De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1889 29 december pagina 7

29 december 1889 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 653 DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. publiek lag de aantrekkelijkheid vooral in het voor den dag halen der koetsen van vóór de Revolutie, groote galarijtuigen met statiekleeden op den bok, met koetsiers gepoederd a frimas onder hun driekante hoeden, de eenen in rood met gou den livrei (La Kochofoucauld-Doudeauville), de anderen in koningsblauw met witte en driekleu rige tressen (Luynes-Chevreuso), zooals men ze te Parijs niet voel meer ziet. Maar het deftig ceremonieel, de tromseau vol kostbaarheden, de taiiooze huwelijksgeschenken waren van weinig belang in vergelijking van de zeer speciale plaats, die de hertogin d'Uzès in de Parijsche sociétéinneemt. Zij is een opmerkelijke figuur. Hare jachtpartijen in het bosch van Ratnbouület en te Bonnelies, waarbij zij zelve de stoutmoedigste cuyère is; haar hotel te Parijs, rast een reusachtige serre en eene reeks van salons die een museum van kunstwerken vormen, zijn beroemd. De bron van haren rijkdom is de champagne der Veuve Cliquot, wier kleindochter de hertogin is; maar haar vader is een Mortemart, en een harer neven die nu de firma bestuurt, heeft zijne dochter met een prins de Chimay laten trouwen. De hertogin heeft zich in het voorjaar door de boulanger-manie laten meeslepen, en feesten gegeven, waarbij de roode anjelier aan hot knoopsgat de rigueur was. Het was toen zoo sterk, dat zij den generaal de lijst der personen die zij inviteeren wilde, ter keuring zond, en dat er werd geannon ceerd, evenals wanneer men een regeerend vorst aan tafel heeft, Le diner du général lioulanqer est servi!" Dit is alles nu bekoeld, en uit; maar de hertogin heeft toch in zooverre behoorlijk gehandeld, dat zij haar ouden algod op Jersey do hand is gaan drukken, en hem heeft veroorloofd hare dochter een cadeau te zenden,"een diamanten watervlinder. De hertogin is ook zeer weldadig; men weet dat zij aan het ziekbed eener arme vrouw met Louise Michel heeft kennis gemaakt. Zij heeft nu haar hotel ter beschikking gesteld voor een groot feest, dat door de Parijsche pers ten bate der Elzas-Lotharingers zal worden gegeven. Het toilet van de bruid was wit, eenvoudig sa tijn ; een sluier van oude kant was, a l'Jïspagnole, ?over de schouders naar achteren geworpen, zoodat het gezicht onbedekt bleef. De hertogin d'Uzès droeg een geheel recht, glad kleed van zilver kleurig pluche, van voren gekruist a la laurine en geheel met sabelbont omzoomd; grijze hoed, robijnen in de ooren. De hertogin de Luynes droeg violet fluweel, hoed violet en goud, paarlen in de ooren. De hertogin de Chevreu>e was in den rouw, staalgrijs ; de hertogin de Doudeauville crème damast en satijn : de hertogin de Chartres smaragdgroen fluweel met boa van sabel bont, en hoed van goud en edelgesteenten ; prinses Marguérite van Orléans zilvergrijs otlomun met grys fiuweclen Figaro-vest, blauw tulle hoed. Op merkelijk is het weder opkomen van het blauw, dat vrijwel in ongenade geweest is; men vindt er bij de opnoeming der andere toiletten verscheidene in licht blauw. De koetsiers der Luynes-Chevreuse hadden een mauve veer aan hun hoed, ten teeken van halven rouw. * * * Bij de verloving van de senora Isabella-Romea Rattazzi hebben do koningin van Italië, koning Humbert, de heer Crispi en vels andere hoogge plaatste Italianen, uit eerbied voor de nagedach tenis haars vaders, aanzienlijke geschenken gezon den. De heer Itattazzi was de tweede man van de indertijd buitengewoon schoone Maria-Letizia Bonaparte Wyse, die thans zestig jaar, maar nog geestig, innemend en elegant is. Maria-Letizia, de dochter van prinses Letizia Bonaparte en den Engolschen gezant Wyse, werd na de scheiding harer ouders in armoede groot gebracht en deed haar examen als hulponderwijzcres, maar trouwde in 185 J mot een rijken Elzasser, Solais, die