Historisch Archief 1877-1940
Ho. 644
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
«indehjk GauAeamus. Het eerste en laatste zyn
genoeg bekend; het tweede heeft men voor een
zeer reactionair lied gehouden. Het is echter een
«envoudig universiteits-drinklied, dat door de
Amerikaansche studenten veel gezongen wordt; de me
lodie is alleraardigst; de tekst is de volgende:
In those old colony days
When-we lived under the king,
Each Saturday night
We used to get tight
'A pouring down gin-sling.
And Senior and Junior and Soph,
And Freshman and Tutor and Prof,
When once they began
They never left off
A pouring down gin-sling.
When Hollis used to roar
And Stoughton used to sing,
TUI the rollicking rabble
Lay under the table
A pouring down gin-sling.
But times have changed bince then
And Lite 's a different tbing
And gone are those old colony times
When we lived under the king.
" LETTEREN EN WETENSCHAP.
Een productief dichter. Uit Parys wordt ge
meld : Een onzer meest productieve dichters is
buiten kyf Busnach. Zooals hy zich zelf uitdrukt,
heeft hy gedurende den laatsten tyd gewerkt als
?een neger". Hij heeit twee romans voltooid, den
«ene ] Ensorceleuse" voor een der morgenbladen,
den andere Cyprienne Guérard voor een tijd
schrift. Voor de Folies dramatiques" heeft h\j
het libretto voor een operette en voor het Am
bigu" la Boscotte geschreven. Sarah Bernhardt
had eens by eene repetitie zyn Gassiena dat
in Lyon en Brussel opgevoerd wordt, gehoord en
Busnach verzocht, dat stuk, dat als een hand
schoen" voor haar paste, aan haar af te staan.
Hij is zoo zwak geweest, dat te doen en tenge
volge van Sarah's wispelturigheid, werd het nooit
opgevoerd.
De onvermoeide auteur heeft nu een lyrisch
drama in drie bedryven voor de Opéra Comigue
onder handen en denkt Zola's Béte humaine,
tenminste wanneer dit evenveel succes heeft als
diens vroegere werken, te dramatiseeren. Le
secret de la Terreuse is Busnach's 95ste
tooneelstuk; hy heeft echter aan een redacteur van den
Eclair" beloofd er met zyn 100ste uit te scheiden.
Met zyn eerste stuk, aldus vertelt men, was hy
bij een ander, met hem bevriend schrijver geko
men, in de vaste overtuiging, dat er nog nooit
iets, als hy nu geschreven had, verschenen was.
Deze had hem geantwoord : Zoo ? meen je ? Lees
mij je stuk eens voor, dan zal ik je zeggen, of het
nieuw is. Toen Busnach met voorlezen klaar
was, had hy een boek uit zijn bibliotheek
gehaald en het hem overhandigd met de
woorden: Daar staat je stuk in" en het
stond daar dan ook werkelijk in. Alles was reeds
op het tooneel vertoond en men kan slechts oude
stukken in een nieuw kleed steken, door nieuwe
te schrijven. Sardou doet eveneens. Om Theodora"
te schrijven, maakte hy gebruik van Marion
Delorme", voor Tosca" van la Dame de
Montserau". Het geheele geheim bestaat daarin, zijn
voordeel te doen met de denkbeelden van anderen.
Het schrijven van tooneelstukken is een handwerk,
dat men slechts na lange jaren van oefening leert.
Vervalsching van boeken. Niet al onzen lezers
zal het bekend zyn, aldus meldt de Frankfurter
Zeitnng, dat sedert kort in Duitschland niet
alleen levensmiddelen, maar ook boeken
vervalscht en in den handel gebracht worden.
