Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
?No. 639
gen eener nieuwe wetenschap, de verbinding van
physiologie en psychologie, de oorlogsverklaring
Tan het vrije onderzoek aan het vooroordeel en
de routine, de verdediging van alle vrienden der
waarheid tegen het obscurantisme, die om elke
verheffing van den menschelijken geest te belet
ten, de onverdraagzame en onverstandige vervol
gingswoede der hoogescholen en van de kerk te
hulp roept." Het congres koos daarop zijn bureau
en splitste zich in drie secties: 1) voor spiritisme;
2) voor philosophie; 3) voor occultisme,
theosophie, kabbala en vrijmetselarij. Elke sectie begaf
zich terstond aan het werk, nadac men
gezamenIjjk eenige voordrachten over de wedergeboorte
en de onsterfelijkheid der ziel had aangehoord.
De te houden verhandelingen beloven hoogst
interressant te zullen worden, daar o. a. een der
leden uit Italië, kapitein Bolphi, medegedeeld
heeft, spiritistische photographieën te zullen laten
zien en de werkelijkheid daarvan tegenover elk
te zullen verdedigen en bewijzen.
Dichter en matroos. De te Kopenhagen
verschynende Nord. Corr." deelt het volgende mede:
Hans Jager, een Noorweegsch schrijver van scherp
geprononceerd naturalistische richting, uit wiens
pen zeer vrij geschreven schetsen uit het leven der
Noorweegsche Bohème" gevloeid zijn, heeft als
gemeen matroos op een Noorweegsche stoomboot
dienst genomen, waarschijnlijk om door dit radicale
middel zijne, door zyn studiën in de groote ste
den geschokte zenuwen, tot rust te brengen; bo
vendien had deze zonderlinge letterkundige ook
vele zorgen van materieelen aard, die hem het
land deden krijgen aan het leven in de beschaafde
maatschappij. Hij begaf zich met een tamelijk af
gedragen hoogen hoed aan boord en beantwoordde
de vraag zijner vrienden, die afscheid van hem
namen: wat er nu van de Noorweegsche littera
tuur zou worden", met een hard bakboord" en dit
zal ook de titel van den nieuwen roman zijn,
waarin de talentvolle schrijver belooft het leven
van den ernstigen kant van harden arbeid te zul
len schetsen.
Wetenschap.
LAUKA BEIDGMAN.
(Slot).
Zij leerde eerst de namen van dingen; in het
eerste verslag, waarin van haar sprake is (van het
jaar 1837) zegt dr. Howe, dat zij tot nu toe
slechts zelfstandige naamwoorden geleerd had.
De aanduiding van eigenschappen, die zinne
lijk waarneembaar zijn als »hard", »zacht" en
dergelijke, veroorzaakte haar geen moeilijkheden.
Kleine zinnen met werkwoorden van beweging,
zooals »shut door, give book" leerde zij ge
makkelijk, wanneer men haar, terwijl men haar
het daarmede bedoelde, doen liet, de woor
den gaf. Haar leergierigheid was buitengemeen
groot, en zij leidde door hare vragen hare onder
wijzeres dikwijls geheel af van het onderwerp der
les. De blinde meisjes in het instituut kregen
Laura zeer lief, en velen leerden, om met haar
te kunnen spreken, de vingerspraak; door deze
voortdurende wisseling van gedachten werd haar
voorraad woorden steeds rijker, en leerde zij juist
daardoor de taal met het noodige gemak en de
noodige juistheid gebruiken. In het jaar 1839
leerde zij schrijven. »Het was vermakelijk" zegt
dr. Howe «getuige te zijn van de stomme verba
zing, waarmede zij zich aan haar taak wijdde, de
vlugheid, waarmede zij elke beweging nadeed, en
de volharding waarmede zij het potlood steeds
weer langs dezelfde groeve heen en weer be
woog, totdat zij de letter kon vormen; maar toen
zij eindelijk tet het inzicht kwam, dat zij door
deze geheimzinnige handelwijze aan andere per
sonen hare gedachten kon mededeelen, was hare
vreugde grenzenloos. Nooit heeft een kind zich
met meer lust en vreugde aan een taak gewijd,
als zij het in dit geval deed, en binnen weinige
maanden kon zij elke letter duidelijk schrijven
en de woorden van elkaar scheiden. Zij schreef
ook spoedig daarop, zonder door iemand geholpen
te worden, een brief aan haar moeder, waarin zij
deze mededeelde, dat het haar in elk opzicht goed
ging en de verwachting uitsprak, spoedig naar
huis te zullen terugkeeren. Een facsimile van
dezen brief is aan het bovenvermelde verslag toe
gevoegd. De brief is volkomen leesbaar geschre
ven en bestaat uit korte, zonder verband
aaneengevoegde zinnen. Laura zal moeder brief schrij
ven. Laura zal met vader rijden. Laura zal voor
moeder beurs maken. Laura zal bij moeder sla
pen. Dan zal moeder Laura liefhebben en kus
sen enz."