spoe dig wegens hare buitensporigheden scheiding aan vroeg. Zij leidile sedert te Nizza en Aix een avon tuurlijk loven, kende van nabij vele Fransclie schrij vers, Sue, Ponsard, Lamennais, Baranger, schreef romans en gedichten, voerde een talrijke corres pondentie en betooverde in 1882 den minister Rat tazzi, die haar, ondanks de inlichtingen die hem verstrekt worden, zelfs door koning- Victor Emjnanuol, trouwde. Het huwelijk was zeer ge lukkig; mevrouw Rattazzi toonde zich een gees tige, zeer intelligente ministersvrouw, vol geest kracht en moed, eene diplomatc van den eersten rang en meesteres in de kunst van menschen te winnen en te leiden. Zij kent zes of zeven litteraturen door en door, en bleef steeds letter kundig werkzaam. Na den dood van Rattazzi bleef zij lang we duwe en hertrouwde eindelijk met den Spaanschen diplomaat de Rute. Zy woont thans te Parijs, is nog steeds een imposante verschijning; alleen belot hare doofheid haar, zooveel als zij wenscht aan het maatschappelijk leven doel te nemen. * * * Do koningin van Belgiëspreekt tegenwoordig Vlaamsen, en zelfs zeer goed. Zij hoeft zich de taal van een deel harer onderdanen eerst sedert cenige maanden eigen gemaakt, on wel door een meisje uit Kempen in dienst to nemen en daar enboven Vlaamsch te lezen. Na een diner, dezer dagen aan een groot aantal loden van het parlelement aangeboden, trad de koningin op een dor Vlaamsche afgevaardigden toe, onderhield zich met hem en vroeg hem zijne meening omtrent hare vorderingen. De Belgische bladen zijn zeer inge nomen met dit bewijs van belangstelling. * Zeven jaar geleden heeft het Dames Comit van Toezicht op de Kunst-naaldwerk-klasse ge vestigd in het Rijks-Museum te Amsterdam, eene circulaire rondgozondon; het voelt zich nu ge drongen zijn dank uit to spreken aan allen, die deze zaak gestQiind hebben, en het een en ander mede to doelen omtrent de resultaten van het onderwijs. In September 1883 is de Kunst-naaldwerkklasse, Afdeeling der Rijksschojl voor Kunst-nijverheid, te Amsterdam, opgericht; 46 leerlingen en hospitanten bezochten de school, waarvan velen den geheelen driejarigen cursus doorliepen en het eind-diploma verwieren. liet DamesComitéwijst hierop opzettelijk, om alle» die be langstellen in textiele kunst te doen weten, dat er thans in ons land handen gevonden worden, die bestellingen in dat vak kunnen uitvoeren. Hetzij men tot aanvulling van een ameublement een voorwerp verlangt in passenden stijl, hetzij men het oude wenscht te gebruiken zoo lang hot mee kan, en bij het schoone, consciëntieus bewerkte antieke naaldwerk kan dit met zorg vuldig onderhoud heel wat jaren bedragen, dan moeten die ontwerpen en restauratiën met de noodige kennis en vaardigheid worden ten uitvoer gebracht. Er kan gewezen worden op borduurwerk door de dames Van 't Hooft, De Groot en Mohrmans ingezonden op de Nationale Tentoonstelling van Oude- en Nieuwe Kunst-Nijverhoid", in 1888 te 's Gravenhage gehouden, op herstelde Gobelins uit Kampen en Leiden, opeen ameublement-bckleoding uit hot Deutz-sche hofje, op kleinere voorwerpen bij particulieren, meest allen uitgevoerd op het atelier van de dames Knol en van der Kaay, die zich tot volle tevre denheid dor betrokken besturen van hare taak hebben gekweten. Meerdere bekendheid mot het werk der oud leerlingen van do school, zou haar zeker menig voorwerp ter vervaardiging of ter restauratie doen toevertrouwen, dat men nu. . . niet laat werken of onherstelbaar verloren waant. Hot is daarom, dat het Comitézich wendt tot allen die deze Kunst liefhebben. In zoo menig Museum dreigt een belangrijk stuk naaldwork te gronde te gaan, dat met eenige zorg behouden kon worden, of wat nog erger is; het wordt bestopt en benaaid op eene wij^o dio het werk ont sierd en bederft. De dames van het Comitézijn gaarne bereid om inlichtingen en adressen te geven; zij vragen slechts om bestellingen. Het Comitébestaat uit de dames: Mw. Ottilie Schöffer?Buiige. Presidente; Mw. Arentine C. Wertheim?Bicker, Mw. C. Brouwer Ancher Weeningh, en Jonkvr. Jeltje de Bosch Kemper, Secretaresse. * # * Het Zondagsnummer van Figaro van deze week heet Figaro-gounnand \ het behandelt, met tal van illustraties en uit allerlei oogpunt, het tafelgenot. De samensteller, Chatillon, heeft ook eenige nieuwe recepten ran beroemde koks weten te kaijgen; alle te samengesteld om practisch huis houdelijk toegepast te kunnen worden. Hij be handelt ook de vraag, belangrijk voor gastronomen, of men kaas vóór of na de entremets sucrés moet. dienen; hij wil ze daarvóór gepresenteerd zien, tot betere harmonie in den smaak. Ook zou hij, onzes inziens zeer terecht, gaarne het glaasje lauw water^ den rince-bouchea,, afgeschaft zien, dat velen aan het glazen bakje om de vingers in te doopen, toevoegen. * * Men vindt den prijs, die voor hemdennaaien aan de Engelsche naaisters betaald wordt twaalf stuks voor tien stuivers, als het machine werk is, en twee stuivers per paar voor handwerk niet hoog. De Londensche dames echter, die met wa terverf schilderen voor de winkels, ontvangen ook niet veel. Als prijzen worden opgegeven: liet schilderen van bouquetten op satijn voor sachets, zes stuivers per dozijn; het voeren, vullen met geparfumeerde wol en zoomen, ook zes stuivers per dozijn. Het schilderen van landschappen of bouquetten op menu's, drie shillings (1.80) por do zijn ; het schilderen van menu's op ivoor 5 shil lings per dozijn. Het is waar dat het werk er naar is, maar het publiek ziet het verschil niet, en betaalt den leverancier liever de twee of drie shillings per stuk, die hij hiervoor vraagt, dan hem zes shillings te geven voor het werk van een kunstenaar. * * * Een aardige groenversiering in deze dagen, wanneer de aralia's, aspidistra's en dwergpalmen er bij de kachel wat stoffig gaan uitzien, is op de volgende wijze te verkrijgen Op platte glazen of porceleinen schoteltjes legt men wat erwten, linzen, boonen, en vult de ruimte daartusschen met sterkers en knollenzaad. Men maakt het een beetje nat en houdt het daarna vochtig. Reeds na acht dagen krijgt men een frisschen plantengroei; als deze na eenige weken al te weelderig wordt, kan men hem door een nieuwen vervangen. De peulvruchten toch groeien verbazend snel in de warmte en hot vocht; na drie weken is de geheele schaal een bouquot. Ook is een mooi gevormde spons, met zaad en erwten volgestoken, zeer geschikt; zij houdt goed vocht, en men kan haar desnoods aan een koord bevestigen als bloemonhanger. E e. HEIMWEE VAN OBELISKEN. Uit de maux et Camées" van TIIÉOFHILE GAUTIEK. I. DE OBELISK VAN PARIJS. Hier op dit plein moet ik versmachten, Gescheiden obelisk, geplant In 't rijk van ijzel, mist en regen. Mijn kille flank met roest berand. Mijn hooge en oude naald, geblakerd In de ovens van het gloeiend blauw, Draagt hier do bleeke tint van 't heimwee, En d'atmosfeer vol nevelgrauw. O ! Ware ik bij Egyptes reuzen En naast mijn broeder, roodgevlamd ; En stond ik nog voor Luxor's hallen In heilige aarde vaetgekramd ! Waarom doop ik in blauwe ruimte Niet meer mijn purper spi s graniet, Waarom beschrijft op 't zand mijn schaduw Den hoogen tred der zonne niet V Mijn stout granietblok, Ramsès' glorie, Doorgroefd van 't merk der eeuwigheid, Werd neergeveld gelijk een bieze En aan Parijs ten pronk gewijd. Ik, wachter van graniet, dio reuzen En Luxor's gangen heb bewaard, Rijs naast een valschen godcntempol, En kamers waar 't bestuur vergaart. De burgerlijke musch bezoedelt Mijn hoofd, waarop uit 's hemels blauw Roodo Ibis daalde en Gypaete, Mot zilverdons en gouden klauw. De Seine, zwart riool der straten, Gevormd iloor plassen, vuile vloed. Besmet mij, wien der stroomen vader, De Nijl, eens vloeide langs den voet. De Nijl, de reus, de witgebaarde, Gekroond met lotiiskeik en riet, Die uit zijn urne alligators In stee van kleine grondels giet! De witbestarnde, gouden wagen Der Pharao's van 't vér verleen, Omkruiste eens mij wien 't schandwiel raakte Waarmee een dynastie verdween. Eertijds ging langs mijn oud gesteente, De psont op 't hoofd, een priesterstoet, Hoogdragend de mystieke barke Met zinrijk beeld in gouden gloed. Thans, tusschen twoe fonteinen pronkend, Ontwijding van mijn grootsch bestaan, Zie 'k, in haar koets behaagziek lonkend, De lichtckooi voorbij mij gaan. Van Januari tot December Zie 'k volksprocessies to ieder uur, Solons, die naar de kamers slent'ren En Arthurs, tuk op avontuur! Dit dwaas geslacht van ongodisten Skeletten wordend, wormen buit, Laat zich begraven zonder winds'len In kisten welke een spijker sluit! Het bouwt zich nergens grafgowelven Waaruit zijn hand ontbinding woort, De sluimerzaleu waar sinds eeuwen, Het nageslacht zijn dooden eert. Gewijde grond der hiëroglyphen En van 't geheime priesterschrift, Waar sfinxen hare klauwen scherpen Aan hoogen hoeksteen vastgegrift. Waar 't hol gewelf den tred doet klinken, De sperwer broedt in hoog gebied ; 'k Ween over u, mijn oud Egypte, Ik ween mijn tranen van graniet! II. Dl? OBELISK VAN LuXOR. Ik sta en waak als conig wachter Aan dit verwoest palcis gewijd. Ik sta en waak hier ecnig, eenzaam In 't aanzicht der oneindigheid. Aan verren horizon een stomme, Dorre eind'loosheid, door niets gestuit, Rolt de woestijn, bij somber zonlicht, Het geel geworden lijkkleed uit. Hoog boven deze naakte wereld Heft zich een andere woestijn Van strak azuur, dat nooit verteoderd. Geen wolkje duldt op smeltloos rein. De Nijl, zijn effen, dootlsche waat'ren Als met een looden vlies bcmaald, Glimt, door het nijlpaard nauw gerimpeld In licht, dat loodrecht nederdaalt. En de roofzuchtige alligator, Gelegerd op 't gezengde land Bezwijmt met krokodillentranen, Halt gaar gestoofd in gloeiend zand. En de Ibis op zijn dunne pooten, Zér stil den snob in zijn jabot, Ontcijfert op een obeliske Het randschrift heilig schrift van Thot .' De jakhals huilt; hyëna's krijschen, En cirkels teek'nend in zijn vlucht, Schreeuwt daar de hongerige sperwer , Een zwarte komma in de lucht. Maar de geluiden dezer stilte Zijn nog te doodsclior door 't gegeouw Der tnnxcn, moede van de houding, Dio zij bewaren eeuw na eeuw. Weerkaatsing van de lichte wanden En 't blaak'ren eener hel.-che zon, Kan geen verveling u gelijken, O schitt'rend spleen dor oosterzon! En nimmer wischt do wind hier tranen Uit 's hemels oog dat immer juicht, Hier, waar de loome tijd zich eeuwig Op zwijgende paleizen buigt. Geen enkel onheil stoort de ruste Op 't aangezicht der eeuwigheid ; Egypte troont, schoon alles wiss'le, Op eind'loozo onbeweeglijkheid. Tot medgczollen en vriendinnen, Heb ik, door heimwee doodgekwold, Ifvllalt's en mummies, tijdgenooton Van Rhamsüs, lang vergeten held Ik tuur op afgeknotte zuilen ()]> renzon zonder aangezicht, Terwijl de Nijl mot witte zeilen Eentonig, zwijgend voor mij ligt. O ware ik toch gelijk mijn broeder Gekomen in dat groot Parijs Hoe wonschte ik me zijn heil verstrooiing Daarginder, bij 't modern paleis! Daar ziet bij voor zijn hifU'oglyphen Een levend volk bewond'rend staan, Ilct spelt in droonien en gedachten. Het schrift dat nimmer zal vergaan. De stralen der fontein bosprenk'lon 't Graniet dat hier geen droppel vong; Gehuld in 't waas van Iris-kleuren Wordt hij weer blozend, Irisch en jong. Hom schiep Sycna's purperader Waaruit ook mijn bestaan ontsproot, Gedoemd om eeuwig hier te blijven Ben ik. Hij loeft, en ik bon dood ! L. V. NAGEL. Allerlei. Het afranselen als opvoedingsmethode voor jonge dames van de hoogere standen wordt in Londen weder met succes ingevoerd. Een van de meestgelazen bladen der Engelsche hoofdstad bevat tegenwoordig onder zijne advertentiën geregeld eenige in dezen vorm: Koppige kinderen, eigen zinnige meisjes van onaangenaam karakter, wor den in het verbeteringsinstituut (nauwkeurig adrea volgt) naar de nieuwste methode geslagen. Dames van voorname familie ook in haar boudoir. Pfüs per les % guinea, bij abonnement goedkooper. Eene Russische dame, aan welke het voorrecht ten deel viel, door de uitvindster der nieuwe methode in bijzondere audiëntie ontvangen te worden, weet in een Russisch weekblad hot een en ander er over mede te doelen. Mrs. \Valtcr," schrijft zij, eene magere becnige vrouw, draagt op haar gelaat eene uitdrukking van onvermurw bare strengheid, welke ook in hare kloosterachtige kleeding zich afspiegelt. Hare ontvangkamer is gedurende het spreekuur vol bezoekers, die ge duldig het oogenbiik afwachten, waarop zij door de gestrenge ontvangen zullen worden. Op eene tafel, met couranten eii illustratiën bedekt, ligt een dik boek, waarin al diegenen die privaatlessen wenschen, hun naam en adres inschry ven. De slagen worden streng methodisch, met bepaalde graden en naar de zwaarte van het vergrijp in afgemeten doses toege deeld. Mrs. Walter verzekerde, dat zich onder de deliquenten dikwijls zelfs volwassen jonge dames vaa twintig jaar bevinden, die zij met berkonroeden be handelt. Daar het bij degenen, die aan haar hoed» worden toevertrouwd, dikwijls aan de noodige voorkomendheid en medewerking ontbreekt, wor den door Mrs. Walter al de bij onze overoudvoorvaderen bekende hulpmiddelen in toepassing gebracht, van welke wij alleen eene bank, mee riemen eraan, willen vermelden. Mrs. Walter, die sedert drie jaren weduwe is, moet, naar meu beweert, op wijlen haren echtgenoot de methode ingestudeerd hebben. Het is nog niet zoolang, dat de koffie in Dene marken een algemeen bekende drank geworden is, Op Laaland weten de oude lieden nog dat, men ze in het geheim dronk, en degenen die zich er aan schuldig maakten, spoedig het koffie goed onder het bed verstopten, als er personen binnenkwamen die niet te vertrouwen waren. Wanneer men de koltieboonen brandde, werd er ook stroo of vederen gebrand, om de reuk niet te doen opmerken. In hot kerkboek te Sarkj bing vindt men nog opgeteekeiid hoe in 1819 de weduwnaar Mads llansen uit Oreby zijn verloving met de weduwe Dorthe Augustdatter weer deed ontbinden, omdat de weduwe koffie dronk. Da getuigen verzekerden dat Dorthe eerlijk, zindelijk en vlijtig was; Mads daarentegen beweerde, dut zij hem en zijne kinderen door haar slecht ge drag zou rumoeren." Dorthe wilde niet beloven haar gedrag to buterou; de verloving werd dus vernietigd, en Mads Hanseu vermaand, dat hij als hij zich weder een tweede vrouw wilde kiezen, meer verstand en overleg mocht toonen, en voor do opvoeding van zijne vele kleine kinderen boter zorgen". Ingezonden. AAN SCHOOLWET-MANNEN. Plenus venter nou studet libenter, Leerplicht" moet tevens zijn ook leergenot. Wilt werken hernciis als do mtMtj steeds leeg is? l'lenux venter non studet libenter! f) llé! gis Dan tóch, dat hij nog meer mot hollen spot 'i Zet al de adepten voor oen schralen pot: Proef op de som, die men daanw verkreeg, is, Dat een te grage strot, te nauwe steeg is, Waardoor de slok der wetenschap niet vlot. Bravo! Gij wist hot, Pierson, Van der Goes ! Tamboer maar op eu trommel als de droes Voor 't a, b, c, niet spsk en warrem moes. Hij, dio niet werkt, moest ook niet eten! Maar werken zonder drijfkracht V O wij weten : Smeert gij 't rad niet; het brandt, of stokt, ver sleten. 27 Dec. '89. ExTRAXIÓL'S. r) In latijnsche vorsmaat ben ik niet sterk meer wat qiianttiuit betreft. Voor de qualiteit beroep ik me op een oud adagium. Reclames 40 cents per regel. Speciale inrichting voor Schoenen naar maat, in gips afdruksel voor gevoelige, pijn lijke, gebrekkige voeten, knobbels, etc. etc. AU TON HUF Jr., Kalccrstraat 200. LOMAN & C0., 301 N. 'L. Voorburgwal. 157 Warmoesstraat» FABRIEK on MAGAZIJN VAN Fotografie-Artikelen. | Speciaal voor Amateurs. HOOF tUJHÏHOT van Dr. JAE&EU's Orig. Norm. Wolarlikelen, K. F EU6ÜHLE-BENGt.R, Kah'ertitraat 157, Amsterdam. Een'.ge specialiteit in deze artikelen in Nederland. Vf rhnizingen,Gebr. PARIS,Reg.dw.str. 106, Amst,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl