De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 29 december pagina 5

29 december 1889 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No.^653 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. IfiS* '?ter legt zijn vinger op den hemdsmouw moet je een°litteeken hebben". Tk?v ^Niet?" (De mouw wordt opgestroopt en's dokers vinger wijst juist op het litteeken. Nu? Ben je nog altijd Dubois?" De knaap zwijgt. Achter het oor", gaat dr. Bertillon voort, heb je een soort wrat. Draai je eens om''. Het herkenningsteeken is werkelijk aanwezig. Zwijgend staart Dubois voor zich uit. In ons, leeken in het politievak, komt een gevoel van medelijden op. Ook hem heeft immers een moe der onder het hart gedragen, en misschien schreit zij juist nu wel bloedige tranen om haar zoon. Bijna op smeekenden toon zeggen wij daarom tot hem: Zoudt gij, daar gij nu toch herkend zijt, maar niet liever bekennen ?" Een oogenblik, een kort oogenblik ook maar, kleurt een blosje zijn wangen. Hij ziet het schip reeds voor zich, dat hem. als reci divist, verre, verre van Parijs zal voeren. Terstond <laarop is hij zich zelt weer geheel meester en antwoordt: Ik heet Dubois! Ik heb niets te be kennen. Wanneer gij wilt, dat ik anders zal heeten, geef mij dan maar, een anderen naam ; my is het onverschillig". Nu, daar je voor geen goede woorden vatbaar bent, 'daar heb je dan je photogra.phie. Ben jij dat?" N-n-een l" O ja, zeker ben jij het. Onder het eene oog heb je een groote zomervlek en die is er immers op de photographie zelfs ook. Daar is nog een andere photographie, een oudere, en deze hier is ?uit den tijd, toen je, als kind, voor het eerst met ons in aanraking kwaamt? De jongen bekijkt de photographieën langen tijd en speelt er werktuigelijk mee. ^Moet ik dus maar proces-verbaal opmaken, Dubois?" In Godsnaam," zegt hij eindelijk, ik heet Eybuyère." Ja, dat zal wel je ware naam zijn. Dat is ?de eerste, waaronder je hier bekend bent. Toen, als kind, zult ge wel niet gelogen hebben. Ziezoo, dan zijn wij klaar". Bonjour M'sieu" OUDEJAARSAVOND. Naar het Duitsch van LUDMILLA KOELLB. Vroolijk zaten zij na de voorstelling bij elkaar, ?de acteurs en actrices van den schouwburg te B. in Engeland, die de directeur op Oudejaarsavond bij zich genoodigd had. De gastheer en zijn vrouw wisten het door hunne gulle gastvrijheid zoo recht gezellig te maken. Allerlei warme dranken damp ten in de glazen en kopjes, de rook der sigaren steeg kronkelend naar het plafond, de groote ka mer was heerlijk warm en de algemcene stemming buitengewoon prettig en opgewekt. Liederen wis selden af met anecdotes en persoonlijke herinne ringen en daartusschen weerklonk van uit de .zijkamer het vroolijke gelach van de kinderen van dsn directeur, die zich daar met eenige leden van zijn gezelschap met blindemannetje en klok fin hamer vermaakten. Toen er voor een oogenblik een pauze in het gesprek ontstond, gaf een der gasten den wensch te kennen, dat de directeur zelf een lied, een grappig verhaal of een vertelling uit zijn leven ten beste zou geven. Lachende antwoordde hij: Ik heb er, om met Gtlldenstern te spreken, geen slag van, iets grappigs te vertellen, en wat het zingen betreft, kan ik mij op mijne kleine Maudie beroepen; toen ik vanmorgen een wijsje neuriede, had de kleine dreumes de driest heid, op dringenden toon te zeggen: Och papie, zing het alsjeblieft niet zeg het maar