De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 20 oktober pagina 1

20 oktober 1889 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 643 DE AMSTERDAMMER A°. 1889. WEEKBLAD VOOE NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 20 October. Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. post/ 1.27* Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10 Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.40 I N H O U Dl VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON : Jan Starter en zyn wijf, door Dr. Jan ten Brink, XIV. Gemeenteraad, door Nemo. Signalementen uit den Utrechtschen Gemeenteraad, door Jan van 't Sticht. KUNST EN LETTE REN: Het tooneel te Amsterdam. Theodor Liedtcke. Muziek in de hoofdstad, door F. Muziek te Rotterdam, door V. Boekbeoordeeling. VARIA. SCHAAKSPEL. MILITAIRE ZAKEN: Het Montenegrijnsche leger. Landverhuizers, door Js. van Rennes. VoorDa' mes, door E-e. ALLERLEI. INGEZON DEN RECLAMES. BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIËN. Van verre en van nabij]Veertien dagen geleden hebben wij in deze rubriek het artikel besproken van de Contemporary Review, waarin Qutidanos opkomt tegen de rol, door Italiëin de tripte alliantie gespeeld, on aantoont hoe de politiek van Crispi, die door zijne vijanden meermalen als megalomanie, als grootheidswaan is gekenmerkt,' aan Itali reeds groote nadeelen heeft berokkend en in de toekomst het land ongetwijfeld ten verderve zal leiden. Men wist toen reeds, dat Crispi in den loop dezer maand te Palermo eene groote politieke rede zou houden. Intusschen hebben de discussiën, welke het artikel van Outidanos-Gladstone heeft uitgelokt, aan die rede eene bijzon dere beteekenis bijgezet, en de vrienden van den Italiaanschen premier hebben gezorgd voor eene indrukwekkende mise-en-scène. Het feest maal te Palermo, waarbij Crispi het woord voerde, werd bijgewoond door al de ministers en door bijna tweehonderd kamerleden en sena toren, terwijl van 160 andere volksvertegen woordigers brieven van adhaesie waren inge komen. Vijftig bladen, waaronder vele buitenlandsche, hadden verslaggevers gezonden. De telegraaf verspreidde nog denzelfden nacht een uittreksel van Crispi's rede, zóó uitvoerig als ooit van eene rede van vorst Bismarck is overgeseind. Koning Umberto zond uit Monza een telegram aan den premier, om dezen geluk te wenschen met de redevoering, die hem, zooals al zijne handelingen, ingegeven was door een hoog en edel ideaal, het geluk des vaderlands". Er is dus geen twijfel aan: wij staan hier voor eene offieieele uiting der Italiaansche politiek. De Riforma, Crispi's orgaan, bevat thans den wooidelijken inhoud van Crispi's rede. Met de eigen woorden van den premier voor ons, ver oorloven wij ons hier eenige korte aanteekemngen. Feuilleton. 14) Jan Starter en zijn wijf, DOOK Dr. JAN TEN BRINK. El hombre es de lino y la mujer de fuego." (Spaansche wijsheid). XIII. ONVERWACHTE STOORNIS. In Franeker had men sinds l Maart geene tijding van Starter. De weduwe Hen dri ex had met N i e s k e haar intrek genomen bij eene vriendin, B a r b e r Claesz. J a n s d r. Starter's huis was geheel leeggedragen op last van »'t Recht der stad Franeker". Toen Jan Lamrinck den l Maart vijftig gul dens bracht, schepte N i e s k e weer moed. Binnen weinige weken zou het ontbrekende komen, zou Starter zelf opdagen. Zijne vooruitzichten waren verhelderd, zij zouden nu te Amsterdam zich vestigen en betere dagen beleven. De weduwe H e n d r i c x verklaarde, dat zij nimmer naar Amsterdam zou verhuizen, dat zij verkoos naar Dokkum te gaan wonen, waar eene zuster van haar overleden man, H e n d r i c k