De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 22 september pagina 5

22 september 1889 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. ?No. 639 gen eener nieuwe wetenschap, de verbinding van physiologie en psychologie, de oorlogsverklaring Tan het vrije onderzoek aan het vooroordeel en de routine, de verdediging van alle vrienden der waarheid tegen het obscurantisme, die om elke verheffing van den menschelijken geest te belet ten, de onverdraagzame en onverstandige vervol gingswoede der hoogescholen en van de kerk te hulp roept." Het congres koos daarop zijn bureau en splitste zich in drie secties: 1) voor spiritisme; 2) voor philosophie; 3) voor occultisme, theosophie, kabbala en vrijmetselarij. Elke sectie begaf zich terstond aan het werk, nadac men gezamenIjjk eenige voordrachten over de wedergeboorte en de onsterfelijkheid der ziel had aangehoord. De te houden verhandelingen beloven hoogst interressant te zullen worden, daar o. a. een der leden uit Italië, kapitein Bolphi, medegedeeld heeft, spiritistische photographieën te zullen laten zien en de werkelijkheid daarvan tegenover elk te zullen verdedigen en bewijzen. Dichter en matroos. De te Kopenhagen verschynende Nord. Corr." deelt het volgende mede: Hans Jager, een Noorweegsch schrijver van scherp geprononceerd naturalistische richting, uit wiens pen zeer vrij geschreven schetsen uit het leven der Noorweegsche Bohème" gevloeid zijn, heeft als gemeen matroos op een Noorweegsche stoomboot dienst genomen, waarschijnlijk om door dit radicale middel zijne, door zyn studiën in de groote ste den geschokte zenuwen, tot rust te brengen; bo vendien had deze zonderlinge letterkundige ook vele zorgen van materieelen aard, die hem het land deden krijgen aan het leven in de beschaafde maatschappij. Hij begaf zich met een tamelijk af gedragen hoogen hoed aan boord en beantwoordde de vraag zijner vrienden, die afscheid van hem namen: wat er nu van de Noorweegsche littera tuur zou worden", met een hard bakboord" en dit zal ook de titel van den nieuwen roman zijn, waarin de talentvolle schrijver belooft het leven van den ernstigen kant van harden arbeid te zul len schetsen. Wetenschap. LAUKA BEIDGMAN. (Slot). Zij leerde eerst de namen van dingen; in het eerste verslag, waarin van haar sprake is (van het jaar 1837) zegt dr. Howe, dat zij tot nu toe slechts zelfstandige naamwoorden geleerd had. De aanduiding van eigenschappen, die zinne lijk waarneembaar zijn als »hard", »zacht" en dergelijke, veroorzaakte haar geen moeilijkheden. Kleine zinnen met werkwoorden van beweging, zooals »shut door, give book" leerde zij ge makkelijk, wanneer men haar, terwijl men haar het daarmede bedoelde, doen liet, de woor den gaf. Haar leergierigheid was buitengemeen groot, en zij leidde door hare vragen hare onder wijzeres dikwijls geheel af van het onderwerp der les. De blinde meisjes in het instituut kregen Laura zeer lief, en velen leerden, om met haar te kunnen spreken, de vingerspraak; door deze voortdurende wisseling van gedachten werd haar voorraad woorden steeds rijker, en leerde zij juist daardoor de taal met het noodige gemak en de noodige juistheid gebruiken. In het jaar 1839 leerde zij schrijven. »Het was vermakelijk" zegt dr. Howe «getuige te zijn van de stomme verba zing, waarmede zij zich aan haar taak wijdde, de vlugheid, waarmede zij elke beweging nadeed, en de volharding waarmede zij het potlood steeds weer langs dezelfde groeve heen en weer be woog, totdat zij de letter kon vormen; maar toen zij eindelijk tet het inzicht kwam, dat zij door deze geheimzinnige handelwijze aan andere per sonen hare gedachten kon mededeelen, was hare vreugde grenzenloos. Nooit heeft een kind zich met meer lust en vreugde aan een taak gewijd, als zij het in dit geval deed, en binnen weinige maanden kon zij elke letter duidelijk schrijven en de woorden van elkaar scheiden. Zij schreef ook spoedig daarop, zonder door iemand geholpen te worden, een brief aan haar moeder, waarin zij deze mededeelde, dat het haar in elk opzicht goed ging en de verwachting uitsprak, spoedig naar huis te zullen terugkeeren. Een facsimile van dezen brief is aan het bovenvermelde verslag toe gevoegd. De brief is volkomen leesbaar geschre ven en bestaat uit korte, zonder verband aaneengevoegde zinnen. Laura zal moeder brief schrij ven. Laura zal met vader rijden. Laura zal voor moeder beurs maken. Laura zal bij moeder sla pen. Dan zal moeder Laura liefhebben en kus sen enz." Daardoor was het blinde, doofstomme meisje nu in staat, hare gedachten in een beschaafde taal uit te drukken en de gedachten van anderen te begrijpen, wanneer deze die in een voor haar toegankelijke taal inkleedden. Zeer vele menschen leerden ter wille van haar de vingerspraak en door den omgang met die menschen en door het lezen van boeken in blindendruk, leerde zij zich hoe langer hoe gemakkelijker en vollediger uit drukken. Zij werd er toe aangezet, eeu dagboek te houden en moest dikwijls kleine vertellingen, die men haar had voorgelezen, den volgenden dag uit haar geheugen opschrijven. Uit de mede gedeelde proeven daarvan, kan men zeer dikwijls zien, dat zij de kern der vertelling zeer goed be greep en deze vaak tamelijk vrij weergeeft. Dr. Howe spoorde er haar herhaaldelijk toe aan, herinneringen uit haar kindsheid in haar geheu gen terug te roepen en op te schrijven. Daaraan hebben wij hare autobiographie te danken, waaruit, zooals reeds werd medegedeeld, korte uit treksel» gepubliceerd werden. Als proeve van haar stijl moge de volgende aanhaling daaruit dienen : »Mijn vader placht gedoode dieren iu de keuken te brengen en legde deze aan den eenen kant daarvan neer. Toen ik dat voor hot eerst zag, joeg mij dat een huivering door de leden, omdat ik niet wist, wat voor ding dat was. Ik durfde het niet te naderen. Op zekeren morgen ging ik met mijn moeder mede. Zij bracht mij in een mooie kamer, waar een doodkist stond. Ik stak mijn hand daarin en voelde iets zeer eigenaardigs. Het moet een lichaam geweest zijn, dat (vroeger) leven (gehad) had. Ik waagde niet het lichaam te onderzoeken want ik was bevreesd en verrast. Er stond iemand aan mijn kant van de deur, die zeer kalm naar deu doode keek en zij raakten zijn beneveld (clouded) oog aan en aaiden het, alsof de tranen over zijn gezicht vloeiden." Dit geschiedde nog voordat zij in het instituut werd opgenomen, en het is aan geen den minaten twijfel onderhevig, dat eerst de door hare ontwikkeling verkregen bekwaamheid, in woorden te denken, hare herin neringen een vasten vorm deden aannemen en het haar mogelijk maakte, zulke belangwekkende mededeeliugen uit haar vroegste jeugd te doen. Haar afkeer voor dooden bleef zij steeds behou den. In de keuken van het instituut betastte zij eenmaal toevallig een doode kip en daarop wilde zij weken lang geen vleesch eten. Laura's verdere ontwikkeling, hoe zij rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en een weinig na tuurkunde leerde, wekt lang niet die belangstel ling op, waarmede men het voorbereidende on derwijs volgde. Wij zullen daarom liever nog eeuige andere merkwaardige verschijnselen om trent haar mededeelen. Gezicht en gehoor kreeg zij nooit terug, maar haar reuk werd allengs weer scherper en de ont wikkeling van haar tastzin bereikte een bepaald verwonderlijke hoogte. Van de meer dan vijftig personen, die het instituut bewoonden, herkende Laura onmiddellijk eeu ieder, zoodra hij zijn of haar hand of gewaad maar aanraakte. Wanneer in de kamer, waar zij juist vertoefde, gesproken of gemusiceerd werd, verrieden de trillingen van den grond haar dit terstond. De klank bereikt door den vloer mijn voeten en van daar mijn hoofd," was zij gewoon te zeggen. Wanneer Laura des morgens wakker werd en wilde weten of het tijd was, om op te staan, stak zij een harer vingers door het sleutelgat van een deur, die naar de slaapkamer der blinde meisjes leidde, en wanneer die kinderen reeds op waren, voelde zij dit aan het trillen van de deur. Op zekeren avond keerde hare onderwijzeres, miss Swiff't (de zelfde, die hare biographie heeft geschreven) van een boodschap, die zij in de stad gedaan had, terug, gaat in den salon en vindt daar alleen dr. Howe's zuster, Jeannette. Een poosje later komt Laura, die van de terugkomst harer onderwijze res niets kon weten, binnen en gaat op de sofa zitten breien. Een kwartier daarna vraagt zij aan Jeannette: Wie spreekt met u, ik geloof haast miss Swifft" Op de vraag, hoe zij dat wist, antwoordde zij: Ik voelde haar spreken". Het verschafte Laura een groot genoegen, een speeldoos vast te houden, terwijl het werk afliep; haar gezicht straalde be paald van genoegen, wanneer zij de golvingen der tonen voelde. Zij ondervond dus zelfs een soort van muzikaal genot, zonder n enkelen toon te hooren. Nog merkwaardiger en vooral uit een psycho logisch oogpunt van nog meer gewicht zijn de eigenaardige geluiden (noises), die Laura dikwijls uitstiet. Zij duidde mot deze geluiden verschil lende personen uit hare omgeving aan en had voor iedere persoon een afzonderlijk teeken. Wauneer zij de kamer binnenkomt", zegt dr. Howe, groet zij ieder der aanwezigen met zijn of haar teeken, dat schel en op hoogen toon wordt uitgestooten. Ieder kind herkent dien toon en weet, welke persoon er mee bedoeld wordt. Toen ik haar eens vroeg, waarom zij een zeker geluid deed hooren, in plaats van den naam der be doelde persoon op haar vingers te spellen, zeide zij: »Ik denk aan het geluid voor Jeannette (de reeds vermelde zuster van dr. Howe), wan neer ik er aan denk, hoe vaak zij mij wat lek kers geeft; ik denk er dan niet aan, haar naam op de vingers te spellen " Een andermaal, toen ik hoorde, dat zij in de zijkamer datzelfde geluid uitstiet, ging ik snel naar haar toe en vroeg haar, waarom zij dat deed. Haar antwoord luidde: »omdat ik er aan denk, hoe lief zij mij heeft en hoe lief ik haar heb". Men ziet daaruit, dat deze geluiden een soort vleinaamtje voor de daarmee bedoelde personen waren, en kan daaruit tevens zien, hoezeer het, volgen s de natuur is, dat de men schen door geluiden uitdrukking aan hunne ge voelens geven. Laura placht ook dergelijke ge luiden uit te stooten, die slechts gevoelens te kennen gaven. Deze emoUonal noises heeft pro fessor Stanley Hall met veel zorg bestudeerd. Laura stiet hen geheel onbewust uit en merkte het eerst, wanneer hare onderwijzeressen, die er naar streefden, haar dit af te leeren, de hand op haar mond legden. Toen Stanley Hall er haar naar vroeg, verklaarde zij, zich drie van die »noises" te kunnen voorstellen, zonder hen voort te brengen; zij was echter niet in staat ze voort te brengen, wanneer het gevoel, dat ze opwekte, niet bij haar opkwam. Nu nog een enkel woord over Laura's zede lijke en godsdienstige ontwikkeling. Zij was ge woonlijk vroolijk en opgewekt, en speelde, stoeide en kibbelde gaarne met kinderen. Ook op lateren leeftijd was zij nog wel eens erg driftig, maar die buien werden steeds zeldzamer. Het gevoel voor recht en onrecht was zeer sterk in haar ontwikkeld en spoedig had zij diep berouw wan neer zij eens gelogen had. Merkwaardig was ook haar terughoudendheid tegenover het mannelijke geslacht. Dr. Howe was bijna de eenige man, in wien zij vertrouwen stelde. Charles Dickens ver telde, dat zij zijn hand terstond afwees, terwijl zij die van zijn vrouw in de hare hield, zich door haar liet liefkoozcu en met kinderlijke nieuwsgierigheid hare kleediug onderzocht. Voor mooie kleeren had zij een groote voorliefde en zij hield er veel van zich op te tooien. Sexueele aandoeningen heeft men nooit bij haar op gemerkt. Met haar godsdienstige opvoeding wilde dr. Howe zich geheel alleen belasten, en hij beval haar onderwijzeressen, iiaar met alle daarop betrekking hebbende vragen tot hem te ver wijzen. De wijze van opvoeding, die op Laura Bridgman is toegepast, heeft reeds aan verscheiden andere ongelukkige wezens, die in hetzelfde ge val verkeerden, hulp verschaft. Aan een blinden, doofstommen knaap. Olivier Cfiswell. die even oud was als Laura, maar later dan zij in het instituut kwam, heeft zij zelve onderricht iu de viugerspraak gegeven. Verscheiden dergelijke ge vallen zijn iu Zweden voorgekomen, en de laatste verslagen van het instituut te Boston bevatten mededeelingen over een wonderkind, Helene Keiler, dat even als Laura blind en stom, maar nog veel hooger begaafd is dan deze was. Deze Helene is nu negen jaar oud en wordt sedert meer dan een jaar volgens dr. Howe's methode onderwezen; de resul taten van dat onderwijs grenzen bepaald aan het wonderbaarlijke. Hare brieven, waarvan in het verslag facsi mile's zijn opgenomen, zouden ieder kind op haar leeftijd, dat in het bezit van al zijn zintuigen is, tot eer verstrekken. Dr. August Bilberstein vertelde mij, dat hij in het jaar 1870 hier een knaap gekend had, die eveneens blind en doof stom was. Deze wilde men echter noch in blinden- noch in een doofstommen-instituut op nemen en hij keerde met zijn moeder naar zijn vaderland, Hongarije terug. Dr. Howe's menschlievende arbeid is geen vergeefsche geweest. Behalve zijn hooge zedelijke waarde is hij ook voor de wetenschap van groot gewicht. Het materieel, dat Laura Bridgman's opvoeding geleverd heeft, is nog niet genoegzaam verwerkt en zal ons misschien nog meuigen blik in de diepten der menschelijke ziel doen slaan. De wetenschap kan van het lijden der menschheid geen schoouer gebruik maken, dan door dit te gebruiken om onze kundigheden te vergrooten, onze heerschappij over do natuur uit te breiden, en deze heerschappij ten beste der maatschappij uit te oefenen. Onder de hand der wetenschap verandert, evenals in den mond van Bileam, de vloek in zegen HET CONGRES DER HYPNOLOGEN TE PARIJS \\anneer tegenwoordig" schrijft Otto Brandes, vier of vijf personen van hetzelfde beroep, ter gelegenheid der tentoonstelling elkander te Parijs ontmoeten, verklaren zij terstond een congres te willen vormen; zij verkiezen een president, twee vice-prcsidenten en een secretaris, en gaan bij Brébant op den Eifi'eltoren dineeren. Dit is mis schien het eenige positieve, wat bij de talrijke congressen, hier te Parijs in den loop van den zomer gehouden, als resultaat gebleken is." Brandes maakt een uitzondering voor het con gres der hypnotisten, vooral omdat reeds het hou den van dat congres een belangrijk tecken des tijds is. Sedert geruimen tijd toch werd de qiiacstie van het hypnotisme door afzonderlijke geleerden en geleerde genootschappen ernstig onderzocht, maar ook door vele charlatans zonder waarborg in praktijk gebracht; thans is men tot het weten schappelijk vergelijken van verkregen resultaten gekomen, en het hypnotisme is in den lichtkring de werkelijke wetenschap toegelaten geworden. Het congres te Parijs vereenigde een honderdtal personen, meerendeels geneesheeren en professoren; presidenten waren mannen als de professoren Ballet, Voisin, Briont uit Parijs en Dclboeuf uit Luik; secretaris was Ch. Hichct, hooglceraar in de physiologie te Parijs; uit Duitschland nam onder anderen dr. Spcrling uit Berlijn aan het congres deel. * # * Een der eerste vraagstukken, die in de drie cojigrcsdagen behandeld werden, betrof de vat baarheid voor hypnose. liet resultaat der besprekingen hierover was, dat inderdaad een individucele, aangeborene aanleg tot hypnose bestaat, maar dat men dezen aardeg niet als ziekelijk mag beschouwen, evenmin als de hypnose zelf een ziekelijke toestand is. Het is gebleken, dat volkomen gezonde, krachtige personen gehypnotiseerd kunnen worden. De meening der Parijsche school, aan welker hoofd de beroemde specialiteit in zenuwziek'e dr. Charcot staat, dat hypnose een vorm van hysterie is, werd op het corgres als onverdedigbaar beschouwd; als argument gold ook het hypnotiseeren van dieren. Hot komt hier natuurlijk vooral op de definitie van hysterie aan. Met welke eigenaardigheden van den persoon de vatbaarheid voor hypnose samenhangt, maakte het congres niet uit. Wel zijn kinderen mociclijk te hypnotiseeren, en jongelieden gemakkelijker dan ouderen. Mannen en vrouwen maken in dit opzicht geen verschil; wel hebben eenige rassen er bijzondere geschiktheid voor, terwijl overigens uitwendige toestanden, vooral het gezag van den hypnotiseur, groote elementen zijn; men be schouwde het als onjuist, dat vermoeienis der hersenen tot onderwerping aan de hypnose zou leiden. Eene andere vraag was, of men de personen, die voor hypnoso vatbaar waren, gemakkelijk kon herkennen. Eene dokter nit Warschau, Ochorowicz, vertoonde een instrument, dat hij daartoe gebruikte, een ringvormigen magneet, dien hij liypnoscope" noemt. Naarmate een meer of min der gevoelig persoon hem aan den vinger steekt, ontstaat een geringere of grootere anaesthesie, verlamming der gevoelszenuwen. * * * Ofschoon hot hypnotisme nog niet oud is. be staan er toch reeds twee geheel uitcenloopende. wetenschappelijke scholen in, en meer dan eens kwamen beider beginselen op het Congres in bot sing. De Parijsche school, aan wier hoofd Charcot, (Jillon de la Tourette en anderen staan, is in vol komen tegenspraak met de school te Nancy,welke door Liébault en Bernhcim wordt vertegenwoordigd. De Parijsche school beschouwt hot hj-pnotisme als een physiologischen toestand, door puysiologische behandeling te verkrijgen. Zij doet dus hypnose optreden door licht- en klankeffecten, door clectricitcit en tamtamslagen, door fixccren van een blinkend lichaam, en doot ook den eenen hypnotischcn toestand door dergelijke middelen, openen der oogen, wrijven van den schedel, enz. in den anderen overgaan. De school van Nancy houdt deze middelen voor niet essentieel en nietsheduidend, wanneer niet een psychisch middjl, do suggestie, of zooals men het vroeger noemde, het overdragen der gedachten, den hypnotischen toestand helpt veroorzaken. De vaste, bepaalde, door niets afgeleide wil van den hypnotiseur moest er bij komen, om den waren hypnotischen toestand te, verkrijgen. Met deze school verklaren do meeste practischo magnetiseurs het eens te zijn; zij beschouwen huu wil als een noodzakelijk element, en het meerendeel der congresleden was het met hen eens. Toch bleven er aan de andere zijde genoeg opmerkelijke feiten over, om de zaak als niet geheel opgelost te doen beschouwen. * Eene andere vraag, veel meer het practische leven betreffend, werd door andere geleerden be handeld. Het betrof het gebruiken van het hyp notisme tot experimentische en therapeutische doeleinden. In deze afdeeling sprak met veel energie de privaat-docent Ladame. In een interessante voor dracht kwam hij op tegen de openbare vertooningen met gehypnotiseerden en eischte, dat deze van regeeringswege zouden worden verboden. Hij wees op de gevaarlijke en gewetenlooze handelwijzen der hypnotiseurs, en de daaraan verbonden ge varen. Ook achtte hij het een dreigend gevaar de methode van hypnotiseeren te populariseeren en daardoor aanleiding te geven tot eigen proe ven. Met algemeene stemmen werden zijne voor stellen goedgekeurd, en ook de meening der ver gadering uitgesproken, dat de aanwending van het hypnotisme als geneesmethode aan dezelfde wetten en verordeningen moest onderworpen worden, die overigens in de geneeskunde gelden. Een levendige discussie volgde op hel rapport van prof. Liégeois, over de suggestie van mis daden. Het is namelijk bewezen, dat men iemand slapend cene misdaad kan suggereeren, en hij deze uitvoert, in wakenden toestand, zonder zich rekenschap te geven van hare moreele waarde of onwaarde. Reeds sedert 1868 wijst Dr. Liébault van Nancy op het verplaatsen van de verantwoor delijkheid hierbij, welke geheel op den hypnoti seur moet komen. De medische faculteit te Nancy, Bernheim en Beaunis, zijn het geheel met hem eens. Charcot daarentegen en de school der Salpêtrière redeneeren aldus: het hypnotisme kan groote diensten bewijzen, het kan groote gevaren met zich voeren ; maar diensten en gevaren lig gen geheel buiten de suggestie Ook de beroemde Parijsche dokter Brouardel verklaart in zijn college over de medicina foren sis uitdrukkelijk, dat de somnambulen alleen die suggesties uitvoeren, welke hun aangenaam of althans onverschillig zijn. Is nu de suggestie der misdaad toegegeven, dan komt een tweede vraag: welke middelen heeft men om den intcllectueelen dader, dat wil zeggen dengene die den gehypnotiseerde de misdaad heeft ingeblazen, te ontdekken. Hierbij moet worden in aanmerking genomen, dat de geheel willooze ge hoorzaamheid, het automatisme alisolu" alleen mogelijk is bij personen die in den aücrdiepsten hypnotischen slaap kunnen gebracht worden. Eerst moet dus in elk geval onderzocht worden of de materieele dader wel tot den vercischton graad te hypnotiseeren is; en is dit het geval dun zal hij wellicht, naar den naam van zijn hypnotiseur ge vraagd, antwoord geven. De slimme hypnotiseur zal echter aan het sujet", dat hij als werktuig voor zijn wraak of zijn lusten hoeft, uitgekozen, ook hebben ingeblazen, zich geen vroegere omstandigheden te herinneren, zich te verbeelden dat het denk beeld bij hemzelf is opgekomen, zijn bypnotisceren te vergeten. Gesuggereerde gedachtcnlooshcid op deze wijze zou zeker alle ontdekking onmogelijk maken. Prof. Liégeois echter heeft, in vcreeniging met Liébault en Bernheim, een geheel stelsel van vragen en suggesties bedacht, waardoor men langs omwegen de gedachten van den gehypnotiseerde, zondor tegen het rfichtstreeksch verbod van den hypnotiseur te stuiten, tot outdekking zou kunnen leiden. Met het oog intusschen op al de govaren die misbruik van het Lypnotisme kan medebrengen, mag zeker de aandacht der rcgeeringeii er wel op gevestigd worden ; zelfs het verspreiden van boeken, zooals die van Moutin, waardoor ieder zelf op zijne omgeving aan het experimeuteeren kan gaan, is een uiterst gevaarlijke zaak. EENE NABOOTSING VAN HET PARTIIENON. In het Palais des Arts libéraux te Parijs zal binnen kort eene reconstructie van het Parthenon op de schaal van een 20ste worden tentoongesteld, die onder oudheidkenners en architecten van zich zal doon spreken. De tempel is nagebouwd, nagebciteld, naversierd door den beeldhouwer Jolly, naar de teekeningen en onder het opzicht van den hoor Chipiez, die met Perrot het werk IIistoire (hl'art dans VAntiquitéschreef. De reconstructie is besteld door het ractropolitaanscho museum te New-York, dat langzamer hand zelf een wonderwerk wordt. Een rijk Araerikaansch burger heeft zijn fortuin aan het mu seum vermaakt, oin er eene historische collectie van modellen van bouwstijl te doen vormen. Het museum laat nu, de heele wereld door. rcproductiën maken va'i de beroemdste monumenten ; het zal daaruit eene galerij vormen, die millioenen zal kosten, maar ook ecnig in de wereld zal zijn. De herbouw van het Parthenon, nu door den heer Chipiez ondernomen, is vooreerst zoo belang rijk, omdat nog nooit eene zoo volledige recon structie van den beroemden Atheenschen tempel was beproefd, en ten tweede, omdat hier een voldoende oplossing gevonden schijnt voor een vraagstuk dat steeds archaeologen en bouwmees ters heeft gekweld. Do vraag is : hoe werd het Parthenon verlicht'.; De wanden toch van den tempel vertooncn niets dat op een venster gelijkt; hot licht kwam dus niet van terzijde. Het moest dus van boven komen. Maar hoe? Dat kon men maar niet uitvinden. Ecnigcn onderstelden, dat het dak eenvoudig open moest zijn. Die onderstelling schijnt al ter stond zeer onwaarschijnlijk, als men bedenkt, dat de Pallas Athene van Phidias, die er instond, van goud en ivoor was; dergelijke kostbare stoffen stelt men niet aan weer en wind bloot. Zij wordt geheel ongerijmd, als men bedenkt, dat hot beeld minstens acht eeuwen in deu tempel bewaard is gebleven; ivoor had zeker de regenbuien van achthonderd winters niet uitgehouden. Anderen onderstelden, dat het dak open moest zijn geweest, maar beschermd, of door een velum, een scherm van zeildoek, of door ceno soort lan taren. Nu zou een velum het geen achthonderd jaren uitgehouden hebben, men zou wel ergens gelezen hebben van het vernieuwen ervan, dat geen kleinigheid zou geweest zijn. En in tijden van voorspoed was dat allicht gemakkelijk, inaar hoeveel perioden van ellende heeft het Parthenon

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl