Historisch Archief 1877-1940
N°. 643
DE AMSTERDAMMER
A°. 1889.
WEEKBLAD VOOE NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAURIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 20 October.
Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. post/ 1.27*
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel 0.40
I N H O U Dl
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON : Jan Starter en zyn wijf, door Dr. Jan ten
Brink, XIV. Gemeenteraad, door Nemo.
Signalementen uit den Utrechtschen Gemeenteraad,
door Jan van 't Sticht. KUNST EN LETTE
REN: Het tooneel te Amsterdam. Theodor
Liedtcke. Muziek in de hoofdstad, door F.
Muziek te Rotterdam, door V.
Boekbeoordeeling. VARIA. SCHAAKSPEL.
MILITAIRE ZAKEN: Het Montenegrijnsche leger.
Landverhuizers, door Js. van Rennes.
VoorDa' mes, door E-e. ALLERLEI. INGEZON
DEN RECLAMES. BEURSOVERZICHT.
ADVERTENTIËN.
Van verre en van
nabij]Veertien dagen geleden hebben wij in deze
rubriek het artikel besproken van de
Contemporary Review, waarin Qutidanos opkomt tegen
de rol, door Italiëin de tripte alliantie gespeeld,
on aantoont hoe de politiek van Crispi, die
door zijne vijanden meermalen als megalomanie,
als grootheidswaan is gekenmerkt,' aan Itali
reeds groote nadeelen heeft berokkend en in
de toekomst het land ongetwijfeld ten verderve
zal leiden.
Men wist toen reeds, dat Crispi in den loop
dezer maand te Palermo eene groote politieke
rede zou houden. Intusschen hebben de
discussiën, welke het artikel van
Outidanos-Gladstone heeft uitgelokt, aan die rede eene bijzon
dere beteekenis bijgezet, en de vrienden van
den Italiaanschen premier hebben gezorgd voor
eene indrukwekkende mise-en-scène. Het feest
maal te Palermo, waarbij Crispi het woord
voerde, werd bijgewoond door al de ministers
en door bijna tweehonderd kamerleden en sena
toren, terwijl van 160 andere volksvertegen
woordigers brieven van adhaesie waren inge
komen. Vijftig bladen, waaronder vele
buitenlandsche, hadden verslaggevers gezonden. De
telegraaf verspreidde nog denzelfden nacht een
uittreksel van Crispi's rede, zóó uitvoerig als
ooit van eene rede van vorst Bismarck is
overgeseind. Koning Umberto zond uit Monza een
telegram aan den premier, om dezen geluk te
wenschen met de redevoering, die hem, zooals
al zijne handelingen, ingegeven was door een
hoog en edel ideaal, het geluk des vaderlands".
Er is dus geen twijfel aan: wij staan hier voor
eene offieieele uiting der Italiaansche politiek.
De Riforma, Crispi's orgaan, bevat thans den
wooidelijken inhoud van Crispi's rede. Met de
eigen woorden van den premier voor ons, ver
oorloven wij ons hier eenige korte
aanteekemngen.
Feuilleton.
14)
Jan Starter en zijn wijf,
DOOK
Dr. JAN TEN BRINK.
El hombre es de lino y la
mujer de fuego."
(Spaansche wijsheid).
XIII.
ONVERWACHTE STOORNIS.
In Franeker had men sinds l Maart geene
tijding van Starter. De weduwe Hen dri ex
had met N i e s k e haar intrek genomen bij
eene vriendin, B a r b e r Claesz. J a n s d r.
Starter's huis was geheel leeggedragen op
last van »'t Recht der stad Franeker". Toen
Jan Lamrinck den l Maart vijftig gul
dens bracht, schepte N i e s k e weer moed.
Binnen weinige weken zou het ontbrekende
komen, zou Starter zelf opdagen. Zijne
vooruitzichten waren verhelderd, zij zouden
nu te Amsterdam zich vestigen en betere
dagen beleven.
De weduwe H e n d r i c x verklaarde, dat zij
nimmer naar Amsterdam zou verhuizen, dat
zij verkoos naar Dokkum te gaan wonen,
waar eene zuster van haar overleden man,
H e n d r i c k Hendricx, haar reeds voor
lang gastvrijheid had aangeboden; dat zij
niet geloofde aan Starter's overkomst naar
Franeker; dat zij hoopte het ontbrekende
geld te ontvangen, maar dat zij niets wilde
uitbetalen, vóórdat er ?125 in kas was.
