De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 22 december pagina 6

22 december 1889 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.o52 "vreugde bij het slagen op veel hooger peil dan dat van droefheid bij mislukking. Inmiddels was Cerberus alweer in- en uitgegaan en riep den naam van Pendule. Deze jongeling, aan teleurstellingen gewoon, keek bij dezen beangstigenden oproep zoo hopeloos glimlachend om, dat er een zacht gefluister van medelijden door het portaal scheen te fladderen. Hij ging, kwam en een donderend hoerah begroette hem. toen hij met een: ik ben er door!" trsschen zijn club sprong. Toen moesten de artsen volgen. De Hit liep heen en weer en zei, terwijl de droppels hem op het voorhoofd parelden: 't is koud van daag, grimmig vind je niet?" En ieder tot wien hij die vraag richtte en dat deed hij tot allen ant woordde graag: ja, 't is til hier!" De Kaffer klappertandde hoorbaar en ging wel voor de tiende maal een der kleine kabinetjes binnen, die in het portaal aanwezig zijn. O, wie zal zeggen, wat er in het hart dier beide jonge mannen omging in die weinige angst volle oogenblikken ? Zij zelven niet! Want later als men hen schert send zegde : Je zat mooi in de rats vrind, op het laatst hè!" dan klinkt het antwoord half verontwaardigd: Ikke? Dat lieb je glad mis hoor, ik was zoo kalm als een deur!" Zg schamen zich voor die aandoening en toch zal er in dat oogenblik wel veel edels hebben getrild in hun gemoed. Zeker hebben ze toen niet taan eigen geluk of ongeluk alleen gedacht, naar' zweefde ook het beeld hun voor den geest van geliefde wezens wier juichtoon of wier tranen ook uit dat ne woord van den president moesten voortvloeien. Cerberus was weer gekomen en noemde ach tereenvolgens de beide namen van Hit en Kaffer. Zümoesten te zamen binnenkomen. Hoerah ! klonk het al dadelijk bij dit gunstig voorteeken, en Cerberus wierp de deur wijd open, zoodat allen die buiten stonden in de zaal konden zien. De hoofden verdrongen zich tusschen de beide deurposten, de achterstaanden hieven zich op de schouders der voorsten omhoog en zoo werd haast geheel de deurruimte versperd door een muur van menschelijke gezichten, die allen met belangstel ling gericht waren naar die hel verlichte groene tafel, waarboven de eerwaarde hoofden der profes soren zich ernstig verhieven. Ja, zij waren er door ! Zij ontvingen hun diploma, legden hun beroepseed in handen van de commissie af, ontvingen den handdruk en den gelukwensch der professoren en ijlden de zaal uit. Aan het gejubel kwam geen einde. De voorzitter belde en gelastte Cerberus de deur der zaal te sluiten. Handen werden gedrukt alsof men de pas ge slaagden in de gelegenheid wilde stellen om da delijk proeven van bekwaamheid op hunne eigene uit het lid gerukte armen te geven. Maar spoedig dacht men aan iets ernstigers. Men scheidde om zich na een half uur te bestemder plaatse weer te vinden. Aan den hoek van de Oude Manhuispoort stond een klein, onooglijk mannetje en sloeg de beide artsen toen zij hem voorbijgingen, ver trouwelijk met de hand op den schouder, Ik filiciteer je, meneer! 't Is een slecht jaar voor Korte, meneer!" Daarmede wilde hij zeggen, dat de artsenfabriek niet zooveel afleverde als Korte, in zijn belang, wel wenschelijk achtte. En met een glimlachje, waarin iets van minachting lag, fluis terde hij: en dan zijn er tegenwoordig nog zoo veel, die het met een pop laten afloopen." Dankje, Korte", zeiden de artsen, terwijl zij hem de hand reikten, die hij niet maar zoo on middellijk kon loslaten. En zijn gezicht verheiderde onmiddellijk. Dezen hadden het niet met een pop laten aftoopen, zijne vingers omklemden den traditioneelen riks. 't Was Korte van de snijkamer, die de instru menten schoon houdt, de cadavers klaar legt en meer van die karweitjes doet waarmede een wel opgevoed student zich niet kan inlaten. Heeren, ik wensch je een praktijk van tien duizend gulden," riep Korte hun achterna. En een van de vrienden van Hit zei: ca n'est pas jurer gros." De Hit nam een aapie en reed eerst om in advertentiestijl te spreken naar haar met wie hij weldra in den echt hoopte vereenigd te wor den, toen naar het telegraatbureau en eindelijk weer terug naar zijne vrinden. Ende daar werd gefuifd tot aan den vroegen morgen. En toen hij des middags bleeker dan ooit het hek van het gasthuis doorging langs den portier, die hem nooit een groet had waardig gekeurd, zeide deze beleefd: Goeden dag, doctor!" Js. VAN EENNES. SCHETSEN UIT HET LEVEN DER SIBERISCHE BANNELINGEN. Ondanks alle fraaie officieele beweringen wor den de zoogenaamde politieke misdadigers in Siberiënog steeds op een gruwelijke wijze be handeld, zooals o. a. blijkt uit het werk van den Amerikaan George Kennan over den toestand en het leven der bannelingen in Russisch-Siberië, dat zeer terecht een groot opzien gebaard heeft. George Kennan heeft met den hoer Georgo A. Forst, een schilder uit Boston, in 1885 een reis gemaakt door Siberië, om het gevangeniswezen al daar en alles, wat daaraan verbonden is, door eigen aanschouwing te leercn kennen. De middelen daartoe werden verstrekt door den uitgever van het Century Magaz.ine," die de resultaten dezer reis in zijn tijdschrift openbaar maakte. Niet alleen stelde de Russische regeering den reizigers geen hinderpalen in den weg, maar zij hielp hen zelfs, door htm een open brief aan de gouver neurs der verschillende provinciën mee te geven, waarin dezen gelast werd, hun zooveel mogelijk in te lichten en bij te staan. Deze voorkomendheid vindt zijn verklaring daarin, dat Kennan in 1882 in een zitting van het aardrijkskundig genootschap te New-York een lezing gehouden had, waarin hij als zijn toenmalige meoning te kennen gaf, dat de Russische regeering en haar systeem van verbanning erg belasterd was. De nihilistcn, ter roristen en politieke ontevredenen beschouwde hy als onverstandige, dwarskoppige geestdrijvers van het type der anarchisten, waarmede men ook in Amerika, helaas! kennis had gemaakt. Hetgeen de heer Kennan nu op zijn reis door Siberiëheeft gezien en opgemerkt, heeft hem echter tot een geheel andere dan de toen geuRe meening doen komen. Ik heb een man gesproken, die in de hel geweest is", zeide ecu bekend Amerikaansch schrijver, die Mr. Kennan, na diens terugkeer uit Siberiëontmoet had. Hetgeen deze vertelt van de onnoemelijke ellende, waaraan de bannelingen zijn blootgesteld en die dikwijls tot waanzin of zelfmoord voert, schijnt het voortbrengsel van een helsche phantasie te zijn en toch is het de naakte, troostelooze werkelijkheid, het lot dat een autocratische rogeering aan duizcnde menschen ten deel doet vallen, die niet slechts geen mis daad begaan hebben, maar tot de besten van hun volk behooron, die, om met een hooggeplaatst Russisch ambtenaar te spreken, onder andere omstandigheden hun vaderland onschatbare dien sten konden bewijzen". De beide Amerikanen vertrokken in den zomer van 1885 van Nischni-Nowgorod, langs den Wolga en den Kama naar Jekaterinenburg. gingen van daar per spoor naar Tjumen, reisden vervolgens naar Ornsk, Temipalakinsk, maakten een uitstapje naar het Altaïgebergte en begaven zich daarop naar Tomsk en Irkoetsk. Kennan berekent op grond van officieele tabel len, dat onder de regeering van den tegenwoordigen Csar, van 1881 tot en met 1887, 125,300 personen naar Siberiëzijn verbannen. In Europeesch Rusland vindt men geen tuchthuizen. Allen, die tot een gevangenisstraf van langer dan vier jaar veroordeeld worden, worden naar Siberi getransporteerd. De bannelingen bestaan dus uit zeer verschillende categorieën. Daartoe behooren bijv. zij, dio tot dwangarbeid veroordeeld zijn, de zoogenaamde strafkolonisten" en de gewone bannelingen. Tot de laatsten behooren o. a. weer de landloopers van onbekende afkomst, de perso nen, die door do dorpsgemeenten als lastig of gevaarlijk naar Siberiëverbannen worden en die, welke eenvoudig langs administratioven weg door den minister van Binnenlandscho Zaken in bal lingschap gezonden worden. In bet jaar 1885 werden 18,843 personen naar Siberiëverbannen. Daar het aan hunne vrouwen en kinderen vergund is, hen naar Siberiëte vergezellen, gingen in dat j jaar 5536 vrouwen en kinderen met hen mee. Het aantal der zoogenaamde politiokcn" onder de gevangenen berekent Kennan op gemiddeld 150 per jaar. In de eerste plaats schetst Kennan den toe stand der zoogenaamde etappegeva-ngenifser^v/aarin de gevangenen op hun reis naar Siberiënu en dan eenigen tijd vertoeven, zoogenaamd om uit te rusten, en vervolgens do wijze, waarop de bannelingen de. dikwijls maanden lang durende, reis, te voet afleggen. In Tjumen bevindt zich de grootste etappegevangenis van Siberië! Aan het geen Kennan van zijn bezoek aan die gevangenis vertelt, ontleenen wij het volgende: De gevan genis kan slechts 800 gevangenen bevatten. Toen wij daar waren, bevonden er zich echter niet minder dan 1741. De klceding dor bannelingen bestond uit een Schotsche muts zonder klop, een hemd en broek van grof linnen en een langen, grijzen overjas, waarop tusschen de schouders een of twee vierkante stukjes zwart of goei laken be vestigd waren. Bijna allen droegen boeien aan de boenen. Vervolgens beschrijft Kennan de kamer van een barak. De kamer was ongeveer 35 voet lang, 25 voet breed en 12 voet hoog; de muren, die uit balken bestonden en oorspronkelijk gewit wa ren, waren vuil, de grond was zwart van het daaraan klevende vuil en don vastgetrapten mod der; drie van tralies voorziene ramen, die op een binnenplaats uitzagen, lieten het licht bininm. In de midden van het vertrek bevond zich de slaapbank, een 12 voot breede en 30 voet lange houten brits, die zich op stevige palen twee voet boven den grond verhief. Deze helde van het midden naar beide kanten af, zoodat, wanneer de gevangenen in twee diametrale rijen vlak naast elkander sliepen, hunne hoofden eenige duimen hooger lager dan hunne voeten. Een Siberische gevangenis bevat behalve deze britsen geen andere meubelen dan eenige groote tonnen | voor de excrementen. De gevangenen krijgen kussens, dekens noch lakens, zij slapen op de harde britsen on dekken zich met hun overjassen toe. Toen wij de cel binnentraden, sprongen de gevangenen plotseling op, namen hunne mutsen af en stonden zwijgend dicht opcengedrongen voor de slaapbank. Hoe gaat het jongens V" vroeg de directeur. Wij wenschen uwe genade gezond heid", riepen honderd stemmen in koor. De gevangenis is op een verschrikkelijke wijze over bevolkt", zeido de directeur; deze cel bijv. is slechts 35 voet lang en 25 breed en bevat slechts genoegzame ruimte voor 35. hoogstens 40 personen. Hoeveel menschen hebben van nacht hier geslapen?" vroeg hij, terwijl hij zich tot de gevangenen wendde Honderd-gestig", antwoord de een aantaal heesche stemmen. In deze cel", zeids de directeur tot mij. bevinden zich vier maal zooveel gevangenen als waarvoor zij bestemd is. En zoo is het in de geheole gevangenis''. Ik keek om mij heen, nergens eenig spoor van ven tilatie en de lucht was zoo bedorven, dat ik haar nauwelijks kon inademen. Achtereenvolgens be zochten wij zes cellen of afdeelingen en overal was de toestand juist als in de eerste; in ieder daarvan bevonden zich drie- of viermaal zooveel gevangenen als daarin moesten zijn, on zeke'-vijf a zesmaal zooveel als waarvoor er lucht aanwezig was. In de meeste cellen was op de britsen geen ruimte genoeg voor de gevangenen om te slapen; zij lagen op den vuilen grond daaronder of in de open ruimte tusschen de slaapbank en de muren. Toen wij een der cellen binnentraden, kropen drie of vier blijkbaar zieke gevangenen van onder de brits. Kennan beschrijft daarop ook do cellen in het hoofdgebouw, die nog voel slechter waren. De britsen waren evenals de vroeger beschrevene, de kleine ramen van sterke tralies voorzien; elk middel tot ventilatie ontbrak. In een dier cellen zag hij 8 a 10 edellieden, die beschaafde menschen schenen te zijn en in wier tegenwoordigheid de directeur zijn hoed afnam. Of zij politieken" waren, wist hij niet, maar In dat gedeelte van de gevangenis werden gewoonlijk de politieke banne lingen opgesloten. De lucht in de gangen en cellen, vooral van de tweede verdieping, was on beschrijfelijk slecht. Elke kubieke voet daarvan was blijkbaar zoo herhaalde malen ingeademd. dat hij geen atoom zuurstof moer bevatte. Zij was met koortskiemen uit do iret geventileerde ziekenafdeelingen, met de kwalijk riekende uit wasemingen van zieke, menschelijke longen en onreine lichamen en den stank, die uit de met excrementen gevulde tonnen opsteeg, be zwangerd. Kennan werd uit gebrek aan zuurstof bepaald kwalijk. De directeur, die zag, hoe bleek hij werd. zeide: Gij zijt aan de gevangenislucht niet gewoon; steek ecu cigarettc op, en in de apotheek zullen wij een glas wijn voor u vragen; dan zult gij wel weer wat onknappon " (Slot rolgt). VOOR DAMES. Is liet huwelijk een mislukte proefneming?" i (Slot.) De verzameling Curiosa", die Afdeeling IV ! van de verzameling brieven vormt, heeft voor het j onderwerp weinig belang; zij is alleen amusant. Een vermoeide", een butfetjuffromv", oen,, oude vrijster", een die in den stock gelaten is", geven j haar ellenlange klachten ten beste : alle brieven j voor een humoristisch tijdschrift. Voegt men er den predikant die zichzelf behnerscht", het meisje uit Kent, dat zich en baar zusters acht vergeten schatjes'' noemt, en nog ecnigc bij. dan heeft men de quintcssens der collectie. Eén brief nemen wij in zijn geheel over : Mijnheer! Ik ben tir-n jaar gr-ëngageerd ge weest mot een jongmensch. dat een eoodo positie bekleedt, en wij zijn nog even ver var, hot huwelijk af als ooit. Maar ik maak er mij niet droevig over. Ik heb wel zooveel gezien van 't huwelijk bij mijn getrouwde vrienden en familie, dat ik tot de conclusie gekomen ben, dat liet een fout is. En de briefwisseling in uwe kolommen heeft mijn verloofde zulk oen schok gegeven, en maakte hem zóó angstig, dat hij nu ook meondo, dat het maar beter was. onze verloving af te breken." Miss Lynn Linton geeft hare denkbeelden in een hoofdstuk, getiteld de philosophio van :t huwelijk" Zij stelt voorop: De eerste beginselen van eene geordende maatschappij liggen in de vrijwillige bepaling van het huwelijk, tegenover een vermenging in het wilde. lïij de wilde volken is dat huwelijk eenvoudig genoeg, het verschil der individuen van een stam is gering; de eischen voor geluk zijn er weinige. In onze maatschappij, waar de zenuwen do plaats innemen van den hartstocht, de sympathie de plaats van het instinct, is het oorspronkelijk beginsel niet te onderken nen door de veelheid der bijkomende omhulsels, welke ieder op zichzelf even werkelijk bestaandezijn als het beginsel zelf." Zij vergelijkt dan het vroegere Engekche en het vroegere Fransche huwelijk ; het eerste meest door de jongelieden zelf gekozen, zonder zorg voor de toekomst, vaak zeer gelukkig, vaak vol teleurstellingen ; het tweede door de ouders besproken, soms niet zeer gelukkig, maar meestal zonder de zorgen in de toekomst die voor een deel de oorzaak van veel bittciheid, vaak van hopoloozen ondergang van alle geluk zijn. Dit is echter tegenwoordig aan 't veranderen, zegt Miss Lynn Linton. Het huwelijk om geld, nog geheel iets anders dan hot inariuye, d raison of de eoncenancï, in zijn ruwsten 'vorm, is in Engeland reeds aan de orde van den dag, en dan te erger omdat de ouders niet beslissen, maar het schoono meisje of do knappe jonkman zich zelf verkoolt voor louter geld. In do stra ten noemt men dat met een schande!ijken naam; maar in de maatschappij en in do kerk noemt men dat huwelijk, en de maatschappij en ue kerk moeten het, 't beste weten. Is alles een quaestie van fierheid, eerbied voor zich zelf, gevoel van eer, of van toegeven aan onze zinnelijke natuur. Indien wij ons zelve niet te goed achten om ons te verkoopen, dan zijn wij n ons recht den duur sten koop te sluiten, dien wij bedingen kunnen. Maar nu het nakomen der overeenkomst. De ge kochte toch heeft ook aangenomen iets te geven, een uiterlijkon schijn van voorkomendheid en achting, al blijft het hart ook koud en ledig. Wordt dit trouw nagekomen, dan is hot een droevig welslagen, niemand heeft er iets op aan te merken. Maar zoo niet. dan is het een schan delijk bedrog, en noch de kerk, noch de maat schappij kan dat huwelijk verheffen boven het feit van geautoriseerde prostitutie, of er iets anders van maken dan eene afzetting met valsche dobbelstoenen of valsche kaarten". De lezers van Max Nordau's Die Ehelüge zul len uit deze volzinnen opmaken, dat Miss Lyp:i Lir.ton hem ook gelezen heeft. Uit het volgende echter niet. Wanneer de partner de dankbaar heid en de zorgen van een goed metgezel, en zooveel trouw als voor het uiterlijk achtingsbetoon gevorderd wordt, in ruil geeft voor de gift aan liefde en gold; dan is hij gerechtvaardigd en de wereld heeft niets op hem aan te merken. Ieder huwelijk, hoewel op andere motieven, clan dat van persoonlijke liefde aangegaan, maar waarin de voorwaarden, die er too leidden, vervuld worden. is zoo goed geslaagd als men maar verlangen kan". De schrijfster voegt echter bij deze uit spraak, die voor meer romantische lezers veel op tnuriage a failurc" zou lijken, de waarschuwing dat het uiterst moeielijk is, zich in dergelijk soort huwelijken aan de condities te houden. Miss Lynn Linton spreekt dan veel over echt scheiding en behandelt nu eerst de eigenlijke vraag: Is het huwelijk een goodgeslaagde instel ling '/" Zij wil de oplossing zien in Je verhouding tusschen het aantal huwelijken en dat der echt scheidingen, maar erkent ook terstond, dat er weinig echtscheidingen zijn zonder mislukte huwe lijken, maar tal van mislukte huwelijken zonde:1 echtscheiding. Toch houdt zij miirriuyc. niet voor a fuilure. ,,Xatuurlijk ligt de kern van 't ge-heeie vraagstuk in de kinderen," zegt zij. Hut huwelijk zou geen meer 'Kindend verdrag zijn dan elke andere vrijwillig aangegane verbintenis, indien 't, niet ware om deze hulpclooze leden ilcr maatschappij, wier toekomstig welzijn der maatschappij heilig moest wezen, deze niet vertegenwooi'dig-düburgers, dio de ouders tijdelijk in leen hebben, maar voor wie zij verantwoordelijk zijn aan den st'aat, ofschoon de staat, zeer weinig belangstelling voor hc-n toont, vpriromvondo, dat over 't geheel, hot ouderlijk instinct en do eigen liefde het 't best weten zullen. Do onschendbaar heid, de heiligheid van het huisgezin ligt op den bodem van elke duurzame en we'iiigerichto maatschappij, en oprecht gesproken, het persoonlijk geluk van dezen of genen man of vrouw, die slecht gepaard is, mag voor geen haarbreed meetellen, waar 't geldt de stabiliteit der maatschappij en het welzijn der familiën." Er staat tegenover, dat liet voorbeeld van een niet gelukkig huwelijk voor de kinderen een zeer slechte leerschool is. Miss Lynn Linton stelt zich, niet minder dan Zola, de mogelijkheid voor, dat het huwelijk zal ophouden een instelling te zijn en de familie banden opgelost zullen worden als gelei in water." Maar wij moeten niet met verlangen uitzien naar dien radicalen omkeer, meent zij: Wij moeten ons te vreden stellen met kleinere proefnemingen en inaatStand der partij na den 42sten zet van zwart. ZWAÏIT d e WIT 44 45 4(5 47 48 49 50 51 52 53 54 55 5G cl d2! d2 _ a5! fl X c2 el _ c2 c2 a3 a3 b l a5 el bl (12 d2 c4 cl d2 (12 cl cl a3 a3 X c5f c.'ïb2 b2 X c2j f G -- c7 e7 d7 o5 AC, dG c7 d7 c8 c8 1)7 / b7 1)0 a7 a5 a5 al a4 b3 ij b(5 af>' 57 a2 X 1>3 58 e4 (12 5!) d2 _ b l 00 bl a3 G l a3 c2 02 c2 X d4 G3 c5 X '14 G4 (14 eó 05 e5 X i 4 (56 c2 (12 c 7 c5 15 b7 In f 5 f'5 d7 (17 c8 e5 X d-l a5 b4 b4 X h.'i cS f :">/'( opgegeven. a4 a8 a4 mat. n) Wit kan nu met den e-pi >n nier opklim ;i. b) Door het vooruit brengon van den 'aminysvleugel k;in zwart zijn boido loopers beter posteeivn. c) zwart mnest nu 'l'l a,s d* spelen en had dan met d(> do een goed spel gekregen. (/) Zeer noodzakelijk o:n 27 i!2 t:\t t,-«en te «'aan. c) Met dezen zet begint zwart eene eoinliin.itie, die eerst op den 42s(e zet rijp is. Hij zoekt namelijk de e-linie at' te snijden en di'.n niet zijne dame over aöin het vijandelijk spel te dringen. /j Op 50 cl a."> volgt (ï'2?e3. (fl Als zwart r,i 17. X "i speel!, v, int wit door f:l X et a4'Xb3, .W a'J X I'S on 57 c'J f:i. li) Zou zwart met (Ï4 b;i <-J cl. n looperzet zon willen voorbereiden wint wit door (i5 d:j?ui e2?e3 r.ij dl d5 cuz. OPLOSSINGEN. I'robleum H. M. d. C. l ca f3 b*; V '10 f 2 e3 d5 mat met variatie. Eindstelling C'olmago: Loyd. II. en J. H. Zukortort. 1 2 gl f3 cl dl h4 d4 e3 f5 (14! (12 f Nouman en Kolisch. g4 x f»? e2 dl dl X el el e2 e2 el opgegeven. f7 f r,: hl 1)2 f h4 X d h2 hit hl f.'j t e4 d3 l 2 a3 X al a ei _ bi 4 bl cl 5 cl bl G bl X d 7 bl a2 a'2 al f dlS g5j };; (12-;da b3t g5 cl t b.'5 (12 j Anderssen en llarwitz. bf> X «7 b8 X c7 d5 d(51 c7 X dO ! c3 f4 t '10 - eO al el t g-1 e2 f l _ t'2 opgegeven. Schaakstudie. aG - a(5 -|h2 - g2f g'-i S!» T g8 d5 -jaG c O b7 a7 b8 1)7 b7 (58 b8 b7 onverschillig.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl