Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.646
denkbeelden aan den Kaad blootlegt hij voert
het woord." Dat is een hemelsbreed verschil.
Van zijne lippen vloeien geene klanken, zooals
men ze van iedereen kan hooren in den huiseiijken
kring of aan de societeitstafel, waar zij ook wel
bestemd zijn om duidelijk de gedachte weer te
geven aan hen die het voorrecht hebben er naar
te luisteren neen, als de heer Sassen in den
Raad het woord voert, dan kan men het hem
aanzien en aanhooren, dat hij zich bewust is dat
zijne woorden ver buiten de wanden der raadzaal
zullen of althans behooren te weerklinken.
Daarom prijkt hij dan ook in zijnen zetel in alle
deftigheid geheel als een ouderwetsche
gubliekspreker. 't Zou heiligschennis zijn als van deze
zijne plaats een gewoon gesprek werd gevoerd on
daarmee, al zijn het dan ook gewone woorden,
die aan zijnen mond ontrollen en door
meergemelden neus met zichtbaar welgevallen schijnen
te worden opgesnoven, die woorden zelven moe
ten, naar het blijkbaar streven des sprekers hunne
diepe beteekenis en hunne hooge waarde vooral
ontleenen aan den nadruk die er op gelegd worden.
Welk een huivering ging er niet door den Raad,
toen hij dezen onderhield over
VEEANTWOORDKLIJKJSEID". Dit enkele woord, waarvan de twee o's
zeker een paar octaven lager werden uitgegalmd
dan de daarin voorkomende a, moest voldoende
zijn om den aanwezigen kiezers een hoogen dunk
van zich zelven te geven, dat zij zulk een man
naar het stadhuis hebben afgevaardigd.
Doch niet de klank der stem alleen wordt aan
gewend om indruk te maken. Meer nog doet de
heer Armand dit door zijne bewegingen.
Hij zit daar, als hij spreekt, gelijk een mentor
tusschen zijne leerlingen. Hij leunt achterover in
zjjn stoel, en men ziet het hem aan: hij zal het
hun nu eens even aan het verstand brengen.
Rustig als een schoolmeester, die weet dat men
hem niot k a n, en deftig als een dominee op
huisbezoek die weet dat men hem niet durft
tegenspreken, maakt hij onder 't spreken lange
buigingen met het hoofd waarbij het schijnt
alsof zijn neus een snuifje in zijn maag wil gaan
nemen en verdeelt die buigingen behoorlijk
in drieën: no naar rechts in de richting van
de publieke tribune, de tweede vlak vóór hem
naar de daar gezeteno raadsleden en boden, de
derde links naar de tafel van het Dagelijksch
bestuur en van daar weer terug naar het midden
en naar de publieke tribune. Dat gaat zoo zonder
ophouden voort en met eene gelijkvormigheid, die
volstrekt geene rekening houdt mot do woorden
die hij spreekt. Want niet zelden komt bet voor,
dat hij bijvoorbeeld zegt: en daarom meneer de
voorzitter ... . " terwijl hij die woorden vergezeld
doet gaan van eene buiging naar de publieke
tribune, of als hij den tegenover hem gezeten
heer Jitta aanspreekt, zijnen hoofdknik adresseert
aan den voorzitter. Die buigingen storen zich niet s
aan deze woorden en gaan hunnen weg met de
regelmatigheid van een klokslingcr: n, twee,
drie, twee, n, twee, drie, twee, n, enz.
De achter den heer Armand gezeten leden
moeten het voorrecht zijner knikken derven. Men
kan dan ook haast niet vergen, dat een mensch,
al is hij raadslid, ook aan zijn achterhoofd zulk
een neus heeft.
Zoo zit en spreekt en doet in den Raad onze
heer Arinand Sassen, en al ontstaat daardoor
eenigszins de schijn, alsof hij een weinig ijdel
ware in waarheid is hij dit niet. Do hoofd
oorzaak voor dien schijn ligt in zijnen neus, die
al bij het eerste woord zenuwachtige, opsnuivende
bewegingen maakt, als wilden die trillende neus
vleugels ons toeroepen: o hemel, hoe heerlijk,
Ruik! Ruik!"
Hoevele menschen hebben geen verdriet van
hunnen neus maar de schijn bedriegt!
De heer Ar mand Sassen bewandelt in den Raad
het pad der deugd en laat zich niet met buiten
sporigheden naar den een of andere kant in.
Mr. Jolles zou hem een raadslid naar Gods hart
noemen.
