot het uiterste gedreven arbeiders en niet aan eene kunstma tige socialistische agitatie. Trouwens zijn alle staatkundige partijen op de hand der arbeiders. Een conservatief uit Liverpool zond dezer dagen aan de Pall Mail Gaze.tte eene bijdrage van £ 10 voor het werkstakersfonds, en voegde daaraan het volgende schrijven toe: Ik ben geen bewonderaar van de Pall Mail Gazette en evenmin van het socialisme, en daar ik zelf een groot aantal werklieden in dienst heb, zijn mijn sympathieën niet sterk op de zijde van den werkman. Maar ik voel mij ver plicht iets bij te dragen tot het werkstakers fonds om getuigenis af te leggen van mijne bewondering voor de verbazende zelfbeheer sching der werkstakers, en tevens als een protest tegen de jammerlijke domheid der dokdirec teuren. Velen van deze laatsten behooren tot mijne vrienden en zijn mij als knappe en ver standige mannen bekend; doch dit bewijst alleen, dat een college van directeuren, geen lichaam hebbende, dat men kan schoppen en geen ziel, die den hemel moet verdienen, col lectief dingen zal doen, waarvan elk lid persoon lijk niet zou droomen. Mijn doel met dit schrijven is, indien gij het mij veroorlooft, te wijzen op de lessen, die uit deze werkstaking kunnen worden getrokken. Vooreerst op deze, dat de bezittende klassen niet samenspannen tegen de massa's, maar dat een rijke ader van sympathie door het gansche menschdom loopt; in de tweede plaats, dat de dokdirecteuren dit over het hoofd hebben gezien, maar dat de werklieden door hun ordelijk gedrag deze meening hebben bevestigd. Voor het vervolg zal men, naar ik vertrouw, erkennen, dat vraag en aanbod niet de eenige factoren zijn, met welke tusschen werkgevers en werklieden rekening moet worden gehouden, maar dat de bezittende klassen de werklieden in alle billijke en rechtvaardige eischen zullen steunen.'' Tegenover de collectieve doniheid, die dezen conservatief aan de dokdirectiën ten laste legt, stelt de Pall Mail Gazette er eene andere. Als men de directeuren gelieft op hun woord te het mutsje en op het voorhoofd, maar het vriendelijk, zacht gelaat is vaalbleek en bijna tot onkenbaar wordens vermagerd. Hare gegeheele gestalte is ineengezonken, machteloos, afgemat. Zij _is niet gekleed en schijnt, na eene zware ziekte, een weinig op te zitten. Een bouwen van zwart laken heeft ze om de heupen geworpen en over een wit onderkeurs draagt zij een fraai wit nachtmanteltje met kant. Arme Nieske! Zouden de Leeuwarder vrienden, die Starter zoo dikwijls gelukkig prezen, om het tengere, maar beeldschoone wijfje, dat aan zijne zijde ging, haar thans nog herkend hebben? Hoevelen zouden met be langstelling gevraagd hebben, wat Nieske deerde, waarom Nieske, de spoedig ver welkte jonge roos, daar in de eenzaamheid te Franeker, door niemand getroost, in stilte zat te weenen ? Ten einde deze vragen naar den eisch te beantwoorden, had men de volgende feiten moeten kennen: Den 8 Januari 1619 hadden de Leeuwarder Vroedschappen Starter het ageeren op het tooneel verboden; den 9 Januari hadden Gedeputeerde Staten: »Jan Starter met syn gesellen gelast het gebouw van het voormalig Tuchthuis, door hen tot den gebruike yan het comediespelen ingenomen, op 't spoedigst te verlaten en te ontledigen van al hunne versierselen en gereedschappen." Den 10 Januari hadden de leden van »0ch, mocht het rijsen!" onder leiding van Jonkheer Rengers ten Post een eerbiedig request bij den Magistraat en de Gedeputeerde Staten ingediend, waarin, om opheffing van dit onredelijk verbod werd gevraagd. Tevens werd een afschrift van dit request aan Zijne Hoogheid Graaf W i 11 e m L o d e w ij k naar den Haag gezonden. Den 15 Februari werd aan requestranten te kennen gegeven, dat hun verzoek was ge wezen van de hand. Den 20 Februari ontving Starter op zijne herhaalde eerbiedige missieven aan Zijne Hoogheid een kort schrijven, waarin onder zeer hoffelijke bewoordingen werd te kennen gegeven, dat de sluiting van het Leeuwarder tooneel eene afgedane zaak was. Voorts be haagde het Zijner Hoogheid een vijftal exem plaren te bestellen van den door Starter ondernomen tweeden druk der »Frisia" van gelooven, dan zou het hun minstens £. 10,000 kosten, wanneer de loonsverhooging op l Nqvamber in plaats van op l Januari inging. Dit verlies, of juister gezegd, dit afzien van onbe hoorlijke winst, weegt zeker zwaar; maar wat beteekent het tegenover de ontzaglijke verliezen, die de handel der wereldstad dagelijks door de voortzetting van de werkstaking lijdt? Volgens een matige schatting bedragen die verliezen meer dan een millioen gulden per dag. Zou het dus niet verstandig zijn, indien de belang hebbende kooplieden zelven de £ 10,000 bijeen brachten, die de dokdirectiën, naar hare bewe ring, niet kunnen missen? Verstandig zou het wellicht zijn, maar het laat zich hooren, dat niemand zin heeft om een cadeau te doen aan die personen, wier bekrom pen koppigheid reeds zooveel ellende heeft ver oorzaakt. Doch daar iederen dag de werkstakers nader aan hun doel heeft gebracht, mag men hopen en verwachten, dat deze ongeëvenaarde strijd zal eindigen met eene volslagen nederlaag van de dokbesturen. Naar het schijnt, wekken de algemeene ver kiezingen in Frankrijk niet zooveel belangstelling als men uit de heftige polemiek der dagbladen en uit de bij duizenden en duizenden de muren bedekkende aanplakbiljetten zou opmaken. De Liberté, een blad, dat zijn best doet om een onpartijdig standpunt in te nemen, betoogt, dat de groote massa der bevolking, vooral in de plattelands districten, het behoud van den be staanden toestand wenscht en geen heil ziet in de door de uiterste partijen ter rechter en ter linker zijde aangeprezen hervormingen en veranderingen. In de plattelandsdistriclen be staat geen verlangen naar grondwetsherziening, geen geestdrift voor de Boukmgistische coalitie, geen begeerte om de republiek door een an der regime te vervangen. Toen bij zekere ge legenheid Pedro de Wreede van Gastiliëeene stad binnen reed, merkte hij met verbazing eene oude vrouw op, die voortdurend riep: Lang leve onze goede koning Pedro! God spare hem lang voor ons!" De koning liet de oude vrouw bij zich komen, en vroeg haar, waarom zij zoo veel van hem hield. Sire," antwoordde het oudje ik heb geleefd onder de regeering van uw grootvader, die een slecht koning was; ónder die _van uw vader, die een nog veel slechter koning was, en onder uwe regeering, die nog de slechtste van allen is. En nu bid ik voor uw behoud, omdat ik bang ben, dat uw opvol ger het nog erger zal maken." Ziedaar ongeveer het gevoelen van alle Franschen, voor zoover zij niet van de politiek leven, over den bestaan Martinus Ham c on i u s, opgeluisterd door vijftig in koper gegraveerde portretten en platen. Den 13 Juni had Nieske onder allerhevigst lijden het leven gegeven aan een zoon, die slechts eene maand Had geleefd, terwijl zij zelve een halfjaar lang. bij herhaling worste lende met deu dood, door eene zware, uitput tende ziekte werd geteisterd. In Mei 1020 had Starter besloten Leeu warden, dat hem zooveel leeds had berokkend, te verlaten; had hij zijn boekhandel en uitgeverszaak naar Franeker overgebracht, daar hij met den drukker Jan Lamrinck zich aan de vermelde uitgaaf' der »Frisia,' wilde wijden. Den 3 Juni van dat jaar was Starter ingeschreven als student in de Rechten op raad van de professoren Jo hannes Drusius en Hector Bouricius, van wie hij reeds te Leeuwarden kleine Latijnsche geschriften had uitgegeven. Den 10 September had zich in Starter's woning ^des avonds een vreemdeling ver voegd, die weldra door hem herkend werd als zijn broeder Frans. Deze had na den dood zijner ouders te Amsterdam zijn geluk gezocht en gevonden in den krijgsdienst. Hij had als ruiter gediend bij een cornet paardenvolk, behoorende tot het leger van Graaf Ernst van Mansfel d t in Bohemen. Wegens een vergrijp tegen de krijgstucht een tweegevecht was hij uit den dienst ontslagen, en naar de ge nieerde provinciën teruggekeerd. Vele Hollan ders en Engelschen dienden destijds in het leger van den Koning van Bohème, Frederik van de Paltz, neef van Prins Maurits. FransStarter had het tot vaandrig gebracht, maar vernietigde zijne toekomst door in eene vlaag van drift een lansknecht yan Christiaan V.an A n h al t te dooden. Uitgeput, hongerig en lijdende aan eene wonde in den linkerarm, was hij in het gezin van zijn broeder te Franeker opgenomen. Den 3 October had Jan Starter een schrijven ontvangen van den Amsterdamschen bpekverkooper Dirck Pietersz. Voscuyl, die op zich genomen had de verzamelde ge dichten van den Frieschen poëet, onder den titel van »Friesche(n) Lusthof" uitte teven. Daarin werd bericht, dat iemand zich oor bedrog had meester gemaakt van vijf den toestand. Zij zijn er wel niet mede tevreden, maar zij vreezen, dat eene verandering hen van kwaad tot erger zou brengen. Boven alles vreezen zij eene omwenteling, en wat zij wenschen is eene verstandige, gematigde, vrijzinnige repu bliek." Men ziet, dat de Libertéhet met zijne weinig vleiende vergelijking zoo kwaad niet meent. Klaarblijkelijk wil het blad alleen zeggen, dat het volk in de voorspiegelingen der oppositie partijen geen verbetering ziet, en voorzoqver wij kunnen nagaan, is dit eene juiste opvatting van de bij de groote massa der Fransche natie heerschende stemming. KOFFIE. In de Rotterdamsche koffieveiling van 6 Augus tus heeft de Minister van Koloniën zich veroor loofd door zijn agent, de Ned. Hand- Maatschappij, 30.000 balen koffie, die voor rekening derNed.Indische schatkist werden geveild, te doen op houden, omdat de geboden prijs hem niet hoog genoeg voorkwam. Een boos stukje in den Nieuwen Kotterdammer gaf dadelijk blijk yan hetgeen er onder de koffiehandelaars omging, en werd inderdaad vier weken later gevolgd door eene even booze interpellatie in de Tweede Kamer. Het was een Rotterdamsch handelaar, de heer Hintzen, die op zich genomen had den Minister voor zijne stoutigheid af te straffen. In het besef zijner overmacht "voerde de interpellant tegen den zondigen Minister een toon, die de Kamer voor enkele oogenblikken in dubbelen zin op een Koflie-Huis deed gelijkenWat had de heer Hintzen te vragen ? Er is zei hij met deze zaak een beginsel gemoeid, Hot bedoelde beginsel is hoewel het uit den tekst der rede niet duidelijk blijkt waarschijnlijk, dat de regeering van eene jaren lang geldende gewoonte niet behoort af te wij ken zonder voorafgaande waarschuwing Al lhans de heer Hintzen zeide aan het eind zijner rede: Het is licht te bevroeden, dat de handel, nu eens zulk een maatregel is genomen als het ophouden eener veiling, voor de toekomst, gaarne zou weten waaraan hij zich te houden heeft-" En om dat doel te bereiken werden den mi nister de volgende vragen gesteld: Hebt gij het stelsel, tot nogtoe onder alle omstandigheden gevolgd, verlaten, en zoo ja, waarom ? Denkt gij den handel bij do veilingen in Nederland en Nederlandsen Indiëvoortaan bloot Ie stellen aan verrassingen als waarvan wij de vorige maand getuigen waren? Is het uwe bedoeling om niet te handelen in overeenstemming met de gewoonte, en meent afgedrukte bladen, en dat deze gestolen ge dichten te Utrecht waren verschenen met een afschuwelijk portret van den dichter. Al deze feiten had men moeten in aanmer king nemen om te verklaren, wat Starter's echtgenoot deed weenen, terwijl zij in de voor kamer harer woning te Franeker den vrijen loop gaf aan hare pijnlijke gedachten. Nog veel meer echter was er noodig, om volledig te begrijpen, wat Nieske zoo bitter kwelde. Zoo als zij daar zat, scheen zij het beeld der allerhevigste zielefoltering, die ooit een jong hart verscheurde. Had ze thans haar leed uitgestort, men zou een bitter droef verhaal hebben gehoord. Alles had zich vereenigd, om hare zielsrust te storen, hare lichaamskracht te breken. In de eerste plaats de nederlaag van Starter te Leeuwarden. Na de ontzet tende gebeurtenissen te 's-Gravenhage in de Meimaand van 1619 stak overal de onver draagzaamheid het hoofd op. De aanhangers van Bogerman in de hoofdstad van Fries land toonden het overvloedig aan Starter en zijne arme vrouw. Daarop was hare bevalling en hare lang durige zware ziekte gevolgd. Uit die ziekte was zij eigenlijk nimmer hersteld. Bittere smart over het verlies van haar kind, dat zoo kort geleefd had, bitter lichaamslijden dag en nacht, schenen haar voor goed te hebben ge knakt. Tot overmaat van ramp kwam daar nog feller leed bij. Hare moeder toonde zich vertoornd en norsch, tegen haar man vooral, omdat de wiiikelzaak achteruitging, en hun klein vermogen bijna geheel verdween, omdat er van de beloofde winst nooit iets vernomen werd. En Starter had zijn troost gezocht bij zijne oude maats der kamer; bij de Veelkers, bij de Vredeman s en andere vrienden, die hem trouw bleven. Hij had haar altijd met veel zachtheid en genegenheid in haar lijden pogen te troosten, maar Nieske begreep al te goed, dat voortdurende zieke lijkheid eene zware beproeving was?niet alleen voor haar zelve, maar vooral voor haar levendigen, bewegelijken, hartstochtelijke!! echtge noot. Hij verkeerde nu meest buitenshuis, en moest dikwijls het verwijt van zijne schoon moeder hooren, dat zijne zaken in het hon derd liepen. De waarheid was, dat zijne klanten hem langzaam verlieten, dat ook hem de moed begon te begeven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl