Historisch Archief 1877-1940
No. 653
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
publiek lag de aantrekkelijkheid vooral in het
voor den dag halen der koetsen van vóór de
Revolutie, groote galarijtuigen met statiekleeden op
den bok, met koetsiers gepoederd a frimas onder
hun driekante hoeden, de eenen in rood met gou
den livrei (La Kochofoucauld-Doudeauville), de
anderen in koningsblauw met witte en driekleu
rige tressen (Luynes-Chevreuso), zooals men ze te
Parijs niet voel meer ziet.
Maar het deftig ceremonieel, de tromseau vol
kostbaarheden, de taiiooze huwelijksgeschenken
waren van weinig belang in vergelijking van de
zeer speciale plaats, die de hertogin d'Uzès in de
Parijsche sociétéinneemt. Zij is een opmerkelijke
figuur. Hare jachtpartijen in het bosch van
Ratnbouület en te Bonnelies, waarbij zij zelve de
stoutmoedigste cuyère is; haar hotel te Parijs,
rast een reusachtige serre en eene reeks van
salons die een museum van kunstwerken vormen,
zijn beroemd. De bron van haren rijkdom is de
champagne der Veuve Cliquot, wier kleindochter
de hertogin is; maar haar vader is een Mortemart,
en een harer neven die nu de firma bestuurt,
heeft zijne dochter met een prins de Chimay
laten trouwen.
De hertogin heeft zich in het voorjaar door de
boulanger-manie laten meeslepen, en feesten gegeven,
waarbij de roode anjelier aan hot knoopsgat de
rigueur was. Het was toen zoo sterk, dat zij den
generaal de lijst der personen die zij inviteeren
wilde, ter keuring zond, en dat er werd geannon
ceerd, evenals wanneer men een regeerend
vorst aan tafel heeft, Le diner du général
lioulanqer est servi!" Dit is alles nu bekoeld, en uit;
maar de hertogin heeft toch in zooverre behoorlijk
gehandeld, dat zij haar ouden algod op Jersey do
hand is gaan drukken, en hem heeft veroorloofd
hare dochter een cadeau te zenden,"een diamanten
watervlinder. De hertogin is ook zeer weldadig;
men weet dat zij aan het ziekbed eener arme
vrouw met Louise Michel heeft kennis gemaakt.
Zij heeft nu haar hotel ter beschikking gesteld
voor een groot feest, dat door de Parijsche pers
ten bate der Elzas-Lotharingers zal worden gegeven.
Het toilet van de bruid was wit, eenvoudig sa
tijn ; een sluier van oude kant was, a l'Jïspagnole,
?over de schouders naar achteren geworpen, zoodat
het gezicht onbedekt bleef. De hertogin d'Uzès
droeg een geheel recht, glad kleed van zilver
kleurig pluche, van voren gekruist a la laurine
en geheel met sabelbont omzoomd; grijze hoed,
robijnen in de ooren. De hertogin de Luynes
droeg violet fluweel, hoed violet en goud, paarlen
in de ooren. De hertogin de Chevreu>e was in
den rouw, staalgrijs ; de hertogin de Doudeauville
crème damast en satijn : de hertogin de
Chartres smaragdgroen fluweel met boa van sabel
bont, en hoed van goud en edelgesteenten ; prinses
Marguérite van Orléans zilvergrijs otlomun met
grys fiuweclen Figaro-vest, blauw tulle hoed. Op
merkelijk is het weder opkomen van het blauw,
dat vrijwel in ongenade geweest is; men vindt er
bij de opnoeming der andere toiletten verscheidene
in licht blauw.
De koetsiers der Luynes-Chevreuse hadden een
mauve veer aan hun hoed, ten teeken van halven
rouw.