Intusschen werden de schuldeischers drin
gender, en kwamen dagelijks bij Burgemeester
A n dries Doedes, met verzoek boelhuis
te houden, en de in beslag genomen goederen
te verkoopen. Hoewel N i e s k e, na maan
den en maanden aan sloopende koortsen te
hebben geleden, nu meestal uitgeput, zwijgend,
Crispi, de Siciliaan, het hoofd der meridionali
(zuidelijken) in het parlement, begon met eene
hulde aan het noorden, in 't bijzonder aan Turijn,
waar hy twee jaren geleden nog slechts kort
aan het hoofd van het kabinet staande en pas
van zijne reis naar Friedrichsruhe teruggekeerd,
zyne politiek uiteenzette en, zichzelf met den
heer Von Bismarck op ne lijn stellende, het
bekende woord sprak: Wij hebben
gceonspireerd ten behoeve van den vrede", De premier
sprak met eenige bitterheid over de aanvallen,
aan welke hy sedert dien tijd had blootgestaau
en herdacht ook den aanslag, die eenige weken
geleden op zijn leven was beproefd; tevens had hij
een woord van dank voor de trouw, hem door de
meerderheid in het parlement en in het land be
wezen- HU herinnerde, wat zijne regeering in dien
tijd van nauwelijks twee jaren had tot stand ge
bracht op het gebied van de hygiëne, van het
openbaar onderwijs, van de administratie, van
de strafwetgeving en wat niet meer. Maar"
zoo vervolgde hij wat zou de welvaart zijn,
indien wij er slechts in slaagden die aan de
groote massa te verzekeren, zonder de vrijheid,
voor welke de Italianen zich zoo dikwijls opof
feringen hebben^ getroost? Die vrijheid hebben
wij gewild en in praktijk gebracht, op ruime
wijze de letter der oude en der nieuwe wetten
opvattende. Wij hebben willen aantoonen, dat
onze instellingen, voortgesproten uit de vrije
wilsuiting der Italiaansche volkeren, zich door
algemeene instemming hebben gehandhaafd en
daarin zijn wij geslaagd."
Het recht van het plebisciet was de basis van
het staatkundig leven in Italië. Toen dus het
volk zicli had verklaard voor het eene en on
deelbare Italiëonder de regeering van het Huis
van Savoie, kon Home niet uitgesloten blijven
Sedert 1866 was de bezetting van Rome nog
slechts een quaestie van uitvoering, niet van
beginsel. Ware een plebisciet nog noodig ge
weest, dan zou het aan de wettigheid dier
bezetting de laatste sanctie hebben verleend.
Maar ook zonder dit plebisciet behoefde
het nationale recht de bestrijding niet te duch
ten. De natie bestond, binnen hare natuurlijke
grenzen en er is er geene, die natuurlijker
grenzen heeft dan Italiëkrachtens haar eigen
recht. Natio quia nata. De paus heeft als we
reldlijke vorst geen andere rechten gehad dan
de overige van hunne rechten vervallen ver
klaarde vorsten: de Romeinsche burgers had
den geen mindere rechten dan die van het
overige Italië. De bedoelde vorsten regeerden of
ten gevolge van usurpatie, of krachtens trak
taten; beiden zijn waardeloos tegenover het
natuurrecht. Het recht om vrij en onafhanke
lijk te bestaan gaat boven iedere kunstmatige
conventie; verovering, schenking, bezitting kun
nen daaraan niets veranderen. De wereldlijke
macht des pausen, al heeft zij eeuwen geduurd,
was toch slechts eene overgangsperiode in het
leven van Rome. Rome is ontslaan, heeil
geberustend aan het venster zat, kantte zij zich
met al de geestkracht, die haar overbleef',
tegen het plan om al haar huisraad, meube
len en kleederen te doen verkoopen. Zij liet
Trijntje, mr. Jan Lamberts wijf, en
den bakker Dirck Lolckezoon bij zich
ontbieden, toonde hun den brief van haar
man, toonde hun het geld, en beloofde hun,
dat zij binnen den door Starter bepaalden
tijd hunne volle betaling zouden ontvangen.
De beide schuldeischers hielden zich eerst
doof, bejegenden de ongelukkige N i e s k e
met ruwheid en laatdunkendheid, gaven ein
delijk toe den verkoop uit te stellen tot 15
Maart, den dag, waarop N i e s k e meende,
dat haar man van zich zou doen hooren,
naar de belofte in zijn brief gedaan.
De arme jonge vrouw was door dit onder
houd zoo ernstig geschokt, dat eene zeer lange
bezwijming volgde. Hare moeder stond haar
bij en verzorgde haar, maar wijl het gemoed
der oude vrouw verbitterd was door al den
tegenspoed, welke zij ondervond, door al de
rampen, welken zij op rekening der
lichtzinzinnige roekeloosheid van haar schoonzoon
stelde, mocht de lijdende dochter van hare
moederlijke liefde slechts weinig troost erlan
gen. De weduwe H e n d r i c x had
mededopgen met haar kind, maar zij meende, dat
N i e s k e voor een groot deel schuld droeg
aan wat geschied was; dat de straffende hand
des Heeren over haar huis was opgeheven,
omdat hare dochter de vrouw was geworden
van een verfoeilijk libertijn en tooueelspeler.
In al hare ellende vond N i es k e niemand,
aan wien zij haar hart kon openbaren, nie
mand, tot wien zij spreken kon over al het grie
vend leed, dat haar gemoed verscheurde. Zij
moest zwijgen en lijden. Tranen vloeiden niet
meer uit hare oogen. Daar fluisterde een
stem in haar hart, dat alle hoop verloren
was. Sinds October van het vorige jaar was
Starter vertrokken. Telkens beloofde hij
in zijne brieven naar huis te zullen terug
komen, telkens Weefde vervulling dier belofte
uit. Een bang vermoeden fluisterde haar in
het oor, dat haar man niet meer naar haar
leefd en gezag uitgeoefend voor dat 's pausen
wereldlijke macht bestond; ook zonder deze
zal het blijven bestaan, en het zal Italiaansch
blijven. _
Crispi trachtte vervolgens aan te loonen , dat
het hoofd der katholieke Kerk te Rome, iedere
vrijheid geniet, waarop hij naar recht en bil
lijkheid aanspraak kan maken. De regeering
heeft slechts te zorgen, dat het kerkelijk recht
niet ingrijpe in den kring van het nationale en
rationeele recht. Na de zopgenoemde Romein
sche quaestie besprak hij de houding der
republikeinen, anarchisten en internationalis
ten, die zich voortdurend verwarren in vreemde
verbintenissen, terwijl zij voorgeven de denk
beelden van Mazzini en van Garibaldi te verte
genwoordigen.'1 De leiders met geavanceerde,
maar redelijke denkbeelden behooren zich van
deze onruststokers af te scheiden en hen te be
strijden op het veld der beginselen, opdat de
strijd niet later met andere wapenen behoeve
te worden gevoerd.
Na de binnenlandsche politiek kwam
debuitenlandsche aan de orde, in de eerste plaats de
economische, Crispi ging de geschiedenis na
der onderhandelingen over het
Fransch-Italiaansch handelstraktaat en trachtte aan te
toonen dat het afbreken dier onderhandelingen
alleen aan Frankrijk kon worden geweten.
Italiëwas niet meer, gelijk onder het keizerrijk,
een satelliet van Frankrijk; zijn politiek moest
een Italiaansche, zijne macht moest eene wereld
macht zijn. Overigens was het volgens den
spreker duidelijk, dat eensdeels in Italiëde
malaise reeds bestond vóór de opzegging van
het Fransche handelstraktaat, en dat anderdeels
juist in de laatste jaren de economische toe
standen aanmerkelijk waren verbeterd.
Wat de algemeene buitenlandsche politiek
betrof, verklaarde Crispi, dat al hetgeen gedaan
was om de internationale positie van lialie te
verbeteren noodig was voor Italië's bestaan en
voor zijne grootheid. Eene groote mogendheid
kon noch op materieel, noch op politiek gebied
geïsoleerd blijven.
Hadden wij aan dat isolement de voorkeur ge
geven, dan zouden de groote vraagstukken van
welke de toekomst der wereld afhangt, zonder
ons worden opgelost; onze nationale werkzaam
heid zou een gevangene zijn binnen de natuur
lijke grenzen van ons land; onze landgenooten
zouden overal verdrukt worden. Thans daaren
tegen bevestigt Italiëzijne macht; het gaat
vooruit. De Italiaansche politiek heeft zich in
de gansche beschaafde wereld de meest stipte
eerbiediging van het internationaal recht tot
richtsnoer gekozen- Wij hebben getracht, en wij
zijn er in geslaagd, een vredelievend karakter
te geven aan de militaire ouderneming, die,
toen wij aan het bestuur kwamen, in'Afrika
reeds was begonnen. Het tot rust gebrachte
Aethiopiëstrekt de handen tot ons uit iti de
persoon van zijn souvcrein, hunkerend naar
bezou omzien, dat de laatste overblijfselen zij
ner genegenheid in het gedruis van het
Ainsterdamsche leven zouden verdwijnen.
Het gevoel van uitputting nam nu in zoo
hevige mate toe. dat zij het bed niet meer
verlaten kon. Toen kwam er eene geringe
vertroosting. Aan haar ziekbed verscheen
plotseling G ai u s van Halma, nu sedert
meer dan twee jaren student in de medicijnen
te Groningen. Hij had N i e s k e geen
oogenblik uit het oog verloren. Hij wist alles. Hij
kwam opzettelijk naar Franeker, om de zieke
te verzorgen. Getroffen door dit bewijs van
stille genegenheid, volgde zij in alles zijn
raad, en kwam er eene geringe beterschap.
Zij gewende zich nu aan zijn gezelschap, zij
begon hem _ met vertrouwen te beloonen, en
sprak dikwijls hare geheimste gedachte uit in
zijne tegenwoordigheid.
Zoo naderde de 15 Maart. Tijding van
Starter kwam noch tot Nies k e, noch tot
J a n L a m r i n c k. De schuldeischers dwon
gen nu den Burgemeester Doedes tot den
verkoop der in beslag genomen goederen, die
den 17 Maart verkocht werden en de som van
? 290, G stuiver en 4 penningen opbrachten.
Na kwijting der schulden werd Nieske
/ 165 ter hand gesteld, die zij gaarne aan
hare moeder, voor de geleden verliezen
afstond. Met eene zonderlinge vastheid
van wil, drong zij nu aan op de vervulling
van n wensch zij wilde, ondanks hare
zwakheid, naar Amsterdam. Starter had
niet geschreven, dus was hem iets kwaads
bejegend, misschien had eene zware ziekte
hem getroffen. Zij moest naar Amsterdam,
zij wilde gaarne hare laatste levenskrachten
daaraan wijden, mits zij haar man nog een
maal mocht terugzien.
Halm a zweeg, de weduwe Hendricx
keurde het plan af, maar N i e s k e hield vol.
Zij beweerde nu kracht genoeg te bezitten
voor de reis met het Harlinger vcerschip.
Zij verklaarde het te zullen besterven, indien
men haar wil niet deed. Halm a besliste
nu, en verklaarde, dat hij Nieske zou ver
gezellen en bijstaan in alles, dat het beter
schaving. Wij hebben veiliger grenzen en ge
zonder stations voor onze troepen gek;egen en
een uitgestrekt koninkrijk zal voor den Itali
aanschen handel worden geopend."
Kan men, zoo vroeg Crispi, eene politiek
slaafsch en uitdagend noemen, die ons in staat
stelt, koloniale vraagstukken op een voet van
gelijkheid met de eerste zeemogendheden der
wereld te behandelen? Die politiek was het,
die Wilhelm 11 als vriend naar Rome bracht,
en die hem binnen weinige dagen zal doen
terugkomen. Eene vreemde slaafschheid, die
ons den gelijke maakt van onze bon dgenooten!
Men beschuldigt ons, van onze alliantiën ge
bruik te maken voor een aanval op anderen.
Maar terwijl elk Italiaan gemiddeld 18 francs
voor militaire uitgaven bijdraagt, betaalt ieder
Franschman daarvoor gemiddeld 33 francs;
niemand valt ons tegenwoordig aan, omdat
wjj sterk zijn en met sterken verbonden, ter
wijl wellicht allen ons morgen zouden aan
vallen, indien wij ophielden dit te zijn."
Jammer voor de Italianen, dat Crispi Itali
nog niet sterk genoeg rekende. Immers hij be
weerde, dat voor het leger en de vloot, het
bloed en de eer des vaderlands", tot nu toe
eer te vyeinig dan te veel was gedaan. Doch
eene herinnering der droevige dagen van weleer,
toen Italiënog, zooals Manzoni klaagde
pmtita sempre e non cangiata mai,
berouwvol steeds, doch nimmer nog veranderd''
was, bracht de toehoorders weer in de goede
stemming, en luide toejuichingen barstten los,
toen Crispi zijn beker met Siciiiaanschen wijn,
dien zonnestraal, gedrukt uit onze druiven, die
in onze kelken schittert", ophief om op Itali
en zijn koning te drinken.
Menigeen zal zich, toen de invloed van dien
zonnestraal was verdwenen, hebben afgevraagd,
of, niettegenstaande het optimisme van den
minister, de hemel van Italiëniet met duistere
wolken is bedekt.
GEMEENTERAAD.
Het is waarlyk niet mijne schuld, dat ik in
den gemeenteraad van 11. Woensdag alweer aan
de versregels dacht:
Es ist kcin Pfafflein noch so klein,
Es möchte gern cin Pilbstlein sein.
Op mijn woord niet! Het was de heer
Dyserinck zelf, die rnij aan deze eeuwige waarheid
deed denken.
Als ik dezen achtbaren heer daar zoo zag zit
ten, mot zijne groote beteekonisvolle oogen
waarin ik nu zelfs al iets finanticels meende te
ontdekken, wat mij vroeger nooit opgevallen was
dwalende door de zaal als poogden zij overal
vrienden te zoeken onder die negen en der.ig
mannen, die geen van allen op zijne plaats had
was voor haar dat verlangen toe te geven,
dan haar te dwarsboomen. Hij sprak deze
woorden met zoo vaste overtuiging uit, en
zag met zulk een diep medelijdenden blik
op de arme zieke neer, dat hare moeder in
hevigen tweestrijd geraakte. Daarenboven
beloofde Halm a plechtig haar niet te zul
len verlaten, voordat zij met haar man
vereenigd en in alles behoorlijk verzorgd zou
zijn naar de eisenen van haar toestand. On
der vele tranen moest de weduwe Hen
dricx eindelijk toestemmen.
Bij de uitvoering van dit plan bleek het
den edelmoedigen Halm a reeds spoedig,
welk een moeilijk werk hij had ondernomen.
Nieske hield zich voorbeeldig. Het voor
uitzicht haar echtgenoot te zullen ontmoeten,
gaf haar eene verwonderlijke kalmte en nieuwe
kracht. Maar op het veerschip leed zij hevig
aan zeeziekte, daar Maartsche buien do Zui
derzee onstuimig opzweepten. II alma dacht
bij herhaling, dat zij aan boord den laatsten
adem zou uitblazen, zoo vernietigend werkte
do zeeziekte op het door koorts ondermijnd
lichaam der diep beklagenswaardige lijderes.
lu deu morgen van den 30 Maart bereikte
men Amsterdam. Door H alm a's trouwe
zorg bleef' Nieske nog eenige uren aan
boord, om de vermoeienis te boven te komen.
Een weldadige slaap schonk haar verademing.
Het liep tegen den noen, toen zij ontwaakt
en gekleed aan H a l m a ' s arm het schip
verliet. Uiterst langzaam begaven ze zich
op^ weg naar den Nieuwendijk. Het was
Nieske zeer vreemd te moede, toen zij
onder het gewoel van eene zoo talrijke menigte
de groote stad binnentrad. Sommige der
voorbijgangers zagen het zachtkens, stapvoets
vooruitstrevend paar met belangstelling na.
Nieske's geelbleek gelaat, onder de kap
der huik als verscholen, sprak van zoo diep
lijden, dat zelfs geheel onbekenden een
oogenblik stilstonden, om hen na te oogen.
Met overleg hield Halma haar bezig met
van Amsterdam te spreken, haar de namen
der kaden en der straten te noemen, door
soms haar een woord van troost toe te
voe