Daardoor was het blinde, doofstomme meisje
nu in staat, hare gedachten in een beschaafde
taal uit te drukken en de gedachten van anderen
te begrijpen, wanneer deze die in een voor haar
toegankelijke taal inkleedden. Zeer vele menschen
leerden ter wille van haar de vingerspraak en
door den omgang met die menschen en door het
lezen van boeken in blindendruk, leerde zij zich
hoe langer hoe gemakkelijker en vollediger uit
drukken. Zij werd er toe aangezet, eeu dagboek
te houden en moest dikwijls kleine vertellingen,
die men haar had voorgelezen, den volgenden dag
uit haar geheugen opschrijven. Uit de mede
gedeelde proeven daarvan, kan men zeer dikwijls
zien, dat zij de kern der vertelling zeer goed be
greep en deze vaak tamelijk vrij weergeeft.
Dr. Howe spoorde er haar herhaaldelijk toe aan,
herinneringen uit haar kindsheid in haar geheu
gen terug te roepen en op te schrijven. Daaraan
hebben wij hare autobiographie te danken,
waaruit, zooals reeds werd medegedeeld, korte uit
treksel» gepubliceerd werden. Als proeve van
haar stijl moge de volgende aanhaling daaruit
dienen : »Mijn vader placht gedoode dieren iu de
keuken te brengen en legde deze aan den eenen
kant daarvan neer. Toen ik dat voor hot eerst
zag, joeg mij dat een huivering door de leden,
omdat ik niet wist, wat voor ding dat was. Ik
durfde het niet te naderen. Op zekeren morgen
ging ik met mijn moeder mede. Zij bracht mij
in een mooie kamer, waar een doodkist stond.
Ik stak mijn hand daarin en voelde iets zeer
eigenaardigs. Het moet een lichaam geweest zijn,
dat (vroeger) leven (gehad) had. Ik waagde
niet het lichaam te onderzoeken want ik was
bevreesd en verrast. Er stond iemand aan
mijn kant van de deur, die zeer kalm naar
deu doode keek en zij raakten zijn beneveld
(clouded) oog aan en aaiden het, alsof de tranen
over zijn gezicht vloeiden." Dit geschiedde nog
voordat zij in het instituut werd opgenomen, en
het is aan geen den minaten twijfel onderhevig,
dat eerst de door hare ontwikkeling verkregen
bekwaamheid, in woorden te denken, hare herin
neringen een vasten vorm deden aannemen en
het haar mogelijk maakte, zulke belangwekkende
mededeeliugen uit haar vroegste jeugd te doen.
Haar afkeer voor dooden bleef zij steeds behou
den. In de keuken van het instituut betastte zij
eenmaal toevallig een doode kip en daarop wilde zij
weken lang geen vleesch eten.
Laura's verdere ontwikkeling, hoe zij rekenen,
aardrijkskunde, geschiedenis en een weinig na
tuurkunde leerde, wekt lang niet die belangstel
ling op, waarmede men het voorbereidende on
derwijs volgde. Wij zullen daarom liever nog
eeuige andere merkwaardige verschijnselen om
trent haar mededeelen.
Gezicht en gehoor kreeg zij nooit terug, maar
haar reuk werd allengs weer scherper en de ont
wikkeling van haar tastzin bereikte een bepaald
verwonderlijke hoogte. Van de meer dan vijftig
personen, die het instituut bewoonden, herkende
Laura onmiddellijk eeu ieder, zoodra hij zijn of
haar hand of gewaad maar aanraakte. Wanneer
in de kamer, waar zij juist vertoefde, gesproken
of gemusiceerd werd, verrieden de trillingen van
den grond haar dit terstond. De klank bereikt
door den vloer mijn voeten en van daar mijn
hoofd," was zij gewoon te zeggen. Wanneer
Laura des morgens wakker werd en wilde weten
of het tijd was, om op te staan, stak zij een
harer vingers door het sleutelgat van een deur,
die naar de slaapkamer der blinde meisjes leidde,
en wanneer die kinderen reeds op waren, voelde
zij dit aan het trillen van de deur. Op zekeren
avond keerde hare onderwijzeres, miss Swiff't (de
zelfde, die hare biographie heeft geschreven) van
een boodschap, die zij in de stad gedaan had,
terug, gaat in den salon en vindt daar alleen dr.
Howe's zuster, Jeannette. Een poosje later komt
Laura, die van de terugkomst harer onderwijze
res niets kon weten, binnen en gaat op de sofa
zitten breien. Een kwartier daarna vraagt zij aan
Jeannette: Wie spreekt met u, ik geloof haast
miss Swifft"
Op de vraag, hoe zij dat wist, antwoordde zij:
Ik voelde haar spreken". Het verschafte Laura
een groot genoegen, een speeldoos vast te houden,
terwijl het werk afliep; haar gezicht straalde be
paald van genoegen, wanneer zij de golvingen
der tonen voelde. Zij ondervond dus zelfs een
soort van muzikaal genot, zonder n enkelen toon
te hooren.
Nog merkwaardiger en vooral uit een psycho
logisch oogpunt van nog meer gewicht zijn de
eigenaardige geluiden (noises), die Laura dikwijls
uitstiet. Zij duidde mot deze geluiden verschil
lende personen uit hare omgeving aan en had
voor iedere persoon een afzonderlijk teeken.
Wauneer zij de kamer binnenkomt", zegt dr.
Howe, groet zij ieder der aanwezigen met zijn
of haar teeken, dat schel en op hoogen toon wordt
uitgestooten. Ieder kind herkent dien toon en
weet, welke persoon er mee bedoeld wordt. Toen
ik haar eens vroeg, waarom zij een zeker geluid
deed hooren, in plaats van den naam der be
doelde persoon op haar vingers te spellen, zeide
zij: »Ik denk aan het geluid voor Jeannette
(de reeds vermelde zuster van dr. Howe), wan
neer ik er aan denk, hoe vaak zij mij wat lek
kers geeft; ik denk er dan niet aan, haar naam
op de vingers te spellen " Een andermaal, toen
ik hoorde, dat zij in de zijkamer datzelfde geluid
uitstiet, ging ik snel naar haar toe en vroeg
haar, waarom zij dat deed. Haar antwoord luidde:
»omdat ik er aan denk, hoe lief zij mij heeft en
hoe lief ik haar heb". Men ziet daaruit, dat deze
geluiden een soort vleinaamtje voor de daarmee
bedoelde personen waren, en kan daaruit tevens
zien, hoezeer het, volgen s de natuur is, dat de men
schen door geluiden uitdrukking aan hunne ge
voelens geven. Laura placht ook dergelijke ge
luiden uit te stooten, die slechts gevoelens te
kennen gaven. Deze emoUonal noises heeft pro
fessor Stanley Hall met veel zorg bestudeerd.
Laura stiet hen geheel onbewust uit en merkte
het eerst, wanneer hare onderwijzeressen, die er
naar streefden, haar dit af te leeren, de hand op
haar mond legden. Toen Stanley Hall er haar
naar vroeg, verklaarde zij, zich drie van die
»noises" te kunnen voorstellen, zonder hen voort
te brengen; zij was echter niet in staat ze voort
te brengen, wanneer het gevoel, dat ze opwekte,
niet bij haar opkwam.
Nu nog een enkel woord over Laura's zede
lijke en godsdienstige ontwikkeling. Zij was ge
woonlijk vroolijk en opgewekt, en speelde, stoeide
en kibbelde gaarne met kinderen. Ook op lateren
leeftijd was zij nog wel eens erg driftig, maar
die buien werden steeds zeldzamer. Het gevoel
voor recht en onrecht was zeer sterk in haar
ontwikkeld en spoedig had zij diep berouw wan
neer zij eens gelogen had. Merkwaardig was ook
haar terughoudendheid tegenover het mannelijke
geslacht. Dr. Howe was bijna de eenige man, in
wien zij vertrouwen stelde. Charles Dickens ver
telde, dat zij zijn hand terstond afwees, terwijl
zij die van zijn vrouw in de hare hield, zich
door haar liet liefkoozcu en met kinderlijke
nieuwsgierigheid hare kleediug onderzocht. Voor
mooie kleeren had zij een groote voorliefde en
zij hield er veel van zich op te tooien. Sexueele
aandoeningen heeft men nooit bij haar op
gemerkt.
Met haar godsdienstige opvoeding wilde dr.
Howe zich geheel alleen belasten, en hij beval
haar onderwijzeressen, iiaar met alle daarop
betrekking hebbende vragen tot hem te ver
wijzen.
De wijze van opvoeding, die op Laura
Bridgman is toegepast, heeft reeds aan verscheiden
andere ongelukkige wezens, die in hetzelfde ge
val verkeerden, hulp verschaft. Aan een blinden,
doofstommen knaap. Olivier Cfiswell. die even
oud was als Laura, maar later dan zij in het
instituut kwam, heeft zij zelve onderricht iu de
viugerspraak gegeven. Verscheiden dergelijke ge
vallen zijn iu Zweden voorgekomen, en de laatste
verslagen van het instituut te Boston bevatten
mededeelingen over een wonderkind, Helene Keiler,
dat even als Laura blind en stom, maar nog veel
hooger begaafd is dan deze was. Deze Helene is nu
negen jaar oud en wordt sedert meer dan een jaar
volgens dr. Howe's methode onderwezen; de resul
taten van dat onderwijs grenzen bepaald aan het
wonderbaarlijke.
Hare brieven, waarvan in het verslag facsi
mile's zijn opgenomen, zouden ieder kind op haar
leeftijd, dat in het bezit van al zijn zintuigen
is, tot eer verstrekken. Dr. August Bilberstein
vertelde mij, dat hij in het jaar 1870 hier een
knaap gekend had, die eveneens blind en doof
stom was. Deze wilde men echter noch in
blinden- noch in een doofstommen-instituut op
nemen en hij keerde met zijn moeder naar zijn
vaderland, Hongarije terug.
Dr. Howe's menschlievende arbeid is geen
vergeefsche geweest. Behalve zijn hooge zedelijke
waarde is hij ook voor de wetenschap van groot
gewicht. Het materieel, dat Laura Bridgman's
opvoeding geleverd heeft, is nog niet genoegzaam
verwerkt en zal ons misschien nog meuigen blik
in de diepten der menschelijke ziel doen slaan.
De wetenschap kan van het lijden der
menschheid geen schoouer gebruik maken, dan door dit
te gebruiken om onze kundigheden te vergrooten,
onze heerschappij over do natuur uit te breiden,
en deze heerschappij ten beste der maatschappij
uit te oefenen. Onder de hand der wetenschap
verandert, evenals in den mond van Bileam, de
vloek in zegen
HET CONGRES DER HYPNOLOGEN
TE PARIJS
\\anneer tegenwoordig" schrijft Otto Brandes,
vier of vijf personen van hetzelfde beroep, ter
gelegenheid der tentoonstelling elkander te Parijs
ontmoeten, verklaren zij terstond een congres te
willen vormen; zij verkiezen een president, twee
vice-prcsidenten en een secretaris, en gaan bij
Brébant op den Eifi'eltoren dineeren. Dit is mis
schien het eenige positieve, wat bij de talrijke
congressen, hier te Parijs in den loop van den
zomer gehouden, als resultaat gebleken is."
Brandes maakt een uitzondering voor het con
gres der hypnotisten, vooral omdat reeds het hou
den van dat congres een belangrijk tecken des
tijds is. Sedert geruimen tijd toch werd de qiiacstie
van het hypnotisme door afzonderlijke geleerden
en geleerde genootschappen ernstig onderzocht,
maar ook door vele charlatans zonder waarborg
in praktijk gebracht; thans is men tot het weten
schappelijk vergelijken van verkregen resultaten
gekomen, en het hypnotisme is in den lichtkring
de werkelijke wetenschap toegelaten geworden.
Het congres te Parijs vereenigde een honderdtal
personen, meerendeels geneesheeren en professoren;
presidenten waren mannen als de professoren
Ballet, Voisin, Briont uit Parijs en Dclboeuf uit
Luik; secretaris was Ch. Hichct, hooglceraar in
de physiologie te Parijs; uit Duitschland nam
onder anderen dr. Spcrling uit Berlijn aan het
congres deel.
*
# *
Een der eerste vraagstukken, die in de drie
cojigrcsdagen behandeld werden, betrof de vat
baarheid voor hypnose.
liet resultaat der besprekingen hierover was,
dat inderdaad een individucele, aangeborene
aanleg tot hypnose bestaat, maar dat men dezen
aardeg niet als ziekelijk mag beschouwen, evenmin
als de hypnose zelf een ziekelijke toestand is.
Het is gebleken, dat volkomen gezonde, krachtige
personen gehypnotiseerd kunnen worden. De
meening der Parijsche school, aan welker hoofd
de beroemde specialiteit in zenuwziek'e dr. Charcot
staat, dat hypnose een vorm van hysterie is, werd
op het corgres als onverdedigbaar beschouwd;
als argument gold ook het hypnotiseeren van
dieren. Hot komt hier natuurlijk vooral op de
definitie van hysterie aan.
Met welke eigenaardigheden van den persoon
de vatbaarheid voor hypnose samenhangt, maakte
het congres niet uit. Wel zijn kinderen mociclijk
te hypnotiseeren, en jongelieden gemakkelijker
dan ouderen. Mannen en vrouwen maken in dit
opzicht geen verschil; wel hebben eenige rassen
er bijzondere geschiktheid voor, terwijl overigens
uitwendige toestanden, vooral het gezag van den
hypnotiseur, groote elementen zijn; men be
schouwde het als onjuist, dat vermoeienis der
hersenen tot onderwerping aan de hypnose zou
leiden.
Eene andere vraag was, of men de personen,
die voor hypnoso vatbaar waren, gemakkelijk kon
herkennen. Eene dokter nit Warschau,
Ochorowicz, vertoonde een instrument, dat hij daartoe
gebruikte, een ringvormigen magneet, dien hij
liypnoscope" noemt. Naarmate een meer of min
der gevoelig persoon hem aan den vinger steekt,
ontstaat een geringere of grootere anaesthesie,
verlamming der gevoelszenuwen.
*
* *
Ofschoon hot hypnotisme nog niet oud is. be
staan er toch reeds twee geheel uitcenloopende.
wetenschappelijke scholen in, en meer dan eens
kwamen beider beginselen op het Congres in bot
sing. De Parijsche school, aan wier hoofd Charcot,
(Jillon de la Tourette en anderen staan, is in vol
komen tegenspraak met de school te Nancy,welke
door Liébault en Bernhcim wordt vertegenwoordigd.
De Parijsche school beschouwt hot hj-pnotisme als
een physiologischen toestand, door puysiologische
behandeling te verkrijgen. Zij doet dus hypnose
optreden door licht- en klankeffecten, door
clectricitcit en tamtamslagen, door fixccren van een
blinkend lichaam, en doot ook den eenen
hypnotischcn toestand door dergelijke middelen, openen
der oogen, wrijven van den schedel, enz. in den
anderen overgaan.
De school van Nancy houdt deze middelen voor
niet essentieel en nietsheduidend, wanneer niet
een psychisch middjl, do suggestie, of zooals men
het vroeger noemde, het overdragen der gedachten,
den hypnotischen toestand helpt veroorzaken. De
vaste, bepaalde, door niets afgeleide wil van den
hypnotiseur moest er bij komen, om den waren
hypnotischen toestand te, verkrijgen. Met deze
school verklaren do meeste practischo magnetiseurs
het eens te zijn; zij beschouwen huu wil als een
noodzakelijk element, en het meerendeel der
congresleden was het met hen eens. Toch bleven er
aan de andere zijde genoeg opmerkelijke feiten
over, om de zaak als niet geheel opgelost te doen
beschouwen.
*
Eene andere vraag, veel meer het practische
leven betreffend, werd door andere geleerden be
handeld. Het betrof het gebruiken van het hyp
notisme tot experimentische en therapeutische
doeleinden.
In deze afdeeling sprak met veel energie de
privaat-docent Ladame. In een interessante voor
dracht kwam hij op tegen de openbare
vertooningen met gehypnotiseerden en eischte, dat deze van
regeeringswege zouden worden verboden. Hij wees
op de gevaarlijke en gewetenlooze handelwijzen
der hypnotiseurs, en de daaraan verbonden ge
varen. Ook achtte hij het een dreigend gevaar
de methode van hypnotiseeren te populariseeren
en daardoor aanleiding te geven tot eigen proe
ven. Met algemeene stemmen werden zijne voor
stellen goedgekeurd, en ook de meening der ver
gadering uitgesproken, dat de aanwending van het
hypnotisme als geneesmethode aan dezelfde wetten
en verordeningen moest onderworpen worden, die
overigens in de geneeskunde gelden.
Een levendige discussie volgde op hel rapport
van prof. Liégeois, over de suggestie van mis
daden. Het is namelijk bewezen, dat men iemand
slapend cene misdaad kan suggereeren, en hij
deze uitvoert, in wakenden toestand, zonder zich
rekenschap te geven van hare moreele waarde of
onwaarde. Reeds sedert 1868 wijst Dr. Liébault
van Nancy op het verplaatsen van de verantwoor
delijkheid hierbij, welke geheel op den hypnoti
seur moet komen. De medische faculteit te Nancy,
Bernheim en Beaunis, zijn het geheel met hem
eens. Charcot daarentegen en de school der
Salpêtrière redeneeren aldus: het hypnotisme kan
groote diensten bewijzen, het kan groote gevaren
met zich voeren ; maar diensten en gevaren lig
gen geheel buiten de suggestie Ook de beroemde
Parijsche dokter Brouardel verklaart in zijn college
over de medicina foren sis uitdrukkelijk, dat de
somnambulen alleen die suggesties uitvoeren,
welke hun aangenaam of althans onverschillig zijn.
Is nu de suggestie der misdaad toegegeven, dan
komt een tweede vraag: welke middelen heeft
men om den intcllectueelen dader, dat wil zeggen
dengene die den gehypnotiseerde de misdaad heeft
ingeblazen, te ontdekken. Hierbij moet worden in
aanmerking genomen, dat de geheel willooze ge
hoorzaamheid, het automatisme alisolu" alleen
mogelijk is bij personen die in den aücrdiepsten
hypnotischen slaap kunnen gebracht worden. Eerst
moet dus in elk geval onderzocht worden of de
materieele dader wel tot den vercischton graad
te hypnotiseeren is; en is dit het geval dun zal hij
wellicht, naar den naam van zijn hypnotiseur ge
vraagd, antwoord geven. De slimme hypnotiseur zal
echter aan het sujet", dat hij als werktuig voor zijn
wraak of zijn lusten hoeft, uitgekozen, ook hebben
ingeblazen, zich geen vroegere omstandigheden
te herinneren, zich te verbeelden dat het denk
beeld bij hemzelf is opgekomen, zijn bypnotisceren
te vergeten. Gesuggereerde gedachtcnlooshcid op
deze wijze zou zeker alle ontdekking onmogelijk
maken. Prof. Liégeois echter heeft, in vcreeniging
met Liébault en Bernheim, een geheel stelsel van
vragen en suggesties bedacht, waardoor men langs
omwegen de gedachten van den gehypnotiseerde,
zondor tegen het rfichtstreeksch verbod van den
hypnotiseur te stuiten, tot outdekking zou kunnen
leiden.
Met het oog intusschen op al de govaren die
misbruik van het Lypnotisme kan medebrengen,
mag zeker de aandacht der rcgeeringeii er wel
op gevestigd worden ; zelfs het verspreiden van
boeken, zooals die van Moutin, waardoor ieder
zelf op zijne omgeving aan het experimeuteeren
kan gaan, is een uiterst gevaarlijke zaak.
EENE NABOOTSING VAN HET PARTIIENON.
In het Palais des Arts libéraux te Parijs zal binnen
kort eene reconstructie van het Parthenon op de
schaal van een 20ste worden tentoongesteld, die onder
oudheidkenners en architecten van zich zal doon
spreken. De tempel is nagebouwd, nagebciteld,
naversierd door den beeldhouwer Jolly, naar de
teekeningen en onder het opzicht van den hoor
Chipiez, die met Perrot het werk IIistoire (hl'art
dans VAntiquitéschreef.
De reconstructie is besteld door het
ractropolitaanscho museum te New-York, dat langzamer
hand zelf een wonderwerk wordt. Een rijk
Araerikaansch burger heeft zijn fortuin aan het mu
seum vermaakt, oin er eene historische collectie
van modellen van bouwstijl te doen vormen. Het
museum laat nu, de heele wereld door.
rcproductiën maken va'i de beroemdste monumenten ;
het zal daaruit eene galerij vormen, die millioenen
zal kosten, maar ook ecnig in de wereld zal zijn.
De herbouw van het Parthenon, nu door den
heer Chipiez ondernomen, is vooreerst zoo belang
rijk, omdat nog nooit eene zoo volledige recon
structie van den beroemden Atheenschen tempel
was beproefd, en ten tweede, omdat hier een
voldoende oplossing gevonden schijnt voor een
vraagstuk dat steeds archaeologen en bouwmees
ters heeft gekweld.
Do vraag is : hoe werd het Parthenon verlicht'.;
De wanden toch van den tempel vertooncn niets
dat op een venster gelijkt; hot licht kwam dus
niet van terzijde. Het moest dus van boven komen.
Maar hoe? Dat kon men maar niet uitvinden.
Ecnigcn onderstelden, dat het dak eenvoudig
open moest zijn. Die onderstelling schijnt al ter
stond zeer onwaarschijnlijk, als men bedenkt, dat
de Pallas Athene van Phidias, die er instond, van
goud en ivoor was; dergelijke kostbare stoffen
stelt men niet aan weer en wind bloot. Zij wordt
geheel ongerijmd, als men bedenkt, dat hot beeld
minstens acht eeuwen in deu tempel bewaard is
gebleven; ivoor had zeker de regenbuien van
achthonderd winters niet uitgehouden.
Anderen onderstelden, dat het dak open moest
zijn geweest, maar beschermd, of door een velum,
een scherm van zeildoek, of door ceno soort lan
taren. Nu zou een velum het geen achthonderd
jaren uitgehouden hebben, men zou wel ergens
gelezen hebben van het vernieuwen ervan, dat
geen kleinigheid zou geweest zijn. En in tijden
van voorspoed was dat allicht gemakkelijk, inaar
hoeveel perioden van ellende heeft het Parthenon