liever!" Wanneer ik dus iets ten beste geven moet, moet gij u tevreden stellen, met wat ik beleefde, toen ik te York geëngageerd was". Allen knikten toestemmend. Wat hebben die kleintjes een pret!" ging hij voort, toen op dat oogenblik opnieuw een vroolijk gelach uit de kinderkamer tot hen doordrong. Nu dan," begon hij zijn vertelling, terwijl hij een blik vol liefde op zijn vrouw wierp, die juist naar de kachel keek, ons gezelschap gaf, evenals ieder jaar, een reeks gastvoorstellingen in de beroemde oude domstad C. Wij gingen erg pret tig met elkaar om en vormden ne groote, ge lukkige familie. Op zekeren dag verliet ons een onzer dames, wier engagement was afgeloopen, en kwam er eene andere voor in de plaats. Deze heette Dot Dalrymple, was klein, maar gracieus, had grooto, droomerige, bruine oogen, donkerblond, buitengewoon lang haar en een langwerpig ovaal gezicht van een bepaald betooverende, jeugdig 1 frissche schoonheid. Toen zij voor de eerste maal op de repetitie kwam, droeg zij een zwart toiletje, dat haar verrukkelijk stond en een allerliefst hoedje; dat hoedje alleen zou voldoende geweest zijn, om ons allen tot over de ooren op Dot ver liefd te doen worden, wanneer w\j het al niet geweest waren. Op den avond van haar eerste optreden heerschte er op het tooneel eene voorheen onbekende op gewondenheid. De rol paste uistekend voor Dot's soort van schoonheid. De jeune premier," werd bepaald benijd om het geluk, voor haar te mogen knielen. De marqué" behandelde haar met een, hem anders geheel vreemde, beleefdheid. De eerlooze vader", die haar te midden van een storm de deur moest uitjagen, deed dit met buitenge wone en wel eenigszins zonderlinge wreedheid en de regisseur rekte de pauses erg lang, om des te langer het genoegen te kunnen hebben, met haar te babbelen. Met geheel andere oogen werd Dot door de dames van ons gezelschap aangekeken. Die keur den alles in en aan haar af, schudden het hoofd en haalden den neus op. Zie nu mijn man eens aan, dien ouden ezel", zeide de soubrette" tegen de salondame", zou men niet deijken, dat zij hem behekst heeft?'' En toen de oude ezel" even later naar haar toe kwam, ontving zij hem met de woorden: Zoo, heb je je eindelijk losgerukt?" Hoe bedoel je dat, lieveling?" Hoe ik dat bedoel, lieveling?" zeide zij spot tend. Dacht je niet, dat het je meer eer zou aandoen, je om je vrouw te bekommeren, dan met open mond zulk een fijn juffertje aan te gapen ?" Ik dacht er slechts aan, hoe teer en zwak dat arme kind er uitziet", luidde het antwoord. Gezond ziet ze er zeker niet uit", merkte de edele gade" aan. Zij heeft mooie oogen", zeide de salondame", maar de naderbij komende oude rol", die zelve zeer kleine oogen had, bracht daartegen in: Naar mijn smaak zijn zij te groot; maar heur hair is werkelijk prachtig". Dat wil zeggen, als het haar eigen is", zeide de met hare weelderige valsche krullen dikwijls geplaagde salondame". O ja, het is haar eigen, antwoordde de vorige spreekster. "Ik weet het, want toen de gesp van mijn pelsmantel er in bleef haken, trok ik flink en schreeuwde zij luide''. Ook ik had eens zulk haar", zuchtte de salon dame, zich verwijderende. Och wat", zeide de oude rol" tot de achterblijvenden, ik ken haar sedert haar debuut en zij heeft nooit meer bezeten, dan het dunne, pie kerige beetje, dat zij nu heeft." Ken tijd lang maakten deze dames het de arme Dot op alle mogelijke manieren lastig, maar zij was zoo vriendelijk en geduldig, dat aller tegenzin allengs in een ander gevoel overging en zij aller harten won Hare ergste tegenstandster werd hare beste vriendin. De soubrette", wier kind ziek werd, leerde Dot naar waarde schatten, toen deze het oppaste, het bloemen en vruchten bracht en ook op andere wijze hare liefde en toegenegen heid toonde. Het moederhart behaalde de over winning op de jalousie en vatte een hartelijke toegenegenheid voor het fijne juffertje" op. Op een prachtigen Zondagavond wandelde ik in het stille park, dat de kathedraal omringt. Het prachtige gebouw verhief zijn ouden toren schijnbaar tot aan het rijk met sterren bezaaide firmament. Het maanlicht verzilverde de klimop en het leien dak. De hooge hoornen schenen hunne toppen eerbiedig ter aarde te buigen. Elk detail van de omgeving teekende zich scherp af en ik verkeerde in een hoogst plechtige stemming. Plotseling vernam ik vlak in mijne nabijheid een bekende stem. En gij wilt dus de mijne zijn ?'' Ja", antwoordde een andere, mij e,'oneens be kende stem bevende. Een vurige kus volgde en daarop deed de eerste stem zich weer hooren: Ge kunt niet gelooven, hoe gelukkig ge mij maakt. Nooit zult ge berouw gevoelen, over het mij geschonken vertrouwen. Moge God mij zoo behandelen als ik u zal behandelen". Het was onze regisseur, die Dot's edel hart ge wonnen had. Toen het geheim hunner verloving bekend werd, verheugden allen zich daarover, daar niet alleen de kleine fe^e, maar ook de jeugdige regisseur bij allen zeer bemind was. Een poosje later keerden wij naar York terug. Onze direc teur begaf zich naar de hoofdstad en bracht van daar een versterking voor; ons gezelschap, in de ge stalte eener nieuwe jonge rol" mede. Deze was ontegenzeggelijk eene schitterende verschijning. Zij had prachtige oogen, een uitdagcuden blik, en lste Jaargang. Schaakspel. 29 December 1889. Probleem van J. H. Blackburne. ZWAIIT i « L f abcde WIT Wit begint en geeft in 3 zetten mat. De volgende Fianchetto di Donna werd gespeeld in Fhiladelphia door de Ileeren : P. Morphy. S. Lewis Wit, Zwart. l e2 - e4 b7 bG 7 8 ;t 10 11 1-2 32 13 14 l") 1G 17 18 lil 20 21 22 2;) d2 f l S'l e4 O f-2 i'4 d:; ff) LI cl (14 (13 h.3 cr> O f 4 i'5 f5 c8 c3 gr' Zie diagram. c8 e7 (17 b7 (18 c7 b? e6 don - e7 gG e7 *'r> c8 <'<s c'! Stand der partij na den 12dcn zet van wit. KWAET 8 (> _ $ l .4 _,jp~?A ij* i»} dl f l al c.'! ei» h3 f3 f l f4 h;; f3 fl c-2 - f l X i'4 - g3 - f,'} c L3 _ góf X f'7f X g") Z'.v;ik. De l'jojior zet op, yuuiaiilit, gS 10 of c? cS 1)8 gG c- G g8 f8 g< liï-- hoc opgegeven. b7 word! dnardoor i c5 vruy zrliur beter. een onberispelijken mond, aan welks schoonheid echter een stereotiep koel glimlachje wel wat af breuk deed. Ook scheen zij iet of wat trotsch te zijn. Het duurde niet lang, of het bleek, dat er in Dot een groote ommekeer plaats greep. Haar frisch, vroolijk gezichtje werd met den dag bleeker en treuriger. Blijkbaar drukte haar eenig verdriet, maar zy sprak er niet over. Hare be zorgde collega's ontdekten echter spoedig wat de reden daarvan: haar galant had zich in de netten van het nieuwe lid onzer troep laten vangen. Do t had den trouwelooze zoo lief. dat zij de zelfver loochening bezat, hem het aanbod te doen, hem van zijn gelofte te ontslaan, om zijn geluk niet in den weg te staan. En hij nam dat aan bod aan. Ons geheele gezelschap was ten diepste