Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
No.64l
Wanen kwam.... letterlijk de eigenste woorden en
mijn eigen stem ook."
De Coroner zag den agent scherp in de oogen:
Heb jij werkelijk bij het binnenkomen dezelfde
woorden gesproken, die dat ding zegt ?" vroeg hij
langzaam en nadrukkelijk sprekend: Bedenk je
goed!"
'tIs waarachtig! Op mijn woord van eer!"
verzekerde de policeman.
Dan weten wij genoeg! Mijnheer Johnson,
breng ons naar den kruidenier bij wien uw vrouw
den pot gember heeft gekocht."
Allen stormden de trappen af. Vijf minuten
later stonden Professor Johnson, de Coroner en
de twee agenten voor de toonbank van een krui
denierswinkel op den hoek der 23e Avenue en
New-street. De kruidenier en zijn bedienden
werden een voor een in verhoor genomen. Zoo
dra de jongste, Samuel, een opgeschoten lummel
inet een dom, baardeloos, vollemaansgezicht, eenige
woorden had gesproken, legde de Coroner hem
de hand op den schouder.
Je bent mijn gevangene ik herken je stem;
jjj bent het, die tegen mevrouw Johnson hebt ge
zegd : dat hindert niet u was zonder den
pot gember al belast en beladen genoeg."
Samuel's verhoor voor de rechtbank van onder
zoek gaf aanleiding tot een tooneel, als tot
dusTer eenig is in de annalen der jurisprudentie.
Het phonogram werd voor de jury gebracht;
professor Johnson hield een korte toespraak,
waarin hij de dubbele werking van zijn toestel:
phonograaf, wanneer het de voortgebrachte
klan? ken opnam; phonogram, wanneer het ze reprodu
ceerde verklaarde. Een plechtige stilte heerschte
in de zaal en te midden eeneralgemeene aandoening,
des te dieper, doordien zij met geweld werd ingehou
den, herbaalde de machine eerst de hartelijke woor
den die man en vrouw op den morgen van hun laatste
afscheid hadden gewisseld, vervolgens de korte,
maar vreeselyke samenspraak tusschen den
moordenpar en zijn slachtoffer.
Toen de gil, die de ongelukkige gaf, terwijl zij
het staal in hare keel voelde dringen, door de
gerechtszaal weerklonk, doorliep n rilling de
tribune der rechters en de banken van gezworenen
CD publiek.
Bij dien vreeselijken kreet was Samuel opge
sprongen, bleek en met wijdstarende oogen, alsof
de ongelukkige Minnie plotseling vóór hem was
opgerezen, en strekte de armen uit als om een
spooksel van zich af te weren.
Ge herkent den gil, dien uw slachtoffer slaakte
toen ge haar het leven naamt..." sprak de rech
ter ernstig. Bekent gij schuldig te zijn aan den
moord op Minnie Johnson l"
Ja!" stamelde hij.
De rechter beproefde nog meer uit hem te
krijgen, maar te vergeefs. Hij weigerde hardnek
kig te spreken, en werd in een toestand van doffe
onverschilligheid naar zijn kerker teruggevoerd.
Toen de cipier hem 's avonds van dienzelfden dag
z^jn eten kwam brengen, vond hij hem dood aan
een stijl van het ledikant hangen. De booswicht
was den scherprechter voor geweest.
VOOR DAMES.
Rationeel? Schilderachtig? Een
trousseau. Gonikauwen.
Daar de Engelsche bladen van de vergadering
der British association over de vrouwenkleeding,
de yorige week door ons vermeld, een topic of
the day maken, willen wij er nog even op terug
komen. Mrs. Carmichael Scopes wilde niet tegen
schoonheid of versiering opkomen, maar enkel het
ongezonde, onzedelijke en leelijke bestrijden. Zij
Terdeelde de doem waardige dingen in het vrouwen
toilet in tweeërlei: de tijdelijk belachelijke ol
schadelijke, en de voortdurend verderfelijke. Tot
de eerste categorie behoort iedere soort van cri
noline, tournure, queue de Paris, opgebonden rok,
trekbanden; iedere soort van dofmouw,
lazaretmantel, strakke pélérüie, forme visite, iedere sleep,
ieder zwaar of wijd garnituur, als de vrijheid der
vrouw belemmerend. Een modieuse vrouw heeft
aan haar beenen niet genoeg om te loopen; gaat
zy een trap op, dan moet zij haar japon opnemen
om er niet pp te trappen; gaat zij een stoep af,
dan heeft zij een hand noodig om het vuilmaken,
of scheuren of haken te voorkomen; steekt zij
een modderige straat over, dan moet zij beide
handen gebruiken en is hulpeloos". Zij is dus ver
oordeeld tot physische weerloosheid, gemis aan
lichaamsoefening, zwakte, anemie, etc. Voorts
blijven in de lange ol wijde kleederen meer bacillen
hangen en men kan er gemakkelijk mee inbrand
yliegeii.
De blijvende nadeelen zijn erger. Vooreerst
het ongelijk kleeden; over dag in bont en laken;
's avonds gedecolleteerd met een los omgeslagen
sortie in een vochtige koude koets. Dan de
hooge hakken; geen vrouw die hooge hakken
draagt, heeft de volkomen beschikking over haar
hersenen." Dan het corset, waarover alles reeds
gezegd is. Wij vermeldden ook de tegenspraak,
die Mrs. Carmichael Scopes op dit punt ondervond.
Een der bladen had, in aansluiting hiermede,
een artikel, dat interessanter was dan de geheele
zitting, over het schilderachtige in de kleeding".
Vindt men dan werkelijk een dun middel zoo
mooi ? vraagt de schrijver. Werkelijk niet; niet
alleen de schilders, maar de heeren in 't algemeen
dweepen niet het meest met het dunste middel.
Waarom dragen de vrouwen dan zulke nauwe
corsetten ? Alleen omdat de litteratuur ze geprezen
heeft, en omdat de naaisters, haar kunst willende
hoog houden, er op blijven aandringen. Als de vrou
wen niet meer meenden mooier te zijn door een nauw
middel, zouden zij zich zoo sterk niet meer rijgen.
En voor het opgeven van die meening zouden wel
gronden zijn. Vooreerst wordt met zich inrijgen,
de rug ronder; dit is onloochenbaar, precies in
dezelfde verhouding als het middel inkrimpt. Dan
lijdt in negen van de tien gevallen de neus er
onder. Hij wordt niet rond, maar rood, en wie
is schilderachtig met een rooden neus? Het is
waar dat men den neus poederen kan, en dat
gebeurt veel, maar een klein toeval, een voile,
een zakdoek, een handschoen, brengt de ware
kleur aan het licht, en het wollig uiterlijk van
een gepoudrederizde neuspunt is ook al niet mooi.
Het is voor magere vrouwen met smalle schou
ders on rechte houding niet moeielijk, zich schil
derachtig te kleeden; Sarah Bernhardt weet het
wel. Zij hebben alleen goedkoope stoffen en hoe
kige lijnen te vermijden; hoe rijker costuum, hoe
beter het haar staat. Bont, brokaat, fluweel, pluche,
tournure, dofmouwen, struisveerranden, alles is voor
haar gemaakt, en dit alles kan door de anderen
slechts met voorzichtigheid gedragen worden en
nog is het schilderachtige vaak ver te zoeken.
Zeer weinig schilderachtig zijn korte jacquetten
in een andere kleur dan het kleed; zij schijnen
de figuur in tweeën te snijden, met een scherpe,
onnatuurlijke lijn. Het beste is steeds een geheel
costuum uit n kleur. Dan helpen de lange los
hangende mouwen, welke in golvende harmonische
lijnen, die der figuur vervolgen. Het is inderdaad
opmerkelijk, zoo gedistingeerd, elegant, waardig,
menig figuurtje er in een eenvoudigen ulster uitziet.
Schilderachtig is zeker de boa, als hij goed
gedragen wordt, om dezelfde verlenging der golvend
harmonische lijn; en evenzoo de sleep, maar weer
niet de halve sleep. Schilderachtig is ook mooi
haar, maar niet schilderachtig is een stijf
geregen middel. Mocht men het bedenken!
Een ander artikel, door dezelfde vergadering
geïnspireerd, stelt Mrs. Carmichael Scopes in een
dwaas daglicht. Wat draagt Mrs. Scopes toch?
vraagt de schrijver. Is haar japon tot op de
knieën afgeknipt? Draagt zij geen tournure en
geen corset? Zorgt zij wel dat haar zakdoek en
haar handschoenen hygiënisch onderzocht zijn?
