Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 638
De auteur ziet in de Exposition Centennale een
belijdenis van den Franschen geest dezer eeuw.
Onder de groote keuze van schilderijen zijn mees
terwerken die getuigen van een groote veerkracht
in het nationaal genie, dat sedert de Renaissance
zonder genade gedurig werd verstikt, maar dat
telkens weder plaats en prestige komt heroveren.
Bjj het naderen der revolutie was in de kunst
alles klassiek. Zooals men ten tijde der pompeuze
conventie van Lebrun en Boucher getracht had
te schilderen in room, zoo wenschte David te
beelden in marmer. Toch is de kunstbeweging
van David een uitvloeisel van de
Italiaansch-romeinsche invloeden die sedert de 16e eeuw in
Frankryk gewerkt hadden. En zoo vervelend als
z\jn gecomposeerde schilderijen zijn, zoozeer is
hjj in zyn portretten een soms intiem realist.
Dus gaf hij de Fransche kunst twee richtingen;
de eene vóór de andere rugwaarts. Zijn leer
lingen Gros, Gerard, Ingres buigen voor zijn
doctrine, in theorie althans, want ook zij,
Ingres vooral maken bewonderenswaardige
portretten. In zijn schetsen is hij een naturist,
maar als hij schildereijen maakt, vervalt hij tot
de kunstgrepen van het idealisme. Schoon
academiesch tot in zyn nieren, verlost hem het vol
genvan een brok werkelykheid somtijds van zijn
manier.
Prudhon maakt zich meer vrij, doch de volge
lingen van David miskenden dezen droomerigen
charmeur, die hoewel evenmin geheel aan klassie
ken invloed ontsnappend, ons met zijn merkwaar
dig clair-obscur een persoonlijke visie heeft na
gelaten,
Welke afwijkingen de Fransche kunst ook te
zien geeft, de Franschen zijn naar hunnen aard
?volgens den schrijver eigenlijk niet anders dan
portrettisten. Maar het nationaal genie was onder
zulk een zwaren druk van vreemde invloeden dat
alleen een revolutie het kon vrijmaken, en die
. revolutie bracht de romantiek.
Natuurlijk kwam die omwenteling niet in eens.
Omtreeks 1820 openbaart zich een smaak voor
sujetten uit den riddertyd, waarvan men in de
18de eeuw een kiem zou kunnen ontdekken. De
nieuwe beweging gaat uit van het atelier van
Guérin, wiens leerlingen Géricault, Delacroix,
Cogniet, Scheffer, vóór alles weer willen schilderen.
Géricault die het hartstochtelijke leven wil schil
deren, sterft jong. Delacroix zet de beweging
voort met koortsige kracht; motie is bij hem
alles. Deze geweldige decoratieve kleurman, met
zjjn groote dramatiesche kracht is ongeveer de
eenige der romantiek die iets duurzaams heeft
geleverd, maar de romantiekers hebben mogelijk
gemaakt wat hun opvolgers hadden te beproeven.
Uit hun anarchie is het realisme geboren.
De schilderkunst verliest nu haar
historiesch-romanesk karakter en wordt democratischer. Na
Chenavard, de abstracte, en Tassaert, de
sentimenteele schilder, komt een man die schilderen
zou wat hij zag, typen, zeden, werkelijkheid:
Gustave Courbet, die door de Venetianen, de Span
jaarden en de Hollanders werd aangetrokken. Hij
weet bewonderenswaardige schilderskwaliteiten aan
een goed gedefinieerd denkbeeld dienstbaar te
maken.
Toch is het academisme niet overwonnen. Onder
het tweede keizerrijk komen nog Gleyre, Flaudrin,
Hébert, etc. Het karakter van de offlciëele kunst
is weer slap en smakeloos. Nog krijgt men
Meissonier met zijn groote wetenschap, enkelen die
magistraal een hoekje realiteit weten te schilderen,
de meest fiere pleiade van landschapschilders die
ooit bestaan heeft, en Edouard Manet komt voort
uit het atelier van Couture.
Het laatste artikel, gewijd aan de modernen,
en dat de sluitsteen tot het geheel zal moeten
zyn, is nog niet verschenen.
Uit de Walfahrtskerk te Marienbaum bij
Calcar, werd verleden week een rood
Altaar-autependium van niet geringe waarde gestolen. De dief
sneed het waarschijnlijk bij dag uit de lijst, want
geen spoor van inbraak was te ontdekken. In
het zyden borduursel, het werk van Brigittiner
nonnen uit de zestiende eeuw, was een zinnebeel
dige voorstelling met dertien figuren gewerkt.
Liefhebbers, aan wie men zooiets te koop mocht
aanbieden, worden gewaarschuwd.
De veelbesproken collectie antieke portretborden
die twee jaar geleden in de provincie Fajjum in
Egypte, in de beroofde grafkelders gevonden
werden, en die door den eigenaar Thedor Graf
reeds in Weenen, München, Dresden, Berlijn,
Par\js en Brussel tentoongesteld werden, zijn sedert
Dinsdag 10 September te Amsterdam in het ge
bouw van Architectura op de Marnixkade geëx
poseerd. Wie de reproducties kent van deze
merkwaardige Alexandrijnsche portretten, die zul
len de oorspronkelijke schilderingen op het eerste
gezicht tegenvallen, en wij meenen dat dit hoofd
zakelijk het gevolg is van de zware, onsmakelijke
manier, waarop deze stukken, die in wit of dof
goud moesten gevat zijn, ingelijst hangen.
12 Sept. '89. V.
MEVROUW LANGTRY GEINTERVIEUWD,
(door een medewerker der PM Mail Gfazette).
In Albemarlestreet, op een punt, waar het ru
moer van Piccadilly door den afstand vrij ge
temperd is, wat ongetwijfeld meer bekoorlijkheid
geeft aan de geluiden der wereldstad, heeft de
Lelie van Yersey tijdelijk haar verblijf gevestigd.
Voor weinige weken heeft zij rust genomen van
haar dramatischen arbeid als men tenminste
een voortdurend denken aan de toekomst en al
de bemoeiingen van talrijke repetities rust" wil
noemen en is zij bezig nieuwe velden voor
overwinningen te kiezen in het land dat zij voor
zoo langen tijd verlaten heeft." Nieuwsgierig te
zien en te hooren, wat Amerika voor mevr. Langtry
gedaan heeft en wat mevr. Langtry voor Amerika
deed, gedurende haar verblijf in de Vereenigde
Staten, begaf ik mij eenige dagen geleden naar
haar hotel en gaf blijk van mijne wenschen. Na
enkele oogenbhkken verscheen het onderwerp van
mijn verlangen, er bijzonder schitterend uitziende
in een ochtendkleed van grijze stof, maar blijkbaar
erg gehaast. Ik ben juist bezig met
repeteeren," riep zij mij toe, met een harer lieve lachjes,
maar zoo gij morgen om zes uur terug wilt ko
men, zal het mij aangenaam zijn u te ontvan
gen. Want weet u, ik heb het zoo vreeselyk
druk". Dus begaf ik mij den volgenden dag
te 6 uur opnieuw op weg naar het hotel en liet
mij in Pulteney's huis aandienen. Mevr. Langtry
was echter nog niet tehuis, maar zou zeker bin
nen een paar minuten terugkeeren. Ik hooide
het geluid van een aankomend rijtuig; de deur
werd geopend en de »Lelie" kwam binnen; nu in
een ruim vallend, blauw kostuum. Zij zag er
een beetje vermoeid, maar niet minder bekoorlijk
uit. Toen ik de trekken bekeek, door duizenden
aanschouwd, en waar de photographen om voch
ten, merkte ik twee veranderingen op, die de
drie jaren van hare afwezigheid teweeggebracht
hadden. Langtry's gelaat is wat smaller, doch
tevens geestiger geworden; haar glimlach gaat
gepaard meteen nadenkenden trek, die duidelijk
genoeg spreekt van een meerdere geestelijke ont
wikkeling. Daar is een ver-weg-blik in hare
oogen en een zelfbewust iets is haar geheele
manier van doen, dat zeker de Engelsche schouw
burgbezoekers zal treffen, die zich de kunste
nares van vroeger dagen herinneren.
Men zal een aanmerkelijke vooruitgang in haar
dramatische kracht opmerken als zij weder op
het Londensche tooneel optreedt Doch terwijl
deze gedachten bij mij opkomen is de »Lelie" reeds
aan het praten over het verleden, het heden en
de toekomst.
»Ja zegt zij »ik ben gedurende drie seasons
het Oosten en het Westen van de Vereenigde Staten
doorgetrokken. Ik ben in Mexico geweest en heb op
al de spoorwegen gereisd, die zulk een bron van
spanning zijn voor Engelsche speculanten. Van
de 52 weken van het jaar ben ik er veertig vast
opgetreden en dat mag ik hard werken noemen.
Gij weet ik heb geen gemakkelijk repertoire,
want ik speel Lady Macbeth, Rosalinde, Pauline
Deschapelles, Lady Clancasby enz "
»En vindt gij het Amerikaansche leven niet erg
vermoeiend ?"
Zeker, dat zou het zijn, als ik niet zorg droeg
voor m ijzel ve. Dat een dag blijven" in ste
den waar een tooneelgezelschap maar ne
voorstelling geeft dat is de grootste
last. Men komt vaak genoeg in een plaats
om 9 uur 's avonds aan en vertrekt weder te
half elf. Ik kan zelf niet begrijpen, hoe wij bij
zulke gelegenheden door alles heenkomen. Het
publiek echter schijnt het te beschouwen als een
gewoon iets in het tooneelleven, en maakt geen
aanmerkingen, doch voor de acteurs en actrices
is het zeer vermoeiend. Ik weet niet of ik in staat
geweest zou zijn door zulke verschrikkelijke haas
tige dagen heen te komen, als ik mijn eigen wagen
niet had."
»Wat is dat toch voor een wagen, mevr. Langtry,
waarvan wij zooveel gehoord hebben ?"
>0! het is geen verdichtsel, dat verzeker ik u,
het is het prettigste voertuig, dat ooit tusschen
wielen reed. Het is 76 voet lang en heel wat
breeder en hooger dan de Pullman's wagens in
Engeland. Zooals gij weet werd hij expres voor
mij gebouwd. Er is een eetkamer in, waar ik
twaalf personen kan ontvangen, een keuken, een
bodenkamer, een badkamer en mijn eigen slaap
kamer, die bepaald allerkeurigst is. Aan de eene
zijde van den waggon, die, tusschen twee haakjes,
geheel van eikenhout is, heb ik een klein obser
vatorium, en onder den vloer zijn een wijnkelder
en een provisiekast, waarin ik dikwijls een heelen
reebok uit mijn ranche heb.
Ik leef als aan boord, want dagen lang ben
ik ver buiten bereik van geschikte hotels. Deze
wagen is een mijner gelukkigste denkbeelden
geweest, want ik zou niet tegen de helft van het
werk gekund hebben zonder mijn kleine huis;
dat gaat, waar ik ga want al de Amerikaan
sche spoorwegen hebben breed spoor.
»En van het zilveren bad, is dat ook waar ?"
»Ja. Ik houd er veel van dat alles netjes is,
en daar porcelein zoo teer is, bedacht ik, het
eens met zilver te beproeven. En het voldoet
uitmuntend."
»Mag men ook vragen wat dat paleis in het
klein, kost?"
»Nu, in ronde cijfers, 30,000 dollars en ik
vind, dat het dit best waard is."
»En u heeft verscheiden eigendommen in de
Vereenigde Staten aangekocht, niet waar ?"
»Ja, mijn zaakwaarnemer in STew-York zeide
mij, dat men geen kwaad kan, bij het koopen
van vaste goederen in zekere streken. Ik heb een
veefokkerij van omstreeks 5000 acres in
California met omstreeks 800 stuks vee. Ik zal daar een
paardenstoeterij inrichten. Nu is mijn goed op
omstreeks 30 mijlen van een spoorweglijn gelegen,
doch ik zie den tijd tegemoet dat mijn land markt
waarde zal krijgen. Wel, met een paar j aren wordt
het bouwgrond. Herinnert ge u de Los
Angelesspeculatie, vier of vijf jaren geleden, toen iedereen
in N.-York, die een paar dollars bij elkaar kon
krijgen, naar die stad toog om land te koopen.
Er zaten mannen op straat aan tafels, die grond
verkochten bij vierkante mijlen. Als ik nu
mijn ranche bezoek, moet ik een rijtuig met
6 paarden nemen, maar de spoorweg zal mijn goed
wel spoedig bereiken" en mevrouw Langtry lachte
stil bij de gedachte aan haar gelukkigen aankoop.
»En wat is uw recept, om ongedeerd zoo hard
te kunnen werken ?"
Nu, ik sta vroeg op, ga zoo vroeg mogelijk
naar bed en souper nooit. Vooral in het Laatste
heb ik veel vertrouwen. Nog mevr. Bancroft,
noch Ellen Terry soupeerden ooit. Het is alles
maar gewoonte. Misschien ook draagt zekere zeep
er wel wat toe bij, dat ik er zoo goed uitzie."
»Zoo, dus gij stelt nog altijd vertrouwen in
uw transparantmiddeltje ?" (Pears soap). Mevr.
Langtry antwoordde alleen met een prettigen lach.
»En wat is er geworden van den Chineeschen
jongen, die u bij uw laatste bezoek aan Enge
land vergezelde ?"
»0ch ! zooals allen van zijn ras, verveelde hem
op 't laatst de beschaving, en wilde hij naar het
land zijner vaderen terug. Hij was een aardige
kleine jongen. Hebt gij nooit gehoord van zijn
gevecht met een zoon van Lord Charles
Beresford in Eaton-Square ? Het gevecht was lang
en hevig, doch de kleine bewoner van het
Hemelsche Rijk bleef overwinnaar. Eens heeft hij
in een driftige bui het grootste gedeelte van zijn
haarstaart afgesneden, aldus zich zei ven de groot
ste beleediging aandoende. Ik strafte hem door
een valsche staart aan het stompje van den oude
te doen hechten. Hij had daar veel tegen. Ik
heb zijn plaats niet weder doen innemen, en heb
nu geen speelpopjes meer. Ik vrees dat mijn wijze
van leven zelfs te zwervend is voor een beest, en
daarom houd ik er niet eens meer een houd op na."
»Hebt gij uw eigen kok medegebracht, mevr.
Langtry? Zoo niet, hoe zal het u dan in de
plattelands hotels gaan ?''
»0, mijn smaak voegt zich altijd naar de om
standigheden. Ik kan in de grootste weelde le
ven, doch even goed in ontbering. Ik verwacht
van het laatste nog al veel op mijn tocht door
T» l "l >1 At/
Engeland.
Wanneer vertrekt gij ?
Maandag a. s. Mijn voornaamste rol zal zijn
in mr. Grundy's nieuwe stuk Esther Sandraz,
waarmee ik in Chicago veel succes had. Het
stuk is door Londensche recencenten onsympa
thiek genoemd, maar ik geloof niet dat Esther
bepaald een terugstooteod schepsel is. Ik heb het
karakter nauwkeurig bestudeerd uit den
oorspronkelijken roman La Femme de Glacé", en ik kan
het niet helpen, doch ik meen dat zij wel sym
pathie moet wekken.Wat ik zeggen wil, mr. Arthur
Boucher, een van de eerste Engelsche
dillettantacteurs, heeft zich bij mijn gezelschap aange
sloten en zoo den eersten stap gedaan op den
weg van wat men »het beroep" noemt. Ik zal
ook een tooneelspel in n bedrijf van Charles
Osborne spelen, getiteld »De repetitie" ; ik zal
er in optreden als Mme. de Pornpadour. Ik denk
dat het veel succes zal hebben, en ik hoop het
binnenkort te Londen te spelen. Baron Ferdinand
de Rothschild heeft mij welwillend toegestaan
mijn costuum te copieeren naar een aardig klein
schilderijtje van Boucher, dat in zijn bezit is.
»En uw plannen voor de toekomst?"
»Nu, die zijn nog vrij onbepaald. Mijn rond
reis zal duren tot Kersmis, dan hoop ik te Londen
te komen, maar waar ik mijn kamp op zal slaan,
kan ik nog niet zeggen. Wat zijn er een schouw
burgen gebouwd in West-End sinds ik Engeland
verliet. De laatste, dien ik bezocht, was
deShaftesbury-schouwburg. Het is een mooi gebouw,
en ik was zoo verrukt over mr. Willard's spel.
Ik herinner mij hem nog, niets dan melodrama
tische schurkenrolleu spelend."
»Dus mogen wij waarlijk hopen u binnenkort
in stad te zien ?
»0, ja zeker. Nog wat, wees zoo vriendelijk
en vertel aan iedereen, die gij ziet, dat ik niet
hopeloos verminkt ben door een operatie, zooals
men verteld heeft. Mijn zoogenaamde »neuskwaal"
was van de meest gewone soort. Maar nu moet
ik u goeden dag zeggen, want ik heb nog een
ander »intervieuw", met mijn costumier."
En met een handdruk en een glimlach snelde
de Lelie van Jersey in de armen van den zen
deling van Worth.
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.
Ingevolge de opdracht van het Kon. Oudheidk.
Genootschap te Amsterdam, heeft de heer Joh.
W. Stephanik de in de verzamelingen van het
Genootschap aanwezige Munten en Penningen be
schreven en belast hij zich thans met het samen
stellen van een Catalogus.
Bij het beschrijven is gebleken dat, dank zij de
talrijke giften, het aanwezige reeds een goed over
zicht geeft van de Algemeene Numismatiek, doch
dat nog overal zeer groote gapingen worden aan
getroffen.
Gemakkelijk zoutien deze aangevuld kunnen
worden door de doubletten der verzamelaars en
door die munten of penningen, welke bij velen in
kasten en doosjes verscholen, voor den bezitter
waardeloos zijn en hier. goed bewaard, hunne
plaats in het groote geheel waardig zouden inne
men. Hiervoor doet het genootschap een beroep
op de bezitters van cenig numismatisch overblijf
sel, hoe gering ook, om dat tot uitbreiding der
verzamelingen af te staan, en op deze wijze mee
te werken tot het vormen van een schoon geheel.
In den catalogus zal van de herkomst der
stukken dankbaar melding worden gemaakt.
De verzamelingen zijn ingedeeld in:
a. Munten en Noodmunten van alle landen en
tijden;
&. Gedenk- en Legpenningcn;
c. Stadhuis-, Schutters-, Gilde- en
Togeangspenningen.
d. Belasting-, Adres- en Begrafenispenningen.
De heer Joh. W' Stephanik (Singel 316) belast
zich gaarne met 't geven van inlichtingen.
De dagklasse der teeken school voor kunstnij
verheid is den 2den September geopend met 30
damesleerlingen en 35 mannelijke leerlingen, dio
naar het vak dat zij beoefenen in de verschillende
klassen zijn ingedeeld.
Tot de vakken, welke door de dames worden
beoefend behooren hoofdzakelijk het teekenen en
schilderen naar de natuur, het boetseeren en het
kunstnaaldwerk. De mannelijke leerlingen worden
opgeleid voor decoratieschilder, graveur op hout
en metaal, beeldhouwer, lithograaf enz., terwijl
voor allo leerlingen tevens gelegenheid bestaat
zich voor verschillende examens voor te bereiden.
De cursus der ornementale houtklasse, die het
vorig jaar met zooveel succes werd gevolgd zal
den len October weder aanvangen.
Aangemoedigd door de goede resultaten welke
deze lessen hebben opgeleverd, heeft de commis
sie besloten ook dit jaar weder met dit onderricht
voort te gaan.
De klasse is geheel als werkplaats ingericht,
terwijl het onderwijs aan een bekwaam en
practisch gevormd beeldhouwer is toevertrouwd.
De door de leerlingen vervaardigde houtsnij
werken doen zien welke vorderingen zij reeds
hebben gemaakt; het is dan ook buiten twijfel
of de leerlingen zullen, wanneer zij dezen cursus
eenige jaren hebben gevolgd, gaarne in elke
meubel- en beeldhouwwerkplaats worden aange
nomen en ruimschoots in hun onderhoud kunnen
voorzien.
De damesleerlingen zyn ook in de gelegenheid
gesteld om in een uitsluitend daartoe ingericht
atelier de boetseerlessen in figuur en ornament,
die van af l October alle dagen zullen gegeven
worden, te volgen.
TOONEEL EN MUZIEK.
Te Dresden is in den ouderdom van 80 jaren
overleden prof. Hermann Langer, componist en or
kest-directeur, tevens door zijne werken over de
compositieleer bekend. Hij werd 6 Juli 1819 te
Hockendorf bij Tharandt geboren, en woonde tot
1887 te Leipzig. Prof. Langer heeft helgrootste
gedeelte van zijn leven in Leipzig doorgebracht,
waar hij in 1840 als student in de philhsophie
kwam. In 1843 was hij organist in do
Universiteitskerk en directeur van de Akademische
Zangvereeniging Paiihis, in 1845 werd hij ook leeraar
van het Zangkoor van de Universiteit, tydelijk ook
leider van het beroemde JSuterpe-concort, sedert
1857 bovendien nog orkestdirecteur aan de Uni
versiteit en lector. In 1859 werd hij aan de
Universiteit te Leipzig tot Doctor honoris causa
benoemd; in 1882, bij het 50-jarig bestaan van
de vereeniging Paulus, verkreeg hij den titel van
Professor. Langer heeft zich bijzonder verdien
stelijk gemaakt voor de beoefening van den zang
onder de studeerende jongelingschap; menig ge
liefd lied in de Commersbüchef' is van zijne
hand (zooals het bekende o Jerum, je.rum,jerum,
o quae mutatio rerum) of door hem voor man
nenkoor gezet.
ABONNEMENTSVOORSTELLINGEN IN DEN
SALON DES VARIÉTÉS.
De heeren Kreukniet, Blaaser en Bigot, direc
teuren van den Salon, leiders van de Vereenigde
Variétés-tooneelisten hebben aan de leden van het
Tooneelverbond en andere bekende
tooneelvrienden hier ter stede een circulaire toegezonden,
waarbij zij hunne hulp inroepen om in den loop
van het aanstaande winterseizoen een zestal voor
stellingen te kunnen organiseeren van bizonderen
aard, voorstellingen, waartoe do te vertoonen stuk
ken met de meeste zorg zullen worden gekozen
uit de beste voortbrengselen der
tooneclletterkunde, in verband met de krachten, waarover hun
gezelschap beschikt, en met het doel, hetwelk zij
beoogen.
Dit doel namelijk is, om de jongere artisten,
waarvan zich vele onder hun vaandel geschaard
hebben, in de gelegenheid te stellen, zich practisch
onder goede leiding verder te ontwikkelen. Zij
dachten daarbij aan vroegere dagen, toen eerst in
het Salon van Duport in de NOS, daarna in den
Salon des Variétés in de Amstelstraat vele van
de thans met roem bekende artisten zich op de
planken vormden.
Met die voorstellingen wenschen zij het voorbeeld
te volgen van de TooneelveTeeniging, die ten
vorigen jare door de opvoering van Ibsen's Nora en.
Molières Précieuses ridicules, waaraan hoofdzake
lijk sommige van de tegenwoordige leden van hun
gezelschap medewerkten, zooveel van zich deed
spreken.
Zij stellen zich voor die voorstellingen in den
loop der maanden November, December, Januari,
Februari, Maart en April, telkens op een Maan
dagavond en (bij genoegzame deelneming) den
daaropvolgenden Dinsdagavond te doen plaats
hebben.
Om aan de eischen van een beschaafd publiek
tegemoet te komen, hebben zij een gedeelte der
fauteuils uit het gebouw Felix Meritis" aange
kocht, welke voor dio avonden een eersten rang
(Stalles) zullen vormen, waartoe zij, die zich voor
deze zes voorstellingen in ns abonnccren (tegon
9 gulden per plaats voor de geheele serie) allereerst
toegang zullen hebben.
Dat zij het met deze plannen ernstig opnemen,
blijkt genoegzaam daaruit, dat de heeren mr. J. N.
van Hall, prof. G. A. van Hamel, C. F. van der
Horst, W. G. Nieuwenkamp, A. Reyding, L. Si
mons Mz. en S. J. Bouberg Wilson, zich de moeite
wel hebben willen getroosten voor bovengemelde
zes voorstellingen een Commissie van Toezicht en
Advies te vormen.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
De levensavond eencr dichteres. Uit New-York
wordt gemeld: Bij de firma Hougthon, Miittin
en Co. zal binnen kort een biografie van de be
roemde schrijfster van De NegerJmt verschijnen.
De schrijver daarvan is de zoon van mrs. Beecher
Stowe, Rev. Charles E. Stowe, predikant te Hart
ford, Connecticut. In die stad -woont mrs. Beecher
Stowe ook; zij is nu een oud, kindsok moedertje,
in wie niemand de scherpzinnige, geestdriftige en
sterke schrijfster zou kunnen herkennen. Sedert
een jaar heeft zij haar verrukkelijke woning te
Magnolia, in het zonnige Florida, verlaten, om de
rest van haar leven te midden van hare bloed
verwanten door te brengen.
Ofschoon in de inleiding van dit boek, waar
uit reeds eenige uittreksels zijn gepubliceerd, ge
zegd wordt, dat deze biographie gedeeltelijk on
der de persoonlijke leiding der schrijfster is te
boek gesteld, zoo mag men dit vooral niet al te
woordelijk opvatten; de bouwstofl'en voor dit
werk werden voornamelijk geleverd door talrijke
persoonlijke aanteekeningen uit vroeger jaren, die
zij voor korten tijd in goede, d. w. z. heldere
oogenblikken mot behulp van haar zoon herzien
heeft. Die heldere oogenblikken komen nu bijna
in het geheel niet meer voor.
In hare gezellige cottage, uit wier door groen
omgeven ramen men de Talcott-bergen ziet, leeft
Harriet Beecher Stowe het leven van een kind;
van een goedhartig, vroom kind, zooals zij onge
twijfeld vroeger geweest is. Voortdurend, hetzij
daar buiten de zomerzon brandt of witte vlokkcn
naar beneden dwarrelen, flikkert in den haard
van hare op de tweede verdieping gelegen, ge
makkelijk en gezellig ingerichte woonkamer een
vroolijk vuurtje en daarvoor zit in een van dio