Uit het Haagje.
Nu is het met den zomer dan toch voor goed
gedaan.
uit. De vertrekken waren keurig gemeubileerd
en overladen met kunstbloemen, snuisterijen,
geborduurde kussentjes en kleedjes.
Bij mijn eerste binnentreden voud ik de mama,
een bleeke, gedistingeerde dame, aan de piano
bezig met een wals van Ghopin, terwijl de doch
ter, een opvallende schoonheid, met zwarte
oogen en een schitterend teint, gezeten voor
een scirildcrsezel met sierlijke draperieën er
omheen, zich met een schets in waterverf on
ledig hield.
Later, bij nadere kennismaking, zou ik tot de
ontdekking komen dat ze ook haar gelaat met
waterverf behandelde.
We waren het zeer spoedig eens over den
prijs en de verdere voorwaarden. Ik zou geheel
m den kost zijn en uit denaard der zaak daar b ij
ook van het aangenaam gezelschap der beide
dames profiteeren'; gezellig verkeer werd het
genoemd, en ik moet eerlijk bekennen dat het
mij daaraan niet heeft ontbroken; het was er
voor een jougmensch inderdaad gezellig ge
noeg.
Hel hart der jongejuffrouw was namelijk een
vat, overvol tot overvloeiens toe van
gloeiende gevoelens, welke zij mildelijk uitstortte
over een ieder, die haar nabij kwam. Ik
had er nog slechts eenige weinige dagen ge
woond, toen ook ik mijn deel kreeg van het
warme stortbad en deerlijk gebrand werd.
Ik kan er mij nog geen juist begrip van
maken hoe het eigenlijk toegegaan is.
De gegevens waren: schemering, een sterke
bloemèngeur, het schijnsel der kachel en een
causeuse' overschaduwd door een waaierpahn.
De mama zat aan de piano weer een wals van
Chopin te spelen; de dochter en ik zaten na
tuurlijk op de causeuse, hoc we daar geko
men waren mag de hemel weten en we
zaten vrij dicht bij elkander. Het was verschrik
kelijk warm in de kamer, zoo warm als inliet
vaderland der waaierpalmen, zóó benauwd dat
Zelfs het nemen van koude slijkbaden met
muziek, des Zondags middags in het Bosch, die
taaie nakuur, waaraan de hevigste modelijders
en iijderessen zich tot het laatste oogenblik toe
gewillig en gedwee onderworpen hebben, is ge
indigd.
Ettelijke heerlijk schoone herfstdagen, zooals
bijv. de afgeloopen week heeft opgeleverd, niet
te na gesproken, teert de zon voornamelijk op
hare gevestigde reputatie van licht en warmte
verspreidend lichaam. Meestentijds gluurt zij als
een schelvisch zoo flauw, door een mistige
atmospheer, en is zij met haar eigen treurig figuur
verlegen, want elk oogenblik kruipt zij weg ach
ter bergen van witte en roode kool, die niet al
leen op markten en langs kaden, maar ook in
het luchtruim met zijn November inmaak van
proppige en kroppige wolken-massa's, tot in het
oneindige opgestapeld liggen. Reeds 's middags
vóór vieren gaat onze toren plechtig schuil in al
die nevelen en dampen, hij wijze van een
rookworst in een pot-door-elkaar.
Cirkels van kale, deerlijk gehavende grasban
den duiden de plekken aan waar de stads bloe
men en heesters gegeurd en in hunne rijke, af
wisselende en frissche costumen geschilderd heb
beu. Verlaten paardenspel-maneges kunnen er
niet kouder, armelijker eu droefgeestiger uitzien.
Als door de boeven van viervoeters is de grond
wild en slordig omgewoeld, vol met putten en
kuilen, in plaats van netjes met allerhande
figuurtjes bijgeharkt. Waartoe zou die opschik
ook dienen ? De laatste Dahlia heeft immers
met een paar ferme buitelingen het publiek voorv
de getoonde belangstelling bedankt, en is aan de
hand van deu stads-tuinier, lief knikkend en
links en rechts kushandjes toewerpend, het
bloemen-circus uitgedanst.
Het vogelenkoor is verstomd. De boomen met
hunne ontelbare dorre stokken, hebben den
laatsteu gevederden zanger meedoogenloos weggejaagd,
en staan nog voortdurend te zweepen en te strie
men voor bet gevil dat de een of andere het
mocht wagen nog eeus terug te komen. Iedereen
moet in de wereld dan ook zijn beurt hebben;
op het oogenblik is weer een ander soort van
zangers aan het debuteeren, zeer dicht in de na
bijheid van onze koninklijke muziekschool, na
melijk op de Varkenmarkt. Allerlei dikke sujetten,
met ringen in hunne neuzen, voor het meereudeel
afkomstig van hot groot Couservatoire in het
Westland, doca daar de lucht van hun hooge
trillers weergalmen.
Zoo hard kan het niet waaien, regenen en ha
gelen, of deze openbare uitvoeringen, die reeds
's morgens vroeg een aanvang neraeu, gaan ge
regeld baar gang. Het mannelijk publiek, dat
deze voorstellingen met zijne tegenwoordigheid
vereert, is bijzonder goed ingericht op water
laarzen en glimmende regenjassen, en weet boven
dien kostelijk den weg naar de koffiekamer met
vergunning, die zich bevindt op het hoekje van
de Prinsengracht, vlak naast de stadswaag met
hare beroemde verzameling portretten ten voeten
uit, van voormalige Wt'stlamlsche kolossen.
De straten zijn doorgaands als kleefpleister
met vette bruine zalf bestreken, terwijl agenten
van politie, aan de hoeken op do trottoirs ge
plaatst, geheel vrijwillig bijgestaan door bestellers
met roode neuzen die zich onledig houden met
in de handen te klappen of de koperen plaat van
hun pet met de mouw op te wrijven, dames en
heeren stilzwijgend uitaoodigen om hot zindelijk
trottoir te verlaten en eens lekker in te sappen
op den rijweg. Met eon groot succes, in allen
deele geschikt om een naturalistisch kunstenaar
jaloersch te maken, wentelen de wielen der
snelrijdende voertuigen zich daar om en om in den
modder, waarmede zij ramen, deuren en liefst
vreedzame voorbijgangers van het hoofd tot de
voeten beschilderen.
Verlangt men nog meer bewijzen dat de som
bere slachtmaand genaderd is, dan lette men
slechts op (Ie winkel-uitstallingen. Gesneuvelde
beren en tijgers, tot voetenzakken eu
haardkleedeu vernederd, ter slachtbaak gevoerde
prachtexeniphiren uit het appelen- en perenrij k, ver
moorde vinken, hazen, konijnen, patrijzen en
eendvogels worden slechts afgewisseld door
schaak-, dam-, domino-, kien-, klok-en-hamer- en
ik alles om mij heen vergat. Ik herkreeg eerst
mijn bewustzijn toen mama de liangiump aan
stak, en ik tot do ontdekking kwam dat ik een
meisje had opgedaan en een witte vlek op den
linkerschouder van mijn jas, daar waar hel
aunvallig wicht haar schilderachtig kopje legen
mij had aangeleund.
Dien avond dronken we een glaasje punch en
gevoelden we ons alle drie overgelukkig.
Den volgenden avond gingen we naar de
komedie, en sedert togen we geregeld, bijna
avond aan avond, nu eens naar dezen dan
naar genen schouwburg; maar liet ongeluk
kigste was dal wij als geëngageerden er moeilijk
alleen heen konden gaan ; mama vergezelde
ons steeds en dus moest ik, vaak tegen ver
hoogden prijs, voor een derde pluals betalen,
hetgeen mijn budget danig in de war bracht,
te meer daar wij na afloop der komedie niet
minder konden doen dan in een restaurant
gaan soupeeren, en natuurlijk in hel fijnste en
duurste.
Vroeger nam ik nog wel eens een kennis
mee, het liefst iemand bij wit n het er aan
zal'", en die mij dan later op zijn beurt vrij
hield. Nu mocht ik zelf zoowel voor de plaats
als voor het souper de beurs trekken.
Op een goeden dag ontmoette ik onderweg
een tweetal van mijn komedie-vrienden, /ij
hadden mij in langen lijd niet gezien, troonden
mij mee naar een koflijhuis, waar een aardig
glaasje port werd geschonken, en onder den
invloed daarvan toonde ik mij vrijgevig toen
zij mij voor dien avond om mijn kaart vroegen.
Nu kan ik vóór het eten heel weinig ver
dragen, en ik moet dus volmondig erkennen
dat ik er bij mijn lehuiskomst zeer opgezet
uitzag en buitengewoon spraakzaam en vrien
delijk was.
Mijn aanstaande schoonmama en mijn meisje
daarentegen waren verre van spraakzaam of
vriendelijk. De eerste zag er uil alsof zij pijn
kaartspelen, alle huismiddeltjes, die het van de
straat gevluchte menschdom door de lange avon
den moeten helpen.
Zij, die het kunneu betalen, die geboren lief
hebbers van dokteren, of niet handig genoeg zijn
om deze huismiddeltjes met goeden uitslag aan
te wenden, vallen in de armen van de heeren
Desuiteu, Saalborn, Frits van Haarlem en derge
lijke celebritciten van deu dag, die er gansche
gebouwen op nahouden, uitsluitend ingericht tot
het versterken en opvroolijken van al te zeer uit
hun kracht gegroeide avonden. Het nieuwste ge
sticht van dien aard is het »Casino" iu de Wa
genstraat, dat op dezelfde manier als men zegt
dat parels zich bij oesters inkwartieren, in de
schelp van de overdekte markt gekropen is. Zoo
als bekend is loopt die logeerpartij altijd uit op
den dood van de arme oester. De overdekte
markt als zoodanig is dan ook overleden;
maar »gelijk de diamant haar stralen schiet in
't duister," zoo schitteren nu in de verte de ver
blindende stralen van het woord CASFNO in gas
vóór den ingang, een iegelijk te gernoet. Overi
gens doet de entree nog geheel en al aan de
vroegere markt denken bet koffiehuis links
en eenige. winkels rechts zijn nog gebleven
maar weldra stuit men op een houten beschot.
Maakt men vervolgens gebruik van eene gelegen
heid ter zijde, alwaar men zich papieren sleutels
kan aanschaffen ern de afsluiting te openen, dan
ziet men vooreerst nog niets van het eigenlijke
»Casino", maar tien stappen verder weer een
houten muur en ter zijde dezelfde hokjes met
kleine toonbanken, waar kort te voren onsmake
lijke hompen kaas, koppen en pooten van scha
pen en beduimelde grutterswaren te koop aan
boden werden. Die lekkernijen zijn nu vervangen
door overjassen, regenmantels en parapluies,
welke de Casino-bezoekers daar ter bewaring af
geven. Overigens dient de nog immer met steen
bevloerde ruimte als rook- en koffiekamer. Eerst
als men ook dezen voorhof achter den rug heefr,
komt men in de eigenlijke komediezaal.
Op den avond dat Miss Anuie Eve Fay in het
«Casino" zou optreden, waren do lange rijen van
Weener stoeltjes, die stalles, parket en parterre
vormen, alsmede de voormalige galerij van nieuwe
en gebruikte meubels, die nog geheel intact ge
bleven is, goed bezet. Het voetlicht deed het
wel wat traditioneele, maar frissche en heldere
voorschorm vroolijk en krachtig uitkomen tegen de
slecht verlichte en bovendien geheel in
donkerbruinen toon geverfde zaal. Voor zooverre bet
half-duister het behoorlijk onderscheiden mogelijk
maakte, vertoonden de muren op gelijke afstan
den vakken en medaillons, waarschijnlijk beschil
derd met afbeeldingen van de verschillende mu
zen, allen in liggende houding, als
damcsdrcnkelingen volgens het aloude gebruik op den kant
gelegd met de voeten in het water. Het plafond,
overdadig voorzien van ventilaüeroosters, geleek
al te veel op eeu hard gekleurd Duitsch karton,
beteekeml met spoorwagens en wielen om uit te
knippen.
Over de vertooning zelve, die miss Fay door
haar inderdaad zeer aanvallig bijzijn opluisterde,
valt weinig te zeirgon, om de eenvoudige reden
dat de lieve Engelsche blondine eigenlijk niets
gedaan heeft. Met echt, onvermoeid
staatsmansbeleid is zij onder het aanbieden van oen uit
voerig programma,, keurig netjes in paragrafen
verdeeld, als ware bet een troonrede, met haar
kabinet opgetreden, en met v'are
staatsmanswijsheid heeft zij het daarbij gelaten. Zonder dralen
heeft zij zich door deu eerste den beste de han
den laten binden, zich iu het diepste van haar
kabinet aan ieders oog onttrokken en violen en
tamboerijnen laten zorgen. Evenmin als de ijve
rigste kiezer ooit precies te \v?ten komt wat er
in deu ministerraad voorvalt, werd het iemand
in de zaal duidelijk wie iu het geheimzinnig ka
binet, waaruit geklon mot een hamer klonk, don
spijker op den kop sloeg. Do ministerieele stuk- j
ken. die nu en dan van het kabinet uitgingen,
gaven echter geen hooge verwachtingen van zijne
inwendige werkzaamheid; een papier was zelfs
zoo oneerbiedig mogelijk in poppetjes verknipt.
Deze methode moge afdoende zijn, en iu som- l
mige gevallen misschien aanbeveling verdienen,
maar is tot nu toe in geen parlementair land
in al haar kiezen had, en de laatste had veel
van een beschilderde martelares, /ij spreidde
een droefgeestige gelatenheid, of gelaten droef
geestigheid ten loon.
.,Ik heb van ochtend een glaasje port ge
dronken'1, begon ik boudweg.
Ja, dal merk ik", zeido mijn meisje op doffen
loon.
In mijn jonge dagen kwarn mijn beminde
nooit in koffiehuizen", verklaarde de moeder.
Ik had er ook geen zin in, maar zij hebben
mij geen lust gelalen. Hel was natuurlijk weer
om die vrijkaarten te doen''.
Mijn meU.jo trad eenklaps geheel verzoend op
| mij !oe, lichtte mijn knevel in de hoogte om
| mij des Ie heter Ie kunnen kussen, en xeide:
i,Hoor eens, mijn vriend, je hebt altijd
zooI veel last en displeizier van die kaarten, voor
taan zal je daarvan verschoond blijven. I!v zal
er mij van nu al' aan mee belasten en ze niet
anders uitleenen dan aan onze naaste familie,
dal zijn allen fatsoenlijke men.scben, die er geen
misbruik van zullen maken".
Hoe gedienstig en zelfopofferend toch. Ik
legde met een gevoel van verlichting mijn zes
kaarten in haar teedere hand, eu zag ze
nimmer meer terug.
Dal mijn aanslaande van goode familie was,
wist ik; maar dal die fatsoenlijke familie zoo
j ontzettend uitgebreid was, daarvan had ik niet
het flauwste vermoeden. Ik geloof vast en
zeker dat zij op staanden voet een honderdtal
stadslelegrammen afzond, althans dagen achter
een stond het niet stil van bezoekende, tantes,
nichten, aangelrouwde tantes en anngetruuwde
nichten, benevens derzelver vrienden en
vrieni dinncn van vriendinnen.
j De liuislicer kon moeielijk anders denken of
mijn schoonmama had per adverlenlie een
reisj genoot gezocht, om haar kosteloos naar hel
? /uiden van Frankrijk te vergezellen.
Mijn engel zorgde voor de boekhouding over
van Europa in toepassing gebracht.
Daarentegen werd de schoone miss, geheel op
den voet van alle bestaande ministerieele stelsels,
streng bewaakt door een deftig kamerbewaarder
in zwarten rok en witte das, welk heer zijne
taak zoo nauwgezet opvatte, dat hij met den voet
op het gordijn van het gesloten tentje stond, zoo
dikwijls daarbinnen tooneel-wonderen moesten
geschieden. Slechts n heer uit hot publiek
werd vergund om het heiligdom binnen te treden
en vlak naast miss Fay plaats te nemen, ten,
einde zoodoende vau nabij van de mirakelen ge
tuige te kunnen zijn: wel te verstaan op de
wijze zooals in der tijd aan een Fransch gezant
schap toegestaan werd om de stad Peking te be
zoeken, namelijk in eene groote, geheel gesloteu
theekist. Thans was de theebus, waarin de heeren
gezanten door de Chineesche hoofdstad gevoerd
werden, heel vernuftig vervangen door een
slaemmer, welke de onderzoeklievende man uit het
publiek over zijn hoofd kreeg. De kamerbe
waarder schoof het gordijn toe eu stelde zich ter
zijde ongeveer in dezelfde houding als de leeuw
bij het wapen vau Nederland. Het publiek
wachtte in ademlooze stilte de dingen af die
komeu zouden. Weldra klonk een flauw
getjingel en getjangel. »En nauw stierf de laatste
harptoon weg dier Englen-melody", of ratelend
vielen een tamboerijn en een gitaar met een hooge
kleur, die aan instrumenten uit den speelgoed
winkel eigen is, door ecu split in het gordijn.
Nu werd het voorhangsel weggeschoven, eu miss
Fay zat onbeweeglijk naast haar gehelmden ridder,
alsof er niets bovennatuurlijke gebeurd was.
Nadat Sancho Pansa van zijn geïmproviseerd
hoofddeksel bevrijd was, kon hij : ai de verga
dering verklaren dat miss Fay zich niet bewo
gen had en dat hij verder, hetgeen trouwens
zeer natuurlijk was, niets gezien had. Deze
mededeeling deed een afgevaardigde uit het land
der ongeloovigeu vau zijn zetel oprijzen, om met
luider stemme eene kwaadaardige verdenking om
trent een valluik te opperen. Maar de trouwe
kamerbewaarder scheen niet voor ecu gat gevan
gen. In edele verontwaardiging sloeg hij het
kleed dat den grond bedekte eeu eind op, waar
uit ten duidelijkste bleek, dat er althans op den
voorgrond geen valluik was en waardoor het pu
bliek alzoo gren steek wijzer werd, dan het ge
woonlijk wordt door officiie'le verklaringen om
trent duistere en ingewikkelde zaken.
In het midden latende of miss Fay
ondergrendsch, dan wel langs boven natuurlijken weg
experimenteert iets wat eigenlijk hare zaak is ?
kan hare methode om lange avonden te doen.
expireeren bepaald homoeopathisch genoemd wor
den, in dien zin dat zij verveling met verveling
tracht te bestrijden. Het aanhooren van chro
nische treurmuziek, het kijken naar het slaan vau
spijkertjes en een eindeloos geknoim en gestrik
van bandjes en lintjes, met welke bezigheden
het grootste gedeelte van den tijd zoek gemaakt
wonït, kan toch voor niemand eene werkelijke
uitspanning zijn. Gelukkig is het ..Casino" maar
een /icisx/'-jinrto/it, waarin veel opwekkender
tafereelen kunnen geschoven worden, zooa's bijv. do
Hollandsche opera of BU'ot met zijn Eiitéll:<>ren.
Z.
Kunst en Letteren.
HET TÜXI'KL TE AMSTERDAM.
Grand Théatro. Onkid Jirïi.ti;/. Ein
SlrUuwlien au* Jfritz Reuters ó-urten.
Salon des Variétés. Nora.
De ernstige muze heeft het Grand Théatre ver.
laten, de vroolijko heeft er haar intrek genomen.
Donderdag ,'ïl Uctober nam Fnudrich
Mitterwurzcr onder liet schetteren van fanfares, een regen
van kransen en bloemen en een stroom vau loc
hem gerichte, hartelijke woorden, afscheid van
het Amsterdamseho publiek; Zaterdag l November
stelden de heeren Van Lier datzeüde publiek in
de gelegenheid kennis te maken met August
.hmkenmuin, of de kennismaking met dien kunste
naar te hernieuwen.
Zijn oude kennissen begroetten hem met vreugde
en als Onkel tïiasig"' heeft hij stormenderhand
do harten veroverd van hen, die, als schrijver
de kaarten, die geregeld dagen te voren bespro
ken waren; maar aan mijn kennissen werd
natuurlijk in hel geheel niet meer gedacht; ze
werden geheel verwaarloosd, en ik arme moest
hel ontgelden.
De groet mijner vrienden werd al koeler en
koeler, eu van het tracteeren op eeu glas port
was geen sprake meer: de winkelier in
heerenarlikelen zond mij zijn noi.i over het laatst
geleverd dozijn overhemden, die ik reeds lan^
als vereffend had beschouwd; en de
wijnbandelaar weigerde mij koelljcs zes llcssclien ouden
rooden wijn op krediet, die mijn meisje tel'
verslet'king ha/i moeten gebruiken.
De onderwijzeres, juffrouw B. leed schipbreuk
in haar pogingen om aan de nieuw opgaande
zon Ie offeren, /ij legde namelijk een bezoek
hij mijn aanstaande famiJie af, vergezeld vau
een kruier, die mei een compleet waschslol
kwam aandragen.
Uil is iets, dat in uw huishoudende te pas
kan komen/' zeide /ij met baar overredendst
lachje.
Mijn meisje dankte haar op koelen toon. ik
zag dat zij boos, erg boos was, en nauw had.
de bezoekster haar hielen gelicht of op staandeu
voet werd er voor mijne rekening eeu
andere kruier genomen om het stel lenig te
brengen. ,,/oo iets onbcscliaamds had zij vau
haar leven nog niet bijgewoond! Wat verbeeldde
dal schepsel zich wel!"
Daarop trad zij mijn kamer binnen, waar zij
haar overkropl gemoed lucht gaf door het stuk
slaan van al de porseleinen geschenken der
schooljiillVouw/ie, van die akelige bioemvazen kon ik dat
nog bobben, maar al die andere voorwerpen
waren toch wel te gebruiken geweest voor
jonggehuwden.