Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.o52
"vreugde bij het slagen op veel hooger peil dan dat
van droefheid bij mislukking.
Inmiddels was Cerberus alweer in- en uitgegaan
en riep den naam van Pendule. Deze jongeling,
aan teleurstellingen gewoon, keek bij dezen
beangstigenden oproep zoo hopeloos glimlachend om,
dat er een zacht gefluister van medelijden door
het portaal scheen te fladderen. Hij ging, kwam
en een donderend hoerah begroette hem. toen hij
met een: ik ben er door!" trsschen zijn club sprong.
Toen moesten de artsen volgen. De Hit liep
heen en weer en zei, terwijl de droppels hem op
het voorhoofd parelden: 't is koud van daag,
grimmig vind je niet?" En ieder tot wien hij die
vraag richtte en dat deed hij tot allen ant
woordde graag: ja, 't is til hier!"
De Kaffer klappertandde hoorbaar en ging wel
voor de tiende maal een der kleine kabinetjes
binnen, die in het portaal aanwezig zijn.
O, wie zal zeggen, wat er in het hart dier
beide jonge mannen omging in die weinige angst
volle oogenblikken ?
Zij zelven niet! Want later als men hen schert
send zegde : Je zat mooi in de rats vrind, op
het laatst hè!" dan klinkt het antwoord half
verontwaardigd: Ikke? Dat lieb je glad mis hoor,
ik was zoo kalm als een deur!"
Zg schamen zich voor die aandoening en toch
zal er in dat oogenblik wel veel edels hebben
getrild in hun gemoed. Zeker hebben ze toen
niet taan eigen geluk of ongeluk alleen gedacht,
naar' zweefde ook het beeld hun voor den geest
van geliefde wezens wier juichtoon of wier tranen
ook uit dat ne woord van den president moesten
voortvloeien.
Cerberus was weer gekomen en noemde ach
tereenvolgens de beide namen van Hit en Kaffer.
Zümoesten te zamen binnenkomen.
Hoerah ! klonk het al dadelijk bij dit gunstig
voorteeken, en Cerberus wierp de deur wijd open,
zoodat allen die buiten stonden in de zaal konden
zien. De hoofden verdrongen zich tusschen de beide
deurposten, de achterstaanden hieven zich op de
schouders der voorsten omhoog en zoo werd haast
geheel de deurruimte versperd door een muur van
menschelijke gezichten, die allen met belangstel
ling gericht waren naar die hel verlichte groene
tafel, waarboven de eerwaarde hoofden der profes
soren zich ernstig verhieven.
Ja, zij waren er door ! Zij ontvingen hun diploma,
legden hun beroepseed in handen van de commissie
af, ontvingen den handdruk en den gelukwensch
der professoren en ijlden de zaal uit. Aan het
gejubel kwam geen einde. De voorzitter belde en
gelastte Cerberus de deur der zaal te sluiten.
Handen werden gedrukt alsof men de pas ge
slaagden in de gelegenheid wilde stellen om da
delijk proeven van bekwaamheid op hunne eigene
uit het lid gerukte armen te geven. Maar spoedig
dacht men aan iets ernstigers. Men scheidde om
zich na een half uur te bestemder plaatse weer
te vinden. Aan den hoek van de Oude
Manhuispoort stond een klein, onooglijk mannetje en sloeg
de beide artsen toen zij hem voorbijgingen, ver
trouwelijk met de hand op den schouder, Ik
filiciteer je, meneer! 't Is een slecht jaar voor
Korte, meneer!" Daarmede wilde hij zeggen, dat
de artsenfabriek niet zooveel afleverde als Korte,
in zijn belang, wel wenschelijk achtte. En met een
glimlachje, waarin iets van minachting lag, fluis
terde hij: en dan zijn er tegenwoordig nog zoo
veel, die het met een pop laten afloopen."
Dankje, Korte", zeiden de artsen, terwijl zij
hem de hand reikten, die hij niet maar zoo on
middellijk kon loslaten. En zijn gezicht verheiderde
onmiddellijk. Dezen hadden het niet met een pop
laten aftoopen, zijne vingers omklemden den
traditioneelen riks.
't Was Korte van de snijkamer, die de instru
menten schoon houdt, de cadavers klaar legt en
meer van die karweitjes doet waarmede een wel
opgevoed student zich niet kan inlaten.
Heeren, ik wensch je een praktijk van tien
duizend gulden," riep Korte hun achterna. En een
van de vrienden van Hit zei: ca n'est pas
jurer gros."
De Hit nam een aapie en reed eerst om in
advertentiestijl te spreken naar haar met wie
hij weldra in den echt hoopte vereenigd te wor
den, toen naar het telegraatbureau en eindelijk
weer terug naar zijne vrinden.
Ende daar werd gefuifd tot aan den vroegen
morgen.
En toen hij des middags bleeker dan ooit het
hek van het gasthuis doorging langs den portier,
die hem nooit een groet had waardig gekeurd,
zeide deze beleefd: Goeden dag, doctor!"
Js. VAN EENNES.
SCHETSEN UIT HET LEVEN DER SIBERISCHE
BANNELINGEN.
Ondanks alle fraaie officieele beweringen wor
den de zoogenaamde politieke misdadigers in
Siberiënog steeds op een gruwelijke wijze be
handeld, zooals o. a. blijkt uit het werk van den
Amerikaan George Kennan over den toestand en
het leven der bannelingen in Russisch-Siberië,
dat zeer terecht een groot opzien gebaard heeft.
George Kennan heeft met den hoer Georgo A.
Forst, een schilder uit Boston, in 1885 een reis
gemaakt door Siberië, om het gevangeniswezen al
daar en alles, wat daaraan verbonden is, door eigen
aanschouwing te leercn kennen. De middelen
daartoe werden verstrekt door den uitgever van
het Century Magaz.ine," die de resultaten dezer
reis in zijn tijdschrift openbaar maakte. Niet
alleen stelde de Russische regeering den reizigers
geen hinderpalen in den weg, maar zij hielp hen
zelfs, door htm een open brief aan de gouver
neurs der verschillende provinciën mee te geven,
waarin dezen gelast werd, hun zooveel mogelijk
in te lichten en bij te staan. Deze voorkomendheid
vindt zijn verklaring daarin, dat Kennan in 1882
in een zitting van het aardrijkskundig genootschap
te New-York een lezing gehouden had, waarin
hij als zijn toenmalige meoning te kennen gaf,
dat de Russische regeering en haar systeem van
verbanning erg belasterd was. De nihilistcn, ter
roristen en politieke ontevredenen beschouwde
hy als onverstandige, dwarskoppige geestdrijvers
van het type der anarchisten, waarmede men ook
in Amerika, helaas! kennis had gemaakt.
Hetgeen de heer Kennan nu op zijn reis door
Siberiëheeft gezien en opgemerkt, heeft hem
echter tot een geheel andere dan de toen geuRe
meening doen komen.
Ik heb een man gesproken, die in de hel
geweest is", zeide ecu bekend Amerikaansch
schrijver, die Mr. Kennan, na diens terugkeer uit
Siberiëontmoet had. Hetgeen deze vertelt van
de onnoemelijke ellende, waaraan de bannelingen
zijn blootgesteld en die dikwijls tot waanzin of
zelfmoord voert, schijnt het voortbrengsel van
een helsche phantasie te zijn en toch is het de
naakte, troostelooze werkelijkheid, het lot dat een
autocratische rogeering aan duizcnde menschen
ten deel doet vallen, die niet slechts geen mis
daad begaan hebben, maar tot de besten van hun
volk behooron, die, om met een hooggeplaatst
Russisch ambtenaar te spreken, onder andere
omstandigheden hun vaderland onschatbare dien
sten konden bewijzen".
De beide Amerikanen vertrokken in den zomer
van 1885 van Nischni-Nowgorod, langs den Wolga
en den Kama naar Jekaterinenburg. gingen van
daar per spoor naar Tjumen, reisden vervolgens
naar Ornsk, Temipalakinsk, maakten een uitstapje
naar het Altaïgebergte en begaven zich daarop
naar Tomsk en Irkoetsk.
Kennan berekent op grond van officieele tabel
len, dat onder de regeering van den
tegenwoordigen Csar, van 1881 tot en met 1887, 125,300
personen naar Siberiëzijn verbannen. In
Europeesch Rusland vindt men geen tuchthuizen.
Allen, die tot een gevangenisstraf van langer dan
vier jaar veroordeeld worden, worden naar Siberi
getransporteerd. De bannelingen bestaan dus uit
zeer verschillende categorieën. Daartoe behooren
bijv. zij, dio tot dwangarbeid veroordeeld zijn, de
zoogenaamde strafkolonisten" en de gewone
bannelingen. Tot de laatsten behooren o. a. weer
de landloopers van onbekende afkomst, de perso
nen, die door do dorpsgemeenten als lastig of
gevaarlijk naar Siberiëverbannen worden en die,
welke eenvoudig langs administratioven weg door
den minister van Binnenlandscho Zaken in bal
lingschap gezonden worden. In bet jaar 1885
werden 18,843 personen naar Siberiëverbannen.
Daar het aan hunne vrouwen en kinderen vergund
is, hen naar Siberiëte vergezellen, gingen in dat j
jaar 5536 vrouwen en kinderen met hen mee.
Het aantal der zoogenaamde politiokcn" onder
de gevangenen berekent Kennan op gemiddeld
150 per jaar.
In de eerste plaats schetst Kennan den toe
stand der zoogenaamde
etappegeva-ngenifser^v/aarin de gevangenen op hun reis naar Siberiënu
en dan eenigen tijd vertoeven, zoogenaamd om
uit te rusten, en vervolgens do wijze, waarop de
bannelingen de. dikwijls maanden lang durende,
reis, te voet afleggen. In Tjumen bevindt zich de
grootste etappegevangenis van Siberië! Aan het
geen Kennan van zijn bezoek aan die gevangenis
vertelt, ontleenen wij het volgende: De gevan
genis kan slechts 800 gevangenen bevatten. Toen
wij daar waren, bevonden er zich echter niet
minder dan 1741. De klceding dor bannelingen
bestond uit een Schotsche muts zonder klop, een
hemd en broek van grof linnen en een langen,
grijzen overjas, waarop tusschen de schouders een
of twee vierkante stukjes zwart of goei laken be
vestigd waren. Bijna allen droegen boeien aan
de boenen.
Vervolgens beschrijft Kennan de kamer van
een barak. De kamer was ongeveer 35 voet lang,
25 voet breed en 12 voet hoog; de muren, die
uit balken bestonden en oorspronkelijk gewit wa
ren, waren vuil, de grond was zwart van het
daaraan klevende vuil en don vastgetrapten mod
der; drie van tralies voorziene ramen, die op een
binnenplaats uitzagen, lieten het licht bininm.
In de midden van het vertrek bevond zich de
slaapbank, een 12 voot breede en 30 voet lange
houten brits, die zich op stevige palen twee voet
boven den grond verhief. Deze helde van het
midden naar beide kanten af, zoodat, wanneer
de gevangenen in twee diametrale rijen vlak
naast elkander sliepen, hunne hoofden eenige
duimen hooger lager dan hunne voeten. Een
Siberische gevangenis bevat behalve deze britsen
geen andere meubelen dan eenige groote tonnen |
voor de excrementen. De gevangenen krijgen
kussens, dekens noch lakens, zij slapen op de
harde britsen on dekken zich met hun overjassen
toe. Toen wij de cel binnentraden, sprongen de
gevangenen plotseling op, namen hunne mutsen
af en stonden zwijgend dicht opcengedrongen voor
de slaapbank. Hoe gaat het jongens V" vroeg
de directeur. Wij wenschen uwe genade gezond
heid", riepen honderd stemmen in koor. De
gevangenis is op een verschrikkelijke wijze over
bevolkt", zeido de directeur; deze cel bijv. is
slechts 35 voet lang en 25 breed en bevat
slechts genoegzame ruimte voor 35. hoogstens 40
personen. Hoeveel menschen hebben van nacht
hier geslapen?" vroeg hij, terwijl hij zich tot de
gevangenen wendde Honderd-gestig", antwoord
de een aantaal heesche stemmen. In deze cel",
zeids de directeur tot mij. bevinden zich vier
maal zooveel gevangenen als waarvoor zij bestemd
is. En zoo is het in de geheole gevangenis''. Ik
keek om mij heen, nergens eenig spoor van ven
tilatie en de lucht was zoo bedorven, dat ik haar
nauwelijks kon inademen. Achtereenvolgens be
zochten wij zes cellen of afdeelingen en overal
was de toestand juist als in de eerste; in ieder
daarvan bevonden zich drie- of viermaal zooveel
gevangenen als daarin moesten zijn, on zeke'-vijf
a zesmaal zooveel als waarvoor er lucht aanwezig
was. In de meeste cellen was op de britsen geen
ruimte genoeg voor de gevangenen om te slapen;
zij lagen op den vuilen grond daaronder of in de
open ruimte tusschen de slaapbank en de muren.
Toen wij een der cellen binnentraden, kropen
drie of vier blijkbaar zieke gevangenen van onder
de brits.
Kennan beschrijft daarop ook do cellen in het
hoofdgebouw, die nog voel slechter waren. De
britsen waren evenals de vroeger beschrevene, de
kleine ramen van sterke tralies voorzien; elk
middel tot ventilatie ontbrak. In een dier cellen
zag hij 8 a 10 edellieden, die beschaafde menschen
schenen te zijn en in wier tegenwoordigheid de
directeur zijn hoed afnam. Of zij politieken"
waren, wist hij niet, maar In dat gedeelte van de
gevangenis werden gewoonlijk de politieke banne
lingen opgesloten. De lucht in de gangen en
cellen, vooral van de tweede verdieping, was on
beschrijfelijk slecht. Elke kubieke voet daarvan
was blijkbaar zoo herhaalde malen ingeademd.
dat hij geen atoom zuurstof moer bevatte. Zij
was met koortskiemen uit do iret geventileerde
ziekenafdeelingen, met de kwalijk riekende uit
wasemingen van zieke, menschelijke longen
en onreine lichamen en den stank, die uit de
met excrementen gevulde tonnen opsteeg, be
zwangerd. Kennan werd uit gebrek aan zuurstof
bepaald kwalijk. De directeur, die zag, hoe bleek
hij werd. zeide: Gij zijt aan de gevangenislucht
niet gewoon; steek ecu cigarettc op, en in de
apotheek zullen wij een glas wijn voor u vragen;
dan zult gij wel weer wat onknappon "
(Slot rolgt).
VOOR DAMES.
Is liet huwelijk een mislukte proefneming?" i
(Slot.)
De verzameling Curiosa", die Afdeeling IV !
van de verzameling brieven vormt, heeft voor het j
onderwerp weinig belang; zij is alleen amusant.
Een vermoeide", een butfetjuffromv", oen,, oude
vrijster", een die in den stock gelaten is", geven j
haar ellenlange klachten ten beste : alle brieven j
voor een humoristisch tijdschrift. Voegt men er
den predikant die zichzelf behnerscht", het
meisje uit Kent, dat zich en baar zusters acht
vergeten schatjes'' noemt, en nog ecnigc bij. dan
heeft men de quintcssens der collectie. Eén
brief nemen wij in zijn geheel over :
Mijnheer! Ik ben tir-n jaar gr-ëngageerd ge
weest mot een jongmensch. dat een eoodo positie
bekleedt, en wij zijn nog even ver var, hot huwelijk
af als ooit. Maar ik maak er mij niet droevig
over. Ik heb wel zooveel gezien van 't huwelijk
bij mijn getrouwde vrienden en familie, dat ik
tot de conclusie gekomen ben, dat liet een fout
is. En de briefwisseling in uwe kolommen heeft
mijn verloofde zulk oen schok gegeven, en maakte
hem zóó angstig, dat hij nu ook meondo, dat het
maar beter was. onze verloving af te breken."
Miss Lynn Linton geeft hare denkbeelden in
een hoofdstuk, getiteld de philosophio van :t
huwelijk" Zij stelt voorop: De eerste beginselen
van eene geordende maatschappij liggen in de
vrijwillige bepaling van het huwelijk, tegenover
een vermenging in het wilde. lïij de wilde volken
is dat huwelijk eenvoudig genoeg, het verschil
der individuen van een stam is gering; de eischen
voor geluk zijn er weinige. In onze maatschappij,
waar de zenuwen do plaats innemen van den
hartstocht, de sympathie de plaats van het instinct,
is het oorspronkelijk beginsel niet te onderken
nen door de veelheid der bijkomende omhulsels,
welke ieder op zichzelf even werkelijk
bestaandezijn als het beginsel zelf." Zij vergelijkt dan het
vroegere Engekche en het vroegere Fransche
huwelijk ; het eerste meest door de jongelieden
zelf gekozen, zonder zorg voor de toekomst, vaak
zeer gelukkig, vaak vol teleurstellingen ; het
tweede door de ouders besproken, soms niet zeer
gelukkig, maar meestal zonder de zorgen in de
toekomst die voor een deel de oorzaak van veel
bittciheid, vaak van hopoloozen ondergang van
alle geluk zijn.
Dit is echter tegenwoordig aan 't veranderen,
zegt Miss Lynn Linton. Het huwelijk om geld,
nog geheel iets anders dan hot inariuye, d
raison of de eoncenancï, in zijn ruwsten 'vorm,
is in Engeland reeds aan de orde van den dag,
en dan te erger omdat de ouders niet beslissen,
maar het schoono meisje of do knappe jonkman
zich zelf verkoolt voor louter geld. In do stra
ten noemt men dat met een schande!ijken naam;
maar in de maatschappij en in do kerk noemt
men dat huwelijk, en de maatschappij en ue kerk
moeten het, 't beste weten. Is alles een quaestie
van fierheid, eerbied voor zich zelf, gevoel van
eer, of van toegeven aan onze zinnelijke natuur.
Indien wij ons zelve niet te goed achten om ons
te verkoopen, dan zijn wij n ons recht den duur
sten koop te sluiten, dien wij bedingen kunnen.
Maar nu het nakomen der overeenkomst. De ge
kochte toch heeft ook aangenomen iets te geven,
een uiterlijkon schijn van voorkomendheid en
achting, al blijft het hart ook koud en ledig.
Wordt dit trouw nagekomen, dan is hot een
droevig welslagen, niemand heeft er iets op aan
te merken. Maar zoo niet. dan is het een schan
delijk bedrog, en noch de kerk, noch de maat
schappij kan dat huwelijk verheffen boven het
feit van geautoriseerde prostitutie, of er iets
anders van maken dan eene afzetting met valsche
dobbelstoenen of valsche kaarten".
De lezers van Max Nordau's Die Ehelüge zul
len uit deze volzinnen opmaken, dat Miss Lyp:i
Lir.ton hem ook gelezen heeft. Uit het volgende
echter niet. Wanneer de partner de dankbaar
heid en de zorgen van een goed metgezel, en
zooveel trouw als voor het uiterlijk achtingsbetoon
gevorderd wordt, in ruil geeft voor de gift aan
liefde en gold; dan is hij gerechtvaardigd en de
wereld heeft niets op hem aan te merken. Ieder
huwelijk, hoewel op andere motieven, clan dat van
persoonlijke liefde aangegaan, maar waarin de
voorwaarden, die er too leidden, vervuld worden.
is zoo goed geslaagd als men maar verlangen
kan". De schrijfster voegt echter bij deze uit
spraak, die voor meer romantische lezers veel op
tnuriage a failurc" zou lijken, de waarschuwing
dat het uiterst moeielijk is, zich in dergelijk soort
huwelijken aan de condities te houden.
Miss Lynn Linton spreekt dan veel over echt
scheiding en behandelt nu eerst de eigenlijke
vraag: Is het huwelijk een goodgeslaagde instel
ling '/" Zij wil de oplossing zien in Je verhouding
tusschen het aantal huwelijken en dat der echt
scheidingen, maar erkent ook terstond, dat er
weinig echtscheidingen zijn zonder mislukte huwe
lijken, maar tal van mislukte huwelijken zonde:1
echtscheiding. Toch houdt zij miirriuyc. niet
voor a fuilure. ,,Xatuurlijk ligt de kern van 't
ge-heeie vraagstuk in de kinderen," zegt zij. Hut
huwelijk zou geen meer 'Kindend verdrag zijn dan
elke andere vrijwillig aangegane verbintenis,
indien 't, niet ware om deze hulpclooze leden
ilcr maatschappij, wier toekomstig welzijn der
maatschappij heilig moest wezen, deze niet
vertegenwooi'dig-düburgers, dio de ouders tijdelijk in
leen hebben, maar voor wie zij verantwoordelijk
zijn aan den st'aat, ofschoon de staat, zeer weinig
belangstelling voor hc-n toont, vpriromvondo, dat
over 't geheel, hot ouderlijk instinct en do eigen
liefde het 't best weten zullen. Do onschendbaar
heid, de heiligheid van het huisgezin ligt op den
bodem van elke duurzame en we'iiigerichto
maatschappij, en oprecht gesproken, het persoonlijk
geluk van dezen of genen man of vrouw, die slecht
gepaard is, mag voor geen haarbreed meetellen,
waar 't geldt de stabiliteit der maatschappij en
het welzijn der familiën." Er staat tegenover, dat
liet voorbeeld van een niet gelukkig huwelijk voor
de kinderen een zeer slechte leerschool is.
Miss Lynn Linton stelt zich, niet minder dan
Zola, de mogelijkheid voor, dat het huwelijk zal
ophouden een instelling te zijn en de familie
banden opgelost zullen worden als gelei in water."
Maar wij moeten niet met verlangen uitzien naar
dien radicalen omkeer, meent zij: Wij moeten ons te
vreden stellen met kleinere proefnemingen en
inaatStand der partij na den 42sten zet van zwart.
ZWAÏIT
d e
WIT
44
45
4(5
47
48
49
50
51
52
53
54
55
5G
cl d2!
d2 _ a5!
fl X c2
el _ c2
c2 a3
a3 b l
a5 el
bl (12
d2 c4
cl d2
(12 cl
cl a3
a3 X c5f
c.'ïb2
b2 X c2j
f G -- c7
e7 d7
o5 AC,
dG c7
d7 c8
c8 1)7 /
b7 1)0
a7 a5
a5 al
a4 b3 ij
b(5 af>'
57 a2 X 1>3
58 e4 (12
5!) d2 _ b l
00 bl a3
G l a3 c2
02 c2 X d4
G3 c5 X '14
G4 (14 eó
05 e5 X i 4
(56 c2 (12
c 7 c5
15 b7
In f 5
f'5 d7
(17 c8
e5 X d-l
a5 b4
b4 X h.'i
cS f :">/'(
opgegeven.
a4
a8
a4 mat.
n) Wit kan nu met den e-pi >n nier opklim ;i.
b) Door het vooruit brengon van den 'aminysvleugel k;in
zwart zijn boido loopers beter posteeivn.
c) zwart mnest nu 'l'l a,s d* spelen en had dan met
d(> do een goed spel gekregen.
(/) Zeer noodzakelijk o:n 27 i!2 t:\t t,-«en te «'aan.
c) Met dezen zet begint zwart eene eoinliin.itie, die eerst
op den 42s(e zet rijp is. Hij zoekt namelijk de e-linie at'
te snijden en di'.n niet zijne dame over aöin het vijandelijk
spel te dringen.
/j Op 50 cl a."> volgt (ï'2?e3.
(fl Als zwart r,i 17. X "i speel!, v, int wit door f:l X et
a4'Xb3, .W a'J X I'S on 57 c'J f:i.
li) Zou zwart met (Ï4 b;i <-J cl. n looperzet zon willen
voorbereiden wint wit door (i5 d:j?ui e2?e3 r.ij dl d5
cuz.
OPLOSSINGEN.
I'robleum H. M. d. C.
l ca f3 b*; V '10 f
2 e3 d5 mat met variatie.
Eindstelling C'olmago: Loyd.
II. en J. H. Zukortort.
1
2
gl
f3
cl
dl
h4
d4
e3
f5
(14!
(12 f
Nouman en Kolisch.
g4 x f»?
e2 dl
dl X el
el e2
e2 el
opgegeven.
f7 f r,:
hl 1)2 f
h4 X d
h2 hit
hl f.'j t
e4 d3
l
2 a3 X al
a ei _ bi
4 bl cl
5 cl bl
G bl X d
7 bl a2
a'2 al f
dlS g5j
};;
(12-;da b3t
g5 cl t
b.'5 (12 j
Anderssen en llarwitz.
bf> X «7 b8 X c7
d5 d(51 c7 X dO !
c3 f4 t '10 - eO
al el t g-1 e2
f l _ t'2 opgegeven.
Schaakstudie.
aG - a(5
-|h2 - g2f
g'-i S!» T
g8 d5
-jaG c O
b7 a7
b8 1)7
b7 (58
b8 b7
onverschillig.