Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
nen stonden er nevens en wachtten blijkbaar op
iemand, want zij staarden beiden in dezelfde
richting en ofschoon zij bedaard hun pijpje rook
ten, schenen zy toch toch eenigszins ongeduldig.
Eindelijk verlieten zy hunne leunende houding,
daar kwam de man, dien zij verwachtten. Iu
iedere hand droeg hij een hond, een grooten en
een kleinen. Hij had hem in het nekvel gepakt
en de beesten jammerden verschrikkelijk. Nu,
dat trof me niet bijzonder.
Honden en varkens maken altijd veel meer la
waai dan door hun toestand wel gerechtvaardigd
is.
Bij den wagen gekomen wipten de boide an
dere mannen een klep op en hij, die de honden
droeg, stopte de beide beesten er in, wat niet
zeer gemakkelijk ging want het was vol in den
wagen en er heerschte een groot gedrang naar
de opening, waar koppen en poolen uitstaken,
die door het dichtwerpcn van de klep nc.hter
spoedig onzichtbaar werden. Of die klep de bees
ten bezeerd had, dan wel of de laatst aangeko
men een paar lastige reisgenooten waren weet ik
niet, maar plotseling steeg er een luid gejammer
uit den wagen op.
Allons, dacht ik; als menschen vervoerd worden
met booten of spoörwagens, worden zij ook wel
eens wat dicht op elkaar gepakt; dat is maar
TOOT zoolang de reis duurt. Ieder kan toch niet
vergen dat hij een coupoetje-alleen heeft en
dat hy verzekerd is dit te zullen hebben op de
laatste reis, die hij hier op aarde maakt, is al
voldoende troost.
Het janken duurde voort! De mannen drukten
met den wijsvinger den brandenden tabak wat
vaster aan in hunne pijpen, keken en bliezen
er toen eens in en namen die toen met zulk eene
'assurantie weer tusschen de tanden, alsof zij
eensklaps een besluit genomen hadden.
Dat liadden zij ook l Zij wreven zich in de
handen, en grepen gelijktijdig den wagen aan . ..
4« reis begon.
Helaas, het. was oen korte reis, het was de
laatste reis dier honden. Die wagen was hun ge
meenschappelijk graf, waarin zij levend werden
begraven. Slechts drie schreden en do wagen
dompelde in het water, een dor mannen, de
grootste, sprong er op en belette zoo, dat hij naar
omhoog zou komen eer het water door du traliën
hem geheel gevuld had.
Het gejank was eensklaps verstomd ! Men hoorde !
niets meer! Slechts zag men ter zijdo van den j
wagen het water zich bewegen, als een bewijs dat j
daarbinnen de vreeseiijkste aller strijden, de dood- !
stry'd; door zoovele gevoelende wezens gestreden
werd, noodeloos verzwaard door een overheid, dïe
zoo teerhartig is dat ze 't niet kan aanzien als
een groote, gezonde, sterke hond voor een karretje
loopt en zoo ook zijn kost verdient, evenals zijn
hard werkende baas moet doen.
De man op den wagon staat rustig zijn pijpje
te rooken en praat lachend met zijne makkers
op den wal.
Hij heeft klompen aan de voeten. Zouden dat
van gemeentewege verstrekte isoleerklompen zijn,
die het medegevoel voor lijden en smart niet ge
leiden, niet doorlaten tot zijn hart? Of spartelen
die beesten daar dan niet geweldig in dat
vreeselijke gezelschapsgraf onder zijne voeten?
Jawel! Want als hij daar zoo eenige minuten
gestaan heeft, dan zegt hij eindelijk laconiscb:
zie zoo do studenten slapen!" en stapt met die
woorden op den wal. Dan slaan ds drie mannen
de handen aan het werk en de wagen wordt op
den kant getrokken .. . . Komt nu, gij meesters
en meesteressen, die uwe zoek geraakte lievelin
gen te vergeeft gezocht hebt; bier vindt gij ze. !
Ruk uw klein, mollig leeuwtje, mevrouw! dat nooit
uw huis verliet dan juist dien oenen keer toen de
liefde hem drong en de hondcnkar in de buurt
nam zijn huishouden waar. Zij had vroeger
in de stad gediend en daardoor eenigszins betere
manieren gekregen, maar overigens frisch en
bloeiend als een landmi.-isje.
Mads kon niet nalaten nu en dan even van
. 7-iJn werk op Ie zien om zijn blik mei bewondering
op hiar te laten rusten. Zij zag er dan ook wel
aar.dig uit in haar blauw katoen japonnetje mei het
roodgeruite voorschoot en het sierlijk geplooide
kraagje om den hals. Haar gelaat was vrien
delijk en blozend, het glanzend bruine haar lag
in dikke vlechten tegen het achterhoofd
vastgestoken en telkens wanneer zij haar s'evige
bloole armen omhoog hief, om het waschpoed
over de lijnen te hangen, had men gelegenheid
haar welgevormde, krachtige buste op te merken.
Toen zij gereed was ging zij naar binnen om
een oogenhlik later terug ie komen met een
proote kom vol schuimend, eigen gebrouwen
bier in de hand.
U zult wel dorst hebben, rietdekker", zeide
zy' met een vriendelijken glimlach. Wilt u niet
eens drinken?"
Men kon wel hporen dat zij een meisje van
opvoeding was: zij zeide u" tegen hem. Dat
was hem nog nooit te voren overkomen.
Ik dank u zeer, juffrouw:" antwoordde hij.
HU zou toch ook toonen dat hij wist hoe het
behoorde.
Ztj klom een paar treden van de ladder pp.
om hem de kom toe Ie reiken; hij boog zich
om die aan te nemen, maar zijn voet gleed uit
op het natte stroo, hij verloor het evenwicht
en viel naar beneden, terwijl bij het
nederkomen zijn eene voel tusschen een paar groote
steenen bekneld geraakte.
Stine zette verschrikt de kom neer en ijlde
op hem toe.
Om Gpd's wil, hebt ge u erg bezeerd ?"
Ja, mijn been doet mij vreeselijk pijn."
Hij trachtte zich met hare hulp pp te richten,
maar zonk, half bezwijmd van pijn, opnieuw
ter aarde.
Het meisje knielde naast hem neder en vroeg
op bezorgden toon of hij dacht dat hij ernstig
gekwetst was.
,,0ch zoo heel erg is het niet", antwoordde
hy met een flauwen glimlach. Ik denk alleen
maar dat my'n been gebroken is."
Groote God!" jammerde zy en toen zich lot
den jongen wendende. Toe, loop zoo hard je
kunt naar zyn moeder en laat haar dadelijk
was ruk uw leeuwtje uit don bek van dien
schurftigen straathond, die in dolle razernij en
doodsangst de tanden in uws lieveling» buik sloeg
en hem ook in den dood nog niet, loslaat.
De ooren van uwen fraaien hulldog waren al
niet groot, mijn waarde heer, maar ge zult hem
nu niet meer herkennen. Hij heeft er maar een
meer, het andere is hem afgescheurd met een stuk
vel van dan kop. Gelukkig, dat ge hem reeds
in zijne prille jeugd van zijnen staart hebt be
roofd, hot ware hem anders misschien gegaan als
dien schoonen witten , oedel.
Arme poedel! Op de helft afgebeten uw schoonste
sieraad, die pluimstaart, dio trots van u\von
meester. Nu niets meer dan een bloederig eindje.
Zal ik er nu nog meer van vertellen, of mag
ik, als 't u blieft, volstaan met do medodeülïng.
dat bijna geen enkele hond uit dien lijkcnwagen
komt of hij is deerlijk gehavend. De s'raathond
die Mevrouws (eeuwtje in den buik had, zat zelf
met een zijner achterpooteu tusschen de sterke
tanden van een trekhond verward
Is het geen schande?
Men behoeft waarlijk niet sentimenteel te zijn
om van verontwaardiging te gloeien bij zooveel
noodelooze wreedheid. En waarom die hard
vochtigheid ?
Om de kosten ?
Maar cy.inkali is toch zoo duur niet, vooral
als men ze in het groot kan opslaan. En daar
mede gaat het nog wel zoo ganw Daarmede
kan n man zo n voor n in denzelfden tijd
een smartcloozen dood doen sterven, als nu drie
mannen noodig hebben om de beesten op zoo'n
rampzalige manier van kant te maken.
Ik weet niet of de invloed van den directeur
der stadsreiniging zich ten deze doet gelden.
Maar als dat waar mocht zijn, dan zou ik haast
nóg liever wenschen, dat hij zich maar met de
landsverdediging ging bemoeien (waartoe de lust
weer hij hem schijnt opgekomen te zijn) dan met
het afmaken van onschuldige dieren.
AUOCST.
Kunst en Letteren.
HET TOOXEEL TE AMSTERDAM.
Grand ThéAt re: AfseUeirlxcoorsiellingJunkermann.
Stadsschouwburg: De losbol.
Zaterdag jl. trad de heer Junkermann, de
Duitscbe gast, die zich alhier gedurende do maand
November, zoo tal vaa vrienden en vereerders
heeft verworven, voor de laatste maal in het
Grand Théatre van de Gebroeders v. Lier op.
Zouals te voorzien was geweest, bleet er dien
avond dan ook geen plaattj: onbezet, te minder
daar de kunstenaar niet alleen in twee van de
beste zijner a'liier gespeelde creaties zou optreden,
maar ook in het bij ons nog onbekende Oukel
lirasig's letzte Stunden" en bovendien het publiek
in de gelegenheid zou stellen, met hem als voor
lezer kennis te maken.
De voorstelling begon met het 2de bedrijf van
hot onlangs hier ter plaatse uitvoeriger besproken
Mölier IIosz", dat door bet publiek in
a.demlooze stilte werd aangehoord, liet daarop
volgende Jochen I'iisel, wat büst du vörn Esel"
deed evenals altijd de zaal weer op hare grond
vesten daveren Juist dit, dat Junkerrnann
onmiddelijk i:a elkaar, twee zoo geheel uiteenloopendo
karakters weet voor te stollen en weer to geven
op een wijze, dat het publiek met hem meelijdt
en meeleeft, is o. i. het beste bewijs van zijn
grooto talenten.
Na de pauze trad bij op als dedamator. Daar
voor had hij zijn keuze laten vallen op twee
meekomen."
De jongen repte zich wog. Mads vroeg om
drinken.
Zij hield de kom met bier aan zijn lippen en
ondersteunde zijn hoofd, terwijl hij gretig dronk.
Hij keek haar aan niet een dankbaren blik uit
de verwonderde bruine oogen. Zooveel deelne
mende vriendelijkheid was iets geheel nieuws
voor hem.
Toen kwam Sidse aanloopen mei den jongen
op haar hielen. Zij had haar kruiwagen bij
zich en was zeer uit haar humeur.
Zoo, akelige jongen! heb je je nu weer eens
een ongeluk op den hals gehaald!'" viel zij uit.
Nooit van mijn leven heb ik anders dan ver
driet en ergernis van hem gehad! Natuurlijk
kan hij nu weken en maanden in zijn bed blij
ven, en leven van het weinige dat ik niet
moeite verdien, ? om niet eens te spreken
van wat er heengaat aan dokter en ap'lheker.
Foei! Ge moest u schamen, Sidse", viel
Stine haar in de rede, ge moest hem liever
troosten en opbeuren, den stamper, dat zou vrij
wat beter zijn dan zoo tegen hem uit te varen".
Bemoei jij je maar met je eigen zaken", ant
woordde Sidse. Jij zult wel schuld aan het
ongeluk hebben, ik begrijp er alles van; natuur
lijk heeft hij met jou malligheid zitten maken,
en niet op zichzelf gelet, en zoo is hij naar be
neden gevallen".
Stine liet verlegen het hoofd hangen: zeker
goed beschouwd, was het haar schuld. Zij had
hem de kom zóó niet moeten toereiken, maar
zij had het met een goede bedoeling gedaan,
zeide zij.
Ja, ja, dat dacht ik al", gromde Sidse. .Maar
help mij nu hem op den kruiwagen leggen, dan
zal ik zien dat ik hem naar huis krijg".
Zij tilden hem met vereende krachten op, en
Sidse kruide weg, geholpen door den jongen;
maar Mads gilde het uit van pijn: het gewonde
been sleepte buiten den wagen.
Stine zag dit en ijlde toe.
Laat mij u helpen"! smeekte zij, terwijl zij,
het gebroken lichaamsdeel ondersteunend, naast
den wagen medoliep.
Och, we komen er zoo ook wel".
Het ongeluk is immers geheel en al myn
schuld", zeide het meisje onderworpen. Het
is dus mijn plicht te helpen".
Sidse antwoordde niets maar liet haar medegaan.
(Wordt vervolgd).
episodes uit Ut mine Stromtid", Der Einzug Axel
v. Rambow's auf sein Gut Pumpc)hagen" en Onkel
Brasig in Kaufmann Kurz's Laden". De wijze,
waarop hij deze voordroeg, deed ons in meer dan
n opzicht aan den onvergetelijken remer
denken en deed het ons ten zeerste betreuren,
dat nij ons ditmaal niet meer proefjes van deze
zijde va.n zijn talent heeft kunnen schenken.
Tot slot van den avond had hij bet door hem alhier
nog niet gespeelde Cbaraktcrbild" Onkel Brasig's
letzte Stunden" gekozen Dat hij ook in deze,
zoo diep aangrijpende rol het publiek geheel on
der den indruk wist te brengen, bleek genoeg
zaam daaruit, dat er na het vallen van het doek
eenigo oogenblikken een adcrnlooze stilte heerschte,
die daarop iu daverende toejuichingen overging.
Nogmaals en nogmaals ging het doek op
en ten slotte trad do held van den avond naar
voren, om in eenige welgekozen en hartelijk
gemeende woorden zija dank te betuigen aan
de hoeren van Lier, die hem hierheen geroepen
hadden en aan het Amsterdamsche publiek,
dat zich zoo ingenomen getoond had met de
werken van Reuter, welker vertolking hij zich tot
levenstaak gesteld had en dat hem mot zooveel
welwillendheid en sympathie had ontvangen.
Inmiddels waren bern natuurlijk reeds een
aantal kransen overhandigd, o. a. een van zijne
tegenwoordige directeuren met de portretten van
hunne ouders, aan wie hun gast zulke aangename
herinneringen van een vorig optreden hier ter
stede bewaard had.
Met een eenigszins weemoedig gevoel verlieten
wij daarop den schouwburg, want niet alleen de
heer Junkermann, ook het Dnitsche gezelschap
was daar voor de laatste maal in dit seizoen
opgetreden. Het is dan ook zeker niet misplaatst
den wakkeren leden van dit gezelschap, die hun
dikwijls zeer moeilijke en ondankbare taak steeds .
met zooveel ijver en toewijding vervulden, en l
vooral haar bekwamen, f linken regisseur, den heer
Lüpschütz, een hartelijk Auf Wicdcïfdm" toe
te roepen.
De heer Grein, die. onzen schouwburgdirecties
reeds een paar maal in de gelegenheid gesteld j
heeft haar repertoire met Engeiscbe
spectakelstnklfon uit te brcidon (?Barnes van New-York"
on Het geheim van een huurrytnig") is ditmaal
als bemiddelaar opgetreden om het Nederiandsch
tooneel het handschrift van De losbol" (Tlic
Proflitjate.''), tooneelspel in vier bedrijven van
Arthur W. Pinero, te bezorgen. Of hij ons natio- j
naai tooneel daarmee een zooveel grootcrer. dienst
bewezen heeft, dan toen hij dit voor bovenge
noemde stukken toegankelijk maakte, meenen wij
te mogen betwijfelen. Het is een middelmatig [
salondrama, dat een niet al te nieuw thema (Een :
losbol trouwt met een jong. onschuldig meisje, dat
zijn verleden niet kont. Door een zijner slacht
offers, een jong meisje, dat hij verleid hoeft, ver
neemt zijn vrouw de bijzonderheden van zijn !
jonggezellenlevcn. De losbol heeft zich inmiddels
bekeerd: de jonge vrouw schenkt hem vergiffenis.)
op een niet zeer oorspronkelijke wijze behandelt.
Hot drama zou ons veel meer genoegen hebben
verschaft indien het desnoods eenige percenten
slechter, doch in ieder geval in merg en been
Engelsch ware geweest. Dan had het, zoo al geen j
letterkundig of dramatisch, althans eenig volks- >
kundig belaag voor ons gehad. Nu is het niet meer i
dan een middel matige arbeid, die het ons telkens ]
alleen doet betreuren, dat de schrijver zoover i
heneden zijn groote voorbeelden, rtardou en Dumas,
is gebleven. Het beste van het stuk is het .'ie !
bedrijf: hot groote tooneel. waarin de vrouw !
omtrent het verleden van haar man wordt inge
licht, is geschreven niet een soberheid en een
dramatische kracht, die van den schrijver in de
toekomst nog wol iets doen verwachten.
Van do vertolkers verdienen vóór allen me
vrouw Holtrop- van Gshler en de heer Clous ge
noemd te worden. De eerste leverde ons door
baar spel in het 3de bedrijf opnieuw het bewijs,
dat zij baar kracht in het ernstige, tragische
heeft te zoeken. Door soberheid in gebaar en
stem wist zij hier werkelijk grooten indruk te ;
maken. Alleen de over den boezem gekruiste armen
konden v.'ij niet heel mooi vinden. In het 4de
bedrijf was zij to koud, te gevoelloos, detailleerde
zij niet genoeg, 'in bet 1ste klonk haar
vroolijkheid niet zelden gemaakt; ook haar toilet: |
was daar niet geheel in do, stemming; het had
nieuwer, hlijder en vroolijker moeten zijn. De
heer Clous gaat op den goeden v/eg voort; van
ieder zijner rollen maakt hij steeds evenveel werk. j
Te aangenamer is het ons daarom altijd, wan
neer wij kunnen vermolden, dat zijn arbeid goed
besteed was en vruchten droeg. In De losbol"
was dit weer het geval. In de niet zeer dank
bare rol van Hngh Murray wist hij voortdurend i
onze belangstelling te wekken, llij had eenheid
in het karakter weten te brengen, de persoon tot een
meiiKch weten te maker.. Mevrouw do Vries
bracht als mevrouw Stonobay weer heel wat lach
spieren in beweging. Brengt zij echter wol genoeg i
verscheidenheid in hare creaties ? Mei. Lorj
speelde het kleine rolletje van Irene wel wat erg
tam en zoetsappig. De rochtc animo scheen haar
te ontbreken. Mevrouw l'auwels- v. Biene (Janet |
I'reece) was misschien iets te larmoyant, de beer
de Jong, vooral in de laatste bedrijven, iets te
onstuimig ; in het eerste daarentegen, als bruide
gom, was hij uitstekend on wist hij zich geheel
voor de hier maar al te voor do hand liggende
overdrijving te vrijwaren.
Aan decoratief on mise-en-schic was buitenge
wone zorg besteed De Italiaansche villa zag er
keurig uit en de zang achter de schermen was
hiermede geheel in overeenstemming. Ook het
kantoor in her eerste bedrijf, was tot in kleinig- i
heden der werkelijkheid getrouw nagebootst.
Gisteravond werd door het gezelschap van de
gebroeders Van Lier voor do eerste maal ten
tooneele gebracht, Daudet's veel besproken drama
La hitte pour la vié", naar hot aangekochte
handschrift, in het Nederlandsen bewerkt door
den heer A. van Sprinkhuizen. De hoofdrollen
werden vervuld door de dames Albrcgt, Rössing,
van Westerhoven, De Leur en Van Kuyk, en de
heeren Verhagen, Tartaud, Malherbe, André, Smith,
Van Bienc, Lageman en Koster. Op deze voor
stelling, zoowel als op die van hetzelfde stuk door
de artisten van het Nederlandsch tooneel, hopen
wij in ons nummer vaa de volgende week terug
te komen. Cosinus' Kippeveer", waarvan Woens
dag de eerste voorstelling in den Salon des
Variétés plaats had. zal dan eveneens besproken
worden Reeds nu kan vermeld worden, dat het
ons om redenen van verschillenden a.ard voor een
opvoering allerminst geschikt voorkomt.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
In de eerste plaats moet ik hier nog gewagen
van twee operavoorstellingen, die reeds een poos
geleden plaats vonden, nl. van den »Rigoletto",
in de Hollandsche opera (met de oorspronkelijke
rolverdeeeling) en van den «Barbier de Sevilla",
met E m ma Nevada als Rosine, run vervolgens
nog een woord te wijden aan eeu fecstconcert in
het l'aleis voor Volksvlijt, ter eere van het
40jarig jubileum als fluitist van den Heer Jac. de
Jong, aan eene matinee in het Concertgebouw en
aan een concert van de mauneu-zangvereenigiug
«Amicitiae". directeur de Heer \V. R. vau de
Vliet, met medewerking van de solisten: mej.
Louise F. Mulder (sopraan uit Utrecht) en de
HU. J. J. Ilogmatis (tenor) en Jac. de Jong
(fluit.)
De »Iligoletto" bewees weder met welk een
ijver tegenwoordig iu de Hollaunsche opera ge
studeerd wordt ens. hoeveel moeite de Heer De
Groot zich getroost om iets goeds tot st*nd te
brengen. Zoo waren uu van de firma Ricordi te
Milaan de oorspronkelijke orkestpartijen aange
kocht en, hoewel nog uit een kiaviei uittreksel
scheen gedirigeerd te worden, kon nu het or
kestrale gedeelte beter tot zijn recht komen dan
vroeger in een ander werk van Verdi, dat ik
uiet behoef te noemen. Dit orkestrale gedeelte
vau de opvoering kon uu dan ;ook doorgaans
zeer voldoen; de houten blaasinstrumenten en
hoorns b.v. ziju tegenwoordig bij den Heer De
Groot in zeer goede handen, terwijl ook het
strijkkwartet vele verdienstelijke leden telt, onder
wie in de eerste plaats de concertmeester. Daar
entegen werden de zangpartijen niet alle naar
wensch vervuld. Mej. de Wulf (Gilda) b.v.
draagt nog te stijf voor en daarenboven
miste haar orgaan ditmaal de molügheid, die
in een zoo door CM door Italiaansche partij als
deze, waariu de »be,l c.uito" de hoof z utk is,
noode gemist kan worden. Evenwel g;if mnj. de
Wolf blijken van veel studie, en dit, gevoegd bij
haar zoo gunstige uiterlijke verschijning, deed
haar toch nog eeu zeer goeden indruk maken.
De heer v. d. Kerckhoven (Hertog vau Mantua)
beweegt zich ook nog te moeielijk, overigens is
zijn kleine gestalte een beletsel voor hem om te
kunnen nnpoueereu. In zijn zang eindelijk zou
men meer hartstocht weuscheu. Da lieer Albera
(Rigoletto) gaf veel te genieten, men volgde zijn
creatie niet OH verflauwde belangstelling ;. do heer
Albers voldoet trouwens reeds in hooge mate
aan de voorwaarden, die men aa-i een drama
tisch zanger stellen mag en daarbij is hij vol
ambitie, hij kent ziju eigen rol niet alleen, maar
ook het werk, waarvan die rol slechts een on
derdeel is, zoodat ook zijn stil spel steeds vol
intelligentie en leven kan zijn, hetgeen bij zijn
rnedeartisten nog al eens te wenscheu wil over
laten. Alles saa'i'.genonieu bevatte de voorstelling
van »Rigolettu" veel goeds en zal dit werk wei
eeu repertoire-stuk van de Hollandsohe Opera
worden.
Wat Emma Nevnda iu bet geestige meester
stuk vau llossini betreft, was het weer eeu genot
deze kunstenares iu bare minste bewegingen en
discreetste toontjes te mogen volgen. Meester
Ros.-iui zou zelf verrukt geweest ziju hadde hij
deze opvoering kunnen bijwonen, altijd wat
liosirie aangaat want het vibreerende en gezwollen
gezang van Figaro o. a. was nu rniuder
verkwikkelijk. Ook vriend Adrion Barbe als comte
Almaviva was maar matig, zeer goed daarentegen
de vertolkers der rollen vau Basile en
Biirtholo. Was de Lakmévan Ernnia Nevada
molankoliek. diep hartstochtelijk, haar Rosiue
was eeu zoo schalksch, levendig, fijn persoontje,
dat nicu zich nauwelijks kou voorstellen, dat
Ilosiue en Lakméeigenlijk dezelfde waren. Wat
deu eigenlijken zang van Nevada betreft, kan
men bezwaarlijk iets meer geacheveerds eu
voortrefielijks qua toonvoorlbreugiog en beheersching
van alle stemmateiiaal te hooreu krijgen dan dit;
eeu meesterstuk van techniek eu voordracht was
ook het door haar in de -Lejou de cliant" ge
zongen »le Mysoli" uit la Perle de Bié-ul" van
Fólicien David. De hierin voorkomende toon
ladder o. a. van d onder de lijn tot hoog b was
van eeu zuiverheid om eeu violist jaloersch te
maken, het lang pp uitgehouden ais vóór derj
terugkeer van het hoofdthema was van een
hemelsche fijnheid eu expressie; in 't algemeen
was Nevu-la's geluid in dit intermezzo zóó
teeder, dat de in de begeleiding voorkomende
twee fluiten, schoon deze waarlijk niet in slechte
handen berustten, tegenover haar ruw klonken.
Meermalen maakte ik onwillekeurig eeu verge
lijking tusschen Nevada en Arnoldus, die dan
meestal ten r.adeele vau de laatste uitviel, altijd
met uitzondering van het geluid op zichzelf, dat
bij Arnoliius klaukrijker, voller is dan bij Ne
vada. Personen als Nevuda en b. v. Fraucesco
d'Audrade en werken als de Barbier" eu de
Don Juan" doen wesr opnieuw aan kunst
gelooven, als dit geloof gedurende eene muzikale
campagne soms aan het wankelen mocht ziju
geraakt.
In het sPaleis v. Volksvlijt" herdacht de heer
De Jong den dag, waarop hij vóór 4.0 jaren als
fluitist begon werkzaam te ziju. Gedurende dit
lange tijdsverloop heeft de heer De Jong o. in.
vele leerlingen gevormd als Strelitski, Vau Dom
mel, Roskam, Fiansella, Benavente, Puscli, res
pectievelijk woonachtig te Londen, New-York,
Antwerpen, Amsterdam (Concertgebouw) Amster
dam (Holl. Opera) en den Bosch, eu voorts de
orde van den Eikeukroon ontvangen. Op zijn.
couccit bewees de heer De Jong van den tand
des tij'ls nog weinig of niets geleden te hebbeu.
Zijn in 't algemeen'fraaie toon had op een enkele
plaats echter een bijkomstigeii kla.uk van hout.
dien men bij meer fluitisten aantreft en dat mis
schien aan het instrument ligt. Iu dit opzicht
moet men den broeder vau den heer Jac. de
Jong, Eduard de Jong, te Manchester, of anders
diens instrument m. i. hooger stellen. Hoe het