Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.638
a, dat het wenschelijk is, telkens en telkens
f te wijken naar uw eigen inzicht en
overtuiDe heer Keuchenius antwoordde : mijn systeem
is gebruik te maken van de vrijheid van ieder
die wat te yerkqopen heeft, om dit te doen
tegen den prijs, dien hij meent te kunnen ma
ken. En de uitkomst heeft, zooals later is ge
bleken, den Minister gelijk gegeven. Dit bewijst
op zich zelf niets. De heer Keuchenius voerde
echter deugdelijker redenen aan voor zijne han
deling dan uit het succes zijn af te leiden.
Hij wii pogen zijne reëele verkoopen van
Indische koffie zooveel mogelijk te onttrekken
aan den invloed van de termijnrnarkt. Laat hij
de veilingen afloopen zonder limite, dan maakt
hij voor zjjne koffieboonen den prijs dien het
toeval, of liever dien de handelingen der groote
Eurppeesche en Amerikaansche speculanten in
papieren koffie, bepaalt. Er blijft echter, naast
deze weddenschappen, behoefte bestaan aan
koffieboonen.
En dat ook ervaren handelaars van oordeel
zijn, dat een verkooper als de Ned. Indische
Regeering zich niet met gebonden handen aan
de bevelen der termynmarkt behoeft over te
geven, wordt gestaafd door het volgende, dat
de heer Keuchenius voorlas uit een koffiebericht
van de Amsterdamsche firma W. Heybroek Jr
& Co.:
,Dat een koopman, eenig importeur van een
merk, hoerende dat zyn merk gedeprecieerd in
prijs werd door termijnverkoopen, dat merk
hoog in prijs zou houden, is zeker ; waarom
zou dan niet eene regeering, die de belangen
van alle ingezetenen moet behartigen, dit ook
mogen doen, daar de kans daarvoor nooit be
ter dan thans was, zooals dan ook de uitkomst
heeft bewezen ; dit zal ieder vakman ons toe
geven.
". De regeering' heeft hare koffie's niet van de
markt teruggehouden, doch heeft alleen belet
dat deze te laag verkocht werden.
De werkelijke behoefte heeft zich kunnen
voorzien, doch de minister heeft kunnen welen
en wist het ook zeker wel, dat de voorraad
Java-koffie van p. m. 400.000 balen op ceel
liggende, tot op ruim 60.000 balen was inge
krompen, en dat er bovendien een découverl
te dekken was."
De uitkomst heeft deze beschouwingen ge
staafd: den lOen September werden n de in
Augustus opgehouden 30.000 balen en de nieuwe
50.000 balen voor deze veiling bestemd, ver
kocht boven de in Augustus gestelde limite
van 51 cent. De grootste partij, p. m. 34.000
balen Malang, deed 52 a 54 '/* cent.
De heer Hinlzen antwoordde op de aanha
ling van het bericht der heeren Heybroek niet
anders, dan dat dergelijke berichten altijd uit
gaan van geïnteresseerden, niet van
onpartijdigen. Dit is waarschijnlijk volkomen juist; het
komt er maar op aan met oordeel uit de ad
viezen te kiezen.
Gaan wij enkel op den uitslag af, dan heeft
de heer Keuchenius ditmaal zeker den goeden
weg gekozen.
Er is in deze geschiedenis een blijk, dat de
minister heeft gehandeld krachtens eene ge
vestigde overtuiging. De taxatie voor goed
ordinair was 48 1A, en de minister stelde eerst
de limite van 52. Daarop volgde een telegram
van de directie der Handelmaatschappij, zijn
aangewezen adviseurs, waarin wij lezen : Moe
ten Uw Exc. ten sterkste aanraden voor deze
veiling geene limite te stellen. Uwe limite wordt
vermoedelijk niet bereikt, en ophouden achten
wij zeer bedenkelijk. De minister gat toen een
cent toe en stelde de limite op 51, of 2-K cent
boven taxatie, een besluit door hem gehand
haafd niettegenstaande een der directeuren
per
Het besluit, om naar Franeker te verhuizen,
had aanvankelijk eenige verbetering gebracht.
Starter begon met den grootsten ijver te
arbeiden, en bezorgde eene zeer fraaie uitgaaf
der »Frisia" van Hamconius, met platen
en portretten door P et rus Fedde s gegra
veerd. Daarenboven studeerde hij nu onder
leiding van den geleerden Drusius in de
rechten Het overlijden van Graaf Wiilem
Lpdewijk, 31 Mei 1620, was in zeker opzicht
minder rampspoedig voor hen allen, dan het
scheen. Starter gunde zich geene rust, voor
dat hij eene uitvoerige dichterlijke hulde aan
den overledene had gebracht, meer dan dui
zend verzen groot, onder den titel:
»LyckKlachte over den Hooghwelgeboren,
in alle deughden uytmuntenden
Heere Wilhelm Ludwich Grave tot
Nassou (enz. enz) die den loop syns
levens begon, anno 1560, den ISMartii
totSiegen, denselven salich volende,
anno 1620, den 31 May, tot Leeuwar
den, ende op den 13 Julii des selfden
jaers i», de JacopynenKercke aldaar
by syn Sal. huysvrou w, die Hooghgeb.
Vrouwe Anna van Orangien met
grooter eere ende statie begraven
wierdt. Den nacomelinghen tot een
gedachtenisse synder deughden ende
daden geschreven door J. Starter.
I. U. S. N a e r de c o p y e t o t F r a n e k er,
b y Jan L a m r i n c k, b o e c k d r u c k e r
ordinaris der H H. Staten van
Vrieslandt. Anno 162 0."
De algemeene belangstelling in dit gedicht
was zóó groot, dat L a m r i n c k de geheele
oplaag met winst verkocht, en dat Starter
een bekwaam stuivertje verdiende. Om deze
reden had hij iets dergelijks ondernomen niet
hulp van den te Amsterdam levenden, graveur
Petrus Feddes, den vriend, die hem het
eerst naar Leeuwarden gebracht had. Eene
kapitale kopergravure, voorstellende de
lijkstatie van Graaf Wiilem L o d e w ij k, met
een dichterlijk bijschrift van Starter, werd
wederom gretig gevraagd, zoodat er van de
tweehonderd exemplaren, maar twintig onver
kocht bleven.
Was het vooruitzicht dus eenigszins hel
derder geworden, wederom wachtte N i e s k e
eene zware beproeving haar scheen de lucht
soonljjk de redenen kwam ontvouwen, die tot
het telegrafisch advies hadden geleid.
In hoever het der regeering als groot impor
teur en reëel verkooper gelukken zal door het
limiteeren der veilingen en het afwachten van
gunstige tijdstippen, zich aan dwang der
termijnmarkt te ontworstelen, durven wij niet
beoordeelen. De invloed der speculatie is groot. De
heer S. B. Zeverijn geeft er in zijn bekend ar
tikel, De termijnhcmdel in koffie, ') een zeer
sprekend voorbeeld van. Eene sterke beweging
a la baisse, in New-York, deed in den zomer
van 1887 de prijzen enorm dalen, niettegen
staande n uit Java n uit Braziliëde berichten
omtrent den oogst bijzonder ongunstig waren.
De oogsten waren inderdaad zeer klein, en toch
had in Februari 1888, toen de heer Zeverijn zijn
artikel schreef, de kol'fiemarkt zich nog niet bo
ven den invloed dier speculatie in niet bestaan
de koffie weten te verheffen, en werd Java
goed ordinair toen verkocht voor 38/39 et.
Ware het spel niet tusschenbeide gekomen",
zegt de heer Zeverijn, en hadde men alleen
vraag en aanbod laten werken, dan zou de
producent op dit oogenblik stellig 10 a 15 et.
per Vs Kilo meer voor zijn koffie bedongen heb
ben dan nu het geval is."
Wordt hierdoor dus bewezen, dat de
windbandel onder zekere omstandigheden zoo grooten
invloed kan uitoefenen, dat de producent zich
daaraan niet kan onttrekken, de invloed van den
termijnhandel leert den bezitter van koffieboonen
ook nog wat anders.
Het moge voor Nederlandscbe makelaars en
commissionairs aangenaam zijn, dat naar ouden
trant op vaste dagen eene vooraf bepaalde hoe
veelheid koffie aan den man wordt gebracht
voor wat men besteden wil, de verkooper die
een zoo groot belang bij den te bedingen prijs
heeft als de Ned.-Ind. schatkist, kan zich niet
blindelings aan het toeval overgeven. A In
guerre comme a, la, guerre! De Minister van Ko
loniën zal koopman moeten zijn of, zooals
de heer Hintzen het smaakvol uitdrukte,
koffieverstand" moeten aan den dag legaen.
>) De Economist, Maart 1888.
Uit het Haagje.
Al wat duurzaam is en genoegen geeft, moet
Heinricli Heine eens gezegd hebben, is een men
geling van contrasten. De groote diehter-pliilosoof
had namelijk opgemerkt dat, het etmaal van vier
en twintig uren bestaat uit dag en nacht twee
contrasten; de dag alleen zonder den nacht zou
evenals de nacht zonder den dag heel veel bezwaar
opleveren. Verder was het hem niet ontgaan dat
voor het in stand houden van het mcnschelijk ge
slacht een man en eene vrouw noodig zijn ook
twee contrasten ; dat, om oen goeden slag te slaan,
een zot en een handig man zich moeten associëeren,
en dat twee dissonanten altijd een sehoone harmonie
opleveren.
Waarschijnlijk is het dan ook de groote
mengeliug van contrasten, die de Parijsehe boulevards
ook voor stemmige, stemmiger en stcmmigste Ha
genaars zoo bijzonder aantrekkelijk maakt. Eigenlijk
nieuws toch ziet men er niet.
De vraag of er wel iets absoluut nieuw kan zijn,
werd toevallig ook besproken, bij dezelfde gele
genheid dat lïeiue zijn contra?ten-leer verkondigde,
namelijk aan eon diner door Wcil, anno l S1-7, aan
geboden aan Heine, Eugène Sue en de Balzac.
Een wijsgeer," zoo verhaalde de Balzac, ver
geleek do nieuwe waarheden door de geschiedenis
verkregen, bij uienschillen; verwijderde men eene
schil, dan vond men terstond weer eene nieuwe,
maar liet bleven altijd uien."
te Franeker nadeelig. In Augustus vertoonden
zich de eerste koortsen, die niet wilden wijken
en haar in een diep neerslachtigen staat van
uitputting deden verzinken. Daarop was plotse
ling Starter's broeder Frans, de verloopen
vaandrig, in hun huis komen vallen. Hunne
middelen waren niet groot, ra aar nu moest
er plotseling in het onderhoud voorzien wor
den van een forsch soldaat, die buitendien
aan eene verouderde en slecht behandelde
sabelwond in den linkerarm leed. De heelmeester
mr. Jan Lamberts had de zaak onder
handen genomen en verklaard, dat de arm
boven den elleboog moest worden afgezet. Na
dat dit alles had plaats gehad, was er van
nieuws huiselijk leed op gevolgd. Zoolang
Frans onder behandeling van den wondheeler
mr. J a n Lamberts blecf.en rust moest nemen,
hield Starter hem gezelschap. De vaandrig
verhaalde allerlei luchtige geschiedenissen, in
zonderheid over het hof van Frederik van
de Paltz te Praag. De zonderlinge toe
standen ten paleize vanden vermaak! levenden
Winter-Koning, de losbandigheid (Iertroepen
onder C h r i s t i a a n va n A n h a 11 en
Ernst van M a n s f e l d t, gaven de stof
tot menig oustichtciijk verhaal. Daar deze
vroolijkc F r a n s echter niet spreken kon
zonder drinken, werden er groote hoeveelheden
bier en brandewijn verbruikt, en scheen het
des avonds, of beide broeders niet hunne luid
ruchtige stemmen en zangen de buren wilden
verhinderen te gaan slapen.
Nieske had onbegrijpelijk veel geleden
onder dezen toestand. Uitgeput door de koorts.
onmachtig tot handelen, had ze haar man
dringend gesmeekt geene drink gelagen met
zijn broeder in hun huis te houden, daar hare
moeder haar nu dikwijls kwam verwijten, d at
zij de arme! niets deert ter verhindering
van het kwaad. Starter had met het
grootste mededongen haar alles beloofd, wat
zij wilde. En daar de voortvluchtige vaandrig
spoedig genas, hadden de luidruchtige festijnen
ten barent een eind genomen. Doch de beide
broeders gingen nu dikwijls met do Friesche
studenten in de taveerne, en ook dit leverde
velerlei aanleiding tot huiselijken twist.
Arme Nieske! Het ergste moest nog
komen!
S ar ter had hot plan gevormd eene
verEn zij persen ons steeds dezelfde tranen af,"
voegde Heine er bij.
Ln het ernstige, veelzeggende boek van de-iheer
C. van Nievelt, getiteld : Herman Wohinck, kort,
geleden in het licht verschenen, wordt echter her
innerd aan een kernachtiger uitspraak van Heine
over de opvatting van het woordje nieuw".