*
* *
Bij de verloving van de senora Isabella-Romea
Rattazzi hebben do koningin van Italië, koning
Humbert, de heer Crispi en vels andere hoogge
plaatste Italianen, uit eerbied voor de nagedach
tenis haars vaders, aanzienlijke geschenken gezon
den. De heer Itattazzi was de tweede man van
de indertijd buitengewoon schoone Maria-Letizia
Bonaparte Wyse, die thans zestig jaar, maar nog
geestig, innemend en elegant is. Maria-Letizia,
de dochter van prinses Letizia Bonaparte en den
Engolschen gezant Wyse, werd na de scheiding
harer ouders in armoede groot gebracht en deed
haar examen als hulponderwijzcres, maar trouwde
in 185 J mot een rijken Elzasser, Solais, die spoe
dig wegens hare buitensporigheden scheiding aan
vroeg. Zij leidile sedert te Nizza en Aix een avon
tuurlijk loven, kende van nabij vele Fransclie schrij
vers, Sue, Ponsard, Lamennais, Baranger, schreef
romans en gedichten, voerde een talrijke corres
pondentie en betooverde in 1882 den minister Rat
tazzi, die haar, ondanks de inlichtingen die hem
verstrekt worden, zelfs door koning- Victor
Emjnanuol, trouwde. Het huwelijk was zeer ge
lukkig; mevrouw Rattazzi toonde zich een gees
tige, zeer intelligente ministersvrouw, vol geest
kracht en moed, eene diplomatc van den eersten
rang en meesteres in de kunst van menschen
te winnen en te leiden. Zij kent zes of zeven
litteraturen door en door, en bleef steeds letter
kundig werkzaam.
Na den dood van Rattazzi bleef zij lang we
duwe en hertrouwde eindelijk met den Spaanschen
diplomaat de Rute. Zy woont thans te Parijs, is
nog steeds een imposante verschijning; alleen
belot hare doofheid haar, zooveel als zij wenscht
aan het maatschappelijk leven doel te nemen.
*
* *
Do koningin van Belgiëspreekt tegenwoordig
Vlaamsen, en zelfs zeer goed. Zij hoeft zich de
taal van een deel harer onderdanen eerst sedert
cenige maanden eigen gemaakt, on wel door een
meisje uit Kempen in dienst to nemen en daar
enboven Vlaamsch te lezen. Na een diner, dezer
dagen aan een groot aantal loden van het
parlelement aangeboden, trad de koningin op een dor
Vlaamsche afgevaardigden toe, onderhield zich met
hem en vroeg hem zijne meening omtrent hare
vorderingen. De Belgische bladen zijn zeer inge
nomen met dit bewijs van belangstelling.
*
Zeven jaar geleden heeft het Dames Comit
van Toezicht op de Kunst-naaldwerk-klasse ge
vestigd in het Rijks-Museum te Amsterdam, eene
circulaire rondgozondon; het voelt zich nu ge
drongen zijn dank uit to spreken aan allen, die
deze zaak gestQiind hebben, en het een en ander
mede to doelen omtrent de resultaten van het
onderwijs.
In September 1883 is de
Kunst-naaldwerkklasse, Afdeeling der Rijksschojl voor
Kunst-nijverheid, te Amsterdam, opgericht; 46 leerlingen
en hospitanten bezochten de school, waarvan
velen den geheelen driejarigen cursus doorliepen
en het eind-diploma verwieren. liet
DamesComitéwijst hierop opzettelijk, om alle» die be
langstellen in textiele kunst te doen weten, dat
er thans in ons land handen gevonden worden,
die bestellingen in dat vak kunnen uitvoeren.
Hetzij men tot aanvulling van een ameublement
een voorwerp verlangt in passenden stijl, hetzij
men het oude wenscht te gebruiken zoo lang
hot mee kan, en bij het schoone, consciëntieus
bewerkte antieke naaldwerk kan dit met zorg
vuldig onderhoud heel wat jaren bedragen,
dan moeten die ontwerpen en restauratiën met
de noodige kennis en vaardigheid worden ten
uitvoer gebracht. Er kan gewezen worden op
borduurwerk door de dames Van 't Hooft, De
Groot en Mohrmans ingezonden op de Nationale
Tentoonstelling van Oude- en Nieuwe
Kunst-Nijverhoid", in 1888 te 's Gravenhage gehouden, op
herstelde Gobelins uit Kampen en Leiden, opeen
ameublement-bckleoding uit hot Deutz-sche hofje,
op kleinere voorwerpen bij particulieren, meest
allen uitgevoerd op het atelier van de dames
Knol en van der Kaay, die zich tot volle tevre
denheid dor betrokken besturen van hare taak
hebben gekweten.
Meerdere bekendheid mot het werk der oud
leerlingen van do school, zou haar zeker menig
voorwerp ter vervaardiging of ter restauratie doen
toevertrouwen, dat men nu. . . niet laat werken
of onherstelbaar verloren waant.
Hot is daarom, dat het Comitézich wendt tot
allen die deze Kunst liefhebben. In zoo menig
Museum dreigt een belangrijk stuk naaldwork te
gronde te gaan, dat met eenige zorg behouden
kon worden, of wat nog erger is; het wordt
bestopt en benaaid op eene wij^o dio het werk ont
sierd en bederft. De dames van het Comitézijn
gaarne bereid om inlichtingen en adressen te
geven; zij vragen slechts om bestellingen.
Het Comitébestaat uit de dames: Mw. Ottilie
Schöffer?Buiige. Presidente; Mw. Arentine C.
Wertheim?Bicker, Mw. C. Brouwer Ancher
Weeningh, en Jonkvr. Jeltje de Bosch Kemper,
Secretaresse.
*
# *
Het Zondagsnummer van Figaro van deze week
heet Figaro-gounnand \ het behandelt, met tal
van illustraties en uit allerlei oogpunt, het
tafelgenot. De samensteller, Chatillon, heeft ook eenige
nieuwe recepten ran beroemde koks weten te
kaijgen; alle te samengesteld om practisch huis
houdelijk toegepast te kunnen worden. Hij be
handelt ook de vraag, belangrijk voor gastronomen,
of men kaas vóór of na de entremets sucrés moet.
dienen; hij wil ze daarvóór gepresenteerd zien,
tot betere harmonie in den smaak. Ook zou hij,
onzes inziens zeer terecht, gaarne het glaasje
lauw water^ den rince-bouchea,, afgeschaft zien, dat
velen aan het glazen bakje om de vingers in te
doopen, toevoegen.
* *
Men vindt den prijs, die voor hemdennaaien
aan de Engelsche naaisters betaald wordt twaalf
stuks voor tien stuivers, als het machine werk is,
en twee stuivers per paar voor handwerk niet
hoog. De Londensche dames echter, die met wa
terverf schilderen voor de winkels, ontvangen ook
niet veel. Als prijzen worden opgegeven: liet
schilderen van bouquetten op satijn voor sachets,
zes stuivers per dozijn; het voeren, vullen met
geparfumeerde wol en zoomen, ook zes stuivers
per dozijn. Het schilderen van landschappen of
bouquetten op menu's, drie shillings (1.80) por do
zijn ; het schilderen van menu's op ivoor 5 shil
lings per dozijn. Het is waar dat het werk er
naar is, maar het publiek ziet het verschil niet,
en betaalt den leverancier liever de twee of drie
shillings per stuk, die hij hiervoor vraagt, dan
hem zes shillings te geven voor het werk van een
kunstenaar.
*
* *
Een aardige groenversiering in deze dagen,
wanneer de aralia's, aspidistra's en dwergpalmen
er bij de kachel wat stoffig gaan uitzien, is op
de volgende wijze te verkrijgen Op platte glazen
of porceleinen schoteltjes legt men wat erwten,
linzen, boonen, en vult de ruimte daartusschen
met sterkers en knollenzaad. Men maakt het een
beetje nat en houdt het daarna vochtig. Reeds
na acht dagen krijgt men een frisschen plantengroei;
als deze na eenige weken al te weelderig wordt,
kan men hem door een nieuwen vervangen. De
peulvruchten toch groeien verbazend snel in de
warmte en hot vocht; na drie weken is de
geheele schaal een bouquot. Ook is een mooi
gevormde spons, met zaad en erwten volgestoken,
zeer geschikt; zij houdt goed vocht, en men kan
haar desnoods aan een koord bevestigen als
bloemonhanger. E e.
HEIMWEE VAN OBELISKEN.
Uit de maux et Camées" van TIIÉOFHILE GAUTIEK.
I.
DE OBELISK VAN PARIJS.
Hier op dit plein moet ik versmachten,
Gescheiden obelisk, geplant
In 't rijk van ijzel, mist en regen.
Mijn kille flank met roest berand.
Mijn hooge en oude naald, geblakerd
In de ovens van het gloeiend blauw,
Draagt hier do bleeke tint van 't heimwee,
En d'atmosfeer vol nevelgrauw.
O ! Ware ik bij Egyptes reuzen
En naast mijn broeder, roodgevlamd ;
En stond ik nog voor Luxor's hallen
In heilige aarde vaetgekramd !
Waarom doop ik in blauwe ruimte
Niet meer mijn purper spi s graniet,
Waarom beschrijft op 't zand mijn schaduw
Den hoogen tred der zonne niet V
Mijn stout granietblok, Ramsès' glorie,
Doorgroefd van 't merk der eeuwigheid,
Werd neergeveld gelijk een bieze
En aan Parijs ten pronk gewijd.
Ik, wachter van graniet, dio reuzen
En Luxor's gangen heb bewaard,
Rijs naast een valschen godcntempol,
En kamers waar 't bestuur vergaart.
De burgerlijke musch bezoedelt
Mijn hoofd, waarop uit 's hemels blauw
Roodo Ibis daalde en Gypaete,
Mot zilverdons en gouden klauw.
De Seine, zwart riool der straten,
Gevormd iloor plassen, vuile vloed.
Besmet mij, wien der stroomen vader,
De Nijl, eens vloeide langs den voet.
De Nijl, de reus, de witgebaarde,
Gekroond met lotiiskeik en riet,
Die uit zijn urne alligators
In stee van kleine grondels giet!
De witbestarnde, gouden wagen
Der Pharao's van 't vér verleen,
Omkruiste eens mij wien 't schandwiel raakte
Waarmee een dynastie verdween.
Eertijds ging langs mijn oud gesteente,
De psont op 't hoofd, een priesterstoet,
Hoogdragend de mystieke barke
Met zinrijk beeld in gouden gloed.
Thans, tusschen twoe fonteinen pronkend,
Ontwijding van mijn grootsch bestaan,
Zie 'k, in haar koets behaagziek lonkend,
De lichtckooi voorbij mij gaan.
Van Januari tot December
Zie 'k volksprocessies to ieder uur,
Solons, die naar de kamers slent'ren
En Arthurs, tuk op avontuur!
Dit dwaas geslacht van ongodisten
Skeletten wordend, wormen buit,
Laat zich begraven zonder winds'len
In kisten welke een spijker sluit!
Het bouwt zich nergens grafgowelven
Waaruit zijn hand ontbinding woort,
De sluimerzaleu waar sinds eeuwen,
Het nageslacht zijn dooden eert.
Gewijde grond der hiëroglyphen
En van 't geheime priesterschrift,
Waar sfinxen hare klauwen scherpen
Aan hoogen hoeksteen vastgegrift.
Waar 't hol gewelf den tred doet klinken,
De sperwer broedt in hoog gebied ;
'k Ween over u, mijn oud Egypte,
Ik ween mijn tranen van graniet!
II.
Dl? OBELISK VAN LuXOR.
Ik sta en waak als conig wachter
Aan dit verwoest palcis gewijd.
Ik sta en waak hier ecnig, eenzaam
In 't aanzicht der oneindigheid.
Aan verren horizon een stomme,
Dorre eind'loosheid, door niets gestuit,
Rolt de woestijn, bij somber zonlicht,
Het geel geworden lijkkleed uit.
Hoog boven deze naakte wereld
Heft zich een andere woestijn
Van strak azuur, dat nooit verteoderd.
Geen wolkje duldt op smeltloos rein.