Het blad heeft, een dozijn groote couturiers en
modistes laten interviewen. Hunne meening
was, dat de kleeding over 't algemeen zeer
rationeel, in 't geheel niet ongezond, en hoe
langer hoe gracieuser wordt. De dames rij
gen zich over 't algemeen niet sterker dan zij
verdragen kunnen; de hakken zijn niet buiten
sporig hoog en zullen het niet weer worden ook;
als sleepjaponnen toevallig weer in de mode ko
men, zal men ook weer de pages", de rideaux'1
en andere hulpmiddelen krijgen om ze op straat
op te nemen. Dat tournures nog steeds gedra
gen worden, moesten de lieden toegeven, maar
zij vonden het zeer natuurlijk, dat wie zich niet
gestoffeerd" genoeg acht van nature, dit door
kunst tracht aan te vullen. En de moraal van
al de gesprekken was: de dames kleeden zich
om mooi te zijn, wij helpen hen daarin, wie zal
daarin ooit verandering brengen?"
De kanten voor het bruidstoilet van Prinses
Sophie van Pruisen zijn in Silezië, te
Schmiedeberg, gemaakt. De volants en smalle kanten zijn
naar point de Venise gecopieerd, en bestaan uit
35 enkele stukken. De rand om den bruidsluier is
van hetzelfde patroon als de volants. De sluier
bestaat uit 110 stukken ; hij is anderhalve meter
breed en drie nieter lang; liet fond is
Brusselfche tulle. De zakdoeken zijn ook van point de
Venise, met kroon en monogram erin gewerkt;
er is vier maanden aan gearbeid.
Te Weenen is de trousseau te zien van de
infante Dona Blanca de Bourbon, die mot aarts
hertog Leopold Salvator zal trouwen. Hij is be
trekkelijk eenvoudig van kleuren, maar de stofl'en
zijn uiterst kostbaar1. Het bruidstoilet is van
ivoorwit moiré-anüque, van een grootgegolfd patroon;
gladde voorbaan omlijst met eene niche van crcpe
de hine met mirtentakjes; bot corsage, dat in
aansluiting met den vierkanten sleep een polo
naise vormt, is zeer gedecolleteerd, maar met een
fichu van crcpe de Chine voorzien ; het fichu loopt
in eene charpe uit, waarvan de einden met witte
pompons zijn afgemaakt on op zijde in een knoop
samengevat.
Het toilet voor de receptie is van rose brokaat,
met goud en zilver doorwerkt; het beeft een zeer
langen sleep, op de voorbaan is in zeer veel
plooien een draperie van crème gaas, met goud
en zilver doorwerkt, aangebracht; het corsage is
breed gedecolleteerd met een berthe van gaas en
rozen. Een ander kleed is van iert-du-Nil, zonder
sleep, geborduurd gaas over een rok van tcergrocnc
faiüe. Het is zuiver style Empire, met nen rand
van lint in bonte zacht harmonische kleuren ; hot
corsage, gedecolleteerd a l'Empire, beeft doften
van gaas, inet Lnt opgebonden. Een ander
soiréecostuum is van gebrocheerde rose zijde,
met een patroon van strepen en zeer kleine
bouquetjes ; het is met franjes van voderen versierd,
de tablier is van geborduurd gaas, naar de eene
zijde een weinig opgenomen, en met de licht ge
krulde veeroniranje omlijst.
Bij de uitrusting beliooren ook eenige practiscbe
costumes: een Engelsche robe van bruingeruit
Himalaya, mot jabot van crêpe de Chine en
devant van bruine faille, vorm redingote; een reis
toilet van geruit grijs cheviot, ook Engelsche coupe,
twee rijen knoopen en geheel gladde jacquette;
een wandeltoilet van Tegethofl'blauwe wol met
mantelet-pélérine en garneering van satin de Lyon
in dezelide kleur; de pélérine met kort afhangende
Poolsche mouwen. Voorts eene sortie en een rij
tuigmantel, bij elkaar behoorend; de eerste van
wit laken met wit cbenille geborduurd en
chenillefranje, de laatste van zwart fluweel met wit
satijn gevoerd en zwart gitten borduursels; een
peignoir van lichtblauw cachcmire met rievant van
wit sicilienne, en eene matinee van crème
wollenstof met geplisseerde jabot van licht rose.
Weder is te New-York een prijskamp in het
gomkauwen gehouden, ditmaal om liet meester
schap der wereld ; hij ging uit van de
Tutti-frutticlnb, en de prijs was een gouden dames-horloge.
Tutti-frutti is de meest geliefde soort van
chewing-gum"; men weet dat alle Amerikaanscbe
misses, van de hoogste tot de laagste klasse, de
min of meer vieze, breiachtige lijmstof met vol
harding kauwen ; ditmaal waren ecbtcr de
inededingsters meest uit dj lagere klasse. Er waren
tweeduizend dames ingeschreven, ieder mocht een
heer meebrengen ; ieder ontving aan de kas een
pijp steenharde gom, en met bet fijnkauwen van
deze, bij de tonen der muziek, begon do feeste
lijkheid. Voordat de dans aanving, bestegen vijf
jonge meisjes de tribune en het prijskauwen"
begon. Reeds na de derde pijp gom gaven drie
der concurrenten het op, dat wil zeggen zij kregen
kaakkramp en moesten naar buis gereden worden,
De vierde kauwster bracht bet tot zes pijpen ; de
prijswinster kauwde niet minder dan 91/2 pijp gom
en verkreeg daarmede het gouden horloge en den
fraaien titel van champion-gomkauwstcr der
wereld". De bekroonde van verleden jaar, die
het maar tot zeven pijpen bracht, vertoeft op dit
oogenblik in het gekkenhuis.
In een aardige serie artikelen Het kinderleven
aan de Europeesclie hoven", in een Engelsch
tijdschrift voorkomend, wordt verteld, dat wanneer
de Czar met zijn gezin op het kasteel
Fredensborg vertoeft, dikwijls de goheelc Deensche familie,
zoowel als de Russische, bij den lunch gespijzigd
wordt met de visch die Czar Aloxander 111 in den
morgen gevangen heeft. Het aangenaamste saizoen
voor de kleine grootvorsten is, wanneer zij mot
den Czar en de Czarina naar de kust van Finland
gaan. De Czar heeft daar con klein huisje laten
bouwen op den oever van een snelstroomendo
rivier die vol zalm is, en hij en zijn kinderen
visschcn uren achtereen. Als er wat gevangen is,
helpen allen mee om het maal te bereiden. De
keizer haalt hout on water en maakt het haard
vuur aan; de keizerin maakt de zalm schoon en
kookt ze; de jongens en meisjes helpen de tafel
klaarzetten. Somtijds gaan zij mot oen boot op
zee, vangen visch, landen op cou klein eiland en
koken en eten ze daar.
Het Wiener Frcmdenblatt vertelt: Na het
vertrek van bet 35ste infanterieregiment uit Pilsen
hebben niet minder dan 150 dienstmeisjes uit die
stad den dienst opgezegd en zich naar Praag
begeven, om hier, in de nieuwe garnizoensstad
van het veelbeminde regiment, betrekkingen te
zoeken."
E-e.
Allerlei.
In den schouwburg van een kleine stad in En
geland werd oen stuk gegeven, waarin do held,
een groote bandiet, uit de gevangenis tracht te
vluchten, hetgeen hem tot zoover gelukt, dat Lij
reeds op den buitensten muur der gevangenis ge
klommen is; de hem achtervolgende soldaten vel
len bom dan echter met eenige geweerschoten ter
aarde. Op zekeren koer kwam de tooneolspoler,
dio de rol van genoemden bandiet vervulde, goed
en wel op den muur en terwijl hij daarop zat,
wachtte hij op do schoten, die hem daarvan moes
ten doen aftuirnelen. Het publiek begon al onrus
tig te worden. Maar plotseling krijgt onze
Aballino een slimmen inval; hij tuimelt van den muur,
rolt tot aan de voetlichten, en roept uit:
GrooteGod, ik heb mijn mes ingeslikt.'" en sterft. Hoogst
voldaan gingen de toeschouwers naar huis.
Toen Herloszsohn, de dichter van het bekende
lied: Wenn die Scliwalben heimwarts siehn," te
Leipzig woonde, had een diletteerende fluitist
een kamer boven de zijne betrokken en blies in
zijn ledigen tijd steeds en maar aldoor op zijn.
fluit het roerende lied: Naeh Sevilla'. Vol
wanhoop schreef de gekwelde schrijver op zekeren
dag aan zijn huisgenoot: Ik ben ten zeerste
geroerd door uw vurig verlangen naar Sevilla en
ik verklaar inij, in geval gij de reis daarheen
wilt aanvaarden, gaarne bereid, de kosten
daarvau tot aan Lützen (het eerste station) te betalen".
Mejuffrouw N, een actrice, die, hoewel zij aan
den groothertogelijken hof-schouwburg te X slechts
matig gehonoreerd wordt, op zeer grooten voet
leeft en de aanzienlijkste jongelieden steeds om
zich vereenigt, klaagde onlangs aan oen harer
door zijn humoristische gevatheid bekende col
lega's over hare steeds toenemende gozetheid.
Geef mij toch eens een raad," zeide zij, wat
moet ik doen, om niet zoo dik te worden?"
Leef maar eens ecu half jaar van uw gage,"
luidde het leuke antwoord.
Een slachtoffer van het jaar 1S13. Te
Wittenberg vrerd dezer dagen de 77jarige doofstomme
dier- en landschapschilder Hünichen in de nabij
heid zijner woning overreden en zoozeer gekwetst,
dat hij weinige uren later stierf. De overledene
was met zijn doofheid in zekeren zin oen levende
herinnering aan de belegering van Wittenborg in
het jaar 1813. Zijn ouders bezaten toen den nog
bestaanden papiermolen te Birkenbusch. Op
zekeren dag waren alle bewoners van den molen
en van de in de nabijheid daarvan gelegen huizen
naar bet beleg gaan kijken. De vader, een ge
pensioneerd Saksisch grenadier, was het boscb
ingegaan, om daar de bcddon en zaken van waarde
te begraven en slechts de moeder inet het kleine
eenjarige kind was thuis. Daar kwamen twee
kozakken het voorplein opttaivon, stegen at', c
schten geld van de vrouw en ranselden, toen deze
hun dat niet kon geven, met hunne k/intscliux zoo
onbarmhartig op moeder en kind los, dat beiden
bloedend en bewusteloos op don grom! lagen, toen
er hulp kwam opdagen, waarvoor de Russische
holden de vlucht namen. Beiden herstelden, maar
het kind was doof geslagen. Hünichen is later
op een doolstommeninstituut geweest, heeft ver
volgens een teekcnacademie bezocht en is schilder,
zij het dan ook niet oen van dun eersten rang, ge
worden. De Pri'isischo koningen hebben hem
dikwijls en ruimschoots ondersteund. Herhaaldelijk
werd aan den liussischeii keizer het verzoek ge
richt om den reeds als kind tot invalide geworden
man te ondersteunen, maar steeds is dit onbe
antwoord gebleven.
Uit Londen wordt dd. '27 Sopt. gemold: Gister
middag omstreeks 3 uur knn men, zoowat op liet
midden van den London-bridgo, een ongeveer
18jarig in een langen ulster gehuld meisje zien staan
dat den Swan Pier met opmerkzame blikken ga
desloeg. Terzelfder tijd stiet vandaar een boot
af, waarin drie of vier personen gezeten waren,
terwijl op de landingsbrug zelf eenige journalisten
met hunne notitieboekjes in de hand op- on neer
gingen. Plotseling wierp het jonge meisje hoed en
ulster af', sprong, in oen eigen badcostuum, op de
leuning der brug en voordat de constuble. die aan
den anderen kant geposteerd was, de brug had
kunnen oversteken, was het meisje, miss Pinncy,
in de troebele en vuile golven van de Tbeems
verdwenen. Te gelijker tijd was ook een hoer, die
zich professor Tinney noemt, met zijn kiecren aan
uit de boot in do Theoms gesprongen en deze
hielp het meisje, toen het ongeveer twee secon
den later weer aan do oppervlakte kwam, in de
boot. liet was haar broer. Inde Swan Inn maakten
zij daarop toilet. Twee conalnblcs waren inmiddels
buiten adem bij de landingsbrug gekomen, OH toen
men hun verklaarde, dat er hier slechts sprake
was van het afleggen van ecu proef in de
duikkunst on niet van een poging tot zelfmoord, dro
pen zij hoofdschuddend over de "dwaasheid der
jeugd en met de juiste opmerking, dat dat toch
niet geheel in den haak" was, af. De hoogte van
den sprong is ongeveer 45 voet.
Anderssen.
ZWART
d
j%«
i *
*? '?
l
n
-»
a b c d e f g h
WIT
Zukertort.
Wit begint en wint.
Eene inderdaad brillant gespeelde partij.
M. C. Schmiicker. Max Lange.
Wit. lilindelinf/s.
l e2 e4 d7 df>
2 e4 X d5 g8 1G
3 c2 c4 c7 cG
4 bl c3 cG x d5
Hirschfeld.
ZWART
Amateur.
ZWAKT
abcdefg h
WIT
Kolisch.
Wit begint en wint.
5 c4 X d5 f6 x d5
(i c3 x d5 d8 X d5
7 d2 d3 e7 e5
8 gl f3 b8 c6
9 fl e2 f7 f5
10 b2 _ b3 c8 ctt
11 cl b2 18 b4 t
r'\
r
a b c d c f g h
WIT
Steinitz.
Wit begint en wint.
12 el fl o o
13 g2 - g3 g7 g5
14 hl gl i'5 f'4
15 f,'i x g5 h7 Iii5
l G d3 d4 h G X g">
17 o2 cl? cG h.-i f
18 f l e2 Zwart kondigt mat in 5 z. aar.