Wat in de algemeenheid nóg zoo oud moge
wezen," zoo staat op blz. 177 te lezen, is daarom
in liet leven van eiken meusch niet, minder nieuw.
Juist het incest bekende is in het, leven het meest
plaatsgrijpende; en elk wederkeerend geval van zoo
algemeeuen aard is op zicb-zclven, wél bezien, toch
weder iets anders, iets nieuws, is belangstelling
waard en ontleding."
Waarlijk, het doet er niets toe hoe vele doode
of nog levende Hagenaren in den loop der dagen
de Parijsehe boulevards reeds aanschouwd en be
wonderd hebben; steeds zullen nieuwe bezoekers
versche indrukken verkrijgen, en of' zij willen of
niet, onder den overstelpendcn invloed komen van
het grootsche schouwspel, dat zich hier van den
vroegen morgen tot den laten avond aan het oog
vertoont. Be Kalvcrstraat in Amsterdam moge een
heel flauw schaduwbeeldje geven van het leven en
de beweging die in de Eransche hoofdstad
heerschen, in den heelen Haag, van liet station van
de Hollandsehe spoor tot aan den Scheveningschen
weg en van de Loosduinsche brug tot aan het
Bosch, is met. den besten wil van de wereld geen
plekje te vinden, dat, in de verste verte aan een
Parijsehe boulevard denken doet. Ja, 's middags
na vieren zitten wel ecuige donkere
niannongestalten vlak voor de deur der Witte" neergehurkt,
en er komt, ook wel eens eene vigilante of een
tram voorbij; maar het heeft niets van de jolige,
drukke, altijd afwisselende massa van dames eii
heereu, die gelijk beien om een korf. rond het
Grand Café", het CaféMazarin", of de brasse
rie" van Pousset en hoe al die andere gelegenhe
den heeteu mogen, gonzen en in en uitvliegeu.
Dan doet ons stijve literaire" socicteitsgebouw
nog eerder denken aan een soliede bemuurd mili
tair hospitaal, alwaar eenige reconvalescenten"
op de kerkhofachtige plaats voor het, huis, rustig
en kalm saamgeschoold in het, zonnetje, een luchtje
scheppen, en elkander op geschiedenissen, uit hun
Sturm uiid Drang-periode" onthalen.
Wil men den Parijschen boulevard in al zijn
pracht en schoonheid zien wil men zich laten
overweldigen door den bedwelmenden geur, die
van uit zijne honderden brasseries", café's" en
restauraties opstijgt, wil men zijn hoofd op hol
laten brengen door de duizenden equipages, coupes,
eabs, victoria's urbaines en omnibussen, die onop
houdelijk achter en langs elkander wriemelen, als
pieren in een bak, dan doe men wel om ge
dachtig aan de leer van de contrasten zich di
rect van zijn hotel door zijstraten naar het musée
Gréviir" op den boulevard Montmartre te laten
brengen. Men moet dan zonder rechts of links te
zien, terstond binnentreden, om later zooveel te
meer van den grooten overgang te kunnen ge
nieten.
Dit museum is eigenlijk een gewoon
wassenbeeldenspel, waarin, zooals nu eenmaal de mode
schijnt, mede te brengen, nevens eenige beroemde
mannen en grappige tooneeltjcs, het afschuwelijkste,
walgelijkste en verfoeilijkste, dat het menschelijk
bestaan oplevert, aanschouwelijk voorgesteld wordt.
Een oprecht Hagenaar, die natuurlijk actrices
cu danseuses nooit dichter bij gezien heeft, dan
minstens op zes pas afstands achter het voetlicht
op het tooneel, schrikt, bij den incrang onwillekeurig
terug, als hij zich plotseling tête a tête" bevindt
met een allerbekoorlijkste ballet-danseres met,
ontblootcn hals en korte gazen rokjes. Het, is
slechts een wassen pop, maar de frnnio slazen
oogeu kijken u zoo smachtend en verlokkend aan,
dat gij u met Van 7/eggelens bekende woorden
uit den Pieter Spa op de lippen: Dut moe.it mijn
lieve mouw eens weten", half beschaamd omdraait*
Twee stappen verder wordt het echter nog slim
mer. Daar is men waratje op eens in de
geheimzinnige loge van zulk een mondaine". Men ziet
allerlei kleedingstukken, bloemen, krauzeu,
blauketsel, haarnaalden en andere toilet-artikelen in artis
tieke wanorde op de stoelen en op den grond ver
spreid liggen. De diva zelve zit in nonchalante
houding voor haren Psyche en is zonder zich te
gêneeren bezig met de laatste hand aan haar kapsel
te leggen. Men is er getuige van hoe een jeugdig
amant schielijk in eeu kast verstopt wordt door
de oude, gerimpelde kamenier, terwijl ter zelfder
tijd oen allerdeftigste, bejaarde diplomaat, in zwarten
rok en witte das, begraven onder ridderordes, om
den hoek van het vertrekje verschijnt, met een
geschenk in ledereu etui onder zijn verdorden arm.
Het is bekend dat rekruten, die zoo kers-verseh
van moeders pappot in de kazerne-wereld belan
den, zich iii den beginne meestal eveu oiiüoozel en
ongelukkig gedragen, als zij later en meestal
zeer spoedig ??niet alleen geheel aan hun nieuwen
toestand wennen, maar zelfs toongevers, haantjes
de voorste ouder de soldaten worden, llicr, waar
men slechts met wassen poppen te doen heeft,
verdwijnt de aanvankelijk getoonde schuchterheid
nog veel spoediger. Weldra kijkt men brutaal en
uittarteud om zich heen; men stelt, zich vlak naast
Bismarck om zich familiaar met hem te meten;
men werpt een onbescheiden blik in het boek, dat
de honderdjarige Monteüore in de hand heeft; men
trapt, zonder excuus te vragen of een oogeublik
zijn tegenwoordigheid van geest te verliezen op
den sleep van koningin Victoria; men laat zich
aan den President Caruot en den ingenieur Eiffel
voorstellen, alsof men zijns gelijken voor had; men
fixeert zelfs de levende dames in Hongaarsch
costuum, die boven op de estrade strijkmuziek uit
voeren; in een woord: men is rijp om in de
onderaardschc gewelven van het gebouw af te dalen,
waar kerker, schavot, boosdoeners en ongelukkige
koningen en koninginnen een gedachten aanval op
de zenuwen zullen doen.
Als inleiding in die naargeestige, ondergrondsche
gewesten, wordt, men onthaald op eeue uitgezochte
collectie van bleeke, verstorven tronies van aller
hande boeven, op de manier van het Pauopticum
te Amsterdam; zij zijn alle waarschijnlijk onmid
dellijk na de terechtstelling in al haar naakte ake
ligheid weergegeven. In hot voorbijgaan heeft men
het ongeluk kennis te maken met den grooten
redenaar Mirabeau. Alle illusie, die men uit do
j boeken van dezen Eranschen Demosthenes had,
wordt daardoor in een ommczieii uitgedoofd. Zijn.
gedrongen, waterzuchtige gestalte, maar vooral zijn
vulgair, pokdalig, opgezet gelaat, boezemt weerzin
in stede van bewondering in. Maar reeds wordt
het oog onwedcrtitaanbaar aangetrokken door het
fijne, doorschijnende martelaressen-gelaat van de
bceldschoouc Maria Antoiuette. Men treft haar
in allerlei toestanden-, in het, koninklijk vertrek
van het paleis te Vcrsailles, juist op het
oogeublik als het gewapend gepeupel met geweld
binnendringt; voor de rechtbank ; in de gevangenis
op haar leger van stroo ; in alle tafcreelcn boezemt
zij sympathie en diep medelijden in. Xog voordat
men van deze aangrijpende scènes een weinig tot
zich nel ven gekomen is, ziet men eon complete
inbrckersgeschiedcnis zich plastisch voor zijn oogert
ontwikkelen: eon moord, een vernielen van een
brandkast, een arrestatie, een vcroordeeliiig1. . . eu
lust not least de misdadiger, als een stuk vee dat
geslacht wordt, met touwen gebonden onder de,
guillotine. Pasteur, omringd door zijn dolle honden
en konijnen is reeds niet meer in staat, veel indruk
op ons geschokt, gemoed te weeg te brengen. Men
verlangt er uit te komen uit deze doos van
Pandora, waar met recht alle verschrikkingen der
hel op den bodem liggen. Gelukkig wordt men
door niemand tegen gehouden, en geraakt men
door middel van een gemakkelijke trap weer in de
zameling van al zijne liederen, bruiloftszangen
en boertigheden in eene prachtnitgaaf te doen
verschijnen. Vredeman had zich bereid
verklaard de zangwijzen in notenschrift te le
veren. Starter zou de platen teekonen, en
zoo noodig ook gravecren. Hij hoopte door
dit werk zoo goede zaken te maken, dat de
achteruitgang in zijne boekverkooperij geheel
zon gedekt worden. De Amsterdamsche uit
gever D i r c k P i e t. c r s z. V o F c u y l zou
de uitgaaf ondernemen, en beloofde den (lich
ter, tcckenaar en graveur eene aanzienlijke
winst.
Plotseling was voor eenige dagen uit Am
sterdam bericht gekomen van den drukker
P a u l u s van R a v o s t e v n, dat men hem
vijf afgedrukte bladen had ontstolen en (lic
te Utrecht had uitgegeven. Starter's ver
ontwaardiging kende geene grenzen. Zijn
nadeel was onberekenbaar. Er moesten on
middellijk maatregelen genomen worden. Een
octrooi van de Algemeene Staten moest
zijn boek, zijn «Lusthof", onder de
bescherming der overheid brengen. Hij moest
in persoon orde gnnn stellen op de uitgaaf
te Amsterdam. Eeeds was alles geschikt. Hij
had een vrij grooten voorraad boeken en
platen in eene groote kist gepakt en deze was
reeds vooruitgczonden naar Harlingen, om
met het veerschip te gaan, 't welk Starter
on zijn broeder Frans naar Amsterdam zou
brengenden 't welk dien middag zon vertrek
ken. Op dit oogenblik warende beide broeders
bezig afscheid van eenige Franeker vrienden,
professoren en studenten, te nemen.
Het, was Nieske of dit vertrek van haar
man de genadeslag zon zijn. Zij begreep, dat
het, gewicht der zaak hem noopte naar Am
sterdam te vertrekken en toch zij gaf nu
allen moed op. Wat moest er van haar wor
den, alleen met eene moeder, sedert lang
verbitterd door den Joop dor huiselijke zaken ?
Wanneer zou zij haar man terugzien '! De
werkzaamheden voor de uitgaaf' van den
»L u s t h o f" konden zoo lang duren ! Haar
zwak hoofd klopte, haar hart bonsde van
benauwden angst, zij sloeg de handen voor
de mocgcwconde oogcn.
Voetstappen in den gang, liet ontsluiten
der deur doet haar opzien S t a r t e r snelt
met een glimlach binnen, en knielt naast
haar stoel. Hij legt de hand om haar hals
en zegt:
»Wij moeten gaan. De wagen wacht ons!
Wees nu heel wijs, mieii swiete f'amke!
En bederf uwe mooie oogen niet,! Kwel u in
niets tegen de rede, mijn lieve Nieske. Ik
moet naar Amsterdam. De ^Lusthof" is iu
groot perikel!"
Nieske boog het hoofd en stortte hare
tranen op het glinsterend roodbruin hairvan
haar man met eene schier onverstaanbare
stem vroeg ze :
»En wanneer zie ik je terug?"
-Als mijn werk te Amsterdam af is!
Maar ik zal u schrijven, mijn zoete /iel. Ik
schelde niet van je, ik draag u\v beeld mede,
gemetseld in het binnenst van mijn hart!
Schep courage, lieveling!"
'Krijg ik terstond een lettertje, als je tot
Amsterdam zijt?"
- »Dadelijk!"
En Starter nam de zwakke, teedere
Nieske in zijn armen, en kuste haar her
haaldelijk op het vervallen bleek gelaat.
Een zware stap klonk in den gang.cn een
luide stem riep:
»Bylo! Jan.' 't Is onze tijd! Maak het
kort!"
Bij de geopende deur stond Frans Starter,
de ex-vaandrig, een breedgeschouderd jonk
man met versleten kleeren en de leege linker
mouw vaii zijn wambuis op de borst
vaetgespeld.
Nieske barstte in luid geween uit!
«Adieu! melieve!" fluisterde Starter
aan haar oor. Krijt niet langer! Ik moet
oorlof nemen! Gij zult mij wederzien, eer dan
gij denkt!"
'Eene laatste omhelzing volgde.
Knel rukte de dichter zich los uit hare
armen. Zij wilde spreken. De stem stokte
liaar in de keel. Zij hoorde het adieu der
beide broeders nog eenige malen door de
kamer en den gang klinken; zij vernam
haastige stappen ; zij huiverde, toen de deur
van het huis werd dichtgeslagen.
En alles werd stil.
Nieske lag bowecgloos in haar stoel. De
smart van het afrcheid dompelde haar in
eene diepe bezwijming.
(Wordt vervolgd.)