De Nijl, zijn effen, dootlsche waat'ren
Als met een looden vlies bcmaald,
Glimt, door het nijlpaard nauw gerimpeld
In licht, dat loodrecht nederdaalt.
En de roofzuchtige alligator,
Gelegerd op 't gezengde land
Bezwijmt met krokodillentranen,
Halt gaar gestoofd in gloeiend zand.
En de Ibis op zijn dunne pooten,
Zér stil den snob in zijn jabot,
Ontcijfert op een obeliske
Het randschrift heilig schrift van Thot .'
De jakhals huilt; hyëna's krijschen,
En cirkels teek'nend in zijn vlucht,
Schreeuwt daar de hongerige sperwer ,
Een zwarte komma in de lucht.
Maar de geluiden dezer stilte
Zijn nog te doodsclior door 't gegeouw
Der tnnxcn, moede van de houding,
Dio zij bewaren eeuw na eeuw.
Weerkaatsing van de lichte wanden
En 't blaak'ren eener hel.-che zon,
Kan geen verveling u gelijken,
O schitt'rend spleen dor oosterzon!
En nimmer wischt do wind hier tranen
Uit 's hemels oog dat immer juicht,
Hier, waar de loome tijd zich eeuwig
Op zwijgende paleizen buigt.
Geen enkel onheil stoort de ruste
Op 't aangezicht der eeuwigheid ;
Egypte troont, schoon alles wiss'le,
Op eind'loozo onbeweeglijkheid.
Tot medgczollen en vriendinnen,
Heb ik, door heimwee doodgekwold,
Ifvllalt's en mummies, tijdgenooton
Van Rhamsüs, lang vergeten held
Ik tuur op afgeknotte zuilen
()]> renzon zonder aangezicht,
Terwijl de Nijl mot witte zeilen
Eentonig, zwijgend voor mij ligt.
O ware ik toch gelijk mijn broeder
Gekomen in dat groot Parijs
Hoe wonschte ik me zijn heil verstrooiing
Daarginder, bij 't modern paleis!
Daar ziet bij voor zijn hifU'oglyphen
Een levend volk bewond'rend staan,
Ilct spelt in droonien en gedachten.
Het schrift dat nimmer zal vergaan.
De stralen der fontein bosprenk'lon
't Graniet dat hier geen droppel vong;
Gehuld in 't waas van Iris-kleuren
Wordt hij weer blozend, Irisch en jong.
Hom schiep Sycna's purperader
Waaruit ook mijn bestaan ontsproot,
Gedoemd om eeuwig hier te blijven
Ben ik. Hij loeft, en ik bon dood !
L. V. NAGEL.
Allerlei.
Het afranselen als opvoedingsmethode voor jonge
dames van de hoogere standen wordt in Londen
weder met succes ingevoerd. Een van de
meestgelazen bladen der Engelsche hoofdstad bevat
tegenwoordig onder zijne advertentiën geregeld
eenige in dezen vorm: Koppige kinderen, eigen
zinnige meisjes van onaangenaam karakter, wor
den in het verbeteringsinstituut (nauwkeurig adrea
volgt) naar de nieuwste methode geslagen. Dames
van voorname familie ook in haar boudoir. Pfüs
per les % guinea, bij abonnement goedkooper.
Eene Russische dame, aan welke het voorrecht
ten deel viel, door de uitvindster der nieuwe
methode in bijzondere audiëntie ontvangen te
worden, weet in een Russisch weekblad hot een
en ander er over mede te doelen. Mrs. \Valtcr,"
schrijft zij, eene magere becnige vrouw, draagt
op haar gelaat eene uitdrukking van onvermurw
bare strengheid, welke ook in hare kloosterachtige
kleeding zich afspiegelt. Hare ontvangkamer is
gedurende het spreekuur vol bezoekers, die ge
duldig het oogenbiik afwachten, waarop zij door de
gestrenge ontvangen zullen worden. Op eene tafel,
met couranten eii illustratiën bedekt, ligt een dik
boek, waarin al diegenen die privaatlessen wenschen,
hun naam en adres inschry ven. De slagen worden
streng methodisch, met bepaalde graden en naar de
zwaarte van het vergrijp in afgemeten doses toege
deeld. Mrs. Walter verzekerde, dat zich onder de
deliquenten dikwijls zelfs volwassen jonge dames vaa
twintig jaar bevinden, die zij met berkonroeden be
handelt. Daar het bij degenen, die aan haar hoed»
worden toevertrouwd, dikwijls aan de noodige
voorkomendheid en medewerking ontbreekt, wor
den door Mrs. Walter al de bij onze
overoudvoorvaderen bekende hulpmiddelen in toepassing
gebracht, van welke wij alleen eene bank, mee
riemen eraan, willen vermelden. Mrs. Walter,
die sedert drie jaren weduwe is, moet, naar meu
beweert, op wijlen haren echtgenoot de methode
ingestudeerd hebben.
Het is nog niet zoolang, dat de koffie in Dene
marken een algemeen bekende drank geworden
is, Op Laaland weten de oude lieden nog dat,
men ze in het geheim dronk, en degenen die
zich er aan schuldig maakten, spoedig het koffie
goed onder het bed verstopten, als er personen
binnenkwamen die niet te vertrouwen waren.
Wanneer men de koltieboonen brandde, werd er
ook stroo of vederen gebrand, om de reuk niet
te doen opmerken. In hot kerkboek te Sarkj
bing vindt men nog opgeteekeiid hoe in 1819 de
weduwnaar Mads llansen uit Oreby zijn verloving
met de weduwe Dorthe Augustdatter weer deed
ontbinden, omdat de weduwe koffie dronk. Da
getuigen verzekerden dat Dorthe eerlijk, zindelijk
en vlijtig was; Mads daarentegen beweerde, dut
zij hem en zijne kinderen door haar slecht ge
drag zou rumoeren." Dorthe wilde niet beloven
haar gedrag to buterou; de verloving werd dus
vernietigd, en Mads Hanseu vermaand, dat hij
als hij zich weder een tweede vrouw wilde kiezen,
meer verstand en overleg mocht toonen, en voor
do opvoeding van zijne vele kleine kinderen boter
zorgen".
Ingezonden.
AAN SCHOOLWET-MANNEN.
Plenus venter nou studet libenter,
Leerplicht" moet tevens zijn ook leergenot.
Wilt werken hernciis als do mtMtj steeds leeg is?
l'lenux venter non studet libenter! f) llé! gis
Dan tóch, dat hij nog meer mot hollen spot 'i
Zet al de adepten voor oen schralen pot:
Proef op de som, die men daanw verkreeg, is,
Dat een te grage strot, te nauwe steeg is,
Waardoor de slok der wetenschap niet vlot.
Bravo! Gij wist hot, Pierson, Van der Goes !
Tamboer maar op eu trommel als de droes
Voor 't a, b, c, niet spsk en warrem moes.
Hij, dio niet werkt, moest ook niet eten!
Maar werken zonder drijfkracht V O wij weten :
Smeert gij 't rad niet; het brandt, of stokt, ver
sleten.
27 Dec. '89.
ExTRAXIÓL'S.
r) In latijnsche vorsmaat ben ik niet sterk meer
wat qiianttiuit betreft. Voor de qualiteit beroep ik
me op een oud adagium.
Reclames
40 cents per regel.
Speciale inrichting voor Schoenen naar
maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn
lijke, gebrekkige voeten, knobbels,
etc. etc. AU TON HUF Jr.,
Kalccrstraat 200.
LOMAN & C0.,
301 N. 'L. Voorburgwal. 157 Warmoesstraat»
FABRIEK on MAGAZIJN
VAN
Fotografie-Artikelen.
| Speciaal voor Amateurs.
HOOF tUJHÏHOT van
Dr. JAE&EU's Orig. Norm. Wolarlikelen,
K. F EU6ÜHLE-BENGt.R,
Kah'ertitraat 157, Amsterdam.
Een'.ge specialiteit in deze artikelen in Nederland.
Vf rhnizingen,Gebr. PARIS,Reg.dw.str. 106, Amst,