Hendricx, haar reeds voor lang gastvrijheid had aangeboden; dat zij niet geloofde aan Starter's overkomst naar Franeker; dat zij hoopte het ontbrekende geld te ontvangen, maar dat zij niets wilde uitbetalen, vóórdat er ?125 in kas was. Intusschen werden de schuldeischers drin gender, en kwamen dagelijks bij Burgemeester A n dries Doedes, met verzoek boelhuis te houden, en de in beslag genomen goederen te verkoopen. Hoewel N i e s k e, na maan den en maanden aan sloopende koortsen te hebben geleden, nu meestal uitgeput, zwijgend, Crispi, de Siciliaan, het hoofd der meridionali (zuidelijken) in het parlement, begon met eene hulde aan het noorden, in 't bijzonder aan Turijn, waar hy twee jaren geleden nog slechts kort aan het hoofd van het kabinet staande en pas van zijne reis naar Friedrichsruhe teruggekeerd, zyne politiek uiteenzette en, zichzelf met den heer Von Bismarck op ne lijn stellende, het bekende woord sprak: Wij hebben gceonspireerd ten behoeve van den vrede", De premier sprak met eenige bitterheid over de aanvallen, aan welke hy sedert dien tijd had blootgestaau en herdacht ook den aanslag, die eenige weken geleden op zijn leven was beproefd; tevens had hij een woord van dank voor de trouw, hem door de meerderheid in het parlement en in het land be wezen- HU herinnerde, wat zijne regeering in dien tijd van nauwelijks twee jaren had tot stand ge bracht op het gebied van de hygiëne, van het openbaar onderwijs, van de administratie, van de strafwetgeving en wat niet meer. Maar" zoo vervolgde hij wat zou de welvaart zijn, indien wij er slechts in slaagden die aan de groote massa te verzekeren, zonder de vrijheid, voor welke de Italianen zich zoo dikwijls opof feringen hebben^ getroost? Die vrijheid hebben wij gewild en in praktijk gebracht, op ruime wijze de letter der oude en der nieuwe wetten opvattende. Wij hebben willen aantoonen, dat onze instellingen, voortgesproten uit de vrije wilsuiting der Italiaansche volkeren, zich door algemeene instemming hebben gehandhaafd en daarin zijn wij geslaagd." Het recht van het plebisciet was de basis van het staatkundig leven in Italië. Toen dus het volk zicli had verklaard voor het eene en on deelbare Italiëonder de regeering van het Huis van Savoie, kon Home niet uitgesloten blijven Sedert 1866 was de bezetting van Rome nog slechts een quaestie van uitvoering, niet van beginsel. Ware een plebisciet nog noodig ge weest, dan zou het aan de wettigheid dier bezetting de laatste sanctie hebben verleend. Maar ook zonder dit plebisciet behoefde het nationale recht de bestrijding niet te duch ten. De natie bestond, binnen hare natuurlijke grenzen en er is er geene, die natuurlijker grenzen heeft dan Italiëkrachtens haar eigen recht. Natio quia nata. De paus heeft als we reldlijke vorst geen andere rechten gehad dan de overige van hunne rechten vervallen ver klaarde vorsten: de Romeinsche burgers had den geen mindere rechten dan die van het overige Italië. De bedoelde vorsten regeerden of ten gevolge van usurpatie, of krachtens trak taten; beiden zijn waardeloos tegenover het natuurrecht. Het recht om vrij en onafhanke lijk te bestaan gaat boven iedere kunstmatige conventie; verovering, schenking, bezitting kun nen daaraan niets veranderen. De wereldlijke macht des pausen, al heeft zij eeuwen geduurd, was toch slechts eene overgangsperiode in het leven van Rome. Rome is ontslaan, heeil geberustend aan het venster zat, kantte zij zich met al de geestkracht, die haar overbleef', tegen het plan om al haar huisraad, meube len en kleederen te doen verkoopen. Zij liet Trijntje, mr. Jan Lamberts wijf, en den bakker Dirck Lolckezoon bij