veront waardigd, maar de mooie regisseur was geheel verblind en wijdde voortaan al zijn attenties aan de nieuwelinge". De bruiloftsklokken zouden echter voor dit paartje niet luiden. Den volgen den oudejaarsavond was de schouwburg overvol. Een nieuw, zeer spannend stuk zou gegeven wor den en iedereen wilde dit zien. Bovendien kwam er een tooneel in voor, dat groote overeenkomst had met de liefdesgeschiedenis van onzen regis seur. Dot en de nieuwe trotsche", betwistten elkaar niet alleen in werkelijkheid, maar ook in dit nieuwe stuk, de liefde van een man, wiens rol bovendien door den regisseur gespeeld werd. Deze stelde een jeugdig schilder, Dot diens vrouw voor. De schilder maakt kennis met een kokette, verwaarloost zijn vrouw en kind en besteedt al zijn tijd aan de andere. De vrouw verneemt dit en zoekt haar medeminnares op. Daarop kwam het bewuste tooneel. Eigenaardige gevoelens moe ten zeker opgekomen zijn in de borst van hen, die van de werkelijke toestanden op de hoogte waren, toen zij, tusschen de coulissen staande ,de beide medeminnaressen tegenover elkander zagen staan. Dot speelde prachtig; haar smeekbede om haar den geliefden man terug te geven, roerde alle toeschouwers tot schreiens toe. De diep gekrenkte vrouw werd door de sirene uitgelachen en be spot en wilde wankelende naar huis terugkeeren; daar treedt haar heur, door een derde zonder me deweten der beide vrouwen verborgen echtgenoot te gemoet, en bekent haar zijn berouw. Het ver driet zijner vrouw had hem tot inkeer gebracht. Hij omhelsde zijn echtgenoote en wilde met haar naar huis terugkeeren. Kerst moest hij nog zeggen: Kom, geliefde! Mijn leven zal er voortaan aan gewijd zijn, uwe vergiffenis te verwerven. Kom, mijn atelier zal weer mijn te huis zijn en het gesnap van ons kind zal..." De regisseur hield even op, om terstond daarop j weer door te gaan: Maar wat is dat? Waar ben je, mijn gekrenkte lievelinge ? Haal de gordijnen op, de kamer wordt donker. Ik hoor je stem en voel je tranen, maar ik kan je niet zien. Almachtige God, wat is dat! Niet de kaTier wordt donker, maar er valt een sluier voor mijn oogen ik ben blind!" Met die woorden viel hij op de knieën. Een stormachtige bijval verhief zich in de zaal. Maar daar de tooneelspelor niet opstond, doch maar aldoor blind, blind!" riep, richtte ra en hem over eind, om tot de ontdekking te komen, dat de regisseur werkelijk blind geworden was. Ken door merg en been dringende gil uitstootende, strekte Dot hare armen uit, om hem te helpen, maar nu was hij niet langer de tooneelspeler, doch een gewoon mensch; hij stiet haar van zich af en strekte zijn armen naar zijn nieuwe geliefde uit. Maar deze zeide op koelen on gevoelloozcu toon : Blind? Arme kerel! Jammer, want zijn oogen waren het mooiste aan hem". Hier zwoeg de verteller. En hoe is het verder met die menschen ge gaan?" vroeg een der gasten. Hoe liep het met dien regisseur af?" Daar dat plotseling blind worden het gevolg was van eon invloed van voorbijgaanden aard, werd dit door een eenvoudige operatie genezen. Zoowel voor als na deze operatie wijdde Dot als een liefderijke, opofferende vriendin al hare zor gen aan den onwaardige en dit doet zij ook nu nog." Ook nu nog?" luidde de eenstemmige vraag. Ja, want die regisseur was ik zelf en Dot is mijn lieve goede vrouw. Den verjaardag van mijn l blind worden, of' liever van onze hereeniging | vieren wij ieder jaar te midden van een kring van vrienden, ditmaal met u. En nu", ging hij voort, terwijl hij liet inmiddels voor hera ingeschonken glas wijn met de rechterhand ophief en zijn linker i arm om Dot's middel sloeg, drinkt op dezen vroolijken Oudejaarsavond met mij op de gezonda b c d e f g h WIT l/) (lp Melen zet p 7 ril ml-.l^ natuurlijk 15 h,1 h(i v7 ].-, J c, 11 X f~> ''U 17 h;: j,C,. ? ?) op 2ï. c- «i; i, 'j-j, n X s1'- f" X xr> u f> X f> rt'.mleli.ilc. j rl) Wit tlvciu'de im-t 'JU, !-??', >' :.'7 i 1)7 X K~ -'?> W ":i f g7 h7 -J 4 g:l h1). ' j (?) Xu?' hart gti g7 Ijett-r t-.",\<.c-t. j heid van deze brave, lieve vrouw, die het hart op de rechte plaats heeft!" En met het geestdriftige Lang zal zij levenf* der volwassenen, smolt het glasheldere gelach ea gejubel der kinderen in de zijkamer zamen. PHINEAS TAYLOR BARNUM, DE KONING DER RECLAME. In een onzer vorige nummers deelden wij een en ander mede omtrent de wijze waarop Barnum, reeds weken voor zijn komst te Londen, de aan dacht van het Engelscue publiek wist te trekken en omtrent hetgeen hij daar den knklustigen zou bieden. Sedert «enigen tijd is hij rnet het geven van voorstellingen begonnen, men kan bijna geen Engelsche courant ter hand nemen of men vindt zijn naam daarin. Misschien zal het onze lezers dus interesseeren de volgende bijzonderheden uit het leven van den grooten Amerikaansclien grijs aard" te vernemen. Barnum's wieg stond te Bethel, waar zijn vader kleermaker en landbouwer was. Als jongen hoedde .hij het vee, maaide hij gras en wiedde hy onkruid; toen hij van school kwam, schreef hij voor geld minnebrieven, beproefde hij zijn geluk als zaak waarnemer en richtte hij een loterij-agentuur en een winkel op. Op nauwlijks 19jarig«n leeftijd huwde hij met Charity Hallett, een knappe modiste; van 1831 tot 1834 gaf hij een courant uit, Ihe hcrald of freedom. Nadat hij naar New-York verhuisd was, opende hij aldaar een klein loge ment en verhuurde hij zich tevens als klantenlokker voor een groot magazijn; in die betrekking was het, dat hij zich van zijn talent, als showman bewust werd. Wat een showman" eigenlijk is? In het algemeen ieder, die voor geld iets laat zien. Twee dingen zijn daarvoor dus noodig: iets bezienswaardigs en een betalend publiek; de taak van den showman ' nu bestaat daarin, dit laatste door allerlei middelen te lokken liet was Barnuia voorbehouden, deze taak, voor de beste beziens waardigheid het grootst mogelijke publiek te vinden, tot een kunst te verheffen. De eerste curiositeit, die hij voor geld liet zien, was een 161 jaar oude negerin, de gewezen kin dermeid van George Washington, den beroemden grondvester der Arnerikaansche republiek. Na, haar dood bleek het, dat zij onmogelijk zoo oud kon zijn, dat Barnum dus, toen hij haar kocht, bedrogen was; niemand echter, die zich dat minder aantrok, dan hij, want hij had er nf-n flinken Vmm geld mee verdiend en dat was bij hem .steeds No. 1. Daarna werd hij eigenaar van een reizend paardenspel Barnum's wetenschappelijk er. muziekaal theater", zooals bij het noemde. Op twee wagens, de pistolen in den gordel, trok hij met zijn clowns enz. nu door Albany, Keutucky en Tennessee; te Vicksburg gekomen, verwisselde hij de wagens met een stoomboot en voer daarmede de Missisippi af. Maar Barnum's eigenlijke kunstperiode begon eerst in 1842, toen hij voor l()0i!(i dollars het Scuddcr Museum te New-York kocht cu hel met Peale's museum te Fhiladelphia onder den naam Barnums American Museum" vereenigde. Op alle mogelijke bezienswaardigheden, natminvonderon, specialiteiten en excentriciteiten, die maar voor geld te krijgen waren, werd daar het publiek ont haald: gedresseerde honden en vlooien, gooche laars, buiksprekers, Albino's, reuzen, dwergen. koorddansers, pantomimes, muziek, dan.-, pano rama's, modellen van den Niagara, van IViaiJs., van Dublin on Jeruzalem, een di'tiYinui van de schepping, feeëngrotten, zecstorrneu, lialiaauseha marionetten, brcimachincs, schaduwbeeld ?<:, v <."! huiden, giraffen, slangen, olifanten, apen «n op gezette dieren. Allerlei tentoonstellingen. zo"a!s van bloemen, honden, vogels en zuigelingen .visselden elkaar af. Het duurde dan ook niet lang ;>f Bar:.::iu's eerzucht was bevredigd, want va.ii alle KaaK-a klonk het hem iu de ooren: Er is in de geheele Vereenigde Staten geen plaats, naar men vuur 25 cents (Am.) zooveel kan zien ;üs tuj B-miuiu." Op allerlei wijzen bleef liij er ecii-ei' n.t.ii1 ,-treven de aandacht te trekken en terecht i;an n ij dan ook do koning der reclame'' i;en<>ei:ei wor den. Zoo noemt hij zich bijv. düvïrru-.iciirigo, bont gekleurde aanplakbiljetten d<-j, onou-t uc tlelijken tentoonstellingskunstenaar. .-en Bouten Amerikaansclien grijsaard, den hoed T der zeden en den reizenden apostel der besci; <> uu:. Het meeste succes behaalde hij -.;i.- einen wel met onderstaande reclaine-kuustsi ukjV-. In ie-t jaar 18-1,'i liet iemand te Boston een kn-m.. uulie,- zien. Barnum kocht die, huurde de rehi^.in ??-. i::u>i)ken met het daaraan verimiidei, n.T/e' ,e;'i- <-i\ kondigde aan dat daar een gra1;- voe. :.:i!;::g zonden gegeven worden 240i>0 mei.-i iien naiiue.u van die goedkoope gelegenheid gesnik en i>utaalden veei'geld; den \olgemleii diij :n>";<i" me'i dat Barnum. hoewel hij geen en ee ..i-mniiou had, schitterende zaken gemaal;i i:.nl SJMIJÜIO B ar 11 u m '. Kenigeii tijd later liet hij op zijn/... w h Kndjrport, op een stuk land, dat aan di'n s,.Mi<«egdijk grensde, telkens wanneer er f ;iv '.mu-iiij kwam, een zijner gedresseerde eliu.- i\-. u- ? jn.ieg trekken. De passagiers sloegen di. >:? --i.'.-pel verwonderd gade, de couranten -pi c: ".er. landltuuwvereeuigin^en beierden veVi.:* t-.- _??:: ;:::: dat vraagstuk te bespreken (-n i-j-? ? i'g i'g Burnum (luizende brieven, mei ir v . "k de schrijvers daarvan in te lichten (M.H., ?? ? ;>nui<baaiïieid van olifanten bij den iiio.C: u????>? - ,\;u!a1 die grap een poosje geduurd had. /? 'i !?,? ; ici;, die zich lot hem gewend had.iei! ,, . i> f. U" een gedrukte circulaire toe. wa;n;- , ' '.-.:d gaf zich niet met de kostbare \i-m-, ? \} ? ? u ifanten in te laten; hij had dai ;,[( -.. .? . .<'. daaü'lis reclame voor zi.m museum ; Ken andermaal deelde hij in de c.,,; r,.- .. ... dat OïTiadeesehe vi.-schers hem \t -.,: ? - <; (lat nu1» triltt: walvis-chen aan la' ;i ??( i ? ? in leven kon huilden, mits men /,e , i, ? .1bckiecde kisten legdo en hun mo" l -.? . ??., met in zivwat'T gedrenkte sj. /.e ? :vochtig hidd. lliK' groot die «in,: - ...? . e . vertelde Bitrnuni niet; o:ider ,. ? p . - i. toezicht vierden de diereu aan t!- . . ? de St l,riiirens-ri\ ier gevangeie i-) > naar ^evv-Virk terug, laat aan a \ a ie'! bericht achter dat de \vai\is-i n :c i r:i passeeren, plakt alle daarop betre. ? ? '? 10

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl