Historisch Archief 1877-1940
No. 648
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
a^s?, Got en Delaunay, kregen ze als leeraars
.aan het conservatoire. De dichter de Bornier zond
den kunstenaar de helft van het roode lint. dat
,zich bevond aan het kruis, dat Napoleon I zijn
vader op het slagveld schonk.
Met hotels valt in Londen meer te verdienen
dan met operagebouwen, zooals uit de reusachtige
paleizen in Northumberland Avenue blijkt. Daar
om zal nu ook Her Majesty's Theatre aan de
Haymarket na afloop van het volgend seizoen
verbouwd en in een nieuw reuzenhötel
herscha.pen worden. Bijna gedurende twee eeuwen diende
het der opera tot tempel, eerst als Kings Theatre
?en na de troonsbestijging van koningin Victoria
als Qiieens Theatre. Handel voerde er twintig
van zijn opera's en drie van zijn oratoriums op;
Beethoven (Fidelio), Mozait, Donizetti, Bellini
en Rossini werden hier voor het eerst door het
Londensche publiek bewonderd; Tietjens,
Trebelli en andere beroemde zangers en zangeressen
lieten zich hier voor de eerste maal hooren. In
-de laatste jaren maakten de impresario's er ech
ter voortdurend slechte zaken en nadat Augustus
Harris in Covent Garden vrij wel een monopolie
voor Italiaansche opera geschapen had, is Her
Majesty's Theatre overbodig geworden. Ais hotel
.zal het nog prachtiger gelegen zijn dan de palei
zen in Northumberland Avenue.
Voor de viool van Paganini, die in het museum
te Genua als een reliquie bewaard wordt, een
prachtig, uitmuntend geconserveerd instrument
van Jozef Guarneri (fecit Creraonae 1709) heeft
Eugène Ysaye, leeraar aan hot conservatoire te
Brussel, 60.000 francs doen bieden. Men hoett
hier Ysaye herhaaldelijk gehoord; l'aganini's viool
zou bij hem niet in slechte handen zijn. De
.gemeenteraad van Genua heeft echter het aanbod
geweigerd.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Parijs heeft, naar het schijnt, aan ne Acad
mie niet genoeg, en wanneer men bedenkt, dat de
arme Augier nog niet onder den grond was, toen
reeds zijn geroepen maar zeer zeker niet allen
uitverkoren opvolgers om zijn zetel als om het
lijk van Patroklus streden, zal mnn bet
bogrijpelijk vinden, dat de lieer Edmond de Goncourt van
het denkbeeld zwanger gaat, een nieuwe Académie
te stichten. Het is ivaar, dat deze een besliste
tegenstelling met de bestaande zal vormen, een
naturalistische en geen opportunistische, om een
zeer passend politiek beeld op litterair terrein
over te brengen, zal zijn. Het merkwaardige van
dit geval is, dat Zola, die een der steunpilaren
van door de gebroeders de Goncourt beraamde
Académie zou zijn, er naar dingt Augier's opvol
ger te worden. Dat is echter voor den bedroefden
Edmond de Goncourt geen onoverkomelijke hin
derpaal, want in der artikelen van het reeds ge
heel uitgewerkte reglement der toekomst-acad
mie bevat de bepaling, dat tien harer leden
een jaariijksche bezoldiging van GOOO francs
zullen genieten en dat wel levenslang of totdat
zij tot de Académie van Rtchclieu overgaan. Aan
het tot stand komen van deze AuGoncourt-Académie
behoeft nief getwijfeld te worden, daar het zoo
goed als zeker is. dat de verkoop van de Goncourt's
nalatenschap (verzamelingen van allerlei aard,
Japansche kunstwerken, zeldzame boeken, naar men
zegt, alleen reeds ter waarde van meer dan een
millioen) een kapitaal zal opleveren, dat minstens
65,000 franes rente geeft. Bovendien zijn de Gon
court met het oog op de stichting dezer Académie
nog gelden ten bedrage van 500,000 francs toe
gezegd. Goncourt heeft Daudet tot zijn
univerceclen erfgenaam benoemd en deze zal met de
Banville. Zola en zeven nog ongenoemde autori
teiten op litterair gebied de nieuwe Académie,
wier prijzenswaardig hoofddoel daarin bestaat,
onbemiddelde talenten flnantieel to helpen, ten
«inde hen in staat te stellen, te tooncn wat zij
kunnen, besturen.
Het Geïllustreerde Gedenkblad Holland-Ant
werpen", uitgave van de rma F. B. van Ditmar
te Utrecht, is van de pers gekomen. Het ziet er
in alle opzichten zeer goed uit; een overzicht te
geven van de tweehonderd min of meer
bcteokenisvolle namen, die de bijdragen, illustratiën, proza,
poëzie, muziek, enz. onderteekendon, is
onmolijk, maar de redactie is er in geslaagd een zeer
fraai geheel te geven, dat niet enkel als
liefdadigheidsgave waarde heeft. Naar wij vernemen
moet het debiet ervan aan de verwachting ten
volle beantwoorden; het is voor de firma Van
Ditmar te Utrecht een goede introductie voor hare
nieuwe uitgave het Geïllustreerd Nieuws van den
Dag, die van veel ondernemingsgeest getuigt.
Van den roman van Maurits Smit, Sempcr
Crescendo, zal te München een Duitsche vertaling
het licht zien. Mevrouw Ida Frick zal de verta
ling bezorgen.
De bekende romanschrijver AndtéTlteuriet
heeft zijn candidatuur voor den zetel van Augier
in de Académie ten genoegen van Zola prijs ge
geven. Men volgt het verloop der candidatuur
van Zola met steeds toenemende belangstelling.
De Gaulois" meldt dat Zola tot nu toe achttien
a negentien stemmen heeft tegen Thureau
Dangin, die er slechts zestien heeft. De laatste is als
oud-redacteur van den rnonarchistisch-clericalen
Francais" de candidaat van de orleanisten.
Uit het jaarverslag, door de commissie voor het
beheer der verzameling van het Geschiedkundig
Studenten-Dispuutgezelschap Clius Luce
Investigamus Obscuro* (G.L. 1.0.)..uitgebracht over den
cursus 1888?1889, blijkt dat de voornaamste aan
winst van het gezelschap dit jaar bestaan heeft
in een bijzonder mooie, ruime en breede
etalagekast, door bemiddeling van den rector-magnilicus,
prof. J. C Matthes, den burgemeester en den
wethouder van onderwijs verkregen, en in een der
zalen van het Universiteitsgebouw geplaatst, naast
de promotiezaal. Voorts ontving de vereeniging
tal van belangrijke geschenken aan boeken, docu
menten, penningen en andere historische merk
waardigheden, kocht zelve veel aan, en zag tot
haar genoegen van vele harer bronnen een nuttig
gebruik maken. President en secretaris van het
gezelschap zijn de hh. l', van Groningen en H. P.
Barendrecht; van de commissie van beheer de hh.
E. W. Moes en F. J. A. M. Wierdels.
Als bijlagen zijn aan het verslag toegevoegd:
een briet van prof. Peter Burmaunus Secundus aan,
Frans de Haes, met aanteekeningen, een his
torisch hoofdstuk, de Polemiek van een Profes
sor", een brief van prof. Hendrik Constanten Gras,
en een artikel over de Atnsterdamsche
StudentenDispuutgezolschappen in de vorige eeuw.
Op do Vergadering der Vereeniging van
Nederlandsche Letterkundigen, den 1G November in het
hotel Krasnapolsky gehouden, werd besloten:
1. Geen uitvoering te geven aan het Besluit
om eene Fancy fair te houden en Monografieën
uit te geven.
2. Te gelegener tijd het plan der uitgave van
een Jaarboek weder op te vatten.
,'ï. Letterkundige bijeenkomsten te houden,
waarin onder leiding en voorgang van een man
van naam en verdienste samensprokingen worden
gehouden, over clc belangrijkste zaken betrekkelijk
de nieuwste letterkunde. De eerste zal waarschijn
lijk geleid worden door dr. Schaepuian.
Verder werd bepaald l", dat, ingevolge verzoek
van Het Taalrerliond van Antwerpen, onderhan
delingen tot samenwerking met deze Vereeniging
zullen geopend worden; 2" dat er door de leden
propaganda zal worden gemaakt door circulaires,
die hun zullen worden toegezonden; 3". dat aan
de leden van het Bestuur volgens een vast te
stellen tarief vergoeding van reis- en verblijfkos
ten zal worden verleend en eindelijk 4". dat de
Vereeniging officieel vertegenwoordigd zal worden
bij belangrijke voorvallen; ter beslissing van het
Bestuur.
Volgens het verslag van een diner van
buitenlamlsche journalisten, in het cafélioyal (e Londen gehou
den, was de Nedcrlandsche pers vertegenwoordigd j
door de h.h. Tcixeira do Mattos en Jac. T. Grein,
do Fransche door een acht- of tiental, de Duit
sche alleen door de correspondent der Vossische
Zeituny. Een verslaggever noemt den heer Grein
den meest cosmopoiitischen der journalisten, die
niet alleen in drie verschillende talen correspon
denties levert aan buitenlandscho bladen, maar
ook te Londen het blad Weeldy CoHiedy redi
geert Onder de speechen wordt als de amusant
ste die van onzen landgenoot Grein aangehaald.
En .... boeken van Kapitein Marrijat" stond
er aan 't eind van de verlanglijst onderstreept.
Al de titels wist de jongen niet, maar allen zouden
ze hem welkom zijn.
De uitgever T j. van Holkema heeft weder voor
twee nieuwe Marryats gezorgd; het zijn J Iet
Spookschip en Japhct de Vondeling, Al gaat Japhei
in het zoeken naar zijn vader niet do Kaap om,
zijn avonturen zijn niet minder belangwekkend
dan die van al de adelborsten, stuurlieden en
kajuitsjongens, die wij anders gewoon zijn op hun
omzwervingen to volgen. Vertaling, illustratie on
uitgave zijn uitstekend verzorgd.
EEN LUCHT VERSCHIJNSEL.
(Herinnering aan de ramp van Antwerpen)
door GEKARD KKU.F.R.
Dien koffer zal ik hier laten, want met den
trein van kwart over eenen naar Gent reis ik
verder.
Dan gaat er geen trein," antwoordde de
bestuurder van de bewaarplaats der reizigersgoe
deren, zooala in goed Hollandse!] de titel luidt
van den beambte aau het spoorwegstation te
Antwerpen, tot wieu ik den Oden September van
dit jaar mijne mededeeling had gericht,
Geen trein ? in de guide is hij toch opge
nomen."
Om kwart over eenen gaat er geen trein
naar Gent," herhaalde de beambte en de man in
witten kiel, die mijn kofier op zijn schouder had,
bevestigde de verzekering, knippend met het eene
oog, dat hem was overgebleven.
Maar de guide. ."
Er gaat wel een trein naar Termonde,
maar die loopt niet verder; u moet dan tot zeven
uren in Termonde wachten."
Neen dau doe ik beter met vandaag te
Antwerpen te blijven," en ik «enkte den bestel
ler om den koffer maar op den omnibus voor 't
hotel Saint Antoine te brengen. Ik volgde hem
op kleinen afstand, maar juist kwam de stations.
chef uit zijn bureau. Op mijn vraag of ik ten
kwart over eenen niet naar Gent kon doorreizen,
gaf hij me een zeer stellig bevestigend antwoord,
en had de geheel overtollige beleefdheid een
guide uit ziju bureau te halen, om mij te laten
zien wat ik reeds wist, maar wat door den be
ambte betwist was. Alleen voegde hij er bij dat
de trein niet n uur vijftien, maar n uur
veertien vertrok," en »wij wachten geen minuut
op u," eindigde hij schertsend.
Ten n uur veertien minuten vertrokken wij
dus, de lange trein schoof langzaam langs het houten
perron voort en met toenemende snelheid doorsne
den wij de stad en hare voorsteden en weldra de
welige akkers en weilanden en de dichte
dennenbosschciijde landwegensnijdend, en gedachteloos sloegen
wij de wachterswoningen gade of trachtten in
het voorbijsuelleu een blik te werpen in de fa
brieken of in de tuinen der landhuizen en op de
erven der boerenhoeven, waar allen huu leven
van eiken dag voortzetten, terwijl wij in hun
oog slechts de «species" reizigers vertegenwoor
digden, die men zich zoo moeilijk in hun ge
wone doen kan voorstellen. Toch behoort ieder
op zijn beurt tot die menschensoort, welke men
veelal, wanneer men ze in treinen ziet, met zooveel
belangstelling gadeslaat, alsof zij niet wezens
wareu van dezelfde beweging als de toeschou
wers.
Te Boom, Sauvegarde en Peurs hield de trein
n of twee minuten stil om de enkele reizigers
uit te laten of iüte nemen, die in de middag
uren aankomen of vertrekken. Alle hoofden
keken uit de portierraampjes, om zich met die
onbeduidende, kortstondige taferceleu bezig te
houden; maar voor hen, die in de tijdelijke ge
vangenissen voor onschuldigen gezeteu zijn,
waren zij belangwekkende gcbeiirteiii>sen. Wie
kijkt er, op straat loopeudc, naar een man met
een kruiwagen met vaten of kisten? De spoor
wegreiziger nochtans slaat zelfs de vrouw gade,
die met een mandje over het perron vau liet
station loopt.
Wij waren liet lage gebouwtje voorbij, waar
de anderhalve reiziger per trein dit cijfer
meeneu we dat de statistiek aangeeft afge
leverd of opgenomen worden, en doorsneden in
westelijke richting de provincie Antwerpen, op
een afstand van ongeveer veertig kilometer van
de hoofdstad, toen mijne dochter zeido:
/ie eens wat een :.leuke" wolk.
Leuk" en -gezellig" zijn woorden uit de
conver.^atietaal der dames, en hoe oneigenlijk en on
bestemd ze ook zijn, ieder weet toch wat er
mede bedoeld wordt. Wij zagen door het
portierraam en bespeurden in het noordoosten een
zware wolk, waarvan de vorm niet beter te ver
gelijken was, dau bij dien van een reusachtigen
bloemkool, met eene kroon bestaande uit eene
dicht saamgedrongen siieeuwmassa. Zulk een
wolk hadden wij nooit gezien en het zonderlinge
was, dat zij niet uiteen dreef of verminderde en
ook niet aangroeide. Kroon en stronk bleven
hunne gedaante behouden en het gevaarte scheen
onbeweeglijk in het luchtruim te staan.
Wij bleven haar beschouwen en gissen wat zij
wezen kou. Kenige oogenblikken te voren waren
wij eene cementfabriek gepasseerd en. bij gebreke
van eene andere verklaring, hielden we die wolk
voor het product vau de dampen uit de
cementfabriek. De trein hield stil te Oppuers, weder
een station van anderhalve]) passagier per trein.
Ditmaal was het een reiziger eerste klasse, wat
wel tot de linogc uitzonderingen zal behooren.
Nauwelijks was hij gezeten of hij richtte zich tot
ons met de woorden : Ziet u die wolk ? Er
moet een stoomketel gesprongen zijn: 't was een
slag of honderd kanonnen te gelijk werden afge
vuurd . . ."
Waar kan dat wezen?''
Ik weet bet niet, maar de grond trilde ervan
bij het station."
Wij praatten er over voort eu onder de
hand zagen wij, dat de arbeiders op het land
hun werk staakten eu elkander naar de wolk
wezen, die nog altijd als oen saamgypakte massa
dreigend in het oosten bleef' hangen. Zes minu
ten later, bracht de rem ons weder dien
onaangeuamen schok toe, door plotselinge rust gevolgd,
lste Jaargang.
Schaakspel.
24 November 1889.
Probleem van J. W. Albbot.
ZWART
abcdefg h
WIT
Wit geeft in. 3 zetten mat.
Partijen overgenomen uit den Schaakkalendcr !
van den noordclijkcn Schaakbond van bet jaar 1885.
Deze partij is eene der weinige die Z. in Ame- j
rika verloren heeft, en door hem te Louisville |
blind gespeeld is.
Z. Kol. J. Trabul. j
Wit. Zwart, j
l C2 cl 1)7 hli :
2 d-! (U c8 b7
;; fi d;? e? c<;
4 gt li.'S b7 hG
5 0 0 g8 _ f G
G fa f:! d'7 <K;
7 ca c4 1>8 _ c(>
8 cl e.'i g7 g5
i) bl c.'! a7 a(i
10 f'3 fi g5 X &
11 h3 X te ]>(' ? »?"'
12 ,14 _ ,15 c<! c5
l.'ï(15 X '; f(' P-t
14 eG X f<! c8 d7
15 e3 H g4 X f3
l G f l X f2 c5 X f7
17 f4 X t'"> f7 c5
e 7
08
hi;
(18
1)8
e.'i
ht
c 8
hli
cG
1)8
e.'S
h_t
a7
ia
s-t
hl
(8
i'G
I) Marfinez.
Zwart.
leweigorde Evans Gambiet.
0( e. i
b8 cG
f8 c5
(?5 bG
a7 au
d7 dG
bG a7
(18 e7
waardoor de spoorwegreiziger een gevoel van
zeeziekte krijgt en wij hielden stil voor St. Amand
les Puers. Hier ontbrak de anderhalve reiziger,
maar de stationschef vertelde aan een der con
ducteurs, dat er een fabriek in de lucht was ge
sprongen. «Waar ?" vroegen wij, maar we ver
stonden den naam niet; misschien was het ook
geen naam, dien de man noemde. En nog altijd
stond daar het sneeuwachtige gevaarte laag aan
het luchtgewelf, het geheim van zijn oorsprong
verbergende. Te Baesrode, waar weder na zes
minuten de trein stilhield, wist men er niets meer
van, maar ieder was vervuld met de gebeurtenis ;
men sprak van een kruitschip op de Schelde ea
ik herinnerde mij dat mijn vader mij meer dan eens
verhaalde dat hij te Zierikzee den schok gevoeld
had, door liet springen van het kruitschip te
Leiden teweeg gebracht. Nog acht minuten en
wij waren te Termoude, waar de trein elf minu
ten stil houdt. Daar werd de tijding door het
personeel van den treiu aangebracht, dat er even
weinig vau wist als wij, maar dit belette niet,
dat wij bij het afrijden allerlei bijzonderheden
vernamen: des mensclieu geest is vindingrijk.
Humor cundo crescit en terwijl wij langs de sta
tions stoomden van plaatsjes die niemand,
belialve de spoorweg-reizigers bij naam kennen,
Audegem, Schoonaerde, Wichele, Schellebelle,
Weiteren en Quatrecht, nam het gerucht al meer
en meer in. omvang toe, als de laster iu Basile's
lied.
Te Gent vernamen wij dat geheel Antwerpen
in de lucht was gesprongen en dat geen steen
meer op den anderen was gebleven.
Toen wij dit hoorden, dachten wij er aan, hoe
slechts de toevallige ontmoetiug van den stations
chef ons weerhouden had te Antwerpen te blij
ven, eu zoo inderdaad Antwerpen, zij het ook
niet geheel, verwoest was, wat zou dau het lot
geweest zijn van de toeristen, die zeer zeker op
dat uur zich op straat zouden hebben bevonden.
Eu nog altijd rustte op de beneden luchtlaag
daar roerloos het indrukwekkende, geheimzinnige
gewrocht, een bloembol uit de Titanen-wereld
gelijk, voortgebracht door een onheil, waarvan
niemand de juiste oorzaak met zekerheid kende
of den omvang gissen kon.
Eerst iu den laten avond bracht de telegraaf
de juistere tijding omtrent de noodlottige gebeur
tenis, die de eerste handjlsstad vau Belgiëhad
getroffen. De bijzonderheden van de ontzettende
ramp volgden den anderen morgen en, was zij
niet zóó groot als het gerucht verkondigd had,
de omvang was toch ontzaglijk en vreeselijk wa
ren de verwoestingen tengevolge de ontploffing
iu de werkplaats van Corvilain, waarbij
zoovelen het leven verloren, verminkt en verwond
werden.
En zeker zijt ge terstond teruggekeerd om
die verwoestingen te, zien ?"
Een oogeublik, ik erken het, heb ik er aan
gedacht, maar de richting van onzen tijd om bij
voorkeur het akelige en leelijke op te sporen
heeft z.icli nog niet van me meester gemaakt en
ik liet de laak om die hartverscheurende
tafereelen te beschrijven liever aan hen over, die op
de plaats zelve wonen en zeker getrouwer beeld
er van geven konden dan de vluchtige bezoeker,
terwijl ik, voor mij ze!ven, meer genot vind iu
de aanschouwing vau het schoone, het goede en
het grootsehe, dan van al die jammeren en
ellende, die verminkte, lijken, die heel eu half
vernielde huizen en die treurende menigte, wier
ongeluk eu smart het mij toch niet gegeven was
te lenigen. De puinhoopen van eeae stad, welke
ik weinige uren geleden in al haar pracht en
welvaart had bewonderd, eu die ongelukkigen
tot eene soort van touristen-curiosifeit temaken,
kou ik niet over me verkrijgen. Ik gevoel te veel
medelijden met de bezielde en onbezielde slacht
offers der ramp om ze tot een voorwerp mijner
nieuwsgierigheid te maken.
Wie zou ook niet met deernis vervuld zijn met
de beklagenswaardigeu, die iu hun bestaan wer
den getroffen^ have en goed verloren, of wiens
steun aan het gezin ontrukt werd ! Duizenden
en duizenden worden dan ook geoii'erd op het
altaar der barniharügheid.
Maar terwijl ieder daartoe van ganseher
harte wil medewerken, rijst toch de gedachte
op : die mil'liociien patronen welke van dit
onheil oorzaak waren, hebben slechts beant
woord aan hare bestemming Waartoe anders
werden zij gemaakt dan om dood en verwoesting
te verspreiden? 't Is waar, zij zouden, volgens
het oorspronkelijke doel, gediend hebbeu om
vijanden en vijandelijke eigendommen te vernielen,
maar wie is deze vijand, die doodgeschoten of
verminkt wordt? In den regel de man of jonge
ling, door de wet aangewezen om zich aan die
kansen bloot te stellen en aan den persoon van
zijn moordenaar even vreemd als deze aan hem.
Nu waren het allereerst de arme onschuldige
meisjes, met het ledigen dor patronen belast, die
slaclitollers werden van haar gevaarlijken arbeid;
maar de mannen eu jongelingen, welke op het
slachtveld er door zouden worden getroffen, zou
den toch ook volkomen onschuldig zijn aan de
oorzaak van den moord op groote schaal, dien
men oorlog noemt. Evenzoo is het feitelijk het
zelfde of eene stad plat geschoten wordt door
met kruit gevulde bommen of dat de muren
instortt-n door den schok van eenisre millioenen
patronen, die schier op hetzelfde oogenblik
ontploil'en. In het onheil, dat Antwerpen trol', aan
schouwt men, teweeggebracht in enkele seconden,
dezelfde jammerlijke gevolgen van een oorlog van
weken ot maanden uit eer/.ucht of heerschzucht
van vor>ten ontstaan, terwijl hier roekeloosheid
en onvoorzichtigheid van indtistrieeleii en autori
teiten de oorzaak waren. In beide gevallen zijn
de slaclitollers even onschuldig.
Als op het slachtveld buskruit het werk der
j vernieling heeft volbracht, waartoe het geroepen
i was, blijft er niets van over dan een grijze damp,
i die lang nog als lijkwa, op de dooden rn>t.
j Door de grenzcnlooxe krav.htdor plotselinge
gej lijktijdige ontploffing van zooveel honderdduizenden
i ponden kruit pakte de damp zich samen tot een
\ (.ngekendcn vorm waarvan de wederga nog geen.
j meusclienoog heeft aanschouwd en ook niet meer
j aanschouwen zal. Het ontzagwekkende
natuurgewrocht verkondigde uren lang eu mijlen in
liet rond, dat er eene gebeurtenis bad plaats ge
grepen, waaraan tot het verre nageslacht de
her