Steeds meer komt het voor, dat werken door uit
gevers en antiquaren aangeboden worden, die ge
deeltelijk langs chemischen weg opnieuw gedrukt
zyn. In den beginne werd deze weg (langs che
mischen weg kunnen, door van een
oorspronkelijken druk gebruik te maken, daarvan ongeveer
100 aldrukken verkregen worden) slechts ingeslagen
tot completeering van dure of zeldzame werken,
waarvan enkele platen of bladzijden beschadigd
waren. In den laatsten tijd, aldus meldt het
Centralblatt für Bibliothehvesen, komen vooral
tydschriften en werken, die uit een groot aantal
deelen bestaan, in den handel, waarvan vele deelen
langs chemischen weg vervaardigd werden, en die
niettemin geleverd worden, alsof zij van evenveel
waarde zijn, als die welke op de gewone manier
gedrukt worden. Op deze wijze werden bijv.
gecompleteerd; Liebig"s Annalen", Virehow's
Archiv", Zeitschrift für vergleichende
Sprachforschung", Uhland's schriften,"?Heinsius' Kataloge"
enz. In Engeland is een geval van dergelijke com
pletering nog niet voorgekomen, maar in Frank
rijk bracht de firma Vieweg, om aan de vraag
voor uitverkochte werken te voldoen, reeds vele
dusdanige herdrukken", aan de markt. Hoe
heugely'k ook de toepassing van dit proces moge zijn, zoo
heeft zy toch ook haar voor en tegen. In de
eerste plaats geeft dit proces het gedrukte niet
scherp genoeg weer. Verder weet men nog niet,
hoe deze chemische herdrukken zich in de toe
komst zullen houden en of reeds niet, eer wij
tien jaar verder zijn, de letters volkomen onlees
baar en het papier verteerd zal zijn. In allen ge
valle kan de waarde van deze herdrukken niet
op n ,lijn gesteld worden met die van de oude
door boekdruk vervaardigde exemplaren, en
boekenvrienden en boekenverzamelaars mogen voor
deze nieuwe vervalschingen dus wel op hun
hoede zyn."
Naar aanleiding van bovenstaand artikeltje,
ontving genoemd blad eenige dagen later het
volgende ingezonden stuk:
Gaarne zou ik, deels tot aanvulling, deels ter
verbetering, het volgen;'e willen toevoegen aan
het dezer dagen onder den titel Vervalsching
van boeken" in uw blad verschenen artikeltje.
De chemische herdruk" is reeds sedert jaren
bekend, maar is eeist in den laatsten tijd, door
dat eenige lithographische inrichtingen er zich
meer speciaal op toelegden, ook in ruimer kring
bekend geworden. Voor reproducties van groote
ren omvang zal echter dit proces, reeds wegens
den hoogen prijs, nooit kunnen gebruikt worden;
het zal steeds slechts dan kunnen dienen, wan
neer er geen andere middelen ter beschikking
zijn. Enkele geschonden vellen of bladen van oude
werken, die tegenwoordig door boekdruk niet
meer kunnen vervangen worden, omdat de daar
voor benoodigde lettertypen niet meer bestaan,
kunnen door dezen chemischen herdruk" hunne
wederopstanding vieren, waarom deze methode
dan ook met den naam anastatische
drukmethode" bestempeld wordt. Zoodoende kunnen dus
enkele uitverkochte afleveringen, of soms ook ge
heele deelen van omvangrijke werken, maar steeds
slechts tot een beperkt aantal, door deze anasta
tische drukmethode weer worden aangevuld om
daardoor die werken te completeeren. En slechts
daarin bestaat het voordeel voor den verkooper,
dat hij dan de compleete serie weer ten verkoop
kan aanbieden, die onverkoopbaar zijn zou, wan
neer er enkele gedeelten aan ontbraken. Niemand
zal het echter in het hoofd krijgen, geheele wer
ken volgens deze anastatische drukmethode te
reproduceeren; daar zou bepaald geld op
moeten worden toegelegd; daarvoor is V e boek
druk door niets te verdringen. Wat eindelijk de
duurzaamheid van den anastatischen druk betreft,
zoo valt daaraan niet in het minst te twijfelen.