zich ontbieden, toonde hun den brief van haar man, toonde hun het geld, en beloofde hun, dat zij binnen den door Starter bepaalden tijd hunne volle betaling zouden ontvangen. De beide schuldeischers hielden zich eerst doof, bejegenden de ongelukkige N i e s k e met ruwheid en laatdunkendheid, gaven ein delijk toe den verkoop uit te stellen tot 15 Maart, den dag, waarop N i e s k e meende, dat haar man van zich zou doen hooren, naar de belofte in zijn brief gedaan. De arme jonge vrouw was door dit onder houd zoo ernstig geschokt, dat eene zeer lange bezwijming volgde. Hare moeder stond haar bij en verzorgde haar, maar wijl het gemoed der oude vrouw verbitterd was door al den tegenspoed, welke zij ondervond, door al de rampen, welken zij op rekening der lichtzinzinnige roekeloosheid van haar schoonzoon stelde, mocht de lijdende dochter van hare moederlijke liefde slechts weinig troost erlan gen. De weduwe H e n d r i c x had mededopgen met haar kind, maar zij meende, dat N i e s k e voor een groot deel schuld droeg aan wat geschied was; dat de straffende hand des Heeren over haar huis was opgeheven, omdat hare dochter de vrouw was geworden van een verfoeilijk libertijn en tooueelspeler. In al hare ellende vond N i es k e niemand, aan wien zij haar hart kon openbaren, nie mand, tot wien zij spreken kon over al het grie vend leed, dat haar gemoed verscheurde. Zij moest zwijgen en lijden. Tranen vloeiden niet meer uit hare oogen. Daar fluisterde een stem in haar hart, dat alle hoop verloren was. Sinds October van het vorige jaar was Starter vertrokken. Telkens beloofde hij in zijne brieven naar huis te zullen terug komen, telkens Weefde vervulling dier belofte uit. Een bang vermoeden fluisterde haar in het oor, dat haar man niet meer naar haar leefd en gezag uitgeoefend voor dat 's pausen wereldlijke macht bestond; ook zonder deze zal het blijven bestaan, en het zal Italiaansch blijven. _ Crispi trachtte vervolgens aan te loonen , dat het hoofd der katholieke Kerk te Rome, iedere vrijheid geniet, waarop hij naar recht en bil lijkheid aanspraak kan maken. De regeering heeft slechts te zorgen, dat het kerkelijk recht niet ingrijpe in den kring van het nationale en rationeele recht. Na de zopgenoemde Romein sche quaestie besprak hij de houding der republikeinen, anarchisten en internationalis ten, die zich voortdurend verwarren in vreemde verbintenissen, terwijl zij voorgeven de denk beelden van Mazzini en van Garibaldi te verte genwoordigen.'1 De leiders met geavanceerde, maar redelijke denkbeelden behooren zich van deze onruststokers af te scheiden en hen te be strijden op het veld der beginselen, opdat de strijd niet later met andere wapenen behoeve te worden gevoerd. Na de binnenlandsche politiek kwam debuitenlandsche aan de orde, in de eerste plaats de economische, Crispi ging de geschiedenis na der onderhandelingen over het Fransch-Italiaansch handelstraktaat en trachtte aan te toonen dat het afbreken dier onderhandelingen alleen aan Frankrijk kon worden geweten. Italiëwas niet meer, gelijk onder het keizerrijk, een satelliet van Frankrijk; zijn politiek moest een Italiaansche, zijne macht moest eene wereld macht zijn. Overigens was het volgens den spreker duidelijk, dat eensdeels in Italiëde malaise reeds bestond vóór de opzegging van het Fransche handelstraktaat, en dat anderdeels juist in de laatste jaren de economische toe standen aanmerkelijk waren verbeterd. Wat de algemeene buitenlandsche politiek betrof, verklaarde Crispi, dat al hetgeen gedaan was om de internationale positie van lialie te verbeteren noodig was voor Italië's bestaan en voor zijne grootheid. Eene