Slechts het overbrengen van de letters op steen
geschiedt langs chemischen weg. Wanneer dat
geschied is, dan wordt de gewone
steendrukmethode gevolgd; en de lithographie is, naar men
weet, even duurzaam, wordt evenmin onleesbaar
en tast het papier even weinig aan als de boek
druk. Uit het vorenstaande blijkt tevens dat het in
allen gevalle onjuist is, de anastatische druk
methode onder de rubriek vervalschingen" te
rangschikken. Het is, zooals gezegd, een noodhulp,
een surrogaat; maar elk surrogaat behoeft nog
geen vervalsching te zijn."
Uit München meldt men: De eerste jaarhjksche
tentoonstelling alhier leverde een bate van 15.000
mark op. Er werden 304 kunstwerken verkocht
tot een bedrag van 467.270 mark. Gedurende de
laatste 12 dagen werden 10.000 loten verkocht,
die tevens als bewy's van toegang diendon.
Een beroemd geneesheer te Parijs, Dr. Eicord,
is dezer dagen op 89-jarigen leeitijd overleden.
Hy was te Baltimore geboren, kwam in 1815 naar
Parijs, studeerde ender Dupuytren en Lisfrauc, en
ging zich op een dorpje bij Orleans vestigen. Op
raad zy'ner oud-leermeesters nam hij deel aan
het examen voor hospitaalchirurgijn en behaalde
het eerste nummer. Nu was zijn fortuin gemaakt;
hij stichtte eene vrije kliniek, waar de studenten
toestroomden, deed geheel nieuwe proeven, werd
specialiteit en zag de patiënten der geheele we
reld bij zich. In 1862 werd hij lijfarts van prins
Napoleon, in 1869 van den keizer; weldra met
eereposten en ridderorden overladen, vestigde hij
zich in het hotel de Chantosne, rue de Tournon,
dat vóór hem aan den hertog de Brancas. den
prins de Montmorency-Laval, bisschop van Metz,
en andere groote heeren had toebehoord. Zijn
praktyk bracht hem schatten op; hij is steeds in
dit hotel blyven wonen en is er ook gestorven.
4 __
Een aantal verkoopingen van boeken en kunst
werken worden aangekondigd. Maandag en vol
gende dagen verkoopt de heer S. L. van Looy
(N. Z. Voorburgwal 91) de bibliotheken van
wylen Dr. Ph. R Hugenholtz, van een letterkundige
en een bouwkundige.
De bibliotheek en de kunstwerken van wijlen
den heer Zimmermann worden in drieën verkocht.
Op 5 November en volgende dagen verkoopt de
heer H. G. Bom (Warmoesstraat 35 en 40) de
bibliothèque de luxe", door den overledene na
gelaten, inderdaad eene prachtige verzameling
van 750 nummers pracht- en plaatwerken. Dien
zelfden dag ('s morgens) worden in de Brakke
Grond de moderne schilderyen uit het kabinet
Zimmermann, en die van Mevr. de Wed. Jan
E. de Vries?Bia verkocht, en Maandag en Dins
dag 4 en 5 November in de Brakke Grond, de
oude en moderne teekeningen, door den heer
Zimmermann en den heer V. Thierens uit Dord
recht nagelaten. Uit de verzamelingen eenige na
men te noemen is overtollig, alle drie de
catalogen bevatten aantrekkelijkheden, die de lief
hebbers naar de bekende verkooplokalen zullen
lokken.
Militaire Zaken.
HET GEWEERVEAAGSTUK IN BELGIË.
Op de overhaasting waarmede door den
vorigen minister van oorlog in 1887 bevelen zijn
gegeven tot eene transformatie van ons geweer
klein kaliber (11 mM) in een repeteergeweer met
pakjeslading, is waarschijnlijk niet zonder in
vloed geweest de omstandigheid, dat toen ge
meend werd, dat ook in Belgiëeen repeteerge
weer stelsel Mannlicher reeds aangenomen was
of op het punt stond om aangenomen te wor
den. Intusschen werd destijds van betrouwbare
zijde het tegendeel verzekerd, doch hieraan werd
weinig geloof gehecht.
Zoo werd dan, onzes inziens zonder voldoende
beproeving, op eene betrekkelijk groote schaal het
stelsel Vitali voor de transformatie aaugenomen.
Ons verwondert het niet, dat er, zooals de dag
bladen mededeelden, reeds bezwaar is ontstaan,
doordien namelijk de uitwerper uit de gelei
dende groef in het staartstuk kan geraken
en dientengevolge het laden belemmerd of ver
hinderd wordt. Waarom naar de mogelijkheid,
of dit gebrek zich bij eenig wapen kan voordoen
geen opzettelijk onderzoek bij de korpsen mag
gedaan worden, is ons onbekend en wij kunnen
daardoor over de doelmatigheid van dien maat
regel dus niet oordeelen. JDe hoofdzaak is even
wel, dat er zich een bezwaar heeft voorgedaan,
en alhoewel wij nu vertrouwen dat het ontstaan
daarvan voor den vervolge wel zal voorkomen
kunnen worden, ,is het toch een bewijs voor de
noodzakelijkheid en de waarde van eene beproe
ving op grootere schaal dan nu geschied is, voor
het gevaL dat men een nieuw wapen invoert of
een bestaand geweer zulk eene iugrijpende ver
andering doet ondergaan als met ons geweer
klein kaliber nu plaats heeft.
Uit eene goede bron vernemen wij, dat op dit
«ogenblik (October 1889), dus 2 H jaar nadat
men verkeerdelijk meende, dat Belgiëhet repe
teergeweer stelsel Mannlicher had aangenomen
of spoedig zou invoeren, omtrent een nieuw ge
weer met daarbij behoorende patroon nog geene
beslissing genomen is. En onzes inziens hesft
Belgiëzeer verstandig gedaan met zich niet te
overhaasten. Men behoeft slechts het opstel van
denüussischen generaal Wasmund (in de Russisehe
Invalide) tegen de repeteergeweren te lezen om
bij de keuze van een nieuw wapen voorzichtig
te zijn en in de zoo hooggeroemde groote snel
heid van vureu der repeteergeweren alleen niet
zulk een overwegend en onverdeeld voordeel te
zien. Naar een buitenlandsch blad van 20 Juli
11. meedeelt, zijn de proeven te Beverloo
afgeloopen en is van de drie laatstelijk beproefde stel
sels Mannlicher, Nagant en Mauser dat van Mann
licher uitgevallen. Men zou aan het stelsel Mau
ser (denkelijk kaliber 8 mM.) de voorkeur geven
en dit ook wenschen aan te nemen als de uit
vinder de vergunning wil geven om dit stelsel
in de Belgische wapenfabrieken te doen ver
vaardigen. Of bovenstaande mededeeling op dit
oogenblik nog geheel juist is, kunnen wij niet
verzekeren, maar alles te zamen levert toch
het bewijs, dat de keuze van een goed geweer
met doelmatige patroon geene gemakkelijke en
eenvoudige zaak is. En hierbij denken wij
nalste Jaargang.
Schaakspel.
27 Oetober 1889.
Een subliem probleem.
W. Möser.
(Uber Land und Meer).
ZWART
abcde fgh
WIT
Wit geeft in 4 zetten mat.
Sissa Ao. 1874 No. 183 pag. 317.
Eene inderdaad merkwaardige partij, gespeeld
op het tournooi van den Nederlandschen schaak
bond, te Amsterdam gehouden in 1882.
J. J. Veraart.
Wit.
Giuoco
e2 e4
gl - f3
fl c4
c2 c3
d2 d3
cl e3
bl d2
h2 h3
d3 d4
c3 X
c4
d2 X e4
dl c2
d3 X e4
e2
e4
c2 X g6 6
f2 X e3!
o o c
f3 _ e5
al X fl
f l f4 f
c4 c2
c2 f2
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
d3!
c4 f
c2
b.3 h4
e5 X g6 h
h4 h5
R. J
piano.
e7 ?
b8 ?
f8
d7
c 5
c6
e7 ?
e5
cl6
d5
o
f6
f7
fó
f4
h7
d8
f8
h8
c8
e6
e8
f5
c7
e7
c5
. Loman.
Zwart.
e5
- c6
c5
f6
d6
b6
e7
X d4
d5
XfiA
C^±
O
X c4
f5
h8
f4 a
X e3
c8 d
X fl t
h7 e
e6
f5
- e7
e6
c5 g
e8
X d4 i
29
30
31
32
33
34
e3 X d4
f2 _ e3
e3 d3
e8 c6
b6 c7
Zie Diagram
f4
gl f2
g5 f
h4 f
h7
h6
h
e6
h6 l
X h5
x g5 n
- f5
Stand der partij na den Sisten zet van wit.
ZWART
tuurlijk in de eerste plaats aan de nieuwe
buskruitsoort, die geen of bijna geen rook noch
knal geeft. De vraag is hier alweer, voldoet het,
en bestaan er goede gronden om aan te nemen,
dat het op den duur zal voldoen «n in gebruik
blijven ?
Aangenomen dat de projectielenquaestie ten
voordeele van den hard looden kogel met
vernikkelden stalen mantel en eene uitwendige vet
ting (met vaseline) of inwendige vetting (met
ongezouten varkensvet) uitgemaakt is, dan blijft
nog over het onderzoek naar den besten vorm
der patroonhuls. Hieromtrent levert de
Zwitsersche professor W. Hebier, werktuigkundig in
genieur, die van het geweervraagstuk veel studie
maakt, in de Allgemeine Schweizerische
MilitarM.itung van 5 October jl. een opstel over de
patroon der toekomst zonder rand, en komt tot
het besluit, dat deze boven eene met rand de
volgende voordeelen heeft: zij (de huls namelijk)
is gemakkelijker te vervaardigen; weegt bijna
l gram minder; is bij het gebruik in een repe
teergeweer te verkiezen en goedkooper, terwijl
de pakjes (patroonhouders) kleiner en lichter
worden.
DE TOEKOMST DER WETENSCHAP.
Tot de weinige stervelingen die reeds in leven
den lijve een Europeesche en nationale vermaard
heid genieten, behoort Renan, de man van La
vie de Jésus. Een nieuw werk van zijn hand, zy
het een ernstig deel der Geschiedenis van het
christendom, of eene uitspanning als l' abbesse de
Jouarre is een litteraire gebeurtenis. (A propos,
weet men wie in de historie abdis van Jouarre
geweest is? Charlotte van Bourbon, de derde
vrouw van Willem den Zwijger). De correspon
denten der groote bladen gaan den beminnelyken
geleerde interviewen, met niet minder nieuwsgie
righeid en met meer succes dan een vorst of
staatsman.
Het aangekondigde werk heet L'avenir de la
seience. Is het waar", vroeg de correspondent,
dat gij ons weer een litterair werk geven wilt?''
Het is zoo", antwoordde Renan, binnen
drie maanden komt er van mij een boek, 500
bladzijden groot, ter markt. Maar nieuw is het
nieuwe werk eigenlijk volstrekt uiet. Het is zelfs
het allereerste, dat ik na mijn vertrek uit het
seminarium van Saint Sulpice heb geschreven. Het
was 1848, ik had juist mijn examen gedaan als doc
tor in de philosphie. De politieke gebeurtenissen
waarvan ik getuige was, brachten mij het eerst
op het denkbeeld van dat boek. Ik toog met
warmen ijver aan het werk, en voltooide het in
September 1849. Er zijn dus juist 40 jaren sedert
de voltooiing verloopen. Om dien tijd maakte ik
een reis naar Italië, in opdracht van den heer
Lefèbre ging ik onderzoekingen doen en opschrif
ten inzamelen. Ik kwam in het begin van 1850
van mijn reis terug en wilde nu het werk het
licht doen zien. Augustin Thierry, wien ik het
liet lezen, raadde mij dat af; het was, meende
hij, een al te zware bagage voor een jeugdig
litterator. Thierry ried mij, liever voor de Revue
des deux mondes wat te schrijven, dat deed ik.
Later werd ik ook medewerker aan het Journal
des Débats. In dien tijd begon ik mijne studiën
over de Semitische talen en het Grieksch der
Middeleeuwen. De werkzaamheden van mijn Ge
schiedenis van het christendom deden mij mijn
eerstelingswerk vergeten. Later had mijn vrouw
het geduid om het geheele manuscript af te schrij
ven. Hare copie werd een uitgever in handen
gegeven, maar deze zond mij het manuscript te
rug, en ik vergat het jaren lang, ofschoon het
toch 392 fijngeschreven bladzyden van mijn werk
was. Toen kwam het mij, kort geleden, toevallig
weer in handen. Ik las het door, en was er ge
heel verrast over. Dat was inderdaad het uit
gangspunt der later door mij verdedigde denk
beelden; destijds intusschen woog ik de gronden
voor en tegen nog niet zoo rustig en onpartijdig
af als tegenwoordig. Ook de stijl heeft heel wat
gebreken; men ziet uit alles, uit redeneering,
naieve voorstelling en stijl, het vuur der onge
duldige jeugd. Ik heb er een oogenblik over ge
dacht, het opnieuw te bewerken, maar na rijp
overleg verkoos ik toch, het zoo publiek te ma
ken, als ik het in mijn jeugd geschreven had;
geen enkele regel zal nu veranderd worden. In
dezen vorm zal het. althans voor de jongelieden,
veel interessanter zijn".
De titel zal zijn: De toekomst der weten
schap?"
Ja; ik stel de wetenschap daar tegenover
de godsdiensten. Ik tracht aan te toonen dat op
den dag, wanneer de godsdiensten zullen
verewenen zijn, de wetenschap en het zuivere verstand
in zekere mate den godsdienst der menschheid
zullen vormen. In onzo ongeloovige eeuw althans
hebben zij onbetwistbaar reeds den voorrang bo
ven het godsdienstig geloof verworven. De gods
diensten bestaan men zoekt hare waarheid te be
wijzen, men kan ze met de hand tasten. Wat
is er nu voor waars in hen ? Ach, het zijn
betooverende leugens. Wij zijn hun heerlijke
droomen verschuldigd. Maar is de waarheid welke
men door wetenschap en zuiver verstand kan ver
krijgen, niet even schoon en begeerlijk ? Ik was
een geloovige. uit volle overtuiging. Langen tijd
kende ik niets hoogers dan de godsdienst; voor mij
was de godsdienst alles. Later, toen ik in die
pen studiën doordrong en rijpelijk nadacht, bevond
ik, dat mijn godsdienst mij misleidde. De evan
geliën, wier onfeilbaarheid men vurig geroemd
had, onthulden mij de waarheid: Jezus was geen
god, en de drieëenheid hield voor mij op, te be
staan. Toen leed ik vreeselijk. Maar mijne over
tuiging was des te onwrikbaarder, omdat zij zich
door steeds vorder gaande studie en op den weg
dor wetenschap, die geen leugenaarster is, in mij
heeft gevormd. Destijds, in het jaar 1845, verliet
ik de geestelijke orde".
De toestand van een ongeloovig priester is
natuurlijk verschrikkelijk".
Verschrikkelijk inderdaad; maar ik geloof
niet dat er veel zijn. Naar mijn meening denken
de meesten, als zij eenmaal priester zijn, opzette
lijk niet meer na. Zij beschouwen hun beroep
als een plicht en vervullen dezen getrouwelijk,
zonder naar het hoe en waarom meer onderzoek
te doen".