groote mogendheid kon noch op materieel, noch op politiek gebied geïsoleerd blijven. Hadden wij aan dat isolement de voorkeur ge geven, dan zouden de groote vraagstukken van welke de toekomst der wereld afhangt, zonder ons worden opgelost; onze nationale werkzaam heid zou een gevangene zijn binnen de natuur lijke grenzen van ons land; onze landgenooten zouden overal verdrukt worden. Thans daaren tegen bevestigt Italiëzijne macht; het gaat vooruit. De Italiaansche politiek heeft zich in de gansche beschaafde wereld de meest stipte eerbiediging van het internationaal recht tot richtsnoer gekozen- Wij hebben getracht, en wij zijn er in geslaagd, een vredelievend karakter te geven aan de militaire ouderneming, die, toen wij aan het bestuur kwamen, in'Afrika reeds was begonnen. Het tot rust gebrachte Aethiopiëstrekt de handen tot ons uit iti de persoon van zijn souvcrein, hunkerend naar bezou omzien, dat de laatste overblijfselen zij ner genegenheid in het gedruis van het Ainsterdamsche leven zouden verdwijnen. Het gevoel van uitputting nam nu in zoo hevige mate toe. dat zij het bed niet meer verlaten kon. Toen kwam er eene geringe vertroosting. Aan haar ziekbed verscheen plotseling G ai u s van Halma, nu sedert meer dan twee jaren student in de medicijnen te Groningen. Hij had N i e s k e geen oogenblik uit het oog verloren. Hij wist alles. Hij kwam opzettelijk naar Franeker, om de zieke te verzorgen. Getroffen door dit bewijs van stille genegenheid, volgde zij in alles zijn raad, en kwam er eene geringe beterschap. Zij gewende zich nu aan zijn gezelschap, zij begon hem _ met vertrouwen te beloonen, en sprak dikwijls hare geheimste gedachte uit in zijne tegenwoordigheid. Zoo naderde de 15 Maart. Tijding van Starter kwam noch tot Nies k e, noch tot J a n L a m r i n c k. De schuldeischers dwon gen nu den Burgemeester Doedes tot den verkoop der in beslag genomen goederen, die den 17 Maart verkocht werden en de som van ? 290, G stuiver en 4 penningen opbrachten. Na kwijting der schulden werd Nieske / 165 ter hand gesteld, die zij gaarne aan hare moeder, voor de geleden verliezen afstond. Met eene zonderlinge vastheid van wil, drong zij nu aan op de vervulling van n wensch zij wilde, ondanks hare zwakheid, naar Amsterdam. Starter had niet geschreven, dus was hem iets kwaads bejegend, misschien had eene zware ziekte hem getroffen. Zij moest naar Amsterdam, zij wilde gaarne hare laatste levenskrachten daaraan wijden, mits zij haar man nog een maal mocht terugzien. Halm a zweeg, de weduwe Hendricx keurde het plan af, maar N i e s k e hield vol. Zij beweerde nu kracht genoeg te bezitten voor de reis met het Harlinger vcerschip. Zij verklaarde het te zullen besterven, indien men haar wil niet deed. Halm a besliste nu, en verklaarde, dat hij Nieske zou ver gezellen en bijstaan in alles, dat het beter schaving. Wij hebben veiliger grenzen en ge zonder stations voor onze troepen gek;egen en een uitgestrekt koninkrijk zal voor den Itali aanschen handel worden geopend." Kan men, zoo vroeg Crispi, eene politiek slaafsch en uitdagend noemen, die ons in staat stelt, koloniale vraagstukken op een voet van gelijkheid met de eerste zeemogendheden der wereld te behandelen? Die politiek was het, die Wilhelm 11 als vriend naar Rome bracht, en die hem binnen weinige dagen zal doen terugkomen. Eene vreemde slaafschheid, die ons den gelijke maakt van onze bon dgenooten! Men beschuldigt ons, van onze alliantiën ge bruik te maken voor een aanval op anderen. Maar terwijl elk Italiaan gemiddeld 18 francs voor militaire uitgaven bijdraagt, betaalt ieder Franschman daarvoor gemiddeld 33 francs; niemand valt ons tegenwoordig aan, omdat wjj sterk zijn en met sterken verbonden, ter wijl wellicht allen ons morgen zouden aan vallen, indien wij ophielden dit te zijn." Jammer voor de Italianen, dat Crispi Itali nog niet sterk genoeg rekende. Immers hij be weerde, dat voor het leger en de vloot, het bloed en de eer des vaderlands", tot nu toe eer te vyeinig dan te veel was gedaan. Doch eene herinnering der droevige dagen van weleer, toen Italiënog, zooals Manzoni klaagde pmtita sempre e non cangiata mai, berouwvol steeds, doch nimmer nog veranderd'' was, bracht de toehoorders weer in de goede stemming, en luide toejuichingen barstten los, toen Crispi zijn beker met Siciiiaanschen wijn, dien zonnestraal, gedrukt uit onze druiven, die in onze kelken schittert", ophief om op Itali en zijn koning te drinken. Menigeen zal zich, toen de invloed van dien zonnestraal was verdwenen, hebben afgevraagd, of, niettegenstaande het optimisme van den minister, de hemel van Italiëniet met duistere wolken is bedekt. GEMEENTERAAD. Het is waarlyk niet mijne schuld, dat ik in den gemeenteraad van 11. Woensdag alweer aan de versregels dacht: Es ist kcin Pfafflein noch so klein, Es möchte gern cin Pilbstlein sein. Op mijn woord niet! Het was de heer Dyserinck zelf, die rnij aan deze eeuwige waarheid deed denken. Als ik dezen achtbaren heer daar zoo zag zit ten, mot zijne groote beteekonisvolle oogen waarin ik nu zelfs al iets finanticels meende te ontdekken, wat mij vroeger nooit opgevallen was dwalende door de zaal als poogden zij overal vrienden te zoeken onder die negen en der.ig mannen, die geen van allen op zijne plaats had was voor haar dat verlangen toe te geven, dan haar te dwarsboomen. Hij sprak deze woorden met zoo vaste overtuiging uit, en zag met zulk een diep medelijdenden blik op de arme zieke neer, dat hare moeder in hevigen tweestrijd geraakte. Daarenboven beloofde Halm a plechtig haar niet te zul len verlaten, voordat zij met haar man vereenigd en in alles behoorlijk verzorgd zou zijn naar de eisenen van haar toestand. On der vele tranen moest de weduwe Hen dricx eindelijk toestemmen. Bij de uitvoering van dit plan bleek het den edelmoedigen Halm a reeds spoedig, welk een moeilijk werk hij had ondernomen. Nieske hield zich voorbeeldig. Het voor uitzicht haar echtgenoot te zullen ontmoeten, gaf haar eene verwonderlijke kalmte en nieuwe kracht. Maar op het veerschip leed zij hevig aan zeeziekte, daar Maartsche buien do Zui derzee onstuimig opzweepten. II alma dacht bij herhaling, dat zij aan boord den laatsten adem zou uitblazen, zoo vernietigend werkte do zeeziekte op het door koorts ondermijnd lichaam der diep beklagenswaardige lijderes. lu deu morgen van den 30 Maart bereikte men Amsterdam. Door H alm a's trouwe zorg bleef' Nieske nog eenige uren aan boord, om de vermoeienis te boven te komen. Een weldadige slaap schonk haar verademing. Het liep tegen den noen, toen zij ontwaakt en gekleed aan H a l m a ' s arm het schip verliet. Uiterst langzaam begaven ze zich op^ weg naar den Nieuwendijk. Het was Nieske zeer vreemd te moede, toen zij onder het gewoel van eene zoo talrijke menigte de groote stad binnentrad. Sommige der voorbijgangers zagen het zachtkens, stapvoets vooruitstrevend paar met belangstelling na. Nieske's geelbleek gelaat, onder de kap der huik als verscholen, sprak van zoo diep lijden, dat zelfs geheel onbekenden een oogenblik stilstonden, om hen na te oogen. Met overleg hield Halma haar bezig met van Amsterdam te spreken, haar de namen der kaden en der straten te noemen, door soms haar een woord van troost toe te voe

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl